VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1933 DFRDE BLAD PAG Q Het concordaat van kracht EEN NIEUWE EPOCHE IS AANGEBROKEN Een overeenkomst van historische beteekenis (Van onzen Duitschen correspondent) Het 20 Juli 1933 onderteekende concordaat tusschen den Heiligen Stoel en het Duitsche Rijk is laatstleden Zondag geratificeerd en hiermede van kracht geworden. Op het laat ste nippertje liepen vanuit het buitenland berichten binnen, welke vooral in katholieke kringen ongerustheid teweegbrachten, maar een officieuse verklaring van de rijksregee- ring liet doorschemeren, dat men hier slechts te doen had met beweringen van minder vriendschappelijke zijde, dus met een tendentieuse actie, welke het vertrouwen op het tegenwoordige bewind wilde schokken. Thans weten wij, dat 't geenszins in de be doeling van het Vaticaan heeft gelegen, de tweede onderteekening zoolang mogelijk te verschuiven. Het is begrijpelijk, dat zulk een veelomvattend werk vele mondelinge besprekingen en schriftelijke aanvragen noodig maakte. Aan het oorspronkelijk ont werp waarhij von Papen als vice- kanse lier een belangrijke rol speelde zelfs aan de formuleering der verschillende overeen komsten is niets gewijzigd. Vragen van internen aard vertraagden enkele weken de ratificatie, maar het feit zelf noch het verloop dezer besprekingen tusschen Rome en Berlijn hebben aan de oorspronkelijke overeenkomst iets veranderd Stellig zullen er allerlei vragen en moeilijk heden zijn, welke pas na de definitieve on derteekening in behandeling komen, maar deze besprekingen berusten dan op de vaste basis van een van kracht geworden concor- In'een half ambtelijke verklaring wordt onder meer herinnerd aan de moëilijkheden welke tot dusver de katholieke organisaties en speciaal ook de katholieke pers opleveren Het einddoel dezer besprekingen kan slechts vriendschappelijke en vrucht dragende samenwerking zdjn tusschen beide machten: kerk en staat. Een nieuwe epoche in de verhouding tus schen het Vaticaan en het Duitsche Rijk is aangebroken. In den geest van saamhoorig- heid en volksgemeenschap is een grootsch werk tot stand gebracht. Daarom kan en zal het er ook toe bijdragen, de confessioneelen vrede en de vereffening der confessioneele tegenstellingen te dienen. Door de ratificatie van het concordaat is de verhouding tus schen de Katholieke Kerk en den Staat voor het gansche Duitsche Rijk op een voor beide partijen bevredigende wijze geregeld. Thans, nu na een duizendjarigen stnjd dit historische vredesverdrag tusschen het gansche Duitsche rijk en het Vaticaan van kracht geworden is, loont het de moeite, zijn practische uitwerking op het kerkelijk leven na te gaan. Van Duitsche zijde hebben met den vice- kanselier von Papen aartsbisschop Gröber uit Freiburg en de vroegere leider van het katholieke centrum, Prelaat Kaas, die zich reeds geruimen tijd geleden te Rome vestig de, samengewerkt, om in opvallend korten tijd het moeilijke verdragswerk tot stand te brengen. Van Roomsche zijde moeten wij den vroegeren Berlijnschen nuntius, kardi naal-staatssecretaris Pacelli noemen, door wien reeds eerder met Beieren en Pruisen een concordaat werd gesloten. Deze vroegere verdragen zijn thans mee opgenomen in het gansch Duitschland omvattende concordaat, zoodat ook hier het beginsel dier gelijkscha keling is doorgezet. Principieel garandeert artikel 1 van het concordaat vrijheid van godsdienst en belij denis, dus hiermede vrije uitoefening van de katholieke religie. De regeling der interne aangelegenh&den wordt geheel aan de ka tholieke kerk overgelaten, hetgeen in over eenstemming is met artikel 137 van de rijks grondwet van Weimar. De tegenwoordige kerkelijke organisatie blijft voortbestaan en nieuwe organisaties komen in overleg met ie regeering van rijk of staat tot stand. De kerkelijke posities wordfen zonder over leg met de. regeering bekleed, maar bij de benoeming van aartsbisschoppen, bisschop pen en de beide hoogste geestelijken in een bisdom heeft de rijksstadhouder het recht, uit algemeen politieke overwegingen be zwaren in te dienen, welke een bepaalde be noeming kunnen vertragen of wijzigen. De katholieke geestelijken moeten Duitsche staatsburgers zijn en voordat zij hun ambt aanvaarden, moeten zij in de hand.van den rijksstadhouder een eed van trouw afleggen aan de grondwettelijke regeering. Op voorbeeldige wijze is in korten vorm het vele samengevat, wat -an beide partijen voor plicht wordt gehouden. De geestelijk heid geniet de bescherming van den staat, maar en dat is een der kernpunten van het concordaat zij mag niet deelnemen aan politieke partijen, waarbij natuurlijk aan het vroegere centrum wordt gedacht en aan de Beiersche Volkspartij. Deze concessie zal Paus Pius XI niet al te moeilijk gevallen zijn, want het is bekend, dat hij geen al te groot vriend is van een politiseerende geeste lijkheid en bovendien wordt in het verdrag met de Evangelische Kerk precies hetzelfde van de predikanten verlangd. In aansluiting bij 146 van de rijksgrond wet wordt voorts bepaald, dat het katholieke godsdienstonderwij s in alle scholen gehandhaafd wordt en in verband hiermee mag eraan herinnerd wor den, dat een jaar geleden de toenmalige rijks kanselier von Papen dezen eisch voor de be- roepsscholen stelde. In het godsdienstonder wijs moet de liefde voor het vaderland, het plichtsbesef van den lateren staatsburger worden bevorderd. De invloed van de kerk op de school wordt vastgelegd in drie bepa lingen: de hoogste kerkelijke overheid moet in overleg met het schoolbestuur de moge lijkheid van controle bij het godsdienston derwijs aan de regeering bieden, verder bij de benoeming van godsdienstonderwijzers een overeenkomst tusschen den bisschop en de landsregecring mogelijk maken, terwijl in de katholieke volksscholen slechts onder wijzers worden toegelaten, die lid zijn van de kerk en aan de e:schen der kerk voldoen. Interessant is de bepaling, volgens welke in Duitschland wonende katholieken eener niet-Duitsehe volksche minderheid met de zelfde voorrechten behandeld moeten worden als hun Duitsche geloofsgennoten. Wie van nabij de behandeling der Duitsche katholie ken in Polen heeft kunnen volgen, die moet erkennen, dat dan eigenlijk de katholieke Po len in Duitschland heel anders behandeld worden. Het veel besproken vereenigingsvraagstnk wordt in het concordaat als volgt behandeld: De katholieke organisaties en vereenigingen welke uitsluitend een religieus, cultureel charitatief doel beoogen, en als zoodanig onder kerkelijk toezicht staan, worden in hun werkzaamheid beschermd. Ook de orga nisaties, welke het sociale leven en het be- roejisvraagstuk behandelen, zullen be schermd worden, voorzoo^er zij buiten het politieke partijleven blijven. Elk verdrag is min of meer een compromis en derhalve heeft de kerk ook bij dit concor daat allicht niet alles bereikt, wat zij oor spronkelijk wenschte. Het uitgangspunt van beide partijen luidde: geeft den staat, wat hem toekomt en geeft aan de kerk, wat haar recht is. Aan dezen eisch zijn beide partijen naar haar beste kunnen zooveel en zoover mogelijk tegemoetgekomen. Naar aanleiding van het thans bereikte resultaat wil de Katholieke Kerk in het openbaar haar erkentelijkheid aan den Staat te kennen geven: Zondag 17 September wordt in de Hedwigs-Kathedraal een dank- godsdienstoefening gehouden, waarbij de pausolijke nuntius na afloop van de hoogmis het Te Deum zal aanheffen. Op den Kaiser- Franz-.Toseph-Platz wordt de predicatie door middel van luidsprekers aan de luisterende menigte doorgegeven en bovendien wordt de mis met volksgezang gecelebreerd. De katho lie-ke vereenigingen zullen met haar vaan dels verschijnen en van den kansel wordt in alle katholieke kerken over heel het Duit sche rijk gewezen op de historische beteeke nis van de overeenkomst tusschen het Vati caan en de Rijksregeering. BINNENLAND. LAAT DE WEG VRIJ! VERWEER TEGEN EEN VERGUNNINGS- WET VOOR VRACHTAUTO'S. Een zeer suggestieve brochure men heeft zich hiervan op de advertentie-pagina kunnen overtuigen is in het licht gege ven door het Comité van Actie tot bestrij ding van het wetsontwerp tot wijziging van de wet op de Openbare Vervoermiddelen, waarbij de volgende organisaties zijn aan gesloten: Bond van Automobielhandelaren en Garagehouders (B.O.V.A.G.); Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland (B.B.N.); Bond van Expediteurs en Transport-Onder nemers (B.E.T.O.)Bond van Ned. Expedi teurs- en Transportondernemersvereenigin- gen; Bond van Ned. Haringexporteurs; Kon. Ned. Automobiel Club (K.N.A.C.); Kon. Ned. Middenstandsbond; Nationale Bond van Meubeltransportondememers; Ne<l Bak steen-industrie; Ned. R.K. Bond van Trans portondernemers en Expediteurs; Ned. R.K. Middenstandsbond; Ned. Ver. „De Rijwiel en Automobiel Industrie" (R.A.I.); Ned. Ver. v- Aardewerkfabrikanten; Reedersver- eeniging Scheveningen; Reedersvereeniging Vlaardingen-Maassluis; Reedersvereeniging voor de Ned. Haringvisscherij; Vereeniging „Handelsbelang", Scheveningen; Vereeni ging van Tabaksfabrikanten in Nederland. Wat het Comité nastreeft, blijkt uit het volgende: Het kabinet-Ruys heeft, op de dag van zijn ontslagaanvrage, een wetsontwerp tot wijziging van de Wet op de Openbare Ver voermiddelen ingediend, waarvan de bedoe ling duidelijk wordt door dit citaat uit de Memorie van Toelichting: „Ook voor het goederenvervoer te beproe ven een betere ordening in het leven te „roepen, teneinde daardoor tc voorkomen, „dat vergunde of daarmede gelijk fe stellen „vervoersdiensten een te weinig gebreidelde „concurrentie dnor „wilde" diensten kan „worden aangedaan". Dit beteekent, zoo betoogt het comité, een gemonopoliseerd vergunningsrecht voor de Ned. Spoor- en Tramwegen en het konjt neer op een tarievendictatuur voor ons volk. Vanzelfsprekend, zoo heet het, „werd de bedrijfsauto, al naarmate zij zich in meer volmaakten zin ontwikkelde, door de oudere transportmiddelen als een bij den dag meer te duchten concurrent beschouwd, wiens groei door deze niet alleen met groote be langstelling werd gevolgd, maar ook met afgunst werd gadegeslagen." Zoo ontstond een conflict tusschen Spoor wegen en bedrijfsauto en het opmerkelijke is wel, „dat de eerste vanzelfsprekend het groote nut van de auto erkennen en dan ook belangrijke autovervoersdiensten, zoo- \vel voor het personen- als voor het goede renvervoer. exploiteren. Zij wenschen ech ter onder geen voorwaarde ook maar het geringste van de vervoersgelegenheid, die Nederland biedt en waarop zij aanspraak meenen te mogen maken, af te staan." Een zeer gering deel, want „zoowel voor wat betreft het openbaar personen- als het openbaar goederenvervoer, vormt het aan deel van de bedrijfsauto zonder eenige twij fel een zeer gering percentage." En onjuist is daarom de stelling, „dat de auto het transport afroomt en wel op een wijze, welke de Spoorwegen slechts de dun ne melk laat', exploitatietekorten waren er vroeger zonder vrachtauto's ook. De last op de vrachtauto's zal ondraaglijk worden, omdat nuttige belasting verboden wordt, behalve voor: a. de motorrijtuigen, waarmede door ver huring in hun geheel voor den geheelen af 'e leggen weg vervoer verricht wordt; b. de motorrijtuigen voor het vervoer van personen en goederen binnen een gemeente. Met de eene hand beschermt de regeering de Spoorwegen; met de andere ruïneert zij de vrachtauto-ondernemers. Hun bestaan hangt aan een zijden draad; ja, het staat volgens het comité, onomstootelijk vast, dat de vervoerders van levensmiddelen naar de stad, van groenten, fruit, melk, visch, pluim vee, tuinbouwproducten, levend vee, kunst mest, graan, enz. niet aan den ondergang van hun bedrijven zullen kunnen ontkomen. Misstanden en misbruiken bij de auto diensten moeten natuurlijk weggenomen worden tyi daarvoor zijn middelen en we gen te vinden; maar aldus besluit de brochure „de Regeering late aan de zoo zegenrijke groei van de auto zijn vrije loop, zulks in het belang van de Nederlandsehe welvaart, en hoede zich er voor de gezonde concurrentie tusschen twee verkeersmidde len te bemoeilijken. Niet de bescherming van de Spoorwegen moet het richtsnoer voor de wet zijn, maar die van het openhaar verkeersbelang, dus die van de consumenten." DE SPOORWEGEN EN DE CRISIS Opbrengst met 12V2 gedaald. In „Spoor- en Tramwegen" lezen wij: In vergelijking met 1932 bedroeg de ge schatte opbrengst in 1933 in honderddui zendtallen guldens: Reizigers en bagage Totaal 1932 1933 verschil '32 '33 verschil Jan./Mrt 163 138 25 329 287 42 Jan./April 216 189 27 444 385 59 Jan./Ju li 404 349 55 801 679 122 Hierbij moet in aanmerking worden ge nomen, dat in 1933 de tarieven verlaagd werden, en wel op 1 Jan. de alg. abonne menten voor reizigers (deze opbrengst be draagt 25 pet van de totale opbrengst van het reizigersverkeer), op 1 April de andere reizigerstarieven en op 1 Mei de goederen tarieven. In de eerste drie maanden van 1933 daalde de opbrengst van reizigers circa achthonderd duizend gulden per maand en in de eerste zeven maanden eveneens. Eerst genoemde daling is bijna uitsluitend het ge volg van de crisis. Hieruit volgt, dat de tariefsverlaging de opbrengst weinig of niet heeft doen dalen. De totale opbrengst daalde vóór 1 Mei 1933 ongeveer vijftienhonderdduizend gul den per maand en in de eerste zeven maan den 15 X 7 -F 17 122 X honderd duizend gulden. De opbrengst van het goederenver voer ging dus in Mei, Juni en Juli 1933 per maand veel sterker achteruit dan in de eer ste vier maanden van dit jaar. In de vier maanden April t/m Juli daal de de opbrengst van het reizigersverkeer van 241 op 211 honderdduizend gulden of 12Yz pCt; bij een tariefverlaging van 20 pCt is dus het verkeer 10 pCt gestegen. In een tijd van voortwoekerende economische cri sis en stijging van de concurrentie op den openbaren weg is deze verkeersstijging op merkelijk. De helft der Nederlanders (voor zoover zij niet te jong of te oud zijn) heeft een rij wiel, en het aantal auto's en autobussen is nog steeds stijgende. Dank zij de tariefver lagingen stijgt echter het reizigersverkeer per trein (in vergelijking met 1932) met 10 pCt zelfs voor korte afstanden. Als voorbeeld diene de lijn Hilversum— l'trccht. Het aantal treinen per werkdag bedraagt 21 paar; de rijtijd van de bus is tweemaal zoo groot als van den trein, maar daartegenover heeft de bus het dubbele voordeel van een halfuursdicnst (dus met tweemaal zooveel ritten) en het veel beter doordringen in de bebouwde kom. Volgens i proeftellingen in Juni daalde het aantal 1 treinreizigers per dag in 1926 tot 3100, steeg daarna in 1929 tot 3700, en daalde in 1932 tot 3000; in 1933 gaf de tarief verlaging een stijging tot 3400. Het buurtverkeer tusschen de twee eind punten bedroeg in het 11e kwartaal 1932 22.000 plaatskaarten, en in 1933 27.200 plaats kaarten (stijging 24 pet.). Daarentegen is verkeer te Maartensdijk en te Groene kan West onbeduidend. In de eerste zeven maanden daalde de op brengst van weekkaarten van 1.140.000 gul den in 1932 op 930.000 gulden in 1933 (20 pel). Daar dit tarief niet is verlaagd, is de daling uitsluitend een gevolg van de crisis In Juli 19:53 is deze daling voorloopig tot staan gekomen, en was de opbrengst niet lacer dan in Juli 1932. De opbrengst van de andere trajectkaar- ten daalde van 2.290.000 gulden op 2.010.000 gulden (13 pet). Deze daling was geringd dan van de weekkaarten, hoewel 't tariel ingaande 1 April 1933 eenigszins is verlaagd 5 pet in de lilde 'klasse), en hoewel waar schijnlijk eenige abonnés Ie en lie klasse naar een algemeen abonnement zijn over gegaan. De opbrengst van algemeene abonnemen ten daalde van 7.630.000 gulden op 7.140.000 gulden (6.5 pet), hij een tariefverlaging van 10 15 pet ingaande 1 Januari 1933. De totale opbrengst der almnnementen daalde in zeven maanden vaft 11 op 10 millioen gulden (9 pet). VERBAND A.R.P.C. HET JAARVERSLAG EN DE KOMENDE VERGADERING. In een uitvoerig verslag behandelt de Verbandssecretaris wat er in het vorige jaar is geheurd, daaraan allerlei beschou wingen vastkn-iopend, welke voor de clubs van belang zijn, alsmede ter voorbereiding van de algemeene vergadering op 20 Sept. a_s. te Utrecht, waar ieder lid van P.C of K.V, welkojn is. Het blijkt voorts, dat thans 142 actieve clubs bij het Verband zijn aangesloten; n.l. Groningen 7,-Friesland 6, Drente 5, Overijsel 11, Gelderland 18, Utrecht 6. Noord-Holland 28. Zuid-Holland 49, Zeeland 3, Noord-Bra bant 9. Ook zijn er 4 Kringverhanden gevormd: Ede-Wageningen, Gouda, Rotterdam en Leiden. Gemengd Nieuws. GASVERSTIKKING. Donderdagmiddag ontdekten buren aan de Lambertusstraat te Blerick (bij Venlo) bij de woning van den 37-jarigen II. de Groot een gaslucht. De marechaussee werd ge waarschuwd en verschafte zich toegang tot de woning. Men vond den heer De Groot dood op zijn stoel. Het geheele vertrek was vol gas, zoodat De G. gestikt moet zijn. De zaak is in onderzoek. INBRAAK. Men meldt ons uit Hooge Zwaluwe: In den afgeloopen nacht is getracht in te breken bij den kantoorhouder der poste rijen. Door middel van een ladder, die in de aangrenzende woning was weggenomen, heeft de dief een tuimelraam weten te be reiken. De bewoners werden evenwel door het lawaai gewekt, waarop de inbreker de vlucht nam. Hij had geen gelegenheid iets mee te nemen. VRACHTAUTO TEGEN TREIN GEREDEN Twee ernstig gewonden. Op den Rijksweg onder de gemeente Linne (L.) heeft een ernstig ongeluk plants gehad. Een-uit de richting Sittard komende vrachnuto bestuurd door den heer Heigors, uit Maasniël, is tegen een trein gereden welke geladen was iriet grind en uit de rich ting Linne kwam. Naast de chauffeur zat een zekere M. Rcynders uit Roermond. De vrachtauto raakte tusschpn de wagens den trein en werd enrstig beschadigd. Beide inzittenden zijn met ernstige verwondingen naar het ziekenhuis te Roermond vervoerd. CATAPULTVLIEGTUIG GEDAALD. Het catapultwatervliegtuig van de „Euro pa" van de Hamburg— Amerika-lijn, op weg met post naar Bremerhafen, is wegens de invallende duisternis gisteravond in de vlieghaven te Schellingwoude gedaald. Van morgen om zes uur is het weer "ertrokken. BRAND. Te Am ei de verbrandde van den heer C. v. Gent ongeveer 2000 hos teen. Daar deze teen aan den Lekdijk stond, was de rivier gedurende bijna twee uur tot op grooten af stand verlicht Oorzaak onbekend. Verzeke ring dekt de schade. HET DRAMA TE MUIDEN Naar aan de Tel. wordt bericht, heeft de burgemeester van Muiden. de heer J. L. do Raadt den wensch te kennen gegevpn. bij zijn thuiskomst uit het ziekenhuis op geen enkele wijze gehuldigd te worden. De bur gemeester is zeer dankbaar voor de blijken van medeleven, maar daar de dokters ge waarschuwd hebben te.gen iedere emotie en bovendien aller gedachten nog uitgaan naar de andere slachtoffers en de weduwe kinderen van één hunner, zou de burge meester het betreuren, indien men hem in het bijzonder zou huldigen. Hij verlangt niets liever dan geheel met rust te worden gelaten en langzamerhand weer zijn werk zaaenheden te hervatten. WAS DE PALING VERGIFTIGD? HEEFT HET MUIDER DRAMA EEN VERVOLG? Het bloedige drama, dat zich verleden .veek Dinsdag gedurende de Raadszitting'0 Muiden heeft afgespeeld, heeft, naar thans van enkele kanten wordt vermoed, nog eoil andere en indien de aanwijzingen en 't onderzoek de vermoedens tot werkelijkheid zouden maken niet minder tragischen De fotograaf Ibelings was op den bewus ten Dinsdag des middags naar Amsterdam geweest en had, toen hij terugkwam, paling zijn gezin meegebracht. Hij drong er nog al op aan, dat er van gegeten werd, doch door samenloop van omstandigheden had nog niemand iets daarvan genuttigd vóór de schietpartij plaats had. Later wilde mevr. Ibelings er een stukje van eten. maur de smaak was zoo eigenaardig, dat zij hPt uitspuwde. De paling mevr. Ibelings dacht, dat ze bedorven was werd aan den hond gegeven (die 1" -ngezond was) en die kort nadat hij gegeten had ziek werd en stierf. Een en ander was, gezien de omstandig heden en in aanmerking genomen de gé- beurtenissen, die zich binnen Muidens mu ren hadden afgespeeld, aanleiding tot zeer vèr strekkende vermoedens. Een deel der bevolking schreef bij het bekend worden van dit geval het vergiftigingsverschijnsel toe aan den fotograaf, terwijl van den an deren kant het praatje door de stad ging. dat de paling niets met de zaak te maken had en dat de hond uit wraakzucht door den een of ander was vergiftigd. Voor politie en justitie was het gebeurde echter aanleiding om in te grijpen. Een stuk paling, dat nog over was, werd op last van de justitie aan Dr. A. van Raalte, di recteur van den Keuringsdienst voor Wa ren te Amsterdam, opgezonden om te wor den onderzocht. Het lijk van den hond, dat nog niet begraven was, werd, eveneens op last van de justitie, opgpzonden naar h°t laboratorium van de Veeartsenijkundige Hoogeschool te Utrecht, waar de maagin houd op eventueele vergiften zal worden onderzocht. De uitslag van het scheikundig onderzoek van de paling is nog niet beëindigd. Mevr. Ibelings had voorts nog tegenover de politie verklaard, dat bij haar bezoek aan het Huis van Bewaring haar het ge drag van haar man was opgevallen. Hij scheen te hebben verwacht, dat zij ziek zou zijn. Nu is deze houding voor tweeërlei uit legging vatbaar; hij kan ook hebben be doeld, dat zijn daad haar dusdanig zou heb ben aangegrepen, dat liij haar ernstig ziek verwachtte. Wat de vergiftigingsverschijn selen betreft, zij er nog op gewezen, dat een fotograaf verschillende vergiften in voor raad heeft. Het behoeft echter geen betoog, dat er in deze kwestie van vermoedens nog niets vaststaat, doch dat het woord voorloopig aan de politie, schei- en deskundigen is. Radio Nieuws. mufoon 8.00 Orkest 8.30 Vnz 8.35 Concert 9 00 Hoorspel 9.45 eert 3.46 Orkest 4.30 Orkest 5.30 Orkest - 6 20 Z.-ing 7 00 Gramofoon 7.45 Grumufoon 8.03 Vaz Dias 8-15 Concert 9.30 Orkest 10:00 Concert 10.15 Orkest 10 45 Concert 11.00 Orgel en orkest (Frunsch) (509 3 M) 12.20 Oramofoon 1.20 Orkest 5.20 Orkest 6.35 Grnmofoon 8.20 Gramofoon Hventr) 1554-4 M.) 12 20 Orkest - 135 Orkest 2.35 Grarrofoon 3 05 Orkest - 5.40 Concert lofoon 3.50 Com 7.20 Concert 10.50 Mensch und Welt 12.50 Concert 1.50 Concert 2.50 Grumo- foon - 5.20 Piano 5.50 Orkest lu 50 .on a on Nat. (261.3 M.) 5.35 Concert 8.20 Orkèsl g. (398.9 MJ 4.35 Orkest 7.05 Zang •urns Cm - ..-i '1.24 M> 8".S Grnmo foon 12.20 Gramofoon 7.30 Gramofoon Varschuu (1411.8 Al.) 4.50 Giamotuon 5 36 Concert 6.55 Viool 8 20 Orkest VREESELIJK AUTO-ONGELUK TWEE DOODEN Gisterenmiddag heeft op den weg tus schen Giekerk en Zwartewegsend onder Leeuwarden een ernstig auto-ongeval plaats gehad. Vermoedelijk dooreen defect aan de stuurinrichting botste een vrachtauto, belan den met turf en bestuurd door We9sel lto- zondaal, tegen een boom. In den wagen waren tevens gezeten de oude vader en moe der van den chauffeur, alsmede een zoontje van R. en diens neefje. Door de botsing vloog de auto in brand; in een oogwenk stond de wagen in lichter laaie. Door den schok was de oude vader Rozendaal uit den wagen gevallen en had lichte verwondingen opgeloopen. De jongen Rozendaal en diens neefje waren bijtijds van den wagen ge sprongen. De bestuurder :.elf en zijn moeder waren er veel slechter aan toe Zij zaten in de cabine bekneld en eerst na eenigen tijd konden direct toegploopen landarbeiders de oude vrouw en haar zoon bevrijden. Vrouw Rozendaal was inmiddels door de vlammen geheel verbrand, terwijl R. met zeer zware brandwonden werd opgenomen en naar het ziekenhuis te Leeuwarden over gebracht, waar hij in den afgeloopen nacht is overleden. De familie Rozendaal was afkomstig uit Oosternijkerk. De vrachtauto is geheel ver nield. ZAKKENROLLER. Op de gister in het Koloniaal Museum te Amsterdam geopende Dahlia-tentoonstelling heeft een zakkenroller van een der bezoekers een portefeuille met f 160 weten te rollen. DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR Door G. TH. ROTMAN 47. „Eer hij aan den kant is, ben ik al lang uit de buurt!" dacht de boer en hij ver volgde zijn weg. Maar nauwelijks was hij den weg naar Bollendorp ingeslagen, toon daar juist Jodocus, die onderwijl uit het water .gekropen was, druipnat aan kwam strompelen. De boer, niet anders meenende, of het was Pieter, en aan de bedreiging van daarstraks denkend, sloeg doodsbleek van schrik op de vlucht. 48. Pieter zelf was intusschen steeds ver der afgedreven en van de sloot in een lireede vaart terecht gekomen. Juist begon hij den moed op te geven, toen er gelukkig! een motorbootje naderde, dat den kant van het dorp uitging. De bestuurder van het bootje kreeg medelijden met onzen armen Pieter. wierp hem een touw toe en nam hem op sleeptouw. (W^rdl Maandag vervolgd-) FEUILLETON WAT EEN KIND VERMAG Naar het Engelsch van FLORENCE MONTGOMERY Het bosch, dat hij zich op eer.gan afslaro gedacht had, was vlak bij. Daar lag het Afstand evenals hoogte was, dacht hij, iets betrekkelijks en een kind is zoo dicht bij den grond, dat alles hem anders toeschijnt. Hoe het zij, hij was blij onder het koMe geboomte te .komen, want het was zeer warm en hij begon zeer vermoeid te worden. Hij hoopte, dat hij een zitplaats zou vin den. Zonder twijfel was het bosch koel en aangenaam, maar dat was ook alles. Hij vond er noch de verdwenen gevoelens, noch de oude vreugde terug, die hij gehoopt had er te ontdekken. Maar eensklaps verlevendigde zich zijri hoop. Een geluid, dat hij in jaren niet ge hoord had, klonk hem in de ooren en bracht hem tot het verleden terug. Het was de lach van den specht Hoe duidelijk herin hij zich dat geluid in datzelfde bosch! Het kwam hem weer voor den geest hu hij ook lachende, de spechten achterna zat! Hoe zij als om beurten lachten en hoe ge regeld hun lach zich hooren deed, als hij iets tot hen zeide. Hij herinnerde zich. dat hij dwaze raadseltjes en grappen m: i.».- te om de vogels te doen lachen en hoe ee( hrem altijd toejuchten. Hier vond hij hoop en hij besloot geen kans te laten voorbij gaan. Daarom stond hij stil om te luisteren en de specht lachte weer. Maar nu vermaakte het hem in 't minst niet. Dat gevoelde hij terstond. Het geleek eigenlijk zoo weinig op een lach! Het was als het lang duurde, zeker een heel vervelend geluid. Hoe langer hij luis terde, des te vervelender en eentoniger kwam het geluid hem voor. En met de overtuiging, dat het hem ver veelde, voelde hij nieuwe smart. Het was hopeloos! Om kindervreugde te smaken, moet men kind zijn! Stijf, oud, afgeleefd, zonder verbeeldings kracht, kon hij de ideale kinderwereld even min binnentreden als zijn rheumatische leden hem wet de veerkracht der jeugd den vogel konden doen najagen, zooals vroeger. liet was hopeloos, hopeloos! Te laat, te laat! Hij was vermoeid en verlangde een ril plaats te vinden; zijn geest had nok al ge noeg van het zomergedicht en de geluiden rondom hem. En met een gevoel van nog grootare neerslachtigheid dan hij tot nu toe gehad had, ging hij langzaam hetzelfde pad, waar langs hij in het bosch gekomen wns, ter.ig, to'dat hij bij den tronk van een ouden boom kwam, waarvan op ruwe wijze een zitbank gemaakt was. En toen hij er vermoeid op neerzonk, klonk de lach van den spotlit hem weer van uit de verte in het oor. Hij lachte vroolijk, lachte nog eens en nog een3. Het was wonderlijk, hoe die lach hem ditmaal aandeed. Hij kromp inéén en wenschte, dat hij buiten het bereik van drt geluid was. Want het scheen hem toe, art de specht hem uitlachte, en niet, zooals ti vroeger dagen, met hem lachte; en we'k een verschil is daar niet in! Het was hem, alsof de vogel spottend wieed lachte, alsof hij hem besjli mpte a het mislukken van zijn pogen om de poëzie zijner jeugd weer op te wekken en weer te kunnen deelen in de vreugde van eer* Juni-dag. HOOFDSTUK V- De feest van het verleden. Hij bleef een'gen tijd onbeweeglijk zitten met gesloten oogen, zijn han'en op zijn stok saamgevouwen en zijn gelaat daarop rustende, terwijl treurige gedachten hem door het h ïofu gingen. Alles was zeer stil om hem heen toen de lucht eensklaps vervuld wer-J met een nieuw geluid: een van de lie/hjkste van ai.e geluiden een kinderlach! Helder, coordringend, vroolijk. John Ramsay schrikte op, vroeg zich af, wat het zijn kon en toen de gedachte bij hem klaard werd, wat het wezen moe/, bleef hij stiller dan ooit zitten en wachtte, om te zien wat volgen zou. Hij behoefde niet lang te wac.iten. Het geluid werd gevolgd door liclu?, haastige voetstappen; de lage takken van' een boom werden gescheiden; en laar stond eensklaps in het zonlicht het vrolijkste eu schoonste wezen, dat de Juni-dag tot nu toe gezien had. De vlugge, bevallige figuur van een jongpn verscheen voor een oogenblik on bet pad slechts voor een oogenblik en vloog toen voorbij om in de schuilhoeken van het bosch, waaruit ze scheen opgeroepen to zijn, te verdwijnen- Zijn vlugge voeten raakten den grond nauwelijks aan in zijn haast en voortvarend heid. Hij zat de specht achterna, wiens lach, die schijnbaar den zijnen teruggaf, d; n hier dan daar weerklonk, nu eens dicht b'j, dan weder op een afstand, als om hem op een dwaalspoor te brengen. Terwijl het kind voortsnelde, keerde het even zijn hoofd om en keek naar hoven of het don specht ook zag en John Ramsay's oude oogen sloegen een vluchtigen blik op een gezicht, dat de vreugde van het zonlicht had opgevangen en waarin de schoonheid van den dag was belichaamd. Het verblindde hem, maar vóór hij er znh rekenschap van kon geven was het ver dwenen, en het bosch scheen donker en leug Met een vaag vermoeden, dat bij dichter bij den geest was, dien hij zocht dan hij tot nu toe geweest was, stond hij langzaam op en trachtte het pad te vinden, waarlangs ie' kind gekomen was. Het was geen gemakke lijke taak. Voor zulke schepseltjes zijn twijgen en takken geen bele'sel, maar John Ramsnv's stijve rug was niet bestand tegen ue inspan ning van veel huigen en bukken. Toch drong hij er doorheen zoo goed hij kon en hij werd er voor beloond- Want eensklaps én door middel van een langeren weg dan het kind genomen ha l, bevond hij zich voor een kleinen aanleg, die aem deed verstommen. Op den grond vóór hem lagen een stok ec een gebroken wa'erkan, maar welk een tooverachtig tooneel was er geschapen ge worden met deze hoogst eenvoudige we-k- tuigen, gesteund door een levendige Ver- beelding! Een tuintje, grasperkjes, kleine grintpaden hekjes en haagjes! In een der miniatuur paden vervulde een kleine pop van zes duim hoog de rol van een deftige dame, aie plecht statig heen en weer scheen te loopen. - Dicht hierbij, op een perk, dat uit stukjes mos bestond, die met zorg waren gelijk gr- maakt en begoten, vormde een tentje, dat blijkbaar uit een oude doos solriia-jes ge nomen was, met een poppensofa on stoel een aardig zitje. Niet ver van hier was een platte tinnen doos in den grond gezet en met water ge vuld, en stelde aldus een meer voor, waarop een klein bootje dobberde, dat ooor em langen draad gekleurd sajet aan een tak op den oever gemeerd lag. Nog een ander gedeelte gelijk gemaakt gras vormde het terrein voor lawn-tonn's; het net, dat uit draadjes katoen was ver vaardigd, was tusschen twee stosjes opgb steld. Blijkbaar was men in de kleine weiden achter den toovertuin aan het hooipn, wan» kleine hoopjes gesneden gas waren met bestudeerde achteloosheid over het aai grenzende land uitgespreid. Nog meer belangwekkende zaken waren kennelijk onder handen, toen de kleine tuinier door den lr-h yan den specht werd weggelokt, want er waren kenteekenen van een plotseling gestaakten arbeid en van on voltooide wonderen. Langen tijd stond John Ramsay dédr, als met droomerigen naijver, starend op den rijkdom van verbeeldingskracht, die zich voor zijn voeten uitspreidde- Zulk een ver mogen zou waarlijk elk nietig stuKje gmnds op aarde in een paradijs v eranderen. On Ier zijn betoovering zou de woestijn liederen doen weerklinken en zou de wildernis in een rozengaard veranderen. Een preek, die hij eens gehoord had naar aanleiding van den tekst: „Vooiwaar, ik maak alle dingen nieuw", kwam hem voor den geest. Niet anders, aldus vei klaarde de predikant, en daarom vreemd en onbekend, maar nieuw door het herkrijgen van de wonderlijke frisehheid der jeugd. Geen nieuwe tooneelen in den zin van onbekende, maar een nieuwe gave om ze te genieten; geen nieuwe genietingen, maar nieuwe ge schiktheid om ze te smaken. Een wereld en een lovpn vernieuwd door het maagdelijke, de veerkracht en de frisc! beid der jeugd; belangen, die ons zouden Mijven boeien en een frisehheid, die onvergankelijk- zou zi|n En op 't zelfde oogenblik, zich aansluitend aan die herinnering, vielen hem de woorden van de huishoudster weer in: „Alles is hem een genoegen en brengt hem in verrukking" „Indien gij niet wordt gelijk de kii.der- kens". stamelde hij. Ja, dal was het! Maar, hoe was dat te bereikenJ Hoe te herwinnen, wat voor altijd verlon-n Hoe de frisehheid van zulk een ver verg leden weer op te wekken? (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7