Hipuiue geihsche Ifournnl W kost maar 12.35 per kwartaal of 18 ct. per week goedkoopbest verzorgde Christ, dagblad in Nederland Zilveren 's Gravenhaagsch Jubileum Chr. Gymnasium Tl m 31 \L 9 1 m a m m i m la «II m ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1933 EERSTE BLAD PAG. 3 M&*- - v'-f'ij- teekent nu in alle nrs tot 1 October gratis! UITGAVE VAN EEN GEDENKBOEK Een kort historisch overzicht Het 's-Gravenhaagsch Christelijk Gymna sium bestaat 25 jaar. Curatoren willen dit jubileum niet ongemerkt voorbij laten gaan. Er is voor hen dan ook alle reden om met dankbaarheid terug te zien on de afgeloopen 25 jaar. Het gymnasium is gestaag gegroeid. Werd de cursus 190S1909 begonnen met 41 leerlingen, in 1P32—1933 was dit aantal ge klommen tot 230. Ter gelegenheid van dit jubileum hebben Curatoren een uitstekend verzorgd gedenk boek doen verschijnen, dat door Dr E. J. W. Posthumus Meyjes, die sinds de oprichting als secretaris van Curatoren is werkzaam geweest, op keurige wijze is samengesteld. Mr W. j. Baron van Lynden schreef een inleiding, waarin hij er op wijst, dat zoowel het telkens vergrootte schoolgebouw, maar ook en vooral de groote schare van leerlin gen en oud-leerlingen, waarvan velen thans Z)r E. J. W. POSTHUMUS MEYJES <3e fakkeldragers zijn van het licht dat aldaar voor hen ontstoken is, levende, ge tuigenis vormen, dat het met zoo groot ge loof aangevangen en met zooveel liefde en taaie volharding voortgezette werk niet te vergeefs is geweest. „In de 25 achter ons liggende jaren heeft ons gymnasium bewezen zijn ontstaan en bestaan waard te zijn; hiervoor een gedenk steen te plaatsen zou zeker misplaatst zijn. Geen steen, die bij een graf past, maar de 'dankbare herinnering aan gezegenden ar beid levend in de harten van velen, die dit gymnasium liefhebben, behoort het monu ment te zijn voor dit zilveren jubileum. Dit geschrift beoogt dan ook die dank baarheid uit te spreken en levend te houden. r Daarin zullen de namen prijken van hen, die in het; overwonnen tijdperk meer dan anderen op den voorgrond zijn getreden; tevens zullen daarin de belangrijkste'gebeur tenissen geboekstaafd worden. De stille werkers, de bescheiden vrienden, de velen, die op welke wijze dan ook al hetgeen in die 25 jaar tot stand gekomen is, bevorderd hebben, mogen echter niet ver geten worden." Dr Posthumus Meyjes geeft vervolgens een breedvoerig overzicht van de geschiedenis van het Gymnasium. 7 December 1907 had de eerste vergadering plaats om te komen tot stichting van een Christelijk Gymna sium te 's-Gravenhage. Besloten werd gevolg te geven aan de uitnoodiging van het Col lege van Directeuren der Vereeniging voor Christelijk Voorbereidend Universitair Onder wijs te Utrecht om voorbereidende maatrege len te willen treffen tot het stichten van een Christelij': Gymnasium te 's-Gravenhage. „Dat de grondslag van het op te richten Christelijk Gymnasium te 's-Gravenhage dezelfde zou zijn als die van het Christelijk Gymnasium te Utrecht de Belijdenisschrif ten der Ned. Herv. Kerk volgde uit het feit, dat beide Scholen van dezelfde vereeni ging uitgingen. Vandaar ook het Hervormd karakter dat ons Haagsch Christelijk Gym nasium van den beginne aan gehad heeft, waar het door een Hervormde Vereeniging is gesticht met steun van overwegend Her vormde zijde. Dit werd ook openbaar in de samenstelling vai. het Curatorium. Ten op zichte van de benoeming der docenten was dit eenigszins anders, daar deze in den loop der jaren tot verschillende kerken behoord hebben. Verleden jaar kwam tot ons Cura torium het voor stel hierin veran dering te brengen en in het bestuur en in het leeraren college meer offi cieel naar getal sterkte te gaan rekenen met de kerkelijke gezind te van de ouders der leerlingen. Na ernstige beraad slaging meenden Curatoren, ook gezien de historie van ons Gymna sium, in dezen weg niet te moe ten treden." 11 Mei 1908 kwam het bericht uit Utrecht in be- lïandeling dat „Directeuren zich bereid ver klaarden D.V. Sepember a.s. een Christelijk Gymnasium te 's-Gievenhage te openen. Nu hét aan het comité gelukt was een voldoend bedrag voor de eerste oprichtingskosten bij een te verzamelen en ook een aantal contri- butiën, waarop in de eerstvolgende jaren gerekend kon worden." 23 Mei 1908 had men reeds voorloopig de hand gelegd op het perceel D^endelstraat 38 en kon de voordracht voor de benoeming van leeraren worden ingediend. 9 Juli werd in het gebouw der Chr. Jonge- mannenvereeniging het eerste toelatingsexa men afgenomen, waarbij 14 leerlingen tot de eerste klas en 1 tot de tweede klas toegelaten. 10 Juli was de examendag voor de hoogere klassen. Nog werd toegang verleend tot de eerste klasse aan één leerling, tot de tweede aan 12, tot de derde aan 8 leerlingen. Bij een tweede admissie-examen kon nog aan een aantal leerlingen toelating worden ver leend, zoodat met 18 leerlingen eerste klasse, 13 tweede klasse en 9 voor de derde klasse het Gymnasium zou kunnen aanvangen. Er was intusschen bericht ingekomen van de Directeuren uit Utrecht, waarbij de leden van het comté werden uitgenoodigd als Cu ratoren op te treden, terwijl de voorgedra gen docenten en ook de concierge overeen komstig de aanbeveling werden benoemd. ,Zoo waren dan na veel arbeid de voor bereidende maatregelen getroffen en werd met verlangen uitgezien naar den lang ver beiden dag waarop dit alles bekroond zou worden. 3 September 1908 had de opening in het gebouw Daendelstraat 38 plaats. De installa tie van de heeren Jhr S. van Citters, Mr E. R. E. Brants, Dr G. A. Hulsebos en Dr E. J. W. Posthumus Meyjes tot Curatoren had plaats, bij monde van den president-direc teur Jhr Dr L. de Geer. De benoemde leera ren werden welkom geheeten, waarna in aanwezigheid van talrijke autoriteiten en officieele personen de opening plaats had. Zoo ging het 's-Gravenhaagsch Christelijk Gymnasium dus in zee. 6 September 1910 werd DrRenkema als Rector geïn- I stalleerd. Gememo fflPBI reerd mag wor- den het spoedig I oprichten van een PPf f reciteer-, muziek-, lÉÉÉi gymnastiekclub [§rs& :-fiipi der leerlingen. Ki»l| ft' fill Uitvoerig wordt Hm #7 fmJHl verhaald van alle li» J§JgS| blijde en droeve iiiPra lotgevallen van ÉsjP'jbHI he* Gymnasium, HlrJH van het gestaag LTHTlFm 1 JfMfl uitbreiden van het IsHt leerlingenaantal, dat noopte om I naar een grooter gebouw om te zien. Het vroegere woonhuis van wij len Minister Mr. N. G. Pierson, Groot Hertoginnelaan 8, werd aangekocht en 3 Sept. 1914 werd het nieuwe gebouw in ge bruik genomen, wegens de droeve tijdsom standigheden zonder feestelijkheden. Op 21 Febr. 1919 viel de beslissing van Curatoren om aan de Directeuren te Utrecht Het s-Gravenhaagsch Christelijk Gymnasium, Groot Hertoginnelaan 8. te berichten, dat men principieel genegen was tot eventueel zelfstandig optreden, mits financieele overeenstemming bereikt wordt." Op 25 April 1919 kwam men tot overeen stemming en kwam de scheiding definitief tot stand, waarbij het 's-Gravenhaagsch Christelijk Gymnasium een geheel zelfstan dige instelling werd. Intusschen was een verbouwing en ver grooting van het Gymnasium wederom hoogst noodzakelijk geworden. Dinsdag 10 April 1923 kwam men in feestelijk samenzijn bijeen tot officieuse ingebruikneming van het geheel verbouwde Gymnasium, terwijl de officieele plechtigheid plaats had op Zater dag 8 September 1923. Bij Kon. Besluit van 26 Maart 1931 werd Dr Renkema benoemd tot Inspecteur van het Gymnasiaal On derwijs in Neder land. Voor de school was deze benoeming, hoe eervol ook, een groot verlies. Men was echter zoo gelukkig in Dr H. A. Mulder, Rector aan het Stedelijk Gymnasium te Gouda, een uit stekende opvolger te vinden, die in Sept. geïnstalleerd werd. Tevens had den curatoren, leeraren, leerlin gen, en oud-leer lingen van Dr Renkema op har telijke wijze af scheid genomen. De telkens wederkeerende kwaal, het ge brek aan ruimte, deed zich intusschen weer hevig gelden. Men was zoo gelukkig beslag te kunnen leggen op het aangrenzend per ceel Sweelinckstraat la, zoodat dit perceel te bestemder tijd bij het gebouw kon worden bij getrokken. „Een gedenkdag als dit jubileum," aldus eindigt Dr Posthumus Meyjes zijn overzicht, „doet ons terug zien op een kwart eeuw van gebed en arbeid, van teleurstelling en blijd schap, maar bovenal van kennelijken zegen des Heeren." Behalve dit overzicht, bevat het rijk ge- illustreerde jubileumboek bijdragen van dr G. H. Coops, cu rator. S. L. Veen- stra, oud-leeraar, dr E. H. Renke ma, oud-rector, die zich in Latijn- sche verzen uit, van den rector dr H. A. Mulder, prof. dr J. Wille, oud-leeraar, prof. dr H. Wagen voort oud-conrector, dr W. F. Stutter- heim, oud-conrec tor, dr A. G. Wien tjes, oud-leeraar, dr E. Roche en dr H. Schokking, die 25 jaar school verbonden waren, en van de oud-leerlingen. A. C. van der Leeuw- S. L. VEENSTRA, waarnemend rector 190S1910. Snoeck Henkemans, dr E. D. Kraan, D. Poot, ds E. L. Smelik, wijlen mr J. S. Tichelman en H. Neefjes. Mede zijn o.a. opgenomen in een aantal bijlagen de namen van Curatoren en leden der Vereeniging, rector en docenten, namen van die leerlingen, welke het einddiploma verwierven .terwijl tevens plaats is verleend aan een oproep van het Comité van Oud leerlingen en leerlingen, om mede te werken aan een waardige en feestelijke wijze vieren van dit jubileum en dat van de heeren Dr A. G. Wien tjes, conrector, Dr E. Roche en Dr H. Schokking, die tevens hun zilveren jubileum hopen te vieren. Bijdragen kunnen gestort worden op rekening van de Penning- meesteresse van het „Uitvoerend Comité", mejuffrouw A. W. van Dijk, de Lairesse- straat 117, Amsterdam. Vermelden wij ten slote nog dat Curatoren op Donderdag 7 September, den dag waarop dit zilveren jubileum gevierd wordt, receptie zullen houden, des namiddags van 45Yz uur in het Twee Stede Palace, Buitenhof 20~ Aan belangstelling zal het daar zeker niet ontbreken. Kunst en Letteren. De heer C. Pot, uitvinder van het muziek schrift Klavarscribo, is rusteloos in de weer om de bruikbaarheid van dat nieuwe schrift aan te toonen en het te verdedigen tegen aanvallen uit dc kringen der, vakmusici, welke daarop gericht worden. De muziekpers is reeds geruimen tijd het tournooiveld voor dezen strijd geweest. Thans heeft de heer Pot een brochure het licht doen zien onder den titel „Het kruizen en mollendogma en de natuurlijke basis van ons toonstelsel", waarin hij een uitvoerige beschouwing wijdt aan den „wetenschappe- lijken" ballast van de „gebrekkige onjuiste" toontheorie, die „niet aansluit aan de prac- tijk tengevolge waarvan h.et kruizen en mol lendogma nog zoo lang stand kon houden". De heer Pot pretendeert niet in zijn boek je nieuwe principes te hebben aangegeven, integendeel hoogstens consequent te hebben voortgebouwd op principes, die reeds door Pythagoras, Didymos on Helmholtz e.a. zijn aangegeven. In het eerste hoofdstuk „Natuurtonen" zet dc heer Pot uiteen $n toont l ij met tril- lingsproeven op de piano, -velke iedereen kan nadoen, o.p. aan, dat de in onze muziek gebruikte toonverhoudingen tfcn nauwste ver Band houden met de natuurlijke bovento nen en concludeert, dat mollen en kruizen niets omtrent de harmonische plaats van een noot in den reeks der boventonen ver mogen uit te drukken. De benamingen „afgeleid zijn" „verhoo- ing" „verlaging" enz. t.a.v. „ladder-eigene" noten noemt hij willekeurig, daar er geen werkelijk verband bestaat, om^at de be doelde tonen een eigen functie in het stelsel der boventonen hebben en hun klank niet danken aan het feit, dat zij een verlaging of verhooging van een anderen toon zijn. Onze gebruikelijke toonladder noemt de schr. een vrij illekeurig gekozen melodie tje, „zooals men er vele andere zou kunnen componeeren, hetgeen dan ook in den loop der tijden wel geschied is." Tegenover deze redeneering, die overigens veel aantrekkelijks heeft, zou in het mid den .ebracht kunnen worden, dat de gebrui kelijke heele-tonenreeks toch niet zoo heel willekeurig kan zijn wanneer men bedenkt dat ij een zeer merkwaardige parallel vindt in het kleurengamma van de regen boog. Als de heer Pot dit zou kunnen wegrede- neeren zou het ons gemakkelijker vallen hem op dit punt te volgen. In het hoofdstuk „Wat geeft het oude schrift?" zet de schr. nad-er uiteen, dat het oude schrift, met kruizen en mollen, niet in staat is de fijne nuances van het toonstelsel weer te geven. Wil men den toonaard „ver raden" dan is er wel een eenvoudiger mid del dan kruizen en mollen, nl. door hem klaar en duidelijk aan te geven zooals Kla- verscribo dit doet, door een omcirkede grond toon voor majeur en een omruite voor mi neur. „De overbodige ballast van zinlooze kruizen en mollen blijft den lezer dan der bespaard." De schrijver toont o.a. verder met behulp van een loor hem geconstrueerde „toongene rator" aan, dat het stelsel der natu .rlijka boventonen de grondslag is van ons harmo nisch eelioor; zoowel langs den weg van het beluisteren van geproduceerde ccoorden als langs d-*n weg van zingen van een aanvul lende harmonische toon en controle var. diens waarde. De proeven met dat toestel wijzen, volgens den heer Pot, alb in de richting: „ons gehoor neigt naar de eenvou digste verhouding". Grondig behandelt de schrijver het vraag stuk. Zoo vinden we in het boekje nog hoofdstukken „Het dogma der kruizen mollen en ie reine stemming; Idem „en niet reine stemming" en Algemeene bezwa ren tegen de be. aande toonstelsels" en hij wijdt ten slotte drie hoofdstukken aan zijn klavarscribo als notatie-systeem voor „zang en zangonderwijs" en voor „andere dan kla vierinstrumenten." Het aantrekkelijke in dit nieuwe noten schrift is inderdaad, zooals de schr. aan het slot zegt, dat het muziekschrift middel rmet zijn en de muziek doel en dat hoe eenvoudi ger en logischer dit middel is, hoe sneller en beter we ons doel kunnen bereiken. Tegen deze redeneering is o.i. op zichzelfs niets in te brengen. We gelooven dan ook, dat Klavar scribo het pleit op den duur wel zal win nen en althans een groote plaats naast het gebruikelijke muziekschrift ral innemen. DE JUISTE BACH-OPVATTONG. Jan Zwart schrijft in „De Harp", in nnt- woord op een vraag betreffende de juiste Bach-opvatting, het volgend belangwekkend artikel: Vóór den tijd toen we nog geen pneuma tiek, electriek kenden zeg 30 jaar terug nog geen rolzwellers, fernwerken beza ten, ook ten deele nog geen zwelkasten ,nog niet verrijkt waren met alle mogelijke re- vidirte, critische einzel- en sammelausgaben met registreer, fraseer en dynamiek-notaties er in, op instrumenten met allerlei registra tie-mogelijkheden van vrije combinaties, druk knoppen en andere speelhuipen, in klank kleuren van strijkende stemmen, moderne orkestrale imitaties, hoogdrukregisters, sub-, super-koppel, etc. etc. vóór dien tijd wis ten we niet beter of een Bach-stuk moest op gevat worden naar de manieren en inzich ten, waarop Bach te werk ging, wat kla vier- en registergebruik betreft, eenvoudig, duidelijk, zonder allerlei buitensporigheden. Ook hielden we rekening met z ij n tem- po-aandiudingen: Andante, Largo, Adagio, Allegro, Presto, die nog niet de beteekenis hadden van onzen tijd met zijn veel lang zamere Andante-, Adagio- en Largo-metrono- miseeringen, met zijn ééns zoo versnelde Al legro- en Presto-tempi. Daarbij gingen we uit van 16e, 17i en lSe eeuwsche opvatting wat de snelheid aanbelangt, die als criterium d e k I e i n s e notenwaarde voor den gang van het geheele stuk stelde, waarbij al les gepareld moest klniken, ragfijn en door zichtig. Een voorwaarde al direct van groote beteekenie voor b.v. een Toccata en Fuga in d-moll .waarbij 32sten geen raffelfiguren mochten worden, zooals zoo vaak gebeurt, maar verstaanbare, waarneembare toonreek sen, rhythmisch deugdelijk onderverdeeld en uitgemeten. Om dit alles te kunnen verstaan, is histori sche kennis noodig en noodzakelijk .zoowel van de oude muziek-apparaten als van vroe gere uitvoeringsgewoonten. Wie geen vreemdeling is in het orgel-Jeru- zalem van onze dagen, weet, dat een bewe ging in die richting gaande is. die wars %*an alle romantisch uiterlijkheid en quasi-inner- lijkheid .terug wil naar de als zoodanig minder prefentieuse orgelkunst van Bach en zijn voorgangers. Een terugkeer uit zooge naamde „opvattingen", zooals ik eens hoor de van (om bij buitenlanders te blijven) van Prof. Sittard uit Hamburg, die het bekende- de Adagio uit Bach's C-d ir Toccata et Fuga met vierderlei wisseling van solo-stemmen voordroeg, Quintadeen, Schalmei, Fluit, Dul ciaan: móoi-doenerij even ongemotiveerd als de wisselende af- en aankoppeling van het pedaal bij de solo-gedeelten uif de „Tocca ta" dierzelfde compositie en precies zoo on toelaatbaar als al het ge-rubato en ge-scha keer met thema's, motieven, uitkomende 6temmen in fuga's, canons en andere poly- phone weefsels. Gemengd Nieuws. BOTSING ONDER ZOETERMEER TREIN VERBRIJZELT AUTO OP ONBEWAAKTEN OVERWEG De laatste trein uit Utrecht is te Den Haag gisteravond met ruim een uur vertraging angekomen. üp een onbewaakten overweg onder Zoetermeer is hij ril. in botsing ge eest met een auto, die geheel vernield werd. De auto is over een lengte van circa 200 meter meegesleept «n zóó grondig ver nield, dat over den geheelen afstand de stukken en brokken over den weg legen. Een iel was op de locomotief terecht gekomen terwijl een ander wiel in de sloot vlak bij den overweg lag. De chauffeur, die alleen in den wagen zat, heeft onbegrijpelijkerwijze op het laatste nippertje er udt kunnen springen en is er dan ook afgekomen met een schram in het gelaat. De locomotief was door de aanrijding on klaar geworden, zoodat de trein moest wachten tot er een nieuwe uit Den Haag kwam. VERKEERSONGELUK Op den weg NijmegenGrave, nabij de brug over het MaasWaalkanaal is de kar van den voerman Hoenselaar uit Wijchen aangereden door een luxe-auto. De schok zoo hevig, dat de voerman van zijn wa gen werd geslingerd, en een dubbele sche delbreuk opliep. Hij is overgebracht naar het Canisius-ziekenhuis te Nijmegen. Zijn toestand is niet zonder levensgevaar. Tegen den bestuurder van de auto is proces-ver baal opgemaakt Naar vernomen wordt ifc bij onderzoek gebleken, dat de sterfgevallen in het gezin van den winkelier H. Tiessen te Overloon zijn veroorzaakt door het eten van ondeug delijk vleesch. Zooals gemeld, deden zidh in het gezin vergiftigingsverschijnselen voor, waardoor de heer Tiesseh en zijn echtgenoote, alsmede de 18-jarige zoon en de 10-jarige P. Otton uit Nijmegen, die in het gezin op vacantie was, werden aangetast. Beide laatstgenoem den zijn aan de gevolgen overleden. Land- en Tuinbouw. De prijsvraag van Bond Westland. Behalve de reeds vermelde onderscheidin gen, zijn voor de inzendingen in de prijsvraag van den Bond Westland, de volgende prijzen toegekend: In de prijsvraag voor de 10 grootste trossen Black Alicante is een extra 2de prijs toege kend aan J. van Staalduinen, te 's-Graven- zande, en een extra 3de prij6 aan J. H. P. Vijverberg, te Naaldwijk, grootste tros andere blauwe druiven; le pr.: C. J. Duyvestein, Poel dijk; 2e pr. L. Vijverberg, Naaldwijk; 10 fraai ste trossen andere blauwe druiven le pr. L. W. Duyvestein, Honselersdijk; 2e pr.: L. J. Duyvestein, Poeldijk; 10 fraaiste trossen an dere witte druiven: le pr.; A. de Vette, Wate ringen, 2e pr., Nic. Thoen, Naaldwijk, 10 groot ste perziken, F. V. Valstar, Naaldwijk, 2de pr., F. J. Kuyvenhoven, Naaldwijk, 10 fraaiste per ziken, J. J. Hofland, Naaldwijk, 2de pr. J. Boe- kestein, Naaldwijk. Aan den heer F. V. Val star werd de gouden medaille toegekend voor fraaiste verpakking der perziken. 10 grootste en fraaiste peren, V. J. Kuyvenhoven, Naald wijk, 10 grootste en fraaiste appelen van een soort op naam, le pr. A. Zwinkels Czn., Hon selersdijk, 2e pr., W. Th. van den Berg, Kwintsheul; de zwaarste en fraaiste meloen, Jac. van Staalduinen, 's-Gravenzande, 2e pr., J. van Woerden, Honselersdijk, de vijf grootste en fraaiste meloenen van een soort op naam, A. Voskamp, De Lier, 2e pr. A. P. van der Knaap, Kwintsheul, de fraaist opgemaakte fruitmand, le pr. J. S. Herkes, Honselersdijk, 2e pr. G. van der Ende, Honselersdijk, 10 fraaiste trossen andere witte druiven, extrapr. C. J. van Duyven, Rijswijk, SCHAAKRUBRIEK Redacteur: W. J. H. CARON, Haarlemmer m e e r straat 168, Amsterdam-W. Men wordt verzocht correspondentie over deze rubriek aan bovenstaand adres te richten Probleem no. 370 Van: S. S. LEWMANN, Moskou 2e pr. TeplitzSchönauer Anzeiger 1933. Wit begint en geeft in twee zetten mat Wit (7): Kal, Dh5, Tb4, Td5, La7, Pc6, Pe4 Zwart (4): Kf4, Tf6, La6, Lh4 Probleem no. 371 Van: D. PRZEPIORKA le pr. TeplitzSchönauer Anzeiger 1921 Wit begint en geeft in drie zetten mat Wit (7): Kal, Db2, Lg2, Pdl, Pe3, pi.e2, e4 Zwart (8): Kei, Tf7, Pf8, Pg7, pi.a5, d5, e6, e7 Oplossing van probleem no. 368 Van: Dr. H. VON GOTTSUHALL f Wit (4): Kc3, Dg7, Pc8, Ph4 Zwart (3)Ke6, Pa8, pi.c6 Mat in twee zetten Sleutelzet: 1. Dg7h7 Oplossing van probleem no. 369 Van: Dr. H. VON GOTTSCHALL f Wit (7): Ka2, Df2, Pc8, pi.a4, c2, c5, g3 Zwart (5): Ke5, Ldl, pi.c7, e6, g5 Mat in drie zetten Sleutelzet: 1. Df2—fl ari anten 1Ive5—d4 2. Df 1— d3f Kd4c5 3. Dd3—c3J of 2Kd4e5 3. Pf6—d7J; 1c7c6 2. Pf6—d7t Ke5 d4 (of d5, e4) 3. Dfl—d3J; L ad lib 2. Dflalf Ke5—f5 3. Pc8—e7J. Goede oplossingen ontvangen van: H. T Nieuwhuis (368, 369) Amersfoort; M. Ópbroek (368, 369), H. C. J. Spier (368, 396), Den Haag; A. van Wijngaarden Jr. (368, 369) Giessendam. Het is mogelijk, dat op mijn vacantie-adres ta myn vertrek nog goede oplossingen zyn ont vangen. Deze hoop ik in de volgende rubriek alsnog te vermelden. RÊTI-OPENING „Gespeeld in het landentournooi te Folkestone n de Wiener Wit: H. MULLER (Oostenrijk) Zwart: A. CAMPOLONGO (Italië) Wit: 3. c2c4 2. Pgl—f3 e7e6 Pg8—f6 b7b6 LcSb7 LfSe7 4. Lflg2 5. 0—0 6. Ddlc2 Met dezen minder gewonen zet zoekt wit zyn theoretisch onervaren tegenstander uit diens geestelijk evenwicht te brengen. De ge bruikelijkste voortzettingen zijn in deze posi tie naar het voorbeeld van Réti 6. b2b3, of op de hoofd variant der West-Indische verde diging afgaand 6. d2d4 7. d2—d4 8. Pf3Xd4 9. KglXg2 Juister is 9 rigen tegenzet 9 c7c5 c5xd4 Lb7Xg2 0—0 Pc6; met den voorba- dö echter zou de zwartspeler een zwaar verdedigingsprohleem moeten oplossen, daar na het antwoord 10. Tdl! de wit-speler een kansrijk spel met druk op de c- en d-baan zou kunnen ontwikkelen. 10. e2e4 d7—d5? Ook hier was Pc6 de juiste zet. Het nerveus opnikken van den jongen Italiaan heeft een geïsoleerden pion ten gevolge, die reeds na eenige zetten sneuvelt in den geconcentreerden aanval van het witte belegeringsspel. U. c4Xd5 e(>Xd5 12. e4e5 Pf6—e4 13. f2—f3 Pe4c5 14. Pblc3 Dd8d7 15. Tfl—dl TfSd8 16. Pd4—f5 Dd7e6 Zooals gemakkelijk is te zien, is pion d5 op geen manier meer te redden. 17. Pf5Xe7f De6Xe7 18. Pc3xd5 TdSxd5 Ook na 18DXe5 19. Lf4 De8 20. Pc7 is zwart reddeloos. 19. TdlXd5 PbSc6 20. Lel—d2 I'c6xe5 21. Tal—el f7f6 22. b2b4 Pc5a6 Of 22Pe6 23. f4 Pf7 24. Dc6 met hopeloos spel voor zwart. Na den tekstzet loopt het evenwel nog sneller tón einde. 23. Td5Xe5! f6Xeó 24. Dc2—c4f KgShS 25. Dc4xa6 De7—d7 26. Ld2c3 TaS—fS 27. Da6e2 Opgegeven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 3