DE KERKELIJKE STRiJD RUBRIEK,, Land- en Tuinbouw. MAANDAG 4 DECEMBER 1933 DERDE BLAD PAG. 9 Een persoonlijk onderhond met Ds. Martin Niemöller, den leider der kerkelijke oppositie tegen de alleen heerschappij der Duitsche Christenen (Van ohzen Duitschen correspondent). Verwarde, onjuiste en half-juiste berich ten volgen elkaar de laatste dagen met toe nemende snelheid op, zoodat zelfs in ker kelijke kringen overal onzekerheid heersclii Officieuse en zelfs officieole berichten van den Oberkirchenrat en de Rijksleiding .der Duitsche Chrlstcn.cn worden als volmaakt onjuist herroepen en niemand weet ten slotte meer, waaraan hij zich te houden heeft Een voorbeeld: in kerkelijke kringen werd mij vertrouwelijk meegedeeld, dat cis: Hossenfelder, de rijksloidcr der Duitsche Christenen, lid van het Kerkelijk Mini&terie en bisschop van Brandenburg voornemens was, zich vrijwillig uit een dezer hopge functies terug te trekken. Niemand kon mij echter met zekerheid vertellen, van welke waardigheid hij nu eigenlijk afstand wilde doen. Zijn. eigen adpudant ontkende de juistheid van al deze beweringen en nog geen twaalf uur later kon men in enkele dagbladen lezen, dat niet slechts ds. Hossenfelder, maar het gehcele kencelijke ministerie zijn ontslag bij den rijksbisschop Mi>ller heeft ingediend! Voor de plechtige inwijding van Duitsch- lands eersten rijksbisschop was is tegen Zondag naar den Berlijnschen Dom uitge- noodigd, maar <onder de gegeven omstan digheden hield ik toch voor juister, bij de persafdeeling in de Jebenstrasse nogeens te informeeren of het hierbij blijft. En zie daar, een der geestelijken uit ds. Mu-ller's naast omgeving deelde mij telefonisch me de, dat alle ol'ficieele uitnoodigingen zijn teruggeroepen, daar de kerkelijke situatie uitstel van deze plechtigheid noodzakelijk maakt. Ds. Maller, die de plaats is gaan innemen, welke oorspronkelijk met groote meerderheid van stemmen door de kerke lijke autoriteiten der Duitsch-Evangelische Kerk was toegekend aan D. Bodelschwing. schijnt ingezien te hebben, dat de verdeeld heid, welke het uitdagend optreden der Duitsche Christenen in positief-christelijke kringen heeft veroorzaakt, vooralsnog geen officieele bevestiging van zijn hooge positie toelaat. Voor een vaste formuleering schijnt men onder de gegeven omstandigheden terug te schrikken. I-Iet woord „oppositie" hoort men nergens noemen, hoogstens wordt in kerkelijke kringen toegegeven, dat door de Duitsche Christenen twee begrippen geheel ten onrechte over één kam geschoren wor den: Nationaai-socialisten en Duitsche Christenen. Deze begrippen dekken elkan der echter geenszins. Vele nationaal socia listen van orthodoxe huize voelen weinig voor de moderne opvattingen der Duitsche Christenen en zelfs onder de aanhangers van Ds. I-Iossenfelder heerscht te dien op zichte verdeeldheid. Door het heengaan van rijksbisschop von Bodelschwing en liet op treden van diens opvolger, Ds. Muller, heb ben de Duitsche Christenen echter de macht oyer het kerkelijk beheer vrijwel geheel in handen' gekregen. De tegenwoor dige Oberkirchenrat bicclt'Voor andersdërt-" kenden geen plaats en de gelijkgeschakelde De pers in het Derde Rijk toont voor dezen k'erkelijken strijd weinig belangstelling. De protestanten, die zich tijdens de laat ste verkiezingen als „Evangelie en Kerk" aandienden, hebben sedertdien ook niet stilgezeten. Zij hebben een „Pfarrer-Not- bund" opgericht en geven een eigen tijd schrift uit, „Jonge Kerk", orgaan voor re formatorisch christendom, onder hoofd redactie van Dr. Theol. Hans Lilje te Ber lijn. Tot deze groep moeten alle positieve predikanten gerekend worden, over heel Duitschland minstens drieduizend, waar van speciaal te Berlijn Dr. Niemöller, Dah- len en Dr. von Rabenau, Schöneberg als de vooraanstaande leiders optreden. Hoe moeilijk het is, onder.de gegeven om standigheden met een hunner in persoon lijk contact te treden, bleek bij mijn eerste bezoek aan Ds. Niemöller. In de pastorie van het lieflijke oude kerkje van Dahlem was het een drukte van belang. Zijn mede werker, Ds. Stratenwertli, stond mij te woord en deelde mij mede, dat Ds. Nie möller voor buitenlandsche journalisten niet te spreken is. Toen ik liet doorsche meren, dat ik zijn familie in Westfalen vrij nauwkeurig ken en uit zijn engeren vrien denkring menigen predikant tot mijn ken nissen piag rekenen, schoot de jeugdige geestelijke in den lach en stelde mij ■waarschijnlijk bij wijze van verzoening aan den voonrmiligen kapitein der marine Schulz voor, een vriend van Ds. Niemöllei uit den oorlogstijd, toen deze nog niet pre dikant maarcommandant van een on derzieeboot. w&s! Weldra was het gesprek in vollen gang en geheel onopgemerkt trad Ds. Niemöller binnen, een jeugdig uitziend man met zwart haar, zwarte oogen, levendig in zijn optreden. Hij volgt een oogenblik onze g:c- dachtenwisseling en neemt dan de leiding ïn het gesprek voor zijn rekening. „Het is begrijpelijk, dat ook wij omtrent den kerkelijken strijd in Duitschland lie ver niets in de buitenlandsche pers opge nomen zien. Zulk een interne verdeeldheid strekt geen enkele kerk tot eer. De gebeurtenissen der laatste weken hebben echter duidelijk aangetoond, dat 't in de zen niet om ondergeschikte vragen gaal. Wij mannen van de Jongreformatorisrlie bewcgir.n- vormen als het ware een kerk in de kerk. Geheel onverdiend worden wij re artionair en onbetrouwbaar genoemd. Wij erkennen allen, dat dp Kerk in de afgeloo pen véértien jaar in menig opzicht in ge breke gchlcven is, dat de meerderheid van het Duitsche volk vreemd tegenover den dienst is komen te staan, dat duizenden dr kerk voorgoed verlaten hebben. Wij be groeten diip ieder streven naar vernicu wing en ondersteunen in dezen ook eaarm het streven der Duitsche Christenen naai kerkelijke hernieuwing. Maar met de in dezqn gevolgde methode kunnen wij het niet in ieder opzicht eens zijn. Voor ons gaat het er niet in de eerste plaats om, do. tienduizenden, die buiten de kerk gel reden waren, zonder meer terug te winnen. Voqi de firma „Eenheid der Kerk" voelen wij niets, wanneer niet het Evangelie in zijn volle knacht gehandhaafd wordt. De ge beurtenissen in het Sportpalast hebben eindelijk voor de gansche wereld bewezen, wat wij van zulk streven, moeten verwach ten, Wij wisten dat al eerder en hebben er voor gewaarschuwd. Voor alle oprecht ge- loovigen is het thans openbaar geworden, dat de kerk ons een duidelijk woord schui dig is. waardoor onze taak als geestelijke wordt weergegeven. Men heeft de groote masse geestelijk voedsel zonder kracht aan geboden en dat wijzen wij, vasthoudend aan onze ordonnantiën, nadrukkelijk van de hand. Voor zulke' paedagogisbhe Lnetho- den hebben wij niets over." Het zou onjuist zijn, wanneer men deze gebeurtenissen geheel op rekening schrijft van de Duitsche Christenen. Oo}< ónder hen zijn vele orthodoxen, die voor den groei eener Noorsche beweging geen sympathie koesteren en een evangelie van de. hand wijzen, dat speciaal voor het Duitsche volk nog geschreven moet worden. Bij de ver kondiging van het evangelie kennen wij geen nationale indeeling. Uit Rom. 11 vers 2526 valt af te leiden, dat het Joodsclie volk térwille van de zending onder dr- hei denen, welke eerst ten einde gebracht moet worden, geen eigen volkskerk heeft Jood- sche bekeeringen zullen naar het Woord van God persoonlijke hpkeeringen zijn. een bewijs, dat Gods. belofte ook voor Israel nog van kracht is en aan het einde der da rren haar vervulling zal vinden. „Tot daaraantoe blijven de joden als gast in ónze kerk als een blijvende herinnering dat Gods belofte nog niet haar vervulling heeft bereikt. Het oprichten van eet. joodsch-christelijke kerk is een utopie. De joodsche Christenen moeten als lidmaten on zer kerk worden opgenomen en ontslag in ambtelijke waardigheid zou beteekenen. dat de christenen fcich tegen Gods wil principieel verzetten. De in het derde arti kei beleden gemeenschap der heiligen wordt hierdoor genegeerd, want juist aan de bekeerde joden moqt bewezen worden, of het de christelijke kerk ernst is mpt een gemeenschap, welke boven de natuurlijke sanmhoorigheid uitgaat. „Wie de Brandenburgsche synode van 24 Augustus heeft ^meegemaakt, dier! kliokt fle triomf nog in de ooren, waarmee nn een persóönlijke stemming werd vastgesteld, dat inzake het arier-vriagstuk de geesten uit eenliepen. Men heeft dat zoo gewenscht cn dat de aanval op dit zwakke punt van dp kerk bedoéld was, dat bewijst het naast el kander plaatsen van de verschillende rap porten uit Marburg, Erlangen en van de theologen van het Nieuwe Testament. Wij moeten onze plicht vervullen, want allerlei dwaalleer is tot de kerk doorgedrongen. Het is geen toeval, maar een teekeh van „gross Macht und viel List", dat de gemeente ven Christus aldus wordt aangevallen en wel zoo, dat slechts weinigen merken: Es geht ums Ganze!" Berlijn, 30 November 1933. EEN GOEDE GEWOONTE WELKE NAVOLGING VERDIENT Een lezer, die natuurlijk onbekend wenscht te blijven, schrijft ons, dat het zijn gewoonte is, om aan den vooravond van Christelijke of internationale feestdagen (zooals morgen) eenige vreugde in gezin nen van behoeftigen Ie brengen. Dat is ongetwijfeld een zeer prijzenswaar dige gewoonte; maar de lezer merkt terecht op, dat zooiets algemeen moet geschieden, zal het van beteekenende beteekenis zijn. Eén voorbeeld is mooi, doch slechts de na volging in breede kring maakt er wat Wij gelooven, dat alleen onlogische en zelfzuchtige menschen hier iets tegen in kunnen brengen. Alle anderen zwijgen, maar laten op het goede, woord van een an der de betere daad van zich zelf vorderen. Het zal hun deugd doen en vreugd geven. SOUVEREIN1TEIT Alleen gebondenheid aan Gods Woord geeft de ware vrijheid Er is slechts één Souverein in absoluten zin, Een, die alle macht en gezag in Zich concentreert, van Wien alle souvere niteit afdaalt en door Wiens gratie koningen en overheden regeeren en dat is de Almachtige de Drieëen ge God. Niemand, geen Cesar of Najxileon is in die be'eekenis of mate met oppergezag bekleed geweest, en geen Mussolini of Hitier zal ooit n Zijn schaduw kunnen staan. Bij hri woord souvereiniteit denken we aan synoniemen zooals oppergezag, machts- volkomcnheid en hoogste machl, zonder dat. deze woorden op z chzelf de beteekenis nauw keurig weergeven, omdat alle aardsche sou vereiniteit aan een bepaalde sfeer gebon- De pausen begonnen in de middeleeuvven hel woord souverein op zichzelf toe te pas sen en tooiden zich met den titel van „Sou verain Pontife", d.w.z. oppermachtig pries ter. In hun gedachteigang was dit begrijpe lijk, immers zij konden als Christus' Stede houder op aarde alle souvereiniteit voor zich", opeischen, en hadden van Hem een alge meene volmacht ontvangen, d e Hij kon geven krachtens Zijn getuigenis „Mij is ge-, geven alle macht in hemel en op aarde". De Zoon zou dus Zijn, van den almach- tigen Vader gekregen volmacht, op Zijn beurt op aarde gedelegeerd hebben aan een bisschop van Rome. Na dien is het woord souverein door meerdere hoogwaardigheidsbeklceders ge bruikt en steeds is daaraan het begrip van groote macht en aanzien vastgekoppeld. Toen Koning Willem I in 1813 den titel, van Souverein Vorst aannam, geschiedde- dit met opzei als een reactie tegen de staats regeling der oude republiek der Zeven Ver-, eenigde Prov nciën. Elke provincie had zich op haar territoir min of meer souverein beschouwd en re gelde haar eigen recht en financiewezen, vrijwel onaflvinkelijk van de andere pro vinciën, zoodat de geschiedschrijver Fru.n wel ironisch sprak van de Zeven niet Ver- eenigde Provinciën. Om nu alle provinciale souvereiniteit af te snijden, en aan te geveh dat daarvoor een gecentraliseerde Staat in de plaats was gekomen, met een hoofd, wiens macht in dat staatsverband volkomen was. wend de ti tel van Souverein Vorst aangenomen. Buiten den staat gold zijn souvereiniteit niet, zoodat deze slechts uitgeoefend kan worden binnen zekere grenzen. De macht van hem of haar, die drager of draagster is van het hoogste gezag in don S'aat, eindigt daar, waar de grenspalen staan en is dus naar buiten nauwkeurig afgebakend. Naar binnen is die macht begrensd door de constitutie en andere wetten. Hoewel we. de macht des Konings dan nog wel de hoogste macht noemen en des vorsten beak1 .enis als symbool van de nationale eenheid op de munten van den Staat afgemaald .vinden, wil dat nog niet zeggen dat de Souverein de grootste macht in het staats verband behoeft uit te oefenen. Wel zien wè in de souvereiniteit des konings, de eenheid der staatsmacht, zooals er ook t.a.v,, de rechtséénheid in Naam des Konings recht;, vtfordt gesproken. Dank: zij het feit dat we nog op een bó-1 dem leven, waarop de door onze voorouders duurgekochte vrijheden nog niet door den een of anderen dictator zijn vertrapt, mo gen we nog van een andere souvereiniteit spreken, zij het dan ook in een engere maar toch niet minder groote beteekenis. De geheele samenleving bestaat uit een weefsel van familieverbanden, kringen, ge nootschappen en vereenig-ngen, welke een eigen sfeer hebben, met afzonderlijke leef regels, gewoonten, zeden en gebruiken, soms met een eeuwenoude traditie. De Staat .blijft in die kringen op den achtergrond, verlangt niet dat men hem daar de eereplaats geeft en trekt zich in bescheidenheid terug, in het vertrouwen dat de aan de leden een-er genootschap of bepaalden kring geschonken grondwettelijke vrijheden, niet wonjen misbruikt, als pijlen tegen hemzelf gericht In die verbanden heerscht dan een ander hoogste gezag, uil- geoefend door de leden of hun vertrouwens mannen en we spreken nu van een souve- rei niteit in; eigen kring. Dr. A. Kuypcr is voor die vrijheid in eigen kring schier zijn geheele leven in het krijt getreden en heeft ons volk de waardee ring van dat schoone bezit, de souvereiniteit in e gen kring, in de ziel gegrift. Zoo laat de Staat dé kerk in ons land nog souverein in eigen kring. Ook in het familieverband en gezinsleven heerscht niet de souvereiniteit van dep staat, maar die der ouders, voogden of ver zorgers. Daarom s-taat het anti-rev. bcgnsM afkeerig tegenover de overheidsinmenging in het gezinsleven, ook al geschied! dit met de beste bedoelingen, zooals b.v. het ver strekken van warm eten op de scholen, aan arme kinderen. De souvereiniteit in eigen kring kunnen we dus handhaven, omdat de staat ons vrij laat in onze consciëntie, in onze relig e en in het te kiezen onderwijs en den staatsbur gers rechten toekent, zooals, het recht van vereeniging en vergadering, van petitie en het brievengeheim. Daarnaast staat behalve de reeds genoem de vrijheid van godsdienst en onderwijs, de vrijheid van drukpers. Wie inzie! waarom het bij het nationaal socialisme in het wezen der zaak gaat, zal begrijpen dat dit de grootste vijand moet "n van de souvereiniteit in eigen kring en I krachtens zijn beginsel; alles door den staat, alles voor den staal, niets tegen den staat en niets buiten den staat. Niet de socialisten of communisten zijn de principieele tcgenstanders van fascisme of nationaal social sme al doen zij zich aan ons oog als elkanders vijanden voor. Veel- zijn deze twee partijen te vergelijken met twee honden, die beide deze'fde revolu- tinnnaire moedermelk hebben ingezogen, maar nu vechten om hetzelfde been, d.i. de dictatuur en elkaar op leven en dood wil len bekampen om zich daarvan meester te maken. In principe zijn de venters van Volk en Vaderland cenerzijds en die van de Fakkel a.s. anderzijds, geen doodsvijanden ar d o o d s c o n c u r r e n t e n, die uit hetzelfde beginsel leven en elkaar desnoods dooddrukken, in het gedrang naar de greep der dictatuur. De z.g. beschermers van de democratie van heden, trachtten deze in 1918 om hals te brengen en wie in hen een bondgenoot te gen het fascisme zou meen-cn te herkennen vergist zich. I-Ioe moeilijk het is om zonder ge.bonden- heid aan Gods Woord, de juiste-middenweg te vinden tusschen vrijheid en bandeloos heid. bewijzen-ons mcrnentecl de regperings- toestanden in Frankrijk. Een man als Tar- dieu schreef onlangs in het weekblad, #l' 'Illustration", dat geen enkel organisme lang in leven kan blijven zonder geestelijke qn zedelijke tucht. Het komt er maar op aan den juisten tuchtmeester te herkennen en die wordt alleen gevonden in de Wel cn tfe' Getuigenis. Z-onder deze Gids komt de mensqh den chaos moede er toe, den dictator te kiezen, die uit zal maken wat redelijk en Zedelijk is, en dan is 't mé! de souvereiniteit. in eigen lering gedaan. In landen zooals (Nederland qn Engeland waar deze souve reiniteit het tneest geëerbiedigd wordt, is zulks nog te danken aan de doorwerking en nawerk ng van het Calvinistisch beginsel, hetwelk ons leert, dat de groo'ste rechten cn vrijheden van een volk, daar gevonden worden, waar men zich gehonden weet aan ile normen der H. Schrift. ïlillegersberg. v. d. P. DE NIEUWE SALARISREGELING Aan een beschouwing in „Ons Orgaan", het weekblad van de georganiseerde Belas tingambtenaren, over het laatste voorsiel der Regeering ter zake van de; salarisver- minder.ng, ontleenen wij het volgende: Voor de ongehuwden is dit voorstel aan nemelijker dan de oorspronkelijke voorstel len. Afgezien 'hiervan, begrijpen we niet hoe de regoering komt met zulk een voor stel. De thans bestaande korting voor de gehuwden was als volgt: 6V2 pet. van de eerste 2000,— en 9 pet. van het meerdere; volgons de eerst ingediende- voorstellen werd dit 1 Januari .a.s. respectievelijk ÏD/Ó én 14 pet. Hierin zat althans nog eenige de gressie, werd met den factor draagkracht nog eenige rekening gehouden. Doch ook dit verdwijnt met 1 Januari 1934; 't wordt dan dus een gelijke korting van 10 pet Het blad is door deze houding der regee ring hoezeer het brengen van offers er kend wordt zeer teleurgesteld en voegt er verder aan toe: „Naar ons wordt medegedeeld, heeft ons Permanent Comité, onze centrale, steeds aangedrongen op het behoud van degressie in het kortingspercentage en het doen vallen van de iy2 pet. pensioenpremie hooging. Wij kunnen dus geen verantwoor delijkheid aanvaarden voor dezen gang van zaken. Dit besluit zal de onrust onder het personeel doen toenemen". Een belastingambtenaar, die zware dienst aan de grens verricht, schreef ons in gelijke geest en voegt er ter adstructie de volgende voorbeelden aan toe: De eeiste korting was tot 2000 Zy2 pet, boven 2000 was het 5 pet. De tweede kor ting was voor allen gelijk: 4 pet. Nu wordt het een vaste korling van 10 pet. (Ik heb het alleen over gehuwden). Iemand met 2000 salaris was dus door de tijd.kortingen 2y2 plus 4 pet is 6y2 pet. of 130 gekort Dit wordt nu 2000 min 10 pcL is 200 Verschil 70. .-•-mand met 4000 salaris was door de 'Ijrl. kortingen verminderd met 6l/2 pet de eerste 2000 is 130 en 9 pcL van de tweede 2000 is 180 is totaal 310. Dit wordt nu f 4000 min 10 pet is 4-00. Ver schil 90. Iemand met 2000 salaris krijgt er dus 1 Januari '34 een korling bij van 70. Iemand met 4000 salaris of 2 maal 2000, krijgt er 1 Jan. '34 een korting bij van 90. De bedragen zijn zoo wel niet juist, om dat allen nog pensioenverhaal en velen ook nog standplaatsaftrek hebben (tweede of derde klasse standplaats), doch op dezen grondslag komt het toch neer. Het vervallen der degressie is onbillijk HUIZEN 1875 M. 8.009.15 Morgenconcert. 10.0011.30 Gramofoonmuziek. 11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje J~ir Pastoor L. H. Perquin. 12.01-12.15 n.m. Politieberichten 12.15—2.00 n.m. Lunchconceri door het sex tet o.l.v. Piet Lustenhouwcr, 2.00—3.00 n.m. Vrouwenuurtje. 3.00—3 30 r.m. Gromofov-iniLz.e<c. 3.30-3.45 r. m. Cello rer'H door Fe.'ix Kwast. Aan den vleugel: Fred. Boshart 3.45—4.00 n.m. Declamatie door Tine Me- 4.154.30 G mofoonmuziek 4.30—4.45 Declamatie door Tine Mcdema. 4.45-5.00 n.m. Cello-recital (vervolg) 5.00—5.15 n.m. Gramofconmuziek. 5.15—6.00 n.m. Het orkest oJ.v. Johan Gerritsen. 6.00—6.15 n.m. „St. Nicolaas", door D. Wehrens. 6.157.00 n.m. Het orkest (vervolg). 7.00—7.J5 n.m. Politieberichten. 7.15-7.35 n.m. Katholieke Radio Volksuni versiteit. Med. Wetenschap (I.). „Het ont staan der besmettelijke ziekten", door Dr. R. N. M. Eykel, 7.357.45 n.m. Gramofoonmuziek. 7.45—8.00 n.m. Middenstandskwartiertje. 8.00—12.00 n.m. Bonte Sinterklaasavond. HILVERSUM 296.1 M. 8.01 10.00 Gramofoonmuziek. 10.01 10.15 Morgenwijding. Lezen: Mat- theus 14 22—34. Zingen: Gezang 20 1 en 7. Psalm 27 7. 10.15—10.30 Gramofoonmuziek. Aanv. Koor Matthaus Passion. 1030—11.00 Zangvoordracht door Jo Soeyer—de Wilde. Aan den vleugel: Ebert Veen. 11.0011.30 Kook - en bakpraatje door Mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Hazen en konijnen". 11.30—1.00 n.m. Concert door het ensemble Rentmeester. 1.00—2.15 n.m. Lunchconcert door het Om- roep-orkest o.l.v. Nico Treep. 2.303.00 n.m. Omroeporkest. 3.00—4.00 n.m. Knipcursus door Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 7e les 4.004.30 njn. Pianorecital door Annle Savenlje. 4.30— 5.00 n.m. Radlo-kinder-koorzang o.l.v. Jacob Hamel. 5.00— 5.30 n.m. Halfuur voor de jeugd .Pro gramma: 1. Zie ginds komt de stoomboot, (praatje met Barend, den ouden Zeeman). 2. Radiotooneel voor de jeugd. „De droom van Juffrouw Flims". Hoorspel in één be drijf door Ida Heyermans. Speiieiding: Kom mer Kein. Het stukje speelt op Sinterklaas dag in de kamer van Juffrouw Flims. 3. Ge- lukwenschen voor jarige Luistervinkjes (tot en met 8 jaar). 5-30 n.m. Bijbelvertelllngen voor jonge men schen. 9de voordracht: Mozes. Spreker: Ds. B. J. Aris, Amsterdam. A.V.R.O. 6.00—7.30 n.m. Vooravondconcert door hat Omroeporkest o.l.v. Nico Treep. 7.30—8.00 n.m. Engelsche les voor gevorder den door Fred Fry. 7e les. 8.00 n.m. Tijdsein. 8.01—8.15 n.m. Nieuwsberichten van Vas Diaz. 8.05—11.00 n.m. Vroolijke klanken op Sint Nicolaas-avond Met het oog op de a.s. feestdagen kan het Kook- en Bakpraatje om 11 uur z'n nut hebben. Van half vijf tot half zes moeten onze kinde ren even voor de radio, d.w.z. dicht bij den luidspreker: St. Nicolaasversjes, St. Nicolaas- vertelsds en juffrouw Flims droomtook al van St. Nicolaas. De geheele verdere avond staat zoo ongeveer ln 't teek :n van den goeden Sint. De Engelsche les komt er Ietwat prozaïsch tusschen. HAMBURG 372.2 M. 6.20 n.m. Kamermuziek van C. M. von Weber. BEROMüNSTER 459.4 M. (SCHWE1ZERISCHER LANDESSENDER) 6.40 n.m. Cembalorecitai door Alice Ehlers. PARIJS (EIFFEL) 1446 M. 8.50 njn. „Roméo et Juliette". DEUTSCHLANDSENDER 1635 M. 7.20 n.m. H. von Metzsch: „Von Deutsch- lands Glück und Sicherhcit". DAVENTRY 1554.4 M. bat tusschen Mr. L. S. Amery en Sir Herbert 8.50 n.m. „The economics of Empire". De- Samuel. De Commissie inzake steun aan de Suikerbietenteelt, deelt mede, dat \oor de suikerbieten, waarvoor geen garan tie beschikbaar, geen aanvullende steunregelingen te verwachten zijn. Degenen, welke over dergelijke bieten beschikken, wordt aangeraden om daar voor een zoo goed mogelijke bestem ming te zoeken, hetzij voor veevoeder, hetzij op andere wijze. Hoewel dit buiten de bemoeiing der Commissie ligt, maakt de commissie er op opmerkzaam, dat bij levering aan suikerfabrieken daarvoor slechts een lage prijs zal kunnen worden uit betaald, daar het bedrag van de steun tot het maximum van 1710 millioen K.G. wordt en blijft gelimiteerd. ENGELSCHE BACONINVOER Met 25 pet. verminderd. Door den F.ngclschen minister van land bouw Elliot is in een gehouden redevoering medegedeeld, dat db invoer van bacon in Engeland met 25 pet- is verminderd, ver geleken met 1932, zoodat dus het plan, waarnaar sedert het begin van dit jaar is gestreefd, volkomen is bereikL De Minister verklaarde, dat er vooral gestreefd moer worden, met de invoerende landen zooveel mogelijk overleg te plegen omtrent de quotaregeling. Weliswaar heeft hij thans moeten overgaan tot oen gedwon gen invoerregeling, doch ook hierbij hoopte hij met de betrokken landen tot een be vredigende regeling te komen. De minister meent dat hoewel verdere verlaging van de invoeren tijdelijk moei lijkheden kan geven in het distributie mechanisme, er loch wel een bevredigende oplossing zal gevonden worden. STEUN AAN DE EENDEN-EIEREN Namens den Minister van Economische Za ken, maakt de Regeeringscommissaris voor de uitvoering van de Garantieregling 1933 ten behoeve van de kippen- en eendenhouderij be kend dqt de uitkeering volgens de garantie regeling voor de week van 4 tot en met 9 Dec. vastgesteld op 40 cent per 100 stuks uit te voeren versche eendeneieren. Voor kippeneieren zal geen uitkeering plaats vinden. KOLONIALE LANDHUISHOUDKUNDE Door de benoeming van Prof Kielstra tot Gouverneur van Suriname, is de leerstoel in Koloniale Landhuishoudkunde aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen va cant geAv orden. Nu de geruchten gaan, dat deze leerstoel niet weer volledig bezet zal worden, heeft het Nederlanrlsch Instituut van Land bouwkundige' Ingenieurs, in dezen gesteund door de zusterinsteljing in Indië, zich tot den Minister gewend om te pleiten voor het behoud van deze leerstoel. Waar Prof. Kielstra doceerdo zoowel de Koloniale Landhuishoudkunde, als het In disch Agrarisch rpcht en het Koloniaal Staats- en Strafrecht, zou in normale tijden zelfs een splitsing in een gewoon professo raal en een lectoraat op zijn plaats zijn. Waar daar wel geen sprake van zal kunnen zijn in deze abnormale tijden, meent men toch met aandrang te moeten verzoeken een gewoon hooglperaar te benoemen, die al zijn rijd en zijn geheele werkkracht zal kunnen geven aan dit complex van vakken. Het op te dragen aan iemand, die dit onder wijs als nevenbetrekking zal geven, zou voor de Landbouw hoogeschool onbereken bare schade beteekenen. KEURING VAN ZAAILINGVRUCHTEN Door de NederJandsche Pomologische Vereeniging, hoofdafdeel tug Fruitteelt van de Nfcderlandsche Heidemaatschappij zal op Vrijdag 15 December a.s. de tweede keuring gehouden worden van zaailing appels en peren alsmede van voor den teler onbekende variëtieten of door hem nieuw ingevoerde variëteiten. Inzendingen voor deze keuring moeten geschieden arm de Zaailing Keuring Neder- landsche Heidemaatschappij te Arnhem vóór 14 December. FEUILLETON DE SPAANSCHE CAVALIER Door B. WAESTADT (19 Alcala luisterde met ingehouden adem. De vurige jonge Spanjaard beet zich op de lippen om qen vloek te kunnen onderdruk ken, die een paar weken eerder bij een veel geringer aanleiding in vollen ernst zou zijn geuit. Voor Aguilera was net moeilijk tegen deze kwade gewoonte te strijden, die naar hij wel wist, een Christen niet paste. Intusschen sprak hij geen wcord, tot Inez haar verhaal had beëindigd. Toen zcide hij met ingehouden smart: „Die valsdhe Chico hij moet direct vervolgd worden en ge dwongen worden het goed, dat Hij zich on rechtmatig heeft toegeëigend, terug te geven Ach. ais Lepine nu gister maar niet naar Madrid was gegaanl Zijn verstand en zijn Engelsche slimheid zou in dit geval on Bchatlvaar geweest zijn. Inez, geef mij mijn schrijfgereedschap. Als ik zelf maar kradhl genoeg had, om naar de politie te gaan maar ik heb wel zooveel kracht", voegde hij erbij, terwijl hij zich oprichtto en op d° tafel leunde, „ik moet de kracht hebben om de mijnen te redden uit den nood en de kostbaarheden van mijn grootmoeder terug te winnen. De politie moet direct worden aan het werk gezet om den dief op te sporen." „De politie?" stamelde Inez. „O, Alcala, hebben we geen reden om daar zelf voor to vreezen?" Als antwoord op deze. .vraag, vernam men het geluid van vele voetstappen. Met een kreet van schrik sprong Inez overeind, juist itoert de deuir werd opengedaan en een groep je Spaansche politie-dienaars naar binnen De blos, die door den schrik op Alcala's bleeke gezicht was gekomen, verdween snel Hij,leunde tegen de tafel om niet te wankelen richtte zich in zijn volle' lengte «p en vroeg den rechter, die de aanvoerder was. niet kalme stem, wat hij in de \Voning van een cavalier kwam doen. „Ik heb schriftelijke bevelen van den opperrechter", antwoordde de: rechter, ter wijl hij op den gevangene toetrad, en nv-t de beleefdheid, die den Spanjaarden eigen is, een diepe buiging maakte. „Het is mijn droeve plicht, den edelen heer gevangen te „Op grond van welke aanklacht?" vroeg Alcala. „U zijt aangeklaagd wegens net houden van een onwettige vergadering en het lezen van een verboden boek", luidde het ant woord. „En wie heeft mij aangeklaagd?" vroeg Alcala. „Uw eigen bediende, Tomaso Chico, die op de vergadering tegenwoordig was en die zich bereid verklaard heeft, vele getuigen te noemen, die zijn aanklacht tegen u kunnen ondersteunen „Vele getuigen", mompelde Inea. „Deze Ohico is een ellendige bedrieger, die mij bestolen heeft en ongetwijfeld deze aanklacht tegen zijn heer ingesteld om dezen buiten staat te stellen hem te vervolgen en aan de gerechtigheid over te geven", sprak Alcala op droeven toon. „Daarover kan ik niet oordeelen, edele heer", antwoordde de rechter. „Ik heli slechts mijn plicht te doen en deze bestaat hierin, dat ik dit huis moet onderzoeken, eventueele verboden geschriften in beslag moet nemen en u ik vraag verschooning edele heer naar de gevangenis leiden''. Tegenstand of tegenspraak zou geheel en al nutteloos zijn geweest. Alcala ging dus weer met kalme waardigheid op zijn plaats zitten en wenkte zijn zuster ook naast hem plaats te nemen, terwijl cIp politieagenten de huiszoeking begonnen. Zij gingen hierbij strenger te werk, dan zij wel gedaan zouden hebben, indien Aguilera den aanvoerder een uaar daalders in de hand had gedrukt. Dan zou Alcala ook het persoonlijk onderzoek zijn ontgaan, waardoor de gewonde man in zijn e.p.r werd aangerand en ook lichamelijk pijn moest lijden. Maar de gedachte; „Deze ver nedering gesöhiedt om Uwentwil, o Hccre" deed alle bitterheid uit zijn hart verdwijnen en zijn eenige zorg was hoe zijn verschrikte zuster gerust te stellen en te troosten. De huiszoeking duurde een paar uren en strekte zich door heel de woning uit. Zelfs de kamer van de oude, kindsche dame werJ doorzocht en Donna Benita kreeg een zenuw toeval, toen zij de agenten zag, die trots allo verzekeringen van Theresia alle kasten en laden opentrokken en de kleedingstukken in de kamer wierpen. Zelfs het kleinste hoekje werd niet verschoond om het verboden hoek te vinden De agenten vermoedden zelfs niet dat het in Tnez' mantel zat. Toen het boek onvindbaar bleek, bleef er( niets anders over dan den gevangene weg te leiden. Een gesloten wagen wachtte vooi de poort, omringd door een troep volk, die gaarne wilden zien, hoe de gerechtsdienaars hun gevangene wegleidden. Inez klemde zich nog altijd aan haar broeder vast en onder steunde zijn wankelende schreden, toen hij met eenige agenten voor en achter zich aan naar buiten trad. Bij de fontein bleef de cavalier staan om zijn eaister vaarwel tr zeggen. Hij wilde Inez niet blootstelion aan de blikken van het publiek, waarvan de stemmen reeds tot hier doordrongen. „Geef mij nog één seconde" verzocht hij den rechter, die zich bukte om hem behulp zaam te zijn. Alcala boog zich en drukte een kus op het ijskoude voorhoofd zijner zuster „Houden goeden moed, mijn Inez, alles zal weer terecht komen", fluisterde hij. „Ge kent niet de blijdschap en de vreugde van degenen, die voor Hem mogen lijden." Het as 'hier niet de tijd en de rechte plaats om meer te zeggen; maar met een glimlach die meer zei dan woorden, wijl het een weer schijn was a ji hemelsch licht, drukte Alcala zijn zuster de hand en daarmede scheidden zij. Als een gevangene om der conscientie-wii verliet de Spanjaadr het huis zijner vaderen en hij stapte over den drempel in de vasta overtuiging, dat hij hem in de andere rich ting nimmermeer zou overschrijden. Inez was aanvankelijk geheel versuft door den plotselingen slag die haar getroffen had Het geleek alles op een zware droom. YVu« het waar kon het werkelijkheid zijn, dai haar broeder Don Alcala gevangen was genomen, alsof hij een misdadiger Avas, die uu al de ellende van een Spaansche gevan genis moest smaken? Het jonge meisje wan zoozeer in beslag genomen door liet gevaa-- üat Alcala bedreigde, dat zij voor zichzelf geen enkele gedachte over hield. In haar armoede en verlatenheid peinsde zij er zelfs geen enkele maai over wat er van haar moest worden. Diez werd uit haar ontsteltenis tot ds werkelijkheid teruggeroepen door Theresia, die zich op de borst sloeg en zich aan Je grijize haren rukte. „U, Donna Inez!" kreet zij, „al deze ellende en ai deze vernederingen zouden niet over het huis Aguilera gekomen zijn, als u nie het haar \an de heilige Veronica had ver kocht". „Theresia, we hebben nu geen tijd voor verwijten", zei Inez op vermoeiden toon. „Wij moeten handelen. Wij moeten alles doua wat in onze macht is, om nnjn broeder te helpen. Och, als toch die Engelsche heer maar niet naar Madrid was gegaan." Theresia knarste op de tanden, toen de naam van Lucius Lepine genoemd Avenl, don man, dien zij voor de ooi-zaak van dit lijden aanzag, de slechte mensch, die het geloof van haar heer op een dwaalweg had gebracht. „Ik kan mij geen ander Indenken, die ons beter van raad zou kunnen dienen, dan Donna Maria", vervolgde Inez, angstig lu zcihzelven overleggend. „Misschien kon haar man invloed uitoefenen op den gouverneur Don Rivadeo, en hij voelt tenminste deel neming in ons lot. Theresia. Avij gaan direct naar Donna Maria." „Wij kunnen niet beiden gelijk het huis verlaten", antwoordde Theresia. „Donna Benita is geheel buiten bewustzijn. De«ze vreeselijke menschen hebben het zelfs ge- waagd zich te plaatsen voor een dame van het huis Aguilera om haar te verschrikken", „Huast je dan naar grootmoeder toe. Hoe kon ik ook zoo gedachteloos zijn om haar een oogenhlik te vergeten." Toen Theresia zich omwendde om naar Donna Benita te gaan, zei Inez bij zichzelf: „Ik ga maar alleen naar de vriendin mijner moeder." HOOFDSTUK VXIII. Afgewezen. In een woning, die er van buiten bij lansro niet zoo grootsch uitzag als die der Agui lera s, maar die veel beter was ingericht cn in modernen stijl gemeubileerd, zit Donna de Rivas. Zij is verdiept in een ernstig en interessant gesprek met een priester, dio onze lezers onder den naam van Bonifatio hebben leeren kennen. „Dat kan ik namvelijks gelooven, eer waarde vader", riep de dame uit, tenvijl zij naar groeten, z\Ararten waaier heen en Aveer bewoog. „Don Alcala de Aguilera, gesproten uit zulk een edel geslacht, wordt gevangen genomen uit oorzaak van zulk een onzalige aanklacht? (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9