ÏÏffll
RATTENPP
onderzoek
in
DUITSCHLAND
DINSDAG 15 AUGUSTUS 1933
TWEEDE BLAD PAG. 5
Kerknieuws.
CHR. GEREF. KERK
Tweetal: Te Arnhem, W. Byleveld
Haarlem (C.) en S. van der Molen te Rotter
dam (C.).
GEREF. KERKEN
B edankt: Voor Ee (by Dokkum), Th.
Boersma te Hij laar d.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Men schryft ons:
Cand. S. D. L a n k h u y z e n, van Kam-
pen, deed Zondag j.l. bij de Geref. Kerk van
Zoutkamp, die een jaar vacant is geweest, in
trede als predikant, na bevestiging door een
zijner leermeesters, Prof. Dr. A. G. Honig,
van Kampen, die een predikatie hield over
Ezech. 3 17. Des namiddags hield de beves
tigde een intreepredikatie over Psalm 119
4—6, sprekende over „het bewaren
'b Heeren geboden" en wel: 1. bevolen, 2. af
gebeden, en 3. gezegend. Ds. Lankhuyzen
werd daarna verwelkomd in onderscheiden toe
spraken, gehouden door den heer A. Stout-
meyer als voorzitter van den Kerkeraad;
door Ds. U. Elgersma, namens de Kerk
Ulrum. door Ds. G. Lugtigheid, namens die
van Leens; door Ds. IC. Holwerda, namens die
I van Houwerzijl en de Classis Warffum; er
door den heer B. Volbeda, namens het perso-
i neel der Chr. School.
Cand. A. J. Stol te, van Hummele,
werd Zondagmorgen j.l. bevestigd aln predi
kant der Geref. Kerk van Gameren door Ds.
K. Bakker, van Lutten a. d. Dedemsvaart, en
deed des namiddags intrede met een predika
tie over Coll. 4:3 en 4, sprekende over: de
roeping tot en de behoefte aan het gebed der
Gemeente, den inhoud dier voorbede met be
trekking tot: a. den prediker en b. de Gemeen
te. Na de predikatie werd Ds. Stolte toege
sproken door Ds. H. M. Ploeger, van Culem-
borg, namens de Classis Tiel, en door oud. P.
Janse Azn., namens den Kerkeraad. Op ver
zoek van laatstgenoemde zong de Gemeente
Psalm 126 2 toe.
Ds. N. BIJDEMAST
Naar wy vernemen, is Ds. N. Bydemast,
predikant der Chr. Geref. Gemeente te Bos
koop, die wegens ziekte al geruimen tijd niet
voor zijn Gemeente heeft kunnen optreden,
thans inzooverre hersteld, dat hij eenigen tijd
met vacantie ie gegaan en gehoopt wordt, dat
hy nadien zijn ambtswerk, hetzij geheel hetzy
gedeeltelijk, zal kunnen hervatten.
PREEKEN BUITEN KERKVERBAND
Gemeld wordt, dat Prof. G. Wisse, van
Apeldoorn, thans te Batavia vertoevend, daar
niet alleen een tijdrede gehouden heeft, maar
ook op een Zondag in de Gereformeerde Kerk
in den dienst des Woords is voorgegaan.
CONFLICT IN DE KERK
Te O u d-B eyerland is, naar men ons
1 Schrijft, reeds sinds eenige weken de tusschen-
komst van de burgerlijke Overheid ingeroe
pen, om bij eventueele onordelijkheden tijdens
een godsdienstoefening in te grijpen. Zater
dag j.l. moesten de deuren van het gebouw
opengebroken worden om het bestuur der Ge
meente (niet Kerkeraad) gelegenheid te ge
ven er binnen te gaan voor het houden van
een vergadering.
Het betreft hier de Gemeente van Ds. van
der Garde, die 100 leden telt, waarvan er 26
stemgerechtigd zyn. Zij is feitelijk zonder
leeraar gekomen, daar Ds. van der Garae.
de eenige predikant in de aan hem verbonden
Gemeenten, lichamelijk niet meer tot de pre-
diking in staat is.
De Gemeente heeft een Be6tuur van 5 leden,
waarvan 2 diaken zijn en 1 ouderling is. Deze
eenige ouderling is voorzitter van het bestuur.
Hy gaat des Zondags voor in den dienst en
vraagt dan een gewoon lid een preek voor te
lezen. Dit is echter niet naar den zin van het
Bestuur en het grootste deel der Gemeente.
Ook wil de ouderling niet medewerken aan een
Bestuursvoorstel om over te gaan tot het be
roepen van een predikant.
Een en ander heeft geleid tot een botsing,
zoodat, toen een lid der Gemeente door den
ouderling uitgenoodigd werd om op een
dagmorgen een preek voor te lezen en hel
stoelte wilde beklimmen, door een bestuurslid
werd bedreigd, en door andere leden werd ge
roepen dat hy het niet moest doen, om erger
te voorkomen. Verschillende aanwezigen heb
ben toen het gebouw verlaten.
De ouderling heeft nu de twee diakenen
eigenmachtig afgezet.
Het Bestuur had nu een vergadering belegd
om een huishoudelijk reglement saam te stellen
teneinde verdere botsingen te vooi'komen. De
ouderling-voorzitter heeft niet alleen gewei
gerd deze vergadering by te wonen, maar ooi
hield hij het gebouw gesloten, zoodat Zaterdag
j.l. tegen den tijd van aanvang der vergade
ring op last van het Bestuur en in bijzijn van
de Gemeente-politie de deur opengebroken
moest worden.
Het resultaat der vergadering is nog met
bekend.
KERKGEBOUWEN
Te Apeldoorn zal voor de Ned. Her
vormde Gemeente een kerkgebouw van
scheiden omvang met bijbehoorende vergader
zalen gebouwd worden aan de Aseelschestraat.
KERKELIJKE ADMINISTRATIE EN
ZEGELRECHT
In aansluiting aan een vorig bericht wordt
nog meegedeeld, dat Kerkelijke kwitanties bo
ven f 10.voor betaling van vrijwillige bij
dragen aan de Kerk wel vrij van zegelrecht
zijn, doch niet kwitanties (natuurlijk ook
boven f 10.voor de inning van plaatsen-
gelden.
Kwitanties voor vrijwillige bijdragen zijn
vrij van zegel, omdat door die bijdragen geen
enkel recht wordt verkregen. Maar kwitanties
voor plaatsengeld zijn niet vrij, omdat dit
„plaatsengeld" recht geeft op één of meer zit
plaatsen in het kerkgebouw.
LUTHERACADEMIE
TE SONDERSHAUSEN
III (Slot)
(Speciale correspondentie)
In de afgeloopen week werden door de
deelnemers aan deze conferentie verschil
lende uitstapjes gemaakt, o.a. naar Erfurt
en Eisenach, welke plaatsen beide een be
langrijke rol hebben gespeeld in het leven
van Luther. In Erfurt werd een bezoek ge
bracht aan het Augustinerklooster, waarin
Luther als jongeman werd opgenomen en
waar hij zijn eerste yjis bediende. Het be
zoek dat wij brachten aan Eisenach, met
haar schitterend gelegen Wartburg, zal ook
niet licht vergeten worden. De godsdienst
oefening, die de deelnemers bijwoonden in
de bekende Lutherkamer, de plaats waai
de groote hervormer een aanvang maakte
met zijn bijbelvertaling, maakte op allen een
diepen indruk.
Ook werden wij nog ontvangen op het
slot van den vorst van Stolberg, schilder-
tig gelegen in het zuidelijk deel van de
Harz, welk bezoek voor de Nederlanders
interessant was, daar verschillende dingen
deden herinneren aan de verwantschap die
bestaat tusschen het geslacht Stolberg en
ons Vorstenhuis.
De tweede week van de conferentie was
voornamelijk gewijt aan de bestudeering
van het Nieuwe Testament. Prof. Dr. Olaf
Moe van Oslo sprak over „Vernunft und
Geist im Neuen Testament".
Spreker zette de tegengestelde begrippen
„noes" en „pneuma" nader uiteen. De tegen
stelling bestaat in de Goddelijke en men-
schelijke geest. Bij de behandeling van het
philologische verschil tusschen beide woor
den blijkt dat het woord „noes" verschillen
de beteekenissen kan hebben (algemeen ver
mogen om te verstaan, logos, geweten), ter
wijl bij „pneuma" veel meer dan bij „noes"
sprake is van geest, in de eerste plaats Gods
geest, dan mensclielijke geest.
Deze „pneuma" is het aanknoopingspunt
voor den Heiligen Geest. De Nieuw-Testa-
mentische schrijvers gebruiken „pneuma"
in de zin van Heiligen Geest en hoewel
sommigen dit bestrijden meent spreker aan
de hand van drie bewijzen daar toch aan te
moeten vasthouden.
Vervolgens komt spreker tot de pbaeno-
menologische behandeling van de verhou
ding verstandgeest. Hoewel in de oudstu
Christelijke gemeente de geest vaak het ver
stand schijnt te overheerschen moeten we
naast de pneumatische phaenomena de
noetische niet venvaarloozen.
De Heilige Geest deelt zich mede aan
zondige mensohen die dan een nieuw, hei
lig leven beginnen. Nooit is er sprake van
vergoddelijking van den mensch, maar de
mensch ontvangt nieuwe, goddelijke krach
ten. Zulk een mensch is „en theoe". Het
enthousiasme is dan ook 't meer karakteris
tieke van den apostolischen tijd. Toch is dit
slechts één zijde want aan den anderen kant
Is deze tijd vol bezonnenheid en nuchter
heid. Tenslotte stelt spreker de vraag: „Kan
de Heilige Geest zich ook in noetische phae
nomena openbaren? Het feit, dat de evan-
gelieschrijvers zoo vaak wijzen op de histo
riciteit der gebeurtenissen, moet niet alleen
als apologetisch hulpmiddel opgevat wor
den: de schrijvers dragen zoowel een pneu
matische als noetische aard in zich. De
„noes" is echter onderhevig aan de „pneu
ma". Het verstand wordt vaak met „logos"
geindentificeerd omdat de geest het ver
stand wil voorzien van een diepcren inhoud.
Voor echter God sprak, „zweefde de geest
Gods over de wateren". De geest is potentia,
het woord is actus. De geest wil het ver
stand van den mensch niet uitschakelen,
maar autonomie tot theonomie maken.
Een pneumaticus in den zin van het Nieu
we Testament is geen dvveeper maar een
mensch die intellectueel en moreel door
drongen is van Gods Geest.
Prof. Dr. J. d e Z w a a n sprak in een drie
tal lezingen over: „Het persoonlijk geloof
bij Paulus."
Spr. wees erop. dat er verschillende ge-
loofstypen in de Bijbel te vinden zijn. Pau
lus behoort tot dat type voor hetwelk ge
loof een practische aangelegenheid is. Bij
haar gaan geloof en daad altijd samen. Zoo
was het na zijn bekeering, maar zoo was
het ook toen hij nog Christus' gemeente ver
volgde. Hij bestreed de Christenen niet In
theorieën, maar practisch.
De Helleensche religie is nooit zendings
religie geweest daar het practische geloofs-
type onhelleensch is. Paulus is eenerzijds
de leidende, heerschende figuur, terwijl
anderzijds het offer in zijn leven een groote
rol speelt. Tegenover Christus voelt hij zien
als de slaaf. Toch bezit Paulus geen slaven-
natuur maar zijn heerscherschap moest ver
anderen in gebondenheid aan God.
Aan de hand van teksten uit de Filippen-
zenbrief liet Prof. de Zwaan ons zien de be-
teekenis die Jezus voor het persoonlijke ge
loof van Paulus had. In dezen brief spreekt
Paulus het spontaanst. Voor hem is Gods
eer niet gelegen in Zijn alwijsheid of in Zijn
ongenaakbaarheid maar in Zijn openba
ring dat Hij Jezus heeft doen zien als de Al-
heerscher. Deze Jezus, die hem gegrepen
heeft om Zijn getuige te zijn, is het eenige
wat Paulus zijn bezit noemen kan. Dat
Jezus opgestaan en hem verschenen is be-
teekent voor Paulus de komst van die
andere goddelijke wereld en zijn geloof
staat onwankelbaar omdat hij weet dat
Christus Zijn begonnen werk niet laat va
ren.
Prof DrWobbermiti uit Gdssingen, hield
een voordracht met als onderwerp- „Die
anthropologische Linie in der theologie Lu
thers und Schleiermachers".
Spreker stelde de vraag of Luther^ wan
neer hij zegt: „Ein Gott haben ist nichts
anderes als Ihn von Herzen glauben und
trouen", niet voert tot de rand van het illus-
sionisme van Feuerbach, die alle theologie
als verkapte anthropologic beschouwt.
Luther stelt echter de subjectieve zijde tot
criterium der objectieve zijde der verhou
ding tot God en omgekeerd.
Het qua en quae creditur staan in corre
late verhouding tot elkaar; het sola fide is
alleen goed te verstaan door het sola gratia.
Vervolgens wijst Prof. Wobbermin op de
analogie die er bestaat tusschen Luther en
Schleiermacher wat betreft hun opvattingen
over fides quae en qua creditur. Spreker
meent, in tegenstelling met de opvattingen
die Troeltsch, Scheler, de dialectici en Bult
maan over de verhouding Luther—Schleier
macher hebben, te moeten vaststellen, dat
de laatste Luthers overtuiging voor het
eerst in practijk heeft gebracht. Vervolgens
wijst spr. er op dat het volslagen afhanke
lijkheidsgevoel bij Schleiermacher van het
gedeeltelijke afhankelijkheidsgevoel princi
pieel qualitatief verschilt.
Genade en geloof zijn correlaat-begrip
pen, die in belangrijkheid alle andere vra
gen van dogmatischen aard overtreffen.
Deze zeer geslaagde conferentie werd
Zaterdag gesloten met een godsdienstoefe
ning in de Trinitatio-kirche, geleid door
Prof. Dr. Pröhle van Budapest.
Schoolnieuws.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN
Capelle o. d. IJssel (IJsselmondsche-
laan, hoofd G. de Kruyk), G. van Linschoten
te Rotterdam. Als kw. met akte.
RUIME KEUZE
Te Vriescheloo (Gr.) hebben voor de
betrekking van kweekeling met akte (met
kans op vaste aanstelling) aan de Chr. Nat.
School aldaar 64 sollicitanten zich aange-
OPHEFFING VAN OPENBARE SOHOLEN.
Te Almelo werd in den Gemeenteraad
het voorstel tot opheffing van de Openbare
School aan den Rondweg door mevr. Leen-
dertsz-Ladenius (soc.-dem.) bestreden, doch
daarna aangenomen met 13 tegen 10 stem-
In Dantumadeel heeft de Gemeen
teraad zich bereid verklaard tot opheffing
van de Openbare School te Noodkerk,
wanneer omtrent de leerlingen een regeling
met de gemeente Tietjerksteradeel is getrof
fen. Voor opheffing van de Openbare School
te Drieisum, werd een commissie van onder
zoek benoemd.
EXAMENS-NOTARIAAT
DEN HAAG. 14 Aug. Gesl. voor deel II: de
heer G W Frijling te Den Haag.
STAATSEX.-TOELATING UNIVERSITEIT
AMERSFOORT. 14 Aug. Gesl. voor dlpl. A:
de dames E Herbert en H J Speek, en de hee
ren J H Jongkees en A Stephan. Geal. voor
dipl. B: de heer A M E Th Engers.
EXAMENS-NIJVERHEIDSONDERWIJS
DEN HAAG, 14 Aug. Akte NIV (aanteelce-
ning): geëx. en afgewezen 1 cand. De exam jus
zijn afgeloopen.
EX.-LICHAMELIJKE OEFENING
UTRECHT. 14 Aug. Akte M.O. Geëx. 8 cand.
Teruggetrokken 1 cand. Ges^ mej. G B Rorije
Haag. De
EXAMENS-HOOGDUITSCHE TAAL.
DEN HAAG. 14 Aug. Akte M.O. A. Gesl. mej.
P. Teekens te Rotterdam. Afgewezen 3 cand.
De examens zijn afgeloopen.
ames J. Rossing te Rolde en A. Rijks te GroJ-
DEN HAAG. 14 Aug. Geëx. 7 cand. Gesl. mej
L M J Ruygrok te Leiden en de heeren H J M
Irouwer, P W J Dijkmans. beiden te den Haag
n P L A v d Zon te Stompwijk.
Vernietig dit vie^e ongedierte met „UNIVERSAL".
Het zekerste en beste middel.
Universal is niet giftig voor huisdieren.
Riskeer geen gevaar en weiger vergiftigde ratten-
middelen.
VOOR MUIZEN
bö de fa. A W. v. d.
BÓNGERS. UianjeVs
H. TEN HERKEL. Hilvi
HAARI-iEM, 14 Aug. Geëx.
J. Ko.
nan te Zaandam en de heeren J. v E^sen te
Vestzaan en J. Stelling tc Wormerveer.
ROERMOND. 14 Aug. Geëx. 8 cand. Gesl. de
lames JAB Gooasens te Roermond. M J Hen-
Iriks te Helden-Panningen. L M Hermans te
H_C Ververgaert te Tegelen, cn de
M Hoenselaar te Schiedam. L de
terdam en J W P v Sohaardenburi
berg
ROTTERDAM. 14 Aug. Commi-
8 cand. Gesl. mej. J M Vroom te
de heer J L Verhoeff te Alblasse
UTRECHT. 14 Aug. Gesl. de dal
preau te Amersfoort en G W
Utrecht.
De examens zijn afgeloopen. Va
didaten hebben 11 zich teruggetn
n: geëxi
vie 50.81 pet. slaagde.
ZWOLLE. 14 Aug^ Gesl.
d Kooy te Deven'
EXAMENS-FRANSCHE TAAL
UTRECHT. Akte L.O. De examens zijn afge
loopen. Ingeschreven waren 825 cand. Vóór het
schriftelijk examen trokken zich terug 89 ca,nd
282 i
38 pot.
EXAMENS-ENGELSCHE TAAL
UTRECHT, 14 Aug. Akte LO. Gesl. de da-
nes M E Bosman te Oudenbosch en J v d Mey-
len te Rotterdam, en de heeren F B J Alink te
Snschedé. O T Bergaoker te Asch (Gld.). J A
- Bruggen te Oldenzaal. H J Bruns te Haar-
J Gruppelas
Leeuwarden. J E 1
fold te Amsterdam, J v Eijk te ijsselst
C H v d Grint te Brt»da, M G Houben te
rade E E Mom' •■■---
Nijmegen. J^C ^Belsenhex
Boer te Zwijndrecht, C de
(Z W Grol' -
Vlaardingen. K E Könlg
Meuleman te Deventer. J J M Schm
tard en L. Spoon te Bellen
BruinZete'" Kapell«
iborg. J H Kern t<
Gemengd Nieuws
LANGS DEN TREIN
De chocolade-jongen kwam langs den trein,
'n Heer vraagt een sinaasappel, weigert een
appel en wyst een anderen a*n.
Meneer geeft den gevraagden prijs, 'n dub
beltje. Onder het dichtslaan van de deur hoort
men den jongen zeggen: „Veel praatjes, maar
geen fooitje".
Dat was hij kan het misschien nog lee-
ren geen goede verkooper en dat bleek hem
zelf reeds minuut later, toen 'n andere
heer in dezelfde coupé naar 'n reep chocolade
vroeg. Toen kreeg hij ook geen fooitje, alleen
om wat minuut gepasseerd was.
Dan was die andere jongen er beter achter.
Die antwoordde direct op de vraag of h(j
goede sinaasappelen had: „Meneer, komt u
hier meer langs? Neemt u er dan gerust een
zonder te betalen. Morgen krijg ik dan
ROFFELRIJMEN.
Zet je petj'e
Als ik naar de meisjes kijk,
('k Mag soms wel es even!)
En ik zie haar mutsjes op
Hare haren zweven,
Denk ik altijd aan het lied
Dat 'k als kleine jongen
Met vervroegde mannenmoed
Dikwijls heb gezongen:
Zet je petje maar op één oor!
't Zeemansleven heeft veel voor!
Als ik naar de schoenen kijk
Die de meisjes dragen
En de afgezakte kous
Waar ze het mee wagen,
Denk ik altijd aan het lied
Dat 'k als kleine jongen
Met vervroegde mannenmoed
Dikwijls heb gezongen:
Zet je petje maar op één oor!
't Zeemansleven heeft veel voor
Als ik naar de kleeding kijk:
Alles bloot of blooter,
En ik zie het sproetenveld
Groeien, al maar grooter,
Denk ik altijd aan het lied -)-•
Dat 'k als kleine jongen
Met vervroegde mannenmoed
Dikwijls heb gezongen:
Zet je petje maar op één oor!
't Zeemansleven heeft veel voor!
Als ik op het taaltje let
Dat de meisjes spreken
En ik hoor de knallende
Knoopen niet ontbreken,
Denk ik altijd aan het lied
Dat 'k als kleine jongen
Met vervroegde mannenmoed
Dikwijls heb gezongen:
Zet je petje maar op één oor!
't Zeemansleven heeft veel voor!
(Nadruk verbodenLEO LEN
het geld wel met een compliment vo»r de raad
geving".
Die jongen verkocht, kreeg geld en een
De derde was nog slimmer. De meneer
vroeg 'n sinaasappel en de jongen, net doende
of hy niet gehoord had, gaf er twee aan, met
de opmerking: „Hebt u er werkelyk genoeg,
meneer? ze zyn buitengewoon".
De meneer nam er twee.
dfo- -
De Roomsch-katholieken
in het nieuwe Duitschland
XXV
'(H.D.) Wanneer wij thans een blik gaan werpen op de
Kerkelijke vraagstukken, waarvoor Duitschland zich geplaatst
ziet, mogen wij beginnen met de positie der roomsch-katholieken.
Uit den aard der zaak zal dit minder ruimte vragen, dan voor
de beschouwing der protestantsche aangelegenheid vereischt is.
Duitschland telt ongeveer twintig milliocn roomsch-katholiek
ingeschrevenen tegen twee en veertig millioen protestanten van
onderscheiden schakeering. Iets minder dan zeshonderdduizend
joden en twaalfhonderdduizend zonder godsdienst. Dit laatste
cijfer is zeer klein, vergeleken met Nederland. In Amsterdam
belijdt 35 dus ruim één derde der bevolking,
geen enkelen godsdienst. De groote stad is helaas vaak het graf
yoor Kerk en godsdienst. In Duitschland is dit cijfer zoo laag,
omdat bijna ieder, geloovig of niet, bij een Kerk staat ingeschre
ven. Zóó is het ook te verklaren, dat zoo ontzaglijk veel kerk
leden slechts op papier „aan godsdienst doen".
De politieke invloed der katholieken is gedurende een periode
ha den oorlog zeer sterk geweest, doch deze is sterk gedaald,
cn tegelijk is de invloedssfeer van de Kerk als zoodanig ook
ingeschrompeld. Ofschoon het Centrum, de politieke partij
'der katholieken, zich niet een kerkelijke partij noemde,
was het verband tusschen beide toch altijd zeer innig. Vaak
hadden geestelijken, als Dr. Brüning en Msgr. Kaas de leiding
in den Rijksdag. Wij gelooven, dat de gang der politiek, het
daadwerkelijk deelnemen van katholieken aan
de regeering, en het spelen van een zeer sterke
rol in de politiek, de positie der Kerk in het
volksleven niet heeft versterkt.
Het is zoo vaak voorgesteld in onze bladen, als zou het
Centrum in Duitschland tot het laatst toe zijn sterke machts
positie hebben ingenomen. Men vergeleek de cijfers der
laatste paar verkiezingen, en kwam dan tot deze conclusie.
Ook dan zelfs was het niet juist, want elke percent daling
kwam toch reeds overeen met een verlies van vele tienduizenden
kiezers. Om goede vergelijking te treffen moet men een langeren
tijdsduur nemen. In 1890, bij het einde van Bismarck's kuituur-
kamp tegen het roomsch-katholicisme verkreeg het Centrum bij
de verkiezing voor den Rijksdag 110 van de 397 zetels, of bijna
28 der stemmen. Dit is het hoogtepunt geweest. Het bleef
niet zoo heel ver af van het percentage der katholieken in het
geheele Rijk.
Men zou hier de les uit kunnen trekken, dat Verdrukking
van de Kerk soms voor het beginsel de beste vruchten
I oplevert Is de Kerk tot macht en tot aanzien gekomen, dan
gaat dit vaak gepaard met verwijdering van het volk.
In 1919, de eerste verkiezing na de vrede te Versailles, haalde
het Centrum, samen met de zusterpartij in Beieren, 20 der
I uitgebrachte stemmen. De eerste groote inzinking vertoonde
zich. Hierbij mag niet vergeten worden, dat de gedeelten van
|het Rijk, welke Duitschland moest afstaan aan Frankrijk en
[Polen veel katholieke bewoners telde. Doch vooral begon de
sociaal-democratie groote getallen katholieke arbeiders los to
Weeken van het Centrum.
De inzinking zou nog veel verder voort gaan. Bij de laatste
verkiezing, in Maart 1933, kwam 13.9 der kiezers op voor de
katholieke partij-formatie. En waarschijnlijk behoorden hiertoe
nog vele liberalen, die in den wirwar der laatste maanden
alléén in Dr. Brüning nog vertrouwen meenden te kunnen
stellen. Ook heel wat joden moeten het Centrum om deze reden
gesteund hebben.
De cijfers toonen aan, dat vèèl minder dan de helft der
Duitsche katholieken het nog hadden opgenomen voor een
eigen partij.
Hoe is dit nu zoo geloopen en zit hier voor de Roomsch-
katholieke Kerk eenige leering in?
Naar onze meening heeft het jarenlang samen
werken met de sociaal-democraten en met ds
vrij zinnige groepen voor een niet gering deel
geleid tot de inzinking der eigen part ij en tot
de overwinning van Hitier.
Wat in ons land als de uiterste noodzaak wordt
voorgesteld, verkreeg in Duitschland burgerrecht. Zelfs een
bekwaam politicus als Brüning kon den snellen afloop niet
.verhinderen.
De Roomsche geestelijkheid en ook de Roomsche publicisten
hadden jaar en dag het marxisme voorgesteld als een schepping
uit anti-christelijken geest. Het samengaan in de Regeering van
Roomsch en Rood hebben vele katholieken toen nooit goed
kunnen vatten. Is het nu de Kerk te doen om politiek gewin
of om de beginselen, werd gevraagd. Millioenen in naam
katholieke arbeiders zijn om deze reden overgeloopen naar
sociaal-democratie en naar communisme. En niet-arbeiders ver
kozen andere politieke partijen.
Ook de Christelijke vakbeweging, welke voor meer dan Vier
vijfde deel uit katholieken bestond, heeft ingeboet aan innerlijke
kracht door dit samengaan. De klassenstrijd moet inderdaad
bekampt worden, óf hij is onder bepaalde omstandigheden aan
vaardbaar, redeneerden velen, en yoor zich trokken zij dan
consequent de lijnen door.
Op een onbarmhartige wijze heeft Hitier dit samengaan
gewraakt. Men zegt wel eens, dat de levensloop van Hitier en
die van Mussolini wat den aanvang van hun optreden betreft,
veel met elkaar gemeen hebben. Dit is niet zoo. Mussolini is
sociaal-democraat geweest, en is daarna omgekeerd op zijn weg.
Hitler is van jongs af tegenstander geweest van het marxisme
en van de klassenstrijdleer, welke hij wilde uitroeien uit het
Duitsche Rijk. 't Is te
begrijpen, hoe Hitier,
zelf katholiek zijnde,
de samenwerking van
Roomsch en Rood heeft
gegeeseld. Groote ge
tallen katholieken slo
ten zich aan bij de
nationaal-socialisten.
De Katholieke Kerk,
welke haar houding
tegenover 't marxisme
had vastgesteld, moest
bespeuren hoe door het
politiek optrekken van
Centrum met sociaal
democraten, deze uit
spraak voor menigeen
haar kracht had ver
loren. De Kerk kon het
nationaal-socialisme
ook niet onopgemerkt
voorbijgaan. In het
nieuwe program en
vooral in de schrift
uren der vooraan
staande leiders kwamen uitspraken voor, welke getoetst
moesten worden aan de leer der Kerk. In Februari 1931 kwamen
de acht bisschoppen uit Beieren tot een veroordeeling van het
nationaal-socialisme. In deze verklaring heette het, dat de
nieuwe beweging dwalingen verkondigde, leerpunten van het
katholieke geloof afwees, en in de plaats van het Christelija
geloof een nieuwe wereldbeschouwing wilde plaatsen.
Toen kon het niet anders, of nog iets anders moest volgen.
De verantwoordelijke leiders der partij mochten niet meer toe
gelaten worden tot de Sacramenten en kerkelijke begrafenis
zou hun geweigerd moeten worden.
Deze uitspraak sloeg dan vooral op punt 24 van Hitiers
program, waarin de vrijheid wordt gewaarborgd van alle gods
dienstige belijdenissen, zoover zij het bestaan van den Staat
niet in gevaar brengen of niet in strijd komen met het zedelijk
heids- en moraalgevoel van het Germaansche ras. De bisschop
pen meenden, dat de christelijke leer nooit getoetst mocht
worden aan rasvragen.
Van de zijde der katholieke natiJnaal-socialisten werd met
kracht opgekomen tegen deze bisschoppelijke uitspraak. Het
nationaal-socialisme laat het katholieke geloof onaangetast, het
wil zelfs zijn bodem stevigen. Geeft deze ééne zin uit punt 24
aanleiding tot twijfel, dan hadden de bisschoppen toch de
tweede zin van dit punt in aanmerking moeten nemen. Deze
zin luidt: „De partij als zoodanig staat op het standpunt van
het positief christendom, zonder zich vast te leggen aan een
bepaalde belijdenis". Dus, zoo redeneeren Prof. Stark en Edgar
von Schmidt-Pauli, deze laatste schrijver vertegenwoordigde
pas Duitschland op het P. E. N.-congres te Duvornik, en verliet
toen onder protest de vergadering dan volgt hier logisch uit,
dat de eerste zin niet kan slaan op het christendom, maar op
andere religies. Hitier zelf heeft toen als volgt verklaard:
„Voor den Leider zijn godsdienstige leeringen en regelen altijd
onaantastbaar; anders zou hij niet politicus zijn geworden, doch
reformator, wanneer hij hiervoor de gaven had".
Den katholieken geestelijken werd verboden samen te werken
met de Hitler-beweging. De tegenstelling spitste zich steeds
meer toe. De aanhang van Hitier uit katholieke kringen werd
steeds grooter, en tegelijk vergrootte de kloof zich tusschen deze
nationaal-socialisten en hun geestelijken.
Na 1930 volgden de verkiezingen elkaar in snel tempo op,
waarbij ieder maal een nieuwe bres werd geslagen in het
Centrum. Begin 1933 bracht Hitier aan de regeering. Bij de
laatste verkiezing bleek het, dat de katholieken vanaf 191'j,
het begin van het Tweede Rijk, met ruim 30
waren achteruitgegaan. Bij het nauwe verband tusschen Kerk
en politieke partij beteekent dit een geweldige verzwakking van
de posiitie der Kerk.
In de groote Rijksdagrede van 23 Maart 1933 zeide Hitier
namens de nieuwe regeering, dat deze in de beide Christelijke
godsdiensten belangrijke factoren ziet voor het behoud van het
volk. Wat de verhouding tot den Paus betreft, wilde de regee-
nng groote waarde hechten aan een vriendschappelijke ver
houding met den Heiligen Stoel. i
Het was duidelijk, dat nu een nieuwe verklaring van de
bisschoppen viel te vernachten. Op de 28 Maart gehouden
Fuldauer-conferentie werden de verbodsbepalingen
tegen de katholieke nationaal-socialisten
ingetrokken. De bezwaren uit godsdienstig oogpunt tegen
het program van Hitier bleven natuurlijk bestaan.
Spoedig zou blijken, dat Hitier, althans wat betreft de ver-
steviging zijner positie in Duitschland zelf, over groote politieke
gaven beschikt. Bismarck heeft jarenlang in strijd geleefd met
de Katholieke Kerk en haar juist daardoor in kracht doen
toenemen, en tegelijk zijn eigen positie verzwakt. Hitier heeft
met de snelheid, welke al zijne daden tot dusver kenmerkt,
VON PAPEN. Hoewel roomsch-
katholiek, qinq hij niet accoord met de
politiek van het Centrum. De komst
van Hitler i* voor een deel door hem
bewerkt
het katholieke Vraag
stuk opgelost, althans
voor den eersten tijd.
De vice-kanselier Von
Papen, wien de vroe
gere katholieke politici
alles behalve dankbaar
zijn voor zijn weg
bereiding ten behoeve
van Hitier, werd naar
Rome gezonden voor
de afsluiting van een
concordaat met den
Paus. Dit is gelukt.
De bepalingen van het
:oncordaat wekken over
het algemeen de bevre
diging op der katholie
ken. Tegemoet is geko
men aan eenige wen-
schen der Duitsche
regeering om de Duit
sche nationaliteit van
kerkelijke hoogwaar
digheidsbekleders vast
te stellen, maar het
kenmerk van Nati
onale Kerk van Duitsch
land te zijn, is niet
verplichtend gesteld.
Maar wel weer, dat' gees tel ij ken niet aan poli
tiek mogen doen. Zij behooren zich aan de geestelijke
taak te wijden.
Dit concordaat nu heeft de positie van Hitier onder de
katholieken ongemeen versterkt. En in t algemeen do fascisti
sche neigingen bij katholieken, ook over de Duitsche grens
voedsel geschonken. Eerst is Mussolini erin geslaagd den jaren-
langen twist tusschen het officieele Italië en den Paus tot een
goed eind te brengen. En thans volgt het nationaal-socialistischq
Duitschland met een aanvaardbaar concordaat.
Dat de geestelijken niet meer aan politiek mogen doen, vindf
men, gezien de ontwikkeling der dingen in Duitschland, onder
katholieken zelf, zoo bleek ons, lang niet slecht Natuurlijk zijn
er, die met heimwee terugzien op de periode van den knappen
Brüning, waarbij de katholieken zulk een groote rol speelden,
en dan qua katholieken. Maar in 't algemeen schijnt
wel de opvatting te heerschen, dat de Kerk te veel in
het brandpunt van de politiek heeft gestaan,
en daardoor van haar geestelijke kracht heeft
ingeboet. Sociaal-democraten en communisten hebben mil-
lioenen weggehaald uit de sfeer der Kerk. Vooral niet minder
dan de Protestantsche Kerk trok de Katholieke nog in meerder
heid vrouwen, en was het contingent meelevende
mannen kleiner geworden.
Er is nog veel onwennigheid. Maar toch is de hoop levendig,
zoo blijkt uit de katholieke wereldlijke en kerkelijke pers, dat
de Kerk weer aan invloed op het volk zal winnen. De Kerk zal
nu haar dienaren niet meer aan de politiek mogen doen, welke
het Duitsche volk de laatste jaren zoo gruwelijk heeft verdeeld
beter kannen letten op verschijnselen, welke ingaan tegen dó
diepste levensopvattingen, en welke soort verschijnselen in
een wereld van mensehen altijd voorkomen, cn zeker ook,
misschien juist daar zoo gemakkelijk, in een
machtsstaat,
Intusschen is, wat de katholieken in Duitschland de laatste
vijftien jaar meemaakten, en dan nu bedoeld als leden der
Katholieke Kerk, van groote leering ook voor niet-katholieken.