DINSDAG 26 SEPTEMBER 1933 DERDE BLAD PAG. 9 De strijd om den eenheidsstaat dern die einalgen Pfeller slnd das deutsche Volk und die nationalsozia listische Bewesun-g". Adolf Hitler. (Van onzen Duitschen correspondent) Het is algemeen hekend, dat Bismarck, sedert hij 1862 minister-president van Prui sen geworden was, voortdurend overhot.p lag met de partijen. In dit tijdperk van onvermijdelijke conflicten volgde hij do volgende methode: hij bruuskeerde de af- gevaardigden bij elke gelegenheid en prik kelde ze hierdoor tot het stellen van onver vulbare eischen, waardoor zij dan in 't on gelijk kwamen. Of ook wel: hij liet staats ambtenaren, die zich tot oppositie lieten overhalen, bij wijze van straf verplaatsen of met voorloopig verlof naar huis sturen Kranten die zioh tegen de regeering keer den, werden verboden en de volksmassa werd door geschikt gevoerde propaganda beinvloed en bewerkt. Menige landraad moest hier de regeering een handje mee helpen. Zoo bevorderde hij met overleg het aanzien van den Pruisischcn staat en het Duitsche rijk; gesteund door de hem ter beschikking staande machtsmidaelen en zich beroepende op de autoriteit van de kroon, wist Bismarck zijn binnenlandsche politiek ondanks heftigen tegenstand door te zetten, totdat hij zijn streven naar rela tieve gelijkschakeling tusschen Pruisen en het Rijk had bereikt. Rijkskanselier Hitier heeft op Jen partij dag te Neurenberg gezegd, dat de grond wettelijke verandering van het Duitsche rijk en de verschillende landen nog niet to einde is. Dr. Goebbeis heeft hier nog tor verduidelijking aan toegevoegd, dat het Derde Rijk zich niet tot taak stelt, de lan den te conserveeren, maar veeleer te liqui deeren. Voor de eertijds zoo hoog aangeschreven landen en stammen met hun eigen ge schiedenis en cultuur schijnt de tegenwoor dige regeering maar weinig over te hebben, want Hitier zegt woordelijk: „Pruisen noch Beieren noch ecnig ander land is een pilaar van het tegenwoordige rijk; de af zonderlijke pilaren worden gevormd door het Duitsche volk en de nationaal-socialis- tische beweging." Deze grondgedachte werd met de vev- eischte doortastendheid in daden omgezet: overal werden rijksstadhouders benoemd, om de versdhillendc landen nauw met het rijk te verbinden en daarvan afhankelijk te maken. Door het ontbinden der parlemen ten werd verdere discussie vrijwel onmo gelijk gemaakt Het begrip „Landesgrenze" werd uit het Duitsche woordenboek ge schrapt Men zal dus voortaan wel Pruisen en Saksen en Zwaben als volk, maar niet meer als land of als staat hooren noemen. De rijkseenheid moet tot volkseenheid leiden. De laatste weken doken zoo hier en daar minder gunstige geruchten op over de ver houding tusschen het rijk en verschillende landen, welke zidh tegen het principe der centralisatie zouden keeren. Het nieuwe rijk zou in rijkslanden of zelfs in rijkshertog dommen worden verdeeld. Deze stoute be wering werd weliswaar officieus tegenge sproken, maar ik hield* het toch voor ge- wenscht, eens persoonlijk in een der klei nere staten een kijkje te gaan nemen. Mijn keuze viel op het voormalige groot-hertog dom Hessen—Darmstadt, een vrijstaat, wel ke ruim twee millioen inwoners omvat, welke over de provincies Rijn-Hessen, Boven Hessen en Starkenberg verdeeld worden. Het vroegere Hessen-Nassau is al eerder in Pruisen opgegaan en bij wijze van beloo- ning werd de zoon van den laatsten regee renden hertog, prins Philipp van Hessen tot Eersten President van Kassei benoem1 Ik trof het buitengewoon, want juist bij mijn aankomst te Darmstadt brak een kleine kabinetscrisis uit door de ontslagaanvrage van den mi nister-president prof. dr. Werner. Van zulk een landelijke kabinetscrisis wordt in de rijkshoofdstad nauwelijks notitie genomen. In de dagbladen versdhdjnt uitsluitend de mededeeling, dat staatssecretaris Jung op voorstel van rijksstadhouder Sprenger na overleg met den rijkskanselier is benoemd tot minister-president als opvolger van prof dr. Werner. Meer krijgt de buitenwereld niet te hooren. Deze terughoudendheid prik kelde mij tot een onderzoek ad loco en de hierbij opgedane indrukken zijn typeerend voor de oogenblikkelijke verhouding tus schen het rijk en de vroeger zelfstandigo landen. Professor Werner werd mij beschreven als een staatsman van formaat, een voor aanstaand geleerde uit den kring der volk» sche beweging en dus een overtuigd anti semiet. Als geboren Hessenaar hing hij mei zijn hart aan de traditie van het voormalige groothertogdom, welks laatste regent, de thans nog in Darmstadt woonachtige groot hertog Ernst Ludwig groote populari'.eit geniet. De voorstanders, van het systeem der gelijkschakeling zijn er vanuit Berlijn op uit, om de plaatselijke regeering, welke voortaan nog slechts uit één enkelen m» nister zal bestaan te verleggen paar Frankfort a. d. Main en dit plan heeft in du andei-s zoo gemoedelijke residentie van Rijn- Hessen algemeene opschudding teweeg gebracht. Prof. Werner, wien de stramme Pruisische formuleering minder schijnt te behagen, voelde zich na een bewind v m nauwelijks een half jaar „mqrbe", regee- rihgsmoede en diende tenslotte zijn ontslag aanvrage bij den rijksstadhouder Sprenger in Deze spoedde zich naar Berlijn, Lracht in de Wilhelmstrasse verslag uit van rie situatie in Darmstadt en als opvolger var. prof. Werner benoemde men Philipp Jung tot minister-president Als oorzaak van deze minlsterwisseling wordt officieel de verncn- voudiging van het staatsbewind aangegeven. De voorlichting van het publiek gaat zoo ver, dat een zeer sympathieke, maar nog opvallend jeugdige journalist over den gang van zaken een uitvoerig artikel schrijft dat terzelfder tijd in de kranten van Darmstadt Mainz, Worms en andere Hessische steden op de voorpagina wordt opgenomen. Slechts weinigen vermoeden of weten, dat acldei deze uiterlijke eensgezindheid innerlijke oneenigheid verborgen blijft. De nieuwe premier van Hessen, aanvan kelijk notaris in Worms, lid van den sedert dien verdwenen Hessischen landdag, sedert Maart 1933 staatssecretaris, enkele maanden tevens waarnemende Eerste Burgemeester van Mainz, is een nationaal-socialist, geheel naar het hart van den rijksstadhoud r Sprenger, dat wil zeggen, consekwent tot in het uiterste, doortastend zonder rekening te houden met de opvatting van anders denkenden, wanneer 't cr op aankomt, den wil van den volkskanselier door te zetten, geheel overgegeven aan het voorgeschreven einddoel der gelijkschakeling. Men gaf mij de volgende uiteenzetting: Hier kennen wij geen pardon. Wat zou er van de nationale revolutie zijn terecht gekomen, wanneer Hitier uit medelijden met de in Münahen gevallen slachtoffers zijn gigantischen strijd had opgegeven? Wi hebben sedert het aftreden van deu laatsten keizer voldoende ervaren, dat het staatsbe lang niet is gediend met tegemoetkoming tegenover andersdenkenden. Het gaat ten slotte niet om een vraagstuk voor de vulpen of een krantenartikel, maar om een prin- cipieele kwestie van wereldomvattende be- teekenis. Deze gedaohtengang zit uiteraard alleen den frontsoldaat uit den laatsten oorlog in vleesch en bloed en voor hem is deze methode „selbstverstandlich" Persoon lijke verdienste noch grondige levenserva ring vormen het fundament dezer nieuwe levensbeschouwing maar do ervaringen, welke in den wereldoorlog zijn opgedaan in den militairen en politieken strijd, om te zijn of niet te zijn. Zoo denken en redeneeren en handelen de jonge staatslieden uit het Derde Rijk. Zij zijn overtuigd, dat hun „Ftihrer" bereiken zal, wat tenslotte den IJzeren Rijkskanse lier niet is gelukt, de vorming van een eenheidsstaat onder directe leiding van een rijksregeering en een staatsraad. Voor ons, die het idea lism, der jeugd niet willen aantasten, ook al staan we vaak eenigszins huiverig tegen over zooveel doortastendheid is het leer zaam, de harde ervaringen van Bismarck in ons geheugen terug te roepen: In den strijd met den jeugdigen keizer Wilhelm II ver loor hij den steun der monarchische auto riteit.Ministers intrigeerden tegen hem. Heel even wilde de hoogbejaarde held dooi een legalen staatsgreep het rijk nieuw fundéeren. Hij wilde alle vorsten dwingen van hun volgens de grondwet vastgelegde overeenkomsten afstand te doen en een bondgenootschap op nieuwe basis sluiten Een nieuwe grondwet zou aan de rijksre geering het recht verleenen, zonder den rijksdag te werken en de sociaal-democraten uit te schakelen. Reeds geloofde hij, den keizer voor zijn zienswijze gewonnen te hebben, toen zijn hardnekkige tegenstanders de overwinning behaalden en Bismarck ten val werd gebracht. Wat door hem niet is bereikt, dat is thans het uitgangspunt var» den volkskanselier. Adolf Hitler heeft hel volk achter zich, behoeft met een tegenactie van partijen geen rekening meer te houden en wil, in navolging van Mussolini, aan de wereld bewijzen, dat dictatorische macht ook ten gunste van het algemeen belang kan worden Darmstadt, 21 September 1933. Arbeiders-Boeren-Studenten- Conferentie UITGAANDE VAN DE NED. CHR. STUDENTENVEREENIGING Het kamp is een groot succes geworden De op het terrein Ruige Veld bij Woud- schoten (Zeist) gehouden arbeiders-, boeren- stüdentenconferentie dei" NCSV zette zijn werkzaamheden voort met het vellen van eenige boomen. De middag was vrij, men placht dan meestal boomen op te zetten, doch nu werd gefietst en gewandeld in de omtrek, 's Avonds sprak ir J. Wind, dir. der Landbouwschool te Hardenberg, over tegenwoordige en vroegere landbouwcrisis sen. Spr. zet het begrip crisis uiteen en on derscheidt in de conjunctuur een korte golf wier periode pl.m. 8 jaar is en tengevolge van de landbouwcrisissen een lange golf, met veel langere periode: 1818, 1878, 1921 tot 1928-'29. Tegenwoordig is de toestand zeer ernstig, omdat conjunctuur- en landbouw crisis samenvallen. Bovendien heeft de boer zijn reserves uit de oorlogsjaren in 1921 ver loren en zijn pacht en prijs van den grond sterk gedaald, waardoor in vele met hypo theek belaste bedrijven alle kapitaal is ver loren gegaan. Tenslotte opponeert spr. tegen de stellingen van den heer J. Smid, die de oorzaak van de ellende der boeren op poli tiek terrein ziet. Niet opzetten van de cene bevolkingsgroep tegen de ander, maar door samenwerking kunnen de moeilijkheden worden opgelost Op deze interessante rede volgde een uit voerige discussie. Wat dit betreft komen we trouwens toch altijd tijd te kort Inmiddels bleek, dat door een wolkbreuk de tenten veelal waren overstroomd, zoodat de horde de wijk nam naar Woudschoten, alwaar hij in drie slaapzalen werd ondergebracht De volgende morgen sprak de heer C h r. van den Heuvel, lid der Tweede Kamer over de verhouding stad en platteland. Spr. zegt, dat samen komsten als deze van veel belang zijn, trouwens na afloop van de discussie was hij enthousiast Men vraagt zich af of de bedoelde tegenstel ling wel zoo sterk is. Er blijkt veel over dreven, maar toch is op geen gebied de tegenstelling zoo Heuvel sterk; vooral de eco nomische positie is veel zwakker; hetgeen blijkt uit de belasting in plattelandsgemeenten, aan- Chr. van tal aangeslagenen in de inkomstenbelas ting. Van 'n negende deel van t nationale in komen moet 21 pCt het platteland leven, en de loonen der landarbeiders, die soms 40 of 50 pCt lager zijn dan in de stad. Deze toe stand is internationaal, soms minder, door sterke protectie en meestal gevolg van het relatief groote kapitaal dat in de bedrijven gestoken wordt In Nederland ontstond een politiek die deze econom. zwakte in de hand werkte, het geen spr. met verschillende bewijzen staaf de, die gevolg waren van te groote bevoor deeling van handel en industrie. Organisa tie en beter onderwijs zijn de middelen om de tegenstelling te verminderen. Op dit referaat volgde een lange dis cussie. 's Avonds sprak de heer H. Ouder kerk, hoofdbestuurslid der Chr. Landarbei- dersbond. Hij gaf een denkbeeld van de nood der landarbeiders én het vooral door de crisis hen bedreigend gevaar van paupe risme. Dit betoog, dat aller sympathie gewonnen had was aanleiding tot talrijke bespre kingen. Vrijdagochtend werd het landwerk beslo ten met eenige speeches. 's Middags sprak de heer Kunst over be korting van arbeidstijd. Na een historisch overzicht van de toestand der arbeiders, be toogde hij dat een 40-urige arbeidsweek on der crisis-omstandigheden aanbevelenswaar dig kan zijn. Hierop volgde een eenigszins rumoerige discussie. Aan het avondeten werd de staf gehul digd benevens de heer B a k e n e s s e, nl. door het omhangen van een enorm karton nen ridderkruis. Men glom van plezier. Ook werd door de afd. arbeiders en boeren een klok aangeboden voor de eetzaal van Ruige Veld. Onder donderend applaus en plechtig gezang werd die door de studenten aan vaard. De heer Brouwer, hoofdofficier sprak hierna over de student en de maatschappij, belichtte de toestand zooals die was, is, en moet zijn. Hierna gaven eenige deelnemers uiting aan hun laaiende geestdrift over dit kamp. Dr. Slotemaker de Bruine sloot de conferentie. Inderdaad was dit kamp een groot suc ces. Speciaal voor de studenten werden hier dingen besproken die voor velen van hen nieuw waren. Ook wiat betreft contact en beter begrijpen heeft dit kamp volko men aan zijn doel beantwoord. De N.C.S.V. zij er mee gelukgewenscht; zij zal echter haar taak in deze wel niet als afgeloopen beschouwen. Gemengd Nieuws. Het N. v. d. D. verneemt, dat de uitgever van het Bruinboek, tegen de Hitlerterreur, Willy Münzenbcrg, de hand heeft gehad in de troebelen in Nederlandsch-Indië van 1926 en 1929. Münzenberg wordt genoemd een buitengewoon gevaarlijk en geslepen personage, wiens geheime machinatiën ook voor ons vaderland en zijn koloniën groot gevaar kunnen opleveren. Münzenberg vertoeft herhaaldelijk in ons land, alwaar hem onderdak wordt verschaft bij communistische leiders te Amsterdam. In het „Tribune"-gebouw aan den Amstel zal de politie hem spoedig weer kunnen aantreffen. Hij reist op valsche paspoorten. Het geld voor de ondergraving van ons gezag in Indië zou via Beriijn gezonden zijn Van daaruit werd feitelijk het raderwerk van ophitsing, ongehoorzaamheid enz. in werking gesteld. AUTO- EN MOTORONGELUKKEN Bij De B i 1 d t is de heer T. Arnoldus- sen, gemeenteraadslid te Utrecht in de bocht van Beerschotenis door onbekende oorzaak met zijn motorrijwiel tegen den grond ge slagen. Hij kreeg een ernstige hoofdwonde en is naar de Rijksklinieken te Utrecht overgebracht. De duo-rijder, de heer Vresen uit Utrecht, die met een rijwiel om zijn hoofd achter op het motorrijwiel zat, kwam met den schrik vrij. Bij Franeker is een groep voetbal lers, die te Amsterdam zouden spelen, met een auto, welke slipte, nn een sloot terecht De zeven voetballers, een scheidsrechter en zijn verloofde, geraakten alle te water. Ze liepen lichte verwondingen op en moes ten inplaats van naar Amsterdam weer te rug naar hun woonplaats Groningen. Te Nijmegen had op den Groesbeek- schen weg een aanrijding plaats tusschen een auto en een bespannen wagen, die van een zijweg kwam. De auto sloeg o\er den kop en werd vernield. De chauffeur is met een beenbreuk in het Canistiusziekenhuis op genomen. Te Am ster dam is op de Geldersche- kade een Chinees door een auto aangereden en met een gebroken been overgebracht naar het Binnengasthuis. In de Spaarndammerstraat is een 78-jarig man door een auto overreden. Hy is in ern- stigen toestand naar het Binnengasthuis ver- Te Zeist had een aanrijding plaats op de Slotlaan. Door het plotseling openwerpen van een portier wierp een automobilist de juist passeerende mej. Vaandrager omver, die onder een haar achteroprijdenden auto geraakte. Met een gebroken schouder is zy per auto van den gemeentelijken geneeskun digen dienst naar het ziekenhuis te Zeist vervoerd. INVALLEN IN NACHTHUIZEN Do politie van het bureau Warmoestraat te Amsterdam houdt in de laatste dagen een strenge controle op de nachthuizen op den Achterburgwal. In den afgeloopen nacht zijn wederom invallen gedaan in twee van deze inrichtingen. Bij beide had de politie succes. De bezoekers werden overgebracht naar het politiebureau, waarheen opk de drank verhuisde, die in beslag werd genomen. Tegen de houders van beide inrichtingen werd proces-verbaai opgemaakt DOODELIJK TRAMONGEVAL Te 't Meer, nabij Heerenveen, is de 66-ja- rige J. Koopman, sigarenhandelaar, wonende te Drachten, door de tram, komende uit Heerenveen overreden en onmiddellijk ge dood. Het vreeselijk verminkte lijk is door de politie in beslag genomen. Den bestuur der treft geen scchuld. DOODELIJKE VAL Donderdag is het 13 jarig dochtertje van B. te Heerlerheide bij het wasschen van de ruiten uit het venster gevallen. Vrijdag is zij aan de gevolgen overleden. ERNSTIG AUTO-ONGELUK IN EEN KAMER Te Dussen (N. Br.) kwamen een vracht auto en een personenauto op het kruispunt van den rijksweg met elkaar in botsing. De chauffeur van den personenauto raakte zijn stuur kwijt en reed de woning binnen van den landbouwer J. v. d. Anker. Het geheele meubilair werd totaal ver nield. De huisvrouw, die in de kamer bezig was met het verrichten van eenige werk zaamheden werd zeer ernstig gewond. De beide auto's zijn totaal vernield. AAN HET ROER GESTORVEN. Te Reeuwyk is de 66-jar;ge schipper J. v. d. S., die het schip stuurde, toen zijn zoon dit voorttrok, onwel geworden en plotseling overleden. SMOKKELKINDEREN Kommiezen te Weert hebben zekere vrouw N. S. aangehouden, die in een kin derwagen, waarin twee kinderen lagen, IS K.G. frauduleus ingevoerde margarine ver voerde. De wagen en de smokkelwaar werd in beslag genomen. Tegen de vrouw is pro ces-verbaal opgemaakt. OM HET GOUD VAN DE LUTINE In het Septembernummer van O. T. A. R., orgaan van technische ambtenaren van Rijkswaterstaat, schryft Prof. v. d. Kloes onder het opschrift: „Het einde van Lutine-toren": Verschil in waterstand "binnen en buiten den toren moest aanleiding geven tot het ontstaan van drijfzand. Dit begon niet gelykeliik o den onderrand van den kegel verdeelJ, m op één punt van den omtrek het eerst, verband met de plaats der zuigbuis en i ongelijkheden in den zeebodem. Het begon met een gaatje onder den rand, dat al grooter en grooter werd. Naarmate de opwaartsche stroom van drijf zand in omvang en kracht toenam, kwam al grooter en grooter wordend deel van den binnenwand des kegels vry, totdat hij ten slotte door den zand- en waterdruk van bui ten ingedeukt werd. Dit zal met een knal gepaard zijn gegaan; immers zijn tusschen 200 en 300 schroefbouten tegelijk stuk ge sprongen. Thans veroorloof ik mij een uittreksel uit een brief openbaar te maken, dien ik ontving van een bouwmeester, die met dit werk nabij bekend is geweest. „Werd de toren op de leemlaag neergelaten en ledig gepompt, dan zou door water en zand op die buitenzijde van den kegel een druk van pl.m. 400.000 K.G. ontstaan, waar binnen niets tegenover staat en zou hij onder als een papieren peperhuisje ir klappen. De sterkte van ronde ketels geldt alleen voor binnendruk en voor volstrekt ge lijke spanningen, niet voor druk van buiten". Ik voeg daaraan toe, dat de kegelvorm den voet des torens ty'dens het zakken in den zeebodem een zeer ongunstige uitwerking moest hebben op de vastheid daarvan. Immers maakt hij, te lood dalende, het zand los in een cylinder van een diameter als zijn onderrand en tracht hij van binnen het zand tot een kegel op te persen. Dit kan niet anders dan de drijf- zandvorming bevorderen en versnellen. Herstelling van den toren en van voren af aan beginnen blijven dus volstrekt uitgesloten. De beschreven gang van zaken is volkomen natuurlyk. Het is onzinnig aan een aanslag van kwaadwilligheid te denken, toch zijn nog altyd lieden, die dit denkbeeld niet i zich af kunnen zetten. EEN DREIGBRIEFSCHRIJVER. Gegoede bewoners van Wittem (L.) ont vingen reeds anderhalf jaar dreigbrieven, om op een bepaalde plaats geld te deponeeren. Tevens werd gedreigd met brandstichting, roof, veeafslachting, enz. De politie heeft thans, in alle stilte zooveel bewyzen kunnen verzamelen, dat de verdachte gearresteerd kon worden en gevankelijk naar Maastricht werd overgebracht. BRANDEN. Te Roswinkel (Dr.) is de boerdery de familie Boerges, welke door den landbouwer Lanting bewoond werd, tot den grond toe afgebrand. Wegens watergebrek viel aan blus- schen niet te denken. Niets werd gered, ter wijl een groote voorraad koren en haver mede zyn verbrand. Alles was verzekerd. Te Amsterdam werd de brandweer ge alarmeerd voor een brand, welke ontstaan was in he*c Spaame-bioscooptheater. Het bleek, dat tijdens de middagvoorstelling in de cabine een film op een der toestellen in brand geraakt was. Een operateur had het vuur echter reeds spoedig met wacer weten te blusschen. De film was echter onbruikbaar geworden, zoodat de voorstelling geen voort gang kon vinden. BALLONS GEDAALD. Zaterdagavond is te Rottum (Fr.) een ballon met twee Duitsche mannen en twee Duitsche vrouwen gedaald. Te Goutum bij Leeuwarden is eveneens een ballon met vier Duitschers neergekomen. Ook te Meppel is een dergelijk ding ge daald, bemand met vier Duitschers. De drie ballons waren Zaterdagmiddag te Düsseldorf opgestegen. BRANDEN Tc Siebengewald in de gemeente Bergen (L.) brak door onbekende oorzaak brand uit in de woning van Faassen. Aan gewakkerd door den wind vatte ook de wo ning van Gramsen spoedig vlam. Beide woningen brandden af. Ook het grootste gedeelte van den inboedel ging verloren. De schade wordt door verzekering gedekt. Door onbekende oorzaak ontstond brand in de Eerste Twentsche Drijfriemenfabriek aan de Deurneschestraat te Enschedé. In korten tijd was het gebouw één vlam menzee. De brandweer moest zich beperken tot het behoud van belendende gebouwen. De fabriek brandde geheel uit. Een groo te voorraad leder ging verloren. Gebouw en inventaris waren verzekerd UIT HET SOCIALE LEVEN DE STEUN AAN DE BOUWVAK ARBEIDERS Naar wij vernemen ls het in enkele gemeen- gekomen, dat de bouwvakarbeiders, dit bij de Federatie aangesloten zijn, tens de beslissing van den minister vai Zaken d.d. 9 Sept. Jl.. met ingang van voonshands geen steun zouden mogen gen, niettemin van bet burgerlijk armbestuur een ondersteuning hebben ontvangen. die slechts weinig verschilde van het steunbedrag. Radio Nieuws. lekom; Dr. Alb. C. Kruyt, te Den Hai 'laifuurtje 7.15 Ned. Chr. Pers '- on 8.00 Gr errltsen. 9 lllversum (1875 Al.) V.A.R.A. 8.01 Ür« foon 10.15 Orkest 12.01 Gramofoo; 12.15 Orkest 12.45 Orkest 1.15 Orke; kest 5.55 Gramofoon 6.00 Orkest 6.30 Concert 7.15 Orkest 7.45 Gtramofoon 8.30 Orkest 9.30 Vaz Dias 9.45 Zang 10.00 Orkest 10.45 Zang 11.00 Gramofoon V.P.RO. 10.00 Morgenwudlng 8.20 Orkest 9.20 Orkei la ven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05 Orkest 1.50 Gramofoon 3.20 Plano 3.35 Orkest 5.05 Concert 6.50 Concert :h landsender (1634.9 Al.) t 12 20 Gramofoon 2.05 Gram ncert 8 20 Concert 11.20 Conc 10.40 Orkest berg (472.4 M.) 6.20 Gramofoon mofoon 10.30 Mensch und Welt ncert 1.35 Concert 6.35 Gramo- 9.20 Orkest 11.05 Concert. uit de landarbeiders- bonden inzake werkloon nnorg heeft den mi nister van Sociale Zaken de volgende verzoeken gedaan Inzake de steunregelingen ten platte- le. Een venhooging van het mtalmum-steun bedrag. met daarnaast het loonbedrag van 12 te laten vervallen en tot grondslag te nemen, ten minste voor de periode April tot December een bedrag, gebaseerd niet op 48-urige maar op 60-urige werkweek. 2e. Het verschil In uitkeertng tuA9Chen niet en wei-verzekerden hooger vast te stellen dan op f 1 per^ week. 3e. In de steunregelingen „dubbel loosheids verzeik ee-ring dadelijk të beschou' i toetreding tot de i -ekgerechtigde verzekerden. 5e. Een bijslag op de werkloozenuitkeering met Ingang van 1 December, wanneer dc ver zekerde land- en veenarbeiders uit de werk- iooaenkassen begrimmen te trekken. 6e. Zooveel mogelijk tewerkstelling van alle werkloozen In de werkverschaffingen, desnoods met invoering van een rouleerregellng. DE PENSIOENKWESTIE BIJ DE ROTTERDAMSCHE TRAMWEG-MIJ De hoofdbesturen der samenwerkende vak- benden van Spoor- en Tramwegpersoneel, de Ned VereenIgung. de P. C. B. en St Raphael, hebben een bespreking gehouden met de afdee- lingsbesturen en met de commissie van beheer der vrijwillig gestorte pensioenpremiën voor aanvwliende pensioenregeling voor het per sloten ls zich nog eens to.t den minister Waterstaat te wenden en op spc*:-dige af doening van deze aangelegenheid aan te drin- g - - - - iiaar JHvan de Tramwegen van UIT DE ANTI-REV. PARTIJ A.RJJL In verband met de periodieke aftreding van Dr L W G SohoQten oils le secretaris der Anfci-Rev. Jongeren Actie ie het secretariaat thans gevestigd te Zwoille, Tessolsohade straat 9. De samenstielliling van het hoofdbestuur is J als volgt: Dr Joh. H Soheurer, Amers foort, Voorzitter I; J J G Boot, Wnnsum, Voorziitter II; A L de Bruyne, ZwoMc, Tessol schedestraat 9. secretarisJ C JongeneeJ Jr, Zelhem, penningmeester; E van Ruller, Aal ten, administrateur van het ARJa-orgaan; Dr C Beekenkamp, Den Ilaag, algemeen plaatsvervanger; A M Kaajan, Utrecht, na mens de Studentenclubs; Dr W J Kolkert en Prof. Dr J. Severijn, namens het C. C. FEUILLETON WAT EEN KIND VERMAG Naar het Engelsch van FLORENCE MONTGOMERY (11 HOOFDSTUK VIII. Plichten der vriendschap. Zoo leest een ieder op zijn pad, Uit bloem of knop of blad Een meening, die zich voegt liet meest Naar eigen hart en geest. „En nu", zei Gillie, „zullen wij naar de honden gaan kijken." Het viel oom John lang niet gemakkelijk om weder naar beneden te komen en één of tweemaal verloor hij schier den moed en raakte hij bijna van de been. Toch werd de terugtocht goed en wel bewerkstelligd en gingen li ij en zijn kleine metgezel naar de nondehokkon, waar hij gisteren zulk een onvriendelijk onthaal had gevonden. De ontvangst was vandaag heel anders. Bij liet zien van het kind, op het geluid Van zijn stemmetje, dat hen bij den naaim riep, waren de honden buiten zich zelf van Vreugde^ en vol genegenheid. Zij liefkoosden hem, likten zijn handen en zijn gezicht, en wierpen hem in hun verrukking en opge wondenheid bijna op den grond. De heer Ramsav stond op het pad er naar te kijken. Het duurde een poosje vóórdat Gillie zich los kon rukken. Toen hij weer bij zijn oom kwam, stelde hij dezen voor naar den moes tuin te gaan. Weder voelde Ramsay zich teleurgesteld. Die akelige tuin, met dien eenzamen man er in, was hem een soort nachtmerrie ge worden. Levendig herinnerde hij zich het vervelende, neerslachtige gevoel, dat de tuin gisteren bij hem had opgewekt. Gillie scheen de lichte aarzeling bemerkt te heb ben, want hij zeide: „Of zou u liever naar Hobbs gaan in de kassen?" „Wie is Hobbs?" vraagde John Ramsay. „Hobbs! I-Iij is de tuinmansbaas. Op dit uur is hij altijd in de kassen. Wij zouden er hem dus zeker vinden en misschien zou hij u een perzik geven." Van die twee kwade dingen was de moes tuin het minst kwade en de heer Ramsay besliste haastig ten zijnen gunste. Toen zij den tuin bereikten, zag deze er in zijn oogen juist zoo uit als den vorigen dag: dezelfde rijen groene lijnen in nette, vervelende rijen; dezelfde gebogen figuur van denzeli- aen ouden man, die in dezelfde houding dezelfde paden wiedde. Bij zich zelf tartte hij zelfs het kind om hier iets belangwek kends te vinden. Gillie keek niet een vroolijken glimlach rond zich. „Wat ziet alles er groen en frisch uit, vindt u niet?" zeide hij. „En de aard beien staan al zoo mooi. En c'" riep hi eensklaps vroolijk en verrukt uit, „daar is die lieve, oude Thompson!" De heer Ram sav bleef alleen staan, want zijn kleine- metgezel snelde heen. Hij stond stil, terwijl hij met de oogen Gillie's daden nieuwsgierig volgde. Ilij zag het kind voorwaarts snellen en de bukkende figuur zich langzaam op heffen bij het hooren van de haastige voet stappen. Hij kon zelfs op dien afstand zien, hoe de vervelende uitdrukking van dat domme gelaat, die hem gisteren zoo getroffen had, veranderde en verhelderde, toen het kind naderbij kwam. Er volgde een ernstig ge sprek. Na eenige oogenblikken keek de man op naar de lucht en om zich heen, terwijl de blik van het kind, getrouw dien van den tuinman volgde. Ten laatste ontmoetten hun oogen elkander; er volgde nog een praatje, en toen liep Gillie weer hard naar zijn oom terug en hervatte de oude man zijn werk, alsof er niets gebeurd was. „Waarover hebt ge toch met dien ouden man gesproken?" vraagde de heer Ramsay toen Gillie buiten adem naast hem stond. „Over allerlei" antwoordde het jongetje. „Ik heb hem naar zijn rheumatiek gevraagd en naar het onkruid. En toen heb ik hem naar het weer gevraagd. Hij is zoo knap. Hij weet altijd of het zal gaan regenen of niet en hij heelt het haast nooit mis. Wij noemen hem den ouden weerprofeet, maar hij heet eigenlijk „Thompson." „En wat zegt hij van het weer", vraagde de heer Ramsay. „Hij zegt", antwoordde Gillie, „dat hij gelooft, dat het buiig zal zijn, maar dat het niet zal gaan regenen. Wij zullen er nu eens op letten, of het uitkomt Maar oom John, waarom kwam u ook niet eens met hem praten? Hij is zoo 'n lieve oude man, en ik weet zeker, dat hij u heel graag zou ken nen. Vindt u het niet akelig, dat hij zooveel last van rheumatiek heeft, dat hij niet rechtop kan loopen? Soms kan hij in het geheel niet werken, die arme, oude man! Hij gaat het altijd probeeren, weet u, maai de helft van den tijd doet zijn rug hem zoo zeer, dat hij het er aan moet geven en moet rusten." ,Ha!" mompelde de heer Ramsay, „dat dacht ik well" „Hobbs zoekt karweitjes voor hem, op, weet u'1, ging Gillie zacht sprekend en op vertrouwelijken toon voort, „dat dient dan voor verontschuldiging, dat hij nog loon krijgt, zegt hij. Het is heel vriendelijk van Hobbs, vindt u niet?" „O, zeer!" zeide de heer Ramsay, haastig, ziende, dat Gillic een antwoord verwachtte „Natuurlijk weet de oude Thompson dat niet", ging Gillie voort „Het zou ook niet goed zijn, het hom te vertellen, vindt u wel? Het zou hem hinderen, zegt Hfobbs." „Waarom gaat hij niet in het armhuis?" vraagde de heer Ramsay kortaf, daar zijn gevoelens hem voor een oogenblik over-; meesterden. Gelukkig voor zijn goeden naam begreep Gillie hem verkeerd en dacht, dat bij oog had op een oude-mannenhuis, dat in het dorp was. „Hij is niet oud genoeg", antwoordde Gillio „lang niet oud genoeg; men moet, geloof ik over de tachtig of bij de honderd zijn om daar in te komen. Thompson is zoo heel oud niet, weet u, oom John. Hij ziet er zoo uit, omdat hij rheumatiek en geen tanden heeft". „Heeft hij geen tanden?" zeide de heer Ramsay. .iGeen een", zeide Gillie. „Niets dan tand- vleesch". „Hoe komt dat?" „Ik heb er hem eens naar gevraagd", antwoordde het kind, „en hij zeide, dat hij dacht, dat het kwam, omdat hij ze niet had laten trekken, toen hij nog jong was. Wil u nu naar het bosch gaan en mijn tuintje zien?" De heer Ramsay stemde dit met blijd schap toe. Die tooveraanleg zweefde hem nog voor oogen en hij verlangde hem weer te zien. Zoo slenterden zij voort, totdat zij in h bosch kwamen, en zijn koele schuilhoeken binnentredenu, bereikten zij het tuintje. Het was niet half af, zeide Gillie, niet half. Hij wilde een rots en een grot maken. Zou oom John hem willen helpen steenen ver zamelen? Ja, oom John wilde alles doen wat er van hem verlangd werd. En een half uur lang liep gezegde oom John rond, voor overgebogen en alle kleine steenen oprapend die hij kon vinden, ze aan de critiek van den kleinen architect onderwerpend. Toen èn heer èn knecht doodmoe waren, dwaalden beiden voort in het bosch. totdat zij de bank bereikten, waar John Ramsay don vorigen dag op gezeten had. Daar zaten zij naar de specht te luisteren, die even vroolijk als altijd lachte, maar die den spot- tenden toon in zijn stem, welke John Ram say gisteren zoo onaangenaam had aange daan reeds verloren had. Want, met dit vroolijke kind naast zich, met het gevoel van Opkomende vriendschap in zijn hart, kon hij den vogel tarten, te zeggen, dat hij cr niet in was geslaagd de gevoelens der jeugd op te wekk»n of niet in harmonie was mei den heerlijken Juni-dag. „Vertel mij eens een vertelseltje", zeide Gil lie kort daarop. „Ik!" diep John Ramsay uit. „Ik kan geen vertelseltjes vertellen kind. Ik ben bang", met een zucht, „dat mijn verhalen heel saai zouden zijn." „O, probeer het eens", zeide Gillie begeerig „Och toe!" De heer Ramsay voelde zijn hart in zijn schoenen zinken. Zijn geheugen bracht hem niets te binnen. Verbeeldingskracht bezat hij in het geheel niet „Laat me liever iets anders zien", zeide hij. Derhalve leidde zijn gids hem naar de too\orkringen in de weide en daarna gingen zij een ouden put opzoeken in een ander bosch nog verder op. Zij hingen er te zamen eenige oogenblik ken over heen en toen ging Gillie eon kom halen, die dichtbij onder eenige struiken ranc|,rgen e" VUld6 höar t0' aan dPn Oom John zag zijn noodlot naderen een groeten dronk koud water, dien hij moest mzwelgen. „Het heerlijkste en meest beroemde water van het heele land", verzekerde -ie kleine gids, de ernstige oogen op hem gericht, toen hij dronk. Daarna wandelden zij door de welriekende lindcnlaan naar den ouden bloemtuin. Het was een schilderachtig terrein met zijn hooge taxishagen, die in de zonderling ste vormen waren gesneden, zijn groots terrassen en zijn bedden met ouderwetsche bloemen. Te midden der bloembedden stond een oude zonnewijzer. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9