Gewichtvolle dag voor de Theologische School te Kampen
Installatie van de nieuwe Heogleeraren SCHILDER en DEN HARTOGH
WOENSDAG 17 JANUARI 1934
DERDE BLAD PAG.
Het afscheid
van
Prof. HONIG
De overleden professoren LINDEBOOM
en BOUWMAN herdacht
t t(Van onzen eigen verslaggever.)
In de geschiedenis van de Theol. School
te Kampen zal de dag van 17 Jan. 1934 als
een bijzondere worden geboekstaafd. Van
daag werd in het leven der School een stulc
geschiedenis afgesloten nu Prof. Dr. A. G.
Honig na lange jaren van trouwen dienst,
zijn ambt als hoogleeraar heeft neergelegd,
wijl hem om redenen van leeftijd op zijn
Verzoek op de meest eervolle wijze emeri
taat werd verleend. Hij had zich voorgenö--
men dit gelijk te doen met zijn wapenbroe
der Prof. Dr. H. B o u w m a n, die gelijk met
hem is opgetreden, maar die voor een jaar
in de hemelsche heerlijkheid door God werd
opgenomen.
Daarnaast zijn vandaag twee nieuwe hoog
leeraren opgetreden en hebben heden hun
inaugureele oratie gehouden, n.l. Prof. Dr.
K. Schilder, opvolger en leerling van
Prof. Dr. A. G. Honig en Prof. Dr. G. M. den
Hartogh, opvolger van wijlen Prof. Dr.
H. Bouwman. Beiden dienden tevoren de
Geref. Kerken in het predikambt.
Velen hadden zich heden naar het oude
IJsselstadje opgemaakt om van de plechtig
heden getuige te zijn. Het was hedenmor
gen in het treintje dat om even 9 uur uit
Zwolle in Kampen aankomt, reeds goed te
merken dat er weer iets bijzonders in Kam
pen te doen was. Men zag dan ook tal van
bekende gezichten, die men elk jaar op de
Schooldagen pleegt te ontmoeten. De plech
tigheden vonden plaats in de Burgwalkerk,
een bedehuis dat met de geschiedenis dei-
School in den loop der jaren als samenge-
weven is. Hoeveel hoogleeraren en hoeveel
predikanten die hun opleiding tot de hei
lige bediening aan de Theol. School te Kam
pen hebben genoten, hebben haar kansel al
niet betreden om de saamgestroomde scha
ren op de Schooldagen toe te spreken en te
jvertellen uit haar geschiedenis, met die van
ide Geref. Kerken zoo nauw samcngeweyen.
De Burgwalkerk, smaakvol met tapijten
;en palmen versierd, vulde zich reeds in de
inorgenbij eenkomst geheel.
DE OPENING
Te half tien ving de morgenvergadering
aan. De voorzitter van het Curatorium, Ds.
P. Bos van de Leek, opende de vergade-
a-ing met het doen zingen van Ps. 121 1,
bet lezen van Ps. 121 en gebed. Hierna
hield hij de
Openingsrede
.waaraan we het volgende ontleenen:
Een hartelijk welkom roep ik u toe aan
Öeae plaats. Voor
de School der ker
iken is een ge
wichtige dag aan
gebroken. Dit sa
menzijn heeft
tweeërlei oorzaak
Het geldt in de
allereerste plaats
een huishoudelij
ke aangelegen
heid der Theol.
School, n.l. de
(Overdracht van
het rectoraat door
Prof. Dr. A. G.
Honig aan Prof.
Dr. J. Ridderbos.
Die overdracht
heeft ditmaal ech
ter een bij zonde-
S'e beteekenis, omdat ze samenvalt met
het afscheid van Prof. Honig van de
actieve vervulling van zijn ambt, wien op
zijn verzoek door de Gen. Synode van Mid
delburg eervol emeritaat is verleend, nu
zijn Hooggel. den 70-jarigen leeftijd heeft
hereikt.
Met hem sluit zich af het derde tijdvak
ider School. Ten vorigen jare in deze zelfde
maand 5s Prof. Lindeboom van ons heenge
gaan. Hij was de laatst overgeblevene hoog
leeraar van het tweede geslacht, die de
eerste docenten, tevens de vaderen der
Scheiding van 1834 opgevolgd zijn. Met wee
moed tredenken wij zijn heengaan. Meer clan
een halve eeinv lang was zijn leven nauw
aan dat van de School verbonden. Grooten
Ds. P. Bos
dank brengen wij den Heere, voor wat Hij
in Prof. Lindeboom ons heeft geschonken.
I-Iet derde tijdvak nam een aanvang met
de benoeming van Prof. Dr. H. Bouwman
en Prof. Dr. A. G. Honig. Helaas dat Prof.
Bouwman, vóór hij het begeerde emeritaat
kon ontvangen, door den dood ons ontviel,
en zijn gade en kinderen in diepen rouw
werden geaompeld. Veel heeft hij gearbeid.
Noode konden de kerken hem missen, ook
.anwege zijn zoo gewaardeerde adviezen,
altijd bereidwillig gegeven, in allerlei kerk
rechtelijke aangelegenheden. De weg des
Heeren is echter een andere geweest. Wij
wenschen Gode te zwijgen en Hem te dan
ken voor wat Hij in Prof. Bouwman ons
heeft geschonken.
Zijn sterven in Christus zijn Heers, èn de
emeriteering van Prof. Honig hebben noodig
gemaakt, dat een tweetal hoogleearen moes
ten worden benoemd, wat geschied is door
de aanstelling van Prof. Dr. K. Schilder en
Prof. Dr. Mr. G. M. den Hartogh.
Hun installatie is de tweede aanleiding
van ons samenzijn, en hartelijk heeten wij
beide hoogleeraren welkom aan dezp plaats.
In de namiddagvergadering zullen beide
Hoogleeraren hun inaugureele oraties
houden.
Wij zijn op historisch terrein, hier in de
Burgwalkerk. Zoo geschiedde het ook bij
'orige installaties.
Ook wat de tijd aangaat, wijken wij niet
af van de lijn der historie. In 't hartje van
den winter in de maand Januari maken wij
de reis naar Kampen. Zoo was 't ook in
1882 en in 1913.
Dat tegelijk meer dan één hoogleeraar
hier hun intrede doen, is evenmin een af
wijking van de oude lijn. In 1882 zelfs drie
hoogleeraren tegelijk; daarna samen de
Professoren Bouwman en Honig; ook de
Professoren Hoekstra en Ridderbos. Zoo ook
nu Dr. Schilder en Dr. den Hartogh.
Mogelijk is dit iets nieuws te noemen, dat
thans de Hoogleeraren in vol ornaat, deftig
in toga in ons midden zijn verschenen. Wat
wij niet anders dan van harte kunnen toe
juichen. in overeenstemming met hun waar
digheid en taak aan de Theol. School, die
een Hoogeschool is, waar de vorming en de
opleiding plaats heeft van a.s. dienaren des
Woords en mitsdien de zelfstandige be
oefening der theologische wetenschap.
Wetenschappelijke mannen, daartoe in
staat, heeft God ons gegeven. In hen, die
tot nu toe hier werkzaam waren. Ook in
deze nieuw benoemde hoogleeraren met
wier promotie èn te Erlangen en in Am
sterdam wij beiden nog hartelijk geluk-
wenschen.
Hooggeachte en Geliefde Professor Honig.
Namens het curatorium wensch ik een
enkel woord tot u te richten. Het is een
woord van hartelijken dank voor alles, wat
u in een lange reeks van jaren voor School
en kerken zijt geweest en hebt gedaan. Met
groote toewijding hebt gij het goede voor de
School gezocht. Met uwe rijke gaven hebt
gij haar en de kerken gediend. Altijd met
dezelfde liefde hebt gij u gewijd aan de
opleiding der a.s. dienaren des Woords.
Hebt gij u beijverd uwe leerlingen de
Schrift te doen verstaan; hun een inzicht te
geven in den rijkdom der Gereformeerde
dogmatiek; de kennis hun bij te brengen,
noodig tot het vervullen van hun ambt; hen
te bezielen met liefde voor den Heere en
voor des Heeren Woord en dienst
Aan de Vorming van een gansche schare
van dienaren des Woords hebt gij In al die
jaren mogen medearbeiden. Inzonderheid,
wijl u was toevertrouwd in het gewicnti.ee
vak dogmatiek te doceeren. is uw invloed
groot geweest.
Het volle vertrouwen der kerken hebt gij
alliid genoten en geen vrees voor onzuiver
heid in de. leer duchten zij bij u. De kerken
wisten het, dat, bij elke geringe afwijking,
zij in u een gehamasd strijder hadden. Als
een kampioen voor de waarheid hebt gij
haar verdedigd en trouw de wacht waarge
nomen op Si ons muren.
Wij danken u voor dat alles. Ook voor
de zoo aangename wijze, waarop wij steeds
ook als curatoren, met u hebben verkeerd.
Wij gunnen u, vergrijsd in den dienst
gaarne de rust. maar spreken toch den
wensch uit dat het u gegeven mag zijn, nog
een reeks van jaren met uw gade gespaard
te blijven. Ook doen wij een beroep op u,
dat uw rust niet ledig zij, maar de kerken
uog veel mogen genieten van uw rijke ken
nis en ervaring.
Wij'doaken u, maar wij danken bovenal
den Heere, die ons u gaf, die" u sierde met
rijke gaven en talenten, en door Wien gij
alleen tot zulk een rijken zegen zijt gesteld.
Door Hem staat gij hier, niet maar ge
kroond met de krocn der grijsheid, maar
ook door den Heere gekroond met goeder
tierenheid en barmhartigheden. Aanvaard
de kroon van uwen God. 't Is nu nog een
kroon dor genade, maar 't wordt eens de
kroon der heerlijkheid. Die heerlijke kroon,
waarmede Hij zijn getrouwen dienstknecht
kroont, za] u niet ontgaan. De Heere heeft
het beloofd. Hij is getrouw.
Zoo is dan nu het oogenblik aangebroken,
dat gij Hooggel. Dr. K. Schilder en gij
Hooggel. Dr. G. M. den Hartogh tot uw
arbenl aan de Theol. School zult worden
ingeleid.
Het is een uur van dankbare blijdschap
èn voor u èn voor School en kerkon. O
zeker, met weemoed gedenken wij hei, dat
wijlen Prof. Bouwman nog zuo onverwacht
door den dood is ontnomen. Met leedwezen
zien wij Prof. Honig heengaan. Maar toch
ook met het oog op hen is er stof tot dank
bare blijdschap, gedachtig aan den ri'ken
zegen zoo tal van jaren aan Kerk en School
geschonken
Hun plaats gaat gij thans innemen.
Het verblijdt ons, dat de voordracht dei-
curatoren, waarop uwe namen met groote
éénparigheid waren ceplaatsl door de Ge
nerale Synode van Middelburg is gehand
haafd. en de keuze dier Syroue op u is ge
vallen.
Van harte wenschen wij u beiden geluk
met deze eervolle benoeming.
Er is oorzake van blijdschap en dank,
wanneer wij denken aan den goeden geest
en de groote eensgezindheid, die er bij deze
benoeming hebben geheerscht. Dat is wel
anders geweest Toen de zaak der benoe
ming aan deze School, beroering in ons ker
kelijk leven veroorzaakte. Dank betaamt
ons nu des te meer, nu de Heere ons zoo
rijk heeft gezegend. Een bloeitijd is voor de
School aangebroken. Met groote ééndracht,
zonder wanklank heeft de Gen. Synode ge
handeld en alzoo is in de kerken met vreug
de van deze benoeming kennis genomen.
Van dien dank en blijdschap woont er on
getwijfeld ook in uwe harten, nu gij gereed
staat uwe ambten te aanvaarden. Op wet
tige wijze, onder aanroeping van den naam
des I-Ieeren zijt gij tot hoogleeraren verko
ren. In uwe consciënties moogt gij ten volle
verzekerd zijn, dat de Heere u heeft geroe
pen tot deze hooge waardigheid, gelijk wij
u met liefde uit Gods hand ontvangen.
Niet gemakkelijk viel het u den kansel
met den katheder te verwisselen, en af
scheid van uwe gemeenten te nemen, die
gij lief hebt. en die u liefhebben. Alleen ver
laten kond et gij haar, omdat de Heere zelf
u riep, niet door ééne kerk, maar door alle
Geref. kerken in Nederland saam om mede
de taak te vervullen, aan de kerken toever
trouwd, de opleiding van dienaren des
Woords.
Dat gij daartoe verwaardigd zijt, stemt u
tot dank, omdat het uw begeerte is als
dienstknechten des Heeren werkzaam te zijn
aan de komst van Gods Koninkrijk. Ook om
dat de theol. wetenschap te beoefenen uvv
beider liefde heeft, en het voor u, Hooggel.
Schilder, de vervulling van uw hartewensch
is. Gods gedachten na te speuren in Zijn
rijke Openharing en anderen in te prenten,
en voor te houden; „wat er staat geschre
ven", en het voor u Hooggel. den Hartogh
een groote bekoring heeft, de wetenschap
der historie en van het recht van de kerk
des Heeren in den loop der eeuwen te be
oefenen, en het aan uwe studenten weer te
geven sti-alcs: „wat er is geschied."
Moeiliik is de arbeid die u wacht, omdat
het geldt de opleiding van a.s. dienaren des
Woords, wier taak zoo gewichtig is, vooral
ook in onzen tegemvoordigen tijd. een tijd
van verwarring op schier elk gebied, van
donkerheid op maatschappelijk terrein.
Hoog moeten dus wel zij staan, die anderen
bij de toerusting tot hun taak tot gids en
leidsman hebben te zijn.
Niet van u zei ven is uwe verwachting.
Uwe oogen zijn geslagen op Hem, die roept
en bekwaamt De Heere zalve u met den
Heiligen Geest. En is voor waarachtige we
tenschap in de eerste plaats noodig het
geloof, de vreeze des Heeren, dan moge dat
geloof rijkelijk in uwe harten wonen, waar
door gij in staat zult zijn de gedachten Gods
na te speuren en te verstaan, en in de ver
borgenheid der waarheid en in de gangen
der historic- in te dringen.
Voor gij uw taak aanvaardt, hebben wij u
een woord te vragen en dit woord met uwe
handteekening te bevestigen. De Geref.
kerken, waarvan de Theol School uitgaaf,
sta,an op de basis van Gods Woord en heb
ben zich vereenigd en verbonden op grond
van de Belijdenisschriften der Geref. kerken
in Nederland. Zij eischen, dat de opleiding
aan hare eigen inrichting zal geschieden in
overeenstemming met die Belijdenisschrif
ten. Naar de goede gewoonte onzer Vaderen,
wenschen zij dus de onderteekening dier
Schriften naar de formule van de Synode
van Dordt 1618/19. Mogen wij dan van u
hooren, of gij door uwe handteekening in
uwe kwaliteit als hoogleeraren aan de Theol
Schooi naar deze woorden alzoo u wenscht
te verbinden?
e hi
Wijlen Prof. L. LINDEBOOM,
wiens stoere arbeid voor de Theoloqischc
School dankbaar werd herdacht.
derteekenden zij de belijdenisschriften.
De voorzitter richtte tot de heeren Prof.
Dr. K. Schilder en Prof. Dr. G. M. den Har
togh woorden van gelukwensch, waarna de
schare hen toezong de zegenbede uit Ps. 13-i.
REDE PROF. DR. A. G. HONIG
Van Comrie tot De Cock,
of:
Het Credo der Afscheiding.
Comrie en Holtius hebben in de achtste
„Samenspraak" van het „Examen van het
Ontwerp van Tolerantie', welke handelt over
de noodzakelijkheid der Formulieren van
Eenigheid en de beteekenis der Dordtsche
Leerregelen, hun testament nagelaten. Toen
koesterden de Gereformeerden geen hoogge
stemde verwachtingen meer voor de toe
komst. Het optreden van Petrus Hofstede,
predikant en sedert 1770 ook hoogleeraar aan
de „Ulustre School" te Rotterdam, vermoch'
hierin geen verandering te brengen. Toen
Hofstede stierf, was do overwinning reeds
Prof. Dr A. G. HGNIG
aan de voorstanders der „Verdraagzaam
heid",
De idee „Tolerantie" was gerijpt door in
vloeden van huiten; Locke. Semier, Lessing,
Bayle, de Marmortel, Rousseau en vooral
Voltaire. Wel was er in het laatste kwartaal
der achttiende eeuw nog 'een belangrijke
groep van trouwe Calvinisten, maar de over
winning van de revolutionairen op staat
kundig gebied, werd op den voet gevolgd
door den triumf van „de Tolerantie" op con
fessioneel en kerkelijk erf. Deze toestand
werd bestendigd door de afkondiging van
"Tèt „Algemeen Reglement voor het Bestuur
der Hervormde kerk" en verergerde nog
door de nieuwe proponents-l'ormule, die „dc
Dordtsche Canones" uitschakelde en in be
ginsel de leervrijheid huldigde.
Bijna alle theol hoogleeraren en de groote
meerderheid der predikanten juichten: De
tijd dei' gehate Leerregelen is voorbij! Een
barmhartig God had echter betere dingen
over kerk en theologie voorzien. Reeds op
9 Mei 1819 wer.d een „Eerezuil ter gedach
tenis van de Synode te Dordrecht opgeregt"
door Ds. N. Schotsman te Leiden. Op waar
dige wijze weerlegde S. de verwijten tegen
deze Synode en helder gaf hij den inhoud
der vijf artikelen weer. Spoedig was een
tweede druk noodig. Zij werd ingeleid met
een Voorrede van den verontwaardigden uit
gever en met „Voorloopige Aanmerkingen"
van een ongenoemden schrijver. Het ve&
moeden, dat dit Bilderdijk geweest is, zot
wel juist zijn.
Tegen Ds. Schotsman en nog meer tegen
Bilderdijk barstte oen storm van boosheid
los. Allard Piorson, Roessingh en Linde-
hoom-Reitsma vergissen zich, als ze meenen.
dat Bilderdijk eigenlijk geen Calvinist ge
weest is. Dit was wel het geval. In 1823
hield Da Costa in zijn „Bezwaren" een warm
pleidooi voor de Dordtsche Leerregelen. Vol
gens hem is de Synode van Dordrecht „een
der achthaarste en gewichtigste vergaderin
gen der Christenheid" geweest. In 1827 ver
scheen het „Adres aan alle mijne Hervormde
Geloofsgenooten" van Ds. D. Molenaar. Hij
stelde toen reeds voor een boedelscheiding
tusschen de Gereformeerden en de Liberalen
in de Hervormde Kerk, somde vele klachten
op en nam het op voor de Dordtsche Svnode.
Een warm vriend van de Gereformeerde
Leer was C. baron van Zuylen van Nijevelt
Niet zonder ontroering kan men zijne boek
jes en vooral zijn opkomen voor de Leer
regelen lezen. Terecht wordt hij door Rull-
mann in zijn mooi boek over de Afscheiding
„de geestelijke Vader" van Ds. H. de Cock
genoemd. Alleen reeds in zijn geschrift „De
Leer der Waarheid" (1833) wordt vijfmaal
de naam van baron v. Zuylen genoemd.
Aan ernstige waarschuwingen tegen de
aan de Universiteiten en de in de prdikan-
tenwereld toonaangevende richting het
Oud-Liberalisme of Supra-naturalisme (o.a.
geteekewl in de proefschriften van Roes
singh en Steenbeek) ontbrak het dus niet.
Tot een breuk met het Hervormde kerkge
nootschap durfden de genoemden echter
niet adviseeren. Het eenvoudige Gerefor
meerde volk dacht voor een deel hier anders
over (J. W. Vijgeboom, Dr. Kohlbrügge). En
spoedig zou De Cock door eene hardvochtige
afzetting hirtoe gedwongen worden. De
Cock heeft zijne reformatorische actie inge
leid met de Uitgave van de Canones. Ook
de Doleantie (in 1883 bezorgde Kuyper een
nieuwe uitgavp van de drie Form. v.
Eenigh.) en de Geref. Bond (Ds. v. Grieken
publiceerde in 1904 de Formulieren; onlangs
verscheen de 4e druk) hieven hetzelfde
Credo op
Het eerste gepubliceerde boekje van De
Cock is geweest: „Besluiten van de Natio
nale Dordtsche Synodemet eene Voor
rede". Van dit boekje zond hij een present
exemplaar aan Douairière van Zuylen van
Niievelt en aan vrouwe Lewe van Aduard
geb. Alherda. O'fr het in de tweede plaats
genoemde exemplaar schreef Dr. Wumkes
in 1910 een kort artikel. De Voorrede „Aan
mijne in hun eeuwig heil belangstellende
Land- en Geloofsgenooten" waarvan een
overzicht wordt gegeven is belangrijk. Ze
wordt besloten met Ps. 80 >9, 10. 11 (be-
riimd). De uitgave van de Canones is een
feit van groote heteekpnis geweest. Er be
hoorde groote mojd toe in een tijd. die
dweente met het vlakke, vprwaterde en half
slachtige Sunranatumiisme en die hoopte
voor goed van „de Leerregelen" verlost te
zijn. De afkeer van "de verbindbaarheid der]
Formulieren is gebleven. De Spr. wijst
slechts op Hofstede de Groot, Scholten, Van
Oosterzee, Chantepie de la Saussaye Sr.
Valeton maar wi! dezen weg niet vervolgen
tot de vereenigingen „Kerkherstel"
„Kerkopbouw" toe. Liever zet hij de
beteekenis van de Canones uiteen
Gereformeerden en Hervormden, die de Be
lijdenis liefhebben, behooren God in dit jaar
er vóór te danken, dat De Cock het testa
ment van Comrie heeft aanvaard. Het Credo
van de Afscheiding blijvé het Credo
de Gereformeerde kerkon in en buiten het
vaderland!
Na 't uitspreken dezer Rede las de aftre
dende Rector de lotgevallen van de Theolo
gische School in het rouwjaar 1933. Hij be
sloot die met de vermelding der benoemim
van de nieuwe professoren, waarover hii
zich hartelijk verblijdde. Hieraan verbond
hij zijn afscheidswoord Ten slotte droeg
prof. Honig het Rectoraat over aan prof.
Ridderbos.
REDE PROF. DR. J. RIDDERBOS
Onmiddellijk daarna richtte de nieuwe
rector, Prof. Ridderbos, zich tot zijn af
getreden collega die hij als volgt toesprak:
Hooggeachte Collega Honig!
Nu gij, tegelijk met het neerleggen van
Uw ambt, aan mij het rectoraat hebt over
gedragen, valt mij het voorrecht ten deel,
in deze kwaliteit hier een publiek woord
van afscheid tot U ie richten. Het moet, in
verband met de gelegenheid van den dag,
uitermate kort zijn. Veel te kort dus. Maar
daarover wil ik nu niet klagen. E is wel
iets anders, dat, ik zeg niet tot klagen, maar
toch tot weemoed stemt. Gij gaat heen uit
den actieven dienst; en ook ik ijiag niet on
vermeld laten, dat Uw heengaan ons met
niéuwe kracht herinnert hoe Prof. Bouw
man, die met U kwam, en naar onze ge
dachten met U zijn eervol emeritaat zou ver
krijgen, ten vorigen jare, betrekkelijk on-
erwaoht voor hemzelf en voor ons, uit
onzen kleinen kring is weggenomen. Wij
gedenken ook op dit oogenblik nog met
dankbaarheid de.n velerlei arbeid, voor
school en kerk en wetenschap, waartoe deze
stoere werker door God is bekwaamd en
gesterkt; en waar deze dag voor zijn familie
een dag is van aangrijpende herinnering,
daar is onze wensch en bede, dat de be
droefde harten bij den voortduur de ver
troostingen Gods in rijke mate mogen er
varen.
Collega Honig! U hepft God, met bescha
ming ook van Uwe en onze vrees, tot op dit
oogenblik gespaard, en wij danken Zijnen
naam daarvoor. En nu gij dan op deze wijze
moogt scheiden, is daaraan voor ons ook dit
•recht verbonden, dat we hier openlijk
betuigen mogen onze groote dankbaarheid
voor alles wat ge in onzen kring geweest
zijt, wat ge geweest zijt en gedaan hebt voor
de Theologische School en haar arbeid, de
opleiding tot den Dienst des Woords, voor
het leven onzer Gereformeerde Kerken, en
voor den opbouw der Gereformeerde theolo
gie.
Aah deze Schooi zijt gij, met Prof. Bouw
man, verbonden in een tijd van veel zorg
en beroering; gij hebt mede een belangrijk
aandeel gehad aan den noodzakelijken
arbeid van de herstelling der gewenschte
verhoudingen; en gij hebt in den nieuwen
opbloei der S'-hool 90k van dien arbeid de
vruchten mogen aanschouwen.
Wat voorts Uw eigenlijken hoogleeraars-
arbeid betreft, God heeft U begiftigd met
een groote liefde voor de Gereformeerde the
ologie. inzonderhe.id de. Gereformeerde dog--
matiek; en 't voorrecht werd U geschonken,
iets van die liefde te mogen overdragen op
Uwe leerlingen, en door Uw onderwijs en
publicaties krachtig mede te werken aan
het opkomen van een geslacht van dogma
tisch welgefundeerde en belijnde Gerefor
meerde predikers; gij hebt daarbij tevens
daar God U niet enkel gaven van het hoofd,
maar ook gaven des harten rijkelijk had
verleend, door de van Uw persoonlijkheid
ook in geestelijk opzicht uitstralende warm
te veel mogen doen om ITw leerlingen te
doordringen van het besef, dat aan de zui
verheid in de leer de ware godsvrucht van
hart en leven zich moet naren.
Dat alles zijn zaken, die in wijden kring
bekend zijn; en onze Gereformeerde Kerken
danken Gocl op dezen dag voor wat Hij haar
door dit alles in U heeft geschonken; en zijn
zich bewust, ook U warmen dank schuldig
te zijn voor wat gij al deze jaren voor haar,
dank zij de U door God verleende genade,
hebt mogen, en hebt willen zijn.
Prof. Dr J. RIDDERBOS
Die dank leeft ook zeer bijzonder in den
kring der School, die ik hier als Rector mag
vertegenwoordigen, in het hart van hoog
leeraren, studenten, en oud-studenten. En
in dezen kring heeft men ook nog wel bij
zondere reden van dank. omdat men hier
Uw arbeid, ook het persoonlijke element in
dien arbeid, van nabij heeft kunnen gade
slaan. Wat inzonderheid dat persoonlijke
betreft, ge hebt er steeds Uw eer en Uw
vreugde in gezocht in ons midden te zijn
als een die dient; een vergeefsch beroep op
Uw welwillendheid werd, zoover het eenigei
mate redelijke wenschen betrof, wel schier
nooit gedaan; maar buitendien waart go
steeds actief en vin-'ingrijk, waar het ei
ging, anderen, ook ongevraagd, tegemoet to
komen en van dienst te zijn. Niet onver
meld raae ik laten Uw hartelijke en trouwe
vriendschap, Uw warme belangstelling voor
het wel en wee vari ons en onze gezinnen
en onzen arbeid.
En nu staat het zoo, dat niet alleen Uw
dogmatiek, maar bovenal Uw Christenhart
hier alle eere voor den mensch komt af
wijzen; en met U willen wij voor alle goeue
gave, ons in U geschonken, de eere en den
darik nederleggen voor den troon van God.
Maar het goede recht der dankbaarheid ook
jegens mcjischen wordt hierdoor niet bui
tengesloten: en het is ons een behoefte 00
dit gewichtig oogenblik voor alles wat gij
in ons midden zijn geweest, U uit den
grond des harfpn dank te zeggen. Collega
Honig! nu gij van ons scheidt, en zoover gij
scheidt, zullen we U zeker missen!
Ik zeg: zoover gij scheidt en dat is een
lichtpunt Want immers, gij zijt nog in ons
midden, pn gii blijft in Kampen wonen En
daarom heb ik vrijheid U toe te roepen:
maak het met het scheiden niet al te erg.j
Wijlen Prof. Dr H. BOUWMAN
in wiens heenqaan de Theoloqische Schoj
groot verlies trof.
In
Blijf dicht hij ons. met Uw vriend scharee
Uw belangstelling, Uw medeleven ook ijbroc
den arbeid der School; wij blijven graahji
dicht bij U. Ik weet. dat U dit slechts aat'.
genaam kan zijn. Maar gij en ik weten ooi
lat er nog iels anders is, iets veel beter.de
oor U en voor ieder. Ik wil eindigen mi.Soci
U van ganscher harte dat betere, dat a-Hei MUs
beste toe te wenschen: n.) dat dicht bij L
moge blijven de God Uws levens, die U tg;lier>1
dusver is nabij gewest. Moge -Hij U ejVan
Uwe gade bij het klimmen van het jarentsalge
omringen met Zijn gunst, bestralen rn> g(
Zijn licht. Moge Hij naar het tijdelijke e
naar het geestelijke U uit Sion zegenen ij*1611
Uwe personen, in Uw kinderen en kindskitjroer
deren; moge Hij ook nog tot verderen arbejjwijl
zoover die met het otium cum dignitate'ft
overeen te brengen, schenken helderheij
aan Uw geest, licht aan Uw oog, vastheij^1'0
aan Uw hand, vlotheid aan Uw pen; ej H
verleene Hij IJ steeds een ruim en heldejtisc.'
uitzicht op wat er, na den arbeid dezeL
aarde, en ook na alle aardsche rust (dij
hoe eervo] ook verleend, toch altijd onvolcen
komen is) overblijft voor het volk van God'Wa:
de eeuwige rust, cum dignitate- de waardijVan
heid en eere van de koningskroon, het I005, 1
der genade voor der arbeid van al de es
trouwe knechten van den grooten Koninj 8eG1
In de middagvergadering hielden Pro tege
Dr. K. Schil d e r en Prof. Dr. G. M. d e
Hartogh hun inaugureele oratie.
Daarop komen we morgen nader terug.
Schoolnieuws.
HOOFDBENOEMINGEN,
e 1 s e 1 a a r, G. (Herv. School), J. A.
1, ond. te Oldenzaal.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. M
msterdam (Melanchtonschool, Nieimima,
Heerengracht 119, hoofd T. Kos), C. W. va,
Dijk te Amsterdam.
SCHOOL JUBILEUM. nie
Te Nieuwland (bij Leerdam) her dad
dezer dagen de Chr. School, uitgaande van (den
Vereeniging „Timotheüs", haar 25-jarihee:
bestaan. Ds. L. de Boer, Chr. Geref. pred. ye,
Leerdam, hield een rede. In een feesteljjl
samenkomst onder leiding van het School
hoofd, den heer J. A. Wiegel, waar 120 lede VI
oud-leerlingen en genoodigden te zami £W{
waren, hebben niet minder dan 15 spreke,
het woord gevoerd (o.a. Inspecteur L. 0
hoofd en oud-hoofden, Burgemeester, ouder1DC1
oud-leerlingen). De heer C, den Besten, liee
die 25 jaren secretaris, gaf een schoon hist gez
risch overzicht. Heden hebben de schoolkind
ren nog een feestje.
van
DE WESTLANDSCHE UNIEDAG. noe
De 32ste Westlandsche Uniedag zal ditmaj mol
te Naaldwijk worden gehouden op Woen kon
dag 24 Januari a.s. De morgenbjjeenkoni wei
vangt om 10 uur in de Geref. kerk aa: -p,
in als spreker zal optreden Dé. Th.
Hagen, pred. der Geref. Kerk te Delft, n»cra
het onderwerp: „Het nationale ontwaken eden
het Chr. Onderwijs". In de middagbijeei
komst, om twee .uur, spreekt Dr. J. Hoe!
pred. der Geref. Kerk in Den Haag, ovet
„Idealisme en de opvoeding". De Unierede ajseh
des avonds om zes uur uitgesproken wordejhui
door Drs. S. van Dorp, pred. der Ned. Hetj-^
Gemeente te Den Haag.
EXAMENS
00e", de heoriP®1
ACADEMISCHE EXAMENS
NED. HANDELSHOOGESCHOOL TE RO
TERDAM. Gesl.: Rekeningwei
W J M Houben, J M C Vri
an Tjli
:y),- de heerer
burg, AAI Oosthoek e.. jjmng. 1
RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN: Gesl.: It
de heer D c H!larl4=
Neu: det
dologie: taalk. doe
burg en de hee
W H A Ko.
RIJKSUNIVERSITEIT
echtswetenechap: cand.
Schouten.
iskunde: cand. ex.
de beer D. Be* tus
RIJKSUNIVERSITEIT TE GRONINGEN OM]
:ieHn0|.Sulnde: 5and' ex - de heeren c D van i'
IIÜ, P H van Lennlng, S Frankena. A. Löwet
GEMENGD NIEUW ke
BRANDEN
Te Neede (Gld.) ontstond, vermoedeliji 1
m den schoorsteen, brand ten huize van d'
fam. H. in den Ruwenhof. De fam. die rul stï
ti gthuis zat, werd door een passeerend wis óp
rijder gewaarschuwd. Het bleek dat reed. ee
het achterhuis geheel in brand stond. M
behulp van buren werd vrij spoedig hij
weinige vee naar buiten gebracht en intm
schen de brandweer gewaarschuwd. Dei
kon, toen men eenmaal gereed was met he ci
uitleggen der slangen niet veel anders doe;
dan nablussrhpn. Het huis en de inboede ori
gingen zoo goed als geheel in vlammen op of
Verzekering dekt de schade. th