DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1933
DERDE BLAD PAG. 9
BINNENLAND.
OFFICIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDINGEN
Bü Kon. besluit is benoemd tot officier ii
Orrio van Oranje Nassau H. J. Schim van
nuJmd'Sk
BURGEMEESTERS
1933 benoemd tot burgenfeester der g
Riliand-Bath P ,T Dominicus;
benoemd tot offici
de Kon. Marineies
is de hoofdoffici.
zondheid le kl., met vcrleenlng van eervol ont-
b zh'n^bevorderd^toV hoofdo'fficiêr van gezond-
P S Wall
eke-
ildartllli
ipen der artllleri.
Juli 1933, tot reserve-ki
irdig regimei
beiden van hel
Schli
de dooi
Lande bewezen dienster
i September 1933 als zoc
Ch J. M. Ruys de Beerenbrouck, minis-
plaatsvervanger in het kanton Rotterdai
RECHTERLIJKE MACHT
rechtbank te Roer-
Roermond, de voLgende alphabe-
tische lijst van aanbeveling opgemaakt: mr A
K Duünstee, kantonrechter te Sittard; mr P P
J M Geradts. substituut-griffier bij de arron-
dlssements-rechtbank te Roermond en mr A J
21 Coniricx. griffier bü liet kantongerecht te
Eindhoven.
EEN LIBERALE BESCHOUWING
OVER HET GOEDE RECHT DER
CHRISTELIJKE ORGANISATIE.
In „St Christophorus", het orgaan der
R.K. marinemannen werd overgenomen, hoe
de officier van Administratie, de heer
Scheepmaker oordeelde over Christelijke
„Het is geenszins mijn bedoeling om het
nut en de bestaansmogelijkheid van Mari
nebonden te ontkennen, doch speciale Katho
lieke, Christelijke, liberale en, wat eigenlijk
hetzelfde is, politieke bonden, dienen op onze
vloot geweerd te worden. Algemeene veree-
nigingen voor officieren, voor onderofficie
ren, voor korporaals en voor manschappen
afzonderlijk, met een van de menschen en
,van de Marine-leiding het vertrouwen ge
nietenden officier als adviseur, kunnen ze
ker goed werk verrichten, zoowel in het be
lang der betrokken leden, als in dat der ge-
heele Marine. Godsdienstige en politieke
bonden op een vloot zaaien strijd en haat
onder de menschen en richten ten slotte een
Marine ten gronde".
Het is teekenend, dat ook bij dezen ofif-
cier nog de gedachte heerscht, dat er levens
terreinen zijn, waarop voor den Christus
der Schriften geen plaats is.
EERSTE KAMER
Ontslag van Ir. J. Koster Het
Uniformverbod
Gistermiddag twee uur hield de Eerste
Kamer een koite vergadering.
Ingekomen was een schrijven van 't li be
rale lid der «Eerste Kamer, Ir J. Koster, mei
dende diens ontslagnemnig wegens gezond
heidsredenen als lid der Kamer.
De Voorzitter gaf uiting aan 't leed
wezen der Kamer over het besluit van den
heer Koster.
Het college verliest in zijn persoon
belangstellend en ijverig lid. Welhaast zou
hij zeven jaar zititng hebben gehad. Gedu
rende dien tijd heeft de heer Koster zeer
trouw aan de werkzaamheden deelgenomen
en is hij met overtuiging opgekomen vo
de beginselen, welke de zijne waren.
De reden van zijn heengaan stemt droev
wij bidden hem toe, aldus besloot de
Voorzitter, dat alsnog in zijn gezondheids
toestand beterschap moge intreden.
Op voorstel van den Voorzittei
sloot de Kamer voorts om terstond in de
afdeelingen te onderzoeken hrt wetsont
werp betreffende het zg. Uniformverbod
en dat ter zake van de beperking van het
aantal studenten.
De vergadering kon tc 2.10 worden ge
sloten.
NED. CHR. BOND VAN PERS. IN
PUBLIEKEN DIENST
DE VOORGESTELDE SALARISKORTINGEN
Gisteren waren onder leiding van
hoofdbestuur de vertegenwoordigers der
landelijke vakgroep van rijkspersoneel, aan
gesloten bij den Ned. Chr. Bond \an Perso
neel in Publieken Dienst, tc (Jtrecht bijeen
om te beraadslagen over de nieuwe door de
regeering voorgestelde kortingen en verslag
te vernemen over de besprekingen in de
Centrale Commissie voor ambtenarenzaken,
welke den dag tevoren hadden plaats ge-
onden.
De vergadering nam kennis van een
zicht, waarin het verschil was berekend
de netto looninkomsten van gehuwde
werklieden tusschen 1920 en 1931, gesteld
dat het voorstel van de regeering wordt
aard, na aftrek dus van SV2 pet. pen
sioenpremie en 61/2 en 5 pet. crisiskorting.
Daaruit bleek dat alsdan de rijkswerklie-
len voor wat de minima betreft een loons
verlaging van 27.8 tot 36.8 pet. en voor wat
de maxima aangaat een verlaging van 24.5
tot 30-6 pet. zouden ondergaan. De becijfe
ring liep bovendien alleen over de gehuw
den; voor de ongehuwden zouden de per
centages nog hooger worden.
Hoewel er mee rekening houdende dat 't
rijkspersoneel een kindertoeslag ontvangt,
was de vergadering toch van meening, dat
thans reeds de uiterste grens was bereikt
en dat verdergaande verlagingen moeilijk
konden worden aanvaard. Ook de zeer in
grijpende kortingen voor de ongehuwden
hadden niet de instemming der vergade
ring.
Van het verslag der besprekingen in de
Centrale Commissie voor Ambtenarenzaken
nam de vergadering met groote belangstel
ling kennis.
Daaruit bleek dat de toestand van's Rijks
financiën zorgwekkend is en dat op dien
grond slechts geringe tegemoetkoming aan
de wenschen der organisaties in uitzicht is
gesteld. Aan het bestuur werden de verde-
onderhandelingen overgelaten in het
.trouwen dat de uiterste grens, waarvan
boven sprake was, ernstig in het oog zou
worden gehouden.
DE BEVÏSSCHÏNG DER
ZUIDERZEE
„DE MOORDKUIL MOET VERDWIJNEN"
Een ander geluid.
Een Spakenburger visscher, die nog al
an de tongriem gesneden is en geen blad
.oor zijn mond neemt, zendt ons een lang
artikel over de „bevissching van het IJsel-
meer", waaraan wij het volgende ontlee-
nen:
De Urker visschers, die nu verbaliseerd
worden, zijn niet de dupe van de wet (ge
dupeerd zijn zij, die van hun prilste jeugd
de Zuiderzee bevischten); maar zij ontvan
gen loon naar werken. Beroepszuiderzee-
visschers zijn ze nooit geweest. Zij oefen
den hun bedrijf altijd of in hoofdzaak op
de Noordzee uit en zij hebben zich met ge
noegen als zoodanig laten behandelen,
toen zij voor uitbreiding van dit Noordzee-
bedrijf duizend guldens aan credieten
konden krijgen. De credieten werden ge
vraagd en verkregen om hun botters van
sterker motoren te voorzien.
Thans gaan zij echter met hun groote
stoombotters het IJselmeer bevisschen, dat
wil zeggen, met de beruchte kuil uitmoor
den; en voor de werkelijke beroepsvisschers
van de Zuiderzee schiet er ten slotte geen
droog brood over. De moordkuil, men weet
het, trekt groote en kleine visschen naar
boven en vernietigt broed en puf.
liet verzet tegen de ambtenaren die hun
plicht doen en niets anders, is natuurlijk
zeer af tc keuren. Moeten zij er misschien
hun positie aan wagen om overtreders te
vrijwaren voor straf?
Ik ben van meening, dat het schreeu
wend onrecht ia om werkelijke beroeps-
visschers te verplichten een vischakte te
halen en heb het daarom het vorig jaar
uit protest opzettelijk nagelaten. Maar
toen de ambtenaar aan boord kwam om
mij te verbaliseeren, ben ik niet bruut of
beleedigend opgetreden: de man deed zijn
plicht, al voel ik de bepaling als on
recht.
De Urkers echter, die nu bekeurd wor-
dpn. weten heel goed, dat hun geen on
recht wordt aangedaan; en elke actie, door
hen op touw gezet, zal niet baten; doch
verzet tegen ambtenaren in functie is in
elk geval laakbaar.
Ook elders zijn visschers, die geen akte
kunnen krijgen; maar zij vliegen de amb
tenaren niet naar de keel. Wetten worden
gemaakt om ze na te leven.
Ik kan dan nok niet anders, dan het
optreden der autoriteiten toejuichen; ik
zou wenschen, dat de Regeering de ge-
heele stoomvisseherij op het IJselmeer ver
bood; want als het uitmoorden met de
kuil geen einde neemt, worden straks alle
visschers de dupe.
Aldus de Spakenburger visscher, wiens
gepeperde taal we hier en daar wat ver
zacht hebben.
DE NIEUWE BURGEMEESTER
VAN RILLAND
De nieuwbenoemde burgemeester van Ril
land Bath, de heer P. J. Dominicus, werd
30 Juli 1S96 geboren. Hij woont te Wemel
dinge en is ambtenaar ter secretarie en se
dert korten tijd ontvanger der gemeente ler-
seke. De heer Dominicus is ongehuwd. Hij
is Ned. Hervormd en is de Chr. Historische
beginselen toegedaan.
HERIJK
VAN MATEN EN GEWICHTEN
Aan belanghebbenden wordt in herinne
ring gebracht, dat alle maten en gewich
ten op 1 October a.s. voorzien moeten zijn
van het goedkeuringsmerk g (kleine druk
letter). Maten en gewichten, die dit goed
keuringsmerk nog niet dragen, behooren
zoo spoedig mogelijk en in elk geval vóór
I October aan eeri ijkkantoor ter herijk te
worden aangeboden.
HAVENAANLEG TE MONSTER
VOLGENS BESLUIT VAN DE RAAD.
De gemeenteraad van Monster heeft be
sloten tot het aanleggen van een haven te
Poeldijk, waarvan de kosten, met inbegrip
van grondaankoop, op f 22.000 worden ge
raamd.
Dit werk zal vrijwel gelieel in werkver
schaffing worden uitgevoerd.
Voorts werd besloten om de financiecle
bijdrage te verleenen tot uitvoering van
plan ter verbetering van den Nieuwenweg,
waaraan ook door Rijk, Provincie en de
W. S. M medewerking zal moeten worden
verleend. Hierdoor zal een groote verbete
ring in de verbinding tusschen Den I
en het Westland tot stand komen.
GEDENKT TE LEVEN
Bekend is onder ons het doen van de
fakirs, die een roep van heiligheid zoeken
van eigen makelij door ten aanschouwe der
verbaasde schare over spijkers te loopen,
die met de punt naar boven staan of zich
op zoo'n spijkerbed neer te leggen, zonder
eenig teeken van pijn te toonen. Zij hebben
zich geoefend in de kunst uit een deel van
hun lichaam het gewone leven van bewe
ging, van gevoel en pijn terug te trekken.
Nog sterker zijn de kunststukken van fa
kirs, die zich eenige dagen, zelfs weken la
ten begraven en dan uit hun staat van dood
zijn weer opstaan. Maar waren zij wel dood?
Neen. Maar wat was dat dan? Dat be
rustte ook op oefening om ingeperkt, mi
nimaal te leven, om de levensfuncties: voe
ding, ademhaling, hartwerking, stofwisse
ling terug te dringen tot een lagen graad:
het leven was niet weg, het was beperkt, in
gesnoerd als het ware.
Ook dieren doen dat en nog in veel ster
ker mate. Ijsberen, en honderden andere
dieren hebben hun winterslaap, dien zij
met een goede lading proviand onder hun
huid beginnen, eenige maanden voortzetten
en dan geheel vermagerd de kelder is
dan leeg beëindigen. Weer anders werkt
deze geschiktheid bij dieren, die in leven
den lijve wonen in rivieren en poelen en
dan perioden krijgen, dat hun omgeving ge
heel zonder water is: visschen, kikkers,
padden, schildpadden, krokodillen. Zij gra
ven zich in in het slijk, maken daar een
hulsel, rollen zich daarin en wachten dan
in een staat van indroging, weken-, ja
maandenlang, geduldig op betere dagen:
den regentijd. Men heeft zelfs visschen uit,
Afrika en Amerika in steenharden klei-
klomp meegenomen naar Europa.
Nog verder gaat dit vermogen om zich in
de omstandigheden te schikken bij lagere
dieren, eencellige diertjes, wonnen, larven
van insekien. kreeften. Die maken tempe
ratuur- en voehtigheidsverschillen, door die
ongelooflijk zijn. In dakgoten, kleine poelen,
rotsspleten, in bussen voor konserven kan
men ze vinden. Het lijkt er alles dood, r
toch leeft het er in zijn staat van uitdro
ging; bijna het laatste vocht uit het lichaam
heeft het dier ten slotte gebruikt om van
binnen uit een slijmig lyilseltje te maken.
Zoo'n droog beestje is vaak niet minder dan
drie kwart van zijn oorspronkelijk gewicht
kwijt. Het verwonderlijkst is, dat die kleine
diertjes niet alleen inschrompelen, zooals
indrogende visschen of zooals zoogdieren in
hun winterslaap, hun heele structuur wordt
anders. Organen trekken zich geheel in,
weefsels lossen op, worden vloeibaar, zoo
dat het restant op 't oog niets anders lijkt
dan een klompje slijmerige substantie. En
dat droogt dan op en lijkt precies op een
klein stofje. Zoo ligt het maanden, jaren,
tot op een dag de wind het opneemt en
neerlegt in een hoekje, waar water is.
Dan begint onmiddellijk het wonder der
opleving; in enkele minuten zwelt het
stofje op, het groeit, de omtrekken van een
levend organisme worden zichtbaar, er komt
beweging in. Wij moeten ons over de taai
heid van deze wezentjes verbazen. Niet
alleen over den duur van hun verdrogings-
toestand, maar ook over de ongeloofelijke
temperatuurschommelingen, die ze kunnen
doorstaan.
Men heeft ze gebracht in temperaturen
van 80 gr. G, ook nog verwonderlijker
in een koude van meer dan 250 gr. onder
het vriespunt Enals ze dan weer in
hun oude doen kwamen, in gunstige ver
houdingen, werden ze ook weer de oude.
Telkens .staat de mensch voor nieuwe
wonderen Gods. En dat zijn nog maar de
geringste Zijner werken. Des Heeren wer
ken zijn groot; zij worden gezocht van allen,
die er lust in hebben. (Ps. 1112).
MR. DR. D. RUTGERS t
OUD-DIRECTEUR VAN JUSTITIE
IN INDIE.
In den ouderdom van 52 jaren is te Hil
versum overleden mr. dr. Derk Rutgers,
oud-directeur van justitie in Ned.-Indië.
NEDERL. CHR. FILMCENTRALE
Naar aanleiding van ue publicatie in de
pers betreffende de oprichting te Utrecht
van een Nederlandseh Christelijk Filmgp-
nootschap, verzoekt men ons mede te dee-
len, dat reeds verleden jaar door een aantal
van de grootste Christelijke organisaties in
ons land (o.a. de Nederlandsche Chr. Radio
Vereeniging, het Chr. Nationaal Vakver
bond, de Nat. Chr. Geheelonthouders-ver-
eeniging, Federatie van Vereenigingeu van
Chr. vrouwen ïn meisjes, de groote Chr.
onderwijzersvereenigingen, de Chr. veree
niging Aan leeraren bij het middelbaar en
gymnasiaal onderwijs, enz.) voorbereiden
de stappen zijn ondernomen om tot oprich
ting van een Ncd. Chr. ïilmcentrale te
komen, dat tengevolge van deze voorbe
reidende stappen een uitgebreid comité
werd ingesteld, dat dë oprichting van een
werkelijk flink en levenskrachtig instituut,
steunende op de groote Christelijke organi
saties ter hand genomen heeft, dat de plan
oen in zeer gevorderd stadium verkeeren
en de mogelijkheid zeer groot geacht moet
worden, dat naast de reeds bestaande
groote Roomsch-Katholieke en socialisti
sche filminstituten ook een representatieve
Ned. Chr. Filmcentrale tot stand komt en
ten slotte, dat van deze voorbereidingen
ook publiek een en andermaal in de pers
mededeelingen verschenen, zoodat belang
stellenden van wat in wording was, niet
onkundig behoefden te blijven.
Blijkbaar is thans een tweede Chr. orga
nisatie met gelijk doel en gelijk arbeids
terrein ontstaan, zoodat eenigermate ver
brokkeling intreedt.
DE ORANJE-TREIN
EEN TWEEDE RONDREIS IN 1934.
Op 12 Sept. heeft de Eerste Nederland
sche Tentoonstellingstrein, bijgenaamd
„Oranjetrein" zijn eerste rondreis beëindigd
en is bij het punt van uitgang, Utrecht,
teruggekeerd. Bijna 400.000 menschen heb
ben den rijdende tentoonstelling bezocht.
De tweede rondreis zal in het vroege
voorjaar van 1934 plaats hebben.
HET A.N.W.B.-MUSEUM
RHEDEN SCHENKT EEN GROOTER
TERREIN.
De gemeenteraad van Rheden, die bij het
gouden jubileum van den A.N.W.B. aan
deze Bond een terrein aanbood, ter vesti
ging van een A.N.W.B.-Museum, heeft be
sloten meer grond beschikbaar te stellen
voor dit doel, dat op de vorige schenking
niet voldoende te verwezenlijken zou zijn.
JONGERE MILITAIREN
De Bond van Chr. Marinepersoneel achtte
het onjuist aan minderjarigen imperatief
te verbieden lid te zijn van militaire belan-
genvereenigingen en gaf daarom den Minis
ter van Defensie in overweging om bedoeld
lidmaatschap mogelijk te maken voor min
derjarigen onder de navolgende yoorwaar-
den:
a. de minderjarige, die lid wenscht te
worden van een militaire belangen-vereeni-
ging, onderteekent een verklaring, inhou
dende dat hij het lidmaatschap wil beko
men van een met name te noemen organi-
b. de ouders (voogden) onderteekenen een
verklaring, inhoudende dat zij er prijs op
stellen, dat hun zoon (pupil, tot het lid
maatschap van bedoelde organisatie wordt
toegelaten;
c. de onder a en b bedoelde verklaringen
worden ingeleverd bij de bevoegde macht,
die ter zake een beslissing neemt
De Minister wees dit verzoek zonder mo
tiveering af, doch de Bond meent dat hier
over nog het laatste woord niet gesproken is
Radio Nieuws.
VRIJDAG 13 SEPTEMBER.
Tul zen (296 M.) N.C.R.V. 8-O1» Schriftlezing
8.15 Morgenconcert 10 30 Morgendienst
door Ds. B. van Halsema te Ermelo 11.00
Concert 12.15 Gramofoon 12.30 Cor.cert
1.15 Zang 2.30 Lezen van Chr. lectuur
3.00 Concert 4.80 Voor jeugdige amateur-
fotografen. 5.00 Gramofoon 6.30 Spr. dhr
A. J. Herwig te Bussum 7.15 Ned. Chr.
Persbur. 7.30 Literair halfuurtje S 00
Concert 9 00 Spr. Dr. J. F. Reitsma te Rot
terdam 9.30 Concert plm. 10.00 Vaz Dias
10:30 Gramofoon
T I 1 v e r e u m 11875 M.) V.A.R.A 8.01 Gramo
foon 10.15 Voordracht 10.30 Concert
11-00 Voor de keuken 11.30 Concert 4.15
Concert 4.50 Na Schooltüd 5.30 Orkest
7.00 Orkest 11.01 Orgel 11.30 Gramofoon
V-P.R O. 10.00 Morgenwijding 8.00 Week-
Jrussel Vlaamsch) (337 8 M.) 12 20 Gramo
foon 1.20 Orkest 5.20 Concert 6.20
Gramofoon 6.50 Gramofoon 8.20 Orkest
9.20 Concert 10.20 Gramofoon
(Fransen) (6u9 3 M l 2u Concert 1.20
Gramofoon 5.20 Orkest 6.35 Zang
7.05 Piano 8.20 Concert 9.20 Concert
10.45 Concert 11.00 Gra,
10.20 Gramofooi
aven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05
Orkest 2.05 Orkest 2.35 Gramofoon
3.20 Orkest 4 35 Orkest 6.50 Orgel
7.20 Orkest 8.20 Concert 10.20 Orkest
-angenberg (472.4 M.) 6.20
7.20 Concert 10.50 Mensch und Welt
12.18 Concert 1.50 Concert 5.20 Concert
LondonReg. (355.9 M.) 12.20 Concert LS5
Gramofoon 2.20 Concert 8.20 Orkest
Midland Reg. (398.9 M.) 12.20 Concert
foon 12.50 Gramofoon 7.40 Gramofoon
Varschau (1411.8 M.) 4 20 Concert 5.35
Concert 6.55 Gramof<ion 8.20 Orkest
DIEVEN OP PAD
De Veluwe, „slechte grond", blijkt de laat-
ste tijd een goede voedingsbodem te zijis
voor inbraken en diefstallen. Zoo werd uic
het huis van den directeur der boterfabriek
to Terschuur, den heer J. Broekhuizen, on,
geveor 25 gestolen. Eenzelfde bedrag la
ten nadoele van den heer Schaap, van de
Rudolph-Stichting door insluiping ont
vreemd.
De reeks is voortgezet in Hoogland bij
Amersfoort. Daar zijn vijf koeien uit ver
schillende weiden gestolen, is ingebroken
in de pastorie van de Roomsche Kerk ln
deze kerk werden de offerblokken geledigd
en tenslotte is er gereedschap gestolen
uit de garage Nefkens. Het politietoezicht is
verscherpt.
auJicU*. jl
U -en*
Eerst
kijken
DEN HAAG: Groote Marktraat/hoek Sptü
De aeboortestonde van een
honderd-jarige
1833 17 SEPTEMBER 1933
Door H. A. KOOISTRA
nde Liebe erfahre
i BodeUchwingh Sr
In de Heilige Schrift wordt er aan herin
nerd, dat de bouwmeester vóór hij met het
houwen een aanvang maakt, de kosten van
het Averk vooraf behoort te berekenen.
Hoe juist en voortreffelijk deze eisch ook
mag zijn voor het dagelijksche leven, de ge
schiedenis van het werk der Barmhartig
heid biedt menig moment, waarvan de toe
passing van deze regel in gerechten twijfel
kan worden getrokken.
En gelukkig!
Wanneer mannen als Francke, Fliedner,
Heldring, Lindeboom en zoovele anderen,
aan de kosten van den door hen begonnen
en begeerden arbeid hadden gedacht, zich
daar door hadden laten beheersrhen, en zich
daardoor uitsluitend hadden laten leiden,
het gevaar zou groot zijn geweest, dat dan
hun den moed had ontbroken, een begin van
bouAven te maken.
Ongetwijfeld hebben deze mannen zich
ernstig rekenschap van hun daad gegeven,
maar toch zij zijn hun arbeid begonnen al
lereerst in het geloof.
Geloof, Liefde en Gebed, zoo schreef Linde
boom, vraagt men óók van de Gemeente.
Het Avaren allereerst Geloofs-helden.
Het zakelijke kwam pas op de tweede
plaats.
Helpen in den nood en bestrijden van de
ellende Avelke rondom hen te aanschomven
a iel, gaf hun kracht, de hand aan de ploeg
te slaan en te arbeiden zonder om tc zien.
Zeker, zij bomvden naast hun plannen
geen paleizen, hun perspectief bleef aan
vankelijk bescheiden, maar Avel hebben zij
de Daad bij het Woord gevoegd, en het hin
derde hen' niet 's de Avereld met een me
delijdende glimlach ben tegenkAvam, hen
smaalde, soms ook hen met smaad en hoon
overgoot, als zij met vaak primitieve mid
delen zich stelden tegenover de publieke
opinie.
Zij konden dit dragen en dulden, omdat
zij leefden in het besef en de kracht, dat zij
dit deden omdat God hen tot dien arbeid in
Zijn wijngaard riep.
Klein is ieder werk van Barmhartigheid
begonnen.
Of is het niet klein als Francke met slechts
luttele guldens den arbeid onder en voor de
weezen te Halle onderneemt? Deze daad des
geloofs kan slechts en alleen bewondering
wekken.
Of is het niet klein als Fliedner op 17
September van het jaar 1833 de eerste ont
slagen vrouwelijke gevangene opneemt, in
het thans historische tuinhuisje van zijn
prstorie te Kaiserswerth?
Wat moet de Avereld wel niet van een der
gelijke daad hebben gedacht en verwacht?
Een toegang tot de slaapplaats, die geen
PasLor THEODOR FLIEDNER
slaapplaats kon worden genoemd, was
niet. Een ladder moest buiten Avorden ge-
plaats, en zoo was het mogelijk, dit
meisje, die reeds voor de tAveede maal, als
„ontslagen gevangene" de maatschappij in
ging een rustplaats te bieden op de vliering
van dat simpele tuinhuisje.
En welk een Averk is uit deze eerste daad,
die een daad des geloofs was, een daad van
erbarming niet minder, een poging tot hulp
van den medemensch, een poging tot red
ding van een gevallene, gegroeid!
Deze daad Avas niet louter een impuls, een
daad van het oogenblik.
Integendeel. Fliedner had jarenlang er
over nagedacht, had het lot en lijden van
den gevangene bestudeerd, en het was hem
klaar geAvorden, dat hierin verandering
moest worden gebracht.
Jarenlang had hij gewerkt onder de
vangenen; hun lijden, Avant dat was hun le
ven, had hem aangegrepen.
De sterkste indruk had hij meegenomen
uit ons land uit Amsterdam. Daar was hij
ooggetuige geweest van een strafpleging, en
hij had zich geschaamd voor zijn medemen-
schen, over de Hollanders, Avaarvoor hij ove
rigens zooveel Avaardeering had, dat er on
der hen waren, die met een zeker welgeval
len de slagen Avelke op de bloote ruggen
der veroordeelden neerkAvamen, hadden ge
teld.
Maar laten wij hem dit zelf laten ver
tellen.
Hij deelt hierover in zijn Reisbeschrijving
het volgende mede (bladz. 226 dl. 1):
„Als ik in Amsterdam op zekeren dag over
de Nieuwe markt ging zag ik een onver
wacht schouAvspel. Een groote menigte volks
richtte den blik naar een hooge, breede stel
ling, die men schavot noemde. Mannen en
vrouwen stonden boven daarop, met een
bord voor de borst, waarop met groote Iet-
Iers geschreven stond: Veediefstal; Veld-
diefstal; Huisdiefstal; enz.
„In deze houding moesten zij langen tijd
staan ten aanschouAve van een nieuwsgierige
menigte.
„Dan werden enkelen tot op de heupen
uitgekleed, handen en voeten aan een der
palen vastgebonden, zóó, dat zij in een on
gemakkelijke en pijnlijke houding stonden
en zich niet konden bewegen en nu werd
met een roede hun rug cloor den scherp
rechter gegeeseld. Sommigen ontvingen 40,
anderen 60 slagen. Eenigen der gegeeseldnn
werden daarop met een gloeiend ijzer, op
den schouder gebrandmerkt. Menigeen
onderging deze strafpleging zonder daarbij
geluid te geven, tenvijl ook enkelen klagelijk
huilden.
•De volksmenigte zag met groote nieuws
gierigheid toe en niet weinigen in mijn na
bijheid telden zoo waar de slagen."
En dan vraagt Fliedner: Waartoe deze
vreeselijke wijze van straffen. Zal zij den
schuldige verbeteren?
(Over de strafpleging in het algemeen, zie
men H. J. Versteeg: Van Schout tot Hoofd
commissaris. Amsterdam 1925.)
Maar niet minder had hem aangegrepen
wat hij zag bij zijn bezoek aan enkele ge
vangenissen in Duitschland en Engeland.
Toen was het hem duidelijk geworden, dat
niet alleen de Staat, maar ook de Kerk deze
groep ongelukkigen geheel had vergeten, en
hij onderschreef de aanduiding, dat de ge
vangenissen van zijn tijd waren „moralische
Pesthauseri', en hij vond steun in de uitr
drukking van den nog bekenden Freiherr
von Stein, die zeide, dat de verzorging van
gevangenen van een „empörende Unvolkom-
menheit" was.
Hij moest wel erkennen, dat de gevange
nissen hoogescholen voor de misdaad waren
en hij beAvonderde den arbeid van een Ho
ward (geb. 2 Sept 1726 en gest 20 Jan. 1790),
van een Elisabeth Fry (gest. 12 Oct 1845) te
Newgate. Toen hij haar in 1826 te Londen
voor het eerst bezocht, kon hij de klacht niet
onderdrukken, dat de vrouwen, bij zulk een
belangrijke arbeid, de mannen zoo ver voor
uit waren.
Zijn bezoeken aan de gevangenissen te
Wezel, Kleef en Dusseldorf hadden hem doen
gevoelen, dat de verwaarloozing algemeen
Straf, zoo zeide hij moet verbetering be
oogen en willen wij verbeteren, dan moeten
wij voor alles beginnen met hen het Evan
gelie te brengen.
Verder moeten wij hen laten arbeiden, zoo
noodig daartoe dwingen, en ook behoort hen
onderwijs te worden gegeven, Avant de ver
kregen gegevens, gaven Fliedner van de ont
wikkeling der gevangenen een zeer droeA ig
beeld. (In Düsseldorf konden van de 200 ge
vangenen 90 niet lezen, 150 niet schrijven en I
rekenen en in Wezel en Kleef ware deze toe
standen nog erger. Vooral in de militaire
gevangenis bleek het droevig te zijn gesteld
Dan de huisvesting. „In enge, vuile ruim
n, vaak vochtige kelders zonder licht <«n
lucht, Avaren de gevangenen samengebracht
Daar zaten knapen die zich lichtzinnig had
den gedragen naast afgeleefde grijze zon
daars te samen; jonge meisjes naast de
meest bedorven oude vrouwen. Van de mis
da igers, die nog jarenlang moesten boeten,
waren zij Avier zaak npg in onderzoek was en
die misschien als onschuldige, spoedig Aveer
op vrije voeten zouden worden gesteld, niet
eens gescheiden
„Het toezicht was gebrekkig. Wanneer het
ontvluchten onmogelijk was gemaakt, dan
achtte men zijn plicht ten volle reeds te
hebben gedaan".
Sommigen verrichtten eenigen arbeid en
in slechts enkele gevangenissen werd gods
dienstoefening gehouden.
Een school in te richten voor het groot
ste deel der jeugdige of ook volwassen delin
quenten, die niet konden lezen of schrijven,
daaraan dacht niemand.
Dat ledigheid in een gevangenis verder
felijk moest zijn, achtte men weliswaar voor
de hand te liggen. De oude misdadigers
waren de leermeesters die de jongeren in de
kunsten der misdaad onderwezen. Men er
kende dit alles volmondig, maar suste zich
met de gedachte dat „de Staat hier behoorde
in te grijpen", en op die wijze ontvlood men
de medeverantAvoordelijkheid voor den mede
mensch. Zelf hier te handelen, daaraan
•verd in het geheel niet gedacht
Toen Fliedner de gevangenis te NeAvgate
had bezocht en gezien de nuttigheid van
den arbeid, ook dat de gevangenen naar
den aard van hun delict, den leeftijd en het
geslacht Avaren gescheiden, aanschouwde hij
nog Avel veel, wat hij met droeve toestan
den aanduidt maar toch waren hier de
tuinhuisje waar de eerste ontslagen
.t ime op 17 Sept. IS33 werd opgenomen
ip de vloe. een slaapplaats vond.
toestanden gunstiger dan in Duitschland
Hij kreeg ook voldoende gelegenheid de toe
standen te Newgate te bestudeeren, en een
van Fliedners biografen, teekent bij dit
bezoek aan: „daar moest het zaad dat bij
het Amsterdamsch „schavot" in zijn ziel
gevallen was, ontkiemen en zijn Vaderland
zou deze vrucht toevallen."
Maar toch, zoo vraag hij zich af... is het
mogelijk hier te helpen? Maar dan besluit hij
moedig: „Ik zal het mijne doen" en dan
eïïvood dner 06 Strijd aan tusschen Liefd*
Dat toch is het werk der Barmhartigheid,
Aisi hy m zijn vaderland is teruggekeerd,
zint hij op plannen, verbeteringen aan te
brengen. Allereerst doet hij het verzoek „zich
voor eenige weken in de gevangenis te doen
insluiten
Hij wilde den „gevangenen een gevangene"
worden, hun levenslot, hun doen en laten be
studeeren. Maar de Directie van de Düseel-
dorfer gevangenis, wijst dit verzoek af. Dan
wendt hij het over een anderen boeg. Hij
verzoekt te mogen prediken. En in 1825
,.Flifd?1er verl°f »n de gevangenis te
Dusseldorf alle 14 dagen des Zondagsmiddags
voor de Evangelische gevangenen te predi
ken en hei persoonlijk te bezoeken en 9
October van dat jaar hield hij zijn eerste pro-
diking en oefende het verdere van den na
middag of ook des Maandags persoonlijke
zielszorg. J
Een der voonva„rden van Fliedner, tot
rbeterine der toestanden in de gevangenis,
as hiermede vervuld, nl. hen het Evangelie
te brengen. Hij zelf had dit de eerste voor
waarde genoemd.
Maar hoe belangrijk ook, het bleek onvol
doende den gevangene te helpen. Het
dragelijk maken van het lot van deze men
schen i n de gevangenis, achtte hij van
groote beteekenis. maar voor velen kwam
pas de nood. als zij waren ontslagen. Dan
stormden de moeilijkheden en de zorgen
weer op hen aan. Zij bleven voor de meeste
menschen dc geteekenden. Men bleef hen
als „ontslagen gevangenen beschouAvcn" en
dit inzicht Avas vaak de oorzaak dat de
poorten van deze „hel" zich zoo spoedig
weer voor hen openden.
En naarmate hij zich in zijn arbeid in
leefde, zich van de oorzaken van de misdaad
rekenschap gaf, begreep met welke moeiten
zij na ontslag hadden te kampen, rijpte bij
Fliedner het plan een vereeniging te stich
ten, die zich het lot van den ontslagen ge
vangene aantrok, voor deze, als paria be-
schouwde, een Tehuis te 6tichten zoo moge
lijk, hen te observeeren in het maatschaDDe»
i lijke leven.