Hipuiue geihsche Ifournnl
W
kost maar 12.35 per kwartaal of 18 ct. per week
goedkoopbest verzorgde Christ, dagblad in Nederland
Zilveren
's Gravenhaagsch
Jubileum
Chr. Gymnasium
Tl
m
31
\L
9
1
m
a
m
m
i
m
la
«II
m
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1933
EERSTE BLAD PAG. 3
M&*- - v'-f'ij-
teekent nu in alle nrs tot 1 October gratis!
UITGAVE
VAN EEN GEDENKBOEK
Een kort historisch overzicht
Het 's-Gravenhaagsch Christelijk Gymna
sium bestaat 25 jaar. Curatoren willen dit
jubileum niet ongemerkt voorbij laten gaan.
Er is voor hen dan ook alle reden om met
dankbaarheid terug te zien on de afgeloopen
25 jaar. Het gymnasium is gestaag gegroeid.
Werd de cursus 190S1909 begonnen met 41
leerlingen, in 1P32—1933 was dit aantal ge
klommen tot 230.
Ter gelegenheid van dit jubileum hebben
Curatoren een uitstekend verzorgd gedenk
boek doen verschijnen, dat door Dr E. J. W.
Posthumus Meyjes, die sinds de oprichting
als secretaris van Curatoren is werkzaam
geweest, op keurige wijze is samengesteld.
Mr W. j. Baron van Lynden schreef een
inleiding, waarin hij er op wijst, dat zoowel
het telkens vergrootte schoolgebouw, maar
ook en vooral de groote schare van leerlin
gen en oud-leerlingen, waarvan velen thans
Z)r E. J. W. POSTHUMUS MEYJES
<3e fakkeldragers zijn van het licht dat
aldaar voor hen ontstoken is, levende, ge
tuigenis vormen, dat het met zoo groot ge
loof aangevangen en met zooveel liefde en
taaie volharding voortgezette werk niet te
vergeefs is geweest.
„In de 25 achter ons liggende jaren heeft
ons gymnasium bewezen zijn ontstaan en
bestaan waard te zijn; hiervoor een gedenk
steen te plaatsen zou zeker misplaatst zijn.
Geen steen, die bij een graf past, maar de
'dankbare herinnering aan gezegenden ar
beid levend in de harten van velen, die dit
gymnasium liefhebben, behoort het monu
ment te zijn voor dit zilveren jubileum.
Dit geschrift beoogt dan ook die dank
baarheid uit te spreken en levend te houden.
r Daarin zullen de namen prijken van hen,
die in het; overwonnen tijdperk meer dan
anderen op den voorgrond zijn getreden;
tevens zullen daarin de belangrijkste'gebeur
tenissen geboekstaafd worden.
De stille werkers, de bescheiden vrienden,
de velen, die op welke wijze dan ook al
hetgeen in die 25 jaar tot stand gekomen
is, bevorderd hebben, mogen echter niet ver
geten worden."
Dr Posthumus Meyjes geeft vervolgens een
breedvoerig overzicht van de geschiedenis
van het Gymnasium. 7 December 1907 had
de eerste vergadering plaats om te komen
tot stichting van een Christelijk Gymna
sium te 's-Gravenhage. Besloten werd gevolg
te geven aan de uitnoodiging van het Col
lege van Directeuren der Vereeniging voor
Christelijk Voorbereidend Universitair Onder
wijs te Utrecht om voorbereidende maatrege
len te willen treffen tot het stichten van een
Christelij': Gymnasium te 's-Gravenhage.
„Dat de grondslag van het op te richten
Christelijk Gymnasium te 's-Gravenhage
dezelfde zou zijn als die van het Christelijk
Gymnasium te Utrecht de Belijdenisschrif
ten der Ned. Herv. Kerk volgde uit het
feit, dat beide Scholen van dezelfde vereeni
ging uitgingen. Vandaar ook het Hervormd
karakter dat ons Haagsch Christelijk Gym
nasium van den beginne aan gehad heeft,
waar het door een Hervormde Vereeniging
is gesticht met steun van overwegend Her
vormde zijde. Dit werd ook openbaar in de
samenstelling vai. het Curatorium. Ten op
zichte van de benoeming der docenten was
dit eenigszins anders, daar deze in den loop
der jaren tot verschillende kerken behoord
hebben. Verleden jaar kwam tot ons Cura
torium het voor
stel hierin veran
dering te brengen
en in het bestuur
en in het leeraren
college meer offi
cieel naar getal
sterkte te gaan
rekenen met de
kerkelijke gezind
te van de ouders
der leerlingen. Na
ernstige beraad
slaging meenden
Curatoren, ook
gezien de historie
van ons Gymna
sium, in dezen
weg niet te moe
ten treden."
11 Mei 1908
kwam het bericht
uit Utrecht in be-
lïandeling dat „Directeuren zich bereid ver
klaarden D.V. Sepember a.s. een Christelijk
Gymnasium te 's-Gievenhage te openen. Nu
hét aan het comité gelukt was een voldoend
bedrag voor de eerste oprichtingskosten bij
een te verzamelen en ook een aantal contri-
butiën, waarop in de eerstvolgende jaren
gerekend kon worden."
23 Mei 1908 had men reeds voorloopig de
hand gelegd op het perceel D^endelstraat 38
en kon de voordracht voor de benoeming
van leeraren worden ingediend.
9 Juli werd in het gebouw der Chr. Jonge-
mannenvereeniging het eerste toelatingsexa
men afgenomen, waarbij 14 leerlingen tot de
eerste klas en 1 tot de tweede klas
toegelaten.
10 Juli was de examendag voor de hoogere
klassen. Nog werd toegang verleend tot de
eerste klasse aan één leerling, tot de tweede
aan 12, tot de derde aan 8 leerlingen. Bij
een tweede admissie-examen kon nog aan
een aantal leerlingen toelating worden ver
leend, zoodat met 18 leerlingen eerste klasse,
13 tweede klasse en 9 voor de derde klasse
het Gymnasium zou kunnen aanvangen.
Er was intusschen bericht ingekomen van
de Directeuren uit Utrecht, waarbij de leden
van het comté werden uitgenoodigd als Cu
ratoren op te treden, terwijl de voorgedra
gen docenten en ook de concierge overeen
komstig de aanbeveling werden benoemd.
,Zoo waren dan na veel arbeid de voor
bereidende maatregelen getroffen en werd
met verlangen uitgezien naar den lang ver
beiden dag waarop dit alles bekroond zou
worden.
3 September 1908 had de opening in het
gebouw Daendelstraat 38 plaats. De installa
tie van de heeren Jhr S. van Citters, Mr E.
R. E. Brants, Dr G. A. Hulsebos en Dr E.
J. W. Posthumus Meyjes tot Curatoren had
plaats, bij monde van den president-direc
teur Jhr Dr L. de Geer. De benoemde leera
ren werden welkom geheeten, waarna in
aanwezigheid van talrijke autoriteiten en
officieele personen de opening plaats had.
Zoo ging het 's-Gravenhaagsch Christelijk
Gymnasium dus in zee. 6 September 1910
werd DrRenkema
als Rector geïn-
I stalleerd. Gememo
fflPBI reerd mag wor-
den het spoedig
I oprichten van een
PPf f reciteer-, muziek-,
lÉÉÉi gymnastiekclub
[§rs& :-fiipi der leerlingen.
Ki»l| ft' fill Uitvoerig wordt
Hm #7 fmJHl verhaald van alle
li» J§JgS| blijde en droeve
iiiPra lotgevallen van
ÉsjP'jbHI he* Gymnasium,
HlrJH van het gestaag
LTHTlFm 1 JfMfl uitbreiden van het
IsHt leerlingenaantal,
dat noopte om
I naar een grooter
gebouw om te
zien. Het vroegere
woonhuis van wij
len Minister Mr.
N. G. Pierson,
Groot Hertoginnelaan 8, werd aangekocht en
3 Sept. 1914 werd het nieuwe gebouw in ge
bruik genomen, wegens de droeve tijdsom
standigheden zonder feestelijkheden.
Op 21 Febr. 1919 viel de beslissing van
Curatoren om aan de Directeuren te Utrecht
Het s-Gravenhaagsch Christelijk Gymnasium, Groot Hertoginnelaan 8.
te berichten, dat men principieel genegen
was tot eventueel zelfstandig optreden, mits
financieele overeenstemming bereikt wordt."
Op 25 April 1919 kwam men tot overeen
stemming en kwam de scheiding definitief
tot stand, waarbij het 's-Gravenhaagsch
Christelijk Gymnasium een geheel zelfstan
dige instelling werd.
Intusschen was een verbouwing en ver
grooting van het Gymnasium wederom
hoogst noodzakelijk geworden. Dinsdag 10
April 1923 kwam men in feestelijk samenzijn
bijeen tot officieuse ingebruikneming van
het geheel verbouwde Gymnasium, terwijl de
officieele plechtigheid plaats had op Zater
dag 8 September 1923.
Bij Kon. Besluit van 26 Maart 1931 werd
Dr Renkema benoemd tot Inspecteur van het
Gymnasiaal On
derwijs in Neder
land. Voor de
school was deze
benoeming, hoe
eervol ook, een
groot verlies. Men
was echter zoo
gelukkig in Dr H.
A. Mulder, Rector
aan het Stedelijk
Gymnasium te
Gouda, een uit
stekende opvolger
te vinden, die in
Sept. geïnstalleerd
werd. Tevens had
den curatoren,
leeraren, leerlin
gen, en oud-leer
lingen van Dr
Renkema op har
telijke wijze af
scheid genomen.
De telkens wederkeerende kwaal, het ge
brek aan ruimte, deed zich intusschen weer
hevig gelden. Men was zoo gelukkig beslag
te kunnen leggen op het aangrenzend per
ceel Sweelinckstraat la, zoodat dit perceel
te bestemder tijd bij het gebouw kon worden
bij getrokken.
„Een gedenkdag als dit jubileum," aldus
eindigt Dr Posthumus Meyjes zijn overzicht,
„doet ons terug zien op een kwart eeuw van
gebed en arbeid, van teleurstelling en blijd
schap, maar bovenal van kennelijken zegen
des Heeren."
Behalve dit overzicht, bevat het rijk ge-
illustreerde jubileumboek bijdragen van dr
G. H. Coops, cu
rator. S. L. Veen-
stra, oud-leeraar,
dr E. H. Renke
ma, oud-rector,
die zich in Latijn-
sche verzen uit,
van den rector dr
H. A. Mulder,
prof. dr J. Wille,
oud-leeraar, prof.
dr H. Wagen voort
oud-conrector, dr
W. F. Stutter-
heim, oud-conrec
tor, dr A. G. Wien
tjes, oud-leeraar,
dr E. Roche en dr
H. Schokking, die
25 jaar
school verbonden
waren, en van de
oud-leerlingen. A.
C. van der Leeuw-
S. L. VEENSTRA,
waarnemend rector
190S1910.
Snoeck Henkemans, dr E. D. Kraan,
D. Poot, ds E. L. Smelik, wijlen mr J. S.
Tichelman en H. Neefjes.
Mede zijn o.a. opgenomen in een aantal
bijlagen de namen van Curatoren en leden
der Vereeniging, rector en docenten, namen
van die leerlingen, welke het einddiploma
verwierven .terwijl tevens plaats is verleend
aan een oproep van het Comité van Oud
leerlingen en leerlingen, om mede te werken
aan een waardige en feestelijke wijze vieren
van dit jubileum en dat van de heeren Dr
A. G. Wien tjes, conrector, Dr E. Roche en
Dr H. Schokking, die tevens hun zilveren
jubileum hopen te vieren. Bijdragen kunnen
gestort worden op rekening van de Penning-
meesteresse van het „Uitvoerend Comité",
mejuffrouw A. W. van Dijk, de Lairesse-
straat 117, Amsterdam.
Vermelden wij ten slote nog dat Curatoren
op Donderdag 7 September, den dag waarop
dit zilveren jubileum gevierd wordt, receptie
zullen houden, des namiddags van 45Yz
uur in het Twee Stede Palace, Buitenhof 20~
Aan belangstelling zal het daar zeker niet
ontbreken.
Kunst en Letteren.
De heer C. Pot, uitvinder van het muziek
schrift Klavarscribo, is rusteloos in de weer
om de bruikbaarheid van dat nieuwe schrift
aan te toonen en het te verdedigen tegen
aanvallen uit dc kringen der, vakmusici,
welke daarop gericht worden.
De muziekpers is reeds geruimen tijd het
tournooiveld voor dezen strijd geweest.
Thans heeft de heer Pot een brochure het
licht doen zien onder den titel „Het kruizen
en mollendogma en de natuurlijke basis van
ons toonstelsel", waarin hij een uitvoerige
beschouwing wijdt aan den „wetenschappe-
lijken" ballast van de „gebrekkige onjuiste"
toontheorie, die „niet aansluit aan de prac-
tijk tengevolge waarvan h.et kruizen en mol
lendogma nog zoo lang stand kon houden".
De heer Pot pretendeert niet in zijn boek
je nieuwe principes te hebben aangegeven,
integendeel hoogstens consequent te hebben
voortgebouwd op principes, die reeds door
Pythagoras, Didymos on Helmholtz e.a. zijn
aangegeven.
In het eerste hoofdstuk „Natuurtonen" zet
dc heer Pot uiteen $n toont l ij met tril-
lingsproeven op de piano, -velke iedereen
kan nadoen, o.p. aan, dat de in onze muziek
gebruikte toonverhoudingen tfcn nauwste ver
Band houden met de natuurlijke bovento
nen en concludeert, dat mollen en kruizen
niets omtrent de harmonische plaats van
een noot in den reeks der boventonen ver
mogen uit te drukken.
De benamingen „afgeleid zijn" „verhoo-
ing" „verlaging" enz. t.a.v. „ladder-eigene"
noten noemt hij willekeurig, daar er geen
werkelijk verband bestaat, om^at de be
doelde tonen een eigen functie in het stelsel
der boventonen hebben en hun klank niet
danken aan het feit, dat zij een verlaging of
verhooging van een anderen toon zijn.
Onze gebruikelijke toonladder noemt de
schr. een vrij illekeurig gekozen melodie
tje, „zooals men er vele andere zou kunnen
componeeren, hetgeen dan ook in den loop
der tijden wel geschied is."
Tegenover deze redeneering, die overigens
veel aantrekkelijks heeft, zou in het mid
den .ebracht kunnen worden, dat de gebrui
kelijke heele-tonenreeks toch niet zoo heel
willekeurig kan zijn wanneer men bedenkt
dat ij een zeer merkwaardige parallel
vindt in het kleurengamma van de regen
boog.
Als de heer Pot dit zou kunnen wegrede-
neeren zou het ons gemakkelijker vallen
hem op dit punt te volgen.
In het hoofdstuk „Wat geeft het oude
schrift?" zet de schr. nad-er uiteen, dat het
oude schrift, met kruizen en mollen, niet in
staat is de fijne nuances van het toonstelsel
weer te geven. Wil men den toonaard „ver
raden" dan is er wel een eenvoudiger mid
del dan kruizen en mollen, nl. door hem
klaar en duidelijk aan te geven zooals Kla-
verscribo dit doet, door een omcirkede grond
toon voor majeur en een omruite voor mi
neur. „De overbodige ballast van zinlooze
kruizen en mollen blijft den lezer dan
der bespaard."
De schrijver toont o.a. verder met behulp
van een loor hem geconstrueerde „toongene
rator" aan, dat het stelsel der natu .rlijka
boventonen de grondslag is van ons harmo
nisch eelioor; zoowel langs den weg van het
beluisteren van geproduceerde ccoorden als
langs d-*n weg van zingen van een aanvul
lende harmonische toon en controle var.
diens waarde. De proeven met dat toestel
wijzen, volgens den heer Pot, alb in de
richting: „ons gehoor neigt naar de eenvou
digste verhouding".
Grondig behandelt de schrijver het vraag
stuk. Zoo vinden we in het boekje nog
hoofdstukken „Het dogma der kruizen
mollen en ie reine stemming; Idem „en
niet reine stemming" en Algemeene bezwa
ren tegen de be. aande toonstelsels" en hij
wijdt ten slotte drie hoofdstukken aan zijn
klavarscribo als notatie-systeem voor „zang
en zangonderwijs" en voor „andere dan kla
vierinstrumenten."
Het aantrekkelijke in dit nieuwe noten
schrift is inderdaad, zooals de schr. aan het
slot zegt, dat het muziekschrift middel rmet
zijn en de muziek doel en dat hoe eenvoudi
ger en logischer dit middel is, hoe sneller en
beter we ons doel kunnen bereiken. Tegen
deze redeneering is o.i. op zichzelfs niets in
te brengen. We gelooven dan ook, dat Klavar
scribo het pleit op den duur wel zal win
nen en althans een groote plaats naast het
gebruikelijke muziekschrift ral innemen.
DE JUISTE BACH-OPVATTONG.
Jan Zwart schrijft in „De Harp", in nnt-
woord op een vraag betreffende de juiste
Bach-opvatting, het volgend belangwekkend
artikel:
Vóór den tijd toen we nog geen pneuma
tiek, electriek kenden zeg 30 jaar terug
nog geen rolzwellers, fernwerken beza
ten, ook ten deele nog geen zwelkasten ,nog
niet verrijkt waren met alle mogelijke re-
vidirte, critische einzel- en sammelausgaben
met registreer, fraseer en dynamiek-notaties
er in, op instrumenten met allerlei registra
tie-mogelijkheden van vrije combinaties, druk
knoppen en andere speelhuipen, in klank
kleuren van strijkende stemmen, moderne
orkestrale imitaties, hoogdrukregisters, sub-,
super-koppel, etc. etc. vóór dien tijd wis
ten we niet beter of een Bach-stuk moest op
gevat worden naar de manieren en inzich
ten, waarop Bach te werk ging, wat kla
vier- en registergebruik betreft, eenvoudig,
duidelijk, zonder allerlei buitensporigheden.
Ook hielden we rekening met z ij n tem-
po-aandiudingen: Andante, Largo, Adagio,
Allegro, Presto, die nog niet de beteekenis
hadden van onzen tijd met zijn veel lang
zamere Andante-, Adagio- en Largo-metrono-
miseeringen, met zijn ééns zoo versnelde Al
legro- en Presto-tempi. Daarbij gingen we uit
van 16e, 17i en lSe eeuwsche opvatting wat
de snelheid aanbelangt, die als criterium d e
k I e i n s e notenwaarde voor den
gang van het geheele stuk stelde, waarbij al
les gepareld moest klniken, ragfijn en door
zichtig. Een voorwaarde al direct van groote
beteekenie voor b.v. een Toccata en Fuga in
d-moll .waarbij 32sten geen raffelfiguren
mochten worden, zooals zoo vaak gebeurt,
maar verstaanbare, waarneembare toonreek
sen, rhythmisch deugdelijk onderverdeeld en
uitgemeten.
Om dit alles te kunnen verstaan, is histori
sche kennis noodig en noodzakelijk .zoowel
van de oude muziek-apparaten als van vroe
gere uitvoeringsgewoonten.
Wie geen vreemdeling is in het orgel-Jeru-
zalem van onze dagen, weet, dat een bewe
ging in die richting gaande is. die wars %*an
alle romantisch uiterlijkheid en quasi-inner-
lijkheid .terug wil naar de als zoodanig
minder prefentieuse orgelkunst van Bach en
zijn voorgangers. Een terugkeer uit zooge
naamde „opvattingen", zooals ik eens hoor
de van (om bij buitenlanders te blijven) van
Prof. Sittard uit Hamburg, die het bekende-
de Adagio uit Bach's C-d ir Toccata et Fuga
met vierderlei wisseling van solo-stemmen
voordroeg, Quintadeen, Schalmei, Fluit, Dul
ciaan: móoi-doenerij even ongemotiveerd als
de wisselende af- en aankoppeling van het
pedaal bij de solo-gedeelten uif de „Tocca
ta" dierzelfde compositie en precies zoo on
toelaatbaar als al het ge-rubato en ge-scha
keer met thema's, motieven, uitkomende
6temmen in fuga's, canons en andere poly-
phone weefsels.
Gemengd Nieuws.
BOTSING ONDER ZOETERMEER
TREIN VERBRIJZELT AUTO
OP ONBEWAAKTEN OVERWEG
De laatste trein uit Utrecht is te Den Haag
gisteravond met ruim een uur vertraging
angekomen. üp een onbewaakten overweg
onder Zoetermeer is hij ril. in botsing ge
eest met een auto, die geheel vernield
werd. De auto is over een lengte van circa
200 meter meegesleept «n zóó grondig ver
nield, dat over den geheelen afstand de
stukken en brokken over den weg legen. Een
iel was op de locomotief terecht gekomen
terwijl een ander wiel in de sloot vlak bij
den overweg lag.
De chauffeur, die alleen in den wagen
zat, heeft onbegrijpelijkerwijze op het laatste
nippertje er udt kunnen springen en is er
dan ook afgekomen met een schram in het
gelaat.
De locomotief was door de aanrijding on
klaar geworden, zoodat de trein moest
wachten tot er een nieuwe uit Den Haag
kwam.
VERKEERSONGELUK
Op den weg NijmegenGrave, nabij de
brug over het MaasWaalkanaal is de kar
van den voerman Hoenselaar uit Wijchen
aangereden door een luxe-auto. De schok
zoo hevig, dat de voerman van zijn wa
gen werd geslingerd, en een dubbele sche
delbreuk opliep. Hij is overgebracht naar
het Canisius-ziekenhuis te Nijmegen. Zijn
toestand is niet zonder levensgevaar. Tegen
den bestuurder van de auto is proces-ver
baal opgemaakt
Naar vernomen wordt ifc bij onderzoek
gebleken, dat de sterfgevallen in het gezin
van den winkelier H. Tiessen te Overloon
zijn veroorzaakt door het eten van ondeug
delijk vleesch.
Zooals gemeld, deden zidh in het gezin
vergiftigingsverschijnselen voor, waardoor
de heer Tiesseh en zijn echtgenoote, alsmede
de 18-jarige zoon en de 10-jarige P. Otton
uit Nijmegen, die in het gezin op vacantie
was, werden aangetast. Beide laatstgenoem
den zijn aan de gevolgen overleden.
Land- en Tuinbouw.
De prijsvraag van Bond Westland.
Behalve de reeds vermelde onderscheidin
gen, zijn voor de inzendingen in de prijsvraag
van den Bond Westland, de volgende prijzen
toegekend:
In de prijsvraag voor de 10 grootste trossen
Black Alicante is een extra 2de prijs toege
kend aan J. van Staalduinen, te 's-Graven-
zande, en een extra 3de prij6 aan J. H. P.
Vijverberg, te Naaldwijk, grootste tros andere
blauwe druiven; le pr.: C. J. Duyvestein, Poel
dijk; 2e pr. L. Vijverberg, Naaldwijk; 10 fraai
ste trossen andere blauwe druiven le pr. L.
W. Duyvestein, Honselersdijk; 2e pr.: L. J.
Duyvestein, Poeldijk; 10 fraaiste trossen an
dere witte druiven: le pr.; A. de Vette, Wate
ringen, 2e pr., Nic. Thoen, Naaldwijk, 10 groot
ste perziken, F. V. Valstar, Naaldwijk, 2de pr.,
F. J. Kuyvenhoven, Naaldwijk, 10 fraaiste per
ziken, J. J. Hofland, Naaldwijk, 2de pr. J. Boe-
kestein, Naaldwijk. Aan den heer F. V. Val
star werd de gouden medaille toegekend voor
fraaiste verpakking der perziken. 10 grootste
en fraaiste peren, V. J. Kuyvenhoven, Naald
wijk, 10 grootste en fraaiste appelen van een
soort op naam, le pr. A. Zwinkels Czn., Hon
selersdijk, 2e pr., W. Th. van den Berg,
Kwintsheul; de zwaarste en fraaiste meloen,
Jac. van Staalduinen, 's-Gravenzande, 2e pr.,
J. van Woerden, Honselersdijk, de vijf grootste
en fraaiste meloenen van een soort op naam,
A. Voskamp, De Lier, 2e pr. A. P. van der
Knaap, Kwintsheul, de fraaist opgemaakte
fruitmand, le pr. J. S. Herkes, Honselersdijk,
2e pr. G. van der Ende, Honselersdijk, 10
fraaiste trossen andere witte druiven, extrapr.
C. J. van Duyven, Rijswijk,
SCHAAKRUBRIEK
Redacteur: W. J. H. CARON, Haarlemmer m e e r straat 168, Amsterdam-W.
Men wordt verzocht correspondentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten
Probleem no. 370
Van: S. S. LEWMANN, Moskou
2e pr. TeplitzSchönauer Anzeiger 1933.
Wit begint en geeft in twee zetten mat
Wit (7): Kal, Dh5, Tb4, Td5, La7, Pc6, Pe4
Zwart (4): Kf4, Tf6, La6, Lh4
Probleem no. 371
Van: D. PRZEPIORKA
le pr. TeplitzSchönauer Anzeiger 1921
Wit begint en geeft in drie zetten mat
Wit (7): Kal, Db2, Lg2, Pdl, Pe3, pi.e2, e4
Zwart (8): Kei, Tf7, Pf8, Pg7, pi.a5, d5, e6, e7
Oplossing van probleem no. 368
Van: Dr. H. VON GOTTSUHALL f
Wit (4): Kc3, Dg7, Pc8, Ph4
Zwart (3)Ke6, Pa8, pi.c6
Mat in twee zetten
Sleutelzet: 1. Dg7h7
Oplossing van probleem no. 369
Van: Dr. H. VON GOTTSCHALL f
Wit (7): Ka2, Df2, Pc8, pi.a4, c2, c5, g3
Zwart (5): Ke5, Ldl, pi.c7, e6, g5
Mat in drie zetten
Sleutelzet: 1. Df2—fl
ari anten 1Ive5—d4 2. Df 1—
d3f Kd4c5 3. Dd3—c3J of 2Kd4e5
3. Pf6—d7J; 1c7c6 2. Pf6—d7t Ke5
d4 (of d5, e4) 3. Dfl—d3J; L ad lib
2. Dflalf Ke5—f5 3. Pc8—e7J.
Goede oplossingen ontvangen van: H. T
Nieuwhuis (368, 369) Amersfoort; M. Ópbroek
(368, 369), H. C. J. Spier (368, 396), Den
Haag; A. van Wijngaarden Jr. (368, 369)
Giessendam.
Het is mogelijk, dat op mijn vacantie-adres
ta myn vertrek nog goede oplossingen zyn ont
vangen. Deze hoop ik in de volgende rubriek
alsnog te vermelden.
RÊTI-OPENING
„Gespeeld in het landentournooi te Folkestone
n de Wiener
Wit: H. MULLER (Oostenrijk)
Zwart: A. CAMPOLONGO (Italië)
Wit:
3. c2c4
2. Pgl—f3
e7e6
Pg8—f6
b7b6
LcSb7
LfSe7
4. Lflg2
5. 0—0
6. Ddlc2
Met dezen minder gewonen zet zoekt wit
zyn theoretisch onervaren tegenstander uit
diens geestelijk evenwicht te brengen. De ge
bruikelijkste voortzettingen zijn in deze posi
tie naar het voorbeeld van Réti 6. b2b3, of
op de hoofd variant der West-Indische verde
diging afgaand 6. d2d4
7. d2—d4
8. Pf3Xd4
9. KglXg2
Juister is 9
rigen tegenzet 9
c7c5
c5xd4
Lb7Xg2
0—0
Pc6; met den voorba-
dö echter zou de
zwartspeler een zwaar verdedigingsprohleem
moeten oplossen, daar na het antwoord 10.
Tdl! de wit-speler een kansrijk spel met druk
op de c- en d-baan zou kunnen ontwikkelen.
10. e2e4 d7—d5?
Ook hier was Pc6 de juiste zet. Het nerveus
opnikken van den jongen Italiaan heeft een
geïsoleerden pion ten gevolge, die reeds na
eenige zetten sneuvelt in den geconcentreerden
aanval van het witte belegeringsspel.
U. c4Xd5 e(>Xd5
12. e4e5 Pf6—e4
13. f2—f3 Pe4c5
14. Pblc3 Dd8d7
15. Tfl—dl TfSd8
16. Pd4—f5 Dd7e6
Zooals gemakkelijk is te zien, is pion d5 op
geen manier meer te redden.
17. Pf5Xe7f De6Xe7
18. Pc3xd5 TdSxd5
Ook na 18DXe5 19. Lf4 De8 20.
Pc7 is zwart reddeloos.
19. TdlXd5 PbSc6
20. Lel—d2 I'c6xe5
21. Tal—el f7f6
22. b2b4 Pc5a6
Of 22Pe6 23. f4 Pf7 24. Dc6 met
hopeloos spel voor zwart. Na den tekstzet
loopt het evenwel nog sneller tón einde.
23. Td5Xe5! f6Xeó
24. Dc2—c4f KgShS
25. Dc4xa6 De7—d7
26. Ld2c3 TaS—fS
27. Da6e2 Opgegeven