D
Aminonsalpeter „SI."
O
POKOM
ïH&.rffiS
NS PRAATUURTJE
LA^T). F.N TUJhTtOüW No. 214
DONDERDAG 16 NOV FM PER 1933
Land- en Tuinbouw"
bereikl duizenden
boeren en tuinders
e Friesche boerencoöperaties
in haar maatschappelijk verband
Reeds een paar maanden ligt op onze
tafel een belangrijke studie van Dr T. v. d.
Zee, over ,.De Friesche boerencoöperaties
in haar maatschappelijk verband", een boek
werk van bijna 300 pagina's, dat bij Bran
denburg en Co. te Sneek verscheen.
Hoewel het niet vermeld wordt, meenen
wij, dat het oorspronkelijk verscheen als
proefschrift, ter verkrijging van het docto
raat in de Letteren en Wijsbegeerte te Am
sterdam, terwijl het nu als op zich zelf
staand boek verschijnt
De schrijver heeft alles breed opgezet en
breedvoerig-behandeld en wat een groote
verdienste is voor dit werk geheel objec
tief wordt alles belicht
Schr. behandelt .eerst in een zestal hoofd
stukken: „Het ontstaan der Friesche boeren
coöperaties" en daarna in acht hoofdstuk
ken: „De maatschappelijke beteekenis dei
Friesche baeren-coöperaties".
Het eerste gedeelte begint met een korte
beschouwing van Friesland als landbomv-
provincie, waarin er op gewezen wordt, dat
in deze provincie het platteland steeds over-
beerschtc en de steden er, noch in de Mid
deleeuwen, noch in later tijden, veel betee
kenis hadden. En op het platteland over-
heerscht weer de veeteelt, wat wel blijkt
uit het feit, dat in Nederland per 1000 in
woners het aantal koeien 348 bedroeg. In
Friesland was dit 854. De daaropvolgende
provincie is Drenthe met 554.
Als gevolg van deze uitgebreide veeteelt
heeft Friesland al van ouds een belangrijke
uitvoer van zuivelproducten gehad, zooals
blijkt uit het feit, dat reeds in 1456 gemeld
wordt, dat er „vreemde 1-u y den van oversee"
in Sneek boter komen koopen. En in 1938
wordt 22.2 pet. van al de in Nederland ge
produceerde boter alleen in Friesland be
reid en 40 pet van de kaas.
Gewezen wordt op de sterke verbreiding
van liet pachtwezen en het weinig voor
komen van klein grondbezit.
Nadat nog over de Friesche veeboer in
'de 10e eeuw' is geschreven, waarbij de ver
schillende conjunctuur-schommelingen in 't
kort zijn genoemd, wijst schr. er op, hoe de
groote crisis van de tachtiger jaren de Frie
sche boeren bracht tot handelend optreden
daartegen en het middel zochten in coöpe
ratie. in de eerste plaats wel in zuivelcoö-
peratiea.
Oorspronkelijk zat de bedoeling voor, om
onafhankelijk te geraken van den handel,
aan wie men de achterstand hunner pro
ducten op de buitenlandsche markt weet.
Men wilde de verkoop zelf ter hand nemen,
door middel van de eg. botervereeriigingen,
«vat feitelijk de eerste coöperaties zijn. ge
weest'.
Al spoedig bleek, dat ook het productie
proces algeheele wijziging moest ondergaan.
Men deinsde echter nog terug voor groote
fabrieken. Het voorbeeld daartoe moest van
particulieren uitgaan, die min of meer
groote fabrieken stichtten te Sneek, Veene-
wouden pn Bolsward en op wier voorbeeld
in 1886 een coöperatieve fabriek te Warga
verrees. De eerste coöperatieve zuivelfabriek
in Nederland.
Bij dit alles zat niet voor de eigenlijke
coöperatie-gedachte, doch enkel de idee, dat
grootbedrijf noodig was tot verbetering
van de toestanden. Dat grootbedrijf mocht
'dan uitgaan van particuliere of van coöpe
ratieve ondernemingen, dat deed er oorspron
kelijk niet toe. Pas later drongen veel meer
de idieele opvattingen naar voren. De man,
die dat beginsel vooral gewekt heeft uit den
sluimer, waarin het verkeerde, is R. M. Vee
man geweest, de ijverige strijder voor
de oplosbare
KUNSTMEST
i de bloem- en zaad-
aUs aanwijzing der
irschillende planten
lUPBendien.PolconfaLr.N
Een leerzame studie.
coöperatie. Maar ook anderen liepen er
warm voor en zoo breidde het aantal coöpe
ratieve zuivelfabrieken zich steeds uit van
2 in 1807, 16 in 1890, 30 in 1S93 tot 86 in 1931.
Niet het minst werkte hier mede het feit,
,,dat de crisis ten einde liep, dat er weer
uiaterieele vooruitgang kwaim en men kon
zich weer eens wat idealisme veroorloven".
Ook do coöperaties, voelend hun gemeen
schappelijke belangen, vereenigden zich en
zoo ontstond in 1S97 de Bond van Coöpera
tieve Zuivelfabrieken in Friesland, een zg.
„topcoöperatie" dus.
De coöperatieve aankoopvereenigingen heb
ben een wat moeilijker en langer geboorte-
proces doorgemaakt. Reeds in 1S82 worden
daarover besprekingen gehouden. Maar men
schrok volgens schr., er nog voor terug om
tegen de van ouds gevestigde handel op te
treden. Wel wordt een motie omtrent de
vvenschelijkheid van coöperatieve aankoop
op kleine schaal aangenomen, doch 't duurt
nog tot 1891 voor deze zaak weer besproken
wórdt Er waren enkele coöperatieve zuivel
fabrieken, die ook veevoeder voor hun leden
kochten en alleen in Oost-Dongeradecl een
coöperatie, welke kunstmest aankocht Doch
pas in 1896 komt de eerste wettelijk erkende
coöperatieve aankoopvereeniging te Leeu
warden tot stand. Friesland was in dezen
andere provincies ten achter. o.a. Zeeland,
waar bv. reeds in 1877 de eerste coöperatie
te Aardenburg (Dr v. d. Zee schijft vermoe
delijk foutief: Aardenhout) was opgericht
en in 1891 waren er daar al 23.
Bij het ontstaan der Boerenleenbanken
staat Dr v. d. Z., eveneens uitvoerig stil,
evenals bij dat van de andere coöperaties,
zooals verwerkings-, verkoops- en boekhoud-
coöperaties, hengsten- en stierenvereenigin-
gen en onderlinge verzekeringen.
Na zoo het ontstaan der coöperaties be
schreven te hebben, gaat de schr. de maat
schappelijke beteekenis er van na.
Voor den oorlog leidden de coöperaties
wel tot meerder gemeenschapsgevoel, doch
daarna is dat er niet beter op geworden.en
thans, nu rle crisis zoo diep ingrijpt in het
bedrijfsleven, raakt dit gemeenschapsgevoel
wel wat op den achtergrond. Men wil wel
persoonlijk voordeel uit de coöperatie ver
werven, doch de geheele consekwenties van
het coöperatief handelen niet aanvaarden.
Er komt een beduidende coöperatie-schuw
heid.
Deze uit zich hoe langer hoe duidelijker.
Ze uit zich in zekere wrevel tegen de amb
tenaar-leiders. Ze uit. zich ook in zekere
wrevel, die er tusschen leiders onderling
voorkomt.
De leus van Veeman: „de boer moat seis
de leye ha" (de boer moet zelf de teugels
in handen houden) voelen de leiders dei-
coöperaties als verouderd, zij willen meer en
meer de leiding aan zich trekken. Doch
thans is de boer wel allerminst geneigd om
zich eenige zeggenschap te laten ontnemen,
zoodat er moeilijkheden ontstaan. En door
de jonge boeren wordt tegenwoordig den
ouderen verweten, dat ze de coöperatie heb
ben laten „verambtenaren" en er te veel be
langrijke zaken buiten de leden om werden
behandeld.
Er wordt zelfs gezegd, dat men wel een
streep onder de coöperatie kan plaatsen.
Als de tijd een meer zakelijk ideaal eischt
wat betreft de bestuursinrichting zal dit,
volgens Dr. van der Zee, ongetwijfeld de
aangewezen weg voor-de coöperatie zijn.
De verschillende coöperaties echter voer
den een concurrentiestrijd als van particu
liere ondernemingen, welke uitsluitend op
eigen voordeel bedacht zijn, maar men mag,
volgens Schr., de beheerders daar aiet zon
der meer aansprakelijk voor stellen.
Behandeld worden de loonen en arbeids
voorwaarden bij de coöperaties in vergelij
king met de particuliere bedrijven. Ook de
strijd om den hoer tusschen coöperatie
particulieren. Wat de verbetering van het
productiepeil betreft, moet geconstateerd
worden, dat het aanwezig zijn van coöpera
tieve bedrijven een groote stimulans zijn
voor verbetering van het productiepeil. Maar
eenigen invloed op de bestaanszekerheid
den boer dat tot uiting zou komen in het
meer sparen der bij de coöperaties aange
sloten boeren en in liet op bepaald peil hou
den der pachten, kan niet geconstateerd wor
den. Aanvankelijk was de beïnvloeding der
coöperatie op het klein grondgebruik veel
belangrijk, doch thans is deze niet meer te
beschouwen als de stimulans op de aanwas
ervan, uitgezonderd de coöperatieve crediet
oorziening.
Met veel belangstelling hebben wij, die zelf
de ontwikkeling der Friesche boerencoöpera-
es van af het eind der vorige, eeuw hebben
leegemaakt d.t zeer belangrijk boek door
gelezen, Wat wij cr van weer gaven in dit
artikel is slechts een heel flauw beeld van
at de in dit onderwerp door en door kun
dige schrijver ons weet te teekenen, Te tee
kenen op zoo'n wijze, dat ieder, die eenig
belang stelt in dit onderwerp, gaarne dit
boek zal bestudeeren, Op de uitvoerige
lijst van literatuur, die de Schr, opgeeft» zal
dit boek voortaan een voorname plaats in
nemen,
roor den grond, waarvoor het bestemd was,
practisch geheel verloren gaat
Hij zou voor dergelijke in de vraag be
doelde gronden daarom liever willen advi-
;eeren het slakkenmeel te strooien direct
na het droogkomen. Het land is dan vol
doende vochtig, zoodat de waardegevende
hestanddeelen al bij betrekkelijk weinig neer
slag in den grond kunnen dringen en dus
snel voor de planten beschikbaar komen.
Men moet z.i. bij de beoordeel ing van
deze kwestie in het algemeen van de vraag
omtrent het beste tijdstip van uitstrooien
de oude theorie, dat slakkenmeel vroeg uit
gestrooid moet worden, overboord zetten.
Dr, Wilhelmj, wien door den heer Visser
boven ontwikkelde gedachtepgang werd
rgelegd, berichtte, dat hij hot standpunt
ten opzichte van de gestelde vraag en de
motiveering daarvan met de resultaten
zijner onderzoekingen volkomen in overeen
stemming achtte.
glakkenmeel op
overstroomde gronden
Men vestigt onze aandacht op een artikel
in „de Nieuwe Veldbode", waarin de heer
H. Visser een antwoord op een vraag corri
geert
Er was gevraagd in dat blad, of het ge-
wenscht is slakkenmeel op land, dat over
stroomd wordt te strooien, waarop geant
woord werd, dat dit wel kan, al? men maar
een paar weken vóór 't onder water komen
uitstrooide.
Dit was tot voor kort de meest gangbare
meening, die ook wij een paar jaar geleden
nog in ons blad huldigden.
Maar de onderzoekingen staan niet stil êii
de resultaten zijn meermalen van dien aard
dat we onze opvattingen moeten wijzigen,
als de praktijk ons leert, dat wat vroeger
als wijsheid gold, thans geen wijsheid meel
is. Do Genestet zei wel in een ander ver
band, doch ook op landbouwgebied zoo zeer
toepasselijk: „wat mij de wijzen als wijsheid
verbonden, straks komt een wijzer, die 't
weg-redeneert".
De heer V. wijst op de onderzoekingen van
Dr Wilhelmj, waarover wij indertijd uitvoe
slakkenmeel veel gemakkelijker door den
grond zich bewegen dan men wel aannam
Voor oplossen en opnemen door de planten
an dit fosfor-zuur en deze kalk is. volgens
le laatste onderzoekingen alleen bodem-
vocht voldoende. Zure wortelafscheidingen
zijn niet meer noodig.
Zeer waarschijnlijk is de verbeterde be
reiding van het Thomasslakkenmeel, zooals
die in de meeste fabrieken in de laatste
jaren wordt toegepast,1 hieraan niet vreemd
schrijft V. Op grond van de bedoelde onder
zoekingen meent hij, dat men de vraag, of
men Thomasslakkenmeel op gronden, dip
in den winter ónder water komen, in den
herfst kan strooien, andere moet bekijken.
Men moet daarbij in de eerste plaats in
aanmerking nemen, of de betreffende grond
zelf zepr fosforzuur-arm is of niet. In het
eerste geval zal er van het eenige weken
tevoren uitgestrooide slakkenmeel, mits het
spoedig daarna flink regent, weinig of niets
meer óp den grond aanwezig zijn, als het
land onder water komt Aangezien fosfor
zuur van een daaraan zeer behoeftigen
grond in sterke mate wordt vastgelegd, zal
er dan geen verlies van eenige beteekenis
door de overstrooming kunnen optreden.
Anders is het, wanneer wij te doen heb
ben met gronden, die. zooals de meeste Ne-
derlandsche, nu niet bepaald naar fosfor-
zuur hongeren, maar waar de fosforzuur-
bemesting het karakter draagt van het bij
houden van den bodemvoorraad. Wanneer
in dergelijken grond door den neerslag het
fosforzuur is ingedrongen, wordt het niét
direct vastgelegd en komt in normale ge
vallen daardoor ai zeer gemakkelijk ter be
schikking van de planten. Wanneer door
dergelijke gronden echter een grooté massa
water zakt, zooals na droogvallen natuur
lijk het geval is, dan is de kans op verlies
van fosforzuur en kalk uit het slakken
meel zeer groot.
Op grond hiervan komt schr. tot de con
clusie, dat het in het algemeen niet is aan
te bevelen het slakkenmeel uit te strooien
vóór het onder water komen.
Bovendien, wanneer er tusschen uit
strooien en overstrooming weinig of geen
neerslag komt, welk geval zich langs onze
groote rivieren gemakkelijk kan voordoen,
dan zal het overstroomingswater zeer zeker
groote hoeveelheden fosforzuur en kalk uit
het slakkenmeel oplossen, waarmede dit
WEET GE...
dat de voorzitter van de Gron. Maatschap
pij v. Landbouw beweert een boer zonder
„steun" met een bedrijf van 50 H.A. zijn
arbeid niet beloond krijgt, geen rente ran
zijn bedrijfskapitaal ontvangt en nog
f 3500 moet toeleggen op de exploitatie
van zijn boerderij.
dat de landbouwers in Groningen en Dren
te over 1932 gemiddeld f 11.— per 100 kg.
voor de tarwe hebben ontvangen, wat bij
een gemiddelde opbrengst van 2400 kg.
(buiten stroo) f 264.en met stroo
(5000 kg. a f 7.—) ongeveer f 300.per
H.A. beteekent
Dapporlen op het Inter
nationaal Zuivelcongres
Door het Nationaal Comité van den Inter
nationalen Zuivelbond zijn voor het 10e In
ternationaal Zuivelcongres, dat van 30 April
tot 6 Mei 1934 te Rome en Milaan zal wor
den gehouden, de navolgende rapporten in
gediend:
Over eenige specifieke werkingen van ge-
ensileerd groenvoeder, door dr. E.
Brouwer, directeur der physiologische
afdeeling van het Rijkslandbouwproef
station te Hoorn;
De werkwijze onzer rundveestamboekver-
eenigingen en de verkregen resul
taten, door ir. Jacq. Timmermans,
Rijks veeteeltconsulent te Roermond.
(Ie sectie: veeteelt en melkproductie).
Enkele ervaringen over het bereiden van
Goudsche en Edammer kaas uit gepas
teuriseerde melk in de Friesche zuivel
fabrieken, door F. Keestra., leeraar-
technious van den Bond van Coöp.
Zuivelfabrieken in Friesland, Leeuwar
den. (3e sectie: de bereiding van en de
handel in melk en melkproducten).
Over het meest waarschijnlijke verband tus
schen drogestofgehalte, vetgehalte en
soortelijk gewicht van melk, door ir.
D. C. de Waal, directeur der Boter- en
Kaascontrolestations „Noord-Hol land",
Alkmaar. (4e sectie: onderwijs, onder-
zoekingen en propaganda inzake melk
en melkproducten).
Het systeem der melkveecontrole in Neder
'land, door dr. A. G. Breen, Rijkszuivel-
consulent voor Overijssel te Zwolle.
(5e sectie: wetgeving en controle van
melk en melkproducten).
Bestrijding der Brucella Abortus Bang in
fectie onder het rundvee, door prof.
C. F. van Oyen, hoogleeraar in
Faculteit der Veeai-tsenijkunde aar
Rijksuniversiteit te Utrecht. (6e sectie:
veeart. mükundige vraagstukken met
betrekking tot melk).
EEN G0EDK00PE STIKST0FMESTST01
MEI UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN
Inlichtingen worden verstrekt door
het Landbouwkundig Bureau der
Staatsmijnen te Lutterade (Li).
SMËERKIT
Ideaal dekiiu.l'lei voor oude en lekke
kassen kan met kwast koud worden
verwerkt
DORDRECHT
LANDBOUWKALK 80°/0
KALKFAB™'"v.DIJK&C
DORDRECHT
Op keur Rijkslandbouwproefstation 180% C.OIL 90% fijnheid]
Verpakking in sterke papieren zakken
MARKTOVERZICHT
VOERARTIKELEN
De vaste stemming aan het began der
vorige week voor spoedege mans aanwezig,
kreeg al gauw een inzinking, toen bleek,
dat enkele booten of gedeeltelijke lading-:n
tueschengeschoven werden en er dus wat
meer kwam dan verwacht was. Ou het eind
der week echter bleek, dat aiMes vlot ver
kocht werd naar het binnenland cn daar
door werd het opnieuw vast
Gerst bleef prijshoudend en was tenslotte
iets hooger. Er komen geregeld flinke par
tijen binnen en de vraag is, ondanks het
groote prijsverschil nog niet, zooals men
zou mogen verwachten. In rogge gaat nog
weinig om; tooli zal ziah hierin binnenkort
wel een handel ontwikkelen, als de door de
Regeeriing gekochte partijen aan de* markt
komen. Tarwe blijft ook goedkoop en is
zelfs goedkooper dan mals. Onbegrijpelijk
is het, evenals bij gerst,' dat daarvoor geen
grootere vraag is. Haver blijft nog verlaten
De markt voor Amerilkaarisohe lijnkoeken
onderging de. laatste week weinig verande
ring. De prijzen J voor Iqco enetoóïnende
booten trokken heden door de gg-ootore
vraag weer iets aan. Grorudnotenikoek on
veranderd met ruim aanbod. Cocoekoek en
Soyasch roert zeer sohaar&ch. Voor loco par
tijen wordt een groote premie betaald.
LANDBOUWZADEN
De maand October heeft een prijsstijging
voor de meeste gras- en klaverzaden ge
bracht, welke thans weer grootendeels tot
staan is gekomen. Met name rood klaver
zaad blijft een vaste tendens vertopnen.
Producenten blijven gereserveerd met
aanbiedingen in zaden van den nieu
oogst, veelal wordt productiebeperking of
min of meer tegenvallende opbrengst ge
meld en zoodoende op een verdere prijs
stijging gehoopt. Onder den invloed hier
van vraagt men nu ook hoogere pa-ijzen
voor zaden va.n don ouden oogst, waarvan
in sommige soorten nog wel vrij belang
rijke, hoeveelheden beschikbaar schijnen te
zijn en welke, tot voor korten tijd nog tot
betrekkelijk lage prijzen wenden aange
boden-
Voor den nieuwen oogst kunnen we nog
geen definitieve prijzen noemen, doch zoo
als .reedseerder, gemeld, dient men met
een hooger niveau, dan verleden jaar te
rekenen. Op verzoek verstrekken we gaarne
eèn overzicht der huidige noteeringen.
Het verder venloop zal wel grootendeels
afhangen van de omstandigheid in hoeveou*
de beschikhaa- komende productie de
vraag zal kunnen dekken. Eerst bij het
zetten van het eigenlijke seizoen, wanneer
de ordens voor meer direct gebruik los ko
men, zal men dienaangaande een juister
inzicht krijgen. Hier te lande zal de vraag
vermoedelijk wel eenigen terugslag onder
vinden. De jongste steunmaatregelen, waar
door o.a. de akkerbouw weer loonende
resultaten belooft, kan allicht tot eenige
inkrimping van het weidebedrijf leiden-
MESTSTOFFEN
Stikstofmeststoffen. Ook de af-
geloopen week bracht geen verandering in
de doodstille stemming op de stikstof markt
Men hoort- thans absoluut niet meer van
nieuwe zaken. Ieder schijnt kalm het voor
jaar af te wachten; degenen, die reeds koch
ten, in de hoop niet bekocht to zullen zijn,
de anderen, die nog afwachten, in de hoop
dat er straks nog iet6 gebeuren zal, waar-
dooi' men tegen den gebruikstijd lager te
recht kan.
Thoma6meel. De markt in het bui
tenland heeft ook in de afgeJoopen week
een vastere houding aangenomen.
Het schijnt, dat Duiitsch'land, welk land
voor het binnenland niet veriiaagd had,
thans weer, ad is het maar langzaam aan,
als koo.p er- o-p de markt is gekomen. Eerst
zal men echter voor een doel de thans aan
wezige voornaden wallen spuien. Hel ie
trouwens altijd een onderdeel van de Duit-
sohe politiek geweest itn het na.jaajr eenige
voorraden aan te houden om te dienen bij
de drukke afleveringen in het voorjaar- In
Bolgie en Luxemburg zijn ook vele zaken
afgesloten en de prijzen troiken daardoor
iets aan. Zoj was het ook reeds met de ao-
teetringen van Noord-Frankrijk. Er is thans
een behoorlijke kooplust, omdat de prijzen
nog niet hoog zijn, maar men moet deze
aanmoedigen en niet afschrikken.
De tweedehandsposten zijn voor een flink
deel van de markt verdwenen of worden
overigens vastgehouden nu de markt weer
een vaster aanzien heeft.
Ook in Nederland is in de afgeloopen
week flink gekocht, het gewone verschijnsel
Bij een dalende markt zijn er dikwijls wel
orders, maar ze worden vastgehouden in
de hoop, dat de mankt nog lager zal gaan.
Komt er dan een ommekeer, dan rallen ua
omzetten plotseling erg mee.
Kalizouten. Ook die markt in dlit ar
tikel. js vrijwel tot rust gekomen. De markt
is .namelijk ook op een deagelijk niveau aan
geland, dai de veraf liggende productie
landen slechts een zeer bescheiden prijs
voor hun artikel ontvangen. In dit opzicht
natuurlijk is de ligging dér Duitschè en El-
zaeser kaliprodlucten betrekkelijk gunstig
te noemen, daar deze met een minimum
aan vracht rechtstreeks naar het binnen
land versohepen.
De markttoestand is op het oogenbliik zóó,
dat kalizout 20% franco overslagplaats ge
leverd ongeveer evenveel kost als Kadniet
vóór den oorlog, spoorvrij aan de mijn.
„Back to the farm!". 1
Goeie morgen! daar begint hy mo dadelijk
met Hottentotsch, zult ge zeggen. Dat zal
me wat fraais worden!
Pardon! Dat is geen Hottentotsoh, dat is
Engelsch. „Voor mij gelijk", zullen velen
feeggen.
Goed dan! Ik zal voortaan in de taal mij
ner moeder spreken. Maar daar ge voor hei
grootste gedeelte deze ook wel niet zult ver
staan, zal ik 't maar in 't Nederlandsch
Maar ik moest toch even „geuren" met
mijn Engelsch, waar ik ook een paar woor
den van ken (waarvoor is er anders lesgeln
Ibetaald?) Veel meer dan bovenstaande vier
woorden is het ook niot.
Ge weet echter ook wel, dat hoe minder
men ergens van weet, hoe meer men er vaak
over praat.
Nog eens: „Back to the farm!". Dat is de
leus waarmede le massa in Amerika tegen
woordig opstaat en naar bed gaat.
„Terug naai de boerderij!", dat predikt
president Roosevelt niet alleen tot de hand
havers der wet, die de opstandige boeren
moeten bedwingen, doch tot de stedelingen,
Idic geen „leven" meer hebben in de stad,waar
heen zij vroeger, tijdens en na de oorlog,
met onweerstaanbare kracht werden heen-
gezogen.
„Terug tiaar het land!", (want met farm
wordt feitelijk wat anders bedoeld dan boer
derij in engeren zin) dat is de leus waarme
de Ford optreedt en ondertussc-hen de
blauwe arenden van de Nira overrijdt
„Terug naar bet land!" is de leus van de
'inden. Men wil kantoren en fabrieken In
landelijke omgeving zetten. Men wil de be
dienden en werklieden in een gezonder om
geving brengen. Men wil ze in een goedkoo-
pere levensverhouding laten. Men wil zelt
goedkooper zijn bedrijf inrichten en de
krankzinnig hooge prijzen, die thans in rtc
groote menschencentra betaald moeten wor
den voor grondaankooD of huren overgaan.
En Ford wil dat zijn arbeiders in hun vrije
tijd tuinen on land voor zich zelf bewerken
opdat ze niet alleen van hun loon afhanke
lijk zullen zijn.
En het heeft succes dit streven..Meer dan
ii/o millioen menschen trokken reeds !n
1930 uit de stad naar het land terug. In 1931
waren het bijna 2 millioen en in 1932 reeds
V/z millioen on ook dit jaar gaat het me.
toenemende vaart. Zoodat we wel kunnen
zeggen, dat in deze vier jaren bijna 10 mil
lioen de stad met het platteland verwissel
den. Niet zoozeer om weer boer of boeren
arbeider to worden. Dat zou ook niet te pre-
fereeren ijn. Ook niet in ons land, waar
ook op het platteland al genoeg werkloos
heid is.
Zoo heeft men
Niet dat er geen werk genoeg meer is te ver
richten. Dat nog wel. Doch deze arbeid krijgt
dn werkgever niet terug in zijn producten.
Daarom is hij wel gedwongen om het werk
volk te ontslaan en zelf met zijn vrouw en
kinderen de noodigste arbeid te vei-richten.
Wel lijden de bedrijven door deze maatre
gelen, doch nood breekt wet.
Veel werkloozen werden naar de rijks
werkverschaffing gezonden en verdienen
daar een twintig gulden en meer, terwijl
ze voor eigen onderhoud nog f 4.75 krijgen.
Dat is voor de arbeiders, die in de Westland-
srhe bedrijven een gulden of 16 tot 18 ver
dienen wel aanlokkelijk en zoo komen er
zelfs werkloozen verzoeken uitgezonden te
mogen worden. Maar voor de gemeenten Is
het kostbaar dit uitzenden. Daarom zoeken
pnkele gemeenten, b.v. Naaldwijk en de Lier,
naar een weg om de werkloozen in eigen
streek te werk tP stellen. We hopen, dal
hen dit gelukt. Werkgelegenheid is er ge,
noeg. Een goede regeling te treffen is echter
niet zoo gemakkelijk.
Zooals het ook niet gemakkelijk is het pu
bliek tevreden te stellen. Algemeene maat
regelen zullen vooral in een tijd als deze
steeds becritiseerd worden. Maar als er re
den is mag het ook wel. Om voor kwader
te behoeden. Zoo mag ook wel eens gelet
worden op
Men beweert, dat een groot nationaal ver
mogen met deze inkrimping vernietigd
wordt. Zoo heb ik een circulaire van slagers
die te Rotterdam verspreid werd. Men neemt
daar als voorbeeld een koe van 750 Kg. (Dat
is dus voor zoo'n inkrimpiitgskoe wel wat
"en heel zware, is 't niet?). Na slachting
blijft van deze koe 250 K.G zonder been over,
dat na inkrimping en verwerking in bl:k nog
125 Kg. weegt, dat verkocht wordt voor 30 ct.
per Kg. dus 37V2 pld- opbrengt. De koe had
de C.R.C. gekost 750 keer 30 ct. (in deze
klasse werd zij geplyatst). dat is 225 gló.
Hier komen nog bij de kosten van aankoo-
pen, slachten, vervoer, verwerking tot blik-
vleesch (of er ook nog accijns betaald wordt
weet ik niet). Als we dit laag taxeeren dan
zijn deze kosten 12^ gulden, zoodat de koe
237V2 gulden kost en37y2 gulden op
brengt Dus 200 gulden schade geeft. Laten
we het heel wat lager stellen nl. op de helft
of 100 etd. Dat wordt voor dc 100.000 koeien,
gesteld, cLaft men iedere drachtige k<>" dub
bel telt voor de veestaipeltbeperkimg, wat,
gel oef ik, de bedoeling ie, dat wordt voor
de 100.000 koeden, dus 10 miUilitoen gulden.
Wegen deze kosten op tegen de gehoopte
voordeelen? Voor beperkriaig zijn we. Dooh
we vragen: kon het niet andere? Wiet men
geen ahdere weg dan via de exportslage-
rijen, waarbij vee uit Breda naar Oea, Wijhe
en Deventer gaat, en vee uit Sneek naar..
Breda- Maak troh a.ub. de steunmaatrege
len niet tot een nationale aanfluiting. Het
sladspubliiek wordt nog meer vooringeno
men tegen de boeren, dan ze ad vaak zijn.
F.n nu gaan wij ook nog Belgisch vee voor
regeerongsgeld koopen. En- moet n.l. een
zeer levendige smokkelhandel gedreven
worden in drachtig Belgisch vee, dat de
grens overgevoerd wordt en hier op de
markt de Regeeirimgeopkoopens aangeboden
wordt.
Ja, 't gaat tegenwoordig heel raar in de
wereld.
DE DEENSCHE VERNIETIGDE
KOEIEN BELEMMEREN DE
DEENSCHE BACON
Dat lijkt een puzzle, doch het is heel ge
makkelijk als ge de oplossing ziet (wat
trouwens met alle puzzles het geval is).
Men moet n-1 weten dot de tienduizenden
Deensohe koeien, die om de veestapel daar
te beperken, opgekocht werden, in de
dstructoren tot vleeschmeel verwerkt wor
den. Maar dat vleesohmeel wordt naar En
geland vonkoriht, waar het gebruikt wordt
om de varkens er mee te voederen. Enge
land heeft nl. groote beroefte aan een goed
varkensvoeder ails dlit diermeel is, nu de
varkensproductie zich zoo geweldig uit
breidt. Maar deze met Deensch diermeel
gevoerde varkens maken, dat Engeland de
baconinvoer gaat beperken. En zoo hebben
ze ook niet zooveel Deensohe bacon meer
noodiig. Mooie wereld tegenwoordig.
In Denemarken, waar vroegen- boor en
stedeling voor het overgroote deel marga
rine gebruikte, leeiren ze nu bij de boter-
overvloed wegens beperkte uitvoer, boter
eten. En in ons land hebben ze, térwille
van de mapgarinefabricage, dé bóeren en
stedelingen, die nog boter aten, tot marga
rine-eters gemaakt-
Dat worden ze misschien ook
Zooals men zal weten werd en wordt in
Zuid-Afrika door een ontzaglijke droogte
geplaagd. Duizenden koeien zijn omgeko
men en de rest geeft maar weinig melk
meer. Zoo ontstond er een groot gat in de
botervoorraad, die laatst September nog
1.400.000 pond bedroeg, doch een maand
daarna nog maar 400.000 pond. Daarom is
de regeeritng tot het besluit gekomen van
week tot week boter te laten invoeren. De
eerste week wanen het 6000 kisten, die ge
kocht wanden door het ingestelde botor-
invoerbureau-
Het lijkt er veel op, dat ook kaas straiks ar
dat land noodiig zal zijn. En voorheen voor
de Zuid-Afnilka boter en kaas uit.
En- zijn meer van dtie onbegrijpelijke wen
dingen in do loop raai de wereldgebeurte
nissen.
IN RUSLAND VERROT HET GRAAN
OP DE AKKERS
Een blad „de Molot" een officieel Rus
sisch blad uit het graandiistrdct, spreekt er
schande over, dat maar 78 percent van liet
te velde staande gewas is gedonsebt. De
oogst van 150.000 H.A. kan «iet verwerkt
worden- En van de zonneb'.oemzaden. waar
uit olie geponst wordt, die voor de Russi
sche arbeider de boter vervangt, iB slechts
20. tot 35 percent opgeslagen. Met mais, ka»
toen, tabakenz. is hot even zoo. Van het
braakland dat tot bouwland zou moeten
worden bewerkt is nog maan- ruiimi 15 per
cent geploegd. En hot blad zegt zelf: „Wij
hebben onze menschen, onze machines, en
ohze trekdieren verkeerd behandeld, onze
houding'tegenóver dlieren is barbaaasch en
t genover machines eveneens".
Dan wordt er bij ons toch anders gewerkt
Neem b.v. de suikerbieten. Wat een drukte
aan de fabrieken-
AAN DE „DINTELOORD" WORDEN
PER WEEK CA. 30 MILLIOEN K.G.
SUIKERBIETEN VERWERKT
Zooveel is nog nooit in een week ver
werkt. Er is dus weer eens een record ge
broken. Vroeger werden door middelmatige
fabrieken ongeveer zooveel in een geheel
seizoen verwerkt 't Is nog niet geheel tot
de 30 millioen, doah men hoopt er te komen
in dit seizoen. Dat is o-i. een mooie jubi
leum-uitgave of jubileum prestatie, want,
ais we bat wei hebben, bestaat deze coöpe
ratie dit jaar een kwart eeuw. p. f.ü!
Maar ik kan moeilijk de Fransche regeei
ring pf-en met haar vinding om de
te vertkoopen. Dat schijnt men ran plan te
zijn, volgens een bericht, dat wij ook deze
week plaatsten.
De imvoerlicentiies van tarwe zullen bij
opbod verkocht worden, heette het. In een
dwaze tijd kan men tot allerlei dwaze din
gen komen.
De toestanden zouden vrij wat gezonder
worden voor alle landen, geen uitgezonderd,
als die heele invoerbeperking opgeheven
wordt-
Daarop is het wachten.
Ook van mij, waarom ik zeg....
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKER