ONZE GROOTE WINTERAANBIEDING
Tl TERDAG 18 NOVEMBER 1933
F'-RSTE BLAD PAG. 3
TELEFUN KEN NOVITEITEN
RADIO EN GRAMOFOON
Wat fijn vernuft en doelbewust experimenteeren vermag
Wij werden met andere persmenschen in deelen welke het gebruik van een meng
de gelegenheid gesteld om kennis te maken hexode heeft ten opzichte van den vroeger
j t de nieuwste nieuwigheden van de wel
bakende Telefunkenproducten. Het fabrieks
merk is over de geheele wereld bekend en
ia een waai'borgteeken geworden van een
mperieure kwaliteit
ïooals de ingedreven
leeuwenkop waar
borg is, dat het goud
18 karaats is. Met
belangstelling gin
gen wij naar deze
dio nog in de kinder
schoenen stond (1912
1913) reeds zelf ex
perimenteerde met honderden nieters draad
voor de z.g. „draadlooze" en men heeft ja
renlang de evolutie op dit gebied van zeer
nabij meegemaakt, dan wordt de belang
stelling, die de laatste jaren wat sluimerde,
weer wakker, als men leest hoe de n .euwste
Telefunkentoestellen wonderen van tech
niek zijn en daarbij voor den leek zoo een
voudig in het gebruik. Het ging bij ons als
bij een oud legerpaard, dat weer en mili-
ta.re marsch hoort.
Door den heer Ir. O d i n o t e.i. werden
wij welkom geheeten op deze conferentie.
Hil wees ons op de bijzonderheden der
nieuwe toestellen, de door Telefunken ge
bezigde floodlight-afstemschaal, d.e volko
men overzichtelijk is. Zendernamen zijn
duidelijk leesbaar en de afstanden zijn
voldoende, om het zoeken heel gemakkelijk
te maken. Zoo goed als alle hoofdzendstA-
tions (125) komen er op voor Als een klein
bezwaar zou misschien genoemd
worden, dat bij verandering
verdeeling een nieuwe schaal moet worden
ingezet Telefunken heeft hierin echtei
voorzien, door zulks voor een luttel bedrag
mogelijk te maken, zoodat dit kleine nadeel
volkomen wegvalt tegen de groote voordee-
len. welke de door Telefunken gebezigde
6chaal biedt
Verder wijst spr. er op dat de zoozeer
gewenschte selectiviteit nu de zenders zoo
sterk worden, alleen mogelijk is bij gebruik
making van het Superheterodyne-principe,
omdat Superheterodynes in de toekomst bij
nog verdere versterking der zenders een
voldoende scheiding, -gepaard gaande met
goede geluidskwaliteit, waarborgen. Wij
weten wel, dat door anderen beweerd wordt
dat de Super storend zou moeten fluiten
(Mexicaansche hond) doch deze toonen
slechts hiermede hun onbekendheid met de
moderne schakelingen en geven blijk, de
groote voordeelen van een geniale gedachte
opgesloten in de nieuwe, door Telefunken
uitgevonden hexodenlampen, nog niet te
kennen.
Door vele technische verbeteringen en
nieuwe vindingen wijken deze nieuwe Su
pers zóóveel van de toestellen van vóór
eenige jaren af, dat ze daarmede totaal
niet meer vergeleken kunnen worden. Na-
deelen als dubbele ontvangst, hinderlijke
stralen, enz. bestaan thans niet meer.
De nieuwe toestellen zijn voorts voorzien
van een aantal noviteiten, waaronder aller
eerst de optische afstemming door middel
van den orthoscoop de aandacht trekt en
de pegel regelaar.
Wat de gramofoonplaten betreft, deze zijn
steeds gunstig beoordeeld. Alles wordt ge
daan door Telefunken om de acoustische
kwaliteit zoo hoog mogelijk op te voeren.
De nieuwe luidsprekers van Telefunken,
de z.g. effect-luidsprekers hebben een ge
heele omwenteling in de luidsprekerstech
niek veroorzaakt
Na deze mededeelingen van Ir. Odinot,
kreeg Ir. S c h a 1 k w ij k e.i. het woord
over technische bijzonderheden der nieuwe
toestellen. Dit ging wel wat boven ons be
vattingsvermogen, wel wat heel veel soms.
We waren er verbaasd over, dat zoo met
woord en door bordteekeningen de moeilijk
ste lampschema's geteekend werden. Als
zulke kundige ingenieurs in hun laborato
ria werken, dan moet Telefunken wel met
nieuwigheden, met verbeteringen komen.
Eerst werd aan de hand van de selectivi-
teitskromme besproken hoe de eischen van
groote selectiviteit, gecombineerd met goe
de geluidskwaliteit, een selectiviteitskromme
met zeer steile flanken noodzakelijk maken
Omdat de selectiviteitskromme voor een
goede kwaliteit een breeden top moet heb
ben is de toepassing van bandfilters nood
zakelijk, terwijl om de steilheid van de
flanken te verkrijgen, minstens 4 zéér wei
nig gedempte kringen noodig zijn.
Speciaal werd hierbij de aandacht er op
gevestigd dat bij den modernen Super-
heterodyne de middenfrequent-ontvanger de
eigenlijke ontvanger is, welke, doordat hij
slechts voor één enkele golflengte gecon
strueerd is en in de fabriek wordt ingesteld,
aan veel hoogere eischen kan voldoen dan
een ontvanger, welke een variabel golflengte
bereik van 200-2000 Meter heeft.
De golflengte van het station, hetwelk
men ontvangen wil, wordt nu getransfor
meerd tot de golflengte, welke past voor
den idealen ontvanger.
Verder werden besproken de groote voor-
gebruikten eersten detector (additatieve
menging). Ook de fadinghexoden werden
besproken. Niet alleen, dat deze lampen op
de vroegere varitetrodes voor hebben, dat
thans met 10 V regelspanning een verster-
k ngsverandering van 1 10.000 verkregen
kan worden ten opzichte van 1 300 vroeger
met 40 V regelspanning, doch bovendien is
de karakteristiek van de fading-hexode rech
ter en heeft deze bij gebruik in een Super-
heterodyne nog het voordeel, dat zij twee
persconferentie en I echermroosters heeft, waardoor tusschen ge-
-demonstratie toe.nerator en antenne zich in den nieuwen Te-
toen de ra- lefunken-Super drie schermroosters bevin-
-i- i- z00(jat van stralen door de antenne
geen sprake meer is. Zoo is een lamp ont
staan, die, zooals spr. schertsend opmerkte
behoort tot de orde der duizendpootigen, (een
lamp met 7 pooten).
Daarna werd besproken, hoe in het toe
stel Telefunken 653 WL een automatische
geluidsterkte en fadingregeling met een be
reik van 1 300.000 verkregen zijn, terwijl
bij behandeling van de diode verklaard
werd, hoe de geluidlooze astemming werkt,
beide zonder dat daarvoor één extra lamp
noodig is.
dat de gevoe
ligheid van
den grooten Su
perheterodyne
10 micro-V. be
draagt, terwijl
de eindlamp
in staat is 2
W muziek-
energie aan
luidspreker af
te leveren. Bij
zonder gemak
kelijk voor de
instelling van
het apparaat is de daarin aangebrachte or
thoscoop. Deze geeft door de breedte van
een schaduwstreep direct aan, in welke mate
de automatische geluidsterkteregel'ng werkt
zoodat met behulp hiervan het toestel afge
stemd kan worden, terwijl den luidspreker
het zwijgen opgelegd is en bovendien waar
genomen kan worden, of een zender sterk
of zwak is, of er veel storingen zijn en of
fading aanwezig is.
Hierna werd
kort het toestel
Telefunken 346
behandeld. Dit
komt overeen
met den Tele
funken 345 van
verleden jaar,
schil dat thans
ook hier een
automatische
en fadingcompensatie in aangebracht is.
Het wonderlijkste van alle toestellen is de
Telefunken 330 WL een drielamps-Super
heterodyne. De selectiviteit en geluidskwa
liteit zijn beter dan, van menig 4- en meer-
lamps- apparaat,
Terwijl men 't
tot nog toe voor
onmogelijk bieid
om een toestel te
bouwen, waarvan
de eerste lamp
tegelijk hoogfre-
quentversterlamp
eerste detector en
generatorlamp is,
zonder dat dub
bele ontvangst of
hinderlijk stralen
optreedt, toont
Telefunken thans,
dat dit probleem oplosbaar is. Door de wer
king van het schermrooster in deze lamp en
de wijze waarop de antenne ermede
gekoppeld is, is de straling sterker onder
drukt dan met een extra kring en scherm-
roosterversterkerlamp bere.kt wordt Door
dat dit een Superheterodyne is (de midden-
frequent voor één vaste golf geconstrueerd),
was het mogelijk een vaste terugkoppeling
aan te brengen, welke er voor zorgt, dal de
werking van het middenfrequentbandfilter
uiterst effectief is. Bovendien is deze terug
koppeling, welke nooit bediend behoeft te
worden, zóó ingericht, dat zij automatisch
minder wordt, als een zender sterker binnen
komt, zoodat het toestel voor zwakke zen
ders uiterst selectief is en bij sterkere ont
vangst automatisch een betere kwaliteit
geeft. Ook dit kleine toestel heeft een 6 W
penthode-eindlanmp en een electrodynami-
schen luidspreker!
Na deze uiteenzetting hebben we de toestel
len van naderbij leeren kennen, en gehoord
hoe schoon het geluid was, gezien hoe ideaal
de behandeling is en we geraakten onder den
indruk van het machtig kunnen van Tele
funken.
Zelfs in een tijd van onbegrensde moge
lijkheden hebben we niet kunnen vermoeden
dat de radiotechniek het zóó ver zou bren
gen. En we dachten bij het naar huis gaan:
wat wonder zal het volgend Telefunken-
wonder zijn?
Daar wachten we nu maar weer op.
KUNST EN LETTEREN
Theod. H. Polman
THEOD. H. POLMAN
thans te Noord-
wijk aan Zee, zijn
muzikale loop
baan begon.
Theo Polman is
26 Nov. 1873 te
Nijmegen geboren
en kreeg daar
reeds heel jong
muzieklessen van
den onderwijzer
Hendriks en ver
volgens dagelijks
van den organist
Gerritsen. Van
Nijmegen vertrok
de opgloeiende
knaap naar een
gymnasium er
gens in Limburg om na 't volbrengen dezer
algemeen ontwikkelende studies zich meer
op de muziek te werpen. Daarvoor vestigde
hij zich te Brugge. Voor een muzikaal en
algemeen kunstzinnig jongmensch had men
bezwaarlijk beter plaats kunnen vinden.
Echter, zeer lang kon het verblijf te
Brugge niet duren. Door het overlijden van
zijn vader werd hij huiswaarts geroepen.
Met zijn moeder, zijn goede engel, die hij
zeer lief had en die hij slechts enkele jaren
later met roerende trouw in haar ziekte ver
zorgde, en ten slotte toch moest missen, trok
hij naar Amsterdam, teneinde zich daar een
positie te veroveren. Men weet hoe moeilijk
dit is voor ongefortuneerde jongelieden, die
in den levensstrijd op zichzelf zijn aangewe
zen. Hij had het geluk een betrekking als
pianist te vinden bij Schiller op het Damrak.
De kelder van Schiller was de geliefde stam
kroeg voor vele artisten. Hij maakte er ken
nis met Orelio, Urlus, Kor Kuiler, den Wag-
nerzanger Hans Keiler en allerlei andere
vocale en instrumentale beroemdheden. Voor
velen van dezen was Wagner de man wiens
roem de 19de eeuw overstraalde. Daar leer
de hij door gesprekken en studie en samen
musiceeren den Bayreuther meester door en
door kennen. Daar kreeg hij, zooals hij zelf
zegt, de schok, die zijn kracht deed ontwa
ken. Van Kor Kuiler, den huidigen leider van
het Groningsch Orkest, kreeg hij wat com
positieles en trachtte verder door zelfstudie
allerlei muziektechnische problemen te
winnen. Uit dien Amsterdamschen tijd,
in de twintig, dagteekenen zijn eerste com
posities, meestal ontstaan na aanvurende
gesprekken met groote kunstbroeders,
b.v. een „Ave Maria", liederen en klavier
werken. Óp den duur bleef hij ook niet in
den kelder van Schiller. Hij speelde met
orkesten mee; verluchtte met zijn spel achter
de coulissen Royaards' Gij9brecht-vertolkin-
gen, bespeelde het spinet bij de voorstellin
gen van „Sara Burgerhart', trok met het
gezelschap overal heen, van Amsterdam
naar Maastricht, Van Leeuwarden naar Mid
delburg. Doch Amsterdam bleef zijn pied A
terre, waar hij steeds meer deerlingen kreeg.
In zijn leerlinge Mej. Annie Lefèvre heeft
de musicus zijn trouwe levensgezellin gevon
den, die ideëel aan 't ontstaan zijner werken
en aan zijn geheele werkzaamheid evenveel
aandeel heeft als hijzelf, een uitnemende
echtgenoot en moeder.
Tijdens den oorlog verloor Polman al zijn
lessen. Dank zij het ingrijpen van de beeld-
houweres Mevr. Hovius Green kwamen
eenigen tijd verschillende oud-leerlingen
terug.
Tevens opende de mobilisatie, bij alle
narigheden ervan, hem de mogelijkheid te
spelen bij de ontspanningsavonden voor mi
litairen.
Na den oorlog vestigde Polman zich te
Leiden, waar hij o.a. het koor „Amicitia"
leidde en kleine instrumentale ensembles
van leerlingen vormde. Thans heeft hij nog
Leidsche leerlingen, doch de laatste 8 jaren
woont hij te Noordwijk. Gedurende een 19-tal
jaren bekleedde hij de functie van organist
aan 't Groene Kerkje, waarbij hij evenwel
klein orgel tot zijn beschikking had.
Het is jammer dat Polman zijn krachten
niet mag wijden aan een groot orgel, want
dat hij dat instrument kent, blijkt wel uit
het feit, dat hij in vroeger jaren herhaalde
lijk het groote concertorgel in het Paleis
voor Volksvlijt moest bespelen. Zijn liefde
gaat evenwel uit naar de statige, klare
schoonheid van het kerkorgel.
Ook schreef hij verschillende composities
voor het orgel, zooals laatstelijk nog de
„Marcia Festiva". Een groote menigte com
posities heeft Polman geschreven, die vooi
't grootste gedeelte nog in portefeuille liggen,
aangezien de tijdsomstandigheden de uitge-
gers noodzaken de grootste mogelijke reserve
te betrachten. Dat is zeer te betreuren. We
hoorden en zagen een aantal alleraardigste
kinderliederen op woorden van Mej. Bru-
nings. Een Kerstalbum is uitgegeven. Doch
er liggen een drietal kerstcantaties, waarvan
we één „Blijde Boodschap" hoprden, een
CD U/APHT fiEnWAiTUT f Inderdaad, er wordt door velen al weer gewacht op onze groote Winter-
tK WUrSU I UtWAUllT aanbieding! De eene reeks koopjes volgt de andere op. Onze vorige
aanbieding was één Succes. Zelfs groote voorraden raakten uitgeput. Maar wat thans wordt aangeboden sP^nt_a® rfaerde
Talrijke titels, nog nooit in prijs verlaagd, gaan thans voor een schuifje weg. Voor St. Nxc. en Kerstmisi is er een zeer gevarieerde
keuze. Wie zich de moeite geeft deze lijst met aandacht door te zien zal aanstonds naar de pen grijpen. G
zij houden altijd waarde. Bestel spoedig. Talrijke uitzonderingsprijzen!
erh. 236 bl. f 0.55 klge menschen. Jim en Sklmpie.
rUk geb. f 1.85. Wereldberoemd!
nC Prachtboeken van Penning,
ut die nu volgen, zün spotgoed
koop. GROOTE UITGAAF! Pracht
platen!
5. PENNING. De Held van Spion
kop. SIS bl. f 0.90, rtk geb. f 1.50.
6. PENNING. De Kolonist van
Zuid-Afrika, 102 bl. f 0.90, rijk geb.
gekl. chromoplaten, fr.
7. PENNING. ^De^
rt)k geb. f 1
170 bl. 0.90.
8. PENNING.
lacht, 102 bl. f 0.90.
- 50.
I. PENNING.
bl. £0.90, rtJk geb
i' 1-50.
10. PENNING. Tjnnrt van de Mcr-
ffc, 102 bl. 0.90. Hik geb. f 1.50.
11. LOUWERSE. VllssInger Ml-
chlel. De Ruyter'P leven. Ruk geïll.
230 bl. f 1.75. n,u f 0-75-
12. douwerse. BestevnOr Tromp
Een groot zeeheld. Ruk geïll. -00
bl. 1-75. nu 0.75.
s Sï
gein. 218 bl. f 1.75. nu f 0.75.
14. LOUWERSE. 1
Irik. Rölt i
I 0.75.
15. LOUVVERSE. On.k
ten. Uit het jaar 1572. RU*
228 bl. f 1.75. nu «f 0.75.
IC. POLDERMANS.
Fün hist
rijk geïll. 1-75.
Bnnnell.
ijk geïll. f i
iserle no 11-
'ulm 1400 bl. vol platen.
17 TOMKïNS.
■achtig! 200 t
i f 0.75
40. VAN SUYLESTEIN. Lledei
in een Vinder. Füne. teed.
poëzie, fr. geb. f 3.50, nu 0.
"oopje!
41. JO BRANS. In 't Ivllmopht
Prachtvernnal voor kinderen v
-10 Jaar, 102 bl. met 25 pl. r
f 1.45.
2. O. RUTJSCH. Conflicten. D
bl. fr. geb. f 3.50. nu f 1.
15 W. LORSTEN. Als
jeelt onder de vissersbevolking
i Oost-Friesland, tijdens een gi
tn stormvloed, 208 hl. f 3.50,
1.45. Tets he
46. ER WIN
ultg. 1
l pl. 270 bl.
"f 1.20. Wereldberoemd!
19. PROF. SLOTEMAKER DE
BRUINE e.a. Zib
joek. Uit-
texten van Genesis tot
ng. Spotkoopje, 416 bl.
DE JONG. Vnderlnn.
bl. f 5.75. nu f 1.25.
hi II volgen 10 prachtige Zuid
NU Afrika-verhalen van D'Arbe:
(J. F. v. Oordt). Vroeger f 2;25. nc
pl. fr. geb. 0.95.
Bronkhorst en ztJn ströd, 206 bl.
m pl. fr. geb. 0.95.
25. Onder de Vlerkl,
jrhaal Jai
pl. fr
slag b(j
met pl.
27. D<
bewogen tü
geb f 0.95.
28. Tumci
op leven en dood, 100 bL
Uit fel
pl. fr. geb. f 0.95.
Berg en Zee. Strtld
eb~ f 0.957
w29' Z
irht i
pl. fr. geb. f
en^ Recht. De
31. STAMPERTUS. Vier i
33. TRU1DA KOK. Frccrkje Meer
erk, f 0.79.
34. TRUIDA KOK. Rudl. Fün
ïeisjesb., 0.79.
35. v. d. KLEI.
36. HOUBOLT.
erh. overoude tüdei
37. VEBNENDAAL.
ICVF *7 prachtigs
Vroolük meisj
63. MEVR.
in Uldionu
12 bl. fr. gel
65. P. KEUNING.
at"„Oostloorn" evei
oorbüstreeft 250 bl
66. P. KEURING. I
i f 5.—
geb. f 9.90,
linnphcrder.
GROS. Snien
sven vol gev
jonge vrouw, eindigend
^o;bËrT^nge:.A!^.u-tfieV5-
Helvlg.
•'•s strüd
n, Run
dln., 544 bl.
leesterwerk! 2
rachtband _f_7.j
OverweldiÊ
rend Helvi;
:oeking'
BROUWER,
art, 100 bl. 0.
ugde
liefd.
I. P. BROUWER,
lovlngs- en h
bl f 0.'
jeïll. uitgaaf. 176
Lend en vermakelijk!
51. SCHIPPERS, t
nlentjes verloving f|j
Jjn verteld. 144
De Slulk<
160 bl. fr. geb
53. BREEVOORT.
HtrUd. Rotterdam!
Prachtverhaal o.a.:
leed. De kwaadspreeksl
f 0.73.
srdrukking,
258 bl. geb.
n gelukkig.
•haal huwe-
•eh. 0.78.
BROUWER. Moeiten de
vens. In de strikken dc
rlgheld. Fijn verhaal. 2
f 0.73.
56. DEKKER. Uit de Straf*.
genl". (Scht
54. LE FEUVRE. E<
liJksleven. 260 bl.
te-
geldgie-
bl. geb.
an: Een Tndiseh font
ulvel te slim. Een kind
ed en tranen. Wtlntje en
'Ier boerenjongens, enz.
eb. £0.73.
57.SHELDON
■effend
Aanrrfln.
'oord-Amerika. 284 bl. i
ichtultgnnf. fr.
-eldeband
i bl. f 0.9
ree. 120 bl. Vol pl. aardig gel
0.46.
62. MEJ. BAUER. Vriendlnnetl.
JONKVR. SCHMIDT,
der Küsenle Zon. JA1
Volk, Godsdienst, Huw
enz. Kunstdruk. 80 p
256 bl. gr. ultg. gec. f 4.90 nu
69. BREEVOORT.
Wolf. helder en verklarend.'III
totgoedkoop! Deze prachtb
»bben de eeuwen verduurd.
72. P. NIEUWSTRATEN. Heilig
uwclijk. Dr. Gunning in „P
„Menige lezeres zal nieew.
Huisje bü het bosch.
CARLA. Va
TE MER WE
99. BONT GEZELSCHAP. SO klei
'Too! "kapt. MAr'rYAT. .'letJe
103. GERDES
200 bl. fr. geb
Met diepe
71. RUNA. Stcmmei
itroering leest elk di
218 bl fr. geb. f 0.75.
75. RUNA Eenxvlghe
fün boek. 2v4 bl. fr.
76. SCHIPPERS. Ooa
78. SCHIPPERS. De Pl
Tg MEJ^KUïPER. Ml in
lucht van een heidenmcls
llngsverhaal. Treffend,
8C. MALTZAHN. Zonn
82. MALTHZAHN. Aan Ri
Bronnen. Vlammend
d. 200 bl. f 1.10, gec. f 1.
83. MALTZAHN. Slcchta 'n
an de tragiek der zonde
liefde Gods, 240 bl. f 1 10. gi
MALTZAHN. E.
Het meesterwerk van de Schrüf-
ster. 400 bl. f 1.1C, gec. f 1.40.
86. GORDEAU. Dirk Stockman.
Schitterend jongensboek. 260 bl.
rük geb. f 2 90. nu f 1.45.
86. BOSCHMA. Blank en Bruin
Treffend verhaal uit Indië, ISO bl
rük geb. f 2.90, nu f 1.45.
87. BERKHOUT. Jan Springers
Jongensjnren. Vraoltjk boek. 246 b)
rük geb. f 2.90. nu f 1 45.
88. SILVANUS. W(| en ons ezel
tje, Vermakelüke historie met een
n, 242 bl, fr. geb f 2.90,
5.
GORDEAU. Twee Jonge
boek om mee te Jubelen, 240
KljiDERVBRTEUIN
V in 4 deelen: Eerlük duu:
langst Dokter Goudhaar. V
tren diamant Eindelijk thuis.
110. Ds. Js. v. d. LINDEN. De
Heere is mUn Herder Ps. 23, 96 bl
f 0.29.
111. Dr. J. TH. DE VISSER. Kerk
tutvat." TooT
enz. 100 bl.
De Zenuwachtige Voordrager
derling geval. Liefdesmart Erik,
de slaaf, enz. 100 bl. f 0 39.
118. BUNDEL VI o.a.: Het Raads
lid. Tante Jet Soldatenlist enz 10»
blz. f 0.39.
119. BUNDEL VII o.a: De Biech
teling. 'n Grap van Jan Steen. Als
Bioode
irkje. Nonnte. Roj
e. I
Uit
nboek.
ianien f 0.99.
94. KERSTPAKKETt B.
Wat Emma 1
L. VIII
bl. f 0.
J IX o^a.
22. BUNDEL X o.a: Hoe Jaap
blauwtje liep. De Oorring. In
Smidse, enz. 100 bl. f0,39
Slke bundel bevat pl.m. 25 Voor-
L W A A R D E I
voldoende-
de Ilnkcr-
f girobiljet
schrijven. Dat
nbod is tijdelijk.
Uitgeverij BOEIJENGA
kleinzand 89 - sneek
alle r
werk dat we allen leiders van kinderkoren
aanbevelen; zoowel om de melodieuze, vlot
geschreven zangstemmen als om de sugges
tieve begeleiding met haar mooie vondsten.
Dit werk zal door Mej. Tilly Leening dezen
winter te Leiden worden uitgevoerd. De aller
laatste compositie was de toonzetting van
twee roerend-eenvoudige versjes van een
blind meisje. Zulk werk doet Polman con
amore, zonder materieele bijgedachten, enkel
omdat hij zijn beste gevoelens nu eenmaal
uit moet spreken in de taal der tonen. Een
bizonderheid is, dat al zijn composities ge-
senreven zijn alsof het drukwerk is. Of neen,
veel mooier. Want drukwerk is ten slotte
mechanisch tot stand gekomen, terwijl dit
werk van de levende menschenhand de gloed
en de beweeglijkheid van het leven in zich
Ook grootere werken heeft Polman gecom
poneerd: een „Spaansche Suite" in vijf dee
len voor groot orkest, een „Hollandsche
Suite" voor kleinorkest, verder stukken voor
mandolineorkest en orgelwerken. Wanneer
zullen we van dat alles iets hooren? Doch
deze overweging belemmert den kunstenaar
niet in zijn werklust Onvermoeid en met
jonge frischheid van geest blijft hij door
gaan, wat er in hem leeft, in de sprake der
muziek te verklanken. En nu willen zijn
leerlingen en vrienden hem op 24 Nov. een
feest bereiden. Wat er precies gebeuren zal
weten we niet Doch 't zal mooi zijn! Wij
vei Teugen ons voor hem in dien vreugdedag
en wenschen hem van harte toe, dat hij
nog lang in staat moge zijn, zich zelf en
anderen te „oen genieten van de talenten
hem geschonken.
RICHARD TAUBER,
H. F. DE GRIJS, f
Op 67-jarigen leeftijd is te Almelo over
leden de bekende kunstschilder H. F. de
Grijs.
DE SPAANSCHE CAVALIER
Door B. WARSTADT
HOOFDSTUK VII.
Buiten en binnen.
Eenigen tijd nadat Lucius deze plaats had
Verlaten, kwam een andere ruiter langs
denzelfden weg naar Sevilla. Deze cavalier
was rijkelijk bekleed met goud en groen,
*n breede, scharlakenroode sjerp was losjes
om hem heen geslagen en het rijk versierde
einde er van hing losjes over zijn schoudpr.
De voeten, die in hooge laarzen waren ge
stoken, rustten in zeldzaam fraai gevormde
stijgbeugels, die door hun sterkte cn grootte
den ridder als beenhescherming dienden. In
de hand hield hij een scherpe speer. Deze
ruiter was Alcala de Aguilera, in volle
picadorenkleeding, op weg naar de arena.
Behalve de kleeding had de jonge Span
Jaard met de stierenvechters van beroep
niets gemeen. Zoowel Alcala's gestalte als
zijn gelaat vormden een scherpe tegenstel
ling met de helden van het coliseo. Zijn
figuur was l'ang en slank en maakte niet
den indruk van groote lichamelijke sterkte.
Het bleeke, geestvolle gelaat met de fijne
trekken herinnerde eerder aan een geleerde
of aan een ':"ihter dan aan een moedigen
6tiervechter, die voor vrees even onvatbaar
is als voor zachtheid. De trekken van den
Alcala wist, dat hij zich aan een groote
dwaasheid schuldig maakte. Hij had alles
op het spel gezet, do zielsrust van zijn
zustor, het geluk zijner familie, zijn eigen
leven cn dat alles voor niets, letterlijk voer
niets. Alcala was niet iemand, die om de
gunst der menigte iets gaf, neen, zijn trotseh
terughoudend wezen verzette er ziiöh on
willekeurig tegen bij de gedachte, dat hij
zich voor zoovele nieuwsgierigen moest ver-
toonen. De grootste overwinning in een
openbaar circus was voor hem eerder een
schande dan een eere. Hij kon er zich niet
door verheffen, maar wei vernederen, dat
hij evenals de andere picadoren om de
gunst des volks kampte.
Een liefdesavontuur was het evenmin,
dat hem op dezen gevaarlijken weg voort
dreef. Zijn bewondering voor de dochter
van den gouverneur was maar een voorbij
gaande roes geweest, alleen een hulde asn
haar schoonheid. De ontdekking van An-
tonia's harteloosheid en haar zelfzuchtige
trots had zijn bewondering schier in ver
achting doen veranderen. Alcala ging ver
gelijken tusschen Antonia en Inez tusschen
deze zelfzuchtige schoonheid en het lieve
onzelfzuchtige meisje en had daarbij onge
veer hetzelfde gevoel als een ridder uit den
ouden tijd, die voor de voeten van zijn dame
verachtelijk den handschoen wierp, die hij
uit de arena had gehaald, te midden der
vechtende dieren vandaan.
,Als mij de hand van Antonia de Rivadeo
geboden werd", dacht Alcala, „dan zou ik
die nu niet meer aannemen, al kreeg zij ook
heel Andalusië als bruidschat mee."
Onder deze omstandigheden was er dus
voor den jongen Spanjaard niets verleide
lijks in de overwinning. Hij had nauwelijks
de geringste hoop op den goeden afloop dei
zaak, en was reeds de helderste kant dor
geschiedenis tamelijk donker, de andere
zijde was nog zwarter. Alcala had de stie
rengevechten maar zelden bijgewoond, wijl
deze sport niet naar zijn smaak was, al was
bet dan ook niet precies een gevoel van
afschuw, dat Lucius vervulde, zooals ieder
die in andere landen is opgevoed. Al had
men dezen cavalier slechts weinig in Ho
arena gezien, zoo was hij toch vaak genoog
getuige geweest van deze voorstellingen
om te weten, welk gevaar er verbonden was
aan den strijd met de wilde dieren en hoe
beslist noodzakelijk het voor een stiervedhter
was, dat hij zijn wapen vast in de hand
had. Vaardigheid kon clleen door oefening
verkregen worden en tot nog toe had AlcaL
nimmer een speer gehanteerd. Die was te
zwaar voor de hand van don iongen cavalier
hij was er niot aan gewend. Als hij
speer gebruikte, had hij even weinig kans
op een goeden uitslag als iemand zou heb
ben, die zonder vooraf zidh geoefend te
hebben, bij een zwaren storm In de mast
van een schip zou willen klimmen.
Toen Alcala nog jong was, had zijn moe
der zich door een oude zigeunerevrou» d'?
beroemd was om haar waarzeggerij, de toe
komst van haar zoon doen voorspellen. Het
kind vergat nooit weer liet onheilspellend
wezen der oude heks, noch den inhoui
harer woorden: „Hij zal in zijn jeugd een
gewelddadigen dood sterven en vele, oogen
zullen getuigen van zijn dood zijn." Deze
waarschuwing stond Alcala tlhans weer
duidelijk voor oogen, thans nu het scheen
alsof do vervulling der voorspelling nabij
was. Al stond Alcala wat zijn ontwikkeling
betrof, ook hooger dan zijn landslieden, zoo
was hij toch niet vrij van bijgeioovighei 1,
en de woorden der zigeunervrouw speelden
hem weer door het hoofd, zooda. hij va^t
geloofde, dat hij heden zijn ondergang tege
moet reed.
Als men daar nu ook nog bij rek ent de
gedachte aan de govolnon, die zijn dood voor
zijn familie mee moest brengen, zoo kon hef
geen verwondering wekken, dat Alcala's
hart bijna barstte van vertwijfeling. Wat
moest er van zijn oude grootmoeder worden,
de van haar verstand beroofde weduwe?
Wat moest er van zijn lieftallige zuster wor
den, als haar eenige steun haar ontnomen
werd? Zij hadden toch reeds alle rijkdom
men van hun grootvader moeten benutton
om in hun onderhoud te voorzien, zij hadder
geen stukje roeer over van de landerijen,
die de Aguilera's eenmaal tot bunno be
zittingen rekenden. Hun woning was niet
waard om nog meer te worden verbouwd en
bovendien was zij gelegen in *:en stads
gedeelte, dat niet meer modern was. Zoo de
familie genoodzaakt zou zijn het huis te
verkoopen, zoo zou het bedrag niet eens
toereikend zijn om hen uit hun nood te
helpen Smartelijk was nok de gedachte aan
Iheresia, die niettegenstaande haar vele
gebreken, zich steeds een liefdevolle en
trouwe dienares had betoond. En nu zou in
zijn dood voor haar de zekerheid zijn ge
legen, dat zij wellicht haar langen diensttijd
als bedelares in Sevilla zou mooten be-
sluiten.
En dit alles was de schuld van zijn
dwaasheid! Hij offerde gewetenloos, allen
die hem liefhadden op, allen, die hij lief
had, aan zijne igen trots. Telkens en telkens
vatte Alcala het besluit op, door deze ge
dachten gekweld, om zijn ongelukkige be
lofte te breken en de een of andere ver
ontschuldiging te zoeken voor zijn wegblij
ven. Maar het was zwaarder voor hera den
hoon zijner bekenden te weerstaan, dan den
kwaadaardigen stier. Alcala bezat niet zoo
veel zedelijken moed, dat hij zich oan dezen
hoon durfde blootstellen. Hij kon met langei
verdragen als de bediende van een vreem
de gesmaad te worden, als iemand, die mof
de bezittingen van zijn voorvaderen ook
den moed van dezen had verloren Er was
slechts een zaak, die hem zou Tobben kun
nen bewegen zijn trots te buigen en met
voeten te treden, dat ware gewees* het ge
loof en de dwingende kracht der lief le,
maar juist dat eene ontbrak den ridder.
Erger dan de gedachte aan de gevaren
voor zijn familie, erger dan het voorgevoel
van een gewelddadigen dood, die hem te
wachten stond, was de schrikkelijke duis
ternis, waarin voor Alcala het toekomen Je
leven was gehuld. Sterven was >mor hern
hetzelfde als zich ir. een chaos te storten.
Alcala stond, als reeds gezegd, op een hoo
gere trap van geestelijke ontwikkeling dan
de meeste Spanjaarden, hij had zich een
voldoende voorraad menschelijke kennis
bijeenvergaard; maar van het klare, heldoie
licht des hemels wist hij niets. Hij had ee
noeg gelezen, om van het leege bijgeloof,
waarin hij was opgevoed, niets meer t-
willen weten, maar toch nog niet genoeg om
in plaats daarvan e«n andere en betere hoop
te verkrijgen. Deze Spanjaard geloofde niet
dat een priester in staat zou zijn hem van
zijn zonden te ontheffen; daarom voelde hij,
dat ze hem niet waren vergeven. Hij kon
zijn geweten niet verlichten door het op-
zeggen van Latijnsche gebeden of door het
bidden van psalmen, daarom voelde hij zich
voortdurend gedrukt. De cavaimr geloofde
niet aan de voorgeschreven boetedoening of
aan de met geld gekochte missen of aan do
biecht, als middel om genade te verkrijg m
van hem, die in waarheid voor hem „de
onbekende God" was. Hoe zou hij dan vrede
kunnen krijgen? Hoe zou hij dan de zeker
heid hebben kunnen krijgen, dat hij, zoo hij
heden zijn leven in het circus liet, ni*t
dezen doodsstrijd moest verwisselen voor
een veel bitterder vreeselijker smart, wijl
die met den dood niet ophield?
In zijn zielsangst richtten zijn gedachten
zich voortdurend op Lucius Lepine. Do
Spanjaard wist ongetwijfeld, dat zijn En-
gelsche vriend godsdienstig was >n dat zijn
leer van die der Roomsohe Kerk hemels
breed verschilde.
Reeds lang had Alcala heimelijk gc-
wenscht de leer der Protestanten tp kennpii
en thans werd deze wensch tol een bran
dend verlangen, thans, nu het helaas ta
Iaat was er aan te voldoen. Atealn zag in
zijn Engelschen vriend den besten, edelst
denkenden man. dien hij ooit onunoet had,
en hij was scherpzinnig genoeg om dce
edele inborst van hoogmoed te kuni.en on
derscheiden.
(Wordt vervolgdj