D Aminonsalpeter „SI." O POKOM ïH&.rffiS NS PRAATUURTJE LA^T). F.N TUJhTtOüW No. 214 DONDERDAG 16 NOV FM PER 1933 Land- en Tuinbouw" bereikl duizenden boeren en tuinders e Friesche boerencoöperaties in haar maatschappelijk verband Reeds een paar maanden ligt op onze tafel een belangrijke studie van Dr T. v. d. Zee, over ,.De Friesche boerencoöperaties in haar maatschappelijk verband", een boek werk van bijna 300 pagina's, dat bij Bran denburg en Co. te Sneek verscheen. Hoewel het niet vermeld wordt, meenen wij, dat het oorspronkelijk verscheen als proefschrift, ter verkrijging van het docto raat in de Letteren en Wijsbegeerte te Am sterdam, terwijl het nu als op zich zelf staand boek verschijnt De schrijver heeft alles breed opgezet en breedvoerig-behandeld en wat een groote verdienste is voor dit werk geheel objec tief wordt alles belicht Schr. behandelt .eerst in een zestal hoofd stukken: „Het ontstaan der Friesche boeren coöperaties" en daarna in acht hoofdstuk ken: „De maatschappelijke beteekenis dei Friesche baeren-coöperaties". Het eerste gedeelte begint met een korte beschouwing van Friesland als landbomv- provincie, waarin er op gewezen wordt, dat in deze provincie het platteland steeds over- beerschtc en de steden er, noch in de Mid deleeuwen, noch in later tijden, veel betee kenis hadden. En op het platteland over- heerscht weer de veeteelt, wat wel blijkt uit het feit, dat in Nederland per 1000 in woners het aantal koeien 348 bedroeg. In Friesland was dit 854. De daaropvolgende provincie is Drenthe met 554. Als gevolg van deze uitgebreide veeteelt heeft Friesland al van ouds een belangrijke uitvoer van zuivelproducten gehad, zooals blijkt uit het feit, dat reeds in 1456 gemeld wordt, dat er „vreemde 1-u y den van oversee" in Sneek boter komen koopen. En in 1938 wordt 22.2 pet. van al de in Nederland ge produceerde boter alleen in Friesland be reid en 40 pet van de kaas. Gewezen wordt op de sterke verbreiding van liet pachtwezen en het weinig voor komen van klein grondbezit. Nadat nog over de Friesche veeboer in 'de 10e eeuw' is geschreven, waarbij de ver schillende conjunctuur-schommelingen in 't kort zijn genoemd, wijst schr. er op, hoe de groote crisis van de tachtiger jaren de Frie sche boeren bracht tot handelend optreden daartegen en het middel zochten in coöpe ratie. in de eerste plaats wel in zuivelcoö- peratiea. Oorspronkelijk zat de bedoeling voor, om onafhankelijk te geraken van den handel, aan wie men de achterstand hunner pro ducten op de buitenlandsche markt weet. Men wilde de verkoop zelf ter hand nemen, door middel van de eg. botervereeriigingen, «vat feitelijk de eerste coöperaties zijn. ge weest'. Al spoedig bleek, dat ook het productie proces algeheele wijziging moest ondergaan. Men deinsde echter nog terug voor groote fabrieken. Het voorbeeld daartoe moest van particulieren uitgaan, die min of meer groote fabrieken stichtten te Sneek, Veene- wouden pn Bolsward en op wier voorbeeld in 1886 een coöperatieve fabriek te Warga verrees. De eerste coöperatieve zuivelfabriek in Nederland. Bij dit alles zat niet voor de eigenlijke coöperatie-gedachte, doch enkel de idee, dat grootbedrijf noodig was tot verbetering van de toestanden. Dat grootbedrijf mocht 'dan uitgaan van particuliere of van coöpe ratieve ondernemingen, dat deed er oorspron kelijk niet toe. Pas later drongen veel meer de idieele opvattingen naar voren. De man, die dat beginsel vooral gewekt heeft uit den sluimer, waarin het verkeerde, is R. M. Vee man geweest, de ijverige strijder voor de oplosbare KUNSTMEST i de bloem- en zaad- aUs aanwijzing der irschillende planten lUPBendien.PolconfaLr.N Een leerzame studie. coöperatie. Maar ook anderen liepen er warm voor en zoo breidde het aantal coöpe ratieve zuivelfabrieken zich steeds uit van 2 in 1807, 16 in 1890, 30 in 1S93 tot 86 in 1931. Niet het minst werkte hier mede het feit, ,,dat de crisis ten einde liep, dat er weer uiaterieele vooruitgang kwaim en men kon zich weer eens wat idealisme veroorloven". Ook do coöperaties, voelend hun gemeen schappelijke belangen, vereenigden zich en zoo ontstond in 1S97 de Bond van Coöpera tieve Zuivelfabrieken in Friesland, een zg. „topcoöperatie" dus. De coöperatieve aankoopvereenigingen heb ben een wat moeilijker en langer geboorte- proces doorgemaakt. Reeds in 1S82 worden daarover besprekingen gehouden. Maar men schrok volgens schr., er nog voor terug om tegen de van ouds gevestigde handel op te treden. Wel wordt een motie omtrent de vvenschelijkheid van coöperatieve aankoop op kleine schaal aangenomen, doch 't duurt nog tot 1891 voor deze zaak weer besproken wórdt Er waren enkele coöperatieve zuivel fabrieken, die ook veevoeder voor hun leden kochten en alleen in Oost-Dongeradecl een coöperatie, welke kunstmest aankocht Doch pas in 1896 komt de eerste wettelijk erkende coöperatieve aankoopvereeniging te Leeu warden tot stand. Friesland was in dezen andere provincies ten achter. o.a. Zeeland, waar bv. reeds in 1877 de eerste coöperatie te Aardenburg (Dr v. d. Zee schijft vermoe delijk foutief: Aardenhout) was opgericht en in 1891 waren er daar al 23. Bij het ontstaan der Boerenleenbanken staat Dr v. d. Z., eveneens uitvoerig stil, evenals bij dat van de andere coöperaties, zooals verwerkings-, verkoops- en boekhoud- coöperaties, hengsten- en stierenvereenigin- gen en onderlinge verzekeringen. Na zoo het ontstaan der coöperaties be schreven te hebben, gaat de schr. de maat schappelijke beteekenis er van na. Voor den oorlog leidden de coöperaties wel tot meerder gemeenschapsgevoel, doch daarna is dat er niet beter op geworden.en thans, nu rle crisis zoo diep ingrijpt in het bedrijfsleven, raakt dit gemeenschapsgevoel wel wat op den achtergrond. Men wil wel persoonlijk voordeel uit de coöperatie ver werven, doch de geheele consekwenties van het coöperatief handelen niet aanvaarden. Er komt een beduidende coöperatie-schuw heid. Deze uit zich hoe langer hoe duidelijker. Ze uit zich in zekere wrevel tegen de amb tenaar-leiders. Ze uit. zich ook in zekere wrevel, die er tusschen leiders onderling voorkomt. De leus van Veeman: „de boer moat seis de leye ha" (de boer moet zelf de teugels in handen houden) voelen de leiders dei- coöperaties als verouderd, zij willen meer en meer de leiding aan zich trekken. Doch thans is de boer wel allerminst geneigd om zich eenige zeggenschap te laten ontnemen, zoodat er moeilijkheden ontstaan. En door de jonge boeren wordt tegenwoordig den ouderen verweten, dat ze de coöperatie heb ben laten „verambtenaren" en er te veel be langrijke zaken buiten de leden om werden behandeld. Er wordt zelfs gezegd, dat men wel een streep onder de coöperatie kan plaatsen. Als de tijd een meer zakelijk ideaal eischt wat betreft de bestuursinrichting zal dit, volgens Dr. van der Zee, ongetwijfeld de aangewezen weg voor-de coöperatie zijn. De verschillende coöperaties echter voer den een concurrentiestrijd als van particu liere ondernemingen, welke uitsluitend op eigen voordeel bedacht zijn, maar men mag, volgens Schr., de beheerders daar aiet zon der meer aansprakelijk voor stellen. Behandeld worden de loonen en arbeids voorwaarden bij de coöperaties in vergelij king met de particuliere bedrijven. Ook de strijd om den hoer tusschen coöperatie particulieren. Wat de verbetering van het productiepeil betreft, moet geconstateerd worden, dat het aanwezig zijn van coöpera tieve bedrijven een groote stimulans zijn voor verbetering van het productiepeil. Maar eenigen invloed op de bestaanszekerheid den boer dat tot uiting zou komen in het meer sparen der bij de coöperaties aange sloten boeren en in liet op bepaald peil hou den der pachten, kan niet geconstateerd wor den. Aanvankelijk was de beïnvloeding der coöperatie op het klein grondgebruik veel belangrijk, doch thans is deze niet meer te beschouwen als de stimulans op de aanwas ervan, uitgezonderd de coöperatieve crediet oorziening. Met veel belangstelling hebben wij, die zelf de ontwikkeling der Friesche boerencoöpera- es van af het eind der vorige, eeuw hebben leegemaakt d.t zeer belangrijk boek door gelezen, Wat wij cr van weer gaven in dit artikel is slechts een heel flauw beeld van at de in dit onderwerp door en door kun dige schrijver ons weet te teekenen, Te tee kenen op zoo'n wijze, dat ieder, die eenig belang stelt in dit onderwerp, gaarne dit boek zal bestudeeren, Op de uitvoerige lijst van literatuur, die de Schr, opgeeft» zal dit boek voortaan een voorname plaats in nemen, roor den grond, waarvoor het bestemd was, practisch geheel verloren gaat Hij zou voor dergelijke in de vraag be doelde gronden daarom liever willen advi- ;eeren het slakkenmeel te strooien direct na het droogkomen. Het land is dan vol doende vochtig, zoodat de waardegevende hestanddeelen al bij betrekkelijk weinig neer slag in den grond kunnen dringen en dus snel voor de planten beschikbaar komen. Men moet z.i. bij de beoordeel ing van deze kwestie in het algemeen van de vraag omtrent het beste tijdstip van uitstrooien de oude theorie, dat slakkenmeel vroeg uit gestrooid moet worden, overboord zetten. Dr, Wilhelmj, wien door den heer Visser boven ontwikkelde gedachtepgang werd rgelegd, berichtte, dat hij hot standpunt ten opzichte van de gestelde vraag en de motiveering daarvan met de resultaten zijner onderzoekingen volkomen in overeen stemming achtte. glakkenmeel op overstroomde gronden Men vestigt onze aandacht op een artikel in „de Nieuwe Veldbode", waarin de heer H. Visser een antwoord op een vraag corri geert Er was gevraagd in dat blad, of het ge- wenscht is slakkenmeel op land, dat over stroomd wordt te strooien, waarop geant woord werd, dat dit wel kan, al? men maar een paar weken vóór 't onder water komen uitstrooide. Dit was tot voor kort de meest gangbare meening, die ook wij een paar jaar geleden nog in ons blad huldigden. Maar de onderzoekingen staan niet stil êii de resultaten zijn meermalen van dien aard dat we onze opvattingen moeten wijzigen, als de praktijk ons leert, dat wat vroeger als wijsheid gold, thans geen wijsheid meel is. Do Genestet zei wel in een ander ver band, doch ook op landbouwgebied zoo zeer toepasselijk: „wat mij de wijzen als wijsheid verbonden, straks komt een wijzer, die 't weg-redeneert". De heer V. wijst op de onderzoekingen van Dr Wilhelmj, waarover wij indertijd uitvoe slakkenmeel veel gemakkelijker door den grond zich bewegen dan men wel aannam Voor oplossen en opnemen door de planten an dit fosfor-zuur en deze kalk is. volgens le laatste onderzoekingen alleen bodem- vocht voldoende. Zure wortelafscheidingen zijn niet meer noodig. Zeer waarschijnlijk is de verbeterde be reiding van het Thomasslakkenmeel, zooals die in de meeste fabrieken in de laatste jaren wordt toegepast,1 hieraan niet vreemd schrijft V. Op grond van de bedoelde onder zoekingen meent hij, dat men de vraag, of men Thomasslakkenmeel op gronden, dip in den winter ónder water komen, in den herfst kan strooien, andere moet bekijken. Men moet daarbij in de eerste plaats in aanmerking nemen, of de betreffende grond zelf zepr fosforzuur-arm is of niet. In het eerste geval zal er van het eenige weken tevoren uitgestrooide slakkenmeel, mits het spoedig daarna flink regent, weinig of niets meer óp den grond aanwezig zijn, als het land onder water komt Aangezien fosfor zuur van een daaraan zeer behoeftigen grond in sterke mate wordt vastgelegd, zal er dan geen verlies van eenige beteekenis door de overstrooming kunnen optreden. Anders is het, wanneer wij te doen heb ben met gronden, die. zooals de meeste Ne- derlandsche, nu niet bepaald naar fosfor- zuur hongeren, maar waar de fosforzuur- bemesting het karakter draagt van het bij houden van den bodemvoorraad. Wanneer in dergelijken grond door den neerslag het fosforzuur is ingedrongen, wordt het niét direct vastgelegd en komt in normale ge vallen daardoor ai zeer gemakkelijk ter be schikking van de planten. Wanneer door dergelijke gronden echter een grooté massa water zakt, zooals na droogvallen natuur lijk het geval is, dan is de kans op verlies van fosforzuur en kalk uit het slakken meel zeer groot. Op grond hiervan komt schr. tot de con clusie, dat het in het algemeen niet is aan te bevelen het slakkenmeel uit te strooien vóór het onder water komen. Bovendien, wanneer er tusschen uit strooien en overstrooming weinig of geen neerslag komt, welk geval zich langs onze groote rivieren gemakkelijk kan voordoen, dan zal het overstroomingswater zeer zeker groote hoeveelheden fosforzuur en kalk uit het slakkenmeel oplossen, waarmede dit WEET GE... dat de voorzitter van de Gron. Maatschap pij v. Landbouw beweert een boer zonder „steun" met een bedrijf van 50 H.A. zijn arbeid niet beloond krijgt, geen rente ran zijn bedrijfskapitaal ontvangt en nog f 3500 moet toeleggen op de exploitatie van zijn boerderij. dat de landbouwers in Groningen en Dren te over 1932 gemiddeld f 11.— per 100 kg. voor de tarwe hebben ontvangen, wat bij een gemiddelde opbrengst van 2400 kg. (buiten stroo) f 264.en met stroo (5000 kg. a f 7.—) ongeveer f 300.per H.A. beteekent Dapporlen op het Inter nationaal Zuivelcongres Door het Nationaal Comité van den Inter nationalen Zuivelbond zijn voor het 10e In ternationaal Zuivelcongres, dat van 30 April tot 6 Mei 1934 te Rome en Milaan zal wor den gehouden, de navolgende rapporten in gediend: Over eenige specifieke werkingen van ge- ensileerd groenvoeder, door dr. E. Brouwer, directeur der physiologische afdeeling van het Rijkslandbouwproef station te Hoorn; De werkwijze onzer rundveestamboekver- eenigingen en de verkregen resul taten, door ir. Jacq. Timmermans, Rijks veeteeltconsulent te Roermond. (Ie sectie: veeteelt en melkproductie). Enkele ervaringen over het bereiden van Goudsche en Edammer kaas uit gepas teuriseerde melk in de Friesche zuivel fabrieken, door F. Keestra., leeraar- technious van den Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Friesland, Leeuwar den. (3e sectie: de bereiding van en de handel in melk en melkproducten). Over het meest waarschijnlijke verband tus schen drogestofgehalte, vetgehalte en soortelijk gewicht van melk, door ir. D. C. de Waal, directeur der Boter- en Kaascontrolestations „Noord-Hol land", Alkmaar. (4e sectie: onderwijs, onder- zoekingen en propaganda inzake melk en melkproducten). Het systeem der melkveecontrole in Neder 'land, door dr. A. G. Breen, Rijkszuivel- consulent voor Overijssel te Zwolle. (5e sectie: wetgeving en controle van melk en melkproducten). Bestrijding der Brucella Abortus Bang in fectie onder het rundvee, door prof. C. F. van Oyen, hoogleeraar in Faculteit der Veeai-tsenijkunde aar Rijksuniversiteit te Utrecht. (6e sectie: veeart. mükundige vraagstukken met betrekking tot melk). EEN G0EDK00PE STIKST0FMESTST01 MEI UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN Inlichtingen worden verstrekt door het Landbouwkundig Bureau der Staatsmijnen te Lutterade (Li). SMËERKIT Ideaal dekiiu.l'lei voor oude en lekke kassen kan met kwast koud worden verwerkt DORDRECHT LANDBOUWKALK 80°/0 KALKFAB™'"v.DIJK&C DORDRECHT Op keur Rijkslandbouwproefstation 180% C.OIL 90% fijnheid] Verpakking in sterke papieren zakken MARKTOVERZICHT VOERARTIKELEN De vaste stemming aan het began der vorige week voor spoedege mans aanwezig, kreeg al gauw een inzinking, toen bleek, dat enkele booten of gedeeltelijke lading-:n tueschengeschoven werden en er dus wat meer kwam dan verwacht was. Ou het eind der week echter bleek, dat aiMes vlot ver kocht werd naar het binnenland cn daar door werd het opnieuw vast Gerst bleef prijshoudend en was tenslotte iets hooger. Er komen geregeld flinke par tijen binnen en de vraag is, ondanks het groote prijsverschil nog niet, zooals men zou mogen verwachten. In rogge gaat nog weinig om; tooli zal ziah hierin binnenkort wel een handel ontwikkelen, als de door de Regeeriing gekochte partijen aan de* markt komen. Tarwe blijft ook goedkoop en is zelfs goedkooper dan mals. Onbegrijpelijk is het, evenals bij gerst,' dat daarvoor geen grootere vraag is. Haver blijft nog verlaten De markt voor Amerilkaarisohe lijnkoeken onderging de. laatste week weinig verande ring. De prijzen J voor Iqco enetoóïnende booten trokken heden door de gg-ootore vraag weer iets aan. Grorudnotenikoek on veranderd met ruim aanbod. Cocoekoek en Soyasch roert zeer sohaar&ch. Voor loco par tijen wordt een groote premie betaald. LANDBOUWZADEN De maand October heeft een prijsstijging voor de meeste gras- en klaverzaden ge bracht, welke thans weer grootendeels tot staan is gekomen. Met name rood klaver zaad blijft een vaste tendens vertopnen. Producenten blijven gereserveerd met aanbiedingen in zaden van den nieu oogst, veelal wordt productiebeperking of min of meer tegenvallende opbrengst ge meld en zoodoende op een verdere prijs stijging gehoopt. Onder den invloed hier van vraagt men nu ook hoogere pa-ijzen voor zaden va.n don ouden oogst, waarvan in sommige soorten nog wel vrij belang rijke, hoeveelheden beschikbaar schijnen te zijn en welke, tot voor korten tijd nog tot betrekkelijk lage prijzen wenden aange boden- Voor den nieuwen oogst kunnen we nog geen definitieve prijzen noemen, doch zoo als .reedseerder, gemeld, dient men met een hooger niveau, dan verleden jaar te rekenen. Op verzoek verstrekken we gaarne eèn overzicht der huidige noteeringen. Het verder venloop zal wel grootendeels afhangen van de omstandigheid in hoeveou* de beschikhaa- komende productie de vraag zal kunnen dekken. Eerst bij het zetten van het eigenlijke seizoen, wanneer de ordens voor meer direct gebruik los ko men, zal men dienaangaande een juister inzicht krijgen. Hier te lande zal de vraag vermoedelijk wel eenigen terugslag onder vinden. De jongste steunmaatregelen, waar door o.a. de akkerbouw weer loonende resultaten belooft, kan allicht tot eenige inkrimping van het weidebedrijf leiden- MESTSTOFFEN Stikstofmeststoffen. Ook de af- geloopen week bracht geen verandering in de doodstille stemming op de stikstof markt Men hoort- thans absoluut niet meer van nieuwe zaken. Ieder schijnt kalm het voor jaar af te wachten; degenen, die reeds koch ten, in de hoop niet bekocht to zullen zijn, de anderen, die nog afwachten, in de hoop dat er straks nog iet6 gebeuren zal, waar- dooi' men tegen den gebruikstijd lager te recht kan. Thoma6meel. De markt in het bui tenland heeft ook in de afgeJoopen week een vastere houding aangenomen. Het schijnt, dat Duiitsch'land, welk land voor het binnenland niet veriiaagd had, thans weer, ad is het maar langzaam aan, als koo.p er- o-p de markt is gekomen. Eerst zal men echter voor een doel de thans aan wezige voornaden wallen spuien. Hel ie trouwens altijd een onderdeel van de Duit- sohe politiek geweest itn het na.jaajr eenige voorraden aan te houden om te dienen bij de drukke afleveringen in het voorjaar- In Bolgie en Luxemburg zijn ook vele zaken afgesloten en de prijzen troiken daardoor iets aan. Zoj was het ook reeds met de ao- teetringen van Noord-Frankrijk. Er is thans een behoorlijke kooplust, omdat de prijzen nog niet hoog zijn, maar men moet deze aanmoedigen en niet afschrikken. De tweedehandsposten zijn voor een flink deel van de markt verdwenen of worden overigens vastgehouden nu de markt weer een vaster aanzien heeft. Ook in Nederland is in de afgeloopen week flink gekocht, het gewone verschijnsel Bij een dalende markt zijn er dikwijls wel orders, maar ze worden vastgehouden in de hoop, dat de mankt nog lager zal gaan. Komt er dan een ommekeer, dan rallen ua omzetten plotseling erg mee. Kalizouten. Ook die markt in dlit ar tikel. js vrijwel tot rust gekomen. De markt is .namelijk ook op een deagelijk niveau aan geland, dai de veraf liggende productie landen slechts een zeer bescheiden prijs voor hun artikel ontvangen. In dit opzicht natuurlijk is de ligging dér Duitschè en El- zaeser kaliprodlucten betrekkelijk gunstig te noemen, daar deze met een minimum aan vracht rechtstreeks naar het binnen land versohepen. De markttoestand is op het oogenbliik zóó, dat kalizout 20% franco overslagplaats ge leverd ongeveer evenveel kost als Kadniet vóór den oorlog, spoorvrij aan de mijn. „Back to the farm!". 1 Goeie morgen! daar begint hy mo dadelijk met Hottentotsch, zult ge zeggen. Dat zal me wat fraais worden! Pardon! Dat is geen Hottentotsoh, dat is Engelsch. „Voor mij gelijk", zullen velen feeggen. Goed dan! Ik zal voortaan in de taal mij ner moeder spreken. Maar daar ge voor hei grootste gedeelte deze ook wel niet zult ver staan, zal ik 't maar in 't Nederlandsch Maar ik moest toch even „geuren" met mijn Engelsch, waar ik ook een paar woor den van ken (waarvoor is er anders lesgeln Ibetaald?) Veel meer dan bovenstaande vier woorden is het ook niot. Ge weet echter ook wel, dat hoe minder men ergens van weet, hoe meer men er vaak over praat. Nog eens: „Back to the farm!". Dat is de leus waarmede le massa in Amerika tegen woordig opstaat en naar bed gaat. „Terug naai de boerderij!", dat predikt president Roosevelt niet alleen tot de hand havers der wet, die de opstandige boeren moeten bedwingen, doch tot de stedelingen, Idic geen „leven" meer hebben in de stad,waar heen zij vroeger, tijdens en na de oorlog, met onweerstaanbare kracht werden heen- gezogen. „Terug tiaar het land!", (want met farm wordt feitelijk wat anders bedoeld dan boer derij in engeren zin) dat is de leus waarme de Ford optreedt en ondertussc-hen de blauwe arenden van de Nira overrijdt „Terug naar bet land!" is de leus van de 'inden. Men wil kantoren en fabrieken In landelijke omgeving zetten. Men wil de be dienden en werklieden in een gezonder om geving brengen. Men wil ze in een goedkoo- pere levensverhouding laten. Men wil zelt goedkooper zijn bedrijf inrichten en de krankzinnig hooge prijzen, die thans in rtc groote menschencentra betaald moeten wor den voor grondaankooD of huren overgaan. En Ford wil dat zijn arbeiders in hun vrije tijd tuinen on land voor zich zelf bewerken opdat ze niet alleen van hun loon afhanke lijk zullen zijn. En het heeft succes dit streven..Meer dan ii/o millioen menschen trokken reeds !n 1930 uit de stad naar het land terug. In 1931 waren het bijna 2 millioen en in 1932 reeds V/z millioen on ook dit jaar gaat het me. toenemende vaart. Zoodat we wel kunnen zeggen, dat in deze vier jaren bijna 10 mil lioen de stad met het platteland verwissel den. Niet zoozeer om weer boer of boeren arbeider to worden. Dat zou ook niet te pre- fereeren ijn. Ook niet in ons land, waar ook op het platteland al genoeg werkloos heid is. Zoo heeft men Niet dat er geen werk genoeg meer is te ver richten. Dat nog wel. Doch deze arbeid krijgt dn werkgever niet terug in zijn producten. Daarom is hij wel gedwongen om het werk volk te ontslaan en zelf met zijn vrouw en kinderen de noodigste arbeid te vei-richten. Wel lijden de bedrijven door deze maatre gelen, doch nood breekt wet. Veel werkloozen werden naar de rijks werkverschaffing gezonden en verdienen daar een twintig gulden en meer, terwijl ze voor eigen onderhoud nog f 4.75 krijgen. Dat is voor de arbeiders, die in de Westland- srhe bedrijven een gulden of 16 tot 18 ver dienen wel aanlokkelijk en zoo komen er zelfs werkloozen verzoeken uitgezonden te mogen worden. Maar voor de gemeenten Is het kostbaar dit uitzenden. Daarom zoeken pnkele gemeenten, b.v. Naaldwijk en de Lier, naar een weg om de werkloozen in eigen streek te werk tP stellen. We hopen, dal hen dit gelukt. Werkgelegenheid is er ge, noeg. Een goede regeling te treffen is echter niet zoo gemakkelijk. Zooals het ook niet gemakkelijk is het pu bliek tevreden te stellen. Algemeene maat regelen zullen vooral in een tijd als deze steeds becritiseerd worden. Maar als er re den is mag het ook wel. Om voor kwader te behoeden. Zoo mag ook wel eens gelet worden op Men beweert, dat een groot nationaal ver mogen met deze inkrimping vernietigd wordt. Zoo heb ik een circulaire van slagers die te Rotterdam verspreid werd. Men neemt daar als voorbeeld een koe van 750 Kg. (Dat is dus voor zoo'n inkrimpiitgskoe wel wat "en heel zware, is 't niet?). Na slachting blijft van deze koe 250 K.G zonder been over, dat na inkrimping en verwerking in bl:k nog 125 Kg. weegt, dat verkocht wordt voor 30 ct. per Kg. dus 37V2 pld- opbrengt. De koe had de C.R.C. gekost 750 keer 30 ct. (in deze klasse werd zij geplyatst). dat is 225 gló. Hier komen nog bij de kosten van aankoo- pen, slachten, vervoer, verwerking tot blik- vleesch (of er ook nog accijns betaald wordt weet ik niet). Als we dit laag taxeeren dan zijn deze kosten 12^ gulden, zoodat de koe 237V2 gulden kost en37y2 gulden op brengt Dus 200 gulden schade geeft. Laten we het heel wat lager stellen nl. op de helft of 100 etd. Dat wordt voor dc 100.000 koeien, gesteld, cLaft men iedere drachtige k<>" dub bel telt voor de veestaipeltbeperkimg, wat, gel oef ik, de bedoeling ie, dat wordt voor de 100.000 koeden, dus 10 miUilitoen gulden. Wegen deze kosten op tegen de gehoopte voordeelen? Voor beperkriaig zijn we. Dooh we vragen: kon het niet andere? Wiet men geen ahdere weg dan via de exportslage- rijen, waarbij vee uit Breda naar Oea, Wijhe en Deventer gaat, en vee uit Sneek naar.. Breda- Maak troh a.ub. de steunmaatrege len niet tot een nationale aanfluiting. Het sladspubliiek wordt nog meer vooringeno men tegen de boeren, dan ze ad vaak zijn. F.n nu gaan wij ook nog Belgisch vee voor regeerongsgeld koopen. En- moet n.l. een zeer levendige smokkelhandel gedreven worden in drachtig Belgisch vee, dat de grens overgevoerd wordt en hier op de markt de Regeeirimgeopkoopens aangeboden wordt. Ja, 't gaat tegenwoordig heel raar in de wereld. DE DEENSCHE VERNIETIGDE KOEIEN BELEMMEREN DE DEENSCHE BACON Dat lijkt een puzzle, doch het is heel ge makkelijk als ge de oplossing ziet (wat trouwens met alle puzzles het geval is). Men moet n-1 weten dot de tienduizenden Deensohe koeien, die om de veestapel daar te beperken, opgekocht werden, in de dstructoren tot vleeschmeel verwerkt wor den. Maar dat vleesohmeel wordt naar En geland vonkoriht, waar het gebruikt wordt om de varkens er mee te voederen. Enge land heeft nl. groote beroefte aan een goed varkensvoeder ails dlit diermeel is, nu de varkensproductie zich zoo geweldig uit breidt. Maar deze met Deensch diermeel gevoerde varkens maken, dat Engeland de baconinvoer gaat beperken. En zoo hebben ze ook niet zooveel Deensohe bacon meer noodiig. Mooie wereld tegenwoordig. In Denemarken, waar vroegen- boor en stedeling voor het overgroote deel marga rine gebruikte, leeiren ze nu bij de boter- overvloed wegens beperkte uitvoer, boter eten. En in ons land hebben ze, térwille van de mapgarinefabricage, dé bóeren en stedelingen, die nog boter aten, tot marga rine-eters gemaakt- Dat worden ze misschien ook Zooals men zal weten werd en wordt in Zuid-Afrika door een ontzaglijke droogte geplaagd. Duizenden koeien zijn omgeko men en de rest geeft maar weinig melk meer. Zoo ontstond er een groot gat in de botervoorraad, die laatst September nog 1.400.000 pond bedroeg, doch een maand daarna nog maar 400.000 pond. Daarom is de regeeritng tot het besluit gekomen van week tot week boter te laten invoeren. De eerste week wanen het 6000 kisten, die ge kocht wanden door het ingestelde botor- invoerbureau- Het lijkt er veel op, dat ook kaas straiks ar dat land noodiig zal zijn. En voorheen voor de Zuid-Afnilka boter en kaas uit. En- zijn meer van dtie onbegrijpelijke wen dingen in do loop raai de wereldgebeurte nissen. IN RUSLAND VERROT HET GRAAN OP DE AKKERS Een blad „de Molot" een officieel Rus sisch blad uit het graandiistrdct, spreekt er schande over, dat maar 78 percent van liet te velde staande gewas is gedonsebt. De oogst van 150.000 H.A. kan «iet verwerkt worden- En van de zonneb'.oemzaden. waar uit olie geponst wordt, die voor de Russi sche arbeider de boter vervangt, iB slechts 20. tot 35 percent opgeslagen. Met mais, ka» toen, tabakenz. is hot even zoo. Van het braakland dat tot bouwland zou moeten worden bewerkt is nog maan- ruiimi 15 per cent geploegd. En hot blad zegt zelf: „Wij hebben onze menschen, onze machines, en ohze trekdieren verkeerd behandeld, onze houding'tegenóver dlieren is barbaaasch en t genover machines eveneens". Dan wordt er bij ons toch anders gewerkt Neem b.v. de suikerbieten. Wat een drukte aan de fabrieken- AAN DE „DINTELOORD" WORDEN PER WEEK CA. 30 MILLIOEN K.G. SUIKERBIETEN VERWERKT Zooveel is nog nooit in een week ver werkt. Er is dus weer eens een record ge broken. Vroeger werden door middelmatige fabrieken ongeveer zooveel in een geheel seizoen verwerkt 't Is nog niet geheel tot de 30 millioen, doah men hoopt er te komen in dit seizoen. Dat is o-i. een mooie jubi leum-uitgave of jubileum prestatie, want, ais we bat wei hebben, bestaat deze coöpe ratie dit jaar een kwart eeuw. p. f.ü! Maar ik kan moeilijk de Fransche regeei ring pf-en met haar vinding om de te vertkoopen. Dat schijnt men ran plan te zijn, volgens een bericht, dat wij ook deze week plaatsten. De imvoerlicentiies van tarwe zullen bij opbod verkocht worden, heette het. In een dwaze tijd kan men tot allerlei dwaze din gen komen. De toestanden zouden vrij wat gezonder worden voor alle landen, geen uitgezonderd, als die heele invoerbeperking opgeheven wordt- Daarop is het wachten. Ook van mij, waarom ik zeg.... Tot de volgende week. PRAATJESMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8