DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1933 DERDE BLAD PAG. 9 BINNENLAND. OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN Bü Kon. besluit is benoemd tot officier ii Orrio van Oranje Nassau H. J. Schim van nuJmd'Sk BURGEMEESTERS 1933 benoemd tot burgenfeester der g Riliand-Bath P ,T Dominicus; benoemd tot offici de Kon. Marineies is de hoofdoffici. zondheid le kl., met vcrleenlng van eervol ont- b zh'n^bevorderd^toV hoofdo'fficiêr van gezond- P S Wall eke- ildartllli ipen der artllleri. Juli 1933, tot reserve-ki irdig regimei beiden van hel Schli de dooi Lande bewezen dienster i September 1933 als zoc Ch J. M. Ruys de Beerenbrouck, minis- plaatsvervanger in het kanton Rotterdai RECHTERLIJKE MACHT rechtbank te Roer- Roermond, de voLgende alphabe- tische lijst van aanbeveling opgemaakt: mr A K Duünstee, kantonrechter te Sittard; mr P P J M Geradts. substituut-griffier bij de arron- dlssements-rechtbank te Roermond en mr A J 21 Coniricx. griffier bü liet kantongerecht te Eindhoven. EEN LIBERALE BESCHOUWING OVER HET GOEDE RECHT DER CHRISTELIJKE ORGANISATIE. In „St Christophorus", het orgaan der R.K. marinemannen werd overgenomen, hoe de officier van Administratie, de heer Scheepmaker oordeelde over Christelijke „Het is geenszins mijn bedoeling om het nut en de bestaansmogelijkheid van Mari nebonden te ontkennen, doch speciale Katho lieke, Christelijke, liberale en, wat eigenlijk hetzelfde is, politieke bonden, dienen op onze vloot geweerd te worden. Algemeene veree- nigingen voor officieren, voor onderofficie ren, voor korporaals en voor manschappen afzonderlijk, met een van de menschen en ,van de Marine-leiding het vertrouwen ge nietenden officier als adviseur, kunnen ze ker goed werk verrichten, zoowel in het be lang der betrokken leden, als in dat der ge- heele Marine. Godsdienstige en politieke bonden op een vloot zaaien strijd en haat onder de menschen en richten ten slotte een Marine ten gronde". Het is teekenend, dat ook bij dezen ofif- cier nog de gedachte heerscht, dat er levens terreinen zijn, waarop voor den Christus der Schriften geen plaats is. EERSTE KAMER Ontslag van Ir. J. Koster Het Uniformverbod Gistermiddag twee uur hield de Eerste Kamer een koite vergadering. Ingekomen was een schrijven van 't li be rale lid der «Eerste Kamer, Ir J. Koster, mei dende diens ontslagnemnig wegens gezond heidsredenen als lid der Kamer. De Voorzitter gaf uiting aan 't leed wezen der Kamer over het besluit van den heer Koster. Het college verliest in zijn persoon belangstellend en ijverig lid. Welhaast zou hij zeven jaar zititng hebben gehad. Gedu rende dien tijd heeft de heer Koster zeer trouw aan de werkzaamheden deelgenomen en is hij met overtuiging opgekomen vo de beginselen, welke de zijne waren. De reden van zijn heengaan stemt droev wij bidden hem toe, aldus besloot de Voorzitter, dat alsnog in zijn gezondheids toestand beterschap moge intreden. Op voorstel van den Voorzittei sloot de Kamer voorts om terstond in de afdeelingen te onderzoeken hrt wetsont werp betreffende het zg. Uniformverbod en dat ter zake van de beperking van het aantal studenten. De vergadering kon tc 2.10 worden ge sloten. NED. CHR. BOND VAN PERS. IN PUBLIEKEN DIENST DE VOORGESTELDE SALARISKORTINGEN Gisteren waren onder leiding van hoofdbestuur de vertegenwoordigers der landelijke vakgroep van rijkspersoneel, aan gesloten bij den Ned. Chr. Bond \an Perso neel in Publieken Dienst, tc (Jtrecht bijeen om te beraadslagen over de nieuwe door de regeering voorgestelde kortingen en verslag te vernemen over de besprekingen in de Centrale Commissie voor ambtenarenzaken, welke den dag tevoren hadden plaats ge- onden. De vergadering nam kennis van een zicht, waarin het verschil was berekend de netto looninkomsten van gehuwde werklieden tusschen 1920 en 1931, gesteld dat het voorstel van de regeering wordt aard, na aftrek dus van SV2 pet. pen sioenpremie en 61/2 en 5 pet. crisiskorting. Daaruit bleek dat alsdan de rijkswerklie- len voor wat de minima betreft een loons verlaging van 27.8 tot 36.8 pet. en voor wat de maxima aangaat een verlaging van 24.5 tot 30-6 pet. zouden ondergaan. De becijfe ring liep bovendien alleen over de gehuw den; voor de ongehuwden zouden de per centages nog hooger worden. Hoewel er mee rekening houdende dat 't rijkspersoneel een kindertoeslag ontvangt, was de vergadering toch van meening, dat thans reeds de uiterste grens was bereikt en dat verdergaande verlagingen moeilijk konden worden aanvaard. Ook de zeer in grijpende kortingen voor de ongehuwden hadden niet de instemming der vergade ring. Van het verslag der besprekingen in de Centrale Commissie voor Ambtenarenzaken nam de vergadering met groote belangstel ling kennis. Daaruit bleek dat de toestand van's Rijks financiën zorgwekkend is en dat op dien grond slechts geringe tegemoetkoming aan de wenschen der organisaties in uitzicht is gesteld. Aan het bestuur werden de verde- onderhandelingen overgelaten in het .trouwen dat de uiterste grens, waarvan boven sprake was, ernstig in het oog zou worden gehouden. DE BEVÏSSCHÏNG DER ZUIDERZEE „DE MOORDKUIL MOET VERDWIJNEN" Een ander geluid. Een Spakenburger visscher, die nog al an de tongriem gesneden is en geen blad .oor zijn mond neemt, zendt ons een lang artikel over de „bevissching van het IJsel- meer", waaraan wij het volgende ontlee- nen: De Urker visschers, die nu verbaliseerd worden, zijn niet de dupe van de wet (ge dupeerd zijn zij, die van hun prilste jeugd de Zuiderzee bevischten); maar zij ontvan gen loon naar werken. Beroepszuiderzee- visschers zijn ze nooit geweest. Zij oefen den hun bedrijf altijd of in hoofdzaak op de Noordzee uit en zij hebben zich met ge noegen als zoodanig laten behandelen, toen zij voor uitbreiding van dit Noordzee- bedrijf duizend guldens aan credieten konden krijgen. De credieten werden ge vraagd en verkregen om hun botters van sterker motoren te voorzien. Thans gaan zij echter met hun groote stoombotters het IJselmeer bevisschen, dat wil zeggen, met de beruchte kuil uitmoor den; en voor de werkelijke beroepsvisschers van de Zuiderzee schiet er ten slotte geen droog brood over. De moordkuil, men weet het, trekt groote en kleine visschen naar boven en vernietigt broed en puf. liet verzet tegen de ambtenaren die hun plicht doen en niets anders, is natuurlijk zeer af tc keuren. Moeten zij er misschien hun positie aan wagen om overtreders te vrijwaren voor straf? Ik ben van meening, dat het schreeu wend onrecht ia om werkelijke beroeps- visschers te verplichten een vischakte te halen en heb het daarom het vorig jaar uit protest opzettelijk nagelaten. Maar toen de ambtenaar aan boord kwam om mij te verbaliseeren, ben ik niet bruut of beleedigend opgetreden: de man deed zijn plicht, al voel ik de bepaling als on recht. De Urkers echter, die nu bekeurd wor- dpn. weten heel goed, dat hun geen on recht wordt aangedaan; en elke actie, door hen op touw gezet, zal niet baten; doch verzet tegen ambtenaren in functie is in elk geval laakbaar. Ook elders zijn visschers, die geen akte kunnen krijgen; maar zij vliegen de amb tenaren niet naar de keel. Wetten worden gemaakt om ze na te leven. Ik kan dan nok niet anders, dan het optreden der autoriteiten toejuichen; ik zou wenschen, dat de Regeering de ge- heele stoomvisseherij op het IJselmeer ver bood; want als het uitmoorden met de kuil geen einde neemt, worden straks alle visschers de dupe. Aldus de Spakenburger visscher, wiens gepeperde taal we hier en daar wat ver zacht hebben. DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN RILLAND De nieuwbenoemde burgemeester van Ril land Bath, de heer P. J. Dominicus, werd 30 Juli 1S96 geboren. Hij woont te Wemel dinge en is ambtenaar ter secretarie en se dert korten tijd ontvanger der gemeente ler- seke. De heer Dominicus is ongehuwd. Hij is Ned. Hervormd en is de Chr. Historische beginselen toegedaan. HERIJK VAN MATEN EN GEWICHTEN Aan belanghebbenden wordt in herinne ring gebracht, dat alle maten en gewich ten op 1 October a.s. voorzien moeten zijn van het goedkeuringsmerk g (kleine druk letter). Maten en gewichten, die dit goed keuringsmerk nog niet dragen, behooren zoo spoedig mogelijk en in elk geval vóór I October aan eeri ijkkantoor ter herijk te worden aangeboden. HAVENAANLEG TE MONSTER VOLGENS BESLUIT VAN DE RAAD. De gemeenteraad van Monster heeft be sloten tot het aanleggen van een haven te Poeldijk, waarvan de kosten, met inbegrip van grondaankoop, op f 22.000 worden ge raamd. Dit werk zal vrijwel gelieel in werkver schaffing worden uitgevoerd. Voorts werd besloten om de financiecle bijdrage te verleenen tot uitvoering van plan ter verbetering van den Nieuwenweg, waaraan ook door Rijk, Provincie en de W. S. M medewerking zal moeten worden verleend. Hierdoor zal een groote verbete ring in de verbinding tusschen Den I en het Westland tot stand komen. GEDENKT TE LEVEN Bekend is onder ons het doen van de fakirs, die een roep van heiligheid zoeken van eigen makelij door ten aanschouwe der verbaasde schare over spijkers te loopen, die met de punt naar boven staan of zich op zoo'n spijkerbed neer te leggen, zonder eenig teeken van pijn te toonen. Zij hebben zich geoefend in de kunst uit een deel van hun lichaam het gewone leven van bewe ging, van gevoel en pijn terug te trekken. Nog sterker zijn de kunststukken van fa kirs, die zich eenige dagen, zelfs weken la ten begraven en dan uit hun staat van dood zijn weer opstaan. Maar waren zij wel dood? Neen. Maar wat was dat dan? Dat be rustte ook op oefening om ingeperkt, mi nimaal te leven, om de levensfuncties: voe ding, ademhaling, hartwerking, stofwisse ling terug te dringen tot een lagen graad: het leven was niet weg, het was beperkt, in gesnoerd als het ware. Ook dieren doen dat en nog in veel ster ker mate. Ijsberen, en honderden andere dieren hebben hun winterslaap, dien zij met een goede lading proviand onder hun huid beginnen, eenige maanden voortzetten en dan geheel vermagerd de kelder is dan leeg beëindigen. Weer anders werkt deze geschiktheid bij dieren, die in leven den lijve wonen in rivieren en poelen en dan perioden krijgen, dat hun omgeving ge heel zonder water is: visschen, kikkers, padden, schildpadden, krokodillen. Zij gra ven zich in in het slijk, maken daar een hulsel, rollen zich daarin en wachten dan in een staat van indroging, weken-, ja maandenlang, geduldig op betere dagen: den regentijd. Men heeft zelfs visschen uit, Afrika en Amerika in steenharden klei- klomp meegenomen naar Europa. Nog verder gaat dit vermogen om zich in de omstandigheden te schikken bij lagere dieren, eencellige diertjes, wonnen, larven van insekien. kreeften. Die maken tempe ratuur- en voehtigheidsverschillen, door die ongelooflijk zijn. In dakgoten, kleine poelen, rotsspleten, in bussen voor konserven kan men ze vinden. Het lijkt er alles dood, r toch leeft het er in zijn staat van uitdro ging; bijna het laatste vocht uit het lichaam heeft het dier ten slotte gebruikt om van binnen uit een slijmig lyilseltje te maken. Zoo'n droog beestje is vaak niet minder dan drie kwart van zijn oorspronkelijk gewicht kwijt. Het verwonderlijkst is, dat die kleine diertjes niet alleen inschrompelen, zooals indrogende visschen of zooals zoogdieren in hun winterslaap, hun heele structuur wordt anders. Organen trekken zich geheel in, weefsels lossen op, worden vloeibaar, zoo dat het restant op 't oog niets anders lijkt dan een klompje slijmerige substantie. En dat droogt dan op en lijkt precies op een klein stofje. Zoo ligt het maanden, jaren, tot op een dag de wind het opneemt en neerlegt in een hoekje, waar water is. Dan begint onmiddellijk het wonder der opleving; in enkele minuten zwelt het stofje op, het groeit, de omtrekken van een levend organisme worden zichtbaar, er komt beweging in. Wij moeten ons over de taai heid van deze wezentjes verbazen. Niet alleen over den duur van hun verdrogings- toestand, maar ook over de ongeloofelijke temperatuurschommelingen, die ze kunnen doorstaan. Men heeft ze gebracht in temperaturen van 80 gr. G, ook nog verwonderlijker in een koude van meer dan 250 gr. onder het vriespunt Enals ze dan weer in hun oude doen kwamen, in gunstige ver houdingen, werden ze ook weer de oude. Telkens .staat de mensch voor nieuwe wonderen Gods. En dat zijn nog maar de geringste Zijner werken. Des Heeren wer ken zijn groot; zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben. (Ps. 1112). MR. DR. D. RUTGERS t OUD-DIRECTEUR VAN JUSTITIE IN INDIE. In den ouderdom van 52 jaren is te Hil versum overleden mr. dr. Derk Rutgers, oud-directeur van justitie in Ned.-Indië. NEDERL. CHR. FILMCENTRALE Naar aanleiding van ue publicatie in de pers betreffende de oprichting te Utrecht van een Nederlandseh Christelijk Filmgp- nootschap, verzoekt men ons mede te dee- len, dat reeds verleden jaar door een aantal van de grootste Christelijke organisaties in ons land (o.a. de Nederlandsche Chr. Radio Vereeniging, het Chr. Nationaal Vakver bond, de Nat. Chr. Geheelonthouders-ver- eeniging, Federatie van Vereenigingeu van Chr. vrouwen ïn meisjes, de groote Chr. onderwijzersvereenigingen, de Chr. veree niging Aan leeraren bij het middelbaar en gymnasiaal onderwijs, enz.) voorbereiden de stappen zijn ondernomen om tot oprich ting van een Ncd. Chr. ïilmcentrale te komen, dat tengevolge van deze voorbe reidende stappen een uitgebreid comité werd ingesteld, dat dë oprichting van een werkelijk flink en levenskrachtig instituut, steunende op de groote Christelijke organi saties ter hand genomen heeft, dat de plan oen in zeer gevorderd stadium verkeeren en de mogelijkheid zeer groot geacht moet worden, dat naast de reeds bestaande groote Roomsch-Katholieke en socialisti sche filminstituten ook een representatieve Ned. Chr. Filmcentrale tot stand komt en ten slotte, dat van deze voorbereidingen ook publiek een en andermaal in de pers mededeelingen verschenen, zoodat belang stellenden van wat in wording was, niet onkundig behoefden te blijven. Blijkbaar is thans een tweede Chr. orga nisatie met gelijk doel en gelijk arbeids terrein ontstaan, zoodat eenigermate ver brokkeling intreedt. DE ORANJE-TREIN EEN TWEEDE RONDREIS IN 1934. Op 12 Sept. heeft de Eerste Nederland sche Tentoonstellingstrein, bijgenaamd „Oranjetrein" zijn eerste rondreis beëindigd en is bij het punt van uitgang, Utrecht, teruggekeerd. Bijna 400.000 menschen heb ben den rijdende tentoonstelling bezocht. De tweede rondreis zal in het vroege voorjaar van 1934 plaats hebben. HET A.N.W.B.-MUSEUM RHEDEN SCHENKT EEN GROOTER TERREIN. De gemeenteraad van Rheden, die bij het gouden jubileum van den A.N.W.B. aan deze Bond een terrein aanbood, ter vesti ging van een A.N.W.B.-Museum, heeft be sloten meer grond beschikbaar te stellen voor dit doel, dat op de vorige schenking niet voldoende te verwezenlijken zou zijn. JONGERE MILITAIREN De Bond van Chr. Marinepersoneel achtte het onjuist aan minderjarigen imperatief te verbieden lid te zijn van militaire belan- genvereenigingen en gaf daarom den Minis ter van Defensie in overweging om bedoeld lidmaatschap mogelijk te maken voor min derjarigen onder de navolgende yoorwaar- den: a. de minderjarige, die lid wenscht te worden van een militaire belangen-vereeni- ging, onderteekent een verklaring, inhou dende dat hij het lidmaatschap wil beko men van een met name te noemen organi- b. de ouders (voogden) onderteekenen een verklaring, inhoudende dat zij er prijs op stellen, dat hun zoon (pupil, tot het lid maatschap van bedoelde organisatie wordt toegelaten; c. de onder a en b bedoelde verklaringen worden ingeleverd bij de bevoegde macht, die ter zake een beslissing neemt De Minister wees dit verzoek zonder mo tiveering af, doch de Bond meent dat hier over nog het laatste woord niet gesproken is Radio Nieuws. VRIJDAG 13 SEPTEMBER. Tul zen (296 M.) N.C.R.V. 8-O1» Schriftlezing 8.15 Morgenconcert 10 30 Morgendienst door Ds. B. van Halsema te Ermelo 11.00 Concert 12.15 Gramofoon 12.30 Cor.cert 1.15 Zang 2.30 Lezen van Chr. lectuur 3.00 Concert 4.80 Voor jeugdige amateur- fotografen. 5.00 Gramofoon 6.30 Spr. dhr A. J. Herwig te Bussum 7.15 Ned. Chr. Persbur. 7.30 Literair halfuurtje S 00 Concert 9 00 Spr. Dr. J. F. Reitsma te Rot terdam 9.30 Concert plm. 10.00 Vaz Dias 10:30 Gramofoon T I 1 v e r e u m 11875 M.) V.A.R.A 8.01 Gramo foon 10.15 Voordracht 10.30 Concert 11-00 Voor de keuken 11.30 Concert 4.15 Concert 4.50 Na Schooltüd 5.30 Orkest 7.00 Orkest 11.01 Orgel 11.30 Gramofoon V-P.R O. 10.00 Morgenwijding 8.00 Week- Jrussel Vlaamsch) (337 8 M.) 12 20 Gramo foon 1.20 Orkest 5.20 Concert 6.20 Gramofoon 6.50 Gramofoon 8.20 Orkest 9.20 Concert 10.20 Gramofoon (Fransen) (6u9 3 M l 2u Concert 1.20 Gramofoon 5.20 Orkest 6.35 Zang 7.05 Piano 8.20 Concert 9.20 Concert 10.45 Concert 11.00 Gra, 10.20 Gramofooi aven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05 Orkest 2.05 Orkest 2.35 Gramofoon 3.20 Orkest 4 35 Orkest 6.50 Orgel 7.20 Orkest 8.20 Concert 10.20 Orkest -angenberg (472.4 M.) 6.20 7.20 Concert 10.50 Mensch und Welt 12.18 Concert 1.50 Concert 5.20 Concert LondonReg. (355.9 M.) 12.20 Concert LS5 Gramofoon 2.20 Concert 8.20 Orkest Midland Reg. (398.9 M.) 12.20 Concert foon 12.50 Gramofoon 7.40 Gramofoon Varschau (1411.8 M.) 4 20 Concert 5.35 Concert 6.55 Gramof<ion 8.20 Orkest DIEVEN OP PAD De Veluwe, „slechte grond", blijkt de laat- ste tijd een goede voedingsbodem te zijis voor inbraken en diefstallen. Zoo werd uic het huis van den directeur der boterfabriek to Terschuur, den heer J. Broekhuizen, on, geveor 25 gestolen. Eenzelfde bedrag la ten nadoele van den heer Schaap, van de Rudolph-Stichting door insluiping ont vreemd. De reeks is voortgezet in Hoogland bij Amersfoort. Daar zijn vijf koeien uit ver schillende weiden gestolen, is ingebroken in de pastorie van de Roomsche Kerk ln deze kerk werden de offerblokken geledigd en tenslotte is er gereedschap gestolen uit de garage Nefkens. Het politietoezicht is verscherpt. auJicU*. jl U -en* Eerst kijken DEN HAAG: Groote Marktraat/hoek Sptü De aeboortestonde van een honderd-jarige 1833 17 SEPTEMBER 1933 Door H. A. KOOISTRA nde Liebe erfahre i BodeUchwingh Sr In de Heilige Schrift wordt er aan herin nerd, dat de bouwmeester vóór hij met het houwen een aanvang maakt, de kosten van het Averk vooraf behoort te berekenen. Hoe juist en voortreffelijk deze eisch ook mag zijn voor het dagelijksche leven, de ge schiedenis van het werk der Barmhartig heid biedt menig moment, waarvan de toe passing van deze regel in gerechten twijfel kan worden getrokken. En gelukkig! Wanneer mannen als Francke, Fliedner, Heldring, Lindeboom en zoovele anderen, aan de kosten van den door hen begonnen en begeerden arbeid hadden gedacht, zich daar door hadden laten beheersrhen, en zich daardoor uitsluitend hadden laten leiden, het gevaar zou groot zijn geweest, dat dan hun den moed had ontbroken, een begin van bouAven te maken. Ongetwijfeld hebben deze mannen zich ernstig rekenschap van hun daad gegeven, maar toch zij zijn hun arbeid begonnen al lereerst in het geloof. Geloof, Liefde en Gebed, zoo schreef Linde boom, vraagt men óók van de Gemeente. Het Avaren allereerst Geloofs-helden. Het zakelijke kwam pas op de tweede plaats. Helpen in den nood en bestrijden van de ellende Avelke rondom hen te aanschomven a iel, gaf hun kracht, de hand aan de ploeg te slaan en te arbeiden zonder om tc zien. Zeker, zij bomvden naast hun plannen geen paleizen, hun perspectief bleef aan vankelijk bescheiden, maar Avel hebben zij de Daad bij het Woord gevoegd, en het hin derde hen' niet 's de Avereld met een me delijdende glimlach ben tegenkAvam, hen smaalde, soms ook hen met smaad en hoon overgoot, als zij met vaak primitieve mid delen zich stelden tegenover de publieke opinie. Zij konden dit dragen en dulden, omdat zij leefden in het besef en de kracht, dat zij dit deden omdat God hen tot dien arbeid in Zijn wijngaard riep. Klein is ieder werk van Barmhartigheid begonnen. Of is het niet klein als Francke met slechts luttele guldens den arbeid onder en voor de weezen te Halle onderneemt? Deze daad des geloofs kan slechts en alleen bewondering wekken. Of is het niet klein als Fliedner op 17 September van het jaar 1833 de eerste ont slagen vrouwelijke gevangene opneemt, in het thans historische tuinhuisje van zijn prstorie te Kaiserswerth? Wat moet de Avereld wel niet van een der gelijke daad hebben gedacht en verwacht? Een toegang tot de slaapplaats, die geen PasLor THEODOR FLIEDNER slaapplaats kon worden genoemd, was niet. Een ladder moest buiten Avorden ge- plaats, en zoo was het mogelijk, dit meisje, die reeds voor de tAveede maal, als „ontslagen gevangene" de maatschappij in ging een rustplaats te bieden op de vliering van dat simpele tuinhuisje. En welk een Averk is uit deze eerste daad, die een daad des geloofs was, een daad van erbarming niet minder, een poging tot hulp van den medemensch, een poging tot red ding van een gevallene, gegroeid! Deze daad Avas niet louter een impuls, een daad van het oogenblik. Integendeel. Fliedner had jarenlang er over nagedacht, had het lot en lijden van den gevangene bestudeerd, en het was hem klaar geAvorden, dat hierin verandering moest worden gebracht. Jarenlang had hij gewerkt onder de vangenen; hun lijden, Avant dat was hun le ven, had hem aangegrepen. De sterkste indruk had hij meegenomen uit ons land uit Amsterdam. Daar was hij ooggetuige geweest van een strafpleging, en hij had zich geschaamd voor zijn medemen- schen, over de Hollanders, Avaarvoor hij ove rigens zooveel Avaardeering had, dat er on der hen waren, die met een zeker welgeval len de slagen Avelke op de bloote ruggen der veroordeelden neerkAvamen, hadden ge teld. Maar laten wij hem dit zelf laten ver tellen. Hij deelt hierover in zijn Reisbeschrijving het volgende mede (bladz. 226 dl. 1): „Als ik in Amsterdam op zekeren dag over de Nieuwe markt ging zag ik een onver wacht schouAvspel. Een groote menigte volks richtte den blik naar een hooge, breede stel ling, die men schavot noemde. Mannen en vrouwen stonden boven daarop, met een bord voor de borst, waarop met groote Iet- Iers geschreven stond: Veediefstal; Veld- diefstal; Huisdiefstal; enz. „In deze houding moesten zij langen tijd staan ten aanschouAve van een nieuwsgierige menigte. „Dan werden enkelen tot op de heupen uitgekleed, handen en voeten aan een der palen vastgebonden, zóó, dat zij in een on gemakkelijke en pijnlijke houding stonden en zich niet konden bewegen en nu werd met een roede hun rug cloor den scherp rechter gegeeseld. Sommigen ontvingen 40, anderen 60 slagen. Eenigen der gegeeseldnn werden daarop met een gloeiend ijzer, op den schouder gebrandmerkt. Menigeen onderging deze strafpleging zonder daarbij geluid te geven, tenvijl ook enkelen klagelijk huilden. •De volksmenigte zag met groote nieuws gierigheid toe en niet weinigen in mijn na bijheid telden zoo waar de slagen." En dan vraagt Fliedner: Waartoe deze vreeselijke wijze van straffen. Zal zij den schuldige verbeteren? (Over de strafpleging in het algemeen, zie men H. J. Versteeg: Van Schout tot Hoofd commissaris. Amsterdam 1925.) Maar niet minder had hem aangegrepen wat hij zag bij zijn bezoek aan enkele ge vangenissen in Duitschland en Engeland. Toen was het hem duidelijk geworden, dat niet alleen de Staat, maar ook de Kerk deze groep ongelukkigen geheel had vergeten, en hij onderschreef de aanduiding, dat de ge vangenissen van zijn tijd waren „moralische Pesthauseri', en hij vond steun in de uitr drukking van den nog bekenden Freiherr von Stein, die zeide, dat de verzorging van gevangenen van een „empörende Unvolkom- menheit" was. Hij moest wel erkennen, dat de gevange nissen hoogescholen voor de misdaad waren en hij beAvonderde den arbeid van een Ho ward (geb. 2 Sept 1726 en gest 20 Jan. 1790), van een Elisabeth Fry (gest. 12 Oct 1845) te Newgate. Toen hij haar in 1826 te Londen voor het eerst bezocht, kon hij de klacht niet onderdrukken, dat de vrouwen, bij zulk een belangrijke arbeid, de mannen zoo ver voor uit waren. Zijn bezoeken aan de gevangenissen te Wezel, Kleef en Dusseldorf hadden hem doen gevoelen, dat de verwaarloozing algemeen Straf, zoo zeide hij moet verbetering be oogen en willen wij verbeteren, dan moeten wij voor alles beginnen met hen het Evan gelie te brengen. Verder moeten wij hen laten arbeiden, zoo noodig daartoe dwingen, en ook behoort hen onderwijs te worden gegeven, Avant de ver kregen gegevens, gaven Fliedner van de ont wikkeling der gevangenen een zeer droeA ig beeld. (In Düsseldorf konden van de 200 ge vangenen 90 niet lezen, 150 niet schrijven en I rekenen en in Wezel en Kleef ware deze toe standen nog erger. Vooral in de militaire gevangenis bleek het droevig te zijn gesteld Dan de huisvesting. „In enge, vuile ruim n, vaak vochtige kelders zonder licht <«n lucht, Avaren de gevangenen samengebracht Daar zaten knapen die zich lichtzinnig had den gedragen naast afgeleefde grijze zon daars te samen; jonge meisjes naast de meest bedorven oude vrouwen. Van de mis da igers, die nog jarenlang moesten boeten, waren zij Avier zaak npg in onderzoek was en die misschien als onschuldige, spoedig Aveer op vrije voeten zouden worden gesteld, niet eens gescheiden „Het toezicht was gebrekkig. Wanneer het ontvluchten onmogelijk was gemaakt, dan achtte men zijn plicht ten volle reeds te hebben gedaan". Sommigen verrichtten eenigen arbeid en in slechts enkele gevangenissen werd gods dienstoefening gehouden. Een school in te richten voor het groot ste deel der jeugdige of ook volwassen delin quenten, die niet konden lezen of schrijven, daaraan dacht niemand. Dat ledigheid in een gevangenis verder felijk moest zijn, achtte men weliswaar voor de hand te liggen. De oude misdadigers waren de leermeesters die de jongeren in de kunsten der misdaad onderwezen. Men er kende dit alles volmondig, maar suste zich met de gedachte dat „de Staat hier behoorde in te grijpen", en op die wijze ontvlood men de medeverantAvoordelijkheid voor den mede mensch. Zelf hier te handelen, daaraan •verd in het geheel niet gedacht Toen Fliedner de gevangenis te NeAvgate had bezocht en gezien de nuttigheid van den arbeid, ook dat de gevangenen naar den aard van hun delict, den leeftijd en het geslacht Avaren gescheiden, aanschouwde hij nog Avel veel, wat hij met droeve toestan den aanduidt maar toch waren hier de tuinhuisje waar de eerste ontslagen .t ime op 17 Sept. IS33 werd opgenomen ip de vloe. een slaapplaats vond. toestanden gunstiger dan in Duitschland Hij kreeg ook voldoende gelegenheid de toe standen te Newgate te bestudeeren, en een van Fliedners biografen, teekent bij dit bezoek aan: „daar moest het zaad dat bij het Amsterdamsch „schavot" in zijn ziel gevallen was, ontkiemen en zijn Vaderland zou deze vrucht toevallen." Maar toch, zoo vraag hij zich af... is het mogelijk hier te helpen? Maar dan besluit hij moedig: „Ik zal het mijne doen" en dan eïïvood dner 06 Strijd aan tusschen Liefd* Dat toch is het werk der Barmhartigheid, Aisi hy m zijn vaderland is teruggekeerd, zint hij op plannen, verbeteringen aan te brengen. Allereerst doet hij het verzoek „zich voor eenige weken in de gevangenis te doen insluiten Hij wilde den „gevangenen een gevangene" worden, hun levenslot, hun doen en laten be studeeren. Maar de Directie van de Düseel- dorfer gevangenis, wijst dit verzoek af. Dan wendt hij het over een anderen boeg. Hij verzoekt te mogen prediken. En in 1825 ,.Flifd?1er verl°f »n de gevangenis te Dusseldorf alle 14 dagen des Zondagsmiddags voor de Evangelische gevangenen te predi ken en hei persoonlijk te bezoeken en 9 October van dat jaar hield hij zijn eerste pro- diking en oefende het verdere van den na middag of ook des Maandags persoonlijke zielszorg. J Een der voonva„rden van Fliedner, tot rbeterine der toestanden in de gevangenis, as hiermede vervuld, nl. hen het Evangelie te brengen. Hij zelf had dit de eerste voor waarde genoemd. Maar hoe belangrijk ook, het bleek onvol doende den gevangene te helpen. Het dragelijk maken van het lot van deze men schen i n de gevangenis, achtte hij van groote beteekenis. maar voor velen kwam pas de nood. als zij waren ontslagen. Dan stormden de moeilijkheden en de zorgen weer op hen aan. Zij bleven voor de meeste menschen dc geteekenden. Men bleef hen als „ontslagen gevangenen beschouAvcn" en dit inzicht Avas vaak de oorzaak dat de poorten van deze „hel" zich zoo spoedig weer voor hen openden. En naarmate hij zich in zijn arbeid in leefde, zich van de oorzaken van de misdaad rekenschap gaf, begreep met welke moeiten zij na ontslag hadden te kampen, rijpte bij Fliedner het plan een vereeniging te stich ten, die zich het lot van den ontslagen ge vangene aantrok, voor deze, als paria be- schouwde, een Tehuis te 6tichten zoo moge lijk, hen te observeeren in het maatschaDDe» i lijke leven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9