ïüruiur ^Triitsrijr (iTourant DE DUIZENDEN DEFILEEREN HET BEGINSEL HANDHAVEN Het Nationaal Huldebetoon aan H.M. de Koningin Het woord der Koningin ÜV. HOUTHANDEL V.H. J. VAN SCHIJNDEL CO. kSONNCHBNli 'er kwartaal In Lelden en In plaat ■en waar 'd egontsrhap gevestigd ls ƒ2.35 Franco per post 2J5 portokosten Pei week ƒ0.18 Voor het Buitenland bij wekelijk- iche tending «4.50 Bu dageiijksche zending „5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad VVi cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Bureau: Breesti-iat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 4065 ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1933 ADVERTENTIES Van 1 tot 6 regelsI.17V? Tlke regel meerH2ZVS r.gez. Mpdedeellngen van 1—5 regels 2.31 Elke regel meer0.1'. Bl| contract helangriike korting. Voor bei bevragen aan "t bureau wordt bprekeno f '0 14e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD Doch de toepassing dagelijks herzien Wij, die Christus willen belijden, niet alleen in eigen hart en huis cf eenigszins afgesloten Christelijke le venskring, maar ook daarbuiten, mo gen er ons wel diep van doordringen, dat wij in een grootsche, fel-geschokte en v.eel-bewogen tijd leven. Een periode welke ons in versneld tempo nader brengt tot die volheid der tijden, welke God in Zijn raad bepaald heeft voor de wederkomst van Christus en de ver nieuwing van hemel en aarde. Wee ons, indien wij in de machtige beroeringen, welke thans over de aar de en haar volkeren gaan, niets ver staan van het allesbeheerschende Ma- ranatha. Niet in die zin, dat wij ge lijk eertijds het geval was bij dweep zieke naturen en onvaste Bijbellezers in werkelooze meditatie wachten op het laatste oordeel; maar op de wijze, welke de Heiland in zoo menige para bel gepredikt heeft: Waakt dan en wacht, met brandende lampen, want gij weet niet in welke ure de Zoon des menschen komen zal. Waken en waakzaam zijn, dat was de telkens terugkeerende vermaning; letten op de teekenen der tijden, niet met laakbare nieuwsgierigheid en eigenwillige activiteit of passiviteit; maar in een gehoorzaamheid, welke tot kinderlijk en gewillig volgen bekwaam maakt. Wie deze waakzaamheid betracht, mijdt overijling en een haastig oordeel. Hjj jubelt niet al te gauw over nieuwe richtingen en klaterende ideeën, maar wil ze laten betijen. Hij is niet van meening, dat elke partij van tijd tot tijd zich plotseling behoort te vernieu wen, maar gelooft aan geleidelijke, nimmer ophoudende reorganisatie en heroriënteering. Gamaliël was de leermeester van Paulus en wanneer de leerling eenigs zins op den meester geleek, dan zal de wijze farizeër geen weifelaar en sloomc figuur geweest zijn. Maar diezelfde Gamaliël, een leeraar der wet en in waarde gehouden bij al het volk, maan de de Joodsche raad tot groote voor zichtigheid in optreden tegen de apos telen (Hand. 5 34 en v.v.) Hij wees op de snelle opkomst van valsche leer aars als Theudas en Judas de Galileër, die veel volk afvallig maakten, doch wier invloed spoedig gebroken was. En hij concludeerde daaruit, dat het gera den was om de apostelen voorloopjg hun gang te laten gaanals het men- schenwerk is, zal het wel spoedig ge broken worden; doch „indien het uit God is, zoo kunt gij dat niet breken". Deze vermaning geldt voor alle eeuwen en voor alle leer of stelsel. Be proeft alle dingen, toets ze aan het Woord en behoudt het goede. Wees noch conservatief, noch radicaalmaar sla nauwkeurig acht op elke nieuwe strooming en elke opkomende bewe ging. Doch oordeel vooral niet te haas tig en nooit op losse gronden. Hier ontmoeten we nu een vraag ons dezer dagen door „een club, welke de anti-rev. beginselen bestudeert'ge steld. Een vraag, welke we eenigszins verbreeden willen, zonder aan de wer kelijke inhoud te kort te doen, en die kort gezegd, hierop neerkomt: is hor- oriënteering der Christelijke partijen niet eisch des tijds? Men kan op deze vraag, zóó gesteld, evengoed met ja als met neen antwoor den. (De club geeft wel een nadere pre ciseering, doch daarover spreken we Tater) Een partij, een groep, welke bang is voor zelfcritiek en voortdurende ver nieuwing, vermoordt zich zelfsterft, langzaam maar zeker den verstikkings dood. Derhalve heroriënteering, weder geboorte, vernieuwing, altijd door. Echter, geen verschuiving van de basis; niet het leggen van nieuwe grondslagenniet het bouwen op ander fundament. Want dat zou geen her oriënteering zijn, doch verlating van het beginsel, verloochening van het principe. Waarom blijkt in deze dagen zoo dui- delk de zwakheid en vooshe;d der S. D. A. P.? Omdat deze, in ongunstige zin, een echte realiteitspartij is; d. w. z. omdat zij doel en richting laat bepalen door de omstandigheden. Deze zijn in de laatste jaren, maanden en weken radicaal veranderd en daarom*, zoo eischt of zucht menig partijgenoot, zul len wij ons geheele program moeten herzien. Wie slechts vraagt naar wat profijtelijk is, moet onveranderlijke beginselen als lastige ballast beschou wen. Zoo kunnen en mogen de Christelijke partijen niet redeneeren. Zij getroosten het zich, dat zij in betrekkelijke zin, conservatief zijn. Immers, het essen- tieele, het werkelijk-beslissende van haar program ligt en rust niet in men- schelijke wijsheid of inzicht, maar in iets, dat onafhankelijk yan en buiten de menschelijke rede bestaat: de wel Gods. Leidt dit tot verstarring? Het is mo gelijk, maar dan ligt de oorzaak in de botheid en traagheid van den mensch, die de geesten welke de publieke opinie heinvloeden, niet beproeft, doch uit de weg gaat. Van die tijden spreekt de geschiede nis. Van een, o zoo vroom, doch o, zoo dor en dood Christendom; dat zonder bezwaar in de wereld geduld werd, om dat het de wereld aan zich zelf overliet. Met recht kon men toen zeggen, dat er heroriënteering noodig was. Dat ging niet gemakkelijk: de mannen der Reveil werkten er aan; Da Costa en Bilderdijk met ongekende moed en geestdrift; Groen van Prinsterer met logische wetenschap en onbuigzame overtuiging; totdat het ten slotte aan Kuyper en Lohman en Elout (om ons tot het Protestantsche Christendom te bepalen, hoewel er bij de Roomsch- Katholieken eenzelfde lijn te trekken valt) gelukte om de heroriënteering duidelijk aan ons volk te laten zien en praktisch tot ontplooiing te brengen. Die periode is feitelijk afgesloten, zegt men. En thans gaat de gerechte roep uit tot 'n nieuwe heroriënteering. Vooral onder de jongeren. Het is ons wel. Uit de beroering de zer tijden moet iets anders geboren worden, dan wij nu hebben. En zeer waarschijnlijk zullen in de lijn der ge leidelijkheid wel schokkende verheven heden komen. Deze dingen vragen volle belangstel ling. En, als het moet, ongewone aan passing aan de eischen van deze tijd. Maar dan altijd volgens de oude regel, dat ons volkskarakter, zooals het door ons Oranje geleid, onder invloed dei- Hervorming, zijn stempel ontving, ont wikkeld wordt overeenkomstig de ge wijzigde volkstoestand, in een vorm, welke voldoet aan de behoeften van onze t(jd. Daar ligt alles in: ook het zoeken naar nieuwe wegen en het grijpen van nieuwe mogelijkheden. Als wij daarbij maar niet in de groote dwaling verval len, dat er tijden zijn, waarin we met 'n geheel nieuw politiek en economisch stelsel gereed moeten staan om de nieuwe behoeften van onze tijd op te vangen. Zoo is het niet en over het tempo behoeven we ons ook niet ongerust te maken. De vraagstukken en moeilijk heden komen vanzelf op ons af. De toestanden veranderen, nu eens lang zaam en dan met schokken; de ideeën marcheeren, nu eens stapvoets en dan galop en dus hebben we ons telkens te heroriënteeren. Wat ons daarbij ongerust mag en moet maken is de vraag of wij geeste lijk en wat onze overtuiging betreft, wel voldoende gedisponeerd en voor bereid zijn om met behoud van het on veranderlijke beginsel de juiste toepas sing te maken en aanpassing te vinden. Nooit kan een stelsel, een partij leus het grondbeginsel vervangen. Wie zijn hoop op een stelsel bouwt, lijdt vroeg of laat schipbreuk. En zoo komen we ook thans weer tot de conclusie, dat in alle tijden, maar vooral in bewogen dagen, vastheid van beginsel en ernstige beginselstudie noo dig zijn als brood. Want dan alleen leeren we het juiste antwoord op de aanstormende levensvragen vinden. Wie de oorzaak kent, kan de gevol gen beoordeelen. Wie de weg niet weet, moet zich door anderen laten leiden. En dan staat het gevaar te vreezen, waar van deze droeve klacht getuigt: Mijn volk gaat verloren, omdat het geen kennis heeft. Waken en waakzaam zijn; dan komt de heroriënteering vanzelf en zonder beginselverzaking. Grootsche manifestatie van Irouw aan Oranje Het hedenmiddag plaats gehad hebbend huldebetoon aan H. M. de Koningin, waar toe Amsterdam als hoofdstad, ter gelegen heid van het 35-jarig regeerings jubileum onzer Landsvrouwe, het initiatief genomen had, maar hetwelk overigens een volkomen nationaal karakter droeg, heeft het peil mo gen bereiken van een groote cn grootsche manifestatie door het Nederlandsche volk, welke bij de ouderen ongetwijfeld in de herinnering heeft teruggeroepen de groote momenten, in 1S9S in de hoofdstad meege maakt bij de inhuldiging der toenmaals 18-jarige vorstin. De vele duizenden, die in het Olympisch Stadion geen plaats onbezet hadden gela ten, de enorme menschenmassa, welke den terugtocht van het Koninklijk Gezin van het Stadion naar het Paleis op den Dam door de onafgebroken haag van de duizen den deelnemers aan het défilé verbeidde, hebben, de eersten door hun laaiende geest drift en de laatsten door het geduld, waar mede zij urenlang op den Koninklijken Stoet hebben gewacht, overduidelijk blijk gegeven van hun trouw aan en hun warme sympathie voor het Huis van Oranje, ter wijl zeer zeker ook vele tienduizenden in den lande, alsmede in onze overzreeschc be zittingen, in hun huiskamers met ontroe ring geluisterd zullen hebben naar de per radio uitgezonden toespraak van hun vorstin. Naar het Stadion. Om twee uur vertrok de Koninklijke fa milie van het Paleis naar het Stadion, geze ten iu een met vier a la daumont bereden paarden bespannen calèche. rs Het was op dat oogcnblik, dat het tot in verren omtrek hoorbare gedaver van de saluutschoten uit de kanonnen van den in de gepavoiseerde haven liggenden oorlogs bodem „Heemskerck" zich mengde met het gebeier der klokken op kerken en gemeen tetorens en met het geloei der sirenes van talrijke fabrieken en maatschappijen in de hoofdstad. Het sirene-geloei nam na onge veer-vijf minuten een einde, doch het ge dreun van het geschut en het stemmige klokgebeier verstomde eerst toen het Ko ninklijk Gezin na de rit door de vlaggende stad, toegejuicht en toegewuifd door de dui zenden langs de wagen geschaarde belang stellenden, van wie talloozen het oranje droegen, het Stadion had bereikt. Door de trotsclie Marathon poort reed de prachtige calèche tot vóór de eere-tribune, waar de Koningin werd ontvangen dooi den voorzitter van de uit leden van het eere-comité gevormde Commissie van Ad vies, Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, die vervolgens aan Hare Majesteit voor stelde de leden van het Uitvoerend Comité, t.w. de heeren F. K. Lotgering, voorzit ter, J. C. W. T h o o 1 e n, vice-voorzitter, E. A. G. yan Hoogenhuyze, secretaris, G. Verhoef, penningmeester, K. Schou ten en G. H. .Toosten. Het Vorstelijk Gezelschap begaf zich hierna over den uitgelegden looper, tus- schen een eere-wacht van lien, die in 1898 eveneens te Amsterdam, als cadet en adel borst de eerewacht van het Paleis naar de Nieuwe Kerk hadden gevormd, naar de Ko ninklijke loge, welke op schier onnavolg bare wijze uit de daarvoor door de deelne mers aan het défilé bijeengebrachte gelden, in een bloemhof Was herschapen. Deze eerewacht der adelborsten en cadet- tne, die op 6 September 1S9S voor het Ko ninklijk Paleis te Amsterdam stonden op gesteld, bestond uit 64 personen. Het plan, om thans uit deze oud-cadetten en -adelborsten opnieuw een eerewacht te vormen, rijpte tegelijkertijd Dij een oud- adelborst, kolonel Romswinckel, en een oud-cadet, generaal Kiès. Kolonel Roms winckel was echter persoonlijk door ver blijf in het buitenland tot zijn leedwezen verhinderd aan de eerewacht deel te nemen. Thans waren het een 18-tal oud-cadetten en IS oud-adelborsten die aan hun Ko ningin dezelfde eer bewezen als 35 jaren geleden. Ook de Koningin-Moeder was, ondapks het feit, dat zij slecht ter been is, per auto van Soestdijk gekomen, om in de Konin klijke loge een gedeelte van het programma bij te wonen, hetgeen zeer op prijs werd gesteld. Toen de Koningin had plaats genomen, brak onder de moer dan dertig duizend be langstellenden in het Stadion, die zich, ge trouw aan de desbetreffende waarschuwin gen, bij het binnenrijden van den stoet al- ieen van hun plaatsen hadden verheven, doch zich grootcndeels van bijvalsbetuigin gen hadden onthouden om het schichtig worden van de paarden te voorkomen, een oorverdoovend gejuich los. Wel buitengewoon imposant was de aan blik van het Olympische bolwerk! Trotsch droeg het zijn vroolijk wapperende vlagge- tooi en den Koninklijken Standaard, maar ook was liet daarbinnen, overal waar men den blik liet ronddwalen, één viaggcnzee, wijl het publiek bij het binnenkomen vlag getjes. van oranje en oranje-blanje-bleu gelukkige gedachte van het Uitvoerend Comité! waren aangeboden. De muziek, op het middenveld ter weerszijden van de open zijvakken aanwezig, werd verzorgd door de Koninklijke Militaire Kapel te Den Helder en door de Koninklijke Militaire Kapel te Den Haag; te twee uur reeds hadden zich ook de ongeveer vierhonderd ruiters van het ruiter-défilé opgesteld, alsmede, bij de Marathonpoort, een duizendtal zangers en zangeressen. Groote officieele belangstelling Tot het geven van de noodige inlichtin gen waren aangewezen: voor Hare Ma jesteit de heer F. H. Lotgering, voor de Koningin-Moeder de heer G. Verhoef, voor de Prinses de heer J. C. W.'Thoo- len, en voor den Prins de heer A. E. G. van Hoogenhuyze. Zeer groot was het .antal -i oogwaardig- heidshekleeders, dat do liuldebe'ooging bij woonde. De vakken onder de Koninklijke loge waren gevuld met de, naar titel en rang, voornaamste personen van den lande. F,r waren, met den Minister-President, Dr. H. Col ij n. Ministers, gezanten, kerkelijke hoogwa arrl i gh ei dsbekl eeders, commissa ris een der Koningin uit verschillende provin cies, vertegenwoordigers van Eerste <*n Tweede Kamer, van den Raad van State, de hoogste militaire autoriteiten en andere voorname persoonlijkheden. Het voor verschillende hooge ambtsdra gers gereserveerde gedeelte was overigens ingenomen door eenige honderden burgo- meesters uit steden en dorpen, allen met ambtsketen. En verder was hot stadion één deinende massa van belangstellenden uil stad en land. Tribunes waren bijgebouwd om duizenden tevreden te kunnen stellen en duizenden zouden er méér geweest zijn, als er plaatsen beschikbaar waren geweest. In de nabijheid van de Koninklijke loge waren er ook plaatsen voor de leden van het epre-comité, met zijn eere-voorzittor Jhr. Mr. Dr. A. Röell, commissaris der Koningin in Noord-Holland en Amster dams Burgemeester, Dr. W. de V1 u e t, die, der traditie getrouw, met den Koninklij ken stoet naar het feestterrein was gere- Forsch en zuiver klonk, als inzet van deze zoo hij uitstek nationale betooging, uit duizend geschoolde kelen van het door Theo v. d. Bijl geleide zangkoor, over het veld het Kroningslied van 1898: „Wees ge groet met jubeltonen". Toespraak Ds. Van Hoogenhuyze Nadat de laatste klanken van het lied zich in de ijle lucht hadden opgelost, sprak Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, voor zitter van de Commissie van Ad/ies, staan de op een ter linkerzijde van do Lands vrouwe opgestelden katheder, Hare Majes teit als volgt toe: Majesteit, Het is mij als voorzitter van de Commis sie van Advies een hooge eer om namens het Uitvoerend Comité der jongeren op dit historische oogenblik ITwe Majesteit te zeg gen. hoe dankbaar het Nederlandsche volk is, dat Uwe Majesteit deze hulde heeft wil len in ontvangst nemen. Heden stroomt er een vloedgolf van vreug de door ons volk, omdat het dankbaar ge denken mag, dat Uwe Majesteit, vijf en der tig jaren lang den scepter draagt door God in Uwe handen gelegd. Nederland is dankbaar aan God, die aan ons land en volk Uwe Majesteit schonk. Nederland is dankbaar aan Uwe Majesteit, voor de groote trouw en zeldzame toewij ding waarmede Uwe Majesteit al die jaren, waarvan er vele uitermate moeilijk warep, Haar Koninklijke taak heeft vervuld. Fén eenig partijloos juichend volk heeft zich heden .n het Amsterdamsche Stadion vereenigd om aan Uwe Majesteit een natio nale hulde te brengen, daartoe gedreven Tot jong Nederland Te midden der feestvreugde te Amsterdam heeft heden middag in het Olympisch Stadion aldaar H. M. de Koningin de volgende rede uitgesproken; welke wij, gelukkig, nog in de laatste edities van ons blad kunnen opnemen: Mijnheer de Voorzitter, Het is mijn wensch persoonlijk Neerlands Jongeren, die de voorbereiding van deze grootsche en indrukwekkende betooging op zich namen, en allen die zich opmaakten daar aan deel te nemen, mijn hartgrondigen dank te betuigen voor dit blijk van hun aanhankelijkheid en trouw, nu ik 35 jaren zoo nauw aan mijn Volk verbonden ben geweest. Hierbij gedenk ik ook de talloos velen, die deze ure uit de verte met ons medeleven, zoo in het Vaderland als in Neder land onder de keerkringen, en breng hen daarvoor mijn bijzondere erkentelijkheid. Als ik op dit tijdperk terugzie, dan is het met een hart vol dankbaarheid voor al het schoone en goede, dat ik van mijn Volk heb mogen ondervinden, dan word ik steeds opnieuw getroffen door de bewijzen van verknochtheid en den steun mij, niet het minst in moeilijke en zorgvolle dagen ten deel gevallen en welke ik thans, in deze ure, andermaal op ondubbelzinnige wijze ondervind. Pogen mijn plicht te vervullen tegenover het Vaderland is mij in donkere tijden meer dan ooit een voorrecht en bron van blijdschap, waar ik mij gedragen weet door Uw trouv/ en medeleven. De Nationale gedachte bindt ons hier allen te zamen. Wij willen ons zelf zijn en blijven. Wij willen voortbouwen op de grondslagen door onze Vaderen gelegd, Ons bewust van onze roeping tegenover ons zelf en in het groote gezin der Volkeren. L Wij willen putten'uit de schatten ons door een groot Voorgeslacht nagelaten, overtuigd daarin te allen tijde over vloedig te vinden hetgeen wij behoeven om met taaie vol harding en zich steeds weer vernieuwende kracht te streven naar de aanpassing hij gewijzigde wereldomstandigheden, welke onder Gods zegen ons weer een gelukkige toekomst brengen kan. Ik bid God om wijsheid en sterkte om U in den tijd die vóór ons ligt vastberaden daarin voor te gaan. Mij thans in het bijzonder richtend tot de Jongeren wensch ik tot hen een woord van oprechte waardeering te spreken voor "den ijver en de voortvarendheid welke zij hebben aan deL dag gelegd bij de voorbereiding van deze voor mij onvergetelijke ure en voor hun trouw en toewijding aan mij en mijn Huis. Een schoone toekomst zij voor hen weggelegd indien zij langs de beproefde wegen, zooeven door mij aangeduid, straks hun krachten gaan wijden aan den opbouw van het tijdperk dat voor ons ligt. Waar zij in de groote figuren die Nederland heeft voortgebracht de idealen verpersoonlijkt zien welke ook zij nastreven, zullen zij er krachtig toe kunnen bijdragen het schoonste uit onze historie in heden en toekomst te doen voortleven in zich steeds ver- nieuwenden en verjongenden yorm. Ten besluite richt ik mij tot U allen, ouderen en jongeren te zamen, ja tot de bevolking van geheel het Rijk, om als één en ondeelbaar Volk de handen ineen te slaan, teneinde eendrachtig samen te werken om dezen zorgvollen tijd te boven te komen. Als van zelf gaat ons aller blik naar onze fiere drie kleur, symbool van ons willen en kunnen, zinnebeeld bovenal van ons dierbaar Vaderland. Zij waaie steeds over de Wereldzeeën tot in de verste landen en doe daar kond van onze eendracht en onze wilskracht. Leve het Vaderland! Hoezee! enkel en alleen door de innige liefde voor Uwe Majesteit, die er leeft in de harten van Neerlands volk. En nu is dit het bijzondere van deze hul diging, dat die is voorbereid en uitgevoerd HET FEEST DER KONINGIN Vandaag is het meer dan ooit het feest der Koningin, dat heel Nederland blijde en dankbaar met Haar meeviert. En 't is vooral Jong Nederland, dat vandaag het oude verbond met het roemruchte Vorstenhuis als vernieuwt. Aalsmcerschp meisjes brachten de jubileerende Koningin een fleurige bloemenhulde, die door Hare Majesteit met zicht bare ingenomenheid werd aanvaard. door Neerlands jongeren die nu nog staande in den bloei der jeugd, straks de plaatsen zullen innemen door de ouderen ledig ge laten, en die heden aan Uwe Majesteit en aan heel het Koninklijk Huis willen too- nen dat er een jong Nederland is, dat on verzwakt en ondubbelzinnig zich schaart om Uwer Majestcits troon. Een jong Neder land op hetwelk Uwe Majesteit rekenea kan, dat ten alle tijde bereid is om, als dat, wat God verhoede, ooit noodig zou zijn, al les voor Uwe Majesteit op te offeren. Uwe Majesteit aanvaarde deze hulde als een bewijs dat in het hart vun Neerlands volk onuitroeibaar is vastgelegd de liefde voor Uwe Majesteit en voor het Huis van Oranje, waaraan het, naast God. zooveel heeft te danken. Laten de tijden moeilijk zijn en de ho rizon donker, wij weten da^ boven het We reldgebeuren de Almachtige God staat, en Hem willen wij bidden, dat, trots alle stor men van den tijd, Nederland en Oranje on verbreekbaar één mogen blijven. En als zoo straks uit de monden van deza vele duizenden liet aloude „Wilhelmus" zal opklinken, dan is dat méér dan het zingen van ons Volkslied, dan wordt daarin ver tolkt de bede dat God Uwe Majesteit en Haar Huis nog vele jaren voor ons land en ons volk sparen moge. W1 willen dat zoggen allen te zamen met deze drie woorden: Leve de Koningin 11 Na deze toespraak luidsprekers maak ten haar tot in alle hoeken van het Stadion verstaanbaar beeft, onder "dondsche stil te van het duizendkoppige gehoor, Hare Majesteit de Koningin liet woord genomen en de rede uitgesproken welke men hier boven vindt afgedrukt. (Zie vervolg blz. 10) HOOFDKANTOOR OPSL*OPL*ATSEN: OOSTZEEDIJK No. 228, R'DAM ZAGERIJ EN SCHAVERIJ: NASSAUHAVEN BGEREGAT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1