DINSDAG 26 SEPTEMBER 1933
DERDE BLAD PAG. 9
De strijd om den eenheidsstaat
dern die einalgen Pfeller slnd das
deutsche Volk und die nationalsozia
listische Bewesun-g".
Adolf Hitler.
(Van onzen Duitschen correspondent)
Het is algemeen hekend, dat Bismarck,
sedert hij 1862 minister-president van Prui
sen geworden was, voortdurend overhot.p
lag met de partijen. In dit tijdperk van
onvermijdelijke conflicten volgde hij do
volgende methode: hij bruuskeerde de af-
gevaardigden bij elke gelegenheid en prik
kelde ze hierdoor tot het stellen van onver
vulbare eischen, waardoor zij dan in 't on
gelijk kwamen. Of ook wel: hij liet staats
ambtenaren, die zich tot oppositie lieten
overhalen, bij wijze van straf verplaatsen
of met voorloopig verlof naar huis sturen
Kranten die zioh tegen de regeering keer
den, werden verboden en de volksmassa
werd door geschikt gevoerde propaganda
beinvloed en bewerkt. Menige landraad
moest hier de regeering een handje mee
helpen. Zoo bevorderde hij met overleg het
aanzien van den Pruisischcn staat en het
Duitsche rijk; gesteund door de hem ter
beschikking staande machtsmidaelen en
zich beroepende op de autoriteit van de
kroon, wist Bismarck zijn binnenlandsche
politiek ondanks heftigen tegenstand door
te zetten, totdat hij zijn streven naar rela
tieve gelijkschakeling tusschen Pruisen en
het Rijk had bereikt.
Rijkskanselier Hitier heeft op Jen partij
dag te Neurenberg gezegd, dat de grond
wettelijke verandering van het Duitsche rijk
en de verschillende landen nog niet to
einde is. Dr. Goebbeis heeft hier nog tor
verduidelijking aan toegevoegd, dat het
Derde Rijk zich niet tot taak stelt, de lan
den te conserveeren, maar veeleer te liqui
deeren.
Voor de eertijds zoo hoog aangeschreven
landen en stammen met hun eigen ge
schiedenis en cultuur schijnt de tegenwoor
dige regeering maar weinig over te hebben,
want Hitier zegt woordelijk: „Pruisen noch
Beieren noch ecnig ander land is een
pilaar van het tegenwoordige rijk; de af
zonderlijke pilaren worden gevormd door
het Duitsche volk en de nationaal-socialis-
tische beweging."
Deze grondgedachte werd met de vev-
eischte doortastendheid
in daden omgezet:
overal werden rijksstadhouders benoemd,
om de versdhillendc landen nauw met het
rijk te verbinden en daarvan afhankelijk te
maken. Door het ontbinden der parlemen
ten werd verdere discussie vrijwel onmo
gelijk gemaakt Het begrip „Landesgrenze"
werd uit het Duitsche woordenboek ge
schrapt Men zal dus voortaan wel Pruisen
en Saksen en Zwaben als volk, maar niet
meer als land of als staat hooren noemen.
De rijkseenheid moet tot volkseenheid
leiden.
De laatste weken doken zoo hier en daar
minder gunstige geruchten op over de ver
houding tusschen het rijk en verschillende
landen, welke zidh tegen het principe der
centralisatie zouden keeren. Het nieuwe rijk
zou in rijkslanden of zelfs in rijkshertog
dommen worden verdeeld. Deze stoute be
wering werd weliswaar officieus tegenge
sproken, maar ik hield* het toch voor ge-
wenscht, eens persoonlijk in een der klei
nere staten een kijkje te gaan nemen. Mijn
keuze viel op het voormalige groot-hertog
dom Hessen—Darmstadt, een vrijstaat, wel
ke ruim twee millioen inwoners omvat,
welke over de provincies Rijn-Hessen, Boven
Hessen en Starkenberg verdeeld worden.
Het vroegere Hessen-Nassau is al eerder in
Pruisen opgegaan en bij wijze van beloo-
ning werd de zoon van den laatsten regee
renden hertog, prins Philipp van Hessen
tot Eersten President van Kassei benoem1
Ik trof het buitengewoon, want juist bij
mijn aankomst te Darmstadt brak
een kleine kabinetscrisis
uit door de ontslagaanvrage van den mi
nister-president prof. dr. Werner. Van zulk
een landelijke kabinetscrisis wordt in de
rijkshoofdstad nauwelijks notitie genomen.
In de dagbladen versdhdjnt uitsluitend de
mededeeling, dat staatssecretaris Jung op
voorstel van rijksstadhouder Sprenger na
overleg met den rijkskanselier is benoemd
tot minister-president als opvolger van prof
dr. Werner. Meer krijgt de buitenwereld
niet te hooren. Deze terughoudendheid prik
kelde mij tot een onderzoek ad loco en de
hierbij opgedane indrukken zijn typeerend
voor de oogenblikkelijke verhouding tus
schen het rijk en de vroeger zelfstandigo
landen.
Professor Werner werd mij beschreven
als een staatsman van formaat, een voor
aanstaand geleerde uit den kring der volk»
sche beweging en dus een overtuigd anti
semiet. Als geboren Hessenaar hing hij mei
zijn hart aan de traditie van het voormalige
groothertogdom, welks laatste regent, de
thans nog in Darmstadt woonachtige groot
hertog Ernst Ludwig groote populari'.eit
geniet. De voorstanders, van het systeem
der gelijkschakeling zijn er vanuit Berlijn
op uit, om de plaatselijke regeering, welke
voortaan nog slechts uit één enkelen m»
nister zal bestaan te verleggen paar
Frankfort a. d. Main en dit plan heeft in du
andei-s zoo gemoedelijke residentie van Rijn-
Hessen algemeene opschudding teweeg
gebracht. Prof. Werner, wien de stramme
Pruisische formuleering minder schijnt te
behagen, voelde zich na een bewind v m
nauwelijks een half jaar „mqrbe", regee-
rihgsmoede en diende tenslotte zijn ontslag
aanvrage bij den rijksstadhouder Sprenger in
Deze spoedde zich naar Berlijn, Lracht in
de Wilhelmstrasse verslag uit van rie
situatie in Darmstadt en als opvolger var.
prof. Werner benoemde men Philipp Jung
tot minister-president Als oorzaak van deze
minlsterwisseling wordt officieel de verncn-
voudiging van het staatsbewind aangegeven.
De voorlichting van het publiek gaat zoo
ver, dat een zeer sympathieke, maar nog
opvallend jeugdige journalist over den gang
van zaken een uitvoerig artikel schrijft dat
terzelfder tijd in de kranten van Darmstadt
Mainz, Worms en andere Hessische steden
op de voorpagina wordt opgenomen. Slechts
weinigen vermoeden of weten, dat acldei
deze uiterlijke eensgezindheid innerlijke
oneenigheid verborgen blijft.
De nieuwe premier van Hessen, aanvan
kelijk notaris in Worms, lid van den sedert
dien verdwenen Hessischen landdag, sedert
Maart 1933 staatssecretaris, enkele maanden
tevens waarnemende Eerste Burgemeester
van Mainz, is een nationaal-socialist, geheel
naar het hart van den rijksstadhoud r
Sprenger, dat wil zeggen, consekwent tot
in het uiterste, doortastend zonder rekening
te houden met de opvatting van anders
denkenden, wanneer 't cr op aankomt, den
wil van den volkskanselier door te zetten,
geheel overgegeven aan het voorgeschreven
einddoel der gelijkschakeling.
Men gaf mij de volgende uiteenzetting:
Hier kennen wij geen pardon. Wat zou er
van de nationale revolutie zijn terecht
gekomen, wanneer Hitier uit medelijden met
de in Münahen gevallen slachtoffers zijn
gigantischen strijd had opgegeven? Wi
hebben sedert het aftreden van deu laatsten
keizer voldoende ervaren, dat het staatsbe
lang niet is gediend met tegemoetkoming
tegenover andersdenkenden. Het gaat ten
slotte niet om een vraagstuk voor de vulpen
of een krantenartikel, maar om een prin-
cipieele kwestie van wereldomvattende be-
teekenis. Deze gedaohtengang zit uiteraard
alleen den frontsoldaat uit den laatsten
oorlog in vleesch en bloed en voor hem is
deze methode „selbstverstandlich" Persoon
lijke verdienste noch grondige levenserva
ring vormen het fundament dezer nieuwe
levensbeschouwing maar do ervaringen,
welke in den wereldoorlog zijn opgedaan in
den militairen en politieken strijd, om te zijn
of niet te zijn.
Zoo denken en redeneeren en handelen de
jonge staatslieden uit het Derde Rijk. Zij
zijn overtuigd, dat hun „Ftihrer" bereiken
zal, wat tenslotte den IJzeren Rijkskanse
lier niet is gelukt, de vorming van
een eenheidsstaat
onder directe leiding van een rijksregeering
en een staatsraad. Voor ons, die het idea
lism, der jeugd niet willen aantasten, ook
al staan we vaak eenigszins huiverig tegen
over zooveel doortastendheid is het leer
zaam, de harde ervaringen van Bismarck in
ons geheugen terug te roepen: In den strijd
met den jeugdigen keizer Wilhelm II ver
loor hij den steun der monarchische auto
riteit.Ministers intrigeerden tegen hem.
Heel even wilde de hoogbejaarde held dooi
een legalen staatsgreep het rijk nieuw
fundéeren. Hij wilde alle vorsten dwingen
van hun volgens de grondwet vastgelegde
overeenkomsten afstand te doen en een
bondgenootschap op nieuwe basis sluiten
Een nieuwe grondwet zou aan de rijksre
geering het recht verleenen, zonder den
rijksdag te werken en de sociaal-democraten
uit te schakelen. Reeds geloofde hij, den
keizer voor zijn zienswijze gewonnen te
hebben, toen zijn hardnekkige tegenstanders
de overwinning behaalden en Bismarck ten
val werd gebracht. Wat door hem niet is
bereikt, dat is thans het uitgangspunt var»
den volkskanselier. Adolf Hitler heeft hel
volk achter zich, behoeft met een tegenactie
van partijen geen rekening meer te houden
en wil, in navolging van Mussolini, aan de
wereld bewijzen, dat dictatorische macht
ook ten gunste van het algemeen belang
kan worden
Darmstadt, 21 September 1933.
Arbeiders-Boeren-Studenten-
Conferentie
UITGAANDE VAN DE NED. CHR.
STUDENTENVEREENIGING
Het kamp is een groot succes geworden
De op het terrein Ruige Veld bij Woud-
schoten (Zeist) gehouden arbeiders-, boeren-
stüdentenconferentie dei" NCSV zette zijn
werkzaamheden voort met het vellen van
eenige boomen. De middag was vrij, men
placht dan meestal boomen op te zetten,
doch nu werd gefietst en gewandeld in de
omtrek, 's Avonds sprak ir J. Wind, dir.
der Landbouwschool te Hardenberg, over
tegenwoordige en vroegere landbouwcrisis
sen. Spr. zet het begrip crisis uiteen en on
derscheidt in de conjunctuur een korte golf
wier periode pl.m. 8 jaar is en tengevolge
van de landbouwcrisissen een lange golf,
met veel langere periode: 1818, 1878, 1921 tot
1928-'29. Tegenwoordig is de toestand zeer
ernstig, omdat conjunctuur- en landbouw
crisis samenvallen. Bovendien heeft de boer
zijn reserves uit de oorlogsjaren in 1921 ver
loren en zijn pacht en prijs van den grond
sterk gedaald, waardoor in vele met hypo
theek belaste bedrijven alle kapitaal is ver
loren gegaan. Tenslotte opponeert spr. tegen
de stellingen van den heer J. Smid, die de
oorzaak van de ellende der boeren op poli
tiek terrein ziet. Niet opzetten van de cene
bevolkingsgroep tegen de ander, maar door
samenwerking kunnen de moeilijkheden
worden opgelost
Op deze interessante rede volgde een uit
voerige discussie. Wat dit betreft komen we
trouwens toch altijd tijd te kort Inmiddels
bleek, dat door een wolkbreuk de tenten
veelal waren overstroomd, zoodat de horde
de wijk nam naar Woudschoten, alwaar hij
in drie slaapzalen werd ondergebracht
De volgende morgen sprak de heer C h r.
van den Heuvel, lid der Tweede Kamer
over de verhouding
stad en platteland.
Spr. zegt, dat samen
komsten als deze van
veel belang zijn,
trouwens na afloop
van de discussie was
hij enthousiast Men
vraagt zich af of de
bedoelde tegenstel
ling wel zoo sterk is.
Er blijkt veel over
dreven, maar toch
is op geen gebied
de tegenstelling zoo
Heuvel sterk; vooral de eco
nomische positie is
veel zwakker; hetgeen blijkt uit de
belasting in plattelandsgemeenten, aan-
Chr. van
tal aangeslagenen in de inkomstenbelas
ting.
Van 'n negende deel van t nationale in
komen moet 21 pCt het platteland leven, en
de loonen der landarbeiders, die soms 40 of
50 pCt lager zijn dan in de stad. Deze toe
stand is internationaal, soms minder, door
sterke protectie en meestal gevolg van het
relatief groote kapitaal dat in de bedrijven
gestoken wordt
In Nederland ontstond een politiek die
deze econom. zwakte in de hand werkte, het
geen spr. met verschillende bewijzen staaf
de, die gevolg waren van te groote bevoor
deeling van handel en industrie. Organisa
tie en beter onderwijs zijn de middelen om
de tegenstelling te verminderen.
Op dit referaat volgde een lange dis
cussie. 's Avonds sprak de heer H. Ouder
kerk, hoofdbestuurslid der Chr. Landarbei-
dersbond. Hij gaf een denkbeeld van de nood
der landarbeiders én het vooral door de
crisis hen bedreigend gevaar van paupe
risme.
Dit betoog, dat aller sympathie gewonnen
had was aanleiding tot talrijke bespre
kingen.
Vrijdagochtend werd het landwerk beslo
ten met eenige speeches.
's Middags sprak de heer Kunst over be
korting van arbeidstijd. Na een historisch
overzicht van de toestand der arbeiders, be
toogde hij dat een 40-urige arbeidsweek on
der crisis-omstandigheden aanbevelenswaar
dig kan zijn. Hierop volgde een eenigszins
rumoerige discussie.
Aan het avondeten werd de staf gehul
digd benevens de heer B a k e n e s s e, nl.
door het omhangen van een enorm karton
nen ridderkruis. Men glom van plezier. Ook
werd door de afd. arbeiders en boeren een
klok aangeboden voor de eetzaal van Ruige
Veld. Onder donderend applaus en plechtig
gezang werd die door de studenten aan
vaard.
De heer Brouwer, hoofdofficier sprak
hierna over de student en de maatschappij,
belichtte de toestand zooals die was, is, en
moet zijn.
Hierna gaven eenige deelnemers uiting
aan hun laaiende geestdrift over dit
kamp.
Dr. Slotemaker de Bruine sloot
de conferentie.
Inderdaad was dit kamp een groot suc
ces. Speciaal voor de studenten werden
hier dingen besproken die voor velen van
hen nieuw waren. Ook wiat betreft contact
en beter begrijpen heeft dit kamp volko
men aan zijn doel beantwoord. De N.C.S.V.
zij er mee gelukgewenscht; zij zal echter
haar taak in deze wel niet als afgeloopen
beschouwen.
Gemengd Nieuws.
Het N. v. d. D. verneemt, dat de uitgever
van het Bruinboek, tegen de Hitlerterreur,
Willy Münzenbcrg, de hand heeft gehad in
de troebelen in Nederlandsch-Indië van
1926 en 1929. Münzenberg wordt genoemd
een buitengewoon gevaarlijk en geslepen
personage, wiens geheime machinatiën ook
voor ons vaderland en zijn koloniën groot
gevaar kunnen opleveren.
Münzenberg vertoeft herhaaldelijk in ons
land, alwaar hem onderdak wordt verschaft
bij communistische leiders te Amsterdam.
In het „Tribune"-gebouw aan den Amstel
zal de politie hem spoedig weer kunnen
aantreffen. Hij reist op valsche paspoorten.
Het geld voor de ondergraving van ons
gezag in Indië zou via Beriijn gezonden zijn
Van daaruit werd feitelijk het raderwerk
van ophitsing, ongehoorzaamheid enz. in
werking gesteld.
AUTO- EN MOTORONGELUKKEN
Bij De B i 1 d t is de heer T. Arnoldus-
sen, gemeenteraadslid te Utrecht in de bocht
van Beerschotenis door onbekende oorzaak
met zijn motorrijwiel tegen den grond ge
slagen. Hij kreeg een ernstige hoofdwonde
en is naar de Rijksklinieken te Utrecht
overgebracht. De duo-rijder, de heer Vresen
uit Utrecht, die met een rijwiel om zijn
hoofd achter op het motorrijwiel zat, kwam
met den schrik vrij.
Bij Franeker is een groep voetbal
lers, die te Amsterdam zouden spelen, met
een auto, welke slipte, nn een sloot terecht
De zeven voetballers, een scheidsrechter
en zijn verloofde, geraakten alle te water.
Ze liepen lichte verwondingen op en moes
ten inplaats van naar Amsterdam weer te
rug naar hun woonplaats Groningen.
Te Nijmegen had op den Groesbeek-
schen weg een aanrijding plaats tusschen
een auto en een bespannen wagen, die van
een zijweg kwam. De auto sloeg o\er den
kop en werd vernield. De chauffeur is met
een beenbreuk in het Canistiusziekenhuis op
genomen.
Te Am ster dam is op de Geldersche-
kade een Chinees door een auto aangereden
en met een gebroken been overgebracht naar
het Binnengasthuis.
In de Spaarndammerstraat is een 78-jarig
man door een auto overreden. Hy is in ern-
stigen toestand naar het Binnengasthuis ver-
Te Zeist had een aanrijding plaats op
de Slotlaan. Door het plotseling openwerpen
van een portier wierp een automobilist de
juist passeerende mej. Vaandrager omver,
die onder een haar achteroprijdenden auto
geraakte. Met een gebroken schouder is zy
per auto van den gemeentelijken geneeskun
digen dienst naar het ziekenhuis te Zeist
vervoerd.
INVALLEN IN NACHTHUIZEN
Do politie van het bureau Warmoestraat
te Amsterdam houdt in de laatste dagen een
strenge controle op de nachthuizen op den
Achterburgwal. In den afgeloopen nacht
zijn wederom invallen gedaan in twee van
deze inrichtingen. Bij beide had de politie
succes.
De bezoekers werden overgebracht naar
het politiebureau, waarheen opk de drank
verhuisde, die in beslag werd genomen.
Tegen de houders van beide inrichtingen
werd proces-verbaai opgemaakt
DOODELIJK TRAMONGEVAL
Te 't Meer, nabij Heerenveen, is de 66-ja-
rige J. Koopman, sigarenhandelaar, wonende
te Drachten, door de tram, komende uit
Heerenveen overreden en onmiddellijk ge
dood. Het vreeselijk verminkte lijk is door
de politie in beslag genomen. Den bestuur
der treft geen scchuld.
DOODELIJKE VAL
Donderdag is het 13 jarig dochtertje van
B. te Heerlerheide bij het wasschen van
de ruiten uit het venster gevallen. Vrijdag
is zij aan de gevolgen overleden.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK IN EEN
KAMER
Te Dussen (N. Br.) kwamen een vracht
auto en een personenauto op het kruispunt
van den rijksweg met elkaar in botsing. De
chauffeur van den personenauto raakte zijn
stuur kwijt en reed de woning binnen van
den landbouwer J. v. d. Anker.
Het geheele meubilair werd totaal ver
nield. De huisvrouw, die in de kamer bezig
was met het verrichten van eenige werk
zaamheden werd zeer ernstig gewond. De
beide auto's zijn totaal vernield.
AAN HET ROER GESTORVEN.
Te Reeuwyk is de 66-jar;ge schipper J. v. d.
S., die het schip stuurde, toen zijn zoon dit
voorttrok, onwel geworden en plotseling
overleden.
SMOKKELKINDEREN
Kommiezen te Weert hebben zekere
vrouw N. S. aangehouden, die in een kin
derwagen, waarin twee kinderen lagen, IS
K.G. frauduleus ingevoerde margarine ver
voerde. De wagen en de smokkelwaar werd
in beslag genomen. Tegen de vrouw is pro
ces-verbaal opgemaakt.
OM HET GOUD VAN DE LUTINE
In het Septembernummer van O. T. A. R.,
orgaan van technische ambtenaren van
Rijkswaterstaat, schryft Prof. v. d. Kloes
onder het opschrift: „Het einde van
Lutine-toren":
Verschil in waterstand "binnen en buiten den
toren moest aanleiding geven tot het ontstaan
van drijfzand. Dit begon niet gelykeliik o
den onderrand van den kegel verdeelJ, m
op één punt van den omtrek het eerst,
verband met de plaats der zuigbuis en i
ongelijkheden in den zeebodem. Het begon
met een gaatje onder den rand, dat al grooter
en grooter werd.
Naarmate de opwaartsche stroom van drijf
zand in omvang en kracht toenam, kwam
al grooter en grooter wordend deel van den
binnenwand des kegels vry, totdat hij ten
slotte door den zand- en waterdruk van bui
ten ingedeukt werd. Dit zal met een knal
gepaard zijn gegaan; immers zijn tusschen
200 en 300 schroefbouten tegelijk stuk ge
sprongen.
Thans veroorloof ik mij een uittreksel uit
een brief openbaar te maken, dien ik ontving
van een bouwmeester, die met dit werk
nabij bekend is geweest.
„Werd de toren op de leemlaag neergelaten
en ledig gepompt, dan zou door water en zand
op die buitenzijde van den kegel een druk
van pl.m. 400.000 K.G. ontstaan, waar
binnen niets tegenover staat en zou hij
onder als een papieren peperhuisje ir
klappen. De sterkte van ronde ketels geldt
alleen voor binnendruk en voor volstrekt ge
lijke spanningen, niet voor druk van buiten".
Ik voeg daaraan toe, dat de kegelvorm
den voet des torens ty'dens het zakken in den
zeebodem een zeer ongunstige uitwerking
moest hebben op de vastheid daarvan. Immers
maakt hij, te lood dalende, het zand los in een
cylinder van een diameter als zijn onderrand
en tracht hij van binnen het zand tot een kegel
op te persen. Dit kan niet anders dan de drijf-
zandvorming bevorderen en versnellen.
Herstelling van den toren en van voren af
aan beginnen blijven dus volstrekt uitgesloten.
De beschreven gang van zaken is volkomen
natuurlyk. Het is onzinnig aan een aanslag
van kwaadwilligheid te denken, toch zijn
nog altyd lieden, die dit denkbeeld niet i
zich af kunnen zetten.
EEN DREIGBRIEFSCHRIJVER.
Gegoede bewoners van Wittem (L.) ont
vingen reeds anderhalf jaar dreigbrieven, om
op een bepaalde plaats geld te deponeeren.
Tevens werd gedreigd met brandstichting,
roof, veeafslachting, enz. De politie heeft
thans, in alle stilte zooveel bewyzen kunnen
verzamelen, dat de verdachte gearresteerd
kon worden en gevankelijk naar Maastricht
werd overgebracht.
BRANDEN.
Te Roswinkel (Dr.) is de boerdery
de familie Boerges, welke door den landbouwer
Lanting bewoond werd, tot den grond toe
afgebrand. Wegens watergebrek viel aan blus-
schen niet te denken. Niets werd gered, ter
wijl een groote voorraad koren en haver mede
zyn verbrand. Alles was verzekerd.
Te Amsterdam werd de brandweer ge
alarmeerd voor een brand, welke ontstaan
was in he*c Spaame-bioscooptheater. Het
bleek, dat tijdens de middagvoorstelling in de
cabine een film op een der toestellen in
brand geraakt was. Een operateur had het
vuur echter reeds spoedig met wacer weten
te blusschen. De film was echter onbruikbaar
geworden, zoodat de voorstelling geen voort
gang kon vinden.
BALLONS GEDAALD.
Zaterdagavond is te Rottum (Fr.) een
ballon met twee Duitsche mannen en twee
Duitsche vrouwen gedaald.
Te Goutum bij Leeuwarden is eveneens
een ballon met vier Duitschers neergekomen.
Ook te Meppel is een dergelijk ding ge
daald, bemand met vier Duitschers. De drie
ballons waren Zaterdagmiddag te Düsseldorf
opgestegen.
BRANDEN
Tc Siebengewald in de gemeente
Bergen (L.) brak door onbekende oorzaak
brand uit in de woning van Faassen. Aan
gewakkerd door den wind vatte ook de wo
ning van Gramsen spoedig vlam. Beide
woningen brandden af. Ook het grootste
gedeelte van den inboedel ging verloren. De
schade wordt door verzekering gedekt.
Door onbekende oorzaak ontstond brand
in de Eerste Twentsche Drijfriemenfabriek
aan de Deurneschestraat te Enschedé.
In korten tijd was het gebouw één vlam
menzee. De brandweer moest zich beperken
tot het behoud van belendende gebouwen.
De fabriek brandde geheel uit. Een groo
te voorraad leder ging verloren. Gebouw en
inventaris waren verzekerd
UIT HET SOCIALE LEVEN
DE STEUN AAN DE BOUWVAK
ARBEIDERS
Naar wij vernemen ls het in enkele gemeen-
gekomen, dat de bouwvakarbeiders, dit
bij de Federatie aangesloten zijn,
tens de beslissing van den minister vai
Zaken d.d. 9 Sept. Jl.. met ingang van
voonshands geen steun zouden mogen
gen, niettemin van bet burgerlijk armbestuur
een ondersteuning hebben ontvangen. die
slechts weinig verschilde van het steunbedrag.
Radio Nieuws.
lekom; Dr. Alb. C. Kruyt, te Den Hai
'laifuurtje 7.15 Ned. Chr. Pers
'- on 8.00 Gr
errltsen. 9
lllversum (1875 Al.) V.A.R.A. 8.01 Ür«
foon 10.15 Orkest 12.01 Gramofoo;
12.15 Orkest 12.45 Orkest 1.15 Orke;
kest 5.55 Gramofoon 6.00 Orkest 6.30
Concert 7.15 Orkest 7.45 Gtramofoon
8.30 Orkest 9.30 Vaz Dias 9.45 Zang
10.00 Orkest 10.45 Zang 11.00 Gramofoon
V.P.RO. 10.00 Morgenwudlng
8.20 Orkest 9.20 Orkei
la ven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05
Orkest 1.50 Gramofoon 3.20 Plano
3.35 Orkest 5.05 Concert 6.50 Concert
:h landsender (1634.9 Al.)
t 12 20 Gramofoon 2.05 Gram
ncert 8 20 Concert 11.20 Conc
10.40 Orkest
berg (472.4 M.) 6.20 Gramofoon
mofoon 10.30 Mensch und Welt
ncert 1.35 Concert 6.35 Gramo-
9.20 Orkest 11.05 Concert.
uit de landarbeiders-
bonden inzake werkloon nnorg heeft den mi
nister van Sociale Zaken de volgende verzoeken
gedaan Inzake de steunregelingen ten platte-
le. Een venhooging van het mtalmum-steun
bedrag. met daarnaast het loonbedrag van 12
te laten vervallen en tot grondslag te nemen,
ten minste voor de periode April tot December
een bedrag, gebaseerd niet op 48-urige maar
op 60-urige werkweek.
2e. Het verschil In uitkeertng tuA9Chen niet
en wei-verzekerden hooger vast te stellen dan
op f 1 per^ week.
3e. In de steunregelingen
„dubbel
loosheids verzeik ee-ring dadelijk të beschou'
i toetreding tot de i
-ekgerechtigde verzekerden.
5e. Een bijslag op de werkloozenuitkeering
met Ingang van 1 December, wanneer dc ver
zekerde land- en veenarbeiders uit de werk-
iooaenkassen begrimmen te trekken.
6e. Zooveel mogelijk tewerkstelling van alle
werkloozen In de werkverschaffingen, desnoods
met invoering van een rouleerregellng.
DE PENSIOENKWESTIE BIJ DE
ROTTERDAMSCHE TRAMWEG-MIJ
De hoofdbesturen der samenwerkende vak-
benden van Spoor- en Tramwegpersoneel, de
Ned VereenIgung. de P. C. B. en St Raphael,
hebben een bespreking gehouden met de afdee-
lingsbesturen en met de commissie van beheer
der vrijwillig gestorte pensioenpremiën voor
aanvwliende pensioenregeling voor het per
sloten ls zich nog eens to.t den minister
Waterstaat te wenden en op spc*:-dige af
doening van deze aangelegenheid aan te drin-
g - - - - iiaar
JHvan de
Tramwegen van
UIT DE ANTI-REV. PARTIJ
A.RJJL
In verband met de periodieke aftreding
van Dr L W G SohoQten oils le secretaris der
Anfci-Rev. Jongeren Actie ie het secretariaat
thans gevestigd te Zwoille, Tessolsohade
straat 9.
De samenstielliling van het hoofdbestuur is
J als volgt: Dr Joh. H Soheurer, Amers
foort, Voorzitter I; J J G Boot, Wnnsum,
Voorziitter II; A L de Bruyne, ZwoMc, Tessol
schedestraat 9. secretarisJ C JongeneeJ Jr,
Zelhem, penningmeester; E van Ruller, Aal
ten, administrateur van het ARJa-orgaan;
Dr C Beekenkamp, Den Ilaag, algemeen
plaatsvervanger; A M Kaajan, Utrecht, na
mens de Studentenclubs; Dr W J Kolkert
en Prof. Dr J. Severijn, namens het C. C.
FEUILLETON
WAT EEN KIND VERMAG
Naar het Engelsch
van FLORENCE MONTGOMERY
(11
HOOFDSTUK VIII.
Plichten der vriendschap.
Zoo leest een ieder op zijn pad,
Uit bloem of knop of blad
Een meening, die zich voegt liet meest
Naar eigen hart en geest.
„En nu", zei Gillie, „zullen wij naar de
honden gaan kijken."
Het viel oom John lang niet gemakkelijk
om weder naar beneden te komen en één
of tweemaal verloor hij schier den moed en
raakte hij bijna van de been. Toch werd de
terugtocht goed en wel bewerkstelligd en
gingen li ij en zijn kleine metgezel naar de
nondehokkon, waar hij gisteren zulk een
onvriendelijk onthaal had gevonden.
De ontvangst was vandaag heel anders.
Bij liet zien van het kind, op het geluid
Van zijn stemmetje, dat hen bij den naaim
riep, waren de honden buiten zich zelf van
Vreugde^ en vol genegenheid. Zij liefkoosden
hem, likten zijn handen en zijn gezicht, en
wierpen hem in hun verrukking en opge
wondenheid bijna op den grond. De heer
Ramsav stond op het pad er naar te kijken.
Het duurde een poosje vóórdat Gillie zich
los kon rukken. Toen hij weer bij zijn oom
kwam, stelde hij dezen voor naar den moes
tuin te gaan.
Weder voelde Ramsay zich teleurgesteld.
Die akelige tuin, met dien eenzamen man
er in, was hem een soort nachtmerrie ge
worden. Levendig herinnerde hij zich het
vervelende, neerslachtige gevoel, dat de
tuin gisteren bij hem had opgewekt. Gillie
scheen de lichte aarzeling bemerkt te heb
ben, want hij zeide:
„Of zou u liever naar Hobbs gaan in de
kassen?"
„Wie is Hobbs?" vraagde John Ramsay.
„Hobbs! I-Iij is de tuinmansbaas. Op dit
uur is hij altijd in de kassen. Wij zouden er
hem dus zeker vinden en misschien zou hij
u een perzik geven."
Van die twee kwade dingen was de moes
tuin het minst kwade en de heer Ramsay
besliste haastig ten zijnen gunste. Toen zij
den tuin bereikten, zag deze er in zijn oogen
juist zoo uit als den vorigen dag: dezelfde
rijen groene lijnen in nette, vervelende
rijen; dezelfde gebogen figuur van denzeli-
aen ouden man, die in dezelfde houding
dezelfde paden wiedde. Bij zich zelf tartte
hij zelfs het kind om hier iets belangwek
kends te vinden.
Gillie keek niet een vroolijken glimlach
rond zich. „Wat ziet alles er groen en frisch
uit, vindt u niet?" zeide hij. „En de aard
beien staan al zoo mooi. En c'" riep hi
eensklaps vroolijk en verrukt uit, „daar is
die lieve, oude Thompson!" De heer Ram
sav bleef alleen staan, want zijn kleine-
metgezel snelde heen. Hij stond stil, terwijl
hij met de oogen Gillie's daden nieuwsgierig
volgde. Ilij zag het kind voorwaarts snellen
en de bukkende figuur zich langzaam op
heffen bij het hooren van de haastige voet
stappen.
Hij kon zelfs op dien afstand zien, hoe
de vervelende uitdrukking van dat domme
gelaat, die hem gisteren zoo getroffen had,
veranderde en verhelderde, toen het kind
naderbij kwam. Er volgde een ernstig ge
sprek.
Na eenige oogenblikken keek de man op
naar de lucht en om zich heen, terwijl de
blik van het kind, getrouw dien van den
tuinman volgde. Ten laatste ontmoetten
hun oogen elkander; er volgde nog een
praatje, en toen liep Gillie weer hard naar
zijn oom terug en hervatte de oude man zijn
werk, alsof er niets gebeurd was.
„Waarover hebt ge toch met dien ouden
man gesproken?" vraagde de heer Ramsay
toen Gillie buiten adem naast hem stond.
„Over allerlei" antwoordde het jongetje.
„Ik heb hem naar zijn rheumatiek gevraagd
en naar het onkruid. En toen heb ik hem
naar het weer gevraagd. Hij is zoo knap. Hij
weet altijd of het zal gaan regenen of niet
en hij heelt het haast nooit mis. Wij noemen
hem den ouden weerprofeet, maar hij heet
eigenlijk „Thompson."
„En wat zegt hij van het weer", vraagde
de heer Ramsay.
„Hij zegt", antwoordde Gillie, „dat hij
gelooft, dat het buiig zal zijn, maar dat het
niet zal gaan regenen. Wij zullen er nu eens
op letten, of het uitkomt Maar oom John,
waarom kwam u ook niet eens met hem
praten? Hij is zoo 'n lieve oude man, en ik
weet zeker, dat hij u heel graag zou ken
nen. Vindt u het niet akelig, dat hij zooveel
last van rheumatiek heeft, dat hij niet
rechtop kan loopen? Soms kan hij in het
geheel niet werken, die arme, oude man!
Hij gaat het altijd probeeren, weet u, maai
de helft van den tijd doet zijn rug hem zoo
zeer, dat hij het er aan moet geven en moet
rusten."
,Ha!" mompelde de heer Ramsay, „dat
dacht ik well"
„Hobbs zoekt karweitjes voor hem, op,
weet u'1, ging Gillie zacht sprekend en op
vertrouwelijken toon voort, „dat dient dan
voor verontschuldiging, dat hij nog loon
krijgt, zegt hij. Het is heel vriendelijk van
Hobbs, vindt u niet?"
„O, zeer!" zeide de heer Ramsay, haastig,
ziende, dat Gillic een antwoord verwachtte
„Natuurlijk weet de oude Thompson dat
niet", ging Gillie voort „Het zou ook niet
goed zijn, het hom te vertellen, vindt u
wel? Het zou hem hinderen, zegt Hfobbs."
„Waarom gaat hij niet in het armhuis?"
vraagde de heer Ramsay kortaf, daar zijn
gevoelens hem voor een oogenblik over-;
meesterden. Gelukkig voor zijn goeden naam
begreep Gillie hem verkeerd en dacht, dat
bij oog had op een oude-mannenhuis, dat in
het dorp was.
„Hij is niet oud genoeg", antwoordde Gillio
„lang niet oud genoeg; men moet, geloof ik
over de tachtig of bij de honderd zijn om
daar in te komen. Thompson is zoo heel oud
niet, weet u, oom John. Hij ziet er zoo uit,
omdat hij rheumatiek en geen tanden
heeft".
„Heeft hij geen tanden?" zeide de heer
Ramsay.
.iGeen een", zeide Gillie. „Niets dan tand-
vleesch".
„Hoe komt dat?"
„Ik heb er hem eens naar gevraagd",
antwoordde het kind, „en hij zeide, dat hij
dacht, dat het kwam, omdat hij ze niet had
laten trekken, toen hij nog jong was. Wil u
nu naar het bosch gaan en mijn tuintje
zien?"
De heer Ramsay stemde dit met blijd
schap toe. Die tooveraanleg zweefde hem
nog voor oogen en hij verlangde hem weer
te zien.
Zoo slenterden zij voort, totdat zij in h
bosch kwamen, en zijn koele schuilhoeken
binnentredenu, bereikten zij het tuintje.
Het was niet half af, zeide Gillie, niet half.
Hij wilde een rots en een grot maken. Zou
oom John hem willen helpen steenen ver
zamelen? Ja, oom John wilde alles doen
wat er van hem verlangd werd. En een half
uur lang liep gezegde oom John rond, voor
overgebogen en alle kleine steenen oprapend
die hij kon vinden, ze aan de critiek van
den kleinen architect onderwerpend.
Toen èn heer èn knecht doodmoe waren,
dwaalden beiden voort in het bosch. totdat
zij de bank bereikten, waar John Ramsay
don vorigen dag op gezeten had. Daar zaten
zij naar de specht te luisteren, die even
vroolijk als altijd lachte, maar die den spot-
tenden toon in zijn stem, welke John Ram
say gisteren zoo onaangenaam had aange
daan reeds verloren had. Want, met dit
vroolijke kind naast zich, met het gevoel van
Opkomende vriendschap in zijn hart, kon hij
den vogel tarten, te zeggen, dat hij cr niet
in was geslaagd de gevoelens der jeugd op
te wekk»n of niet in harmonie was mei den
heerlijken Juni-dag.
„Vertel mij eens een vertelseltje", zeide
Gil lie kort daarop.
„Ik!" diep John Ramsay uit. „Ik kan geen
vertelseltjes vertellen kind. Ik ben bang",
met een zucht, „dat mijn verhalen heel saai
zouden zijn."
„O, probeer het eens", zeide Gillie begeerig
„Och toe!"
De heer Ramsay voelde zijn hart in zijn
schoenen zinken. Zijn geheugen bracht hem
niets te binnen. Verbeeldingskracht bezat
hij in het geheel niet
„Laat me liever iets anders zien", zeide
hij.
Derhalve leidde zijn gids hem naar de
too\orkringen in de weide en daarna gingen
zij een ouden put opzoeken in een ander
bosch nog verder op.
Zij hingen er te zamen eenige oogenblik
ken over heen en toen ging Gillie eon kom
halen, die dichtbij onder eenige struiken
ranc|,rgen e" VUld6 höar t0' aan dPn
Oom John zag zijn noodlot naderen een
groeten dronk koud water, dien hij moest
mzwelgen.
„Het heerlijkste en meest beroemde water
van het heele land", verzekerde -ie kleine
gids, de ernstige oogen op hem gericht, toen
hij dronk. Daarna wandelden zij door de
welriekende lindcnlaan naar den ouden
bloemtuin.
Het was een schilderachtig terrein met
zijn hooge taxishagen, die in de zonderling
ste vormen waren gesneden, zijn groots
terrassen en zijn bedden met ouderwetsche
bloemen.
Te midden der bloembedden stond een
oude zonnewijzer.
(Wordt vervolgd.)