Generale Synode der Geref. Kerken Buitengewone Generale Synode Chr. Geref. Kerk WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1933 ACHTSTE ZITTING. In de gisteren te Middelburg gehouden achtste zitting van de Generale Synode der Geref. Kerken heeft de Praeses, Dr. K. D ij k megedeeld, dat een schrijven van dankbe tuiging was ingekomen van Ds. K. Fern- li o u t Mzn. Evenzyo van een ingekomen schrijven van den heer II. Koning te Amsterdam en anderen, verzoekend aan de Synode „de bundel Evangelische Gezangen niet in te voeren". De Praeses merkte op, dat dit verzoek zal worden ingewilligd. Het is metterdaad niet de bedoeling om dezen bundel in te voeren. Kerkelijke goederen De Synode ging hierna in conifté-gene- '5ial, ter behandeling van het rapport inza- Ac de zekerheidsstelling van de Kerkelijke goederen. In verband met deze zaak was ter Sy node als praeadvïseur aanwezig Mr. G. H. A. Grosheide, advocaat te Amsterdam. Na een kwartier werd de zitting in co mité-generaal opgeheven. De Praeses dankte Mr. Grosheide voor de gegeven adviezen. De Synode blijft Mr. Grosheide dankbaar voor al den arbeid die bij, met name sinds 1926, voor de Geref. Kerken in bet geven van allerlei adviezen bij gevoerde processen met zooveel toewij ding heeft verricht Prof. Dr. J. Ridderbos rapporteerde over bet in opdracht van de Synode met Ds. W. Breukelaar, bijwonen van de begra fenis van wijlen Ds. J. P. Klaarhamer. de Synode der Chr. Geref. Kerk, die lieden tc Zwolle vergadert: „De Generale Synode der Geref. Kerken, tc Middelburg, vergaderd, gevoelt zich ge drongen uiting te geven aan baar oprechte begeerte, dat de belijdenis der Gerefor meerde religie samenwonen in één Kerk verband, en wenscht, onder beding van Gods genade, alles te doen wat in haar ver mogen is om dez? eenheid te bevorderen. Dijk, Praeses". De Synode besloot hiertoe zonder dis cussie. Evangelisatie Prof. Dr. F. W. Grosheide, van Am sterdam, rapporteerde over voorstellen van de Part. Synode van Friesland-Noord, Fr i es 1 ali d-Z ui d, O v er ij s'se 1 en Ze e- land, de Kerk van Z'ierikzee en over een schrijven van het Verband van Evan gelisatiecommissies der Geref. Kerken in betrekking tot de Evangelisatie en de sa menwerking daarin. Het rapport concludeerde, dat aan het voorstel-Zierikzee, om Generale Deputaten te benoemen, niet moet worden voldaan, wijl voor hen geen plaats is. De Synode vcreenigde zich hiermede zonder bespre king. Inzake de samenwerking oordeelde de Commissie, dat, hoewel een Synode zich niet over allerlei detailzaken moet uitspre ken. hier voor een sobere uitspraak plaats is. omdat in de practijk zich allerlei kwes ties voordoen. De samenwerking is niet zoo zeer een gevolg van de Eenheidsbeweging als wel van den toenemenden geestelijken nood, waarbij de jongste volkstelling de be lijders opnieuw deed opschrikken. Als uit gesproken wordt dat de Evangelisatie moet uitgaan of minstens moet staan onder toe zicht van een geïnstitueerde Kerk, is daar mede meteen gezegd, dat van samenwer king rnet andere Kerken geen sprake kan zijn. Daarmede wordt niet gezegd, dat over leg geen eiscli zou zijn. Integendeel. Bij Bijbelverspreiding, de z.g. Plakkaatzending en tekstverspreiding is dat zeer wel moge- luk. De Commissie adviseert om, als bij de Zending, 't terrein of de tijden te verdeelen. Bij tentzending kan dit zeer wel geschie den. De Gereformeerden moeten een avond nemen en dan op hun avond Geref. spre kers doen optreden. Natuurlijk kan men peen bindende afspraak maken, wijl elke Kerkeraad zijn vrijheid behouden moet. Alleen men boude de afspraak zoolang deze geldt. In dien zin stelle de Commissie een conclusie voor. Een levendige discussie ontstond, waar voor zich 10 sprekers opgaven. Ds. W. L. Mil o, van Almelo, was zeer verheugd met dit rapport, temeer waar de Classis Deventer met deze zaak al vier jaar tobt. Deze Classis heeft getracht de broe ders uit Deventer te krijgen in de lijn van de gedachte van dit rapport. Spr. deed een protest hooren tegen de voorstelling van Dr. Bruins te Deventer, alsof de Part. Synode van Overijssel zou zijn geretireerd. Spr. stelde den rapporteur nog enkele vra gen. Is samenwerking halverwege wel ge oorloofd en boe ver strekt zich dat dan uit? Ds. W. H. den Ilouting, van Huizum, zou gaarne over het optreden van Gerefor meerden in interkerkelijke Evangelisatie zonder bewilliging van den Kerkeraad in liet ressort ja zelfs tegen diens wensch, in de conclusie iets zien opgenomen. Ds. W. W. M e ij n e n, van Dordrecht, wiï- de zich de vrijheid voorbehouden om met anderen in Evangelisatiearbeid samen te werken. Spr. denkt aan de Dordtsche Tent zending. Spr. gelooft, dat er in Deventer wel vreemde dingen zijn gebeurd en dat de zaak verkeerd is ontploft. Maar de eenheid die in een stad als Deventer door verschil lende Christusjielijders werd geopenbaard, was bet schoone van de zaak en Spr. wil niet belemmerd worden in samenwerking door menschen die hem gram zijn, want de bezwaren komen in den regel niet van iemands vrienden. Spr. vindt in de conclu sies veel voetangels en klemmen. Dr. W. A. van Es, van Leeuwarden,had veel waardeering en voor een deel ook in stemming met bet rapport. Toch is er mis verstand bij de Commissie over Friesland- Noord, naar Spr. nader uiteenzette. Waarom kan men met de Chr. Gerefor meerden en de Hervormd Gereformeerden niet één prediking doen uitgaan? Dat is wat anders dan met Baptisten, Heilssoldaten, enz. Overleg plegen over het arbeidsterrein is in kleine plaatsen veel moeilijker dan in groote. Het verdeelen van de avonden maakt op de bevolking toch den indruk van gemeenschappelijk^ verantwoordelijkheid. Ouderling W. van En gen. van Steen- wijk, stelde de vraag, of de Gereformeerden zich niet wel eens wat apart houden. De Tentzending in het Noorden en de Week der Gebeden hebben zulke schoone resul taten opgeleverd, dat Spr. hier niet gaarne een verbod zag. Het liefst heeft Spr. heel geen uitspraak. Paulus verblijdde zich ook als bet Evangelie onder een deksel werd verkondigd. Ds. II Mc ij erin g. van Katwijk a. d. Bijn, kon zich aansluiten bij Ds. Meijnen. Spr. deci.t .-■'•n de samenwerking in een «Ier brdo!'etsen, waar Geref. en Herv.-or- thodoxe o-edikantcn optreden. Mag dat nu niet meer? Wat is 1 et verschil tusschen samenwer ken en «uv'er overleg met elkander? Dr. K Siotsma, van Eindhoven, oor deelde. dat aan het rapport ontbrak dis scherpte v lijn die hem zou kunnen over tuigen. Waarom ontbreekt het verschil tus schen occasioneele en geregelde king? Conclusie en rapport bevredigen Spr. niet. Vandaag Gereformeerden, morgen Baptis ten en overmorgen Vrij-Evangelischen maakt, zei Dr. van Es, op het volk den in druk van samenwerking. Spr. ging nog verder en oordeelde dat het metterdaad sa menwerking is. Het simpel uitreiken van een traktaatje is een prediking. En waar- ondy behoort het huisbezoek? Waarom we niet mogen samenwerken, heeft Spr. gemist. Met een enkele waarschuwing om voorzich tig te zijn wilde Spr. volstaan. Ds. J. G. Fernhout. van Bandoeng, heeft ernstige bezwaren tegen de conclu sie, flat bij aanneming veel mooi werk voor het Koninkrijk Gods verbiedt. De conclusie is Spr. veel te generaliseerend en impera tief. Spr. wees op de toestanden in Indië. Een kleine Geref. Kerk, die alleen niets betee- kent, maar in samenwerking wat kan doen, kan door deze conclusie nu niets meer doen. De conclusie spreekt wel over de Kerk als instituut, maar wijdt geen woord aan de individueelc personen. Mogen twee verstrooide Christenen in Indië, die niet tot eenzelfde Kerk behpo- ren, samen van Jezus getuigen? Er zijn in ons vaderland, aldus Spr., streken, waar men zich de luxe kan veroorloven princi pieel te zijn. In Indië kan dat niet. Spr. drong aan op wijziging van de conclusies, mede met het oog op den grooten geeste lii'-en nood van onzen tijd. Ds. J. L. Schouten, van Amsterdam, kon in hoofdzaak meegaan met het rap port en conclusies. Spr. wilde de passage over de modernen zien geschrapt. Zij bren gen geen Evangelie, of het moet er één zijn naar den menscli. Spr. wilde een nader on derscheid tusschen het gesproken en het geschreven woord. Ook wilde hij in de con clusie niet zien gewaagd van samenwer king, die er niet mag zijn, maar die er niet kan zijn. We moeten met de Evange lisatie roepen tot de Kerk, die is de meest zuivere openbaring van het lichaam van Christus. Ook de kwestie van de tijden wil de Spr. er uit hebben. Dr. J. T h ij s, van Zwolle, zag van het woord af. Hierna diende Prof. Grosheide van repliek. In het rapport wordt gewezen op de ver schillende omstandigheden in de onder scheiden deelen des lands. Daarom wilde de Corni' ^ue geen regelen geven, maar komen nir eon algemeene .uitspraak. Dat men die l<ilfslachtig noemt, onderschrijft Spr. voor iie volle 100 pet. Wie bezwaren ontwikkelde had die niet tegen het rap port, maar tegen het feit, dat de uitspraak van de Synode van Utrecht '23 niet kan worden nagekomen. De Gereformeerden kunnen de Evangelisatie niet principieel op pooten. zetten. De Overheid zou het niet toe laten. De Week der Gebeden en de Week van Ernst hebben met deze zaak niets te ma ken. Het gaat over de Evangelisatie. Als we over samenwerking spreken, moe ten we aangeven hoe we over de dingen denken, opdat ook anderen dit kunnen weten. Uitreiking van een tractaat zonder meer acht Spr. niet ideaal, maar op het strand kan het vaak niet anders. Pleegt men geen overleg, dan beloopt men de kans, dat de politie alles verbiedt. De conclusie is zóó algemeen gesteld, dat ze nouvast biedt voor corporaties en personen. Dat acht Spr. een voordeel. Spr. heeft over de Tentzending een ander oordeel dan Ds. Meijnen. Hier is een zaak waarover men in de Geref. Ker ken verschillend denkt. Met Dr. van Es kan Spr. niet meegaan. Bij de Evangelisa tie kan men de Kerk er niet buiten laten. Het is niet genoeg of iemand zegt dat hij Gereformeerd is. Maar de Kerkelijke verga deringen moeten de keur aanleggen of dit waar is. Wie geen leertucht erkent en geen helder begrip heeft van de Kerkelijke ver gaderingen, kan hier de dingen niet juist zien. De norm blijft het principe. Het stuk dat men voor ziin rekening neemt neme men geheel voor zijn rekening. De uitdruk king van Paulus eaat niet over de zuiver heid van de prediking, maar over het pre diken onder een voorwendsel. Ds. Meijering ging terug tot vóór de uit spraak van de Synode van '23. Huisbezoek rekent Spr. tot prediking des Woords. De conclusie wil voortbouwen op de conclusie van '23. Is men daaraan nog niet toe. dan kan men tegen dit rapport geen bezwaar hebben. Als de Kerk iets niet doet, of niet kan doen, zou het toch zonde zijn als par ticulieren het niet deden. De door Ds. Schou ten geuite wenschen kan Spr. grootendeels inwilligen. Hierna werd door Dr. van Es en Ds. Meijnen gerepliceerd. Ze verklaarden beiden niet overtuigd te zijn. Ds. M e ij n e n betreurde het, dat er niet meer tijd voor deze zaak beschikbaar is en wilde wel een studiecommissie om deze zaak op een volgende Synode nog eens te bespreken. De Week der Gebeden kan Spr. niet ge heel losmaken van deze zaak. Prof. Gros heide is zelf redacteur van „Woord 'en Daad" en werkt dus in woord en daad sa men met hen, die niet eens op confessio- neelen grondslag staan. Ds. Meijnen dien de een voorstel in, om de Synode zich te doen uitspreken ln de door hem uitgespro ken richting. Dr. D ij k betwistte dat de zaak overhaast wordt afgehandeld. Spr. voelde niet voor een studiecommissie. Men ga niet terug tot voor Utrecht *23. Prof. Grosheide, dupliceerend, wees er op, dat de zaak van „Woord en Daad" niet is te vergelijken met wat Ds. Meijnen noemde, want dit is 'n technisch tijdschrift voor deskundigen en Spr. heeft als Gere formeerde geen bezwaar om daarin bijdra gen te schrijven. Te kwart na 12 uur sloot de Praeses de morgenzitting. In de middagvergadering, die aanving met het zingen van Ps. 138 3, verwelkom de de Praeses de miss. predikanten voor de Jodenzending, de dienaren Ds. J. van Nes, van Den Haag, en Ds. D. Kapteyn, van Amsterdam, die als praeadviseurs zit ting namen. Ook verwelkomde hij de hoog bejaarde em. predikant Ds. J. D. van der M u n n i k, van Den Haag, die de Kerken in tal van deputaatschappen diende en die een welkome gast is. Ds. W. W. M e ij n e n deed daarop nog eens voorlezing van zijn voorstel uit de morgenvergadering, dat hij nader toelicht te als een poging om eenige persoonlijke vrijheid voor te behouden om samen te spreken en samen te getuigen. De Praeses meende dat hjer geen per soonlijke vrijheid aan banden wordt ge legd. Spr. wil hierop nog nader een inlich ting ontvangen. Ds. J. D o u m a, voorzitter der betrokken Commissie, beval rapport en conclusies warm bij de Synode aan. Dr. van Es wilde niet uitgesproken zien dat deze stemming zou beteekenen al dan niet teruggaan achter '23. Enghartig eenzij dig Kerkelijke Evangelisatie kan Spr. toch niet toejuichen. Dr. J. Thijs, van Zwolle, oordeelde dat het voorstel Meijnen de deur te wijd open zet. Het gevaar schuilt in de permanente samenwerking' gelijk in Deventer. Wat is occasioneel en hoever strekt zich dat uit? Prof. Grosheide triplice'erend, wees er op, dat het voorstel-Meijnen een heel ander rapport vragen zou. Het gaat metter daad terug tot vóór '23. LHrecht heeft uit gesproken, dat alle opzettelijke Evangeli satie moet uitgaan van de Kerk. Dus zijn, dit antwoordde Spr. Dr. Dijk, de personen niet vrij. Het voorstel-Meijnen beteekent dat liet z.g. Deventer kwartet dus volko men in orde was. D s. Meynen interrumpeerde ontken nend. De Praeses bracht nu de conclusies van het rapport in stemming. Ze werden aangenomen met 45 tegen 10 stemmen, waarmede het voorstel-Meynen van de baan Een voorstel-Z e e 1 a n d om een speciale opwekking tot Evangelisatie tot de Kerken te doen uitgaan, waarbij een schrijven van het Verband van Evangelisatiecommissies zich aansluit, werd verworpen omdat de Synode metterdaad aan de Evangelisatie haar aandacht wijdt, Hoogleeraarsbenoemingen De Praeses deecf hierna voorlezing van een ingekomen schrijven van Ds. Mr. G. M. den Hartogh, houdende bevestiging van zijn telegrafische aanneming van zijn be- nqeming tot hoogleeraar te Kampen. i3s. den Hartogh zou na Kerstmis zijn inauguratie willen houden. De Preses deelde mede, dat de be noeming van beide hoogleeraren 1 October ingaat en zij dus alsdan voor x-ekening van de Kerken zullen komen. Art. 13 KL O. Voor dezelfde zaak als in de morgenzit- ting ging de Synode hierna weer in comité- eeneraal. Weer openbaar geworden, stelde de Praeses aan de orde het x-apport over Art. 13 K. O. en de daarmede verband hou dende voorstellen, waarvan we gister reeds melding maakten. Als rapporteur trad op D s. A. S c h w e i t- z e r, van Buiksloot. Voorlezing van dit rapport vorderde ge- ruimen tijd. Als rapporteur over het rapport trad op Prof. Dr. S. Greydanus, van Kampen. Het rapport concludeert om de deputaten onder dankzegging te déchargeeren. D r. v a n E s oordeelde dat Deputaten zich niet stipt aan hun instructie hebben gehou den, naar hij nader uiteenzette. Ds. Schweitzeren Prof. Greyda nus beantwoordden deze opmerkingen en bestreden Dr. van' Es' stêlling. De Synode besloot ter coupeering van al lerlei debatten de décharge aan het eind van de behandeling van deze zaak te ver- leenen. Een breede discussie ontstond over de kwestie der pensioenen en de regelen waar naar die moet geschieden. Daaraan namen deel Ds. Schweitzer, Ds. Milo en Prof. Dr. J. Ridderbos. Besloten werd dat de Com missie deze zaak met Overijssel nog even nader bespreken zal. De conclusie die uitsprak dat de pen sioenen in dezen tijd met 20 k 25 pet. moe ten worden verlaagd, de gelden voor de pre dikantsweduwen eveneens moeten verlaagd worden, in ovei'eenstemxning hiermede en ten allen tijde met de betrokkenen overleg moet worden gepleegd, ontlokte een breede discussie, waaraan deelnamen de ouderlin- gen A. Borkent, van Hecrenveen; A. van der Wal, van Harlingen; de hoogleerarcn Prof. Grosheide en Prof. Ridderbos; en de predikanten Ds. Miedema, Ds. den Houting, Ds. Meijering, Ds. Schouten, Dr. Sietsma, Dr. van Es, Ds. H. de Bruijn en Ds. A. Scheele. Gevraagd werd of niet een minimum moet worden vastgelegd, alsook of niet een progressieve korting moet worden toege past. Ook werd gewezen op het drastische van de voorgestelde bezuiniging. Is een korting van 20 pet. billijk op emeriti en weduwen, als zulk een korting op de dienstdoende predikanten en professoren nog niet wera opgelegd? De Staat, die ook bezuinigt, doet het net anders en heelt aan de pensioenen nog niet geraakt en waar hij het in Indië wèl deea was het toch niet van de weezenpensioenen. De Synode moet niet aan eenige mindere vergadering een bepaald percentage korting voorschrijven. Besloten werd dat de Commissie met de gemaakte opmerkingen rekening houdena in haar vergadering deze zaak nog eens nader onder oogen zien zal. Nadat Prof. Greydanus nog een rap port over steunvei-leening aan zwakke ker ken voor haar emeriti, zulks naar aanleiding van 'n schrijven door de Part. Synode van Friesland-Noord, liad gelezen, opdat de Synode-leden deze zaak eens konden over denken, wijl de Commissie wegens verschil van inzicht niet een gemeenschappelijke conclusie bieden kon, ging de assessor voor in dankzegging en sloot de Praeses de zit ting. Telegram van H. M. de Koningin Bij de Generale Synode kwam het volgen de telegram in van H. M. de Koningin: „H. M. de Koningin is zeer gevoelig voor het telegram H. M. toegezonden door de Generale Synode der Geref. Kerken en voor de daarin uitgesproken heilwenschen en draagt mij op, daarvoor haar oprechten dank over te brengen. Van Geen, Secre taris der Koningin". DE ZAAK-DS. BERKHOFF Ds. Berkhoff heeft de Synode verlaten In de voortgezette eerste zitting van deze Synode te Zwolle verkreeg het woord Prof. J. J. van der Schuit als voorzitter van de commissie van Deputaten inzake de zaak Ds. Berkhoff. Rapport-zaak Ds. Berkhoff. Hij begon met in het kort weer te geven de orde van handelen, zooals die door de Deputaten in het verloopen jaar is gevolgd. Met Ds. Berkhoff is een keer een broeder lijke samenspreking gehouden. Aan het ein de hiervan is een uitvoerig rapport samen gesteld, dat aan de Synodeleden reeds is toegezonden in het begin van de maand Augustus. Overeenstemming kon met Ds. Berkhoff echter niet worden bereikt. Toen na de gevoerde besprekingen de beide stand punten, zooals die door Deputaten en Ds. Berkhoff waren ingenomen, scherper en juist omlijnd tegenover elkander stonden, hebben Deputaten gemeend niet langer te mogen wachten, maar de Synode door den Kerkeraad der roepende Gemeente te moe ten doen samenroepen. Mandaat-Ds. Berkhof*. Aan de orde kwam nu een ter Synode in gekomen protest van de predikanten A. H Hilbers, van Groningen, en J. Hovius, van Nieuwe-Pekela, tegen de handhaving van het mandaat van Ds. Berkhoff voor voortgezette Synode. Deze uitspraak vai Particuliere Svnode van het Noorden luidt: ,De Part. Synode van het Noorden spreekt uit, dat er in dit stadium geen kerkrechte lijke redenen zijn om aan Ds. Berkhoff zijn afvaardiging te ontnemen, doch wel gevoelt de Synode de moeilijkheid, dat iemand over zijn eigen zaak mede oordeelt." Ds. W. K r e m e r, van Leeuwarden, v zitter van de laatstgehouden vergadering van de P. S. van het Noorden lichtte deze uitspraak nader toe. Eveneens was een protest tegen deze uit spraak ingekomen _van Ds. Berkhoff en ouderling Lok, van Sneek. Beide protesten werden eerst uitvoerig mondeling toegelicht. De prae-adviseur, Prof. P. J. M. de Bruin, pracht daarna advies over deze aangelegenheid uit. Op grond van de histo rie achtte hij het mandaat van Ds. Berkhoff wettig. De prae-adviseur Prof. van der S c h uit verschilde hiermede van meening. Hij ver dedigde zijn standpunt, dat de afvaardiging van Ds. Berkhoff na diens beschuldiging te gen de Chr. Geref. Kerk ingebracht, waar in hij zegt dat deze op onschriftuurlijk standpunt staat, onwettig is. Het woord voerden hierover Ds. L. H. van der Meiden, van Den Haag; Ds. H. Janssen, van Den Haag; Prof. J. W. Geels, van Apeldoorn; Ds. W. Bijleveld, van Haar lem (C); en Ds. VV. Kremer, van Leeuwar den. De beslissing werd uitgesteld tot de mid dagvergadering. Prof. Geels sloot de mor genzitting met dankzegging. De middagzitting werd klokslag twee uur door den Voorzitter, Ds. L. de Bruyne geopend, die liet zingen Psalm 105 3 en voorging in gebed. Enkele nog ingekomen adressen werden, hetzij niet ontvankelijk verklaard, hetzij verwezen naar de bevoegde mindere verga dering. Landurig werd gesproken over de vraag, die in de morgenvergadering ook reeds in bespreking genomen was, of Ds. Berkhoff als afgevaardigde ter Synode zitting mag hebben. Na toelichting van Prof. van der Schuit namens Deputaten ad hoc en van Ds. Berkhoff zelf werd in stemming gebrachti een voorstel van Ds. J. Hovius, van Nieuwe Pekela, inhoudende, dat tijdens de behan deling van de zaak betreffende Ds. Berk hoff, diens secundus voor hem zitting zal nemen. Dit voorstel werd met 23 tegen 12 stemmen verworpen. Het mandaat van Ds. Berkhoff bleef der halve gehandhaafd. Hierna werd een begin gemaakt met de behandeling van het rapport. Inhoud van het Rapport De inleiding van dit Rapport luidt als volgt: De Generale Synode der Chr. Geref. Kerk, gehouden te Zwolle in het jaar 1932 van 26 tot 28 Juli, benoemde in hare vierde zitting (zie Acta, Art. 28) Deputaten, die tot taak kregen: A. ieder voor zich zal het werk van Ds. Berkhoff bestudeeren; B. in een vergadering zal een samenspre- kiing met Ds. Berkhoff plaats vinden. C. de Deputaten komen met het resultaat van hun onderzoek ter Synode. Aan Deputaten wordt de opdracht gege ven dat zij, zoo noodig, den Kerkeraad van Zwolle kunnen verzoeken deze Synode op nieuw te doen samenkomen. Ingevolge deze opdracht hebben Deputa ten met Ds. Berkhoff een broederlijke samenspreking gehad te Apeldoorn den 6en Juni 1933. Tot hun leedwezen kon er geen overeen stemming verkregen worden om de volgen de redenen: 1. dat Ds. Berkhoff een diep gewortelde overtuiging heeft inzake de periode van het duizendjarig rijk; 2. dat Ds. Berkhoff de Kerk niet zal kun nen volgen, wanneer zij het propageeren van deze zijn opvatting niet toelaat; 3. dat Ds. Berkhoff in de overtuiging leeft, dat de Kerk te kort schiet in de pre diking van het duizendjarig rijk, zooals Ds. Berkhoff dit heeft ontwikkeld in zijn boek ,De Christusregeering". 4. dat op grond daarvan Ds. Berkhoff te gen de Christelijke Gereformeerde Kerk de beschuldiging inbrengt, dat zij in dit op zicht een onschriftuurlijk standpunt in neemt; en 5. dat deze conclusies door Ds. (Berkhoff mede aanvaard worden. Op grond hiervan zagen Deputaten zich genoodzaakt den Kerkeraad van Zwolle te verzoeken de Synode wederom samen te roepen en tevens het volgende rapport aan te bieden; In dit rapport wordt gehandeld over: 1. De kern van het vraagstuk. 2. De analogia fidei in verband met Ds. Berkhoffs leer. 3. De exegetische zijde. 4. Historisch overzicht, 5. Conclusies. De hier bedoelde conclusies luiden als ,'olgt: 1. De regel der analogia fidei eischt, op grond van de eenheid der Godsopenbaring, dat de duistere plaatsen der Heilige Schrift naar de duidelijke moeten verklaard wor den, terwijl deze tevens zegt, dat de uitleg ging der Schrift nimmer in strijd mag kemen met de voornaamste dogmata, wel ke de Kerk. onder leiding des Heiligen Geestes, in haar Symbolen heeft vastge legd. 2. De Gereformeerde confessie geven alge meen dcnzelfden regel aan. 3. Ds. Berkhoff grondt zijn leer niet op een exegese volgens de analogia fidei. 4. Het hoek van Ds. Berkhoff heeft niet oldoende oog voor het rijke werk der ver lossing en voor het progressief karakter er openbaring Gods. 5. Er is geen Schriftuurlijke grond voor de leer eener lichamelijke opstanding der geloovigen voor de algemeene opstanding, noch ook voor een regeering der heiligen op- aarde gedurende duizend jaren, noch ook voor een periodieke aardsch getinte Christocrntie". 6. Mitsdien blijft de Christelijke Gerefor meerde Kcxk bij de bepaling der Synode IS63 cn Synode 1931, waarom het Ds. Berkhoff verboden moet worden zijn privé gevoelen omtrent het duizendjarig rijk en omtrent dc leer van de tweeërlei opstan ding in woerd en geschrift tc verbreiden. Discussie Ds. L. H. van der Meiden, ran Den Haag, wees allereerst op het bestaande be sluit van de Synode van 193T aangaande het duizend'arig rijk cn betoogde, dat men nu niets tnders moet doen, dan uitspreken of men op grond van het verschenen rap port blijver, kan bij genoemd besluit. Hij aanvaardt niet de door Ds. Berkhoff geuite beschuldiging, dat alle predikanten staan „op Augustmiaansch standpunt". Ds. A. H. Hilbers, van Groningen, had gaarne duidelijk aangetoond gezien, dat het voor Ds. Berkhoff niet alleen gaat om een exegetische kwestie of een exegetisch ge voelen, maar ook om een zekere beleving van dit gevoelen, een leerprinciep, gezien hetgeen Ds. Berkhoff schrijft in zijn werk „De Christusregeering", pag. 312 en 313. Op blz. 38 van het rapport miste hij even eens de eerstbedoelde consequenties, zooals die tenslotte m Amerika gezien werden. Ds. WKremer, van Leeuwarden, had willen zien, dat ook van uit confessioneel standpunt de zaak meer was belicht. Ook had luj in de conclusies gaarne neergelegd gezien, of er verschil is tusschen de leer van Ds. Berkhoff en die der predikanten van vioeger. die ook meer of minder dit gevoelen toegedaan werden en dit leerden en toch geduld werden. Ouderling G. R ij k s e n, van Zeist, vroej of positief kan worden uitgesproken, dat in dit rapport de exegese gegeven is ov" pericoop uit Openbaring 20. De Voorzitter der Commissie, Prof. J. J. van der Schuit, diende de sprekers repliek. Hij dankte de sprekers voor de goe de woorden ten aanzien van de Comimiss"' geuit. Ds. Berkhoff heeft het Chiliasme i het geding gebacht en niet de zaak-Ds. Berk hoff. Ware dat aan de orde, dan was daar over in het rapport zeker meer gezegd. H< rapport stelt tegenover de realistische opvat ting van het ^O. T. de geestelijk-idealisti sche en keert zich alleen tegen de gedachter van Ds Berkhoff aangaande het duizendjarig rijk en de tweeërlei opstanding. Evenzoo is het rapport niet opgesteld met de bedoeling om een dogmatische exegese te geven. Ds. H. Janssen wees op de besluiten van 1932 en op de beieekenis van het rap port, waar in de conclusie duidelijke ui, spraken gedaan worden. Ds. Berkhoff aan het woord. Ds. A. M. Berkhofi, van Sneek, stelde voorop, dat hij blijft hopen, dat de Chr. Gc ref. Kerk nog eens aal komen tot uitbouw van de Belijdenis op dit punt. Aanneming van het Rapport zou hij vreeselijk vinden, vooral omdat er volgens hean geen Schrif tuurlijken grond wordt aangegeven voor het Augustiniaansch standpunt. Tot op den hui- digen dag wacht ik op positieve Schriftuur lijke gronden, aldus Spr. Met verschillende voorbeelden toonde hij het gebrek aan argu menten aan bij zijn tegenstanders. Ook me moreerde hij de geschiedenis van Ds. Gewin, uit Utrecht. De Kerk is niet rijp voor de ver oordeeling van deze leer, aldps Ds. Berk hoff. Met lange citaten werd aangetoond, dat meerderen zijn gevoelen deelen en ook vroeger deelden, o.a. uit de Handleiding bij de beoefening van de Gewijde Geschiedenis van Ds. van Andel, uitgave 1886. Ik kan en mag niet. anders dan deze heerlijke leer brengen, aldus Spr. Reeds vanaf 7-jarigen leeftijd leeft deze gedachte in mijn ziel. Steeds word ik in deze gedachte gesterkt. Spr. wil m'(t heel zijn aiel in de Chr. Geref. Kerk blijven, maar als hij niet mag voort gaan met de verkondiging van deze leer, wordt het hem onmogelijk. In de middagvergadering werd voorlezing gedaan van een telegram van de Gen. Sv node der Geref. Kerken te Middelburg, waar in gewezen werd op de noodzakelijkheid der eenheid van allen, die de Geref. belijdenis ondei-schrijven. Dit telegram zal nader aan de orde gesteld worden. Antwoord van Prof. van der Schuit. In de avondvergadering diende de Voor zitter van de Deputaten Ds. Berkhoff van antwoord, opmerkende allereerst, dat ook Ds. Berkhoff in zijn redevoering d®en mid dag niets heeft bewezen, ook niet met een beroep op Van Andel en anderen. Gew werd ook op de zaak van Maccovius op de Synode van 1618-19 en op Gomarus, wien verboden werd, hun gevoelen te propagee ren. De Kerk moet uitspreken, of zij nog lan ger toelaat, dat zij geblameerd wordt, door beschuldigingen, ai5" die, dat zij niet brengt het volle Evangelie van Jezus Christus. In zijn antwoord wees D s. Berkhoff er op, dat we er rekening mede moeten houcTen, dat de geest en de tijd veranderd eijn en in dien Van Andel nu leefde, zou ook hij zieker waarschuwend tegenover de Kerk optreden, hetgeen hij ook reeds in zijn tijd deed. Och, kwam het duizendjarig rijk, dan kwam er een reehiivaardige oplossing van het wereld conflict Verdere discussie. D s. J. J o n g e 1 e e n, van Apeldoorn, wee1 er vervolgens op dat zoo de discussie te lang wordt. Ds. Berkhoff moet eenvoudig uit de Schrift duidelijk maken, dat zijn opvat ting over het duizendjarig rijk en de tweeër lei opstanding de juiste is. In antwoord hierop betoogde D s. Berk hoff, hoe hij meende, dat naar Matth. 24 en 25, volgens Paulus, in Openb. 20 enz. enz. zijn meening Schriftuurlijk juist is. Prof. Van der Schuit beantwoordde Ds. Berkhoff en vroeg hem nadere verkla ring aangaande zijn exegese betreffende de eerste cpsianding. gegrond op 1 Cor. 15. Hij .veerspuik deze Schriftverklaring, waarop »en uitvoerige dupliek tusschen beide spre kers volgde. Hierop stond Prof. Van der Schuit lang durig stil hij de symboliek in de getallen 'ii de Openbaring, waarbij hij bepaaldelijk de beteekenis van het getal 1000 in Open baring 20 verklaarde. Ds. Berkhoff handhaafde zijn stand punt van der Meiden verdedigde de gangbare exegese van Openbaring 20 tegen over Ds. Berkhoff. Prof. J. W. Geels was in zijn overtui ging aangaande de leer de laatste dingen en liet koningschap van Christus versterkt juist door dc verdediging van Ds. Berk hoff, daar deze in gebreke gebleven is om zijn meening te staven Ds. Berkhoff raaddp de Synode thans een uitspraak te doen. Hij kan niet beloven over zijn gevoelen te zullen zwiigen. Aan de discussie werd varder deelgeno men door Ds. J. A. Riekel, - an Sliedrecht; Oud. H. Luinstra, van Delft en Ds. W. Bijleveld, van Haarlem (C.) Stemming over de conclusies Over de eerste conclusie, luidende: „De regel der analogia fidei eischt op grond van de eenheid der Godsopenbaring, dat de duistere plaatsen der II. Schrift naar de duidelijke moeten verklaard worden, ter wijl deze regel tevens zegt. dat de uitlegging der Schrift nimmer in strijd mag komen niet de voornaamste dogmata, welke dc Kerk onder leiding des II. Geestes in haar symbolen heeft vastgelegd", werd niet ge stemd. Allen stemden hiermede in. Ook de 2e en 3e conclusie, hiervoren reeds afgedrukt, werden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De 4e conclusie, luidende: „Het boek van Ds. Berkhoff heeft niet voldoende oog voor het rijke werk der verlossing en voor het progressief karakter der openbaring Gods, werd door Prof J. J. van der Schuit toege licht en zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De 5e conclusie, luidende: „Er is geen Schriftuurlijke grond voor de leer eener lichamelijke opstanding der geloovigen voor de algemeene opstanding nog ook voor een regecring der heiligen op aarde gedurende 1000 jaren, noch ook voor een periodieke aardsch getinte Christocratie", werd op voorstel van Ds. van der Meiden aangevuld ter verduidelijking. De inhoud wijzigde hierdoor niet. De aanvulling luidt fnrïJ, - -mde: "Z(>oals ZÜ leeren, die een i.JUU jarige regeering van Christus op aarde stellen. Bij de 6e conclusie „Mitsdien blijft de Heiëfo Iierk ?ij de bePaling der Syno de, -863 en Synode 1931, waarom het Ds Berkhoff verboden moet worden zijn privé gevoelen omtrent het 1000-jarig rijk en om trent de leer van de tweeërlei opstanding in woord en in geschrift te verbreiden", terzake de voornaamste conclusie, stelde ?£,van dfj; Meiden voor ook het jaartal en 1879 toe te voegen en het slot te tezen ,jals de waarheid te verbreiden". Ds. H. Janssen stelde voor inpiaats van verspreiden te spreken van propagee- Oud. B. N e d e r 1 o f, van Rotterdam, lfd uer Lommissie, kon zich hiermede niet ver eenigen. Het woord verbreiden bleef be houden. Vastgelegd werd, dat door eventueeïe aanneming der conclusies geen stuk aam de confessie toegevoegd werd, doch alleen de uitspraak van 1931 gehandhaafd. Even vóór de stemming over deze conclu sie, stelde Ds. J. Jon gel een, van Apel doorn, voor over deze gewijzigde conclusfe door de commissie een korte samenspre king te doen hebben met Ds. Berkhoff. Deze stemde hiermede in. Besloten werd hedenmorgen te 9 uur <Tè zitting voort te zetten. Prof. P. J. M. de Bruin sloot met dank» gebed. ZITTING VAN HEDEN De zesde conclusie werd in de morgen- zitting van heden, na eenige redactie wijziging en zeer uitvoerige discussie, met algemeene stemmen aangenomen. Hierna volgde de stemming over alle zes conclusies te zamen. Deze werden met 1 stem tegen en 1 stem in blanco aangc nomen, Ds. Berkhoff verlaat de Synode Ds. A. M. Berkhoff zeide de Synode vaartoel. Hierbij scheiden voor immer onze wegen, aldus Spr. Eai met het uiten van een zegenwensch verliet hij de vergadering. De besprekingen duren voort Land- en Tuinbouw, EXECUTIE WEGENS RENTE- EN HUURSCHULD Actie voor een algemeen verbod der executies. (an Landpachters en Hypo- echrtfven gericht aan alle dreigende executie» ursohuld, welke een bron het platteland en het tig wor credletkapltaal. Tegenover deze aad, waarom de aar de leiders. De bond noodlgt daarom alle organisaties lt zich te doen vertegenwoordigen op een ergaderlng te Utrecht op 18 September a.s.. ?r bespreking van de volgende punten: Oprichting van een Centraal Comité uit all» icewerkende organisaties, dat de actie van een algemeen verbod van executies voorbereidt en leid't: he,t verzamelen van materiaal, be treffende reeds plaats gehad hebbende verftoo- pen (publiek en onderhandsch) wegens rente- en huurschuld; b. door het verzamelen van gegevens omtrent den omvang van het gevaar, dat hypotheek- en bedreigt; t beleggen van provinciale mee- een «preker van elk der meewer- provincie behooj-lijk georgajni- J nt (waarbij img een be- uoaier van r-conom son e"D' a?diënt*e b.,J UL>U w, fracties i*™.o gemeen verbod v huur- of belasrtln pachtboeren seende organisaties het overwogen kan Wij willen ln dit verband even wijzen op de nota. die hert Kon. Ned Landbouw Comité onder dagteekenmg van 11 Aug. 1.1. (zie ons blad van 14 Aug.) aan den Minister zond en waarin eenige richtlijnen worden aangegeven voor het te volgen rcgeeringsbelcld. Onder^punt D. lezen^ we^daar: I.^Voorkomdng angifte hoe het K.Nxlc k zl ch*dif e n k^nl! •richting van een Rijks- of seoni-officieele bank. •iere organisaties hebben voor zoover n zich voor een executie-verbod of bt perking uitgesproken. opricJ Rechtzaken. DE IÊOORD IN DE SCHEVENINGSCHE BOSCHJES Het Haaesche Gerechtshof heeft arrest ge wezen in de zaak tegen den 25-jarigen kleermaker M. J. R. die door dc Rechtbank is veroordeeld wegens doodslag gepleegd in de Scheveningsche Boschjes in den nacht van 7 op 8 Januari j.l. op mejuffrouw; B. uit de Vleerstraat, tot zes jaar gevang©.' nisstraf. Het Hof bevestigde liet vonnis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10