onderzoek in DUITSCHLAND DINSDAG 17 OCTOBER 1933 DERDE BLAD PAG. 9 TEGEN LUCHTAANVALLEN OEFENINGEN VOORBEREID TE WINTERSWIJK DE EERSTE IN ONS LAND. A.s. Donderdag 19 October zullen te Win terswijk eenige de eerste in ons land oefeningen worden gehouden ter bestudee- ring van het vraagstuk der bescherming van de burgerbevolking tegen de gevolgen \an aanvallen uit de lucht. De ontwikkeling van den vliegtuigbouw en de luchtvaart sedert den wereldoorlog heeft de mogelijkheid om steden en dorpen ver achter bet front en ver van de operatie basis ernstig te treffen zoo aanmerkelijk vergroot, dat vrijwel alle landen van Europa (om daarbij te blijven) met de theo retische mogelijkheid van luchtgevaar blij ven rekenen. Vandaar dan ook, dat men in diverse landen de organisatie van een luchtbeschermingsdienst in onderschei ding met de. militair georganiseerde, lueht- verdedigingsdienst ter hand nam. De meeste maatregelen stemmen, uit den aard der zaak met elkander overeen. Belangrijk onderscheid valt waar te nemen op het terrein van de organisatie en van de lei ding. In het eene land oefenen de militaire autoriteiten grooten invloed, in een ander blijven zij als adviseurs de helpende hand bieden. Hier worden Rijk, Provinciën en Ge meenten in den voorbereidenden arbeid be trokken en elders weer berust de organisa tie in particuliere handen. Wat Nederland deed In Nederland maakte deze zaak om ve lerlei redenen weinig vorderingen, doch meer en meer gaan de oogen open voor de groote gevaren welke ons volk bedreigen, indien in West-Europa een nieuw conflict mocht plaats hebben; gevaren, welke in om vang toenemen, naarmate het voorbereiden van verweer achterwege bleef. Hoe meer onverwacht een luchtaanval plaats hebben kan. des te gevaarlijker. Het is daarom uitnemend zich toe te leg gen op kennis van de practische bescherm- mingsmaatregelen. In tal van gemeenten heeft het voorbereidende werk een aanvang genomen. Een studie-vereeniging is opge richt. Meer en meer slaagt de pers erin be trouwbare voorlichting te verstrekken. De Regeering gaf een zeer goede Leidraad uit. En nu komt de Gemeente Winterswijk a.s Donderdag met resultaten van het voorbe reidende werk. In functie zal zijn het hoofd van den ge meentelijken luchtbeschermingsdienst, inge schakeld worden zijn administratie, zijn personeel, zijn verbindingsdienst, zijn uit kijk- en luisterposten, zijn alalmeerings- systeem. Om 14.30 wordt het sein gegeven: „Lucht gevaar aanwezig", zoodat bet personeel der hulpdiensten politie, brandweer, red- dings-, transport- en ontsmettingsploegen, opruimingspersoneel gewaarschuwd wordt en naar zijn posten snelt, terwijl de burge rij zich voorbereidt op alarm. Te 14.40 zullen „vijandelijke" riicgtuigen de omgeving bedreigen. Te 15.00 zullen deze vliegtuigen vanuit Zuidelijke richting een aanval op Winters wijk doen, (er wordt gealarmeerd), en te 15.05 (gefingeerd) bommen werpen, n.l. een gas-, een scherf- en 4 brandbommen. Er worden breuken verondersteld in de gas-, water- en electrische leiding. De z.g. medi sche ploegen, transport, redding en ontsmet ting rukken spontaan uit, evenzeer als de brandweer, zoodra deze dienst bericht ontvangt, dat doeltreffende brandbommen zijn geworpen en om 15.30 wordt, geseind: „Luchtalarm geëindigd", waarna 15.40 ge meld wordt: Luchtgevaar geweken. Er zal worden beoefend het gebruik van schuilplaatsen en des avonds zal na de sluiting der winkels eenzelfe oefening plaats hebben bij duisternis te 20.15 De beteekenis van deze oefening Naast de uitschakeling van het overrom- pelingsmoment is de oefening van groot be lang om de juiste methoden te leeren ken nen welke de bescherming genoegzaam ma ken. Dat niet alleen de verhoudingen tus- schen de verschillende hulpdiensten voor treffelijk zullen moeten zijn, doch ook d* bevolking de roeping heeft medewerking w verleenen spreekt wel vanzelf. Wel beschouwd is deze geheele luchtbe schermingsdienst een middel om in tijden van gevaar de openbare orde zooveel mo gelijk Ie waarborgen; de burgerij worde daarom goed voor- en ingelicht, zoodat met vertrouwen de werking van den luchtbe schermingsdienst kan worden begroet. Een eventueele aanvaller kan dan nog rekenen op een actief (militair) bevolkings deel, dat leerde onder tucht de verschillen de beschermingsmiddelen aanwenden in bet. open veld en een passieve bevolking, voorbereid op de mogelijke gevolgen van een aanval, waartegen hij zijnerzijds te rade kan gaan of kosten en moeiten en in de waagschaal' stellen van personeel en materiaal beloond worden. De practijk beantwoordde tijdens den oor log deze raas ontkennend. We zullen zien in Winterswijk. LIBERALE STAATSPARTIJ Buitengewone partijvergadering VOORZITTERSWISSELING In een met vlaggen en palmen versierde groote zaai van liet Jaarbeursgebouw werd Zaterdag een buitengewone partij vergade ring van de liberale Staatspartij de Vrij heidsbond gehouden. Deze bjjeenkomst was beleed om een voorzitter te kiezen, die Mr. D. Eork zou opvolgen. Op de bestuurstafel prijkte een bloemstuk van den Bond van Jonge Liberalen. Toen Mr. Fock de zaal betrad rezen de talrijke aanwezigen van bun zetels om hem met luid applaus te begroe ten. Het bleek, dat er voor de vacature van oorzitter geen andere candidaten waren gesteld dan Mr. W. C. Wendelaar, burge meester van Alkmaar en lid van de Tweede Kamer Mr. Wendelaar werd daarom bij lamatie tot nieuwe leider van de partij gekozen. Mr. Fock heeft den nieuwen func tional is rntsl gelukwenst-hen begroet. Ook sprak hij de partij en verschillende partij- groepen toe; c.a. richtte de Spr. zich mof een dankwoord tot de liberale journalisten en vond gelegenheid daaraan een geluk- wenscli te verbinden aan liet adres van de Nederlandsche Journalistenkring, die zijn gouden feest viert. Hij sprak den wensch uit, dat deze vereeniging nog lange jaren moge voortbestaan. (Applaus). Mr. Fock eindigde met den wensch, dat de liberale mannen en vrouwen eendrachtig onder de nieuwe leiding zullen arbeiden. Onder een tot een ovatie aanzwellend ap plaus eaf Mr. Fork daarna den hamer aan den nieuwen voorzitter over. Mr W. C. Wendelaar heeft daarna zijn dank aan de partij betuigd voor het groote vertrouwen dat zij in hem heeft gesteld. Spr. stelde voor aan Hare Majesteit een telegram te sturen waarin de Liberale Staatspartij als eerste daad onder nieuwe leiding haar belofte van hou en trou ver nieuwt. De vergadering stemde hiermee in door een luid applaus en het zingen van het Wilhelmus, dat door een driewerf Leve de Koningin werd gevolgd. Mr. Wendelaar bracht daarop Mr. Fock dank voor zijn vriendelijke woorden en namens de partij voor alles wat hij voor den Vrijheidsbond had gedaan. Eenstemmig besloot de verga dering den scheidenden voorzitter tot eere- oorzilter te benoemen. Na zich voor aller hulp en medewerking te hebben aanbevolen, hield Mr. Wendelaar een politieke redevoering. Na afloop van de vergadering is door per soonlijke vrienden, die Mr. Fock zich in de partij had verworven, een medaille in gou den, zilveren en bronzen afslag aan den scheidenden voorzitter overhandigd bij monde van Mr. Wendelaar. Mej. Wester man overhandigde namens de Vrouweneroep n ruiker chrysanten. Tenslotte vereenigde en zich aan een gemeenschappelijken aaltijd. Aan tafel wend o.a. het woord gevoerd door Mr. P. Rink, Mr. H. S me enge, vice-admiraal C. Fock en ten slotte door Mr. Fock zelf. Deze haalde allerlei ver- kiezingsheri) eringen op en zei o.a.: in 1905 kwam ik in de Kamer, na Dr. de Visser te Rotterdam te hebben verslagen. Wij zijn altijd zeer goede vrienden gebleven. Trou- heeft hij van zijn tegenstanders stal m r gekregen dan van zijn partij- genooten. Alle benoemingen en decoraties gewerden Spr. van ministeries van rechts. Hoewel hij, zooals Mr. Rink had gezegd, nooit een buiging naar rechts had gemaakt was hij blijkbaar door rechts altijd geap precieerd. Tenslotte herinnerde Spr. aan de verdeeld heid die na 1913 in de rijen der liberalen ontstaan en maande hij aan tot een heid die de kracht van het liberalisme zal „Vergeet niet" aldus eindigde Mr. Fock zijn rede „dat de liberale partij de vrijheid voorstaat, niet in ongebondenheid, maar ook vrijheid van anderen, vrijheid bovbndien, die een sterk gezag voorstaat". Kunst en Letteren. VONDEL PROFESSORAAT Door 't bestuur van de St. Radboud-sticli- ting werd II. B. Molkenboer O. P. benoemd tot buitengewoon lioogleeraar in de Neder landsche 17e eeuwsche letterkunde en ip de studie van Vondel. Dinsdag 24 October zal lector Molken- boer zijn ambt aanvaarden met een rede over „De ontwikkeling van de Vondelstu die in de 19e en 20e eeuw". DE VLAAMSCHE ACADEMIE In de laatste vergadering der Kon. Vlaam sche Academie heeft Dr. P. C. Boutens ge sproken over „Vorm en vormloosheid in de dichtkunst". RUUSBROEC. Kan. Lefèvre te Brussel betoogt in „Re vue d'histoire ecclésiastique", dat Jan van Ruusbroec nooit officieel deel uitgemaakt heeft van de geestelijkheid van BrusseL VAN EEDENS BIBLIOTHEEK. n Januari a.s. naar het Handelsblad meldt in veiling komen bij den boekhan del en antiquariaat P. A. Hemeryck (A. T. Kleerekooper) te Amsterdam. EDUARD VERKADE De bekende Eduard Verkade gaat zich, naar de Opr. Haarl. Crt. uit zijn mond ver nomen heeft, als acteur en regisseur van de planken terugtrekken en zal trachten in zijn onderhoud te voorzien met het organiseeren van voordrachtenavonden. Een ander verschiet, zeide de heer Ver kade, kan ik voor mij niet meer ontdekken Voor kunstenaars, die nog „en route" zijn, die nog in de periode van opgang verkeeren, is het misschien wel interessant om mee te experimenteeren, het mee te wagen, maar voor menschen zooals ik, die „gearriveerd" en niet meer zoo jong zijn, ligt daarin geen bekoring meer, en geen nut bovendien. Gemengd Nieuws. AUTO- EN MOTOR-ONGELUKKEN Te Oldebroek kwam bij het passeeren .an een vrachtauto en een motorrijwiel, laatst genoemd voertuig gedeeltelijk onder de auto terecht. De bestuurder, afkomstig uit De Bilt, kreeg door de aanrijding een verwonding het hoofd, terwijl de duo-rijder ook eenigszins geblesseerd was. Beiden kwamen er betrekke lijk goed af; de bestuurder werd door een der plaatselijke geneesheeren verbonden. De nog nieuwe, niet verzekerde, motor was zwaar be schadigd. Even tevoren was een auto, gesleept door een personenauto, tegen het hek van woning gebotst. Het hekwerk werd zwaai schadigd. Te Alkmaar is door het springen vaT achterband een auto, bestuurd door Crone uit Dordrecht, op den Kennemerstraatweg geslipt. De wagen botste tegen een boom, slingercre eenige keeren en kwam toen tot stilstand. De bestuurder en zijn zoontje werden uit den gen geslingerd. Eerstgenoemde werd met zware hoofdwond in 't ziekenhuis opgenomen. Te B e e m st er (N.H.) stond een viertal jongelui op den Purmerenderweg met elkaar te praten aan den rechterkant van den weg, toen een auto in ra:ende vaart uit de richting Pur ine rend kwam aanrijden. Een der jongelui, de 20-jarige Bunschoten, werd door de auto ge grepen en een eind meegesleurd, waarna de automobilist den jongen liggen liet, zijn lich ten doofde en in snelle vaart verder reed. Het slachtoffer is naar het Gemeenteziekenhuis te Purmerend vervoerd. Zijn toestand is ernstig. Te Aarle-Rixtel (N.-Br.) werd eei torrijder door voorbijgangers bewusteloos bij zijn motor gevonden. De man, de 28-jar!ge landbouwer P, S. uit Helmond, bleek met zijn motor tegen een boom gereden te zijn, tenge volge waarvan hij een zware hersenschudding had opgeloopen. De man werd naar het zieken huis te Helmond overgebracht. VEERDRONUEN In de ringvaart op de grens van Oudorp en Heer Hugowaard (N.H.) is drijvende gevon den het lijk van een manspersoon. Nader bleek dit te zijn van een zekeren Groen uit St. Pan- cras, dit den vorigen dag in Alkmaar was op- gasloten wegens openbare dronkenschap die 's nachts om twee uur weer op vrije voe ten was gesteld. Hij is vermoedelijk bij zijn terugtocht naar huis door de duisternis leid en naast een der bruggen in het water geloopen. Vergiftiging op groote schaal Het wemelde op zolder en deel van den landbouwer P. te Aalten van de ratten en daar ze voldoende voedsel konden vinden, meende hij dat daartegen niets gedaan kon worden. Eenigen tijd later schreef hij: .Ten einde raad probeerden we Rodent met dit schitterende resultaat: 80 doode ratten. Dit resultaat bereikten we met slechts één doosje Rodent van 50 cent." Of U last hebt van één of van honderd ratten. Rodent zal ze absoluut uitroeien Het trekt dit onge dierte onweerstaanbaar aan en leidt ze zeker naar hun verderf. Ook muizen ontkomen niet aan Rodent Koop nog heden een enkele doos a 50 ct of een dubbele doos a 90 ct. en morgen zult U van rat en muis bevrijd zijn. O.a. bij alle drogisten. Imp.: Fa. B. Meindersma - Den Haag. B 48 ROFFELFJJUEN. Ik, de... fascist!! DE ZAAK BOEI JINK De onlangs overleden advocaat en procu- ur Mr. Gewin te te Almelo en de gep. gen. maj. Tonnet te Vorden beproeven reeds een iertal jaren om het onrecht hersteld te zien, waaronder de landarbeider W. J. Boeijink te liarchem en diens gezin weldra zeven jaren lang gebukt zal gaan. De omstandigheid, dat Boeijink met zijn gezin uit zijn woning zal •orden gezev, heeft gen. Tonnet doen beslui ten zijn aanvankelijk vragende en verdedi gende houding te veranderen en tot den i val over te gaan tegen den burgemeester Laren (Gld.), Baron Rengers. Deze heeft strafvervolging van den generaal aange- raagd, die de u?ulaging heeft beantwoord door in een brief aan de Koningin onpartijdig onderzoek en verhindering van de uitzetting t« verzoeken. Tevens verzoekt hij vier bur gemeesters en een notaris, die in deze zaak betrokken zijn in hun ambt te schorsen, onpartijdigheid van het onderzoek te zekeren. EEN ONGELUKKIG SCHOT Te Miste bij Bredevoort (Gld.) schoot een jager inplaats van op een haas op een i cpelend kind, dat zeer ernstig aan he*t hoofd werd getroffen. DOODELIJK AUTO-ONGELUK i Nachts is bij de Duitsche grensplaats Krefeld een Hollandsche auto tegen een boom gereden. Van de inzittenden de 30- jarige J. Faessen uit Tegelen, de 27-jarige H. Schreurs en de 26-jarige Gruters, beiden uit Leuth liep Schreurs zoo ernstige ver wondingen op, dat hij aan de gevolgen hier van spoedig is overleden. De beide andere heeren bekwamen ernstige hoofdwonden en zware inwendige kneuzingen en zijn in het ziekenhuis te Leuth opgenomen. (Men meldt ons uit St. Jan Steen (Z.): Langs de Nederlandsch-Belgische grens heeft de frauduleuze invoer van rogge thans groote afmetingen aangenomen. Naar vernemen ligt in een der Antwerpsche havens een groote zeeboot in lossing met Poolsche rogge welke tot aan de grens wordt gebracht om op het geschikte moment op Nederland- schen bodem te worden gedeponeerd. Een twee de zeeboot schijnt reeds van Polen naar Ant werpen onderweg te zijn, waarvan de lading op dezelfde wijze in Nederland zal worden in gevoerd. Vrachtauto's, meestal met een laad vermogen van 10.000 kg., brengen de binnen gesmokkelde rogge naar Walsoorden en Ter- neuzen, vanwaar zij dan verder per schip Rotterdam wordt getransporteerd. De Nederlandsche politie en kommïezen oefenen een buitengewoon streng toezicht uit, hetgeen niet kan verhinderen, dat de fraudu leuze invoer steeds plaats heeft, hetgeen zich goed verklaren laat over een afstand van ette lijke kilometers. Alleen als een verbod wordt uitgevaardigd tot het vervoeren van rogge binnen een bepaalde strook aan de grens, der vergunning, zal aan deze onhoudbaren toestand een einde kunnen worden gemaakt. omdat ik heb roode heeren 'k Heb er eerder op gewezen: In de groote roode krant Heeft men aan de naakte ivaarheid Altijd vreeselijk het land. Lêügens krijgen vette koppen; Waarheid vind je in de hoek Waar de lezers zelden neuzen; En daar raakt ze dan wel zoek Zoo je weet ging pas in Haarlem 't Keurcorps der S.D.A.P. Met de elke dag bestreden Makkers-communisten mee Toen er over lot en leven Van dit voorstel werd beslist: Geven we de stads gehouwen Langer aan den communist? Graag! Natuurlijk! zeiden onze Roode leden van de Raad; Vrijheid voor vergaderingen ln de stad en in de staat!! 'k Heb er even op gewezen Dat ze zóó de zaak niet zien Als ze zelf den gastheer spelen, Deze brave roode liên: Roode volksgebouwenzei ik, „Kennen ook zoo'n soort verbod: Zijn daar niet de communisten Al veel eerder geboycot? Heeft voor niets dan de Tribune Zoo ontaard tekeer gegaan Dat men bij de „reformisten" Op de stoep moest blijven staan? Dat wordt (kan ook) niet weersproke)it Maar men drijft mij in het nauw Want ik sprak van „roode troepen Oefeningen „wapenschouw" Hoor: ik hou 't met hetfascisme! Lieve lezer, sta me bij: Waar wordt dat zoo juist be$trederi Als bij ons in de partij?! Niet met glibberige leugens, Niet met grootjordaansch kabaal, Maar met sterke argumenten En in duidelijke taal! Maar die militaire termen? Zeker, die héb ik gebruikt: Ach, dat krijg je als je daaglijks In de Voorwaarts onder duikt: 't Is daar „aanval" en „defensie", „Op de bres" en „in 't vizier", Maar ik zei niks van de Liga Dat- wil ik wel zeggen hier (Nadruk verboden.) LEO LENS VERDRONKEN Te Haarlem deelde een jongetje aan de po litie mee, dat zijn 8-jarig vriendje in hei Spaarne bij de Groentemarkt te water was ge raakt en verdronken. LAGE DIEFSTAL (Zonddagnacht hebben onbekenden zich dooï verbreking van een ruit toegang verschaft tot de woning van een 70-jarigen timmerman aan de Usselschestraat te Oss. Een doosje, inhou dend f 400 aan contanten, dat zich onder de bedstede van den ouden man bevond, is gesto len. De oude man, die hardhoorend is, hee£t van de inbraak niets bemerkt. XLI Autarkie (4) (H.D.) Hoe kan dit steunen van den land- en tuinbouw nu andere standen ten goede beïnvloeden? Wanneer de boerenstand in aantal wordt opgevoerd en de bestaansmogelijkheid vergroot, dan plukt de middenstand en de kleine nijverheid (die der handwerkers) hier direct de vruchten van. De kring wordt steeds grooter en de uitloopers van de meerdere welvaart berei ken straks ook den groot-handel en.de groot-industrie. Deze voorgespiegelde gang van zaken, welke dan uit de autarkie moet voortvloeien, komt dus zeker niet alleen den bewerker van den bodem in liet gevlei. Middenstand en handwerk zijn ook nu nog sterke elementen van de Duitsche volkshuishouding. Nog altijd is „het reizen op het vak" in Duitschland in groote eere. Hans Sachs, de Neurenberger schoenmaker-wijsgeer uit de 16e eeuw zei, dat „handwerk en deugd" liet beste erfdeel van de kinderen waren. Hoe nu dit streven van Duitschland om de autarkie te bevor deren, in Nederland aller aandacht waard is,1 willen wij |met. enkele cijfers belichten. Men hoort hier reis op reis booze stem men, welke het Duitschland en ook andere landen kwalijk nemen, dat men van ons minder koopt dan in de beste jaren. Dat onze onderhandelaars beproeven invoer in Duitschland en uitvoer naar ons land tegen elkaar uit te wisselen, spreekt vanzelf. Elke handelsman koopt in de eerste plaats daar, waar men zijn artikelen ook weet te waardeeren. Doch met dwang alleen is geen goede verhouding te scheppen. Onze eigen huismoeders kan men toch ook niet dwingen even veel van onze heerlijke inlandsche boter te koopen dan in de florissante jaren, nu de boter in ons boterland zoo ontzaglijk duur is geworden door de regeeringsmaatregelen? In 1929 dan bedroeg de Nederlandsche uitvoer aan boter voor 86 millioen gulden: aan kaas voor 79 millioen gulden; aan eieren voor 70 millioen, en aan overige melkproducten voor 41 millioen. Lr wordt aangenomen, dat ongeveer één millioen menschen in Nederland bestaan van de veehouderij; dan zou ruim mogelijk genomen. Dit jaar was, meenen wij, voor "ons* het beste jaar. Voor Duitschland geeft het jaar 1929 ook de hoogste cijfers aan. Er werd toen ingevoerd een hoeveelheid van 135.000 ton boter tot een waarde van 461 millioen mark. In 1931 was dit cijfer reeds gedaald tot 100.000 ton. 1932 was weer aanmerkelijk lager. De econoom Fried komt tot de berekening, dat nu reeds volstaan kan worden met een kontingenteering van den totalen boter in voer op 65000 ton met een tegen woordige waarde van 100 millioen mark. Alzoo de helft aan gewicht van 1929 en minder' dan één vierde aan waarde. Inmiddels is het cijfer nog lager gesteld, namelijk op 55.000 ton, om daardoor de prijs van het eigen Duitsche product te beschermen. Het zal mogelijk zijn in de toekomst te komen tot geheele voorziening in de boter- behoefte. Landbouwdes kundigen rekenen uit, dat, wanneer de melk- opbrengst van elke koe in doorsnee kan wor den opgevoerd tot 2400 Liter dit cijfer is niet bijzonder hoog dit punt bereikt kan wor den. Thans reeds is de oppervlakte van den bodem, welke voor den zuivel wordt benut, 7 grooter, dan vóór den oorlog. Het aantal melkkoeien is sedert 1929 gestegen met één millioen drie honderd. auizend. En aan afmaken behoeft daar niet gedacht te worden. Al nemen wij dus aan, dat de voorspellingen te fraai zijn opgezet, onze Nederlandsche boterproductie behoeft er niet op te rekenen, dat de mooie cijfers van de voorbij gegane jaren terugkomen. De kaasvoorziening kan vrijwel onder hetzelfde licht worden genomen, alsook het eierverbruik. Gemiddeld is in Duitschland de productie per hoen jaarlijks slechts 70 eieren. In ons landt, meenen wij, tegen de 150 aan. Bij opvoering van het aantal legkippen van 84 op 100 millioen en tegelijkertijd vea-hooging van de eierproductie op 80 per jaar, is men er volkomen, wordt in de vakbladen voorgerekend. Nu. hoe snel bet. kappenbestand omhoog gedreven kan worden, weten wij in ons land ook wel. Wij begeven ons thans tot den tuinbouw. Dit echt-Neder- landsche bedrijf heeft een reeks goede jaren gehad, tengevolge waarvan de cultuur steeds meer uitgebreid is geworden. Ook hier is na 1929 de groote val gekomen. Vóór dien tijd waren exportomzetten van 100 millioen gulden en meer per jaar zoo het cijfer, waarop gerekend werd. Toen kwam de inzinking tot thans ongeveer de helft Wij gelooven, dat Duitschland voor de groenten- benoodigdheden méér afhankelijk is van het buitenland, dan ten opzichte van de zuivel producten. Dit geldt niet zoozeer voor producten van den kouden grond, als bijvoorbeeld koolsoorten, maar wel voor groenten uit kassen en warenhuizen, en voor voorjaarsproducten. Natuurlijk zegt dat niets omtrent den sterken prijzenval, doch dit is een wereldverschijnsel, het welk, afgezien van autarkie, heteekent, dat de wereldhuishouding aansluiting zoekt aan het niveau van 1914. Op het gebied van de fijnere groententeelt is Duitschland nog ver bij ons ten achter. In Duitschland bevindt zich nog slechts 450 H.A. grond onder glas. In ons land 2400 hectare, waaronder alleen in Zuid-Holland 1700 hectare. Bij al de zwakke plekken is hier een lichtpunt, hetwelk voorzichtig benut mpet worden. Men moet niet denken, dat in Duitschland niet het oog op dezen onzen voorsprong gevestigd is. Dat is wel het geval en de gioentencultuur wordt ook wel vorderd, maar de achterstand is niet zoo snel in te halèn. De Duitsche boer kan voortbouwen op een lang verleden; de groentenkweeker niet. Uit ons eigen land weten wij, dat de groententeelt pas geworden is, wat zij thans is, door den rusteloozen arbeid van meerdere geslachten. De lezer kan nu niet van ons venvachten, dat wij aangeven, hoe naar onze meenimg de gevaren van het heden en van de toekomst kunnen ondervangen worden. Dat eischt gemeenschap pelijke studie van vakman en van economisch onderlegde. Dat er bakens verzet moeten worden, staat vast. Dat de teelt van sommige producten op haar eind loopt, of althans binnen nauwere grenzen moet worden teruggedrongen, en de teelt van andere producten opgevoerd, is duidelijk. Dat het weiland in hoeveelheid moet worden beperkt, om de zuivelproductie te remmen, gelooven wij ook. Met onzen goeden wil tot den meest vrijen handel komen wij er alleen niet. Noem dit een soort Plamvirtschaft voor onze agrarische afdeeling. Voor een beperkt gebied als ons land is dit mogelijk; voor de wereld is zulk stelsel reine fantasie. Wij hebben ons aan te passen en er voor te zorgen, dat ook onze plattelandsbevolking, van ouds één der soliedste lagen van ons volk, dezelfde kerngezondheid, geestelijk en lichamelijk, kan behouden, als waarop wij altijd met recht zoo trotsch konden zijn. Het onderzoek naar deze zijde van het autarkisch vraagstuk, gelijk het in Duitschland is gesteld, als in zooveel andere landen, schonk ons de over tuiging, dat de toekomst van ons landvolk alle zorg vereischt. Regeeringstoelagen op den prijs der landbouw producten kunnen niet een lange reeks van jaren verleend worden; met den steun aan den tuinbouw is het precies zoo. Ik weet wel, dat dit een onderdeel is van de groote vraag, hoe ons land als geheel zich zal aanpassen, hoe ook de stad en het platteland in een goede verhouding tot elkaar zullen komen te staan, doch elk afzonder lijk deel van onze volkshuishouding moet toch eenmaal op zulk een basis worden gesteld, dat het door eigen krachten in staat is zijn taak te vervullen in het volksgeheel. Aansluitende aan deze beschouwing over agrarische vragen willen wij toch enkele woorden wijden aan de groote Landbouw tentoonstelling 1933, welke wij te Berlijn hebben bezocht Zulk een tentoonstelling wordt elk jaar gehouden, in een twaalf jarigen rondgang krijgt elk gedeelte van het Duitsche Rijk zijn vaste beurt. Al naar gelang de stad, waar de expositie plaats heeft, kan gerekend worden op drie tot vijfhonderdduizend bezoekers. Geweldig veel propaganda wordt gemaakt onder de burgerbevolking om de resultaten van het land- en tuinbouw bedrijf te komen bezichtigen. De landbouwafdeeling was buiten gewoon goed verzorgd. De tentoongestelde paarden, koeien en ander vee zouden het hart van den Nederlandschen boer sneller hebben doen kloppen. Bijzonder fraaie exemplaren waren aan wezig. De onderscheiden stamboeken hadden groote stallen paarden en hoornvee naar Berlijn doen voeren. Met hetzelfde genot waarmede ik op Hollandsche tentoonstellingen ons vee zoo vaak heb bewonderd, sloeg ik hier het buitenlandsche uit gezochte dier gade, pronkstukken der natuur, vaak resultaat -an uitgewisselde natuurwetenschap. De dieren van die Hollander Herdbuch-Gesdlschaft uit Oost-Pruisen herinnerden aan deze uitwisseling wel bijzonder. Dit is het grootste rundveestamboek. Ingeschreven zijn 160.000 dieren. De melkproductie is soms onbegrijpelijk hoog. Men geeft cijfers op van over 10.000 K.G. melk. Het record is bereikt met 14.708 K.G. melk, 3.92 vet 577 K.G. botervet. Dit cijfer heb ik onzen landbouwredacteur voorgelegd. Verklaren kon hij het ook niet, doch bet was hem bekend, dat Duitschland soms van die uitblinkende cijfers aan geeft. ln 1930 op de Tentoonstelling te Keulen had hij er ook kennis mee gemaakt. Een vreedzame wedstrijd op dit gebied lokt toch oneindig meer aan, dan een strijd in bewapening. In de beste oogenblik- ken van het leven zal elk mensch dit onderschrijven. Zou nog eenmaal de tijd komen, dat aller aandacht gevestigd zal zijn op dit uitwisselen van krachten, gaven en producten ten bate van de algemeene welvaart?. Een koppel heng sten van het koud- bloedras uit Rijn-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9