DE KERKELIJKE STRiJD
RUBRIEK,,
Land- en Tuinbouw.
MAANDAG 4 DECEMBER 1933
DERDE BLAD PAG. 9
Een persoonlijk onderhond met Ds.
Martin Niemöller, den leider der
kerkelijke oppositie tegen de alleen
heerschappij der Duitsche Christenen
(Van ohzen Duitschen correspondent).
Verwarde, onjuiste en half-juiste berich
ten volgen elkaar de laatste dagen met toe
nemende snelheid op, zoodat zelfs in ker
kelijke kringen overal onzekerheid heersclii
Officieuse en zelfs officieole berichten van
den Oberkirchenrat en de Rijksleiding .der
Duitsche Chrlstcn.cn worden als volmaakt
onjuist herroepen en niemand weet ten
slotte meer, waaraan hij zich te houden
heeft
Een voorbeeld: in kerkelijke kringen
werd mij vertrouwelijk meegedeeld, dat cis:
Hossenfelder, de rijksloidcr der Duitsche
Christenen, lid van het Kerkelijk Mini&terie
en bisschop van Brandenburg voornemens
was, zich vrijwillig uit een dezer hopge
functies terug te trekken. Niemand kon
mij echter met zekerheid vertellen, van
welke waardigheid hij nu eigenlijk afstand
wilde doen. Zijn. eigen adpudant ontkende
de juistheid van al deze beweringen en
nog geen twaalf uur later kon men in
enkele dagbladen lezen, dat niet slechts ds.
Hossenfelder, maar het gehcele kencelijke
ministerie zijn ontslag bij den rijksbisschop
Mi>ller heeft ingediend!
Voor de plechtige inwijding van Duitsch-
lands eersten rijksbisschop was is tegen
Zondag naar den Berlijnschen Dom uitge-
noodigd, maar <onder de gegeven omstan
digheden hield ik toch voor juister, bij de
persafdeeling in de Jebenstrasse nogeens te
informeeren of het hierbij blijft. En zie
daar, een der geestelijken uit ds. Mu-ller's
naast omgeving deelde mij telefonisch me
de, dat alle ol'ficieele uitnoodigingen zijn
teruggeroepen, daar de kerkelijke situatie
uitstel van deze plechtigheid noodzakelijk
maakt. Ds. Maller, die de plaats is gaan
innemen, welke oorspronkelijk met groote
meerderheid van stemmen door de kerke
lijke autoriteiten der Duitsch-Evangelische
Kerk was toegekend aan D. Bodelschwing.
schijnt ingezien te hebben, dat de verdeeld
heid, welke het uitdagend optreden der
Duitsche Christenen in positief-christelijke
kringen heeft veroorzaakt, vooralsnog geen
officieele bevestiging van zijn hooge positie
toelaat.
Voor een vaste formuleering schijnt men
onder de gegeven omstandigheden terug
te schrikken. I-Iet woord „oppositie" hoort
men nergens noemen, hoogstens wordt in
kerkelijke kringen toegegeven, dat door de
Duitsche Christenen twee begrippen geheel
ten onrechte over één kam geschoren wor
den: Nationaai-socialisten en Duitsche
Christenen. Deze begrippen dekken elkan
der echter geenszins. Vele nationaal socia
listen van orthodoxe huize voelen weinig
voor de moderne opvattingen der Duitsche
Christenen en zelfs onder de aanhangers
van Ds. I-Iossenfelder heerscht te dien op
zichte verdeeldheid. Door het heengaan van
rijksbisschop von Bodelschwing en liet op
treden van diens opvolger, Ds. Muller, heb
ben de Duitsche Christenen echter de
macht oyer het kerkelijk beheer vrijwel
geheel in handen' gekregen. De tegenwoor
dige Oberkirchenrat bicclt'Voor andersdërt-"
kenden geen plaats en de gelijkgeschakelde
De pers in het Derde Rijk toont voor dezen
k'erkelijken strijd weinig belangstelling.
De protestanten, die zich tijdens de laat
ste verkiezingen als „Evangelie en Kerk"
aandienden, hebben sedertdien ook niet
stilgezeten. Zij hebben een „Pfarrer-Not-
bund" opgericht en geven een eigen tijd
schrift uit, „Jonge Kerk", orgaan voor re
formatorisch christendom, onder hoofd
redactie van Dr. Theol. Hans Lilje te Ber
lijn. Tot deze groep moeten alle positieve
predikanten gerekend worden, over heel
Duitschland minstens drieduizend, waar
van speciaal te Berlijn Dr. Niemöller, Dah-
len en Dr. von Rabenau, Schöneberg als
de vooraanstaande leiders optreden.
Hoe moeilijk het is, onder.de gegeven om
standigheden met een hunner in persoon
lijk contact te treden, bleek bij mijn eerste
bezoek aan Ds. Niemöller. In de pastorie
van het lieflijke oude kerkje van Dahlem
was het een drukte van belang. Zijn mede
werker, Ds. Stratenwertli, stond mij te
woord en deelde mij mede, dat Ds. Nie
möller voor buitenlandsche journalisten
niet te spreken is. Toen ik liet doorsche
meren, dat ik zijn familie in Westfalen vrij
nauwkeurig ken en uit zijn engeren vrien
denkring menigen predikant tot mijn ken
nissen piag rekenen, schoot de jeugdige
geestelijke in den lach en stelde mij
■waarschijnlijk bij wijze van verzoening
aan den voonrmiligen kapitein der marine
Schulz voor, een vriend van Ds. Niemöllei
uit den oorlogstijd, toen deze nog niet pre
dikant maarcommandant van een on
derzieeboot. w&s!
Weldra was het gesprek in vollen gang
en geheel onopgemerkt trad Ds. Niemöller
binnen, een jeugdig uitziend man met
zwart haar, zwarte oogen, levendig in zijn
optreden. Hij volgt een oogenblik onze g:c-
dachtenwisseling en neemt dan de leiding
ïn het gesprek voor zijn rekening.
„Het is begrijpelijk, dat ook wij omtrent
den kerkelijken strijd in Duitschland lie
ver niets in de buitenlandsche pers opge
nomen zien. Zulk een interne verdeeldheid
strekt geen enkele kerk tot eer. De
gebeurtenissen der laatste weken hebben
echter duidelijk aangetoond, dat 't in de
zen niet om ondergeschikte vragen gaal.
Wij mannen van de Jongreformatorisrlie
bewcgir.n- vormen als het ware een kerk in
de kerk. Geheel onverdiend worden wij re
artionair en onbetrouwbaar genoemd. Wij
erkennen allen, dat dp Kerk in de afgeloo
pen véértien jaar in menig opzicht in ge
breke gchlcven is, dat de meerderheid van
het Duitsche volk vreemd tegenover den
dienst is komen te staan, dat duizenden dr
kerk voorgoed verlaten hebben. Wij be
groeten diip ieder streven naar vernicu
wing en ondersteunen in dezen ook eaarm
het streven der Duitsche Christenen naai
kerkelijke hernieuwing. Maar met de in
dezqn gevolgde methode kunnen wij het
niet in ieder opzicht eens zijn. Voor ons
gaat het er niet in de eerste plaats om, do.
tienduizenden, die buiten de kerk gel reden
waren, zonder meer terug te winnen. Voqi
de firma „Eenheid der Kerk" voelen wij
niets, wanneer niet het Evangelie in zijn
volle knacht gehandhaafd wordt. De ge
beurtenissen in het Sportpalast hebben
eindelijk voor de gansche wereld bewezen,
wat wij van zulk streven, moeten verwach
ten, Wij wisten dat al eerder en hebben er
voor gewaarschuwd. Voor alle oprecht ge-
loovigen is het thans openbaar geworden,
dat de kerk ons een duidelijk woord schui
dig is. waardoor onze taak als geestelijke
wordt weergegeven. Men heeft de groote
masse geestelijk voedsel zonder kracht aan
geboden en dat wijzen wij, vasthoudend
aan onze ordonnantiën, nadrukkelijk van
de hand. Voor zulke' paedagogisbhe Lnetho-
den hebben wij niets over."
Het zou onjuist zijn, wanneer men deze
gebeurtenissen geheel op rekening schrijft
van de Duitsche Christenen. Oo}< ónder
hen zijn vele orthodoxen, die voor den groei
eener Noorsche beweging geen sympathie
koesteren en een evangelie van de. hand
wijzen, dat speciaal voor het Duitsche volk
nog geschreven moet worden. Bij de ver
kondiging van het evangelie kennen wij
geen nationale indeeling. Uit Rom. 11 vers
2526 valt af te leiden, dat het Joodsclie
volk térwille van de zending onder dr- hei
denen, welke eerst ten einde gebracht moet
worden, geen eigen volkskerk heeft Jood-
sche bekeeringen zullen naar het Woord
van God persoonlijke hpkeeringen zijn. een
bewijs, dat Gods. belofte ook voor Israel
nog van kracht is en aan het einde der da
rren haar vervulling zal vinden.
„Tot daaraantoe blijven de joden als gast
in ónze kerk als een blijvende herinnering
dat Gods belofte nog niet haar vervulling
heeft bereikt. Het oprichten van eet.
joodsch-christelijke kerk is een utopie. De
joodsche Christenen moeten als lidmaten on
zer kerk worden opgenomen en ontslag in
ambtelijke waardigheid zou beteekenen.
dat de christenen fcich tegen Gods wil
principieel verzetten. De in het derde arti
kei beleden gemeenschap der heiligen
wordt hierdoor genegeerd, want juist aan
de bekeerde joden moqt bewezen worden,
of het de christelijke kerk ernst is mpt een
gemeenschap, welke boven de natuurlijke
sanmhoorigheid uitgaat.
„Wie de Brandenburgsche synode van 24
Augustus heeft ^meegemaakt, dier! kliokt fle
triomf nog in de ooren, waarmee nn een
persóönlijke stemming werd vastgesteld, dat
inzake het arier-vriagstuk de geesten uit
eenliepen. Men heeft dat zoo gewenscht cn
dat de aanval op dit zwakke punt van dp
kerk bedoéld was, dat bewijst het naast el
kander plaatsen van de verschillende rap
porten uit Marburg, Erlangen en van de
theologen van het Nieuwe Testament. Wij
moeten onze plicht vervullen, want allerlei
dwaalleer is tot de kerk doorgedrongen. Het
is geen toeval, maar een teekeh van „gross
Macht und viel List", dat de gemeente ven
Christus aldus wordt aangevallen en wel
zoo, dat slechts weinigen merken: Es geht
ums Ganze!"
Berlijn, 30 November 1933.
EEN GOEDE GEWOONTE
WELKE NAVOLGING VERDIENT
Een lezer, die natuurlijk onbekend
wenscht te blijven, schrijft ons, dat het zijn
gewoonte is, om aan den vooravond van
Christelijke of internationale feestdagen
(zooals morgen) eenige vreugde in gezin
nen van behoeftigen Ie brengen.
Dat is ongetwijfeld een zeer prijzenswaar
dige gewoonte; maar de lezer merkt terecht
op, dat zooiets algemeen moet geschieden,
zal het van beteekenende beteekenis zijn.
Eén voorbeeld is mooi, doch slechts de na
volging in breede kring maakt er wat
Wij gelooven, dat alleen onlogische en
zelfzuchtige menschen hier iets tegen in
kunnen brengen. Alle anderen zwijgen,
maar laten op het goede, woord van een an
der de betere daad van zich zelf vorderen.
Het zal hun deugd doen en vreugd geven.
SOUVEREIN1TEIT
Alleen gebondenheid aan Gods Woord
geeft de ware vrijheid
Er is slechts één Souverein in absoluten
zin, Een, die alle macht en gezag in Zich
concentreert, van Wien alle souvere niteit
afdaalt en door Wiens gratie koningen en
overheden regeeren en dat is de Almachtige
de Drieëen ge God.
Niemand, geen Cesar of Najxileon is in die
be'eekenis of mate met oppergezag bekleed
geweest, en geen Mussolini of Hitier zal ooit
n Zijn schaduw kunnen staan.
Bij hri woord souvereiniteit denken we
aan synoniemen zooals oppergezag, machts-
volkomcnheid en hoogste machl, zonder dat.
deze woorden op z chzelf de beteekenis nauw
keurig weergeven, omdat alle aardsche sou
vereiniteit aan een bepaalde sfeer gebon-
De pausen begonnen in de middeleeuvven
hel woord souverein op zichzelf toe te pas
sen en tooiden zich met den titel van „Sou
verain Pontife", d.w.z. oppermachtig pries
ter.
In hun gedachteigang was dit begrijpe
lijk, immers zij konden als Christus' Stede
houder op aarde alle souvereiniteit voor zich",
opeischen, en hadden van Hem een alge
meene volmacht ontvangen, d e Hij kon
geven krachtens Zijn getuigenis „Mij is ge-,
geven alle macht in hemel en op aarde".
De Zoon zou dus Zijn, van den almach-
tigen Vader gekregen volmacht, op Zijn
beurt op aarde gedelegeerd hebben aan een
bisschop van Rome.
Na dien is het woord souverein door
meerdere hoogwaardigheidsbeklceders ge
bruikt en steeds is daaraan het begrip van
groote macht en aanzien vastgekoppeld.
Toen Koning Willem I in 1813 den titel,
van Souverein Vorst aannam, geschiedde-
dit met opzei als een reactie tegen de staats
regeling der oude republiek der Zeven Ver-,
eenigde Prov nciën.
Elke provincie had zich op haar territoir
min of meer souverein beschouwd en re
gelde haar eigen recht en financiewezen,
vrijwel onaflvinkelijk van de andere pro
vinciën, zoodat de geschiedschrijver Fru.n
wel ironisch sprak van de Zeven niet Ver-
eenigde Provinciën.
Om nu alle provinciale souvereiniteit af
te snijden, en aan te geveh dat daarvoor
een gecentraliseerde Staat in de plaats was
gekomen, met een hoofd, wiens macht in dat
staatsverband volkomen was. wend de ti
tel van Souverein Vorst aangenomen.
Buiten den staat gold zijn souvereiniteit
niet, zoodat deze slechts uitgeoefend kan
worden binnen zekere grenzen.
De macht van hem of haar, die drager of
draagster is van het hoogste gezag in don
S'aat, eindigt daar, waar de grenspalen
staan en is dus naar buiten nauwkeurig
afgebakend.
Naar binnen is die macht begrensd door
de constitutie en andere wetten. Hoewel we.
de macht des Konings dan nog wel de
hoogste macht noemen en des vorsten beak1
.enis als symbool van de nationale eenheid
op de munten van den Staat afgemaald
.vinden, wil dat nog niet zeggen dat de
Souverein de grootste macht in het staats
verband behoeft uit te oefenen. Wel zien
wè in de souvereiniteit des konings, de
eenheid der staatsmacht, zooals er ook t.a.v,,
de rechtséénheid in Naam des Konings
recht;, vtfordt gesproken.
Dank: zij het feit dat we nog op een bó-1
dem leven, waarop de door onze voorouders
duurgekochte vrijheden nog niet door den
een of anderen dictator zijn vertrapt, mo
gen we nog van een andere souvereiniteit
spreken, zij het dan ook in een engere maar
toch niet minder groote beteekenis.
De geheele samenleving bestaat uit een
weefsel van familieverbanden, kringen, ge
nootschappen en vereenig-ngen, welke een
eigen sfeer hebben, met afzonderlijke leef
regels, gewoonten, zeden en gebruiken,
soms met een eeuwenoude traditie.
De Staat .blijft in die kringen op den
achtergrond, verlangt niet dat men hem
daar de eereplaats geeft en trekt zich in
bescheidenheid terug, in het vertrouwen
dat de aan de leden een-er genootschap of
bepaalden kring geschonken grondwettelijke
vrijheden, niet wonjen misbruikt, als pijlen
tegen hemzelf gericht In die verbanden
heerscht dan een ander hoogste gezag, uil-
geoefend door de leden of hun vertrouwens
mannen en we spreken nu van een souve-
rei niteit in; eigen kring.
Dr. A. Kuypcr is voor die vrijheid in
eigen kring schier zijn geheele leven in het
krijt getreden en heeft ons volk de waardee
ring van dat schoone bezit, de souvereiniteit
in e gen kring, in de ziel gegrift.
Zoo laat de Staat dé kerk in ons land nog
souverein in eigen kring.
Ook in het familieverband en gezinsleven
heerscht niet de souvereiniteit van dep
staat, maar die der ouders, voogden of ver
zorgers. Daarom s-taat het anti-rev. bcgnsM
afkeerig tegenover de overheidsinmenging
in het gezinsleven, ook al geschied! dit met
de beste bedoelingen, zooals b.v. het ver
strekken van warm eten op de scholen, aan
arme kinderen.
De souvereiniteit in eigen kring kunnen
we dus handhaven, omdat de staat ons vrij
laat in onze consciëntie, in onze relig e en
in het te kiezen onderwijs en den staatsbur
gers rechten toekent, zooals, het recht van
vereeniging en vergadering, van petitie en
het brievengeheim.
Daarnaast staat behalve de reeds genoem
de vrijheid van godsdienst en onderwijs, de
vrijheid van drukpers.
Wie inzie! waarom het bij het nationaal
socialisme in het wezen der zaak gaat, zal
begrijpen dat dit de grootste vijand moet
"n van de souvereiniteit in eigen kring en
I krachtens zijn beginsel; alles door den
staat, alles voor den staal, niets tegen den
staat en niets buiten den staat.
Niet de socialisten of communisten zijn
de principieele tcgenstanders van fascisme
of nationaal social sme al doen zij zich aan
ons oog als elkanders vijanden voor. Veel-
zijn deze twee partijen te vergelijken
met twee honden, die beide deze'fde revolu-
tinnnaire moedermelk hebben ingezogen,
maar nu vechten om hetzelfde been, d.i. de
dictatuur en elkaar op leven en dood wil
len bekampen om zich daarvan meester te
maken.
In principe zijn de venters van Volk en
Vaderland cenerzijds en die van de Fakkel
a.s. anderzijds, geen doodsvijanden
ar d o o d s c o n c u r r e n t e n, die uit
hetzelfde beginsel leven en elkaar desnoods
dooddrukken, in het gedrang naar de greep
der dictatuur.
De z.g. beschermers van de democratie
van heden, trachtten deze in 1918 om hals
te brengen en wie in hen een bondgenoot te
gen het fascisme zou meen-cn te herkennen
vergist zich.
I-Ioe moeilijk het is om zonder ge.bonden-
heid aan Gods Woord, de juiste-middenweg
te vinden tusschen vrijheid en bandeloos
heid. bewijzen-ons mcrnentecl de regperings-
toestanden in Frankrijk. Een man als Tar-
dieu schreef onlangs in het weekblad,
#l' 'Illustration", dat geen enkel organisme
lang in leven kan blijven zonder geestelijke
qn zedelijke tucht. Het komt er maar op
aan den juisten tuchtmeester te herkennen
en die wordt alleen gevonden in de Wel cn
tfe' Getuigenis. Z-onder deze Gids komt de
mensqh den chaos moede er toe, den dictator
te kiezen, die uit zal maken wat redelijk en
Zedelijk is, en dan is 't mé! de souvereiniteit.
in eigen lering gedaan. In landen zooals
(Nederland qn Engeland waar deze souve
reiniteit het tneest geëerbiedigd wordt, is
zulks nog te danken aan de doorwerking en
nawerk ng van het Calvinistisch beginsel,
hetwelk ons leert, dat de groo'ste rechten
cn vrijheden van een volk, daar gevonden
worden, waar men zich gehonden weet aan
ile normen der H. Schrift.
ïlillegersberg.
v. d. P.
DE NIEUWE SALARISREGELING
Aan een beschouwing in „Ons Orgaan",
het weekblad van de georganiseerde Belas
tingambtenaren, over het laatste voorsiel
der Regeering ter zake van de; salarisver-
minder.ng, ontleenen wij het volgende:
Voor de ongehuwden is dit voorstel aan
nemelijker dan de oorspronkelijke voorstel
len. Afgezien 'hiervan, begrijpen we niet
hoe de regoering komt met zulk een voor
stel. De thans bestaande korting voor de
gehuwden was als volgt: 6V2 pet. van de
eerste 2000,— en 9 pet. van het meerdere;
volgons de eerst ingediende- voorstellen
werd dit 1 Januari .a.s. respectievelijk ÏD/Ó
én 14 pet. Hierin zat althans nog eenige de
gressie, werd met den factor draagkracht
nog eenige rekening gehouden. Doch ook
dit verdwijnt met 1 Januari 1934; 't wordt
dan dus een gelijke korting van 10 pet
Het blad is door deze houding der regee
ring hoezeer het brengen van offers er
kend wordt zeer teleurgesteld en voegt er
verder aan toe:
„Naar ons wordt medegedeeld, heeft ons
Permanent Comité, onze centrale, steeds
aangedrongen op het behoud van degressie
in het kortingspercentage en het doen
vallen van de iy2 pet. pensioenpremie
hooging. Wij kunnen dus geen verantwoor
delijkheid aanvaarden voor dezen gang van
zaken. Dit besluit zal de onrust onder het
personeel doen toenemen".
Een belastingambtenaar, die zware dienst
aan de grens verricht, schreef ons in gelijke
geest en voegt er ter adstructie de volgende
voorbeelden aan toe:
De eeiste korting was tot 2000 Zy2 pet,
boven 2000 was het 5 pet. De tweede kor
ting was voor allen gelijk: 4 pet.
Nu wordt het een vaste korling van 10
pet. (Ik heb het alleen over gehuwden).
Iemand met 2000 salaris was dus door de
tijd.kortingen 2y2 plus 4 pet is 6y2 pet. of
130 gekort Dit wordt nu 2000 min 10
pcL is 200 Verschil 70.
.-•-mand met 4000 salaris was door de
'Ijrl. kortingen verminderd met 6l/2 pet
de eerste 2000 is 130 en 9 pcL van de
tweede 2000 is 180 is totaal 310. Dit
wordt nu f 4000 min 10 pet is 4-00. Ver
schil 90.
Iemand met 2000 salaris krijgt er dus
1 Januari '34 een korling bij van 70.
Iemand met 4000 salaris of 2 maal 2000,
krijgt er 1 Jan. '34 een korting bij van 90.
De bedragen zijn zoo wel niet juist, om
dat allen nog pensioenverhaal en velen ook
nog standplaatsaftrek hebben (tweede of
derde klasse standplaats), doch op dezen
grondslag komt het toch neer.
Het vervallen der degressie is onbillijk
HUIZEN 1875 M.
8.009.15 Morgenconcert.
10.0011.30 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje J~ir
Pastoor L. H. Perquin.
12.01-12.15 n.m. Politieberichten
12.15—2.00 n.m. Lunchconceri door het sex
tet o.l.v. Piet Lustenhouwcr,
2.00—3.00 n.m. Vrouwenuurtje.
3.00—3 30 r.m. Gromofov-iniLz.e<c.
3.30-3.45 r. m. Cello rer'H door Fe.'ix
Kwast. Aan den vleugel: Fred. Boshart
3.45—4.00 n.m. Declamatie door Tine Me-
4.154.30 G mofoonmuziek
4.30—4.45 Declamatie door Tine Mcdema.
4.45-5.00 n.m. Cello-recital (vervolg)
5.00—5.15 n.m. Gramofconmuziek.
5.15—6.00 n.m. Het orkest oJ.v. Johan
Gerritsen.
6.00—6.15 n.m. „St. Nicolaas", door D.
Wehrens.
6.157.00 n.m. Het orkest (vervolg).
7.00—7.J5 n.m. Politieberichten.
7.15-7.35 n.m. Katholieke Radio Volksuni
versiteit. Med. Wetenschap (I.). „Het ont
staan der besmettelijke ziekten", door Dr.
R. N. M. Eykel,
7.357.45 n.m. Gramofoonmuziek.
7.45—8.00 n.m. Middenstandskwartiertje.
8.00—12.00 n.m. Bonte Sinterklaasavond.
HILVERSUM 296.1 M.
8.01 10.00 Gramofoonmuziek.
10.01 10.15 Morgenwijding. Lezen: Mat-
theus 14 22—34. Zingen: Gezang 20 1
en 7. Psalm 27 7.
10.15—10.30 Gramofoonmuziek. Aanv. Koor
Matthaus Passion.
1030—11.00 Zangvoordracht door Jo
Soeyer—de Wilde. Aan den vleugel: Ebert
Veen.
11.0011.30 Kook - en bakpraatje door
Mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Hazen en
konijnen".
11.30—1.00 n.m. Concert door het ensemble
Rentmeester.
1.00—2.15 n.m. Lunchconcert door het Om-
roep-orkest o.l.v. Nico Treep.
2.303.00 n.m. Omroeporkest.
3.00—4.00 n.m. Knipcursus door Mevr. Ida
de Leeuw van Rees. 7e les
4.004.30 njn. Pianorecital door Annle
Savenlje.
4.30— 5.00 n.m. Radlo-kinder-koorzang o.l.v.
Jacob Hamel.
5.00— 5.30 n.m. Halfuur voor de jeugd .Pro
gramma: 1. Zie ginds komt de stoomboot,
(praatje met Barend, den ouden Zeeman).
2. Radiotooneel voor de jeugd. „De droom
van Juffrouw Flims". Hoorspel in één be
drijf door Ida Heyermans. Speiieiding: Kom
mer Kein. Het stukje speelt op Sinterklaas
dag in de kamer van Juffrouw Flims. 3. Ge-
lukwenschen voor jarige Luistervinkjes (tot
en met 8 jaar).
5-30 n.m. Bijbelvertelllngen voor jonge men
schen. 9de voordracht: Mozes. Spreker: Ds.
B. J. Aris, Amsterdam.
A.V.R.O.
6.00—7.30 n.m. Vooravondconcert door hat
Omroeporkest o.l.v. Nico Treep.
7.30—8.00 n.m. Engelsche les voor gevorder
den door Fred Fry. 7e les.
8.00 n.m. Tijdsein.
8.01—8.15 n.m. Nieuwsberichten van Vas
Diaz.
8.05—11.00 n.m. Vroolijke klanken op Sint
Nicolaas-avond
Met het oog op de a.s. feestdagen kan het
Kook- en Bakpraatje om 11 uur z'n nut hebben.
Van half vijf tot half zes moeten onze kinde
ren even voor de radio, d.w.z. dicht bij den
luidspreker: St. Nicolaasversjes, St. Nicolaas-
vertelsds en juffrouw Flims droomtook al
van St. Nicolaas.
De geheele verdere avond staat zoo ongeveer
ln 't teek :n van den goeden Sint. De Engelsche
les komt er Ietwat prozaïsch tusschen.
HAMBURG 372.2 M.
6.20 n.m. Kamermuziek van C. M. von
Weber.
BEROMüNSTER 459.4 M.
(SCHWE1ZERISCHER LANDESSENDER)
6.40 n.m. Cembalorecitai door Alice Ehlers.
PARIJS (EIFFEL) 1446 M.
8.50 njn. „Roméo et Juliette".
DEUTSCHLANDSENDER 1635 M.
7.20 n.m. H. von Metzsch: „Von Deutsch-
lands Glück und Sicherhcit".
DAVENTRY 1554.4 M.
bat tusschen Mr. L. S. Amery en Sir Herbert
8.50 n.m. „The economics of Empire". De-
Samuel.
De Commissie inzake steun aan de
Suikerbietenteelt, deelt mede, dat \oor
de suikerbieten, waarvoor geen garan
tie beschikbaar, geen aanvullende
steunregelingen te verwachten zijn.
Degenen, welke over dergelijke bieten
beschikken, wordt aangeraden om daar
voor een zoo goed mogelijke bestem
ming te zoeken, hetzij voor veevoeder,
hetzij op andere wijze.
Hoewel dit buiten de bemoeiing der
Commissie ligt, maakt de commissie
er op opmerkzaam, dat bij levering
aan suikerfabrieken daarvoor slechts
een lage prijs zal kunnen worden uit
betaald, daar het bedrag van de steun
tot het maximum van 1710 millioen
K.G. wordt en blijft gelimiteerd.
ENGELSCHE BACONINVOER
Met 25 pet. verminderd.
Door den F.ngclschen minister van land
bouw Elliot is in een gehouden redevoering
medegedeeld, dat db invoer van bacon in
Engeland met 25 pet- is verminderd, ver
geleken met 1932, zoodat dus het plan,
waarnaar sedert het begin van dit jaar is
gestreefd, volkomen is bereikL
De Minister verklaarde, dat er vooral
gestreefd moer worden, met de invoerende
landen zooveel mogelijk overleg te plegen
omtrent de quotaregeling. Weliswaar heeft
hij thans moeten overgaan tot oen gedwon
gen invoerregeling, doch ook hierbij hoopte
hij met de betrokken landen tot een be
vredigende regeling te komen.
De minister meent dat hoewel verdere
verlaging van de invoeren tijdelijk moei
lijkheden kan geven in het distributie
mechanisme, er loch wel een bevredigende
oplossing zal gevonden worden.
STEUN AAN DE EENDEN-EIEREN
Namens den Minister van Economische Za
ken, maakt de Regeeringscommissaris voor de
uitvoering van de Garantieregling 1933 ten
behoeve van de kippen- en eendenhouderij be
kend dqt de uitkeering volgens de garantie
regeling voor de week van 4 tot en met 9 Dec.
vastgesteld op 40 cent per 100 stuks uit te
voeren versche eendeneieren.
Voor kippeneieren zal geen uitkeering plaats
vinden.
KOLONIALE LANDHUISHOUDKUNDE
Door de benoeming van Prof Kielstra tot
Gouverneur van Suriname, is de leerstoel
in Koloniale Landhuishoudkunde aan de
Landbouwhoogeschool te Wageningen va
cant geAv orden.
Nu de geruchten gaan, dat deze leerstoel
niet weer volledig bezet zal worden, heeft
het Nederlanrlsch Instituut van Land
bouwkundige' Ingenieurs, in dezen gesteund
door de zusterinsteljing in Indië, zich tot
den Minister gewend om te pleiten voor
het behoud van deze leerstoel.
Waar Prof. Kielstra doceerdo zoowel de
Koloniale Landhuishoudkunde, als het In
disch Agrarisch rpcht en het Koloniaal
Staats- en Strafrecht, zou in normale tijden
zelfs een splitsing in een gewoon professo
raal en een lectoraat op zijn plaats zijn.
Waar daar wel geen sprake van zal kunnen
zijn in deze abnormale tijden, meent men
toch met aandrang te moeten verzoeken
een gewoon hooglperaar te benoemen, die
al zijn rijd en zijn geheele werkkracht zal
kunnen geven aan dit complex van vakken.
Het op te dragen aan iemand, die dit onder
wijs als nevenbetrekking zal geven, zou
voor de Landbouw hoogeschool onbereken
bare schade beteekenen.
KEURING VAN ZAAILINGVRUCHTEN
Door de NederJandsche Pomologische
Vereeniging, hoofdafdeel tug Fruitteelt van
de Nfcderlandsche Heidemaatschappij zal
op Vrijdag 15 December a.s. de tweede
keuring gehouden worden van zaailing
appels en peren alsmede van voor den teler
onbekende variëtieten of door hem nieuw
ingevoerde variëteiten.
Inzendingen voor deze keuring moeten
geschieden arm de Zaailing Keuring Neder-
landsche Heidemaatschappij te Arnhem
vóór 14 December.
FEUILLETON
DE SPAANSCHE CAVALIER
Door B. WAESTADT
(19
Alcala luisterde met ingehouden adem.
De vurige jonge Spanjaard beet zich op de
lippen om qen vloek te kunnen onderdruk
ken, die een paar weken eerder bij een
veel geringer aanleiding in vollen ernst zou
zijn geuit. Voor Aguilera was net moeilijk
tegen deze kwade gewoonte te strijden, die
naar hij wel wist, een Christen niet paste.
Intusschen sprak hij geen wcord, tot Inez
haar verhaal had beëindigd. Toen zcide hij
met ingehouden smart: „Die valsdhe Chico
hij moet direct vervolgd worden en ge
dwongen worden het goed, dat Hij zich on
rechtmatig heeft toegeëigend, terug te geven
Ach. ais Lepine nu gister maar niet naar
Madrid was gegaanl Zijn verstand en zijn
Engelsche slimheid zou in dit geval on
Bchatlvaar geweest zijn. Inez, geef mij mijn
schrijfgereedschap. Als ik zelf maar kradhl
genoeg had, om naar de politie te gaan
maar ik heb wel zooveel kracht", voegde
hij erbij, terwijl hij zich oprichtto en op d°
tafel leunde, „ik moet de kracht hebben om
de mijnen te redden uit den nood en de
kostbaarheden van mijn grootmoeder terug
te winnen. De politie moet direct worden
aan het werk gezet om den dief op te
sporen."
„De politie?" stamelde Inez. „O, Alcala,
hebben we geen reden om daar zelf voor to
vreezen?"
Als antwoord op deze. .vraag, vernam men
het geluid van vele voetstappen. Met een
kreet van schrik sprong Inez overeind, juist
itoert de deuir werd opengedaan en een groep
je Spaansche politie-dienaars naar binnen
De blos, die door den schrik op Alcala's
bleeke gezicht was gekomen, verdween snel
Hij,leunde tegen de tafel om niet te wankelen
richtte zich in zijn volle' lengte «p en vroeg
den rechter, die de aanvoerder was. niet
kalme stem, wat hij in de \Voning van een
cavalier kwam doen.
„Ik heb schriftelijke bevelen van den
opperrechter", antwoordde de: rechter, ter
wijl hij op den gevangene toetrad, en nv-t
de beleefdheid, die den Spanjaarden eigen
is, een diepe buiging maakte. „Het is mijn
droeve plicht, den edelen heer gevangen te
„Op grond van welke aanklacht?" vroeg
Alcala.
„U zijt aangeklaagd wegens net houden
van een onwettige vergadering en het lezen
van een verboden boek", luidde het ant
woord.
„En wie heeft mij aangeklaagd?" vroeg
Alcala.
„Uw eigen bediende, Tomaso Chico, die
op de vergadering tegenwoordig was en die
zich bereid verklaard heeft, vele getuigen te
noemen, die zijn aanklacht tegen u kunnen
ondersteunen
„Vele getuigen", mompelde Inea.
„Deze Ohico is een ellendige bedrieger,
die mij bestolen heeft en ongetwijfeld deze
aanklacht tegen zijn heer ingesteld om dezen
buiten staat te stellen hem te vervolgen en
aan de gerechtigheid over te geven", sprak
Alcala op droeven toon.
„Daarover kan ik niet oordeelen, edele
heer", antwoordde de rechter. „Ik heli
slechts mijn plicht te doen en deze bestaat
hierin, dat ik dit huis moet onderzoeken,
eventueele verboden geschriften in beslag
moet nemen en u ik vraag verschooning
edele heer naar de gevangenis leiden''.
Tegenstand of tegenspraak zou geheel en
al nutteloos zijn geweest. Alcala ging dus
weer met kalme waardigheid op zijn plaats
zitten en wenkte zijn zuster ook naast hem
plaats te nemen, terwijl cIp politieagenten
de huiszoeking begonnen. Zij gingen hierbij
strenger te werk, dan zij wel gedaan zouden
hebben, indien Aguilera den aanvoerder een
uaar daalders in de hand had gedrukt. Dan
zou Alcala ook het persoonlijk onderzoek zijn
ontgaan, waardoor de gewonde man in zijn
e.p.r werd aangerand en ook lichamelijk pijn
moest lijden. Maar de gedachte; „Deze ver
nedering gesöhiedt om Uwentwil, o Hccre"
deed alle bitterheid uit zijn hart verdwijnen
en zijn eenige zorg was hoe zijn verschrikte
zuster gerust te stellen en te troosten.
De huiszoeking duurde een paar uren en
strekte zich door heel de woning uit. Zelfs
de kamer van de oude, kindsche dame werJ
doorzocht en Donna Benita kreeg een zenuw
toeval, toen zij de agenten zag, die trots allo
verzekeringen van Theresia alle kasten en
laden opentrokken en de kleedingstukken in
de kamer wierpen. Zelfs het kleinste hoekje
werd niet verschoond om het verboden hoek
te vinden De agenten vermoedden zelfs niet
dat het in Tnez' mantel zat.
Toen het boek onvindbaar bleek, bleef er(
niets anders over dan den gevangene weg
te leiden. Een gesloten wagen wachtte vooi
de poort, omringd door een troep volk, die
gaarne wilden zien, hoe de gerechtsdienaars
hun gevangene wegleidden. Inez klemde zich
nog altijd aan haar broeder vast en onder
steunde zijn wankelende schreden, toen hij
met eenige agenten voor en achter zich aan
naar buiten trad. Bij de fontein bleef de
cavalier staan om zijn eaister vaarwel tr
zeggen. Hij wilde Inez niet blootstelion aan
de blikken van het publiek, waarvan de
stemmen reeds tot hier doordrongen.
„Geef mij nog één seconde" verzocht hij
den rechter, die zich bukte om hem behulp
zaam te zijn. Alcala boog zich en drukte een
kus op het ijskoude voorhoofd zijner zuster
„Houden goeden moed, mijn Inez, alles zal
weer terecht komen", fluisterde hij. „Ge
kent niet de blijdschap en de vreugde van
degenen, die voor Hem mogen lijden." Het
as 'hier niet de tijd en de rechte plaats om
meer te zeggen; maar met een glimlach die
meer zei dan woorden, wijl het een weer
schijn was a ji hemelsch licht, drukte Alcala
zijn zuster de hand en daarmede scheidden
zij.
Als een gevangene om der conscientie-wii
verliet de Spanjaadr het huis zijner vaderen
en hij stapte over den drempel in de vasta
overtuiging, dat hij hem in de andere rich
ting nimmermeer zou overschrijden.
Inez was aanvankelijk geheel versuft door
den plotselingen slag die haar getroffen had
Het geleek alles op een zware droom. YVu«
het waar kon het werkelijkheid zijn, dai
haar broeder Don Alcala gevangen was
genomen, alsof hij een misdadiger Avas, die
uu al de ellende van een Spaansche gevan
genis moest smaken? Het jonge meisje wan
zoozeer in beslag genomen door liet gevaa--
üat Alcala bedreigde, dat zij voor zichzelf
geen enkele gedachte over hield. In haar
armoede en verlatenheid peinsde zij er zelfs
geen enkele maai over wat er van haar
moest worden.
Diez werd uit haar ontsteltenis tot ds
werkelijkheid teruggeroepen door Theresia,
die zich op de borst sloeg en zich aan Je
grijize haren rukte.
„U, Donna Inez!" kreet zij, „al deze ellende
en ai deze vernederingen zouden niet over
het huis Aguilera gekomen zijn, als u nie
het haar \an de heilige Veronica had ver
kocht".
„Theresia, we hebben nu geen tijd voor
verwijten", zei Inez op vermoeiden toon. „Wij
moeten handelen. Wij moeten alles doua
wat in onze macht is, om nnjn broeder te
helpen. Och, als toch die Engelsche heer
maar niet naar Madrid was gegaan."
Theresia knarste op de tanden, toen de
naam van Lucius Lepine genoemd Avenl,
don man, dien zij voor de ooi-zaak van dit
lijden aanzag, de slechte mensch, die het
geloof van haar heer op een dwaalweg had
gebracht.
„Ik kan mij geen ander Indenken, die ons
beter van raad zou kunnen dienen, dan
Donna Maria", vervolgde Inez, angstig lu
zcihzelven overleggend. „Misschien kon haar
man invloed uitoefenen op den gouverneur
Don Rivadeo, en hij voelt tenminste deel
neming in ons lot. Theresia. Avij gaan direct
naar Donna Maria."
„Wij kunnen niet beiden gelijk het huis
verlaten", antwoordde Theresia. „Donna
Benita is geheel buiten bewustzijn. De«ze
vreeselijke menschen hebben het zelfs ge-
waagd zich te plaatsen voor een dame van
het huis Aguilera om haar te verschrikken",
„Huast je dan naar grootmoeder toe. Hoe
kon ik ook zoo gedachteloos zijn om haar
een oogenhlik te vergeten."
Toen Theresia zich omwendde om naar
Donna Benita te gaan, zei Inez bij zichzelf:
„Ik ga maar alleen naar de vriendin mijner
moeder."
HOOFDSTUK VXIII.
Afgewezen.
In een woning, die er van buiten bij lansro
niet zoo grootsch uitzag als die der Agui
lera s, maar die veel beter was ingericht cn
in modernen stijl gemeubileerd, zit Donna
de Rivas. Zij is verdiept in een ernstig en
interessant gesprek met een priester, dio
onze lezers onder den naam van Bonifatio
hebben leeren kennen.
„Dat kan ik namvelijks gelooven, eer
waarde vader", riep de dame uit, tenvijl zij
naar groeten, z\Ararten waaier heen en Aveer
bewoog. „Don Alcala de Aguilera, gesproten
uit zulk een edel geslacht, wordt gevangen
genomen uit oorzaak van zulk een onzalige
aanklacht?
(Wordt vervolgd)