ïüruiur ^Triitsrijr (iTourant
DE DUIZENDEN
DEFILEEREN
HET BEGINSEL HANDHAVEN
Het Nationaal Huldebetoon
aan H.M. de Koningin
Het woord der Koningin
ÜV. HOUTHANDEL V.H. J. VAN SCHIJNDEL CO.
kSONNCHBNli
'er kwartaal In Lelden en In plaat
■en waar 'd egontsrhap gevestigd ls ƒ2.35
Franco per post 2J5 portokosten
Pei week ƒ0.18
Voor het Buitenland bij wekelijk-
iche tending «4.50
Bu dageiijksche zending „5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad VVi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bureau: Breesti-iat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 4065 ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933
ADVERTENTIES
Van 1 tot 6 regelsI.17V?
Tlke regel meerH2ZVS
r.gez. Mpdedeellngen
van 1—5 regels 2.31
Elke regel meer0.1'.
Bl| contract helangriike korting.
Voor bei bevragen aan "t bureau
wordt bprekeno f '0
14e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD
Doch de toepassing dagelijks
herzien
Wij, die Christus willen belijden,
niet alleen in eigen hart en huis cf
eenigszins afgesloten Christelijke le
venskring, maar ook daarbuiten, mo
gen er ons wel diep van doordringen,
dat wij in een grootsche, fel-geschokte
en v.eel-bewogen tijd leven. Een periode
welke ons in versneld tempo nader
brengt tot die volheid der tijden, welke
God in Zijn raad bepaald heeft voor de
wederkomst van Christus en de ver
nieuwing van hemel en aarde.
Wee ons, indien wij in de machtige
beroeringen, welke thans over de aar
de en haar volkeren gaan, niets ver
staan van het allesbeheerschende Ma-
ranatha. Niet in die zin, dat wij ge
lijk eertijds het geval was bij dweep
zieke naturen en onvaste Bijbellezers
in werkelooze meditatie wachten op
het laatste oordeel; maar op de wijze,
welke de Heiland in zoo menige para
bel gepredikt heeft: Waakt dan en
wacht, met brandende lampen, want gij
weet niet in welke ure de Zoon des
menschen komen zal.
Waken en waakzaam zijn, dat was
de telkens terugkeerende vermaning;
letten op de teekenen der tijden, niet
met laakbare nieuwsgierigheid en
eigenwillige activiteit of passiviteit;
maar in een gehoorzaamheid, welke tot
kinderlijk en gewillig volgen bekwaam
maakt.
Wie deze waakzaamheid betracht,
mijdt overijling en een haastig oordeel.
Hjj jubelt niet al te gauw over nieuwe
richtingen en klaterende ideeën, maar
wil ze laten betijen. Hij is niet van
meening, dat elke partij van tijd tot
tijd zich plotseling behoort te vernieu
wen, maar gelooft aan geleidelijke,
nimmer ophoudende reorganisatie en
heroriënteering.
Gamaliël was de leermeester van
Paulus en wanneer de leerling eenigs
zins op den meester geleek, dan zal de
wijze farizeër geen weifelaar en sloomc
figuur geweest zijn. Maar diezelfde
Gamaliël, een leeraar der wet en in
waarde gehouden bij al het volk, maan
de de Joodsche raad tot groote voor
zichtigheid in optreden tegen de apos
telen (Hand. 5 34 en v.v.) Hij wees
op de snelle opkomst van valsche leer
aars als Theudas en Judas de Galileër,
die veel volk afvallig maakten, doch
wier invloed spoedig gebroken was. En
hij concludeerde daaruit, dat het gera
den was om de apostelen voorloopjg
hun gang te laten gaanals het men-
schenwerk is, zal het wel spoedig ge
broken worden; doch „indien het uit
God is, zoo kunt gij dat niet breken".
Deze vermaning geldt voor alle
eeuwen en voor alle leer of stelsel. Be
proeft alle dingen, toets ze aan het
Woord en behoudt het goede. Wees
noch conservatief, noch radicaalmaar
sla nauwkeurig acht op elke nieuwe
strooming en elke opkomende bewe
ging. Doch oordeel vooral niet te haas
tig en nooit op losse gronden.
Hier ontmoeten we nu een vraag ons
dezer dagen door „een club, welke de
anti-rev. beginselen bestudeert'ge
steld. Een vraag, welke we eenigszins
verbreeden willen, zonder aan de wer
kelijke inhoud te kort te doen, en die
kort gezegd, hierop neerkomt: is hor-
oriënteering der Christelijke partijen
niet eisch des tijds?
Men kan op deze vraag, zóó gesteld,
evengoed met ja als met neen antwoor
den. (De club geeft wel een nadere pre
ciseering, doch daarover spreken we
Tater)
Een partij, een groep, welke bang is
voor zelfcritiek en voortdurende ver
nieuwing, vermoordt zich zelfsterft,
langzaam maar zeker den verstikkings
dood. Derhalve heroriënteering, weder
geboorte, vernieuwing, altijd door.
Echter, geen verschuiving van de
basis; niet het leggen van nieuwe
grondslagenniet het bouwen op ander
fundament. Want dat zou geen her
oriënteering zijn, doch verlating van
het beginsel, verloochening van het
principe.
Waarom blijkt in deze dagen zoo dui-
delk de zwakheid en vooshe;d der S. D.
A. P.? Omdat deze, in ongunstige zin,
een echte realiteitspartij is; d. w. z.
omdat zij doel en richting laat bepalen
door de omstandigheden. Deze zijn in
de laatste jaren, maanden en weken
radicaal veranderd en daarom*, zoo
eischt of zucht menig partijgenoot, zul
len wij ons geheele program moeten
herzien. Wie slechts vraagt naar wat
profijtelijk is, moet onveranderlijke
beginselen als lastige ballast beschou
wen.
Zoo kunnen en mogen de Christelijke
partijen niet redeneeren. Zij getroosten
het zich, dat zij in betrekkelijke zin,
conservatief zijn. Immers, het essen-
tieele, het werkelijk-beslissende van
haar program ligt en rust niet in men-
schelijke wijsheid of inzicht, maar in
iets, dat onafhankelijk yan en buiten
de menschelijke rede bestaat: de wel
Gods.
Leidt dit tot verstarring? Het is mo
gelijk, maar dan ligt de oorzaak in de
botheid en traagheid van den mensch,
die de geesten welke de publieke opinie
heinvloeden, niet beproeft, doch uit de
weg gaat.
Van die tijden spreekt de geschiede
nis. Van een, o zoo vroom, doch o, zoo
dor en dood Christendom; dat zonder
bezwaar in de wereld geduld werd, om
dat het de wereld aan zich zelf overliet.
Met recht kon men toen zeggen, dat
er heroriënteering noodig was. Dat
ging niet gemakkelijk: de mannen der
Reveil werkten er aan; Da Costa en
Bilderdijk met ongekende moed en
geestdrift; Groen van Prinsterer met
logische wetenschap en onbuigzame
overtuiging; totdat het ten slotte aan
Kuyper en Lohman en Elout (om ons
tot het Protestantsche Christendom te
bepalen, hoewel er bij de Roomsch-
Katholieken eenzelfde lijn te trekken
valt) gelukte om de heroriënteering
duidelijk aan ons volk te laten zien en
praktisch tot ontplooiing te brengen.
Die periode is feitelijk afgesloten,
zegt men. En thans gaat de gerechte
roep uit tot 'n nieuwe heroriënteering.
Vooral onder de jongeren.
Het is ons wel. Uit de beroering de
zer tijden moet iets anders geboren
worden, dan wij nu hebben. En zeer
waarschijnlijk zullen in de lijn der ge
leidelijkheid wel schokkende verheven
heden komen.
Deze dingen vragen volle belangstel
ling. En, als het moet, ongewone aan
passing aan de eischen van deze tijd.
Maar dan altijd volgens de oude regel,
dat ons volkskarakter, zooals het door
ons Oranje geleid, onder invloed dei-
Hervorming, zijn stempel ontving, ont
wikkeld wordt overeenkomstig de ge
wijzigde volkstoestand, in een vorm,
welke voldoet aan de behoeften van
onze t(jd.
Daar ligt alles in: ook het zoeken
naar nieuwe wegen en het grijpen van
nieuwe mogelijkheden. Als wij daarbij
maar niet in de groote dwaling verval
len, dat er tijden zijn, waarin we met
'n geheel nieuw politiek en economisch
stelsel gereed moeten staan om de
nieuwe behoeften van onze tijd op te
vangen.
Zoo is het niet en over het tempo
behoeven we ons ook niet ongerust te
maken. De vraagstukken en moeilijk
heden komen vanzelf op ons af. De
toestanden veranderen, nu eens lang
zaam en dan met schokken; de ideeën
marcheeren, nu eens stapvoets en dan
galop en dus hebben we ons telkens
te heroriënteeren.
Wat ons daarbij ongerust mag en
moet maken is de vraag of wij geeste
lijk en wat onze overtuiging betreft,
wel voldoende gedisponeerd en voor
bereid zijn om met behoud van het on
veranderlijke beginsel de juiste toepas
sing te maken en aanpassing te vinden.
Nooit kan een stelsel, een partij leus het
grondbeginsel vervangen. Wie zijn
hoop op een stelsel bouwt, lijdt vroeg
of laat schipbreuk.
En zoo komen we ook thans weer tot
de conclusie, dat in alle tijden, maar
vooral in bewogen dagen, vastheid van
beginsel en ernstige beginselstudie noo
dig zijn als brood. Want dan alleen
leeren we het juiste antwoord op de
aanstormende levensvragen vinden.
Wie de oorzaak kent, kan de gevol
gen beoordeelen. Wie de weg niet weet,
moet zich door anderen laten leiden. En
dan staat het gevaar te vreezen, waar
van deze droeve klacht getuigt: Mijn
volk gaat verloren, omdat het geen
kennis heeft.
Waken en waakzaam zijn; dan komt
de heroriënteering vanzelf en zonder
beginselverzaking.
Grootsche manifestatie van Irouw aan Oranje
Het hedenmiddag plaats gehad hebbend
huldebetoon aan H. M. de Koningin, waar
toe Amsterdam als hoofdstad, ter gelegen
heid van het 35-jarig regeerings jubileum
onzer Landsvrouwe, het initiatief genomen
had, maar hetwelk overigens een volkomen
nationaal karakter droeg, heeft het peil mo
gen bereiken van een groote cn grootsche
manifestatie door het Nederlandsche volk,
welke bij de ouderen ongetwijfeld in de
herinnering heeft teruggeroepen de groote
momenten, in 1S9S in de hoofdstad meege
maakt bij de inhuldiging der toenmaals
18-jarige vorstin.
De vele duizenden, die in het Olympisch
Stadion geen plaats onbezet hadden gela
ten, de enorme menschenmassa, welke den
terugtocht van het Koninklijk Gezin van
het Stadion naar het Paleis op den Dam
door de onafgebroken haag van de duizen
den deelnemers aan het défilé verbeidde,
hebben, de eersten door hun laaiende geest
drift en de laatsten door het geduld, waar
mede zij urenlang op den Koninklijken
Stoet hebben gewacht, overduidelijk blijk
gegeven van hun trouw aan en hun warme
sympathie voor het Huis van Oranje, ter
wijl zeer zeker ook vele tienduizenden in
den lande, alsmede in onze overzreeschc be
zittingen, in hun huiskamers met ontroe
ring geluisterd zullen hebben naar de per
radio uitgezonden toespraak van hun
vorstin.
Naar het Stadion.
Om twee uur vertrok de Koninklijke fa
milie van het Paleis naar het Stadion, geze
ten iu een met vier a la daumont bereden
paarden bespannen calèche. rs
Het was op dat oogcnblik, dat het tot in
verren omtrek hoorbare gedaver van de
saluutschoten uit de kanonnen van den in
de gepavoiseerde haven liggenden oorlogs
bodem „Heemskerck" zich mengde met het
gebeier der klokken op kerken en gemeen
tetorens en met het geloei der sirenes van
talrijke fabrieken en maatschappijen in de
hoofdstad. Het sirene-geloei nam na onge
veer-vijf minuten een einde, doch het ge
dreun van het geschut en het stemmige
klokgebeier verstomde eerst toen het Ko
ninklijk Gezin na de rit door de vlaggende
stad, toegejuicht en toegewuifd door de dui
zenden langs de wagen geschaarde belang
stellenden, van wie talloozen het oranje
droegen, het Stadion had bereikt.
Door de trotsclie Marathon poort reed de
prachtige calèche tot vóór de eere-tribune,
waar de Koningin werd ontvangen dooi
den voorzitter van de uit leden van het
eere-comité gevormde Commissie van Ad
vies, Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze,
die vervolgens aan Hare Majesteit voor
stelde de leden van het Uitvoerend Comité,
t.w. de heeren F. K. Lotgering, voorzit
ter, J. C. W. T h o o 1 e n, vice-voorzitter, E.
A. G. yan Hoogenhuyze, secretaris, G.
Verhoef, penningmeester, K. Schou
ten en G. H. .Toosten.
Het Vorstelijk Gezelschap begaf zich
hierna over den uitgelegden looper, tus-
schen een eere-wacht van lien, die in 1898
eveneens te Amsterdam, als cadet en adel
borst de eerewacht van het Paleis naar de
Nieuwe Kerk hadden gevormd, naar de Ko
ninklijke loge, welke op schier onnavolg
bare wijze uit de daarvoor door de deelne
mers aan het défilé bijeengebrachte gelden,
in een bloemhof Was herschapen.
Deze eerewacht der adelborsten en cadet-
tne, die op 6 September 1S9S voor het Ko
ninklijk Paleis te Amsterdam stonden op
gesteld, bestond uit 64 personen.
Het plan, om thans uit deze oud-cadetten
en -adelborsten opnieuw een eerewacht te
vormen, rijpte tegelijkertijd Dij een oud-
adelborst, kolonel Romswinckel, en een
oud-cadet, generaal Kiès. Kolonel Roms
winckel was echter persoonlijk door ver
blijf in het buitenland tot zijn leedwezen
verhinderd aan de eerewacht deel te nemen.
Thans waren het een 18-tal oud-cadetten
en IS oud-adelborsten die aan hun Ko
ningin dezelfde eer bewezen als 35 jaren
geleden.
Ook de Koningin-Moeder was, ondapks
het feit, dat zij slecht ter been is, per auto
van Soestdijk gekomen, om in de Konin
klijke loge een gedeelte van het programma
bij te wonen, hetgeen zeer op prijs werd
gesteld.
Toen de Koningin had plaats genomen,
brak onder de moer dan dertig duizend be
langstellenden in het Stadion, die zich, ge
trouw aan de desbetreffende waarschuwin
gen, bij het binnenrijden van den stoet al-
ieen van hun plaatsen hadden verheven,
doch zich grootcndeels van bijvalsbetuigin
gen hadden onthouden om het schichtig
worden van de paarden te voorkomen, een
oorverdoovend gejuich los.
Wel buitengewoon imposant was de aan
blik van het Olympische bolwerk! Trotsch
droeg het zijn vroolijk wapperende vlagge-
tooi en den Koninklijken Standaard, maar
ook was liet daarbinnen, overal waar men
den blik liet ronddwalen, één viaggcnzee,
wijl het publiek bij het binnenkomen vlag
getjes. van oranje en oranje-blanje-bleu
gelukkige gedachte van het Uitvoerend
Comité! waren aangeboden. De muziek, op
het middenveld ter weerszijden van de open
zijvakken aanwezig, werd verzorgd door de
Koninklijke Militaire Kapel te Den Helder
en door de Koninklijke Militaire Kapel te
Den Haag; te twee uur reeds hadden zich
ook de ongeveer vierhonderd ruiters van
het ruiter-défilé opgesteld, alsmede, bij de
Marathonpoort, een duizendtal zangers en
zangeressen.
Groote officieele belangstelling
Tot het geven van de noodige inlichtin
gen waren aangewezen: voor Hare Ma
jesteit de heer F. H. Lotgering, voor de
Koningin-Moeder de heer G. Verhoef,
voor de Prinses de heer J. C. W.'Thoo-
len, en voor den Prins de heer A. E. G.
van Hoogenhuyze.
Zeer groot was het .antal -i oogwaardig-
heidshekleeders, dat do liuldebe'ooging bij
woonde. De vakken onder de Koninklijke
loge waren gevuld met de, naar titel en
rang, voornaamste personen van den lande.
F,r waren, met den Minister-President, Dr.
H. Col ij n. Ministers, gezanten, kerkelijke
hoogwa arrl i gh ei dsbekl eeders, commissa ris
een der Koningin uit verschillende provin
cies, vertegenwoordigers van Eerste <*n
Tweede Kamer, van den Raad van State,
de hoogste militaire autoriteiten en andere
voorname persoonlijkheden.
Het voor verschillende hooge ambtsdra
gers gereserveerde gedeelte was overigens
ingenomen door eenige honderden burgo-
meesters uit steden en dorpen, allen met
ambtsketen. En verder was hot stadion één
deinende massa van belangstellenden uil
stad en land. Tribunes waren bijgebouwd
om duizenden tevreden te kunnen stellen
en duizenden zouden er méér geweest zijn,
als er plaatsen beschikbaar waren geweest.
In de nabijheid van de Koninklijke loge
waren er ook plaatsen voor de leden van
het epre-comité, met zijn eere-voorzittor
Jhr. Mr. Dr. A. Röell, commissaris der
Koningin in Noord-Holland en Amster
dams Burgemeester, Dr. W. de V1 u e t,
die, der traditie getrouw, met den Koninklij
ken stoet naar het feestterrein was gere-
Forsch en zuiver klonk, als inzet van
deze zoo hij uitstek nationale betooging,
uit duizend geschoolde kelen van het door
Theo v. d. Bijl geleide zangkoor, over het
veld het Kroningslied van 1898: „Wees ge
groet met jubeltonen".
Toespraak Ds. Van Hoogenhuyze
Nadat de laatste klanken van het lied
zich in de ijle lucht hadden opgelost, sprak
Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, voor
zitter van de Commissie van Ad/ies, staan
de op een ter linkerzijde van do Lands
vrouwe opgestelden katheder, Hare Majes
teit als volgt toe:
Majesteit,
Het is mij als voorzitter van de Commis
sie van Advies een hooge eer om namens
het Uitvoerend Comité der jongeren op dit
historische oogenblik ITwe Majesteit te zeg
gen. hoe dankbaar het Nederlandsche volk
is, dat Uwe Majesteit deze hulde heeft wil
len in ontvangst nemen.
Heden stroomt er een vloedgolf van vreug
de door ons volk, omdat het dankbaar ge
denken mag, dat Uwe Majesteit, vijf en der
tig jaren lang den scepter draagt door God
in Uwe handen gelegd.
Nederland is dankbaar aan God, die aan
ons land en volk Uwe Majesteit schonk.
Nederland is dankbaar aan Uwe Majesteit,
voor de groote trouw en zeldzame toewij
ding waarmede Uwe Majesteit al die jaren,
waarvan er vele uitermate moeilijk warep,
Haar Koninklijke taak heeft vervuld.
Fén eenig partijloos juichend volk heeft
zich heden .n het Amsterdamsche Stadion
vereenigd om aan Uwe Majesteit een natio
nale hulde te brengen, daartoe gedreven
Tot jong Nederland
Te midden der feestvreugde te Amsterdam heeft heden
middag in het Olympisch Stadion aldaar H. M. de Koningin
de volgende rede uitgesproken; welke wij, gelukkig, nog in de
laatste edities van ons blad kunnen opnemen:
Mijnheer de Voorzitter,
Het is mijn wensch persoonlijk Neerlands Jongeren, die
de voorbereiding van deze grootsche en indrukwekkende
betooging op zich namen, en allen die zich opmaakten daar
aan deel te nemen, mijn hartgrondigen dank te betuigen
voor dit blijk van hun aanhankelijkheid en trouw, nu ik
35 jaren zoo nauw aan mijn Volk verbonden ben geweest.
Hierbij gedenk ik ook de talloos velen, die deze ure uit de
verte met ons medeleven, zoo in het Vaderland als in Neder
land onder de keerkringen, en breng hen daarvoor mijn
bijzondere erkentelijkheid.
Als ik op dit tijdperk terugzie, dan is het met een hart
vol dankbaarheid voor al het schoone en goede, dat ik van
mijn Volk heb mogen ondervinden, dan word ik steeds
opnieuw getroffen door de bewijzen van verknochtheid en
den steun mij, niet het minst in moeilijke en zorgvolle dagen
ten deel gevallen en welke ik thans, in deze ure, andermaal
op ondubbelzinnige wijze ondervind.
Pogen mijn plicht te vervullen tegenover het Vaderland
is mij in donkere tijden meer dan ooit een voorrecht en bron
van blijdschap, waar ik mij gedragen weet door Uw trouv/
en medeleven.
De Nationale gedachte bindt ons hier allen te zamen.
Wij willen ons zelf zijn en blijven.
Wij willen voortbouwen op de grondslagen door onze
Vaderen gelegd, Ons bewust van onze roeping tegenover ons
zelf en in het groote gezin der Volkeren. L
Wij willen putten'uit de schatten ons door een groot
Voorgeslacht nagelaten, overtuigd daarin te allen tijde over
vloedig te vinden hetgeen wij behoeven om met taaie vol
harding en zich steeds weer vernieuwende kracht te streven
naar de aanpassing hij gewijzigde wereldomstandigheden,
welke onder Gods zegen ons weer een gelukkige toekomst
brengen kan.
Ik bid God om wijsheid en sterkte om U in den tijd die
vóór ons ligt vastberaden daarin voor te gaan.
Mij thans in het bijzonder richtend tot de Jongeren
wensch ik tot hen een woord van oprechte waardeering te
spreken voor "den ijver en de voortvarendheid welke zij
hebben aan deL dag gelegd bij de voorbereiding van deze
voor mij onvergetelijke ure en voor hun trouw en toewijding
aan mij en mijn Huis. Een schoone toekomst zij voor hen
weggelegd indien zij langs de beproefde wegen, zooeven door
mij aangeduid, straks hun krachten gaan wijden aan den
opbouw van het tijdperk dat voor ons ligt. Waar zij in de
groote figuren die Nederland heeft voortgebracht de idealen
verpersoonlijkt zien welke ook zij nastreven, zullen zij er
krachtig toe kunnen bijdragen het schoonste uit onze historie
in heden en toekomst te doen voortleven in zich steeds ver-
nieuwenden en verjongenden yorm.
Ten besluite richt ik mij tot U allen, ouderen en jongeren
te zamen, ja tot de bevolking van geheel het Rijk, om als
één en ondeelbaar Volk de handen ineen te slaan, teneinde
eendrachtig samen te werken om dezen zorgvollen tijd te
boven te komen.
Als van zelf gaat ons aller blik naar onze fiere drie
kleur, symbool van ons willen en kunnen, zinnebeeld bovenal
van ons dierbaar Vaderland. Zij waaie steeds over de
Wereldzeeën tot in de verste landen en doe daar kond van
onze eendracht en onze wilskracht.
Leve het Vaderland!
Hoezee!
enkel en alleen door de innige liefde voor
Uwe Majesteit, die er leeft in de harten
van Neerlands volk.
En nu is dit het bijzondere van deze hul
diging, dat die is voorbereid en uitgevoerd
HET FEEST DER KONINGIN
Vandaag is het meer dan ooit het feest der Koningin, dat heel Nederland blijde en
dankbaar met Haar meeviert. En 't is vooral Jong Nederland, dat vandaag het oude
verbond met het roemruchte Vorstenhuis als vernieuwt. Aalsmcerschp meisjes brachten
de jubileerende Koningin een fleurige bloemenhulde, die door Hare Majesteit met zicht
bare ingenomenheid werd aanvaard.
door Neerlands jongeren die nu nog staande
in den bloei der jeugd, straks de plaatsen
zullen innemen door de ouderen ledig ge
laten, en die heden aan Uwe Majesteit en
aan heel het Koninklijk Huis willen too-
nen dat er een jong Nederland is, dat on
verzwakt en ondubbelzinnig zich schaart
om Uwer Majestcits troon. Een jong Neder
land op hetwelk Uwe Majesteit rekenea
kan, dat ten alle tijde bereid is om, als dat,
wat God verhoede, ooit noodig zou zijn, al
les voor Uwe Majesteit op te offeren.
Uwe Majesteit aanvaarde deze hulde als
een bewijs dat in het hart vun Neerlands
volk onuitroeibaar is vastgelegd de liefde
voor Uwe Majesteit en voor het Huis van
Oranje, waaraan het, naast God. zooveel
heeft te danken.
Laten de tijden moeilijk zijn en de ho
rizon donker, wij weten da^ boven het We
reldgebeuren de Almachtige God staat, en
Hem willen wij bidden, dat, trots alle stor
men van den tijd, Nederland en Oranje on
verbreekbaar één mogen blijven.
En als zoo straks uit de monden van deza
vele duizenden liet aloude „Wilhelmus" zal
opklinken, dan is dat méér dan het zingen
van ons Volkslied, dan wordt daarin ver
tolkt de bede dat God Uwe Majesteit en
Haar Huis nog vele jaren voor ons land en
ons volk sparen moge.
W1 willen dat zoggen allen te zamen met
deze drie woorden: Leve de Koningin 11
Na deze toespraak luidsprekers maak
ten haar tot in alle hoeken van het Stadion
verstaanbaar beeft, onder "dondsche stil
te van het duizendkoppige gehoor, Hare
Majesteit de Koningin liet woord genomen
en de rede uitgesproken welke men hier
boven vindt afgedrukt.
(Zie vervolg blz. 10)
HOOFDKANTOOR OPSL*OPL*ATSEN:
OOSTZEEDIJK No. 228, R'DAM
ZAGERIJ EN SCHAVERIJ:
NASSAUHAVEN BGEREGAT