Generale Synode der Geref. Kerken
Buitengewone Generale Synode
Chr. Geref. Kerk
WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1933
ACHTSTE ZITTING.
In de gisteren te Middelburg gehouden
achtste zitting van de Generale Synode der
Geref. Kerken heeft de Praeses, Dr. K. D ij k
megedeeld, dat een schrijven van dankbe
tuiging was ingekomen van Ds. K. Fern-
li o u t Mzn. Evenzyo van een ingekomen
schrijven van den heer II. Koning te
Amsterdam en anderen, verzoekend aan de
Synode „de bundel Evangelische Gezangen
niet in te voeren". De Praeses merkte op,
dat dit verzoek zal worden ingewilligd. Het
is metterdaad niet de bedoeling om dezen
bundel in te voeren.
Kerkelijke goederen
De Synode ging hierna in conifté-gene-
'5ial, ter behandeling van het rapport inza-
Ac de zekerheidsstelling van de Kerkelijke
goederen.
In verband met deze zaak was ter Sy
node als praeadvïseur aanwezig Mr. G. H.
A. Grosheide, advocaat te Amsterdam.
Na een kwartier werd de zitting in co
mité-generaal opgeheven.
De Praeses dankte Mr. Grosheide voor
de gegeven adviezen. De Synode blijft Mr.
Grosheide dankbaar voor al den arbeid die
bij, met name sinds 1926, voor de Geref.
Kerken in bet geven van allerlei adviezen
bij gevoerde processen met zooveel toewij
ding heeft verricht
Prof. Dr. J. Ridderbos rapporteerde
over bet in opdracht van de Synode met
Ds. W. Breukelaar, bijwonen van de begra
fenis van wijlen Ds. J. P. Klaarhamer.
de Synode der Chr. Geref. Kerk, die
lieden tc Zwolle vergadert:
„De Generale Synode der Geref. Kerken,
tc Middelburg, vergaderd, gevoelt zich ge
drongen uiting te geven aan baar oprechte
begeerte, dat de belijdenis der Gerefor
meerde religie samenwonen in één Kerk
verband, en wenscht, onder beding van
Gods genade, alles te doen wat in haar ver
mogen is om dez? eenheid te bevorderen.
Dijk, Praeses".
De Synode besloot hiertoe zonder dis
cussie.
Evangelisatie
Prof. Dr. F. W. Grosheide, van Am
sterdam, rapporteerde over voorstellen van
de Part. Synode van Friesland-Noord,
Fr i es 1 ali d-Z ui d, O v er ij s'se 1 en Ze e-
land, de Kerk van Z'ierikzee en over
een schrijven van het Verband van Evan
gelisatiecommissies der Geref. Kerken in
betrekking tot de Evangelisatie en de sa
menwerking daarin.
Het rapport concludeerde, dat aan het
voorstel-Zierikzee, om Generale Deputaten
te benoemen, niet moet worden voldaan,
wijl voor hen geen plaats is. De Synode
vcreenigde zich hiermede zonder bespre
king.
Inzake de samenwerking oordeelde de
Commissie, dat, hoewel een Synode zich
niet over allerlei detailzaken moet uitspre
ken. hier voor een sobere uitspraak plaats
is. omdat in de practijk zich allerlei kwes
ties voordoen. De samenwerking is niet zoo
zeer een gevolg van de Eenheidsbeweging
als wel van den toenemenden geestelijken
nood, waarbij de jongste volkstelling de be
lijders opnieuw deed opschrikken. Als uit
gesproken wordt dat de Evangelisatie moet
uitgaan of minstens moet staan onder toe
zicht van een geïnstitueerde Kerk, is daar
mede meteen gezegd, dat van samenwer
king rnet andere Kerken geen sprake kan
zijn. Daarmede wordt niet gezegd, dat over
leg geen eiscli zou zijn. Integendeel. Bij
Bijbelverspreiding, de z.g. Plakkaatzending
en tekstverspreiding is dat zeer wel moge-
luk. De Commissie adviseert om, als bij de
Zending, 't terrein of de tijden te verdeelen.
Bij tentzending kan dit zeer wel geschie
den. De Gereformeerden moeten een avond
nemen en dan op hun avond Geref. spre
kers doen optreden. Natuurlijk kan men
peen bindende afspraak maken, wijl elke
Kerkeraad zijn vrijheid behouden moet.
Alleen men boude de afspraak zoolang deze
geldt. In dien zin stelle de Commissie een
conclusie voor.
Een levendige discussie ontstond, waar
voor zich 10 sprekers opgaven.
Ds. W. L. Mil o, van Almelo, was zeer
verheugd met dit rapport, temeer waar de
Classis Deventer met deze zaak al vier jaar
tobt. Deze Classis heeft getracht de broe
ders uit Deventer te krijgen in de lijn
van de gedachte van dit rapport. Spr. deed
een protest hooren tegen de voorstelling
van Dr. Bruins te Deventer, alsof de Part.
Synode van Overijssel zou zijn geretireerd.
Spr. stelde den rapporteur nog enkele vra
gen. Is samenwerking halverwege wel ge
oorloofd en boe ver strekt zich dat dan uit?
Ds. W. H. den Ilouting, van Huizum,
zou gaarne over het optreden van Gerefor
meerden in interkerkelijke Evangelisatie
zonder bewilliging van den Kerkeraad in
liet ressort ja zelfs tegen diens wensch, in
de conclusie iets zien opgenomen.
Ds. W. W. M e ij n e n, van Dordrecht, wiï-
de zich de vrijheid voorbehouden om met
anderen in Evangelisatiearbeid samen te
werken. Spr. denkt aan de Dordtsche Tent
zending. Spr. gelooft, dat er in Deventer
wel vreemde dingen zijn gebeurd en dat de
zaak verkeerd is ontploft. Maar de eenheid
die in een stad als Deventer door verschil
lende Christusjielijders werd geopenbaard,
was bet schoone van de zaak en Spr. wil
niet belemmerd worden in samenwerking
door menschen die hem gram zijn, want
de bezwaren komen in den regel niet van
iemands vrienden. Spr. vindt in de conclu
sies veel voetangels en klemmen.
Dr. W. A. van Es, van Leeuwarden,had
veel waardeering en voor een deel ook in
stemming met bet rapport. Toch is er mis
verstand bij de Commissie over Friesland-
Noord, naar Spr. nader uiteenzette.
Waarom kan men met de Chr. Gerefor
meerden en de Hervormd Gereformeerden
niet één prediking doen uitgaan? Dat is wat
anders dan met Baptisten, Heilssoldaten,
enz. Overleg plegen over het arbeidsterrein
is in kleine plaatsen veel moeilijker dan in
groote. Het verdeelen van de avonden
maakt op de bevolking toch den indruk van
gemeenschappelijk^ verantwoordelijkheid.
Ouderling W. van En gen. van Steen-
wijk, stelde de vraag, of de Gereformeerden
zich niet wel eens wat apart houden. De
Tentzending in het Noorden en de Week
der Gebeden hebben zulke schoone resul
taten opgeleverd, dat Spr. hier niet gaarne
een verbod zag. Het liefst heeft Spr. heel
geen uitspraak. Paulus verblijdde zich ook
als bet Evangelie onder een deksel werd
verkondigd.
Ds. II Mc ij erin g. van Katwijk a. d.
Bijn, kon zich aansluiten bij Ds. Meijnen.
Spr. deci.t .-■'•n de samenwerking in een
«Ier brdo!'etsen, waar Geref. en Herv.-or-
thodoxe o-edikantcn optreden. Mag dat nu
niet meer?
Wat is 1 et verschil tusschen samenwer
ken en «uv'er overleg met elkander?
Dr. K Siotsma, van Eindhoven, oor
deelde. dat aan het rapport ontbrak dis
scherpte v lijn die hem zou kunnen over
tuigen. Waarom ontbreekt het verschil tus
schen occasioneele en geregelde
king? Conclusie en rapport bevredigen
Spr. niet.
Vandaag Gereformeerden, morgen Baptis
ten en overmorgen Vrij-Evangelischen
maakt, zei Dr. van Es, op het volk den in
druk van samenwerking. Spr. ging nog
verder en oordeelde dat het metterdaad sa
menwerking is. Het simpel uitreiken van
een traktaatje is een prediking. En waar-
ondy behoort het huisbezoek? Waarom we
niet mogen samenwerken, heeft Spr. gemist.
Met een enkele waarschuwing om voorzich
tig te zijn wilde Spr. volstaan.
Ds. J. G. Fernhout. van Bandoeng,
heeft ernstige bezwaren tegen de conclu
sie, flat bij aanneming veel mooi werk voor
het Koninkrijk Gods verbiedt. De conclusie
is Spr. veel te generaliseerend en impera
tief.
Spr. wees op de toestanden in Indië. Een
kleine Geref. Kerk, die alleen niets betee-
kent, maar in samenwerking wat kan doen,
kan door deze conclusie nu niets meer
doen. De conclusie spreekt wel over de
Kerk als instituut, maar wijdt geen woord
aan de individueelc personen.
Mogen twee verstrooide Christenen in
Indië, die niet tot eenzelfde Kerk behpo-
ren, samen van Jezus getuigen? Er zijn in
ons vaderland, aldus Spr., streken, waar
men zich de luxe kan veroorloven princi
pieel te zijn. In Indië kan dat niet. Spr.
drong aan op wijziging van de conclusies,
mede met het oog op den grooten geeste
lii'-en nood van onzen tijd.
Ds. J. L. Schouten, van Amsterdam,
kon in hoofdzaak meegaan met het rap
port en conclusies. Spr. wilde de passage
over de modernen zien geschrapt. Zij bren
gen geen Evangelie, of het moet er één zijn
naar den menscli. Spr. wilde een nader on
derscheid tusschen het gesproken en het
geschreven woord. Ook wilde hij in de con
clusie niet zien gewaagd van samenwer
king, die er niet mag zijn, maar die er
niet kan zijn. We moeten met de Evange
lisatie roepen tot de Kerk, die is de meest
zuivere openbaring van het lichaam van
Christus. Ook de kwestie van de tijden wil
de Spr. er uit hebben.
Dr. J. T h ij s, van Zwolle, zag van het
woord af.
Hierna diende Prof. Grosheide van
repliek.
In het rapport wordt gewezen op de ver
schillende omstandigheden in de onder
scheiden deelen des lands. Daarom wilde
de Corni' ^ue geen regelen geven, maar
komen nir eon algemeene .uitspraak. Dat
men die l<ilfslachtig noemt, onderschrijft
Spr. voor iie volle 100 pet. Wie bezwaren
ontwikkelde had die niet tegen het rap
port, maar tegen het feit, dat de uitspraak
van de Synode van Utrecht '23 niet kan
worden nagekomen. De Gereformeerden
kunnen de Evangelisatie niet principieel op
pooten. zetten. De Overheid zou het niet toe
laten.
De Week der Gebeden en de Week van
Ernst hebben met deze zaak niets te ma
ken. Het gaat over de Evangelisatie.
Als we over samenwerking spreken, moe
ten we aangeven hoe we over de dingen
denken, opdat ook anderen dit kunnen
weten.
Uitreiking van een tractaat zonder meer
acht Spr. niet ideaal, maar op het strand
kan het vaak niet anders. Pleegt men geen
overleg, dan beloopt men de kans, dat de
politie alles verbiedt. De conclusie is zóó
algemeen gesteld, dat ze nouvast biedt voor
corporaties en personen. Dat acht Spr. een
voordeel. Spr. heeft over de Tentzending
een ander oordeel dan Ds. Meijnen. Hier is
een zaak waarover men in de Geref. Ker
ken verschillend denkt. Met Dr. van Es
kan Spr. niet meegaan. Bij de Evangelisa
tie kan men de Kerk er niet buiten laten.
Het is niet genoeg of iemand zegt dat hij
Gereformeerd is. Maar de Kerkelijke verga
deringen moeten de keur aanleggen of dit
waar is. Wie geen leertucht erkent en geen
helder begrip heeft van de Kerkelijke ver
gaderingen, kan hier de dingen niet juist
zien. De norm blijft het principe. Het stuk
dat men voor ziin rekening neemt neme
men geheel voor zijn rekening. De uitdruk
king van Paulus eaat niet over de zuiver
heid van de prediking, maar over het pre
diken onder een voorwendsel.
Ds. Meijering ging terug tot vóór de uit
spraak van de Synode van '23. Huisbezoek
rekent Spr. tot prediking des Woords. De
conclusie wil voortbouwen op de conclusie
van '23. Is men daaraan nog niet toe. dan
kan men tegen dit rapport geen bezwaar
hebben. Als de Kerk iets niet doet, of niet
kan doen, zou het toch zonde zijn als par
ticulieren het niet deden. De door Ds. Schou
ten geuite wenschen kan Spr. grootendeels
inwilligen.
Hierna werd door Dr. van Es en Ds.
Meijnen gerepliceerd. Ze verklaarden
beiden niet overtuigd te zijn.
Ds. M e ij n e n betreurde het, dat er niet
meer tijd voor deze zaak beschikbaar is en
wilde wel een studiecommissie om deze
zaak op een volgende Synode nog eens te
bespreken.
De Week der Gebeden kan Spr. niet ge
heel losmaken van deze zaak. Prof. Gros
heide is zelf redacteur van „Woord 'en
Daad" en werkt dus in woord en daad sa
men met hen, die niet eens op confessio-
neelen grondslag staan. Ds. Meijnen dien
de een voorstel in, om de Synode zich te
doen uitspreken ln de door hem uitgespro
ken richting.
Dr. D ij k betwistte dat de zaak overhaast
wordt afgehandeld. Spr. voelde niet voor
een studiecommissie. Men ga niet terug tot
voor Utrecht *23.
Prof. Grosheide, dupliceerend, wees
er op, dat de zaak van „Woord en Daad"
niet is te vergelijken met wat Ds. Meijnen
noemde, want dit is 'n technisch tijdschrift
voor deskundigen en Spr. heeft als Gere
formeerde geen bezwaar om daarin bijdra
gen te schrijven.
Te kwart na 12 uur sloot de Praeses de
morgenzitting.
In de middagvergadering, die aanving
met het zingen van Ps. 138 3, verwelkom
de de Praeses de miss. predikanten voor
de Jodenzending, de dienaren Ds. J. van
Nes, van Den Haag, en Ds. D. Kapteyn,
van Amsterdam, die als praeadviseurs zit
ting namen. Ook verwelkomde hij de hoog
bejaarde em. predikant Ds. J. D. van der
M u n n i k, van Den Haag, die de Kerken in
tal van deputaatschappen diende en die
een welkome gast is.
Ds. W. W. M e ij n e n deed daarop nog
eens voorlezing van zijn voorstel uit de
morgenvergadering, dat hij nader toelicht
te als een poging om eenige persoonlijke
vrijheid voor te behouden om samen te
spreken en samen te getuigen.
De Praeses meende dat hjer geen per
soonlijke vrijheid aan banden wordt ge
legd. Spr. wil hierop nog nader een inlich
ting ontvangen.
Ds. J. D o u m a, voorzitter der betrokken
Commissie, beval rapport en conclusies
warm bij de Synode aan.
Dr. van Es wilde niet uitgesproken zien
dat deze stemming zou beteekenen al dan
niet teruggaan achter '23. Enghartig eenzij
dig Kerkelijke Evangelisatie kan Spr. toch
niet toejuichen.
Dr. J. Thijs, van Zwolle, oordeelde dat
het voorstel Meijnen de deur te wijd open
zet. Het gevaar schuilt in de permanente
samenwerking' gelijk in Deventer. Wat is
occasioneel en hoever strekt zich dat uit?
Prof. Grosheide triplice'erend, wees
er op, dat het voorstel-Meijnen een heel
ander rapport vragen zou. Het gaat metter
daad terug tot vóór '23. LHrecht heeft uit
gesproken, dat alle opzettelijke Evangeli
satie moet uitgaan van de Kerk. Dus zijn,
dit antwoordde Spr. Dr. Dijk, de personen
niet vrij. Het voorstel-Meijnen beteekent
dat liet z.g. Deventer kwartet dus volko
men in orde was.
D s. Meynen interrumpeerde ontken
nend.
De Praeses bracht nu de conclusies
van het rapport in stemming. Ze werden
aangenomen met 45 tegen 10 stemmen,
waarmede het voorstel-Meynen van de baan
Een voorstel-Z e e 1 a n d om een speciale
opwekking tot Evangelisatie tot de Kerken
te doen uitgaan, waarbij een schrijven van
het Verband van Evangelisatiecommissies
zich aansluit, werd verworpen omdat de
Synode metterdaad aan de Evangelisatie
haar aandacht wijdt,
Hoogleeraarsbenoemingen
De Praeses deecf hierna voorlezing van
een ingekomen schrijven van Ds. Mr. G. M.
den Hartogh, houdende bevestiging van
zijn telegrafische aanneming van zijn be-
nqeming tot hoogleeraar te Kampen.
i3s. den Hartogh zou na Kerstmis zijn
inauguratie willen houden.
De Preses deelde mede, dat de be
noeming van beide hoogleeraren 1 October
ingaat en zij dus alsdan voor x-ekening van
de Kerken zullen komen.
Art. 13 KL O.
Voor dezelfde zaak als in de morgenzit-
ting ging de Synode hierna weer in comité-
eeneraal. Weer openbaar geworden, stelde
de Praeses aan de orde het x-apport over
Art. 13 K. O. en de daarmede verband hou
dende voorstellen, waarvan we gister reeds
melding maakten.
Als rapporteur trad op D s. A. S c h w e i t-
z e r, van Buiksloot.
Voorlezing van dit rapport vorderde ge-
ruimen tijd.
Als rapporteur over het rapport trad op
Prof. Dr. S. Greydanus, van Kampen.
Het rapport concludeert om de deputaten
onder dankzegging te déchargeeren.
D r. v a n E s oordeelde dat Deputaten zich
niet stipt aan hun instructie hebben gehou
den, naar hij nader uiteenzette.
Ds. Schweitzeren Prof. Greyda
nus beantwoordden deze opmerkingen en
bestreden Dr. van' Es' stêlling.
De Synode besloot ter coupeering van al
lerlei debatten de décharge aan het eind
van de behandeling van deze zaak te ver-
leenen.
Een breede discussie ontstond over de
kwestie der pensioenen en de regelen waar
naar die moet geschieden. Daaraan namen
deel Ds. Schweitzer, Ds. Milo en Prof. Dr.
J. Ridderbos. Besloten werd dat de Com
missie deze zaak met Overijssel nog even
nader bespreken zal.
De conclusie die uitsprak dat de pen
sioenen in dezen tijd met 20 k 25 pet. moe
ten worden verlaagd, de gelden voor de pre
dikantsweduwen eveneens moeten verlaagd
worden, in ovei'eenstemxning hiermede en
ten allen tijde met de betrokkenen overleg
moet worden gepleegd, ontlokte een breede
discussie, waaraan deelnamen de ouderlin-
gen A. Borkent, van Hecrenveen; A. van
der Wal, van Harlingen; de hoogleerarcn
Prof. Grosheide en Prof. Ridderbos; en de
predikanten Ds. Miedema, Ds. den Houting,
Ds. Meijering, Ds. Schouten, Dr. Sietsma,
Dr. van Es, Ds. H. de Bruijn en Ds. A.
Scheele.
Gevraagd werd of niet een minimum
moet worden vastgelegd, alsook of niet een
progressieve korting moet worden toege
past.
Ook werd gewezen op het drastische van
de voorgestelde bezuiniging. Is een korting
van 20 pet. billijk op emeriti en weduwen,
als zulk een korting op de dienstdoende
predikanten en professoren nog niet wera
opgelegd?
De Staat, die ook bezuinigt, doet het net
anders en heelt aan de pensioenen nog niet
geraakt en waar hij het in Indië wèl deea
was het toch niet van de weezenpensioenen.
De Synode moet niet aan eenige mindere
vergadering een bepaald percentage
korting voorschrijven.
Besloten werd dat de Commissie met de
gemaakte opmerkingen rekening houdena
in haar vergadering deze zaak nog eens
nader onder oogen zien zal.
Nadat Prof. Greydanus nog een rap
port over steunvei-leening aan zwakke ker
ken voor haar emeriti, zulks naar aanleiding
van 'n schrijven door de Part. Synode van
Friesland-Noord, liad gelezen, opdat de
Synode-leden deze zaak eens konden over
denken, wijl de Commissie wegens verschil
van inzicht niet een gemeenschappelijke
conclusie bieden kon, ging de assessor voor
in dankzegging en sloot de Praeses de zit
ting.
Telegram van H. M. de Koningin
Bij de Generale Synode kwam het volgen
de telegram in van H. M. de Koningin:
„H. M. de Koningin is zeer gevoelig voor
het telegram H. M. toegezonden door de
Generale Synode der Geref. Kerken en voor
de daarin uitgesproken heilwenschen en
draagt mij op, daarvoor haar oprechten
dank over te brengen. Van Geen, Secre
taris der Koningin".
DE ZAAK-DS. BERKHOFF
Ds. Berkhoff heeft de Synode verlaten
In de voortgezette eerste zitting van deze
Synode te Zwolle verkreeg het woord Prof.
J. J. van der Schuit als voorzitter van
de commissie van Deputaten inzake de zaak
Ds. Berkhoff.
Rapport-zaak Ds. Berkhoff.
Hij begon met in het kort weer te geven
de orde van handelen, zooals die door de
Deputaten in het verloopen jaar is gevolgd.
Met Ds. Berkhoff is een keer een broeder
lijke samenspreking gehouden. Aan het ein
de hiervan is een uitvoerig rapport samen
gesteld, dat aan de Synodeleden reeds is
toegezonden in het begin van de maand
Augustus. Overeenstemming kon met Ds.
Berkhoff echter niet worden bereikt. Toen
na de gevoerde besprekingen de beide stand
punten, zooals die door Deputaten en Ds.
Berkhoff waren ingenomen, scherper en
juist omlijnd tegenover elkander stonden,
hebben Deputaten gemeend niet langer te
mogen wachten, maar de Synode door den
Kerkeraad der roepende Gemeente te moe
ten doen samenroepen.
Mandaat-Ds. Berkhof*.
Aan de orde kwam nu een ter Synode in
gekomen protest van de predikanten A. H
Hilbers, van Groningen, en J. Hovius, van
Nieuwe-Pekela, tegen de handhaving van
het mandaat van Ds. Berkhoff voor
voortgezette Synode. Deze uitspraak vai
Particuliere Svnode van het Noorden luidt:
,De Part. Synode van het Noorden spreekt
uit, dat er in dit stadium geen kerkrechte
lijke redenen zijn om aan Ds. Berkhoff zijn
afvaardiging te ontnemen, doch wel gevoelt
de Synode de moeilijkheid, dat iemand over
zijn eigen zaak mede oordeelt."
Ds. W. K r e m e r, van Leeuwarden, v
zitter van de laatstgehouden vergadering
van de P. S. van het Noorden lichtte deze
uitspraak nader toe.
Eveneens was een protest tegen deze uit
spraak ingekomen _van Ds. Berkhoff en
ouderling Lok, van Sneek.
Beide protesten werden eerst uitvoerig
mondeling toegelicht.
De prae-adviseur, Prof. P. J. M. de
Bruin, pracht daarna advies over deze
aangelegenheid uit. Op grond van de histo
rie achtte hij het mandaat van Ds. Berkhoff
wettig.
De prae-adviseur Prof. van der S c h uit
verschilde hiermede van meening. Hij ver
dedigde zijn standpunt, dat de afvaardiging
van Ds. Berkhoff na diens beschuldiging te
gen de Chr. Geref. Kerk ingebracht, waar
in hij zegt dat deze op onschriftuurlijk
standpunt staat, onwettig is.
Het woord voerden hierover Ds. L. H.
van der Meiden, van Den Haag; Ds. H.
Janssen, van Den Haag; Prof. J. W. Geels,
van Apeldoorn; Ds. W. Bijleveld, van Haar
lem (C); en Ds. VV. Kremer, van Leeuwar
den.
De beslissing werd uitgesteld tot de mid
dagvergadering. Prof. Geels sloot de mor
genzitting met dankzegging.
De middagzitting werd klokslag twee uur
door den Voorzitter, Ds. L. de Bruyne
geopend, die liet zingen Psalm 105 3 en
voorging in gebed.
Enkele nog ingekomen adressen werden,
hetzij niet ontvankelijk verklaard, hetzij
verwezen naar de bevoegde mindere verga
dering.
Landurig werd gesproken over de vraag,
die in de morgenvergadering ook reeds in
bespreking genomen was, of Ds. Berkhoff
als afgevaardigde ter Synode zitting mag
hebben.
Na toelichting van Prof. van der Schuit
namens Deputaten ad hoc en van Ds.
Berkhoff zelf werd in stemming gebrachti
een voorstel van Ds. J. Hovius, van Nieuwe
Pekela, inhoudende, dat tijdens de behan
deling van de zaak betreffende Ds. Berk
hoff, diens secundus voor hem zitting zal
nemen. Dit voorstel werd met 23 tegen 12
stemmen verworpen.
Het mandaat van Ds. Berkhoff bleef der
halve gehandhaafd.
Hierna werd een begin gemaakt met de
behandeling van het rapport.
Inhoud van het Rapport
De inleiding van dit Rapport luidt als
volgt:
De Generale Synode der Chr. Geref. Kerk,
gehouden te Zwolle in het jaar 1932 van
26 tot 28 Juli, benoemde in hare vierde
zitting (zie Acta, Art. 28) Deputaten, die
tot taak kregen:
A. ieder voor zich zal het werk van Ds.
Berkhoff bestudeeren;
B. in een vergadering zal een samenspre-
kiing met Ds. Berkhoff plaats vinden.
C. de Deputaten komen met het resultaat
van hun onderzoek ter Synode.
Aan Deputaten wordt de opdracht gege
ven dat zij, zoo noodig, den Kerkeraad van
Zwolle kunnen verzoeken deze Synode op
nieuw te doen samenkomen.
Ingevolge deze opdracht hebben Deputa
ten met Ds. Berkhoff een broederlijke
samenspreking gehad te Apeldoorn den
6en Juni 1933.
Tot hun leedwezen kon er geen overeen
stemming verkregen worden om de volgen
de redenen:
1. dat Ds. Berkhoff een diep gewortelde
overtuiging heeft inzake de periode van
het duizendjarig rijk;
2. dat Ds. Berkhoff de Kerk niet zal kun
nen volgen, wanneer zij het propageeren
van deze zijn opvatting niet toelaat;
3. dat Ds. Berkhoff in de overtuiging
leeft, dat de Kerk te kort schiet in de pre
diking van het duizendjarig rijk, zooals Ds.
Berkhoff dit heeft ontwikkeld in zijn boek
,De Christusregeering".
4. dat op grond daarvan Ds. Berkhoff te
gen de Christelijke Gereformeerde Kerk de
beschuldiging inbrengt, dat zij in dit op
zicht een onschriftuurlijk standpunt in
neemt; en
5. dat deze conclusies door Ds. (Berkhoff
mede aanvaard worden.
Op grond hiervan zagen Deputaten zich
genoodzaakt den Kerkeraad van Zwolle te
verzoeken de Synode wederom samen te
roepen en tevens het volgende rapport aan
te bieden;
In dit rapport wordt gehandeld over:
1. De kern van het vraagstuk.
2. De analogia fidei in verband met Ds.
Berkhoffs leer.
3. De exegetische zijde.
4. Historisch overzicht,
5. Conclusies.
De hier bedoelde conclusies luiden als
,'olgt:
1. De regel der analogia fidei eischt, op
grond van de eenheid der Godsopenbaring,
dat de duistere plaatsen der Heilige Schrift
naar de duidelijke moeten verklaard wor
den, terwijl deze tevens zegt, dat de uitleg
ging der Schrift nimmer in strijd mag
kemen met de voornaamste dogmata, wel
ke de Kerk. onder leiding des Heiligen
Geestes, in haar Symbolen heeft vastge
legd.
2. De Gereformeerde confessie geven alge
meen dcnzelfden regel aan.
3. Ds. Berkhoff grondt zijn leer niet op
een exegese volgens de analogia fidei.
4. Het hoek van Ds. Berkhoff heeft niet
oldoende oog voor het rijke werk der ver
lossing en voor het progressief karakter
er openbaring Gods.
5. Er is geen Schriftuurlijke grond voor
de leer eener lichamelijke opstanding der
geloovigen voor de algemeene opstanding,
noch ook voor een regeering der heiligen
op- aarde gedurende duizend jaren, noch
ook voor een periodieke aardsch getinte
Christocrntie".
6. Mitsdien blijft de Christelijke Gerefor
meerde Kcxk bij de bepaling der Synode
IS63 cn Synode 1931, waarom het Ds.
Berkhoff verboden moet worden zijn privé
gevoelen omtrent het duizendjarig rijk en
omtrent dc leer van de tweeërlei opstan
ding in woerd en geschrift tc verbreiden.
Discussie
Ds. L. H. van der Meiden, ran Den
Haag, wees allereerst op het bestaande be
sluit van de Synode van 193T aangaande
het duizend'arig rijk cn betoogde, dat men
nu niets tnders moet doen, dan uitspreken
of men op grond van het verschenen rap
port blijver, kan bij genoemd besluit. Hij
aanvaardt niet de door Ds. Berkhoff geuite
beschuldiging, dat alle predikanten staan
„op Augustmiaansch standpunt".
Ds. A. H. Hilbers, van Groningen, had
gaarne duidelijk aangetoond gezien, dat het
voor Ds. Berkhoff niet alleen gaat om een
exegetische kwestie of een exegetisch ge
voelen, maar ook om een zekere beleving
van dit gevoelen, een leerprinciep, gezien
hetgeen Ds. Berkhoff schrijft in zijn werk
„De Christusregeering", pag. 312 en 313. Op
blz. 38 van het rapport miste hij even
eens de eerstbedoelde consequenties, zooals
die tenslotte m Amerika gezien werden.
Ds. WKremer, van Leeuwarden, had
willen zien, dat ook van uit confessioneel
standpunt de zaak meer was belicht. Ook
had luj in de conclusies gaarne neergelegd
gezien, of er verschil is tusschen de leer
van Ds. Berkhoff en die der predikanten
van vioeger. die ook meer of minder dit
gevoelen toegedaan werden en dit leerden
en toch geduld werden.
Ouderling G. R ij k s e n, van Zeist, vroej
of positief kan worden uitgesproken, dat in
dit rapport de exegese gegeven is ov"
pericoop uit Openbaring 20.
De Voorzitter der Commissie, Prof. J. J.
van der Schuit, diende de sprekers
repliek. Hij dankte de sprekers voor de goe
de woorden ten aanzien van de Comimiss"'
geuit. Ds. Berkhoff heeft het Chiliasme i
het geding gebacht en niet de zaak-Ds. Berk
hoff. Ware dat aan de orde, dan was daar
over in het rapport zeker meer gezegd. H<
rapport stelt tegenover de realistische opvat
ting van het ^O. T. de geestelijk-idealisti
sche en keert zich alleen tegen de gedachter
van Ds Berkhoff aangaande het duizendjarig
rijk en de tweeërlei opstanding. Evenzoo is
het rapport niet opgesteld met de bedoeling
om een dogmatische exegese te geven.
Ds. H. Janssen wees op de besluiten
van 1932 en op de beieekenis van het rap
port, waar in de conclusie duidelijke ui,
spraken gedaan worden.
Ds. Berkhoff aan het woord.
Ds. A. M. Berkhofi, van Sneek, stelde
voorop, dat hij blijft hopen, dat de Chr. Gc
ref. Kerk nog eens aal komen tot uitbouw
van de Belijdenis op dit punt. Aanneming
van het Rapport zou hij vreeselijk vinden,
vooral omdat er volgens hean geen Schrif
tuurlijken grond wordt aangegeven voor het
Augustiniaansch standpunt. Tot op den hui-
digen dag wacht ik op positieve Schriftuur
lijke gronden, aldus Spr. Met verschillende
voorbeelden toonde hij het gebrek aan argu
menten aan bij zijn tegenstanders. Ook me
moreerde hij de geschiedenis van Ds. Gewin,
uit Utrecht. De Kerk is niet rijp voor de ver
oordeeling van deze leer, aldps Ds. Berk
hoff. Met lange citaten werd aangetoond, dat
meerderen zijn gevoelen deelen en ook
vroeger deelden, o.a. uit de Handleiding bij
de beoefening van de Gewijde Geschiedenis
van Ds. van Andel, uitgave 1886. Ik kan en
mag niet. anders dan deze heerlijke leer
brengen, aldus Spr. Reeds vanaf 7-jarigen
leeftijd leeft deze gedachte in mijn ziel.
Steeds word ik in deze gedachte gesterkt.
Spr. wil m'(t heel zijn aiel in de Chr. Geref.
Kerk blijven, maar als hij niet mag voort
gaan met de verkondiging van deze leer,
wordt het hem onmogelijk.
In de middagvergadering werd voorlezing
gedaan van een telegram van de Gen. Sv
node der Geref. Kerken te Middelburg, waar
in gewezen werd op de noodzakelijkheid der
eenheid van allen, die de Geref. belijdenis
ondei-schrijven.
Dit telegram zal nader aan de orde gesteld
worden.
Antwoord van Prof. van der Schuit.
In de avondvergadering diende de Voor
zitter van de Deputaten Ds. Berkhoff van
antwoord, opmerkende allereerst, dat ook
Ds. Berkhoff in zijn redevoering d®en mid
dag niets heeft bewezen, ook niet met een
beroep op Van Andel en anderen. Gew
werd ook op de zaak van Maccovius op de
Synode van 1618-19 en op Gomarus, wien
verboden werd, hun gevoelen te propagee
ren. De Kerk moet uitspreken, of zij nog lan
ger toelaat, dat zij geblameerd wordt, door
beschuldigingen, ai5" die, dat zij niet brengt
het volle Evangelie van Jezus Christus.
In zijn antwoord wees D s. Berkhoff er
op, dat we er rekening mede moeten houcTen,
dat de geest en de tijd veranderd eijn en in
dien Van Andel nu leefde, zou ook hij zieker
waarschuwend tegenover de Kerk optreden,
hetgeen hij ook reeds in zijn tijd deed. Och,
kwam het duizendjarig rijk, dan kwam er
een reehiivaardige oplossing van het wereld
conflict
Verdere discussie.
D s. J. J o n g e 1 e e n, van Apeldoorn, wee1
er vervolgens op dat zoo de discussie te lang
wordt. Ds. Berkhoff moet eenvoudig uit
de Schrift duidelijk maken, dat zijn opvat
ting over het duizendjarig rijk en de tweeër
lei opstanding de juiste is.
In antwoord hierop betoogde D s. Berk
hoff, hoe hij meende, dat naar Matth. 24
en 25, volgens Paulus, in Openb. 20 enz. enz.
zijn meening Schriftuurlijk juist is.
Prof. Van der Schuit beantwoordde
Ds. Berkhoff en vroeg hem nadere verkla
ring aangaande zijn exegese betreffende de
eerste cpsianding. gegrond op 1 Cor. 15. Hij
.veerspuik deze Schriftverklaring, waarop
»en uitvoerige dupliek tusschen beide spre
kers volgde.
Hierop stond Prof. Van der Schuit lang
durig stil hij de symboliek in de getallen
'ii de Openbaring, waarbij hij bepaaldelijk
de beteekenis van het getal 1000 in Open
baring 20 verklaarde.
Ds. Berkhoff handhaafde zijn stand
punt
van der Meiden verdedigde de
gangbare exegese van Openbaring 20 tegen
over Ds. Berkhoff.
Prof. J. W. Geels was in zijn overtui
ging aangaande de leer de laatste dingen
en liet koningschap van Christus versterkt
juist door dc verdediging van Ds. Berk
hoff, daar deze in gebreke gebleven is om
zijn meening te staven
Ds. Berkhoff raaddp de Synode thans
een uitspraak te doen. Hij kan niet beloven
over zijn gevoelen te zullen zwiigen.
Aan de discussie werd varder deelgeno
men door Ds. J. A. Riekel, - an Sliedrecht;
Oud. H. Luinstra, van Delft en Ds. W.
Bijleveld, van Haarlem (C.)
Stemming over de conclusies
Over de eerste conclusie, luidende: „De
regel der analogia fidei eischt op grond
van de eenheid der Godsopenbaring, dat de
duistere plaatsen der II. Schrift naar de
duidelijke moeten verklaard worden, ter
wijl deze regel tevens zegt. dat de uitlegging
der Schrift nimmer in strijd mag komen
niet de voornaamste dogmata, welke dc
Kerk onder leiding des II. Geestes in haar
symbolen heeft vastgelegd", werd niet ge
stemd. Allen stemden hiermede in.
Ook de 2e en 3e conclusie, hiervoren
reeds afgedrukt, werden zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De 4e conclusie, luidende: „Het boek van
Ds. Berkhoff heeft niet voldoende oog voor
het rijke werk der verlossing en voor het
progressief karakter der openbaring Gods,
werd door Prof J. J. van der Schuit toege
licht en zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De 5e conclusie, luidende: „Er is geen
Schriftuurlijke grond voor de leer eener
lichamelijke opstanding der geloovigen
voor de algemeene opstanding nog ook
voor een regecring der heiligen op aarde
gedurende 1000 jaren, noch ook voor een
periodieke aardsch getinte Christocratie",
werd op voorstel van Ds. van der Meiden
aangevuld ter verduidelijking. De inhoud
wijzigde hierdoor niet. De aanvulling luidt
fnrïJ, - -mde: "Z(>oals ZÜ leeren, die een
i.JUU jarige regeering van Christus op aarde
stellen.
Bij de 6e conclusie „Mitsdien blijft de
Heiëfo Iierk ?ij de bePaling der Syno
de, -863 en Synode 1931, waarom het Ds
Berkhoff verboden moet worden zijn privé
gevoelen omtrent het 1000-jarig rijk en om
trent de leer van de tweeërlei opstanding
in woord en in geschrift te verbreiden",
terzake de voornaamste conclusie, stelde
?£,van dfj; Meiden voor ook het jaartal
en 1879 toe te voegen en het slot te
tezen ,jals de waarheid te verbreiden".
Ds. H. Janssen stelde voor inpiaats
van verspreiden te spreken van propagee-
Oud. B. N e d e r 1 o f, van Rotterdam, lfd
uer Lommissie, kon zich hiermede niet ver
eenigen. Het woord verbreiden bleef be
houden.
Vastgelegd werd, dat door eventueeïe
aanneming der conclusies geen stuk aam
de confessie toegevoegd werd, doch alleen
de uitspraak van 1931 gehandhaafd.
Even vóór de stemming over deze conclu
sie, stelde Ds. J. Jon gel een, van Apel
doorn, voor over deze gewijzigde conclusfe
door de commissie een korte samenspre
king te doen hebben met Ds. Berkhoff.
Deze stemde hiermede in.
Besloten werd hedenmorgen te 9 uur <Tè
zitting voort te zetten.
Prof. P. J. M. de Bruin sloot met dank»
gebed.
ZITTING VAN HEDEN
De zesde conclusie werd in de morgen-
zitting van heden, na eenige redactie
wijziging en zeer uitvoerige discussie, met
algemeene stemmen aangenomen.
Hierna volgde de stemming over alle
zes conclusies te zamen. Deze werden met
1 stem tegen en 1 stem in blanco aangc
nomen,
Ds. Berkhoff verlaat de Synode
Ds. A. M. Berkhoff zeide de Synode
vaartoel. Hierbij scheiden voor immer onze
wegen, aldus Spr. Eai met het uiten van
een zegenwensch verliet hij de vergadering.
De besprekingen duren voort
Land- en Tuinbouw,
EXECUTIE
WEGENS RENTE- EN HUURSCHULD
Actie voor een algemeen verbod
der executies.
(an Landpachters en Hypo-
echrtfven gericht aan alle
dreigende executie»
ursohuld, welke een bron
het platteland en het
tig wor
credletkapltaal.
Tegenover deze
aad, waarom de
aar de leiders.
De bond noodlgt daarom alle organisaties
lt zich te doen vertegenwoordigen op een
ergaderlng te Utrecht op 18 September a.s..
?r bespreking van de volgende punten:
Oprichting van een Centraal Comité uit all»
icewerkende organisaties, dat de actie van
een algemeen verbod van executies voorbereidt
en leid't:
he,t verzamelen van materiaal, be
treffende reeds plaats gehad hebbende verftoo-
pen (publiek en onderhandsch) wegens rente-
en huurschuld;
b. door het verzamelen van gegevens omtrent
den omvang van het gevaar, dat hypotheek- en
bedreigt;
t beleggen van provinciale mee-
een «preker van elk der meewer-
provincie behooj-lijk georgajni-
J nt (waarbij
img een be-
uoaier van r-conom son e"D' a?diënt*e b.,J
UL>U w,
fracties
i*™.o
gemeen verbod v
huur- of belasrtln
pachtboeren
seende organisaties het
overwogen kan
Wij willen ln dit verband even wijzen op de
nota. die hert Kon. Ned Landbouw Comité onder
dagteekenmg van 11 Aug. 1.1. (zie ons blad van
14 Aug.) aan den Minister zond en waarin
eenige richtlijnen worden aangegeven voor het
te volgen rcgeeringsbelcld.
Onder^punt D. lezen^ we^daar: I.^Voorkomdng
angifte hoe het K.Nxlc k zl ch*dif e n k^nl!
•richting van een Rijks- of seoni-officieele
bank.
•iere organisaties hebben voor zoover
n zich voor een executie-verbod of
bt perking uitgesproken.
opricJ
Rechtzaken.
DE IÊOORD IN DE SCHEVENINGSCHE
BOSCHJES
Het Haaesche Gerechtshof heeft arrest ge
wezen in de zaak tegen den 25-jarigen
kleermaker M. J. R. die door dc Rechtbank
is veroordeeld wegens doodslag gepleegd
in de Scheveningsche Boschjes in den
nacht van 7 op 8 Januari j.l. op mejuffrouw;
B. uit de Vleerstraat, tot zes jaar gevang©.'
nisstraf. Het Hof bevestigde liet vonnis.