DE HAVEN VAN VLISSINGEN
Gemengd Nieuws.
Radio Nieuws.
WOENSDAG 8 NOVEMBER 1933
DERDE BLAD PAG. 9
EEN GROOTSCH WERK MET ECHT
NEDERLANDSCH CACHET
Wat de pioniers reeds mochten
bereiken
TOEKOMSTPLANNEN
Steeds is Vlissingen geweest een voorname
Zeeuwsche stad, gunstig gelegen, maar ze
miste de leiders die haar gunstige positie tot
sn haar toekomend hoog peil konden opvoe-
a'en. Hierin is de laatste decennia verande
ring gekomen. Tamelijk snel heeft Vlissingen
zich tot een flinke badplaats opgewerkt
Wanneer men de mogelijkheden overweegt,
die deze oude Zeeuwsche veste, welke bijna
geheel in een nieuw kleed wordt gestoken,
't groot Nederlandsche kapitaal biedt, indien
het zich op deze eenige plek wilde interessee
ren voor nog meer groote hotels, een pier
enz., dan begrijpt men niet, dat zoo lang
gewacht wordt en dat onze nationale ener
gie zoo weinig weet te stellen tegenover
den Vlaamschen dadendrang aan de zoo
nabije Vlaamsche kust. Ondanks het leed
en de wonden, die een wreede oorlog het
kleine stamverwante volk toebracht, ligt
langs de Vlaamsche Noordzeekust een aan
eengesloten rij badplaatsen, die alles bieden
wat men maar wenschen kan, welke getuigt
van een grenzeloos optimisme en onderne
mingsdurf onzer zuidelijke buren.
Waarom werd Vlissingen zoolang door ons
groot kapitaal verwaarloosd, zoo vragen wij
dan als wij dit nagaan en waarom wordt
deze stad, waar, zooals een dichter schreef,
onder de bekoring die er van Vlissingen
„Het vroolijk Scheldevolk, de Vreugde-
kust" niet krachtiger gesteund bij haar moe
dig streven dat thans vrucht gaat afwerpen.
Het stoere werken en pogen van voort
varende mannen, die de mogelijkheden van
Vlissingen in een wijd perspectief zagen, ver
dient den steun van terker financiën.
Gelukkig bleef men niet zitten wachten,
maar aangespoord door de levenwekkende
voorbeelden aan de overzijde der Schelde
heeft men doorgetast. De oude wethouder
wijlen de heer J. G. van Niftrik spoel
de het modderstadje schoon en toonde den
verbaasden oogen, welk een juweel hier aan
'de Scheldemond lag. De huidige Burgemees
ter, de heer Van Woelderen, zette het
begonnen werk voort eh is bezig het
kleinood in goud te vatten.
Is het wonder, dat de heer Van Woelde
ren den Nederlandschen Journalisten Kring
inviteerde, nu Vlissingen weer op het punt
staat een stuk van haar nieuwe levensvoor
waarden te aanvaarden? En hier;
ne gevolg gevende begaven wij ons naar
Vlissingen. om van nabij te beschouwen het
groote werk, dat daar door wakkere pio
niers ondernomen is.
Aan het Station stond een autobus ge
reed, die ons vlug naar het Stadhuis bracht
waar het gezelschap ontvangen werd door
den Burgemeester C. A. van Woelderen.
Welkomstwoord van den
Nadat allen in een der zalen van het voor
malig Prinsenhuis waren gezeten, nam de
Burgemeester het woord. Hij lpegon met zijn
blijdschap er over uit te spréken, dat zoo
veel Nederlandsche dagbladen aan de uit-
noodiging hadden gehoor gegeven. Spreker
wil wel verklaren, dat hij een bizondere lief
de heeft voor de haven. Toen hij dan ook in
1919 in Vlissingen Burgemeester werd, is
hij dadelijk aan het werk getogen om plan
nen te maken tot verbetering en exploitatie
van de Nieuwe Vlissingsche buitenhaven.
Deze plannen zijn thans volledig uitge
voerd en vervuld. De wet van 12 Januari 1933
machtigt de Ministers van Waterstaat en
van Financiën tot de oprichting van de
Naamlooze Vennootschap „Haven van Vlis
singen" en tot het sluiten van een overeen
komst met die vennootschap betreffende de
exploitatie, de erfpacht en het gebruik van
havens en haventerreinen en de daartoe be-
hoorende inrichtingen en voorts tot toeken
ning aan die vennootschap van de bevoegd
heid tot het heffen van rechten.
De commissarissen van de nieuwe N.V.
zijn aangewezen. Zoodra ook de directeur is
benoemd, zal de stichtingsakte worden ge-
teekend.
Het maatschappelijk kapitaal der N.V. is
een millioen gulden groot, waarvan geplaatst
zijn 775.000,n.l. Rijk en Gemeente elk
275.000,en een groep „belanghebbenden"
f 225.000,—.
De jaarlijksche erfpachtscanon is geduren
de de eerste 10 jaren gefixeerd op 3.000,
De gemeente brengt in o.a. het gemeentelijk
binnenhavenbedrijf, dat sedert de oprichting
in 1914 een gemiddelde jaarlijksche netto
winst van ongeveer 12.000,— heeft opgele
verd. De N.V. zal beschikken over ruim
300.000,aan contanten, waaruit alleen
nog maar de nieuw aan te schaffen kranen
voor de buitenhaven zullen moeten worden
betaald; de financieele positie van de in op
richting zijnde N.V. is dus gunstig te achten.
Wij hebben voor onze haven moeten vech
ten. Gelukkg nam de Kamer een motie van
den heer Van der Voort van Zijp aan, om
de gelden voor den bouw der havenmuur toe
te staan. De buitenhaven der Scheldustau
was oorspronkelijk bedoeld als veilige lig
plaats voor schepen, die voor de sluis moes
ten wachten, terwijl ze door haar geografi
sche ligging bestemd werd voor vluchthaven
voor zeeschepen en voor visscherij-haven.
Enkele personen vermoedden wel, dat de
haven aan een grooter belang dienstbaar ge
maakt zou kunnen worden, doch hun stem
men gingen verloren in het koor dat geen
verwachtingen koesterde. De meerderheid
zei: „Van de groote plannen met onze naven
zal nooit iets kunnen komen".
Geheel onbegrijpelijk was deze opvatting
niet Immers, de sluis bleek een hinderpaal
voor het verkeer, groote schepen konden de
haven niet binnen loopen. De tegenstandurs
van de havenplannen vergaten evenwel de
voornaamste voorwaarde van een bloeiende
grootsche haven, n.l. den eisch, dat de haver,
technisch in orde moest zijn, alvorens eco
nomische verlangens te kunnen inlossen.
Men redeneerde in een cirkel en de zaak
bleef hangen.
Later hebben de voorstanders van het
groote havenplan het nooit geheel )n den
doofpot gestopte ideaal opnieuw naar voren
gebracht en de resultaten van hun pogingen
gaan wij thans bezien.
Na deze uiteenzetting begaf de Journalis
tenkring zich per autobus naar de Engelsche
■mailboot de „Meckelenburg", alwaar ge
luncht werd. Allen waren vol lof over de
ontvangst.
De Burgemeester bood namens de N.V.
de Haven van Vlissingen, aan ieder een
magistraal boek aan, van een dikke 400 pa
gina's, waarin een en ander verhaald wordt.
Dit boek werd heden in een oplaag van 3000
Het journalistenbezoek aan Vlissingen. In 'f midden Burgemeester C. A. van Woelden
exemplaren naar alle deelen van Europa
erzonden.Alle bibliotheken der Universi
teiten, Zeevaartscholen enz. enz. ontvangen
een exemplaar van dit in het Duitsch ge
schreven werk.
Het boekwerk „Der Hafen von Vlissingen,
Seine Stellung und Entwicklungscssichten
im internationalen Verkehr" door dr. Erich
A. Kautz, Diplomvolkswirt, is uitgegeven
door het bekende Institut für Weltwirtschaft
•und Seeverkehr te Kiel, welks voorzitter, Ge-
heimrat prof. dr. B. Harms, het tot stand
komen van deze uitgave krachtig heeft be
vorderd. Dr. Kautz is summa cum laude
gepromoveerd en was o.a. secretaris van
prof. dr. Sven Heiander. Dit boek is het
eerste groote wetenschappelijke werk, dat
de haven van Vlissingen is geschreven,
strikt wetenschappelijk en ob'" tiof in een
sfeer, die propaganda of tenr1--- uitsluit.
Het boek bestaat uit twee groote deelen.
In het eerste deel worden de geschiedenis
en de bestaande toestanden behandeld, in
het tweede deel de versch'1' --'a «moceliik-
heden van toekomstige ontwikkel in" onder
zocht en beoordeeld.
Een bezoek aan Mij. „Zeeland"
Thans ging men onder het van den
heer Van Woelderen een bezoek brengen
aan de bedrijven van de Maatschappij „Zee
land". Wij namen de fraaie gehouwen en
loodsen in oogenschouw en zagen dat geen
geld ontzien was, om alles zoo comfortabel
mogelijk te maken. Vervolgens brachten wij
een bezoek aan de ferryboot die de verbin
ding met Zeeuwsch Vlaanderen onderhoudt.
Ook hier is een groote vooruitgang buiten
vroeger jaren en de verbinding Breskens
Vlissingen, is terecht een der beste verbin
dingen in ons land.
Thans werden wij vergast op een boot
tocht. Het weer hield zich best. Al spoedig
waren wij in de zware deining en genoten
wij van het fraaie panorama op de stad
Vlissingen. Na een poosje gedobberd te heb
ben zetten wij koejs naar de nieuwe haven,
als een proef, hoe gemakkelijk deze van uit
de zee te bereiken is.
Inmiddels beantwoordde de heer Van
Woelderen bereidwillig onze vragen. Het was
een genot naar zulk een enthousiast voor
lichter te luisteren. Wij vroegen hem af, of
het niet een erg gewaagde speculatie was,:
om deze millioenen aan de haven van Vlis
singen te offeren. De idealistische Burger
vader heeft echter een onverwoestbaar ge
loof in het welslagen. Hij antwoordde o.a. op
onze vraag: „De haven zal een haven voor
het snelverkeer moeten worden. Schepen uit
de Noordelijke landen (waarheen wij ook
een massa boeken gestuurd hebben) die naar
Amerika varen, hebben nog wel eens be
hoefte om een haven aan te doen.
Bij voorkeur wordt dan een haven ge
zocht, waar men snel bediend pleegt te wor
den, waar men met weinig tijdver! f-. kan
binnenloopen en waar men zekerheid heeft
niet afgewezen te worden. Een goede haven
voor snelverkeer moet voorts een kusthaven
zijn, die niet dicht vriest. Aan de natuur
„Zeeland" met zijzicht op den kaaimuur e
lijke eischen voldoet Vlissingen in alle op
zichten. Zorgen wij voor het overige., dan
voorkeur van de gezagvoerders der
schepen niet uitgesloten blijven. Alvorens
we evenwel veel bereiken kitnnen ,zal veel
gewerkt moeten worden. Maar geld zal ook
in ons geval den arbeid zoet doen zijn. En
snelverkeer brengt immers geld. Loopen de
schepen eenmaal geregeld binnen, dan krijgt
Vlissingen ook passagiers, de post moet ver
zonden worden, ijlgoederen geladen en over
land verder getransporteerd. Dit alles brengt
bunkeren van kolen en stookolie mee en
het geeft de gemeente voordeel. Een bunker
station is reeds in werking. Vorig jaar bun
kerden er 360 schepen, nu, 2 Nov., hebben
wij er al 380 gehad, dus vooruitgang.
Onze boot entert thans het bunkerbedrijf
de „Parata" en wij stappen over. Wij zien
thans het bedrijf in volle werking, daar er
juist een groote Duitsehe boot kolen in
neemt. Een en ander brengt leven in het be
drijf. Onder leiding van den directeur, den
heer Van Everdingen worden wij rondge
leid. Ook deze ziet in de haven van Vlissin
gen een groote toekomst.
Onder de rondwandeling stellen wij den
Burgemeester Van Woelderen die „hono
rair havendirecteur" is, eenige vragen.
„Gaat Vlissingen nu in de toekomst een
concurrente van de overige Nederlandsche
havens worden?"
„In 't geheel niet! En dat is juist zoo
prachtig in het belang van ons land. De
haven van Vlissingen geeft een Neder-
landsch cachet aan onze Schelde. Het gezag
der Nederlandsche driekleur zal er door be
vestigd worden".
„Gelooft u, Burgemeester, dat de gelegen
heid tot bunkeren spoedig datgene tot ge
volg zal hebben, wat u daar noemde, als het
opnemen van passagiers, het laden van
en goederen?"
„Als wij zorgen, dat de verbinding met
het achterland dat is België en vooral
Antwerpen behoorlijk voorzien wordt,
getwijfeld. Schepen udt Hamburg bv. zullen
niet naar Antwerpen doorstoomen als ze in
Vlissingen goed terecht kunnen en als passa
gièrs en goederen van Vlissingen uit zeer
snel de bestemming kunen bereiken. Maar
daarvoor is een betere en rechtstreeksche
spoorwegverbinding met Antwerpen noodza
kelijk. Men zou per bloktrein binnen het uur
in Antwerpen moeten zijn, wat mogelijk
wordt als in Brabant een nieuwe lijn wordt
aangelegd, die Roosendaal niet aandoet.
Welk een prachtige oplossing zou dit voor
de Engelsche passagiersschepen op België
zijn. Steeds zekerheid dat de passagiers
met het slechtste weer Antwerpen konden
Ook Engeland interesseert zich voor
haven. Zoo zijn er plannen voor een vracht
dienst HarwichVlissingen. Ook uit andere
landen van Europa bereikten ons reeds in
formaties over de haven, hetgeen wel het
beste bewijs is, dat ons enthousiasme niet
geheel op lossen grond staat.
Thans is de haven gereed. Nu nog de
boorte der N.V. en dan zullen wij in Vlis
singen toonen dat wij een goede haven
waard zijn. Wij geven de verzekering dat
wij zullen zorgen dat de schepen goede er
varingen zullen opdoen. Zij zullen de beste
reclame vormen enbinnen afzienbaren tijd
zal de Vlissingsche haven, de bekendheid
verwerven, die een der factoren van haar
succes genoemd mag worden.
Ook zal de haven er bij welvaren, wanneer
de weg die op het Rijkswegenplan geprojec
teerd is, die van Nieuw en St. Joosland,
rechtstreeks op de haven aangaat dus
Middelburg en Souburg geheel ter zijde laat
liggen eens zal gelegd zijn.
Conferentie ten Stadhuize
Alsnu wordt per autobus naar het Stad
huis terug gereden, waar in een der zalen
nog een speciale persconferentie plaats
heeft. Talrijke vragen worden er nog ge
stold, die met de meeste welwillendheid
den beantwoord. Vooral werd er in de be
sprekingen door Dr. van der Poel de nadruk
op ge.legd, dat het Nederlandsche karak
ter van de Schelde, nog meer tot uiting zal
worden gebracht, dan tot nog toe. Aan de
hand van kaarten licht de Burgemeester ons
nog verder in, over de stroom der Schelde,
welke voor Vlissingen een die
V^ij verlieten het Stadhuis met den in
druk, dat hier een groot nationaal werk is
geschied. Van ganscher harte hopen wij, dat
de verwachtingen van den heer Van Woel
deren niet beschaamd mogen worden en
Vlissingen een eersterangs haven moge wor
den. De wakkere pioniers hebben dit wel
diend. En niet alleen Vlissingen, maar
ook het Zeeuwsche gewest zal er de vruch-
ian plukken en de Schelde stad zal weer
klinkenden naam krijgen, zooals vroe
ger onder de Nederlandsche steden.
In het „Woolhuis"
De autobus werd weer bestegen en nu re
den wij naar 't uiterste einde van den Boule
vard. waar de Burgemeester den Kring invi
teerde op de thee in zijn nieuwe woning. In
dit schitterend huis Kasteel zouden wij
bijna schrijven werd nog een gezellig
uurtje doorgebracht en nog wat gediscus
sieerd over de toekomst van Vlissingen.
Te 5 uur dankte de heer Van Woelderen
nogmaals de journalisten hartelijk voor hun
komst, waarna een uit den Kring den Bur
gemeester dankte voor zijn gul onthaal te
Vlissingen en de hoop uitsprak, dat Vlis
singen mocht groeien en bloeien met haar
nieuwe haven.
A. W.
ZONDERLING GEVAL
Dinsdagavond omstreeks negen uur, werd
op den weg tussohen Bedum en Onderden-
dam bewusteloos en in zwaar gewonden
toestand de kleermaker P. Mekker uit Bedum
gevonden.
Hij is naar het R.K. ziekenhuis te Gronin
gen overgebracht. Uit het weinige, wat hij
tot nu toe heeft kunnen verklaren, moet
men afleiden, dat hij door een aoito is aan
gereden en vervolgens door de inzittenden
daarvan langs den weg is gelegd. Rijks- en
gemeentepolitie stellen een uitgebreid on
derzoek in.
VAN NERO AFGEKEKEN?
In het modehuis Hoppener aan de Pas
laan te Apeldoorn, ontstond tegelijkertijd
brand in de keuken en onder een toonbank
in den winkel. Toen de brandweer arriveer
de was het vuur reeds door de bewoners
gebluscht. De aangerichte schade was be
trekkelijk gering. Men kreeg den indruk van
brandstichting. Een door de politie inge
steld onderzoek leidde in den loop van den
dag tot arrestatie van de 18-jarige dienst
bode M. L. Na een scherp verhoor heeft zij
bekend. Zij deelde mule den brand gesticht
te hebben, evenals die van Zaterdag j.l. in
het atelier, daar zij graag vlammen zag.
DOOR DE TRAM GEDOOD.
Op den weg Nijmegen-Kranenburg i:
avonds laat de 60-jarige D. door de electri-
sche tram gegrepen en zoo zwaar gewond,
dat hij eenige oogenblikken later is over-
SLUWE OPLICHTERS.
Een boterhandelaar uit Wijk bij Heusden
(N.-Br.) kwam te Tilburg in aanraking met
een zekeren L., die een partij boter té koop
had. De handelaar wilde de boter eerst keu
ren. L. had de boter echter nog niet, waar
om hij den boterhandelaar verzocht dien
zelfden avond in zijn woning te komen.
Toen de boterhandelaar 's avonds daar
kwam trof hij daar, behalve genoemden L.,
een Vlaamsch sprekend persoon aan Deze
laatste bleek de man te zijn,-die de (Belgi
sche) roomboter te koop had. Hij vertelde,
dat de partij boter zich op den Nieuwen
Goirlescheweg bevond en dat men de boter
kon krijgen als men hem eerst betaalde. De
partij kostte in totaal f 835.
L. gooide direct f 600 op tafel, maar over
meer geld zei hij op 't oogenblik niet te be
schikken. Op zijn verzoek paste de boter
handelaar de ontbrekende f 235 bij.
De Belg streek het geld op en vertrok. L.
en de boterhandelaar begaven zich per
auto naar den Nieuwen Goirlescheweg om
de boter op te halen. Op de aangeduide
plaats troffen zij den broer van L. aan, die
zeide, dat hij geen boter gezien had en dat
hij dacht dat men voor den gek gehouden
was.
De boterhandelaar liet het er echter niet
bij zitter en stelde de Tilburgsche politie
van het geval op de hoogte.
Deze heeft thans L. in verzekerde bewa
ring gesteld, als verdacht van oplichting.
L. is een zeer berucht personage en men
vermoedt, dat het geheele geval een door
gestoken kaart is tusschen den nog onbe
kend gebleven Vlaming en L. Deze laatste
houdt zich echter tot heden nog van der
domme en weigert den naam van den '"la
ming te noemen. Het politie-onderzoek
duurt intusschen voort.
KIND LEVEND VERBRAND
Te Farmsum (Gr.) kreeg een ruim een
jarig kind van den arbeider Sch., dat bij de
tafel zat, door onvoorzichtigheid van
der andere kinderen, een kan met kokende
koffie over het lichaam. De kleine is aan de
brandwonden overleden.
3.00 Gritmofoon 4.00 Bübellez
F M. Muller te Eindhoven. f
jeugd 6.30 Conc
7.15 Spr. dhr.
12.01^ Orkest 2.30 Ork
Kalundborg (1153.8 M.) 11.20 Concert
2.05 Orkest 7.30 Orkest
.angenberg (472.4 M.) 6.20 Morgendienst
en gramofoon 9.50 Concert10.50 Con
cert 12.55 Orkest 2.10 Concert 2.20
Concert 4.25 Concert 9.05 Zang 10.00
Concert 10.20 Orkest
.on den Nat. (261.3 M.) 12.20 Concert
7.50 Zang 9.20 Orket
a rijs (Radio Parijs) (1724.4 M.) 8.05 Gramo
foon 12.20 Protestantsche causerie 12.50
Gramofoon 7.40 Gramofoon 9.05 Concert
Warschau (1411.8 M.) 4.15 Concert r-»
4.40 Zang 7.20 Concert 8.35 Concert
AMSTERDAM
AMBTSJUBILEUM BURGEMEESTER
Dr. W. DE VLUGT
Het Uitvoerend Comité ter herdenking van het
12^-jarig ambtsjubileum van den burgemeester Dr.
W. de V1 u g t, heeft zich met een circulaire tot
Amsterdams burgerij gericht, waarin erop wordt
opmerkzaam gemaakt dat het sinds 1824, toen het
eenhoofdig burgemeesterschap werd ingesteld, niet
is voorgekomen, dat een burgemeester van Am-
sterdam een dergelijk ambtsjubileum mocht vieren.
De burgerij wordt opgewekt bijdragen voor een
huldeblijk te storten op Gemeentegiro C 3030.
Als onderdeel van deze huldiging is gedacht het
aanbieden van een huldeblijk aan den Burgemees
ter persoonlijk en het beschikbaar stellen van een
bedrag voor een door hem aan te wijzen doel.
MAGGI'S NIEUWE FABRIEK
Zaterdagmorgen heeft in tegenwoordig
heid van directie en personeel de eerste
steenlegging plaats gehad van de nieuwe
fabrieksgebouwen der firma Maggi, wélke
aan den Haarlemmerweg zullen verrijzen.
De plechtigheid geschiedde door den zoon
van-den-directeur den heer Joh: Leyds, A'oör
„HULP VOOR ONBEHUISDEN"
De Vereeniging „Hulp voor Onbehuisden",
op wier schouders de dagelijksche verzor
ging en verpleging berust van ruim 700 vol
wassenen en kinderen en die hierbij voor
een belangrijk deel afhankelijk is van gaven
en giften, doet een dringend beroep op de
algemeene sympathie voor haar vooral te^-
genwoordig zoo onmisbaar maatschappelijk
werk.
De najaarsgif te zijn niet zóó, dat de hulp
verleening voor de komende wintermaanden
er ook maar eenigszins door verzekerd
wordt, terwijl ook de onlangs gehouden
straatcollecte aanmerkelijk minder opbraaht
dan het vorig jaar.
Het giro-nummer der vereeniging is
32534.
afgegaan door toespraken van den directeur
en den heer P. Horn, die voor 39 jaar de
Maggifabrieken in Holland oprichtte.
BOTSING TUSSCHEN MOTOR EN AUTO
Op de Weesperzijde bij den Omval is een motor
rijder. die een vrij snelle vaart had, bij het uitwijken
voor een uit de richting Amsterdam komende auto,
welke hij te laat zag, met het pedaal van zijn
motor tegen de straat gekomen en gevallen, met
het gevolg, dat hij tusschen de wielen van de auto.
terecht kwam. Met een hersenschudding en een
ontwrichten arm is het slachtoffer door den Ge*
neeskundigen Dienst naar het O. L. Vrouwegast*
huis vervoerd.
DOOR EEN TRAMWAGEN GEDOOD
Dinsdagmiddag is in de Van Baerlestraat, hoek
Willemspark, een man Van middelbaren leeftijd bij
het oversteken van de trambaan gestruikeld, waar
door hij onder het voorbalcon van een tramwagen
van lijn 3 is geraakt De wagen moest worden op
gevijzeld en toen het slachtoffer tevoorschijn was
gebracht, bleek het te zijn overleden. De Genees
kundige Dienst heeft het stoffelijk overschot naar
het Wilhelmina-Gasthuis vervoerd.
DE SPAANSCHE CAVALIER
Door B. WAESTADT
(S
Toen Lepine de breede figuur van zijn
patroon door de deur zag verdwijnen, haalde
hij verlicht adem. Juist door gesprekken als
het pas gehooidene, ondervond de jonge
Engelsche edelman het smartelijke van zijn
positie. Hij bevond zich ver van zijn familie
en zijn vrienden, in een vreemd land en was
gedwongen om te gaan met een minder
ontwikkeld persoon, die geld en slechts
geld als het hoogste doel van zijn leven
beschouwde. Lucius was genoodzaakt naar
de raad, die Paszmore hem opdrong op een
toon van iemand die er meer verstand van
heeft, wat op zichzelf reeds een beleediging
was, onderdanig en vol aandacht te luiste
ren. Het viel den jongeling, die op school
de knapste leerling was geweest, moeilijk
hij elke gelegenheid raadgevingen aan te
nemen van iemand, die nog nooit een regel
uit het Latijn had vertaald.
„Maar wat voor vooruitzichten heeft nu
'de oudste zoon van een groote familie zon
der geld en crediet! Hij moet de eerste de
beste gelegenheid, die hem wordt aange
boden, met beide handen aangrijpen", dacht
Lepine, toen hij eindelijk het kantoor had
verlaten, de zware deur achter zich gesloten
wist en op straat stond. „Ik wist, dat het
aannemen van deze betrekking hetzelfde
beteeken de als wanneer men zich in de
maand December in een rivier wil baden
en dat iemand, die zich op dergelijke wijze
den weg door het leven wil banen zich moet
uitkleeden, net als een zwemmer, zonder
acht te slaan op bedenkingen wat aangaat
persoonlijke vernederingen en standsbewust
zijn. Maar wat doet dat terzake. Ik hen
dankbaar, dat ik een uitweg weet, dankbaar
dat ik mijn arme moeder niet tot last behoef
te zijn ja zelfs nog in staat ben mijn
onmondigen broeders en zusters de behulp
zame hand te bieden. Alles is beter clan
werkloos te staan aan den oever der rivier
wachtende, tot er misschien een boot komt,
die me naar den overkant kan brengen. De
strijd versterkt, de koude hardt. Ja, mijn
Noordelijke natuur kan alles dragen; maar
de last drukt veel zwaarder op den armen
Alcala cle Aguilera, naar ik vrees. Hij is
zonder twijfel van zijn jeugd af opgevoed in
het geloof, dat de arbeid een vernedering
is, en vooral de dienst bij vreemden. Hij
bezit niet de bewegelijkheid, waarmede ik
ben gezegend en de koelheid, die op den
Engelschman hardend werkt, brengt mis
schien de koude des doods over den Span
jaard. Ik wil direct De Aguilera's woning
eens opzoeken en mij overtuigen wat
oorzaak van zijn uitblijven is geweest. Al
ligt er ook geen waarheid ten grondslag aan
het zeer zonderlinge gerucht, dat mij heden
ter oore kwam, zoo ben ik toch niet rustig
aleer ik zelf dc zekerheid heb gekregen, dat
het ongegrond is. Ik hoop, dat cle Spaansche
hoffelijkheid van den cavalier mijn indrin
gerigheid niet verkeerd opvat, wanneer men
het indringerigheid zou willen noemen. Ik
verlang er naar om deze terughoudendheid
te laten varen en met Aguilera in een kamer
onder vier oogen tc spreken, als vij niet
gestoord worden. Het adres, dat hij mij gaf,
leidde naar een straat Calle de San José in
de voorstad Triana; dat moet ergens aan
den anderen kant der rivier zijn. Ik denk,
dat het niet moeilijk zal wezen den weg te
vinden."
HOOFDSTUK II.
Een zwerftocht door Sevilla.
Lucius Lepine was de zoon van een offi
cier der Engelsche vloot. Terwijl de jonge
ling met grooten ijver studeerde aan een
Engelsche inrichting, beroofde de dood zijns
vaders hem plotseling van de middelen de
studie te voltooien en hij was nu ook niet
meer in staat de school te verlaten als een
der beste leei'lingen, zooals hij gehoopt
had.
Als weduwe had zijn moeder slechts een
gering inkomen en daarvan moest een tal
rijk gezin onderhouden,'worden, waarvan
hij de eerstgeborene was. De .grootste hoop
van den jongeling was geweest de univer
siteit te bezoeken en zich voo- tc bereiden
voor het predikambt. Nu zag hij in, dat hij
deze hoop moest latei, varen. Van nu at aan
moest LepLc's bestaan er op cijn ingericht
zijn moei er niet slechts niet tot last te zijn
maar l aar hulp te wnen. Len tijd iang
was al zijn moeite tevergeefsch geweest tot
hem de betrekking bij cle firma Paszmore
en Perkins werd aangeboden. Een kioder
lijke inval om Spaansch te leeren, om den
Don Quichotte in het oorspronkelijk te
kunnen lezen, een helder verstand en een
natuurlijke aanleg voor het boekhouden,
maakten den admiraalszoon bijzonder ge
schikt voor het vervullen van een dorge-
lijken post. De heer Paszmore bood vrij
pension aan, men had het goed bij hem, al
was hij ook een alleenstaand man. Lucius
bezon zich niet lang en nam de aanbieding
aan. Hij nam zijn nieuwe positie schijnbaar
opgeruimd aan, dat niemand behalve zijn
moeder vermoedde, met hoeveel innerlijken
afkeer en tegenzin het geschiedde.
Op deze wijze gescheiden van zijn fa
milie en de vrienden zijner jeugd, zae
Lucius, die van nature vroolijk was, om
naar vrienden. Het land leek hem wel een
oord voor bannelingen. Hij had geen aan
bevelingsbrieven meegebracht en de omging
met den heer Paszmore, den chef der f:rma
en andere kooplieden, waarmee hij toe
vallig in aanraking kwam, bevredigde niet
het verlangen van den jongen man, wiens
hart haakte naar uitwisseling van ge
dachten met verwante zielen. De eenige in
Sevilla, tot wien Lucius zich voelde aan
getrokken, was de voorname jonge Span
jaard De Aguilera, die door omstandigheden
gelijk aan de zijne, gedwongen was het
aanbod van de heeren Paszmore en Pe/kms
aan te nemen. De aristocratisehe houding
van Don Alcala de Aguilera, zijn fijnheid en
zijn hoffelijkheid, deden hem in de oogen
van Lucius een interessante persoonlijkneid
zijn, die tegelijkertijd zijn bewondering, zijn
nieuwsgierigheid en zijn medeiijrlen opwek
te. Wanneer Lucius ze vergeleek Kwamen
de Spaansolie kaniocrbediende en diens
Engelsche pairoon hem voor als een schit
terende Toledckling en een keukenmes.
Behalve het optreden en de houding van
den kameraad traden ook nog andere eigen
schappen aan den dag, die Lucius' volle
achting afdwongen. Alle kwaadsprekerij of
wat hij er voor hield, werd door de donkere j
oogen van den Spanjaard beantwoord met
een uitdrukking, die zeide, dat zijn trots
niet was onderdrukt en dat zijn toorn ge
vaarlijk kon zijn. Het was misschien maar
goed, dat de heer Paszmore, die 't Spaansch
niet maentig was, gewoonlijk Lepine als
tolk tusschen zich en De Aguilera gebruikte
Vele van cle van den heer Paszmore uit
gaande bevelen en menig grol verwijt,
kwamen in milderen vorm over de lippen
van den Engelschman. Woorden, die, zoo
zij zouden zijn weergegeven op denzelfden
toon als waarop ze geuit wareu, den Span
jaard den dolk in de hand zouden hebhen
gedrukt.
„Inglesito" (Engelschman) mompelde "pn
\Gitana" (zigeunermeisje), die bleef staan
en Lucius nakeek, die haar beleefd naai
den weg had gevraagd en die thans voort
ging langs de nauwe straten, die aan het
grootste deel van Sevilla het voorkomen
van een labyrinth geven. Trouwens, het
kostte ook niet veel moeite om de natio
naliteit van dezen vreemdeling te ontdekken
ook al zou de Gitana hem sledhts van ach
ter hebben gezien, want de vlugge, vaste
stap van Lepine zou nooit met die van
een Spanjaard kunnen worden verwisseld
Maar de vrouw had zijn gezicht gezien, dat
wel verbrand was door de zuidelijke zon,
maar dat tooh een zachter tint had, mei
heldere grijze oogen en donkerbruin haar,
dat zich in dikke lokken om de slaoen
voegde, terwijl het op de bovenlip een
weinig donkerde. Lucius was licht als En
gelschman te herkennen temidden van de
luie, cigaretten-rookende schare, die in
zalig nietsdoen over cle straat slenterde. En
op dit uur lag werkelijk bjj dca prachtigcn
ondergang der zon een heerlijke weslde
over Sevilla, die men tot verontschuldi»
ging voor de bewoners zou kunnen aanvoe
ren. Toen Lucius uit een nauwe straat op
het plein kwam was hij diep onder den
indruk van de schoonheid, die zich ..ver
deze koningsstad van Andalusië uitspreidde
Badend^in de gouden glans verhief zich.
Alcazar, dat prachtige gedehktoeken van
Moorsche kunst, dat men om zijn schitte
rende kleurenvracht. zijn rijke versienrgen
en zijn verguld gewelf en marmeren pilaren
met een fecënslot zou kunnen vergelijken.
Op korten afstand verhief zich de prach
tige kathedraal, die met het paleis wedij /er-
de in schoonheid, maar overigens er veel
van verschillend. Het is de forscht Gotische
bouw, die men in Spanje vindt De vier
hoekige toren, 'n grootsch gedemeteeken vap
een voorbijgegane eeuw, waarin de Mom-en
den scepter zwaaiden over Andalusië, maar
die nu voor de kathedraal als klokketr-ren
gebruikt wordt, gloeide rozerood in de
stralen der zon.
Lucius bleef eenige tijd staan om de
bouwwerken die hier stonden in hun
buitengewone schoonheid te bewonderen Al
zijn verdriet had hij achter zich gelaten m
hret kantoor in de Calle San Franzisco; als
men negentien is vergeet men zijn verdriet
al heel spoedig. Ook was het oog niet het
eenige zintuig, dat zich aan deze schoonheid
laafde. De lucht was vol van den geuc der
oranjeboomen en de muziek van het klok
kenspel van den Giraldentoren, die ,'cr-
smolt met de zachte tonen van 1 "en
Spaansch lied en met die van de begeleiden
de gitaar
i (Wordt vervolgd!