^liruuir ^riïtsdjr Cfounuit Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor L eiden ïn Omstreken EERSTE BLAD OVERHEID EN AMBTENAAR De Regeering en de revolutionairen ABONNEMENT* lt»er kwartaal In Ijlden en In plaai *E2n waar 'o agentschap gevestigd la f2.35 Franco per post 2.35 portokosten. Pe; week 0.18 Voor het Buitenland bij wekelijk- tiche tending .4 50 Bil dagenjksche zending „5.50 Alles bi] vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7Va cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 5022 DONDERDAG 16 NOVEMBER 1933 ADVERTENTIEN - Van 1 tot fi regels...M...M....M.4M< L17V Elke regel tneer..».»»»..».. 0-22V4 fcgez. Mededeelingen .Van 1—5 regels b 2.30 Elke regel meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het tievrngen aan 't bureau Wordt berekend 0.10 14e Jaargang liit nummer bestaat uit DRIE bladen Geen nieuw recht Wanneer men nagaat, hoe in ver schillende kringen het oordeel luidt om trent de strekking der voorschriften, die de Raad van Ministers ten aanzie: van de ambtenaren in hun verhouding tot de Overheid heeft afgekondigd, kan men zeer uiteenloopende meeningen waarnemen. Dat de roode pers den maatregel zou uitbuiten om zich over den meewarigen en gemuilkorfden ambtenaar te ontfer men, lag voor de hand. „De ambtena ren mogen nu niet meer critiseeren" heet het in een harer organen. „De re geering roept zich zelve uit als de al wetende, de onfeilbare, die niet gecriti- seerd mag worden. Wegens de „woelige tijden"." Na dergelijke taal, die geen andere waarde heeft dan dat zij den ambte naar tegen zijn wettige overheid op zweept en haar in de positie stelt van den onrechtvaardigen rentmeester, kan een achteraf gegeven getuigenis, waar bij men erkent, dat het ambtenaar schap zekere verplichtingen tot mati ging en 'reserve oplegt, weinig baat meer brengen. Het is de gewone prac- tijk van het in- en uitpraten der soci aal-democratie, het spreken met twee tongen, 't voeren eener opportuniteits- politiek, waarbij het goede zaad wordt verstikt door het sterk overwoekerend onkruid. Dat men in vakkringen belangstel ling toonde voor den door de Regeering getroffen maatregel, kan geen verwon dering wekken. Het algemeen bestuur van de Nederlandsche vakcentrale nam op 23 October een motie aan, waarin verontwaardiging werd uitgesproken over het feit, dat door het ministerieel besluit het recht van iederen staatsbur ger om in het openbaar maatregelen van de overheid aan critiek te onder werpen, wordt ontnomen en het hem onmogelijk wordt gemaakt, het publiek over de beteekenis dezer maatregelen in te lichten. Het bestuur der Centrale van Neder- landsch Overheidspersoneel vaardigde een deputatie af ter audiëntie van den Minister-President, waar men zijn be vreemding te kennen gaf over het ge nomen besluit, dat deri indruk zou kun nen wekken alsof het aan de ambtena ren voortaan verboden is om in woord en geschrift uiting te geven aan hun gevoelens met betrekking tot dcor de regeering genomen of te nemen maat regelen, rakende hun belangen. Het moderne comité ter behartiging van de algemeene belangen van Over heidspersoneel (A.C.O.P.) sprak ook al zijn groote verwondering uit over (leze aantasting van de persoonlijke vrijheid en was overtuigd, dat het publieke op treden der ambtenaren geenerlei aan leiding had gegeven tot een dergeiijken drastischen maatregel. Het bestuur van het Nederlandseh Verbond van Vakvereenigingen (N. V. V.), hoewel erkennende, dat het pu blieke optreden van ambtenaren aan zekere grenzen gebonden is, was ander zijds van oordeel, dat het door dezen maatregel voor den ambtenaar onmoge lijk zou kunnen worden om zelfs de al- derbescheidenste rol in het openbare leven te spelen. Tal van andere organfsaties spraken zich uit in dezelfde richting en gaven te kennen, dat door het Regeerings- besluit een nieuwe periode werd inge luid, waarin den ambtenaar radicale beperkingen werden opgedrongen en hij practisch buiten het publieke leven werd gesteld. Weer anderen, die den nieuwen maatregel minder absoluut wenschten op te vatten, begaven zich in de wate ren der casuistiek en begonnen met scherpzinnigheid na te pluizen, wat naar de letter onder de afgekondigde voorschriften diende te worden begre pen en waar de mazen van het net wa ren, waarlangs den vrijheidsminnenden ambtenaar het laatste restje van bewe ging zou kunnen worden gewaarborgd. De vraag is gewettigd, of deze Re- geeringsregelen nu inderdaad tot een zoo groote mate van pessimisme aanlei ding geven. Wordt door deze voor schriften een tijdperk van vrijheid voor den ambtenaar afgesloten en 'n nieuwe periode ingeluid, waarin hij hermetisch van het openbare leven is afgesloten en hem niet veel meer wordt gelaten dan een schrijnende heugenis aan de dagen van olim, aan den goeden ouden tijd van vrijheid en van blijheid? Hoewel een groot deel van hetgeen geschreven is in de pers den indruk wekt, dat het er voor den ambtenaar inderdaad zoo somber bij staat, zijn wij geneigd een andere meening aan te hangen. Van een volslagen frontveran dering der Regeering inzake (Je verhou ding tusschen Overheid'en ambtenaar vermogen wij weinig te bespeuren. Zou men waarlijk meenen, dat wat hier door het kabinet wordt aangediend betrekking heeft op zaken, die vóór dien geen beteekenis hadden? Zou men van oordeel zijn, dat vóór deze de ambtenaar straffeloos kon ageeren en en agiteeren tegen het over hem stelde gezag en dat de Overheid de be voegdheid miste tegen hem op te treden wijl dit niet met zoovele woorden was aangegeven? De vraag stellen is haar beantwoor den. Voor de laatste jaren wordt dit uitgewezen door de positieve regelen van het Algemeene Rijksambtenaren reglement, die disciplinaire straffen kennen (berisping,schorsing, ontslag) voor den ambtenaar, die de hem opge legde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt. Volgens hetzelfde re glement kan een ambtenaar in geval van ongeschiktheid (art. 98 g) voor ontslag worden voorgedragen. En de constructie lijkt ons dan ook niet al te moeilijk, dat de ambtenaar, die zijn plichten als ambtenaar niet nakomt, maar agitatie voert tegen de Overheid, in wier dienst hij staat, zijn positie al; overheidsorgaan niet kent en zijn onge schiktheid als ambtenaar bewijst. Maar aldus zou men kunnen te genwerpen dit moge dan kunnen worden aangetoond voor den tijd sinds hét tot stand komen van het Rijks ambtenarenreglement, in de periode vóórdien golden deze regels niet, en derhalve kon men toen den ambtenaar in dit opzicht niet bereiken. Het eèrste is juist, het tweede niet. Zeker, vóör de invoering van het Rijksambtenarenreglement golden de bepalingen dezerregeling niet, maar daaruit volgt allerminst, dat toen gee nerlei recht op dit punt geldend was en de ambtenaar toenmaals het recht zou hebben gehad om zich in het openbaar rij uit te leven. Onjuist is de voorstel ling, dat alles geoorloofd zou zijn, wat niet verboden is. Naast het géschreven recht, vastgelegd in wetten, reglemen ten en verordeningen, bestaat een on geschreven recht, dat in geldigheid voor het eerste niet onderdoet. En het Anti-Revolutionaire leerstuk der souve- reiniteit in eigen kring brengt mee, dat iedere levenskring haar eigen rechten en verplichtingen heeft. Zou men bij afwezigheid van een ar beidsovereenkomst tusschen werkgever en werknemer en bij ontstentenis van wettelijke bepalingen terzake den pa troon het recht willen ontzeggen den arbeider te ontslaan, die hem besteelt of de arbeidster de bevoegdheid willen onthouden den dienst op te zeggen aan den werkgever, die haar eer bedreigt? Wij meenen neen. Maar zou dan de ambtenaar, die zijn plaats niet kent en zich, ofschoon gezagsorgaan zijnde, agitatorisch stelt tegenover de Regee ring, in wier dienst hij is, bij afwezig heid van positieve bepalingen op dit punt vrijuit gaan? Het antwoord is niet moeilijk. Het is oud-minister de Geer geweest, die het meest grievende van het geval met „De Zeven Provinciën" hierin ge legen achtte, dat deze actie had plaats gehad door een gezagsorgaan der Over heid. En dit element is het, dat aanwe zig is bij elke agitatorische of verzets- handeling van den ambtenaar tegen de Overheid, om het even of voorschriften van positief recht dit verbieden of niet. Men zou de vraag kunnen stellen, of bh het licht van deze beschouwingen aan het besluit van den Raad van Mi nisters nog wel beteekenis moet wor den toegekend. Die beteekenis moet inderdaad wor den erkend, omdat de gehoudenheid van den ambtenaar door de omschrij ving in het besluit nog eens wordt on derstreept en daarmee in een formule vastgelegd. Dit bevordert de rechts zekerheid. Want al ging óók tevoren de ambtenaar, die als gezagsorgaan verzet pleegde en agitatie voerde tegen de Overheid, niet vrijuit, de beoordeeling daarvan lag in handen van de admini stratieve of rechterlijke macht, die in volle vrijheid de plichten en bevoegd heden van den ambtenaar binnen de grenzen van diens werkkring als ge zagsorgaan had af te wegen. Deze rui mere vrijheid van het rechtsprekende college wordt thans aanmerkelijk inge krompen, nu een eventueele handeling in de eerste plaats aan den inhoud van het bekende voorschrift wordt getoetst. Een tweede voordeel der afkondiging is, dat het bedoelt te zijn wat Dr. Coljjn B1NNENLAM Mr. v. d. Deure HET ZENDERVRAAGSTUK UITEENZETTING VAN MR VAN DE DEURE In het heden verschijnend nummer van de „Omroepgids", orgaan van de Ned. Chr. Radio Vereeniging, begint haar voorzitter Mr. A. van d ven van don stand van hé Zendervraagstuk in verband met het voornemen van Minister De Wilde, om deze kwestie binnen kort definitief te Eerst geeft de schrijver een kor te historische toe lichting, om dan te vervolgen- Dat het station Huizen niet eerder was uitgebreid versterkt, was het gevolg van de verplich te ruiling van zenders. Immers, de afstand van den zender aan A.V.R.O. en V.A.R.A. geschiedde tégen een prijs per zenduur, welke bleek door den Minister te -laag te zijn vastgesteld, zoodat de jaarlijksche te korten door K.R.O. en N.C.R.V. moesten worden bijgepast. En deze beide o saties waren uit den aard der zaak niet bereid, groote bedragen voor verbetering aan dien zender te voteeren, zoolang niet zou vaststaan, dat rente en aflossing deze gelden mede, door verhooging van den zendérprijs, door de huurders van het in strument zouden worden betaald. De leiders van het Staatsbedrijf der PiT.T. vooral de technici zagen in, de indienststelling van den Kootwijkschen proefzender hun een goede kans bood om hun lievelings-denkbeeld, de exploitatie van de omroepzendei's door den Staat, tot verwezenlijking te brengen. In breeden kring, zoowel bij het publiek als bij de re geering, werd voor dit denkbeeld propa ganda gemaakt. Het was vooral de Nieuwe Rott. Courant, welke dag voor dag spreektrompet voor dit streven fungeerde. De omroep zelf stond echter tegenover dit voornemen minder sympathiek. De ervarin- gen met de. NJS.F. lokten niet aan, om van het vermoedelijk nog. veel starrer, ei elk geval veel invloedrijker Staatsbedrijr geheel afhankelijk te worden. Vandaar, dat reeds einde Juli door K.R.O. en N.C.R.V. bedrag van 140.000 werd gevoteerd, om den Huizer zender ruim viermaal zoo sterk hoorbaar te maken als Koot w ij k, voor die verbetering de toestemming van den Minister werd verzocht. Reeds in Aug. kwam het antwoord. De toestemming werd „voorloopig" uitgesteld en de beslissing op het verzoek aangehouden, omdat de Minis ter het. geheele vraagstuk wilde regelen verband daarmede geen incidenteele beslissingen kon nemen. Zoo is dus de te genwoordige stand van zaken. Er liggen twee aanvragen om zen- derbouw, n.L van A.V.R.O. en V.A.R.A. De beschikbaarstelling van Koot wijk op gunstige voorwaarden houdt 15 Jannari op. De H u i z e r-zender is te zwak, doch mag van den Minister niet worden verbeterd en versterkt. De zender te Hilversum golflengte on geveer 300 M. is, al worden uit het Zuiden en Noorden nog wel eens klachten vernomen, vrijwel voldoende, doch is het eigendom van de particu liere industrie. Thans echter zal Minister De Wilde ook 3 technische verzorging van den omroep definitief regelen en daarmede, als aanvul ling van de zendtijdverdeeling, voor oen ---rre toekomst de richtlijnen vaststellen, waarlangs de Nederlandsche omroep zich verder zal ontwikkelen. DE WERKLOOSHEID. Week van 23—28 October. De directeur van den Rijksdierist der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling deelt mede, dat de werkloosheid on der de 600.000 leden van ingevolge het Werkloosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereenigingen in de week van 23 tot en met 28 October 24.8 pet. heeft bedragen. In de overeenkomstige week van 1932 bedroeg de werkloosheid 26.8 pet. j.l. Vrijdag bij zijn antwoord op de al gemeene beschouwingen nopens de Staatsbegrooting noemde een herinne ring aan het adres van de ambtenaren. „In herinnering" brengt men datgene, waarop men, omdat de omstandigheden dat noodig maken, nog eens sterk de aandacht wil laten vallen. Aan den eenen kant is daarmee erkend wat we straks reeds betoogden dat hier geen nieuw recht geschapen wordt. Anderzijds mag in hetgeen als herinne ring moet dienen niet worden gezien een zuiver afgebakende codex van rechtsregels, die geen enkel voorschrift te weinig of te veel zou bevatten. Slechts als algemeen middel tot op- icherping van het menschelijk geheu gen, dat hier en daar onder de ambte naren eenige leemte ging vertoonen, is het Regeeringsbesluit bedoeld. Zóó opgevat, kan de maatregel niet- geringe preventieve beteekenis hebben. Ja, het zou wat waard zijn, wanneer deze waarlijk tot het preventieve beperkt kon blijven. TWEEDE KAMER DE HOUDING TEGENOVER S.D.A.P. EN N.S.B. Ongepaste beschuldiging van de heer Vliegen De S.D.A.P. de onde. "i Is met de soc.-dem. weer heelemaal mis. Wie meende, dat zij bezig waren in meer nationale richting zich te oriënteeren en ook begrip gekregen hadden van onze nationale veiligheid, heeft zich vergist. In de nachtbijeenkomst van Dinsdag op Woensdag wanneer zal de Kamer eindelijk eens een eind maken aan deze haar repu tatie knauwende onbeduidende „vergade ringen"? was het de heer K. ter Laan, die in zeer onbehoorlijke taal minister Deckers aanviel en dezen als den vijand van de S.D.A.P. teekende. Dat was een schandt lijke, lompe-voorstelling, van zaken. Men be hoort minstens aan te nemen, dat de rni lis ter naar plicht en geweten in 's lands be lang handelt. Na den cynisohen Zaandamschen burge meester, wiens geestverwanten B.V.L.-mon- schen- uit hun organisatie stooten, volgde de heer v. Zadelhoff met een ontwapenings speech van het oude gerire, waarmee hij tel ken jare zijn politiek bestaan jjoogt te recht vaardigen. Het was alles oude, opgewarmde kost; begrip van veranderde verhoudingen, die sommigen in artikelen van den heer Al- barda over het Herzieningsrapport der S. D A. P. hadden meenen te zien, was ten eenen- male afwezig. Men wil zich weer vrij hou den om desnoods aan „dappere ongehoor zaamheid" zich te buiten te gaan en door sabotage van een everitueele mobilisatie het eigen vaderland in gevaar te brengen, aan zijn belagers daardoor hand- en spandien sten bewijzend. Niets geleerd dus en ook niets veranderd. Kwam deze houding, onverwacht? Allerminst. Ze was volkomen in overeen stemming met' de rede door den heer Albar- da 's middags gehouden. Ook daarin wa oude revolutionaire toon duidelijk waar neembaar, gelijk Dr. Colijn gistermiddag terecht constateerde. De roode heeren zoe ken de strijd, beleedigen ministers, verlooche nen nationale waarden, maken onze op handhaving der neutraliteit gerichte lands verdediging ten onrechte belachelijk en treden daardoor op als ijverige propagandis ten voor de fascistische strooming, welker groei in ons vaderland door hen-zoo gevreesd Wordt. Naar zij zeggen althans. Regeering en cok ons volk zullen voor dit optreden der revolutionaire heeren van S. D. A. P. de oogen niet sluiten. Deze begeeren blijkbaar als nationaal-onbetrouw- baar te poseeren, maar moeten t_n ook niet jammeren over tegep hen genomen maatre gelen maar voor hun overmoedigheid een offer willen brengen Algemeene beschouwingen. Over de begrootingsreplieken hebben we overigens niet veel meer te zeggen. De N. S. B. blijft onder scherp toezicht. Er valt mee t» ken a', dat de bijl op 't on verwachtst vallen kan. Op o.i. overtuigende wijze reeft Dr. Colijn nogmaals het ingrijpen in het hypotheekwe zen afgewezen. Zoo iets ware zonder meer roekeloosheid met ver gaande con- sekwenties. Ook uitkeeringen in eens kan de Regeering niet doen. Aan de heeren Kersten en Lingbeek werd nogmaals te kennen gegeven, dat hun regeer- methoden door 96 van de 100 Kamerleden wordt veroordeeld. De Grondwet zou haar ook niet gedoogen. Die bindt trouwens ook de Regeering bij haar bestrijden van revolu tionaire propaganda. Slechts met revolutio naire fascistische methoden zou de heer Ker sten zijn doel kunnen bereiken. Maar daar mee kan hij bij ons volk in zijn overgroote meerderheid niet terecht. Minister Oud heeft nog enkele financieele beschouwingen gehouden, mede om daar door enkele steenen uit den weg te ruimen, die de Katholieke fractie in het moedig voortgaan eenigszins schenen te belemmeren. De heer Jan ter L.aan werd tusschen de druppeltjes door even onderhouden men „afgestraft" in verband met het door hem betoonde wanbegrip omtrent de grond wettelijke bevoegdheid der Regeering in zake de ambtenarensalarissen. De heer ter Laan ging daarbij uit van een gevaarlijke re volutionaire opvatting omtrent de positie van het parlement tegenover de Regeering. Te recht wees de minister van Financiën e dat wie door zulke denkbeelden zich laat leiden het parlementaire stelsel vervalscht en in discrediet brengt. Bnitenlandsche Zaken. Met de begrooting van Buitenlandsche Za ken werd een aanvang gemaakt Veel belangstelling bleek er te bestaan voor den stand van het Belgische vraagstuk en voor liet .gebeurde in de Rijnvaart-commissie, waar een poging schijnt te zijn gedaan om ons land een loer te draaien. Hoewel zulks met zuidelijke hoffelijkheid schijnt te zijn geschied .strandde dit onbehoorlijke experi ment op de waakzaamheid onzer Regeering. De heer Vliegen vergastte ons op zijn ein- deloozen lofzang over den Volkenbond, al hoewel hij diens falen op voorname punten bezwaarlijk kan ontkennen. We noemen maar Londen en de ontwapeningsconferen tie. Minder behoorlijk, neen gevaarlijk vonden we het dat hij Duitschland aanwees als het groote oorlogsgevaar in Europa. Eenig bewijs was aan deze bewering echter niet toege voegd. Tenzij men dit heeft te rien in den hekel, dien de heer Vliegen, schijnt te hebben aan het nat'onalisme der Duitsche nationaal- socialisten. 't Klonk al t« grotesk in mond van dezen vredeeminnaar, die in Augustus 1914 met geweld ons land in den oorlog wilde drijven aan de zijde der en tente. Weet hij dan niets van het super- bewapende Frankrijk, waarvan de oostgren zen één groote betonnen vesting vormen? Deze onbehoorlijkheid was minstens even groot als de onbetamelijkheid, die we den heer Vliegen dezer dagen in de roode pero lazen. Het sohijnt, dat hij is uitgenoodigd om weer lid te wórden van de Nederlandsche delegatie ter ontwapeningsconferentie. Uit deze delegatie was de heer Vliegen na het onderdrukken van de muiterij op de „Zeven Provinciën" kwaad weggeloopem Maar nu zou hij dan weer mee mogen. Wat deed echter de heer Vliegen? In een vergadering te Tilburg praatte hij zijn veranderde houding goed, volstond "daar mee evenwel niet, maar verklaarde, dat zijn her-uitnoodiging door dén Minister van Bui tenlandsche Zaken.„een- klap is in het ge zicht van minister Deckers". De Regeering had getoond de soc.-dean. niet buiten de volksgemeenschap te willen sluiten .De heer Vliegen ging er echter zelf buiten staan. Nu hij veer terug mocht ko men, moeten we aannemen, dat sedert bij hem het inzicht gerijpt was, dat voor zijn overijlde daad geen houdbare gronden wa ren aan te voeren. Hoe kan dan de terug keer van den heer Vliegen in de delegatie een diskwalificatie n.b. door de Regee ring! zijn voor minister Deckers, die heel wat meer politieke moed toont dan de heeie loc.-dem. fractie bij elkaar? Het is een absurditeit zulks te denken en te zeggen. De heer Vliegen die blijkbaar het gevoel had zich zelf in het gezicht te hebben geslagen spreekt haar niettemin uit. Zie, dat vinden wij zoo onbehoorlijk, dat eigenlijk het bescheid daarop zou moeten luiden: 'e heer Vliegen gaat niet naar Ge- neve< .tenzij hij zich eerst over zijn onge pastheid verontschuldigt tegenover hen, die hij meende te moeten treffen. Heden, op den dag gaan we met Buiten landsche Zaken verder; 's avonds Defensie. (Voor het Verslag zie men blz. 9.): DE TEELTBEPERKING IN DEN TUINBOUW HET PLAN VAN DEN REGEERINGSCOMMISSARIS Groote bedrijven moeten tuinbouw geheel laten varen NIEUWBOUW VAN KASSEN VERBODEN Naar wij vernemen komt bij de Land bouw Crisis Commissie het vraagstuk der be perking der cultuur van tuinbouwewassen in behandeling. De regeeringscommissaris v^or den tuinbouw heeft een plan tot teelt beperking opgesteld. Daax-bij zal de teelt van pit- en steen vruchten geheel vrij kunnen blijven met uitzondering van de drui vencultuur, maar met éen inperking naar het aantal tros sen ncr boom zal moeten worden rekening gehouden. De aardbeien-cultuur zal naar denzelfden maatstaf als "roenten worden beperkt In de glascultuur zal de slateelt aan de volgende bejjerkingen zijn onderworpen: Onder platglas zal geen grooter aantal dan 20 stuks per raam mogen worden uit- geplant In de kassen en warenhuizen zal de plantafstand met dit getal in overeen stemming moeten zijn. Teelt van sla in peen rijen zal niet worden toegestaan. Het platte glas zal slechts eenmaal voor de teelt van sla mogen worden aangewend; de teelt n broeisla op warme rijen, 1 k e v o o r 31 M a a r t worden ge oogst b 1 ij ft v r ij. Ook zal het verboden zijn in druivenkas- sen ouder dan 6 jaar sla of spinazie te te len. De teelt van bloemkool en andere groenten in deze kassen blijft vrij. De verdere beperking, waarmede men goed zal doen nu reeds rekening te houden, zal een beperking van de teelt van tuinbouwgewassen zijn naarde oppervlakte van het bedrijf. Het ligt in de bedoeling deze inkrimping van de tuinbouwcultuur te verkrijgen door een naaT de bedrijfsgrootte progressieve vermindering van de in 1933 met warmoeze- rij-gewassen beteelde oppervlakte. Zooals reeds eerder is gepubliceerd, zal de beperking het sterkst kunnen worden toegepast waar een geheele of gedeeltelijke omzetting van de tuinbouwcbultuur in de teelt van landbouwgewassen mogelijk is. De groote bedrijven zullen de teelt van tuinbou wgewassen ge heel moeten laten varen. Intusschen zullen ook de kleinste bedrij ven, zij het voor een gering percentage, ter verkrijging van de noodzakelijke beperking hebben mede te werken. Onderstaande cijfers moeten worden be schouwd als een voorloopig schema; indien cle cijfers der tuin bouw registratie geheel be kend zijn en is vastgesteld welke beperking noodig wordt geacht, kunnen definitieve percentages worden bepaald: "beperking van de oppervlakte 'bedrijf die in 1933 ïnet groenten was beteeld 5% Inaezrrdpv M-dpdppJinrr Voornaamste Nieuws* (blz. 1) Uiteenzetting van Mr A. van 'der Deure over he>t zendensvnaagetuk. Het opgestelde plan betreffende de teelt regeling voor de tuinbouw. fblz. 2) Henderson stelt den regeeringen een ulti- matum. De Amerikaansche minister van financiën afgetreden. Blz. 3. Tweede ritting van de Najaarsvergade ring der Alg. Synodale Commissie der Ned. Herv., Kerk. Vergadering van het Java-Comité. Afvaar diging van Zendeling Ph- van Akkeren. Door de Geref. Kerk van Amsterdam is gister afgevaardigd naar Djokjakarta de missionaire predikant Ds G. J. van Reenen De bespreking door „Kerkopbouw" van bet Reorganisatie-rapport. Rembrandts „Jeremia" teruggevonden. De dief gearresteerd. Een bezoek aan Luthenstad Wittenberg. (Van onzen Duitsohen correspondent). (blz. 5) Venscbenen is de Indieóhe begTootmg voor 1934. (blz. 9Y De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp, houdende opheffing van twee rechtbanken en 39 kantongerechten aangenomen. Ook is aangenomen het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de arit 125 en 126 du- Ambtenarenwet, rakende het salarisvraag- In de Tweede Kamer zijn de algemeene beschouwingen over de Begrcvoting voor 1934 voortgezet De Ministère Colijn en Oud hebben het woord gevoerd. Verder is een aanvang gemaakt met de behandeling van de begTooting van Buitenlandsche Zaken. ramen. Het repareeren en vernieuwen vanj kassen en platglas is toegestaan; Ook de verkoop aan conserven-fabrieken, de z.g. contractteelt, zal aan be paalde regelen gebonden zijn, zoo- dat het wenschelijk is af te wachten tot de onderscheidene regelen definitief vaststaan en zijn gepubliceerd. In het algemeen zal de teelt van de ver schillende groentensoorten op de beperkte op pervlakte verder vrij zijn. In overweging is nog de vraag of ter voorkoming van onge- wenschte omzetting van culturen voor som mige groenten en vroege aardappelen op dezen regel uitzonderingen moeten worden gemaakt. 34 H.A. 4— 5 H.A. 5— 6 H.A. 6— 7 H.A. 7—10 H.A. 10—15 H.A. 15—20 H.A. 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 50% In bedrijven boven 20 H.A. geen tuinbouw- gewassen. Iedere uitbreiding van de teelt van war- moezerijgewassen naar den toestand van 1933 zal zijn verboden, evenals alle nieuwbouw van kassen en het aanschaffen van nieuwe NED. VER. VOOR ARMENZORG EN WELDADIGHEID In de Ridderzaal te Den Haag heeft de Ned. Ver. voor Armenzorg en Weldadigheid, die haar zilveren bestaansfeest viert, hedenmorgen een bij eenkomst gehouden onder presidium van Mr. A. J. A. A. baron van H e em s tr a. Een der oprichters der vereeniging, Jhr. Mr. H. m i s s a e r t, van Den Haag, heeft in de morgen- vergadering de voorgeschiedenis welke aan deze oprichting voorafging, gememoreerd, waarna, in aanvulling van dit historisch overzicht. Mevrouw M. G. Muller Lulofs van Utrecht een over zicht heeft gegeven van de kwarteeuw, waarin de vereeniging haar werkzaamheid heeft uitge strekt. In de middagvergadering heeft o.m. Z.Ex. Mi nister Slotemaker de Bruine het woord gevoerd. Onze crlsisdagln mat zooveel nood, aldus dc Minister, vragen zeer speciale bezinning en vooral zeer sjseciale practijk op het erf der barmhartig heid. Maar ook buiten dagen van economische crisis is deze grootheid door vele draden saam- geweven met ons volksleven. Voorwaarde voor zegenrijk werk is dan evenwel wat wij hier heden i: dat de onderscheiden deelen hun eigen karak- ontvouwen én dat zij tevens samenwerken tot nationaal geheel. Wie aan het geheel denkt zonder dat de onderscheiden deelen eigen begin- ~i visie mogen bewaren, die verkrijgt een grauwe massa zonder pit. Indien allen langs eigen baan wandelen zonder onderling con-tact en zonder saambinding, dan gaat veel kracht verloren en in de, verbrokkeling ontglipt ons het volksgeheel, dat wij samen dienen wilden. Het schoone van de jubi- leerende vereeniging is nu. dat zij een kwart eeuw lang voor die samenwerking met behoud van eigen karakter heeft gepleit, een band gelegd en een brug gevormd heeft. ONTSLAG AAN DE GEHUWDE AMBTENARES B. en W. van Rotterdam stellen de ge meenteraad voor om eervol ontslag te vèr- leenen aan die gehuwde ambtenaressen, waarvan de echtgenoot eveneens in over heidsdienst is of werkzaam is bij het bij zonder onderwijs. Voor dit ontslag zouden ongeveer dertig ambtenaressen in aanmerking komen, wel ker plaatsen door anderen kunnen worden ingenomen die dan in bet onderhoud van hun gezin of van henzelf kunnen voorzien. Tevens wordt voorgesteld te bepalen, dat in de toekomst geen gehuwde vrouwen meer in gemeentedienst zullen worden ge nomen; dat vrouwen, die in gemeentedienst zij nbij hun huwelijk eervol ontslagen zul- n worden. Met de gehuwde ambtenares za'l te dezen aanzien op één lijn worden gesteld zij. die in concubinaat leven, respectievelijk gaan leven. In deze gevallen zal het ontslag ook zonder het praediicaat „eervol" kunnen worden verleend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1