DONDERDAG 23 NOVEMBER 1933 Waar de moede mensch de alledag ontvlucht DE LUSTWARANDE VAN HET STICHT WOUDREUZEN IN DE MIST Wat zal het lot zijn van „de Eycken- steinsche Bosschen"? Het was een mistige morgen toen op uit- noodiging van de stichting „Het Utrechtsoh Landschap" de journalisten van verschillen- bikuen Utrecht uitreden, om een excursie te maken naar „de Eyckenstemsche Bosschen" te Bilbhoven. Voor het vertrek daarheen had in het ge bouw der Provinciale Griffie te Utrecht een ontvangst plaats, waar de Commissaris van de Koningin Dr. H. Th. 's Jacob als voor zitter van bovengenoemde vereeniging en kele woorden sprak over het groote belang om de Eyckensttinsche bosschen als recreatie terrein voor het centrum der provincie Utrecht te behouden. Het groote algemeene belang aan het behoud deze; bosschen ver bonden geeft de stichting „Het Utrechtsch Landschap" den moed een ernstig en drin gend beroep te doen op de medewerking van hen, die de maatschappelijke waarde van het behoud van natuurschoon erkennen en dies een steentje willen bijdragen om dit schoone boschbezit in onze provincie voor de gemeenschap te redden. Hierna giaig het gezelschap na&r Biltho- ven, waar in het vereonigingsgebouw „Con cordia" een inleiding werd gehouden door den heer W. H. de Beaufort als onder-voor zitter van de stichting. Hieraan ontleenen we het volgende: Wij leven in een tijd dat veel offers wor den gevraagd, veel offers worden gebracht, en 't schijnt haast paradox zoo een Stichting, als de onze, thans nog trompetten komt om aan te kloppen voor geldelijken steun! Mogen wij probeeren U duidelijk te ma ken, dat dit niettemin noodzakelijk is, dat zij de bazuin niet steekt dan voor een wel overwogen, een onafwijsbaar „algemeen be lang". Zij wil de voormalige „Eyckensteinsche Bosschen" bewaren voor het nageslacht, waarvan reeds onze volksdichter Vader Cats zoo kernachtig zeide: „Het ongeboren Volk, dat na ons staat te komen, Dient ook op heden reeds, in aöht te zijn genoipen". Voor de thans levende generatie, maar bovenal voor dat „ongeboren volk, dat na ons staat te komen", moeten de Eycken steinsche Bosschen tot in lengte van dagen worden: het brok natuur waarin de moede stadsmensch, den roezigen dagtaak ont vlucht en de jongen diep volpompt nier den pitugeii, harsigen woudlucht, die heel zijn wezen tintelend doorvaart, en een ge voel van blijde vrijheid schenkt. Als straks de groote provinciale weg van Utrecht naar Soestdljk gereed zal zijn, een weg die èn door ligging èn door capaciteit een hoofdverkeersadcr van ons gewest zal worden, dan liggen de ongerepte „Eyoken- steinsohe Bosschen" van uit de hoofdstad binnen ieders bereik, in luttele mjnuten voe ren rijwiel of motor U derwaarts. En geslachten na ons zullen de versregels indachtig kunnen zijn, die op de daareven aangehaalde volgen: „Want hadden overlang onz' ouders niet geplant, „Wat zou todh Holland zijn, dan veen en ijdel zand!". In lengte van dagen zoo hopen wij, zullen de hoornen dezer bosschen tot woudreuzen worden en een eervol getuigenis van hem die ze plantte, en die heden t_ dage zelf nog de strijd mede aanziet die c het behoud van dit zijn levenswerk is j voerd. Een strijd die hem althans deze v doening kan schenken dat zijn bebosschir werk geenszins vergeefsch is geweest Binnen den omstreken-gordel van de zi steeds uitbreidende hoofdstad Utrecht, ii^* directe gebied van het forensen herberger Bilthoven, zal een bosohcomplex van ru 170 H.A., afwisselend van landschap en r aan veelsoortig en fraai houtgewas „lustwarande" blijven, voor ons en voor nageslacht. Een rondga Vervolgens werd een rondgang gemai over het terrein. Zwaar buigen de takken van de beuken eiken in de mist, en als moede vielen druppels van het kale hout Een bosoh de mist Geen vxxjlijk gekir van vogels, geen w delaar, geen geluid van auto's op de ve straatweg. Enkel het vallen van een dr hier en een drup daar op de dorre blader Verder is het stil. Ja, de bladeren, als een groot tapijt c in het zonnelicht zou opkleuren als eoi maar nu grijs Wordt door de mist, die al grauwd maakt De vele zijlaantjes, die van het groote p de donkere dennenbosschen invoeren, lijk op toegangswegen naar een geheimzinr schimmenland, vol mysteries. Een toovt land is een bosch in de mist NIEUWS Nu treurt het bosch over vergane glorie, maar hoe heerlijk moet t hier zijn als t zomert gen of zij schuldig zijn of niet, dan kunnen zij antwoorden. Dr. B u e n g e r Eerst hebt u zjch erop beroe pen. dat de andere beklaagden gezegd hebben, dat zij het niet hebben gedaan, doch u weet toch zelf, dat er niets bewezen is als de anderen zeggen dat zij niets gedaan hebben! Van der Lubbe: Nog nooit heeft mee de andere beklaagden de vraag gesteld of zij den Rijksdag in brand hebben gestoken of niet. Dr. Werner: Hebt u met iemand afgesproken de daad te plegen voor u den brand aanstak. v. d. Lubbe: Neen. de brand toont steeds hetzelfde beeld, dat niet veranderd kan worden. Men ontwikkelt rondom den brand een proces, doch jk zje er geen uitweg jn. De daad wa in drie minuten gedaan. Kan één persoon dat niet doen? In de gevangeniscel heb ik mij verbaasd. Ik heb moeten meemaken dat ik zesmaal per das kreeg. Daarmee kan ik niet accoord gaan. De President onderdrukt den ietwat ward geworden woordenstroom van v. d .Lubbe en merkt op: Maar de hoofdzaak is en blijft, dat men niet kan aannemen, dat u den Rijksdag in tien minuten alleen in brand hebt gestoken. v .d. Lubbe: Als bet daarom was gegaan, dan was alles al klaar geweest. P re sJa zeker, maar als u niet duidelijk zegt. wie de groo:e zaal in brand heeft gestoken, dan moet 't proces tot 't einde worden gevoerd zooals De advocaat Dr. T e i ch e r t: Welke middelen heeft v. d. Lubbe gebruikt, om de zaal in brand te steken? v. d. L u b b e: Dat heb ik in de protocollen duidelijk gemaakt President: Volgens verklaringen van deskun digen is 't onmogelijk, dat u met stukken goed de groote zaal in brand hebt gestoken. Van der Lubbe; Dat is slechts de persoon lijke opvatting der deskundigen. De groote zaal moet juist heel gemakkelijk brandbaar zijn geweest. De vraag, vanwaar ik gekomen ben en hoe het voordien was, is niet duidelijk gesteld. Over die vraag is nog niet gesproken. Ook over 't stichten van den brand niet. DE ZOMERTIJD MOTIE-VAN DER WAERDEN AANGENOMEN. De Tweede Kamer heeft heden de motie- Van der Waerden (zie hiervoor blz. 9) aan genomen met 46 tegen 29 stemmen. Dit be- teekent dus (zie ons Kameroverzicht op blz. 1). dat het voorstel van de heeren Van den Heuvel en Bekker inzake den Zomertijd van de baan is. Tegen stemden de Anti-Rev., enkele Chr.- hist en R.-K. en de Staatk. Geref. De heer Van den Heuvel heeft daarop schorsing gevraagd van de behandeling van zijn initiatief-voorstel tot afschaffing van den Zomertijd, teneinde de Regeering in de gelegenheid te stellen haar standpunt be kend te maken. TWEEDE BLAD PAG. 7 Marktberichten. Wisselkoersen. Scheepsberichten. TRANSATLANTISCHE LIJNEN ALCYONE i ALPHERAT (thuiar)" 22 v "Victoria (Br.) KON. IIOI.I.AN USC1IK LI.Ol l> KENNEMERLAND 22 (4.30 n.m) v Hamburg STREEFKERK (thuisr) 22 "(n.m) v n Bromen en pa-s 23 tv.rn) VIIsü 1 HOOGKERK (uitr) 23 (v.m). v Sue; REGEERINGSPERSDIENST Naar wij vernemen, ligt het in het voor nemen van de Regeering tot chef van den nieuw in te stellen Regeeringspersdienst te benoemen den heer A. J. L i e v e g o e d, redacteur Nieuwe Rotterdamsche Courant, docent voor het dagbladwezen aan de Rijks- Universiteit te Leiden en oud-hoofdredac teur van De Sumatra Post en van De Lo comotief. KERKNIEUWS NED. HERV. KERK Beroepen: Te Maartensdijk (U.), N. C. Bakker te Opheuisden. Te Xieuwe-Tonge, P. J. Steenbeek te Oudewater. POSTVLUCHTEN AMSTERDAM-NED. INDIE ROUTE AMSTERDAM ROME ATHENE CAIRO BAGDAD BUSHIR DJASK KARACHI JODRPUR ALLAHABAD CALCUTTA AKYAB RANGOON BANG KOK SINGAPORE BATAVIA/BANDOENG Isuaer leiding van den burgemeester had te Olst een boomplantdag plaats, waaraan able schoolkinderen deelr namen. In optocht trekken de kinderen naar de verschillende stratenom hun boom te planten Goud f 1647.50 a 1648 per kg. KOERSEN DER EDtLE METALEN Visscherij. Een oude postkoetsdie dot München rijdt om giften verzamelen voor de winterhu Handelsberichten. Links: Waar zomer en wi»e elkaar ontmoeten, een zoi hoekje bij het Frederik Ier drikplantsoen te Amsterdbt ok

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 5