DE HAVEN VAN VLISSINGEN Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. WOENSDAG 8 NOVEMBER 1933 DERDE BLAD PAG. 9 EEN GROOTSCH WERK MET ECHT NEDERLANDSCH CACHET Wat de pioniers reeds mochten bereiken TOEKOMSTPLANNEN Steeds is Vlissingen geweest een voorname Zeeuwsche stad, gunstig gelegen, maar ze miste de leiders die haar gunstige positie tot sn haar toekomend hoog peil konden opvoe- a'en. Hierin is de laatste decennia verande ring gekomen. Tamelijk snel heeft Vlissingen zich tot een flinke badplaats opgewerkt Wanneer men de mogelijkheden overweegt, die deze oude Zeeuwsche veste, welke bijna geheel in een nieuw kleed wordt gestoken, 't groot Nederlandsche kapitaal biedt, indien het zich op deze eenige plek wilde interessee ren voor nog meer groote hotels, een pier enz., dan begrijpt men niet, dat zoo lang gewacht wordt en dat onze nationale ener gie zoo weinig weet te stellen tegenover den Vlaamschen dadendrang aan de zoo nabije Vlaamsche kust. Ondanks het leed en de wonden, die een wreede oorlog het kleine stamverwante volk toebracht, ligt langs de Vlaamsche Noordzeekust een aan eengesloten rij badplaatsen, die alles bieden wat men maar wenschen kan, welke getuigt van een grenzeloos optimisme en onderne mingsdurf onzer zuidelijke buren. Waarom werd Vlissingen zoolang door ons groot kapitaal verwaarloosd, zoo vragen wij dan als wij dit nagaan en waarom wordt deze stad, waar, zooals een dichter schreef, onder de bekoring die er van Vlissingen „Het vroolijk Scheldevolk, de Vreugde- kust" niet krachtiger gesteund bij haar moe dig streven dat thans vrucht gaat afwerpen. Het stoere werken en pogen van voort varende mannen, die de mogelijkheden van Vlissingen in een wijd perspectief zagen, ver dient den steun van terker financiën. Gelukkig bleef men niet zitten wachten, maar aangespoord door de levenwekkende voorbeelden aan de overzijde der Schelde heeft men doorgetast. De oude wethouder wijlen de heer J. G. van Niftrik spoel de het modderstadje schoon en toonde den verbaasden oogen, welk een juweel hier aan 'de Scheldemond lag. De huidige Burgemees ter, de heer Van Woelderen, zette het begonnen werk voort eh is bezig het kleinood in goud te vatten. Is het wonder, dat de heer Van Woelde ren den Nederlandschen Journalisten Kring inviteerde, nu Vlissingen weer op het punt staat een stuk van haar nieuwe levensvoor waarden te aanvaarden? En hier; ne gevolg gevende begaven wij ons naar Vlissingen. om van nabij te beschouwen het groote werk, dat daar door wakkere pio niers ondernomen is. Aan het Station stond een autobus ge reed, die ons vlug naar het Stadhuis bracht waar het gezelschap ontvangen werd door den Burgemeester C. A. van Woelderen. Welkomstwoord van den Nadat allen in een der zalen van het voor malig Prinsenhuis waren gezeten, nam de Burgemeester het woord. Hij lpegon met zijn blijdschap er over uit te spréken, dat zoo veel Nederlandsche dagbladen aan de uit- noodiging hadden gehoor gegeven. Spreker wil wel verklaren, dat hij een bizondere lief de heeft voor de haven. Toen hij dan ook in 1919 in Vlissingen Burgemeester werd, is hij dadelijk aan het werk getogen om plan nen te maken tot verbetering en exploitatie van de Nieuwe Vlissingsche buitenhaven. Deze plannen zijn thans volledig uitge voerd en vervuld. De wet van 12 Januari 1933 machtigt de Ministers van Waterstaat en van Financiën tot de oprichting van de Naamlooze Vennootschap „Haven van Vlis singen" en tot het sluiten van een overeen komst met die vennootschap betreffende de exploitatie, de erfpacht en het gebruik van havens en haventerreinen en de daartoe be- hoorende inrichtingen en voorts tot toeken ning aan die vennootschap van de bevoegd heid tot het heffen van rechten. De commissarissen van de nieuwe N.V. zijn aangewezen. Zoodra ook de directeur is benoemd, zal de stichtingsakte worden ge- teekend. Het maatschappelijk kapitaal der N.V. is een millioen gulden groot, waarvan geplaatst zijn 775.000,n.l. Rijk en Gemeente elk 275.000,en een groep „belanghebbenden" f 225.000,—. De jaarlijksche erfpachtscanon is geduren de de eerste 10 jaren gefixeerd op 3.000, De gemeente brengt in o.a. het gemeentelijk binnenhavenbedrijf, dat sedert de oprichting in 1914 een gemiddelde jaarlijksche netto winst van ongeveer 12.000,— heeft opgele verd. De N.V. zal beschikken over ruim 300.000,aan contanten, waaruit alleen nog maar de nieuw aan te schaffen kranen voor de buitenhaven zullen moeten worden betaald; de financieele positie van de in op richting zijnde N.V. is dus gunstig te achten. Wij hebben voor onze haven moeten vech ten. Gelukkg nam de Kamer een motie van den heer Van der Voort van Zijp aan, om de gelden voor den bouw der havenmuur toe te staan. De buitenhaven der Scheldustau was oorspronkelijk bedoeld als veilige lig plaats voor schepen, die voor de sluis moes ten wachten, terwijl ze door haar geografi sche ligging bestemd werd voor vluchthaven voor zeeschepen en voor visscherij-haven. Enkele personen vermoedden wel, dat de haven aan een grooter belang dienstbaar ge maakt zou kunnen worden, doch hun stem men gingen verloren in het koor dat geen verwachtingen koesterde. De meerderheid zei: „Van de groote plannen met onze naven zal nooit iets kunnen komen". Geheel onbegrijpelijk was deze opvatting niet Immers, de sluis bleek een hinderpaal voor het verkeer, groote schepen konden de haven niet binnen loopen. De tegenstandurs van de havenplannen vergaten evenwel de voornaamste voorwaarde van een bloeiende grootsche haven, n.l. den eisch, dat de haver, technisch in orde moest zijn, alvorens eco nomische verlangens te kunnen inlossen. Men redeneerde in een cirkel en de zaak bleef hangen. Later hebben de voorstanders van het groote havenplan het nooit geheel )n den doofpot gestopte ideaal opnieuw naar voren gebracht en de resultaten van hun pogingen gaan wij thans bezien. Na deze uiteenzetting begaf de Journalis tenkring zich per autobus naar de Engelsche ■mailboot de „Meckelenburg", alwaar ge luncht werd. Allen waren vol lof over de ontvangst. De Burgemeester bood namens de N.V. de Haven van Vlissingen, aan ieder een magistraal boek aan, van een dikke 400 pa gina's, waarin een en ander verhaald wordt. Dit boek werd heden in een oplaag van 3000 Het journalistenbezoek aan Vlissingen. In 'f midden Burgemeester C. A. van Woelden exemplaren naar alle deelen van Europa erzonden.Alle bibliotheken der Universi teiten, Zeevaartscholen enz. enz. ontvangen een exemplaar van dit in het Duitsch ge schreven werk. Het boekwerk „Der Hafen von Vlissingen, Seine Stellung und Entwicklungscssichten im internationalen Verkehr" door dr. Erich A. Kautz, Diplomvolkswirt, is uitgegeven door het bekende Institut für Weltwirtschaft •und Seeverkehr te Kiel, welks voorzitter, Ge- heimrat prof. dr. B. Harms, het tot stand komen van deze uitgave krachtig heeft be vorderd. Dr. Kautz is summa cum laude gepromoveerd en was o.a. secretaris van prof. dr. Sven Heiander. Dit boek is het eerste groote wetenschappelijke werk, dat de haven van Vlissingen is geschreven, strikt wetenschappelijk en ob'" tiof in een sfeer, die propaganda of tenr1--- uitsluit. Het boek bestaat uit twee groote deelen. In het eerste deel worden de geschiedenis en de bestaande toestanden behandeld, in het tweede deel de versch'1' --'a «moceliik- heden van toekomstige ontwikkel in" onder zocht en beoordeeld. Een bezoek aan Mij. „Zeeland" Thans ging men onder het van den heer Van Woelderen een bezoek brengen aan de bedrijven van de Maatschappij „Zee land". Wij namen de fraaie gehouwen en loodsen in oogenschouw en zagen dat geen geld ontzien was, om alles zoo comfortabel mogelijk te maken. Vervolgens brachten wij een bezoek aan de ferryboot die de verbin ding met Zeeuwsch Vlaanderen onderhoudt. Ook hier is een groote vooruitgang buiten vroeger jaren en de verbinding Breskens Vlissingen, is terecht een der beste verbin dingen in ons land. Thans werden wij vergast op een boot tocht. Het weer hield zich best. Al spoedig waren wij in de zware deining en genoten wij van het fraaie panorama op de stad Vlissingen. Na een poosje gedobberd te heb ben zetten wij koejs naar de nieuwe haven, als een proef, hoe gemakkelijk deze van uit de zee te bereiken is. Inmiddels beantwoordde de heer Van Woelderen bereidwillig onze vragen. Het was een genot naar zulk een enthousiast voor lichter te luisteren. Wij vroegen hem af, of het niet een erg gewaagde speculatie was,: om deze millioenen aan de haven van Vlis singen te offeren. De idealistische Burger vader heeft echter een onverwoestbaar ge loof in het welslagen. Hij antwoordde o.a. op onze vraag: „De haven zal een haven voor het snelverkeer moeten worden. Schepen uit de Noordelijke landen (waarheen wij ook een massa boeken gestuurd hebben) die naar Amerika varen, hebben nog wel eens be hoefte om een haven aan te doen. Bij voorkeur wordt dan een haven ge zocht, waar men snel bediend pleegt te wor den, waar men met weinig tijdver! f-. kan binnenloopen en waar men zekerheid heeft niet afgewezen te worden. Een goede haven voor snelverkeer moet voorts een kusthaven zijn, die niet dicht vriest. Aan de natuur „Zeeland" met zijzicht op den kaaimuur e lijke eischen voldoet Vlissingen in alle op zichten. Zorgen wij voor het overige., dan voorkeur van de gezagvoerders der schepen niet uitgesloten blijven. Alvorens we evenwel veel bereiken kitnnen ,zal veel gewerkt moeten worden. Maar geld zal ook in ons geval den arbeid zoet doen zijn. En snelverkeer brengt immers geld. Loopen de schepen eenmaal geregeld binnen, dan krijgt Vlissingen ook passagiers, de post moet ver zonden worden, ijlgoederen geladen en over land verder getransporteerd. Dit alles brengt bunkeren van kolen en stookolie mee en het geeft de gemeente voordeel. Een bunker station is reeds in werking. Vorig jaar bun kerden er 360 schepen, nu, 2 Nov., hebben wij er al 380 gehad, dus vooruitgang. Onze boot entert thans het bunkerbedrijf de „Parata" en wij stappen over. Wij zien thans het bedrijf in volle werking, daar er juist een groote Duitsehe boot kolen in neemt. Een en ander brengt leven in het be drijf. Onder leiding van den directeur, den heer Van Everdingen worden wij rondge leid. Ook deze ziet in de haven van Vlissin gen een groote toekomst. Onder de rondwandeling stellen wij den Burgemeester Van Woelderen die „hono rair havendirecteur" is, eenige vragen. „Gaat Vlissingen nu in de toekomst een concurrente van de overige Nederlandsche havens worden?" „In 't geheel niet! En dat is juist zoo prachtig in het belang van ons land. De haven van Vlissingen geeft een Neder- landsch cachet aan onze Schelde. Het gezag der Nederlandsche driekleur zal er door be vestigd worden". „Gelooft u, Burgemeester, dat de gelegen heid tot bunkeren spoedig datgene tot ge volg zal hebben, wat u daar noemde, als het opnemen van passagiers, het laden van en goederen?" „Als wij zorgen, dat de verbinding met het achterland dat is België en vooral Antwerpen behoorlijk voorzien wordt, getwijfeld. Schepen udt Hamburg bv. zullen niet naar Antwerpen doorstoomen als ze in Vlissingen goed terecht kunnen en als passa gièrs en goederen van Vlissingen uit zeer snel de bestemming kunen bereiken. Maar daarvoor is een betere en rechtstreeksche spoorwegverbinding met Antwerpen noodza kelijk. Men zou per bloktrein binnen het uur in Antwerpen moeten zijn, wat mogelijk wordt als in Brabant een nieuwe lijn wordt aangelegd, die Roosendaal niet aandoet. Welk een prachtige oplossing zou dit voor de Engelsche passagiersschepen op België zijn. Steeds zekerheid dat de passagiers met het slechtste weer Antwerpen konden Ook Engeland interesseert zich voor haven. Zoo zijn er plannen voor een vracht dienst HarwichVlissingen. Ook uit andere landen van Europa bereikten ons reeds in formaties over de haven, hetgeen wel het beste bewijs is, dat ons enthousiasme niet geheel op lossen grond staat. Thans is de haven gereed. Nu nog de boorte der N.V. en dan zullen wij in Vlis singen toonen dat wij een goede haven waard zijn. Wij geven de verzekering dat wij zullen zorgen dat de schepen goede er varingen zullen opdoen. Zij zullen de beste reclame vormen enbinnen afzienbaren tijd zal de Vlissingsche haven, de bekendheid verwerven, die een der factoren van haar succes genoemd mag worden. Ook zal de haven er bij welvaren, wanneer de weg die op het Rijkswegenplan geprojec teerd is, die van Nieuw en St. Joosland, rechtstreeks op de haven aangaat dus Middelburg en Souburg geheel ter zijde laat liggen eens zal gelegd zijn. Conferentie ten Stadhuize Alsnu wordt per autobus naar het Stad huis terug gereden, waar in een der zalen nog een speciale persconferentie plaats heeft. Talrijke vragen worden er nog ge stold, die met de meeste welwillendheid den beantwoord. Vooral werd er in de be sprekingen door Dr. van der Poel de nadruk op ge.legd, dat het Nederlandsche karak ter van de Schelde, nog meer tot uiting zal worden gebracht, dan tot nog toe. Aan de hand van kaarten licht de Burgemeester ons nog verder in, over de stroom der Schelde, welke voor Vlissingen een die V^ij verlieten het Stadhuis met den in druk, dat hier een groot nationaal werk is geschied. Van ganscher harte hopen wij, dat de verwachtingen van den heer Van Woel deren niet beschaamd mogen worden en Vlissingen een eersterangs haven moge wor den. De wakkere pioniers hebben dit wel diend. En niet alleen Vlissingen, maar ook het Zeeuwsche gewest zal er de vruch- ian plukken en de Schelde stad zal weer klinkenden naam krijgen, zooals vroe ger onder de Nederlandsche steden. In het „Woolhuis" De autobus werd weer bestegen en nu re den wij naar 't uiterste einde van den Boule vard. waar de Burgemeester den Kring invi teerde op de thee in zijn nieuwe woning. In dit schitterend huis Kasteel zouden wij bijna schrijven werd nog een gezellig uurtje doorgebracht en nog wat gediscus sieerd over de toekomst van Vlissingen. Te 5 uur dankte de heer Van Woelderen nogmaals de journalisten hartelijk voor hun komst, waarna een uit den Kring den Bur gemeester dankte voor zijn gul onthaal te Vlissingen en de hoop uitsprak, dat Vlis singen mocht groeien en bloeien met haar nieuwe haven. A. W. ZONDERLING GEVAL Dinsdagavond omstreeks negen uur, werd op den weg tussohen Bedum en Onderden- dam bewusteloos en in zwaar gewonden toestand de kleermaker P. Mekker uit Bedum gevonden. Hij is naar het R.K. ziekenhuis te Gronin gen overgebracht. Uit het weinige, wat hij tot nu toe heeft kunnen verklaren, moet men afleiden, dat hij door een aoito is aan gereden en vervolgens door de inzittenden daarvan langs den weg is gelegd. Rijks- en gemeentepolitie stellen een uitgebreid on derzoek in. VAN NERO AFGEKEKEN? In het modehuis Hoppener aan de Pas laan te Apeldoorn, ontstond tegelijkertijd brand in de keuken en onder een toonbank in den winkel. Toen de brandweer arriveer de was het vuur reeds door de bewoners gebluscht. De aangerichte schade was be trekkelijk gering. Men kreeg den indruk van brandstichting. Een door de politie inge steld onderzoek leidde in den loop van den dag tot arrestatie van de 18-jarige dienst bode M. L. Na een scherp verhoor heeft zij bekend. Zij deelde mule den brand gesticht te hebben, evenals die van Zaterdag j.l. in het atelier, daar zij graag vlammen zag. DOOR DE TRAM GEDOOD. Op den weg Nijmegen-Kranenburg i: avonds laat de 60-jarige D. door de electri- sche tram gegrepen en zoo zwaar gewond, dat hij eenige oogenblikken later is over- SLUWE OPLICHTERS. Een boterhandelaar uit Wijk bij Heusden (N.-Br.) kwam te Tilburg in aanraking met een zekeren L., die een partij boter té koop had. De handelaar wilde de boter eerst keu ren. L. had de boter echter nog niet, waar om hij den boterhandelaar verzocht dien zelfden avond in zijn woning te komen. Toen de boterhandelaar 's avonds daar kwam trof hij daar, behalve genoemden L., een Vlaamsch sprekend persoon aan Deze laatste bleek de man te zijn,-die de (Belgi sche) roomboter te koop had. Hij vertelde, dat de partij boter zich op den Nieuwen Goirlescheweg bevond en dat men de boter kon krijgen als men hem eerst betaalde. De partij kostte in totaal f 835. L. gooide direct f 600 op tafel, maar over meer geld zei hij op 't oogenblik niet te be schikken. Op zijn verzoek paste de boter handelaar de ontbrekende f 235 bij. De Belg streek het geld op en vertrok. L. en de boterhandelaar begaven zich per auto naar den Nieuwen Goirlescheweg om de boter op te halen. Op de aangeduide plaats troffen zij den broer van L. aan, die zeide, dat hij geen boter gezien had en dat hij dacht dat men voor den gek gehouden was. De boterhandelaar liet het er echter niet bij zitter en stelde de Tilburgsche politie van het geval op de hoogte. Deze heeft thans L. in verzekerde bewa ring gesteld, als verdacht van oplichting. L. is een zeer berucht personage en men vermoedt, dat het geheele geval een door gestoken kaart is tusschen den nog onbe kend gebleven Vlaming en L. Deze laatste houdt zich echter tot heden nog van der domme en weigert den naam van den '"la ming te noemen. Het politie-onderzoek duurt intusschen voort. KIND LEVEND VERBRAND Te Farmsum (Gr.) kreeg een ruim een jarig kind van den arbeider Sch., dat bij de tafel zat, door onvoorzichtigheid van der andere kinderen, een kan met kokende koffie over het lichaam. De kleine is aan de brandwonden overleden. 3.00 Gritmofoon 4.00 Bübellez F M. Muller te Eindhoven. f jeugd 6.30 Conc 7.15 Spr. dhr. 12.01^ Orkest 2.30 Ork Kalundborg (1153.8 M.) 11.20 Concert 2.05 Orkest 7.30 Orkest .angenberg (472.4 M.) 6.20 Morgendienst en gramofoon 9.50 Concert10.50 Con cert 12.55 Orkest 2.10 Concert 2.20 Concert 4.25 Concert 9.05 Zang 10.00 Concert 10.20 Orkest .on den Nat. (261.3 M.) 12.20 Concert 7.50 Zang 9.20 Orket a rijs (Radio Parijs) (1724.4 M.) 8.05 Gramo foon 12.20 Protestantsche causerie 12.50 Gramofoon 7.40 Gramofoon 9.05 Concert Warschau (1411.8 M.) 4.15 Concert r-» 4.40 Zang 7.20 Concert 8.35 Concert AMSTERDAM AMBTSJUBILEUM BURGEMEESTER Dr. W. DE VLUGT Het Uitvoerend Comité ter herdenking van het 12^-jarig ambtsjubileum van den burgemeester Dr. W. de V1 u g t, heeft zich met een circulaire tot Amsterdams burgerij gericht, waarin erop wordt opmerkzaam gemaakt dat het sinds 1824, toen het eenhoofdig burgemeesterschap werd ingesteld, niet is voorgekomen, dat een burgemeester van Am- sterdam een dergelijk ambtsjubileum mocht vieren. De burgerij wordt opgewekt bijdragen voor een huldeblijk te storten op Gemeentegiro C 3030. Als onderdeel van deze huldiging is gedacht het aanbieden van een huldeblijk aan den Burgemees ter persoonlijk en het beschikbaar stellen van een bedrag voor een door hem aan te wijzen doel. MAGGI'S NIEUWE FABRIEK Zaterdagmorgen heeft in tegenwoordig heid van directie en personeel de eerste steenlegging plaats gehad van de nieuwe fabrieksgebouwen der firma Maggi, wélke aan den Haarlemmerweg zullen verrijzen. De plechtigheid geschiedde door den zoon van-den-directeur den heer Joh: Leyds, A'oör „HULP VOOR ONBEHUISDEN" De Vereeniging „Hulp voor Onbehuisden", op wier schouders de dagelijksche verzor ging en verpleging berust van ruim 700 vol wassenen en kinderen en die hierbij voor een belangrijk deel afhankelijk is van gaven en giften, doet een dringend beroep op de algemeene sympathie voor haar vooral te^- genwoordig zoo onmisbaar maatschappelijk werk. De najaarsgif te zijn niet zóó, dat de hulp verleening voor de komende wintermaanden er ook maar eenigszins door verzekerd wordt, terwijl ook de onlangs gehouden straatcollecte aanmerkelijk minder opbraaht dan het vorig jaar. Het giro-nummer der vereeniging is 32534. afgegaan door toespraken van den directeur en den heer P. Horn, die voor 39 jaar de Maggifabrieken in Holland oprichtte. BOTSING TUSSCHEN MOTOR EN AUTO Op de Weesperzijde bij den Omval is een motor rijder. die een vrij snelle vaart had, bij het uitwijken voor een uit de richting Amsterdam komende auto, welke hij te laat zag, met het pedaal van zijn motor tegen de straat gekomen en gevallen, met het gevolg, dat hij tusschen de wielen van de auto. terecht kwam. Met een hersenschudding en een ontwrichten arm is het slachtoffer door den Ge* neeskundigen Dienst naar het O. L. Vrouwegast* huis vervoerd. DOOR EEN TRAMWAGEN GEDOOD Dinsdagmiddag is in de Van Baerlestraat, hoek Willemspark, een man Van middelbaren leeftijd bij het oversteken van de trambaan gestruikeld, waar door hij onder het voorbalcon van een tramwagen van lijn 3 is geraakt De wagen moest worden op gevijzeld en toen het slachtoffer tevoorschijn was gebracht, bleek het te zijn overleden. De Genees kundige Dienst heeft het stoffelijk overschot naar het Wilhelmina-Gasthuis vervoerd. DE SPAANSCHE CAVALIER Door B. WAESTADT (S Toen Lepine de breede figuur van zijn patroon door de deur zag verdwijnen, haalde hij verlicht adem. Juist door gesprekken als het pas gehooidene, ondervond de jonge Engelsche edelman het smartelijke van zijn positie. Hij bevond zich ver van zijn familie en zijn vrienden, in een vreemd land en was gedwongen om te gaan met een minder ontwikkeld persoon, die geld en slechts geld als het hoogste doel van zijn leven beschouwde. Lucius was genoodzaakt naar de raad, die Paszmore hem opdrong op een toon van iemand die er meer verstand van heeft, wat op zichzelf reeds een beleediging was, onderdanig en vol aandacht te luiste ren. Het viel den jongeling, die op school de knapste leerling was geweest, moeilijk hij elke gelegenheid raadgevingen aan te nemen van iemand, die nog nooit een regel uit het Latijn had vertaald. „Maar wat voor vooruitzichten heeft nu 'de oudste zoon van een groote familie zon der geld en crediet! Hij moet de eerste de beste gelegenheid, die hem wordt aange boden, met beide handen aangrijpen", dacht Lepine, toen hij eindelijk het kantoor had verlaten, de zware deur achter zich gesloten wist en op straat stond. „Ik wist, dat het aannemen van deze betrekking hetzelfde beteeken de als wanneer men zich in de maand December in een rivier wil baden en dat iemand, die zich op dergelijke wijze den weg door het leven wil banen zich moet uitkleeden, net als een zwemmer, zonder acht te slaan op bedenkingen wat aangaat persoonlijke vernederingen en standsbewust zijn. Maar wat doet dat terzake. Ik hen dankbaar, dat ik een uitweg weet, dankbaar dat ik mijn arme moeder niet tot last behoef te zijn ja zelfs nog in staat ben mijn onmondigen broeders en zusters de behulp zame hand te bieden. Alles is beter clan werkloos te staan aan den oever der rivier wachtende, tot er misschien een boot komt, die me naar den overkant kan brengen. De strijd versterkt, de koude hardt. Ja, mijn Noordelijke natuur kan alles dragen; maar de last drukt veel zwaarder op den armen Alcala cle Aguilera, naar ik vrees. Hij is zonder twijfel van zijn jeugd af opgevoed in het geloof, dat de arbeid een vernedering is, en vooral de dienst bij vreemden. Hij bezit niet de bewegelijkheid, waarmede ik ben gezegend en de koelheid, die op den Engelschman hardend werkt, brengt mis schien de koude des doods over den Span jaard. Ik wil direct De Aguilera's woning eens opzoeken en mij overtuigen wat oorzaak van zijn uitblijven is geweest. Al ligt er ook geen waarheid ten grondslag aan het zeer zonderlinge gerucht, dat mij heden ter oore kwam, zoo ben ik toch niet rustig aleer ik zelf dc zekerheid heb gekregen, dat het ongegrond is. Ik hoop, dat cle Spaansche hoffelijkheid van den cavalier mijn indrin gerigheid niet verkeerd opvat, wanneer men het indringerigheid zou willen noemen. Ik verlang er naar om deze terughoudendheid te laten varen en met Aguilera in een kamer onder vier oogen tc spreken, als vij niet gestoord worden. Het adres, dat hij mij gaf, leidde naar een straat Calle de San José in de voorstad Triana; dat moet ergens aan den anderen kant der rivier zijn. Ik denk, dat het niet moeilijk zal wezen den weg te vinden." HOOFDSTUK II. Een zwerftocht door Sevilla. Lucius Lepine was de zoon van een offi cier der Engelsche vloot. Terwijl de jonge ling met grooten ijver studeerde aan een Engelsche inrichting, beroofde de dood zijns vaders hem plotseling van de middelen de studie te voltooien en hij was nu ook niet meer in staat de school te verlaten als een der beste leei'lingen, zooals hij gehoopt had. Als weduwe had zijn moeder slechts een gering inkomen en daarvan moest een tal rijk gezin onderhouden,'worden, waarvan hij de eerstgeborene was. De .grootste hoop van den jongeling was geweest de univer siteit te bezoeken en zich voo- tc bereiden voor het predikambt. Nu zag hij in, dat hij deze hoop moest latei, varen. Van nu at aan moest LepLc's bestaan er op cijn ingericht zijn moei er niet slechts niet tot last te zijn maar l aar hulp te wnen. Len tijd iang was al zijn moeite tevergeefsch geweest tot hem de betrekking bij cle firma Paszmore en Perkins werd aangeboden. Een kioder lijke inval om Spaansch te leeren, om den Don Quichotte in het oorspronkelijk te kunnen lezen, een helder verstand en een natuurlijke aanleg voor het boekhouden, maakten den admiraalszoon bijzonder ge schikt voor het vervullen van een dorge- lijken post. De heer Paszmore bood vrij pension aan, men had het goed bij hem, al was hij ook een alleenstaand man. Lucius bezon zich niet lang en nam de aanbieding aan. Hij nam zijn nieuwe positie schijnbaar opgeruimd aan, dat niemand behalve zijn moeder vermoedde, met hoeveel innerlijken afkeer en tegenzin het geschiedde. Op deze wijze gescheiden van zijn fa milie en de vrienden zijner jeugd, zae Lucius, die van nature vroolijk was, om naar vrienden. Het land leek hem wel een oord voor bannelingen. Hij had geen aan bevelingsbrieven meegebracht en de omging met den heer Paszmore, den chef der f:rma en andere kooplieden, waarmee hij toe vallig in aanraking kwam, bevredigde niet het verlangen van den jongen man, wiens hart haakte naar uitwisseling van ge dachten met verwante zielen. De eenige in Sevilla, tot wien Lucius zich voelde aan getrokken, was de voorname jonge Span jaard De Aguilera, die door omstandigheden gelijk aan de zijne, gedwongen was het aanbod van de heeren Paszmore en Pe/kms aan te nemen. De aristocratisehe houding van Don Alcala de Aguilera, zijn fijnheid en zijn hoffelijkheid, deden hem in de oogen van Lucius een interessante persoonlijkneid zijn, die tegelijkertijd zijn bewondering, zijn nieuwsgierigheid en zijn medeiijrlen opwek te. Wanneer Lucius ze vergeleek Kwamen de Spaansolie kaniocrbediende en diens Engelsche pairoon hem voor als een schit terende Toledckling en een keukenmes. Behalve het optreden en de houding van den kameraad traden ook nog andere eigen schappen aan den dag, die Lucius' volle achting afdwongen. Alle kwaadsprekerij of wat hij er voor hield, werd door de donkere j oogen van den Spanjaard beantwoord met een uitdrukking, die zeide, dat zijn trots niet was onderdrukt en dat zijn toorn ge vaarlijk kon zijn. Het was misschien maar goed, dat de heer Paszmore, die 't Spaansch niet maentig was, gewoonlijk Lepine als tolk tusschen zich en De Aguilera gebruikte Vele van cle van den heer Paszmore uit gaande bevelen en menig grol verwijt, kwamen in milderen vorm over de lippen van den Engelschman. Woorden, die, zoo zij zouden zijn weergegeven op denzelfden toon als waarop ze geuit wareu, den Span jaard den dolk in de hand zouden hebhen gedrukt. „Inglesito" (Engelschman) mompelde "pn \Gitana" (zigeunermeisje), die bleef staan en Lucius nakeek, die haar beleefd naai den weg had gevraagd en die thans voort ging langs de nauwe straten, die aan het grootste deel van Sevilla het voorkomen van een labyrinth geven. Trouwens, het kostte ook niet veel moeite om de natio naliteit van dezen vreemdeling te ontdekken ook al zou de Gitana hem sledhts van ach ter hebben gezien, want de vlugge, vaste stap van Lepine zou nooit met die van een Spanjaard kunnen worden verwisseld Maar de vrouw had zijn gezicht gezien, dat wel verbrand was door de zuidelijke zon, maar dat tooh een zachter tint had, mei heldere grijze oogen en donkerbruin haar, dat zich in dikke lokken om de slaoen voegde, terwijl het op de bovenlip een weinig donkerde. Lucius was licht als En gelschman te herkennen temidden van de luie, cigaretten-rookende schare, die in zalig nietsdoen over cle straat slenterde. En op dit uur lag werkelijk bjj dca prachtigcn ondergang der zon een heerlijke weslde over Sevilla, die men tot verontschuldi» ging voor de bewoners zou kunnen aanvoe ren. Toen Lucius uit een nauwe straat op het plein kwam was hij diep onder den indruk van de schoonheid, die zich ..ver deze koningsstad van Andalusië uitspreidde Badend^in de gouden glans verhief zich. Alcazar, dat prachtige gedehktoeken van Moorsche kunst, dat men om zijn schitte rende kleurenvracht. zijn rijke versienrgen en zijn verguld gewelf en marmeren pilaren met een fecënslot zou kunnen vergelijken. Op korten afstand verhief zich de prach tige kathedraal, die met het paleis wedij /er- de in schoonheid, maar overigens er veel van verschillend. Het is de forscht Gotische bouw, die men in Spanje vindt De vier hoekige toren, 'n grootsch gedemeteeken vap een voorbijgegane eeuw, waarin de Mom-en den scepter zwaaiden over Andalusië, maar die nu voor de kathedraal als klokketr-ren gebruikt wordt, gloeide rozerood in de stralen der zon. Lucius bleef eenige tijd staan om de bouwwerken die hier stonden in hun buitengewone schoonheid te bewonderen Al zijn verdriet had hij achter zich gelaten m hret kantoor in de Calle San Franzisco; als men negentien is vergeet men zijn verdriet al heel spoedig. Ook was het oog niet het eenige zintuig, dat zich aan deze schoonheid laafde. De lucht was vol van den geuc der oranjeboomen en de muziek van het klok kenspel van den Giraldentoren, die ,'cr- smolt met de zachte tonen van 1 "en Spaansch lied en met die van de begeleiden de gitaar i (Wordt vervolgd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10