DE GODSDIENST
VAN
OUD-AMERIKA
WITTENBERG. DE LUTHERSTAD
De Madtlrpyramide in Mexico.
Evenals alle heidensche volken waren dp
oorspronkelijke bewoners van Amerika aan
hangers van het veelgodendom.
Een onnoemelijk aantal goden en godin
nen, geesten en demonen, dachten zij zich
in verband staande met hun leven hier in
al zijn schakeenngen (zonneschijn, regen,
vruchtbaarheid, oorlog, vrede, menschelijk"
ervaringen, hartstochten, enz.), alsook mei
het hiernamaals. Immers ondanks de eigen
schappen, welke betrekking hebben op "s
menschen hoogmoed en begeerte (eigen
dunk, rijkdom, macht, aanzien, enz.) ge
voelden zich die primitieve volksstammen
volstrekt afhankelijk van hoogere machten,
menschen in den overtreffenden trap, dus
ook met allerlei gebreken. Het was daarom
noodzakelijk om ze allen, maar bij name de
demonen en de godheden der onderwereld,
gunstig voor zich te stemmen, waarbij het
opmerkelijk is, dat door de Spanjaarden bi|
hun komst in de nieuwe wereld ook een
tempel gevonden is, gewijd „Aan den on
bekenden god!" vgl. wat Paulus op den
Areopagus tot de Atheners zeide, Hande
lingen 17 23..
Een der hoofdgoden was Quetzalcohuat',
„de witte god" met den golvenden baard, de
zonnegod, de god van de vier windstreken,
die alle heil en welvaart kon schenken,
wiens symbolen waren de gevederde slang
het kruis (zonnerad, swastika) en de vuur
of dondersteen. Die god „met cTen wijden
mantel en de roode kruisen" (met bloed
doordrenkt) werd eerst door Spaansche
schrijvers en later door de Mormonen ver
eenzelvigd met onzen Heiland of ook we!
met een christen, die daar in de eerste
eeuwen onzer jaartelling het Evangelie zou
hebben verkondigd.
Afgedacht van het feit, dat zijn naam
ook gedragen werd door den laatst en vorst
der Tolteken, een man van groote wijsheid
en goedmoedigheid, zoodat het mogelijk is,
dat diens eigenschappen later op den god
zijn overgedragen, heeft het goede, groote,
nobele en verhevene, hetwelk men dien god
heeft toegeschreven, mede door het kruis-
teeken (zonnerad), dat steeds met zijn
dienst in verband stond, de onderzoekers
verleid in hem den Christus te zien. Ik ver
zuim hier niet om mede te deelen, dat de
Noormannen, toen zij tot het Christendom
overgingen, den Christus „den witten Chris
tus" noemden om Zijn gelijkenis met hun
vroegercn god Baldur, den schoone.
Er was aan Quetzalcohuatl, van wien de
Roodhuiden zeiden, dat hij naar het Oosten
vertrokken, eens wederkeeren zou, een tem
pel gewijd, die de heiligdommen der andere
oude volken ver overtrof. Dr J. Brouwer
geeft in zijn hoogst belangwekkend en goed
gedocumenteerd boek: „Hernan Cortes en
Monteczuma" (waarover afzonderlijk in:
„Boeken en Geschriften" in dit blad) een
beschrijving, die hij ontleent aan Spaansche
geleerden, waaruit blijkt, dat die tempel
van oeroude herkomst is, gebouwd op een
pvramide met afgeknotten top: een ontzag
wekkend monument met een basis van 427
mc-ter en een hoogte van 55 meter. Men
bedenke hierbij, dat het beroemde heilig
dom van Babel, de E-temen- an-ki-toren op
een grondslag stond van slechts 90 meter,
terwijl de lengte, breedte en hoogte van den
eigenlijken tempel van Babel, Gen. 11:4,
eveneens 90 meter was. De tempel in Mexico-
ïenochtitlan was zelfs eigenlijk een tempel
stad van bijna twee kilometer in omtrek,
eve.nals alle gevonden tempels in Amerika
gebouwd op pyramide-achtige hoogten, van
zwaren, gehouwen steen, driehoekig van
vorm en aan den voet ruim 30 meter in
doorsnee, met een trap naar het oosten van
111 treden.
Deze laatstgenoemde tempel was gewijd
san den oorlogsgod Huitzilopotchli.
Zijn beeltenis vertoonde een zeer breed
hoofd en gelaat, zijn oogen waren vreesaan
jagend en leelijk van vorm, en over 't gan-
sche lijf hingen tal van sieraden van edel
gesteente, goud, groote en kleine parels. Om
het lijf waren eenige gouden slangen ge
wonden, die eveneens met edelgesteenten
bezet waren; in de eene hand hield hij een
boog en in de andere enkele pijlen. Voorts
had hij naar een andere voorstelling een
vederbos op het hoofd, een masker half over
het gelaat, in de eene hand een gebogen
knots, in de andere een schild met een kruis
Veelgodendom. Reusachtige lempels en
paleizen.Priesters, monniken en nonnen.
Menschenotfers en Kannibalisme.
er op, terwijl een snoer van aaneen geregen
menschenliarten om zijn hals hing.
n de voornaamste goden der onder-
ld noem ik Rakalku, den god des
s, vereerd door een beeld, waarbij de
god eveneens een veer had op zijn hoofd,
reik beeld omringd was door zware steenen
fferblokken, een altaar van marmer in den
orm mogelijk van een leeuw, in vveiks
nuil wierook werd gedaan, een urn om hei
nenschenbloed op te vangen en twee staken.
Een niet minder verschrikkelijke god was
'ezcatepuca, de bewaker van de zielen
der afgestorvenen, voorgesteld door een
beeld, op welks borst kleine duiveltjes aan
gebracht waren, met staartjes als slangen.
Bij dezen god der onderwereld hoorde een
andere, Tetzcatlipoca geheetcn, de
god der waarheid, der gerechtigheid en
daarom ook der wraak. Als zoodanig werd
afgebeeld met een spiegel, waarin de
zonden der menschen konden aanschouwd
orden (Mexicaansche waarzeggers en
latere waarzegsters, ook in Europa, bedien
den en bedienen zich van een soort toover-
spiegel, oorspronkelijk gemaakt van een
eigenaardige steensoort, die glanzend was.
De profeet der Mormonen had ook zulk een
kijksteen, en «era daarom wel „peepstone
Joe". Joe met den kijksteen, gescholden.)
Tetzcatlipoca werd dan ook de god
der magie, der zwarte kunst, en daarom
ook de god der duisternis, der verschrik
kingen (Bildad sprak in zijn tweede rede
tot Job over „don Koning der verschrikkin
gen", Job. IS14). Als god der waarheid en
der gerechtigheid werd hij gesluierd voor-
Zelf kas tijding bij de Mongolen.
gesteld, maar tegelijk als een jeugdige,
schoone, bekoorlijke jongeling, wat wel in
verband zal gestaan hebben met het feit,
dat hij oorspronkelijk een der hoofdgoden
is geweest, wien eeuwig scheppende kracht
werd toegeschreven. Als god der wrake
hij verschillende gedaanten aan van
scheurende dieren, van katuil of ween
Een der meest op den- voorgrond tredende
godinnen was Cihuacohuatl, wier tee-
kening de SjDaansche schrijvers, als Torque-
mada, aan Eva deed denken, doch die
derzijds voorgesteld wordt als het inbegrip
aller verschrikkingen, en daarom vaak af
gebeeld met een doodskop en een offer
mes, de schrik der barende vrouwen. Merk
waardiger wijze komt ze steeds voor met
een slang, Gen. 3:1 v.
Het is duidelijk, dat de dienst voor
vele goden en godinnen een schare pries
ters eischte.
Er was dan ook onder de oerbevolking
van Amerika en later een priesterkaste in
verschillende rangorden met een hooge-
priester aan het hoofd, die ook grooten in
vloed uitoefenden op geheel het volksleven
in Staat en Maatschappij. Zij werden door
de Regeering geraadpleegd in alle gewich
tige zaken, vooral van oorlog en vrede; zij
waren daarom ook de waarzeggers, de ster-
rekundigen, die uit de vlucht der vogels,
Hiluecle godenmaskers van Quetzalcohuatl en Tezcallipoca, benevens een offermes,
het draaien van den wind, de kringen in
water, de ingewanden der geofferde
dieren en menschen, de sterren, enz. de toe
komst voorspelden. Maar ook zegen en
vloek uitspraken, wat mede gebeurde, als
zij door het lange vasten en door zelfkas
tijdingen en martelingen, totaal uitgeput in
een soort trance vervielen, en waanvoor
stellingen kregen. Behalve voor den gewo-
tempeldienst, waren zij ook aangewezen
als opvoeders en onderwijzers der jeugd.
Ze hadden dan ook allerlei klcedij, nu eens
gehuld in lange, zware nauwsluitende man
en rokken tot aan de voeten, met witte
kappen over het hoofd, plechtstatig voort
schrijdend als kanunniken, dan weer in
witte gewaden, die tot aan den grond af
hingen, en versierd waren met zwarte bloe
men, terwijl ze op hun hoofd een diadeem
loegen.
Uit deze priesters, van wie de hoogste rang
orde meest bestond en onder hen zes, die
de gelofte van kuischheid en matigheid af
legden, en om hun strenge levenswijze zeer
geacht waren (onder de Noormannen had
;n ook zes priesters van hoogere orde)
voornamen en aanzienlijken, zijn voort
gekomen die talrijke architecten, kunste
naars, bouwmeesters, beeldhouwers, die de
hoonste steden hebben aangelegd, mot
prachtige pleinen, breede straten, voorname
en, kolossale heiligdommen, reusachtige
godenbeelden, kunstig versierde altaren,
schitterende paleizen, maar ook de Staats
lieden en wetgevers, die hun volk tot orde,
recht, tucht, gehoorzaamheid en welvaart
hebben geleid.
Helaas ten koste van veelmenschen
bloed!
aiit wel werden allerlei dieren in groote
menigte op de altaren geslacht, maar het
allervoornaamste offer was toch en bleef
ïuwen lang het menschenoffer.
De groote gedachte beheerschte heel hun
godsdienst, dat er vergeving van zonden en
aanneming van offer en offeraar was door
liet bloed: „zonder bloedstorting was er geeri
'êrgeving" wie denkt niet aan Hebr.
9 22, vgl. Lev. 17: maar dat menschenbloed
den goden eigenlijk alleen aangenaam was.
Daarom waren er steeds offeraars onder
het volk en de priesters, die zichzelven op
alle mogelijke manier verminkten, hun ton
gen of ooren afsneden, hun lichaam kerf
den, waarbij wij denken aan de geschiede
nis op Karmel van Elia en de Baaispries
ters, 1 Kon. 18.
Men heeft in tal van grotten in Frankrijk,
Spanje, enz., als bijv. in die van Gargas,
Bcdeilhac, Trois frères. Los Evzes, Font de
Gaume, Altamisa, enz. afdrukken ontdekt
van menschenhanden, die opzettelijk met een
roode kleurstof waren ingesmeerd, en waar
van de vingers gedeeltelijk ontbraken, wat
met de zelfverminking als offer aan de goden
in verband stond. Volledigheidshalve voeg ik
er aan toe, dat de roode kleur, ook net
bloed, in de religie van Israël niet altijd, ge
lijk uitleggers beweren, in verband staat met
de gedachte der verzoening, maar ook dik
wijls met die van het eeuwig leven.
De ware offers waren derhalve menschen-
offers. Volgens sommige berichten werden bij
een inwijdingsfeest van een nieuw gebouw-
den tempel niet minder dan 62344 menschen
geslacht terwijl zeker is, dat slaven en krijgs
gevangenen dagelijks geofferd werden.-
Ook werden na da offeranden koekjes ge
geten die samengesteld waren uit gestampte
mais en menschennloed, terwijl een soort
doop ter inwijding in religieuse geheimen
ook bestond, van welke gebruiken de Spaan
sche priesters met de grootste verbazing
kennis namen, daar zij aan overeenkomst
met Christendom, doop en avondmaal
dachten.
Dat alles was evenwel niets andere dan na
volging van vroegere mysteriën, die in Mon
golië voorkwamen, zooals trouwens de go
denleer en heel de religie vooral naar Oost-
Azië wees, wat vergelijkende godsdienstwe
tenschap ons leert.
Met zijn steenen mes reet dan de dienst
doende priester het lichaam van het slacht
offer open, en sneed zoo vlug mogelijk het
hart er uit. waarna hij het over de lippen
van het afgodsbeeld streek, terwijl de open
gereten lichamen door het volk werden ver
slonden. De Spanjaarden hebben met dit af
schuwelijk bedrijf kennis gemaakt, en dik
wijls uit de verte moeten aanzien, dat hun
krijgsmakkers op de altaren werden geslacht,
en daarna opgepeuzeld.
Het brengen van menschenoffere treffen
we in de oudheid aan onder tal van volken,
en stond meest in verbinding met het kanni
balisme.
Wanneer we denken aan wat de profeet
Micha zegt: „zal ik mijnen eerstgeborene ge
ven (n.l. aan den Heere ten offerande) vooi
mijne overtreding, de vrucht mijns buik:
voor de zonde der ziel?", Micha 6:7 he
woord is een onderstelling met het oog op
het volgend vers, waaruit blijkt, dat zulks
Gode niet welgevallig is dan staat het
vast, dat helaas ook in Israël (men denke
maar aan Manasse en Achaz, koningen van
Juda), maar meer nog in het heidendom 't
menschenoffer een plaats had in de religie.
Phoeniciërs, Perzen, Arabieren, de natuur
volken in Britsch-Indiëj Australië, en de met
de Roodhuiden verwante Polynesiërs en Chi-
neezen brachten menschenoffere.
Door de offeranden werden de geofferden
één met de goden, en daarom werden door
die gemeenschap ook de lichamen der slacht
offers, nadat het hart er uit gehaald was,
opgegeten, opdat het volk aan zijn goden
deel zou hebben. Wat de Levietische we/
zegt „de ziel des vleesches ie in het bloed",
Lev. 1711, 14, werd bij de Azteken op lu
gubere wijze tot de daad gemaakt door het
uitsnijden van het hart en, het leggen er
van op het altaar, nadat het beeld der god
heid er mede bestreken was. Het daarmede
gepaard gaande kannibalisme was dan ook
Altaar voor offeranden aan de zon.
..l,J
Het beroemde Altaar der Schedels.
een godsdienstige ceremonie, evenals waar
schijnlijk de zonde van Sodom, die onder de
oudste bewoners van Amerika inheemsch
was, getuige het vinden van beeldjes, waar
op die zonde was voorgesteld, gelijk onder
andere heidensche natiën, zoodat mogelijk
ook de zonde in Gen. 18 beschreven, een reli-
gieusen ondergrond had.
De uitgesneden harten werden op het al
taar gelegd, omdat het vereenzelvigd werd
met de godheid. Eenzelfde gedachte vindt
men in Hebr. 13 10, waar de uitdrukking:
„wij hebben een altaar!" op Christus slaat,
die priester en offer, maar ook altaar en
offer was .En reeds vroeger in de merk
waardige plaats, waar de 12 kolommen Is
raël voorstellen, en het altaar God, Ex. 24 4.
Hierbij mag ik niet onvermeld laten, dat
men bij vele oervolken ook de gewoonte
had om de beenderen der gestorvenen rood
te kleuren, hetzij met bloed hetzij met een
soort menie, wat in verband stond met de
eeuwigheidsgedachte. Zelfs in het hol van
Mas d'Azil, Frankrijk, zijn zulke geverfde
menschen beenderen uit lang ven-logen tij
den aangetroffen en kiezelsteenen met rood
gekleurde kruisen en zonneraderen er op
(dienst van den zonnegod).
In ieder geval is het brengen van offers,
ook vap menschen, bij de oervolken, minder
voortgekomen uit een gevoel van zonde en'
schuld die boette men meest in dit leven,
want de Spanjaarden zagen dikwijls dieven
en andere misdadigers met stokken door
de justitie doodslaan als wel om de go
den gunstig te stemmen voor de vruchtbaar
heid van den bodem, bij ziekte en ongeval,
bij het uitbreken van een oorlog, enz.
Er waren onder die oudste bewoners van
Amerika ook monniken- en nonnenorden. De
monniken leefden geheel afgezonderd van
hun volksgenooten, die hen echter hoogelijk
vereerden om hun verschrikkelijke zelfkastij
dingen en gruwelijke martelingen, orn hun
vasten en bidden. De nonnen waren onge
huwde en gehuwde vrouwen, die om een of
andere reden öf voor een tijd öf voor heel
haar leven zich aan den tempeldienst ver
bonden, en daarom in verblijven achter ue
heiligdommen woonden, bewaakt enver
zorgd door oudere vrouwen.
M. H. A. VAN DER VALK.
De 450ste verjaardag van de geboorte
van Luther zal van 9 tot 13 September
te Wittenberg plechiig worden gevierd
Bchaag'lijk stil, eenvoudig en bescheiden
ligt Wittenberg, een der vermaardste steden
van Duitschland, anderhalf uur sneltrein
van Berlijn verwijderd op de helft van den
weg naar Halle, aan den rechteroever van
de Elbe. Niet, zooals te Rothenburg of te
Nördlingen, begroeten hier middeleeuwsche,
interessante gebouwen den toerist De stad
wordt niet beheerscht door een geweldigen
Dom, zooals Bamberg of Passau. Het karak
ter van de Noordduitsche laagvlakte vindt
men hier veeleer weer in straten en huizen
Overheerschend is het streng-protestantsche.
Maar toch heeft de stad door haar in Engel-
schen stijl aangelegde parken en plantsoe
nen, een vriendelijk en idyllisch uiterlijk
gekregen. De Lutherstad draagt haar ver
maardheid zonder staatsie of opschik. Oven
al worden wij aan deze vermaardheid her
innerd. De groote tijd van Wittenberg vindt
men echter meer dan aan de Gothische
gevels, gebouwen en monumenten, in het
interieur der kerken, in de huizen, waarin
de groote en beroemde mannen leefden en
werkten. Hier krijgt men den geweldigen
geest te bespeuren, welke een van de ge-
weldiggte bewegingen heeft aangevuurd:
de Hervorming. Hier werd een, voor
de geschiedenis der menschheid belangrijk
besluit genomen door een man, die zich,
vier eeuwen geleden, geroepen voelde, den
strijd tegen Rome te aanvaarden. Hier werd
de protestantsche kerk opgericht en haar
leer verkondigd aan duizenden studenten,
nadat Wittenberg, hetwelk in het begin van
de XVIde eeuw Universiteitsstad was ge
worden, zich door de verkondiging van de
Hervorming geweldig had ontplooid. Toen
Luther in het jaar 1517 zijn 95 thesen aan
het portaal van de „Schlosskirche" spijker
de en hiermede voor de eerste maal de ge
dachtenwisseling over de nieuwe leer open
de. was Wittenberg nog een zeer bescheiden
stadje. Eén dag maakte het vermaard, ont
rukte het aan de stilte en maakte het tot
middelpunt van een intellectueele strooming
welke haar invloed op de gansche wereld
uitoefende.
De roem van Wittenberg is verbonden aan
namen, welke uit de geschiedenis nimmer
zullen kunnen worden geschrapt: Luther,
Melanchthon, Buggenhagen, Lucas Cranach,
Dr Martin Luther.
de groote schilder uit het Frankische stadje
Kronach en de groote natuurkundige Weber,
die met Gauss, de grootste wiskundige van
zijn tijd, de eerste electrische telegraaf con
strueerde. Dit is slechts een greep uit de
lijst der beroemde mannen van Wittenberg.
De Hervorming vond ook den vorst, onder
wiens Regeering zij haar leer verkondigen
kon: Keurvorst Frederik de Wijze, een van
de verstandigste en geweldigste verschijnin
gen van zijn tijd. Hij bouwde het Slot, de
Slot-kerk, de Universiteit, de brug over de
Elbe. Hij verleende Luther en Melanchthon
bescherming en vrijheid. Hij benoemde
groote geleerden aan de Universiteit en be
steedde veel zorg aan het uiterlijk van de
stad. Helaas is van het oude VVittenberg,
zooals het toen, in het begin van dc XVIde
eeuw, ontstond, niet veel meer overgeble
ven. Door brand, oorlog en beleg zijn ge
bouwen en onschatbare waarden verwoest
Maar de interessante burgerhuizen, het Slo!
en de kerk zijn steeds weer verrezen uit de
puinen.
Een geweldige tijd wordt levend, wanneer'
wij voor de getuigen van dit tijdperk staan-
het I.uther-huis, hetwelk ontstond uit een
niet voltooid klooster der Augustijners en,
na het vertrek van de monniken, door den
Keurvorst aan Luther werd geschonken.
Hier heeft de Hervormer geleefd van 150S
tot 1546. Uit de verzamelingen van de „Lu-
therhalle" krijgt men een uitstekenden in
druk van de uitwerkingen der Hervorming,
van de eerste tijden af. De woonkamer van
Luther, een kostbare verzameling bijbels,
waardevolle handschriften en drukken uit
den tijd van de Hervorming, zijn hier voor
handen. In een bronzen schaal rust een der
beroemdste brieven van Luther, geschreven
aan Keizer Karei V te Worms, een brief,
welke echter nimmer ter bestemming is
aangekomen. Pierpont Morgan, de Ameri-
kaansche millionair kocht den brief, jaren
geleden, voor 30.000 dollar. Hij is door ge
schenk in het bezit van de stad gekomen.
Vijf huizen verder staat, het huis van
Philipp Melanchthon. Heden woont hier een
leeraar van de Luther-school. Ook hier wor
den reliquieën en herinneringen aan den
„Leeraar van Duitschland" bewaard. Uiter
mate eenvoudig en bescheiden zijn de
kamers, waarin Melanchthon leefde, onder
wijs gaf en stierf. Geen luide klank ver
breekt de stilte. Men bespeurt, als het ware,
den ouden tijd, toen Luther en Melanchthon
hun gedachtenwisselingen en ernstige ge
sprekken hielden, toen Lucas Cranach zijn
vrienden schilderde. Van de eens zoo be
roemde Universiteit, waaraan Prins Hamlet
zou hebben gesturdeerd, is niets meer over
gebleven, zooals trouwens ook van het oude
Slot, tot welks versiering Albrecht Dürer en
Lukas Cranach hebben bijgedragen. In het
begin van de XIXde eeuw werd de Univer
siteit verplaatst naar Halle. Alleen herinne
ringen en sagen zijn overgebleven. Nog
heden heet een hoog mi.ddeleeuwsch huis.
voor hetwelk een bron klatert, het „Hamlet-
huis". Shakespeare verheerlijkte de Univer
siteit van Wittenberg in zijn „Hamlet": het
was een middelpunt van Duitsche weten
schap en geleerdheid. Wellicht woonde
Christiaan II van Denemarken, de „booze
koning", die uit zijn land moest vluchten,
in dit huis. Wie weet het? Geschiedenis en
sage hebben zich hier tot legenden ver
een igd.
Wanneer men op de Holzmarkt staat,
waarop zich het „Hamlet-huis" verheft, ziet
men do geweldige torens van de „Stadt-
kirche". Dit gebouw, in ernstige Gothiek,
met steenen gedeelten uit de XlVde en de
XVIde eeuw is de Protestantsche „Moeder
kerk". Hier werd de Protestantsche gods
dienst reeds in 1522 ingevoerd. Luther hield
hier zijn indrukwekkende preeken. In de
kapiteelen van den toren vond men, inge
metseld in de muren, belangrijke geschrif
ten van Luther en Melanchthon. Het epi-
taphe, een oude doopsteen, is een meester
werk van Duitsche lioog-Renaissance, ver
vaardigd door Hermann Vischer, uit Neu
renberg, (een bloedverwant van Peter
Vischer). Een der geweldigste altaar-doeken,
van Lukas Cranach, grafmonumenten en
grafsteenen, sieren de muren. Op het zij
doek van het altaar-schilderij van Lukas
Cranach bemerkt men twee degenstegen
aan hals en schouder. Een Spaansch officier
uit het gevolg van Karei V meende, in zijn
haat tegen de nieuwe leer en zijn- woede
tegen den Hervormer, aldus met den degen
den geest te kunnen dooden.
Laat-Gothisch, zooals het Slot, is ook dd
Slot-kerk, waaraan Luther zijn thesen spij
kerde. Uit haar oorspronkelijken tijd heeft
deze kerk vrijwel niets behouden. Uit ver
nieling en verwoesting is, volgens ouda
plannen, een indrukwekkend gebouw ont
staan. Geweldig is het op zuilen rustend
gewelf van deze kerk. Zij bevat de graven
van Luther en Melanchthon, standbeelden
van hun medewerkers, een relief-portret
van Frederik den Wijzen, een werk van
Peter Vischer. Onder het orgelkoor rusten
de vorsten.
Onder alle groote mannen was eT toen
één, die met alleen kunstenaar was, maar
ook een lucratief beroep uitoefende: Lukas
Cranach. Hij was een der grootste meesters
der schilderkunst en tevens een ijverig
burger, die na een verblijf van meerdere
jaren, te Wittenberg een apotheek kocht en
het privilegie verwierf handel te drijven in
zoeten wijn en specerijen. Door zijn vlijt
werd hij spoedig de rijkste man van "Witten
berg. Hij bezat een landgoed en was wet
houder van Financiën en ook, gedurende
lange jaren, burgemeester van Wittenberg.
De apotheek is tot heden behouden geble
ven, maar haast niemand kan het begrijpen,
dat deze Cranach, die een zoo groot schil
der was, tevens als koopman leefde, daar
onze tijd zijn w erken kent, maar nauwelijks
liet leven van den bércemden man, die, uit
aanhankelijkheid en trouw *voor zijn keur
vorst, stad en bezit verliet en met hem in
ballingschap trok. Hij overleed te Weimar.
Zoo leeft Wittenberg, de Lutherstad, ijve
rig, zich aanpassend aan den nieuwen tijd,
een belangrijk spoorweg-kruispunt, met
heerlijke hoekjes en lieflijke pleinen, in do
herinnering van een geweldige intellec
tueele ontplooiing, van een hernieuwing
van het geloof. De torens roepen den vreem
deling toe: Stap uit, vanwaar gij ook komt,
en waarheen gij ook wilt!