BINNENLAND. Radio Nieuws. MAANDAG 14 AUGUSTUS 1933 Achter de Spittelmarkt Een Hollander, die de eerste Brandenburgsche admiraal was TEN ONDERGANG GEDOEMDE GEDEELTEN VAN OUD-BERLIJN (Van onzen Duitschen correspondent.) In de Oberwall strasse 6 liggen eenige ont werpen tentoongesteld, welke door verschil lende architecten zijn ingezonden voor de uitbreidingsplannen der Duitsche Rijks bank. Begin Augustus zal het directorium definitief vaststellen, wiens voorstellen in dezen voor doelmatig worden gehouden en dan kan begonnen worden met het neer halen van een huizencomplex, dat totdusvei in de geschiedenis van Oud-Berlijn een voor name plaats innam. Menigeen, die met zijn hart is blijven hangen aan de geschiedenis zijner stad onder deskundige leiding wor den geregeld wandelingen door de vergeten hoekjes der wereldstad ondernomen zal nog gauw een laatste bezoek gaan brengen aan Raules Hof en de Spandauer Citadel, om niet zonder weemoed afscheid te nemen van de slopjes en krotten, die volgens een oude kroniek „viel Müh' und Aergerlichkeit aan hen hebben bereid, die hier ruim twee eeuwen geleden hebben gewoond. Met het verdwijnen van Raule's Hol wordt plotseling de naam van Benjamin Raule weer actueel, een naam, die al even vergeten was als' het smalle slop tusschen de Oude Leipziger Strasse en de veelhoe kige Adler Strasse. Benjamin Raule was de eerste Keur-Brandenburgsche admiraal, een origineele verschijning, half avonturier, half eerzaam koopman, half piraat, half admi raal maar niettemin tientallen jaren ach tereen onderdaan en trouw vriend van den Grooten Keurvorst. Als vluchteling was Raule aan het Bran denburgsche Hof verschenen, want door de Staten-Generaal der Nederlanden werd hij achtervolgd, daar hij Frederik Willem in den strijd tegen Zweden had geholpen. Hij was geboortig uit Middelburg, toen reeds de hoofdstad van de welvarende provincie Zee land. Hij hoorde vertellen van de moeilijke situatie, waarin de Keurvorst zich bevond en hij voelde zich geroepen, den man ter zijde te staan, die Nederland in den strijd tegen Frankrijk had geholpen. Door den Brandenburgschen gezant deed Raule den Keurvorst het voorstel, met twintig schepen achter de Zweden aan te zeilen. De bezwa ren, welke deze aanvankelijk tegen dit avon tuurlijk voorstel koesterde, werden door den ouden Derfflinger overwonnen en zoodoen de hadden de handelsvloten van Frankrijk en Zweden in de eerstvolgende maanden heel wat last van den moedigen en onder- nemenden Hollander Raule. Op bevel van de toenmalige Nederland- sche regeering werden Raule de door hem gekaapte schepen weer ontnomen, zoodat hij in moeilijkheden geraakte en zijn toevlucht moest zoeken bij zijn lastgever. Deze gaf hem uit erkentelijkheid voor bewezen dien sten een aanwijzing op Nederlandsche sub sidiegelden en benoemde hem uit erkente lijkheid voor zijn goede kwaliteiten tot Keurvorstelijken Raad. Nu waagde Raule het, naar Middelburg als reeder terug te keeren, maar hier werd hij gevangen gehou den in zijn eigen woning, totdat de Keur vorst hem bevrijdde en een nieuw verdrag over drie jaar met hem afsloot. Onder den Brandenburgschen rooden adelaar comman deerde Raule een viertal volwaardige oor logsschepen, welke men van de admiraliteit te Amsterdam had overgenomen. Raule wierf in Nederland een geschikte beman ning aan en een tweede campagne werd be gonnen. Meerdere mislukkingen met deze vloot konden den vooruitstrevenden Keur vorst niet weerhouden, zijn aanspraak op de zeemacht door te zetten. Zelfs ernstige ver dachtmakingen van den Brandenburgschen gezant in de Nederlanden waren niet bij machte, de vriendschappelijke verhouding met Raule te schokken. Deze moest naar Berlijn komen, om zich te rechtvaardigen en dit lukte hem zoo uitstekend, dat hij als welgesteld directeur der marine naar Hol land terugkeerde. Nu begon men echter bij de Staten-Gene raal bezwaar te opperen tegen de zich steeds meer uitbreidende zeemacht van Branden burg. Men wilde den Keurvorst raken door zijn besten medewerker, Raule, onschadelijk te maken. Opnieuw gingen diens schuld- eischers hem te lijf en Raule moest met vrouw en dochter ons land hals over kop verlaten, om in Kleef zijn toevlucht te zoe ken. Onder zijn leiding liep de vloot van den Keurvorst uit naar de Oostzee en met begrijpelijken trots commandeerde Raule de „Keurvorst van Brandenburg", „Cleve", „Potsdam", „Berlin", „Koning van Spanje" en ,/Bracke". Met Raule's hulp wist de Keurvorst zijn plannen door te zetten en 1678 beschikte hij officieel over zijn eigen vloot. Zij lag in Stralsund en in Kolberg, waar Raule als Eerste Directeur der Brandenburgsche Ma rine zich vestigde. Maar zoo'n vloot kost heel wat geld en in Potsdam beraadslaagde Raule herhaaldelijk met den Keurvorst, \yaar men de benoodigde daalders vandaan moest halen voor het onderhoud van sche pen en bemanning. Als Hollandsche Han seaat gingen zijn gedachten uit naar over zee-handel. In Kolberg schonk de Keurvorst hern een eigen huis en van hieruit liepen weldra de draden zijner marine- en han delspolitiek naar alle kanten. Zijn vijanden lieten hem niet met rust en telkens werd beproefd, zijn positie in Bran denburg te schokken. Om vooral in de nabijheid van den Keur vorst te blijven en de uitgebreide plannen van Frederik Willem te kunnen volgen, ver huisde Raule met zijn gezin naar Berlijn. Als eerste onderneming kwam een handels expeditie naar Guinea aan de westelijke kust van Afrika tot stand. Voor de eerste maal waaide de Brandenburgsche Adelaar op den oceaan; met drie negeraanvoerders had men reeds een verdrag aan de goud kust gesloten. Twee speciale munten werden voor deze eerste Afrikaansche expeditie geslagen. Zij dragen als jaartal 1681. De eene munt toont aan de voorkant het beeld van den Keur vorst en aan de achterzijde de schepen in volle vaart. De andere munt toont even eens de schepen en een neger, die een met goud gevulde schelp geknield aanbiedt. Het volgende jaar vormde men de Afrikaan- Handelscompagnie te Emden in Oost-Fries land. Een volgende reis werd ondernomen onder de leiding van majoor Otto Frederik von der Groeben, die het fort Groot-Frede- riksburcht te Guinea stichtte en met schat ten huiswaarts keerde. Raule had zichzelf inmiddels op een stuk grond, dat hem door den Keurvorst was aangewezen, te Berlijn een eigen huis la ten bouwen en het is deze bezienswaardig heid van Oud-Berlijn, Raule's Hof, welke thans tegen den grond wordt gehaald. Bo vendien bezat hij nog een goed te Rosen- felde, thans Friedrichsfelde, in het oosten van Berlijn en daar mocht hij menigmaal den Keurvorst op bezoek verwachten. Toen deze in 1688 stierf, was het met Raules glanstijd gedaan. Diens opvolger, Frederik III, later de eerste koning van Pruisen, scheen aanvan kelijk voor de koloniale politiek zijns va ders wel iets te voelen, maar toen het door hem verwachtte succes uitbleef, werd de positie van Raule steeds slechter. Een bevel tot hechtenis werd door hem onderteekend en Raule werd naar Spandau getranspor teerd, waar hij drie en een half jaar ver bleef. Toen hij in vrijheid gelaten werd was hij zonder vermogen en als gebroken man vluchtte hij naar Emden, waar hij in armoede leefde. Hij stierf in 1707 te Ham burg als een vergeten man. Maar de ge schiedenis heeft hem niet vergeten en als de eerste Brandenburgsche admiraal leeft deze Hollander in onze herinnering op, nu men achter de Spittelmarkt Raule's Hof gaat neerhalen. Er zijn trouwens in dit ten ondergang ge doemde gedeelte van Oud-Berlijn nog ande re huizen, welke aan den toenmaligen Ne- derlandschen architect Memhard herinne ren, die op bevel van den Grooten Keur vorst tot burgemeester werd benoemd. De fraaie Hollandsche gevel in de Holzgarten strasse 8 valt onder de later gebouwde sina kelooze huizen op als een aangename uit zondering; het dateert van 1669 en is op een na het oudste burgerhuis van Berlijn. Hier hamerde de hofgoudsmid Telga waar devol werk voor de latere musea. Wat verderop, Adler strasse 7, woonde Duhan de Jandun, de boven allen beminde leeraar van Frederik den Groote en hier kwam de koning na den Silezischen oorlog voorgereden, om aan het sterfbed van zijn vriend te vertoeven. Alte Leipziger Strasse 1 woonde Lessing, die door de bevolking van Berlijn gehaat en veracht werd. Un terwasser strasse 7 woonde Jahn, die als eerste de sport inleidde ter bevordering van de lichamelijke ontwikkeling en gezond heid. Hier rees een eeuw geleden de eerste reclame-zuil uit den grond op initiatief van den drukkerij bezitter Litfass en welke Berlijner weet thans nog, waarom men eigenlijk altijd over „Litfasszuilen" spreekt? Al deze historische huizen, de meeste al leegstaand, wachten op hun beul en de Duitsche Rijksbank schijnt te voelen, dat hier nog wat gedaan moet worden, om al thans de historische herinnering te hand haven: Peter Paul Müller, een bekend beeldhouwer uit Pankow, moet op haar initiatief een plastiek van dit stadsgedeelte vervaardigen, zoodat latere geslachten kun nen ervaren, hoe 't eenmaal achter de Spitr telmarkt is toegegaan! Nationaal Huldigingsdefile te Amsterdam EEN UITVOERIG PROGRAMMA Werkt allen mee aan het welslagen van dezen veelbelovenden dag! Ten vervolge op on®e mededeelringen in het blad van Zaterdag wlen wij nog eerui ge besdhiouwrimgen wijden aan hetgeen op Zaterdag 9 September dn de hoofd&tad zal Wie worden verwacht? Alle Oranjegezinde Nederlanders, drie dien (jag maar even kunnen vrijmaken! De Za terdag is gekozen omdat düe voor verreweg de meeste landgenooten het meest geschikt is; ook komt een drukke Zaterdagavond met laat sluitingsuur van winkels den mid denstand ten goede. Intusschen zal worden zong gedragen, dat ieder deelnemer dien dag tijdig zijn woonplaats kan bereiken en de Zondag alzoo ongerept blijft. In de eerste plaats worden voor het défilé verwacht iedlen van alle Oranjegezinde or ganisaties en corporaties. Men kan evenwel ook groepen vormen voor deze gelegenheid i met een bepaald correspondentieadres. Dit laatste i6 dus de gelegenheid voor de enkele personen. Geen deputaties dus, maar een zoo groot mogelijk aantal leden. Voorts is er die tweede groep van perso nen, drie in Ihet Stadion het défilé wiüllen gadeslaan. Uirtteraerd staat de geilegenlheid hiertoe voor ieder open. De prijzen der plaatsen zijn zeer billijk gesteld, zoodat nagenoeg ieder zich van plaatsen zal kun nen voorzien. In overleg met de Commissie van Advies en het Uitvoerend Comité is besloten, dat geen enkele politieke portij als zoodanig, met uniformen, vaandels ei vlaggen aan het défilé zal kunnen mededoen; aangeslo tenen bij politieke partijen zijn natuurlijk hartelijk welkom, mits als onderdeel van een of andere organisatie, welke met poli tiek niets uitstaande heeft. Kosten van deelname Deze zijn per persoon 35 cents, welke bijdrage dient ter bestrijding ran de groote koeten, aa.n het défilé verbonden. Men ont vangt echter hiervoor een tekstboekje en een blijvende herinnering. De prijs blijft gehandhaafd om daardoor de belangstel ling te verdiepen. Het tekstboekje In het tekstboekje wordt alles betreffende het défilé medegedeeld (samenstelling enz.) Het défilé zal zooveel mogelijk provincies- gewijs worden ingedeeld, met dien verstan de, dat de vereenrigingen uit de provincies Groningen, Friesland, Limburg en Zeeland een duedandgen tijd beschikbaar krijgen, om rustig en gemakkelijk op te stellen en ook wedier tijdig te vertrekken. Verder zul len alle vereenigingen, welke mededoen, in het tekstboekje alle gegeven kunnen vinden omtrent plaats van opstelling en tijd, waar op zij opgesteld moeten zijn. Dit laatste is buitengewoon belangrijk; bij vorige défillé's is nl. gebleken, dat men som6 urenlang moest wachten, voordat men aan de beurt was om te défileeren. Dit is natuurlijk onaangenaam, en zal dan ook deze keer worden vermeden. Daartoe zal in bet tekst boekje alles zoo duidelijk mogelijk worden aangegeven; b.v. de vereeniging A uit de plaats X in Gelderland weracht te weten wanneer en waar zij opgesteld moet zijn. Zij slaat daartoe on: Provincie Gelderland, zoekt op de plaats en de vereenriging A en vindt dan daarachter vermeld het uur van opstelen en klaarmaken van haar groep voor het défilé; laat ons zeggen, dat dit zal zijn om half vier, terwijl het eigenlijke dér filé reeds een uur geleden begonnen is. Ver der staat daa het terrein aangegeven, en de plaats op drit terrein, waar de vereeniging zidh zal moeten opstellen. Niet op den Dam Ditmaal is niet het historische Damplein gekozen, aangezien hier betrekkelijk vved- niig toeschouwers een plaats kunnen vrinden het défilé hrier in de drukke binnenstad te overhaast zou moeten geschieden. Daar om gaat Oranjehovend Nederland diien dag het Stadion, in Amstei dam-Zuid, waar ruimte in over vloed is, de toegangswegen zich voor deze massale volksbetoogiing zeer goed leenen en 31.000 toeschouweis het défilé kunnen Als terreinen van opstelling zijn het Amsterdamsohe IJsolub-terrein terreinen bij het Olympiaplein. Deze terrei nen bieden het vo^rderi, dat zij voor de deelnemers gemakkelijk zijn te bereiken. Met de politie worden besprekingen ge voerd over de walgende mule: IJsclubter- rein. Van Baerlestraat, Ndc. Maesstraat, J. J. Viottastraat, Jan var Goyenkade, Pi-eter Lastmankade, Ametelveeneoheweg, Stadion. De mute terug is nog niiiet vastgesteld. De aangegeven mute biedt het groote voordeel, dat de stoet slechts één tramk raising heeft be passeeren, zoodat het défilé bijna ndet onderbroken wordt. De huldiging zelf zal ongeveer te half drie aanvangen. Het ligt :n de bedoeling, bij den vang 2000 postduiven op te laten. Dan volgt een défilé van alle Landelijke R uilter- vereenigingen; de va and eels ran deze ver- eenagingen blijven op het terrein achter Hierna zal de militaire politie ooider com mando van luitenant Ihlcke een demon stratie geven en tenslotte défileeren in draf en in galop. Vervolgens zal het défilé dat op het oogenblik geschat wordt op plm. 30.000 personen, een aanvang nemen. Het comité hoopt, dat alle vereenigingen en cor poraties uit alle deelen van het land zoo veel mogelijk in hun eigen kleed-erdracht costumes zullen willen komen, en tevens dat zij hun eigen vaandels, vlaggen en ba nieren medenemen. Het défilé zal gesplitst worden in twee gedeelten, want als onder breking komt een dansgroep; deze bestaat uiit dames, gekleed in te nationale kleuren, rood, wit, blauw en oranje; deze dames trek ken een onder bloemen bedolven zegewa gen; hiertoe zal ervoor -ore gedragen wor den, dat het middengedeelte van het Sta dion opengelaten word' en dus niet ge bruikt zal worden voor de deelnemers die met hun vlaggen en andels achterblijven. De dans zal worden uitgevoerd door dames- leden van verschillende Amsterdamsohe Gymnastiekvereenigingen; 't geheel onder leiding van mej. Lull Green. Na den dans volgt de rest van het défilé: alle vaandels, vlaggen en banieren hebben zich dan in bet midden van het veld opge steld, zoodat het veld één vlaggenzee is geworden. Bij de Marathonpoort staan dan een 1000- tal zangeressen en zangers opgesteld; deze zetten nu in het Kroningslied van 1898. „Wee6 begroet met jubeltoonen". Daarna wordt door de gemengde koren gezongen: „Gelukkig is het land" ei „Helpt nu uzelf, so help' u God", twee liederen van Valerius. Tenslotte zal het „Wilhelmus" gezongen worden; tegelijkertijd wordt de vaandel- groet gebracht, terwijl alle aanwezigen spontaan medezingen. A-llle défiil eerenden, die door de Marathon- poort zijn binnengekomen, loouen via de Sintel-baan langs de Koninklijke Loge (on der begeleiding van muziek van de Marine kapel uit Den Helder e- van de Amers- foortsche ctvallerie), verlaten bet Stadion weer, en vormen dan een grooten onafge broken haag vanaf net Sta-dian naar bet Koninklijk Paleis op den Dam. De voorste rijen langs den gebeelen weg worden voor hen gereserveerd en op deze wijze ontvan gen de deelnemers ten tweeden male de gelegenheid de Koningin bij Haar terug tocht naar het Paleis te begroeten. Voegen wij hieraan nog toe, dat de 1000 zangeressen en zangers gevormd worden door de leden van vkr Amsterdamsohe Oratorium vereenrigingen: de Kon. Oratorium vereen., de R.K. Oratiroumvereen., de Kon. Chr. Oratoriumvereen. en de Chr. Oratorium vereen. „Exceflsior". De zangersgroep 6taat onder leidiing van den heer Theo van der Bijl. Het Comité zal er prijs op stellen, dat onderscheidene organisaties, groepen van deelnemens of afzonderlijke deelnemers willen medewerken aan de bloem versiering van de Koninklijke loge in het Stadion. Een beperkte bijdrage (ten hoogste f5) is daartoe voldoende. De schoolkinderen De Amsterdameche schooljeugd vormt een afzonderlijke groep in het défilé. Op versierde fietsen komen de oudste leerlin gen van bijzondere en openbare soholen binnen en brengen op aparte wijze hun groet. Medewerking hiertoe zal worden ge vraagd aan a.lle Amsterdameche school hoofden, terwijl tal ran prijzen beschikbaar zullen zijn. Goedkoop vervoer De Ned. Spoorwegen verleenen volle me dewerking. Vooreerst door op alle stations een artistieke reolameplaat aan te brengen met vermeldiing van de voor dezen dag sterk verlaagde reiskosten. Aan elk station kan men dus lezen voor welk bedrag men een dageretour naar Amsterdam kan ver krijgen. Telkens wanneer bij het Comité een opgave van deelnemers binnenkomt, wordt deze doorgezonden naar de betrok ken admini6tnatieafdeeliing der spoorwegen, die dan aan de betreffende groep mede deelriirug doet van de koeten, aan de trein reis verbonden. Voorts kan ieder drie als bezoeker in het Stadion het défilé will gadeelaan, hiervan opgave doen aan den stationschef ter plaat se. Aan de loketten zijn bestelbriefjes voor Stadrionplaatsen beschikbaar Tot 26 Augus tus kan men zioh aan elk station voor een en ander opgeven. De Gemeentetram te Amsterdam heeft toegezegd de deelnemers en de bezoekers van het Stadion den geheelen dag te ver voeren op alle lijnen voor 25 cents per persoon. Plaatselijke Comité's In velschillende plaatsen zijn de onder scheidene vereenigingen reeds door den burgemeester tot deelname uritgenoodigd en heeft, men plaatselijke comité's gevormd. In plaatsen waar zulks nog niet geschied de, zij mij paraat en gelieve men zich hier toe onderling te verstaan. Een onvergetelijke dag Alles te zaïmen genomen mag een dag verwacht worden, die in de herinnering zal blijven voortleven. Onn-oodig te zeggen, dat wij drit vaderlandslievend streven van harte toejuiohen en ied r aanraden aan deze grootechj huldiging van onze Vore tin van harte mede te werken. Alle correspondentie richte men tot het secretariaat van bet „Nationaal Huldigings- défilé Stadion 9 September 1933", Koningin neweg 7, Amsterdam-Zuid. Men geve zioh zoo spoedig mogelijk op en vergemakkolijke op deze wijze den ge weldigen arbeid, drie het Comité op ziöh nam. BEZOEK VAN FRANSCHE ONDERZEEBOOTEN De Fransche onderzeebooten Diane, Mé- duse, Eurydice en Danaé zullen van 20 tot 25 Augustus een niet-officieel bezoek aan Amsterdam brengen. AUGUSTUS 296 M.) K.R.O. 8 00 Morgenconcm mofoon 12.15 Gramofoon 2.0 2 20 Zang 2.40 Cello-aoli - i 3.15 Zang 3.35 Cello e>o: 6.00 Gramofoon 6.15 Orkes t 9.00 Hoo 2.55 Gramofoi 5.10 Orkest - 7.15 Gramofoon 8.00 O spul 10.00 Orkest 10.40 Vaz Dlas Orkest 11.4 H.I.R.O. 4 00 Grt - 4.35 Gramofoc foon 10.30 Concert 11.00 Gramofoon 11.30 Concert 12.30 Orgel 2.00 G É|f nofoon 4.30 Zang - Voor kleinere Giramofoon 9.00 Zang 9 11.00 Vaz Dlaj .30 Orkest 1 8.01 Vaz Dlas S.05 Orkest '.20 Concert 10.00 Gramofi (Fransch) (509.3 M.) 12.20 Gramofoon 12.40 Cello recital 6.35 Orgel 8.20 Orkest 3.20 Conceit 11.20 Orkest laven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05 O-kest 1.50 Orkest 2.35 Concert 3.20 Gramofoon 4.35 Orkest 6.50 Orkest 8.20 Cello-recital 10.20 Orgel 10.55 Or- Jcutschla Gramofoon 5.40 Zang - Ca 1u nd b o 3.20 Orkest 7.20 Concert ids en der (1634.9 M.) 12.20 - 2 05 Gramofoon 4.20 Concert 6.00 Piano 8.35 Gramofoon g (1153.8 M.), 12.20 Concert t 10-aO Mensch und Welt 12. 1.10 Orkest 5.20 Gramofoon 6.20 Concert 8.25 Concert12.20 Conct .ondon Na 8.20 Gramofoon ■i 9.05 Gramofoon 'schau (1411.8 M.) 4.50 Gramofoon 5 Orkest 6.20 Viool 8.20 Orkest WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING De directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemid deling deelt mede, dat de werkloosheid on der de 606.000 leden van ingevolge 't Werk loosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereeni gingen in de week van 24—29 Juli j.l. heeft be dragen 24.3 pet., terwijl zij in de week van 3S Juli 24.2 pet. bedroeg Het werkloosheidspercentage was op: 30 Jan. 1932 29.2 pet.; 30 Juli 1932 27.1 pet.; 28 Jan. 1933 39.7 pet.; 29 Juli 1933 24.3 pet. Over het eerste halfjaar 1933 is bij een ge middeld ledental van 606.000 in totaal door de werltloozenkassen uitgekeerd een bedrag van pl.m. f 14.950.000. Over het eerste half jaar 1932 was dit bij een gemiddeld ledental van 554.000 pl.m. f 15.390.000. Het aantal verzekerden, dat in de week van 38 Mei 1933 bijna 608.500 bedroeg, was in de week van 24^-29 Juli 1.1. 606.000, zoo dat er een geringe daling in het aantal ver zekerden merkbaar is. Bij 1060 organen der openbare arbeidsbe middeling stonden op 20 Juli 1.1. in totaal 302.993 werkzoekenden ingeschreven. Hier van waren er 276.740 werkloos. Op 8 Juli waren deze getallen resp. 302.407 en 275.925, zoodat het aantal ingeschrevenen gestegen' is met 586 en het aantal werkloozen daar van met 815. DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR Door G. TH. ROTMAN 23. Tenslotte pakte Joris, om de kroon op zijn werk te zetten, Jodocus bij allebei z'n armen en slingerde hem zoo, ten aan- sehouwe van het publiek, dat op 'n veiligen afstand bleef, in de rondte. Tien minuten later werd de arme Jodocus, gekraakt en gekneusd, door medelijdende omstanders thuisgebracht 24. Pieter verbond hem, zoo goed en zoö kwaad het hij kon en zette hem in een rust stoel. Maar onderin den zak ligt de reke ning: al spoedig verscheen de deurnaarder, die de rekening presenteerde voor den hand wagen, het winkelraam en alle verdere aan gerichte schade. Zuchtend keerde Pieter zijn spaarpotje om (Wordt Woensdag a.s. vervolgd). DE LAATSTE DER TRIBUNEN Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw. BULWER LYTTON (96 Een jonge man in een mantel gewikkeld, dien men eerst niet gezien had, tikte den smid op den schouder. „Wanneer overmorgen bij het aanbreken van den dag het Kapitool mocht bestormd worden", fluisterde hij, „zal de wacht af wezig zijn!" Hij was weg, eer de smid naar hem kon omkijken. Des avonds zeide Rienzi, eer hij zich ter ruste begaf, tot Angelo Villani: „Het is een harde, maar noodzakelijke maatregel! Hoe neemt het volk de zaak op?" „Er wordt een beetje geprutteld, maar de menschen schijnen de noodzakelijkheid in te zien. Cecco del Vecchio was eerst de luidste schreeuwer, doch nu behoort hij tot de grootste voorstanders." „Hij is een ruw man. Het is hem en den Romeinen duur te staan gekomen, dat rij mij verlieten en ik vertrouw, dat zij door ervaring wel zullen geleerd hebben, eerlijk te zijn. Als met deze belasting alles rustig afloopt, dan is Rome binnen twee jaar op nieuw de koningin van Italië; het leger vol tallig, de Republi.ek gevestigd; en dan dan „Wat dan, Senator?" „Wel, beste Angelo, dan mag Cola di Rien zi in vrede sterven! Er is een behoefte, die een dieper ervaring van macht en praal ons eindelijk doet gevoelen een behoefte, kna gend als de honger, afmattend als de ne- hoefte aan slaap! Angelo, dat is het ver langen naar rust!" „Heer", riep Villani ernstig, „ik zou er mijn rechterhand voor willen geven, als ik u boorde zeggen dat gij aan het leven ge hecht waart!" „Gij zijt een goede knaap, Angelo!" zeide Rienzi, terwijl hij zich naar Nina's kamer begaf, waar haar glimlach en haar zorg zame teederheid hem voor een wijle deden vergeten dat hij een groot man was! HOOFDSTUK LVI. De stilte voor den storm. Den volgenden morgen verleende de Sena tor van Rome groote audiëntie in het Kapitool. Uit Florence, uit Padua, uit Pisa, zelfs uii Milaan, uit Genua, uit Napels] kwamen gezanten, om hem geluk te wen- schen met zijn terugkeer, of bem te danken dat hij Italië verlost had van den vrijbuiter de Montreal. Alleen Venetië, de stad die op het oogenblik de Groote Bende in haar dienst had, was niet vertegenwoordigd- Nooit had Rienzi voorspoediger of mach tiger geschenen en nooit was zijn houding rustiger of majestueuzer geweest. Nauwelijks was het gehoor afgeloopen, toen er een bode uit Palestrina aankwam.' De stad had c-idh overgegeven. Colonna was afgetrokken en Rienzi's standaard wapper de van die wallen der laatste vasMn^, ,te oproerige baronnen nog in hun macht had den. Rome mocht zich eindelijk als een vrije stad beschouwen en geen enkele vijand scheen de rust van den Senator te be dreigen. De gezanten vertrokken. Stralend blijdschap begaf de Senator zich naar zijn eigen vertrekken. Villani kwam hem tege moet, somiber als altijd. „Vandaag moogi gij geen droevig gelaat vertoonen, Angelo", zeide de Senator vroo- lijk. „Palestrina is ons!" „Het verheugt mij deze tijding te ver nemen en mijn heer zoo opgeruimd te zien antwoordde Angelo. Het feestmaal was schitterend en druk be zocht; het kostte Rienzi dien dag geen moeite, een hoffelijk gastheer te zijn. De gezanten wedijverden met elkander, rie een glimlach van den machtigen Sena tor zou opvangen. Zij waren gul met beleefd heden en beloften van hulp. Geen vorst in geheel Italië scheen vaster op zijn troon te zitten. De maaltijd was vroeg afgeloopen, even als de meeste staatsplechtigheden. Rienzi ondernam alleen een wandeling buiten het Kapitool. Zijn schreden naar het Palatinus richtend, zag hij de vale op sluiers gelij kende nevelen, die na zonsondergang op komen, voortkruipen over het hooge gras, dat op de puinhoopen van het paleis der Caesars groeide. Met gekruiste armen bleef hij staan op een heuvel van puin, van zui len en bogen peinzend en voor zich uit starend. In de verte lagen de sombere graven der Campagna omringd door heuve len, wier purperkleur ras verbleekte voor het licht der mwn, Op en bnoit.jp htMVfwx? donkere cipressen en pijnboomen. Er was iets ontzagwekkends in de stilte omhoog, die de verwoeste grootheid der aarde in slaap wiegde. Allerlei gedachten kwamen Rienzi voor den geest. De herinnering dreef haar spel met hem. Hoe vaak had hij in zijn jeugd deze pleik betreden!, welke droomen had hij gedroomd!, welke verwachtingen gekoesterd! In het gewoel van zijn later leven had hij weinig tijd gehad voor zijn herinneringen; doch in deze uren hernamen zij haar heerschappij met een macht die profetisch scheen. Hij zag zich als knaap met zijn broeder hand in hand dwalen langs de rivier; weer zag hij een bleek ge laat en een bloedige wonde en weer uitte hij zijn wraakzuchtige vervloeking. Zijn eerste overwinningen, zdjn heimelijke liefde, zijn roem, zijn raadht, zijn tegenspoed, de kluizenaarshut van Maiella, de gevangenis te Avignon, de triomfantelijke terugkomst te Rome alles ging hem voorbij, zoo duide lijk alsof hij die tooneelen opnieuw ba- leefde. En nu? hij deinsde terug voor het heden en daalde, den heuvel af. De maan stond reeds hoog en wierp haar schijnsel over het Forum. Bij den tempel van Jupiter ontdekte hij opeens twee gestalten; het maanlicht viel op hun gelaat en Rienzi her kende Cecco del Vecchio en Angelo Villani. Zij zagen hem niet en verdwenen druk pratend door den Boog van Trajanus. „Villani! altijd is hij even ijverig!" dacht de Senator; „misschien was ik vanmorgen wel wat barseh tegen hem dat was niet aardig van mijl" Hij betrad opnieuw het plein van het Kapitool bij de trap den Leeuw bleef hij stnan; er was een roode vlek op de steenen die sinds Montreals terechtstelling niet uitgewischt was, en met een innerlijke hui vering wendde de Senator zich af. Kwam het door het akelige, spookachtige maan licht, of zag het gelaat van het Egyptische monster eruit als levend? De blik der stee nen oogen scheen kwaadaardig op hem te rusten; en toen hij voorbijging en omkeek, was het alsof die blik hem op bovennatuur lijke wijze volgde. Hij wist niet waarom een koude rilling hem trof. Hij spoedde zich naar zijn paleis. De schildwachten lieten hem voorbijgaan. „Senator", vroeg een hunner aarzelend, „Messere Angelo Villani is onze nieuwe hoofdman moeten wij zijn bevelen ge hoorzamen?" „Zeker", antwoordde cle Senator en liep door. De man scheen onrustig alsof hij nog iets zeggen wilde, doch Rienzi sloeg er geen acht op. In zijn kamer vond hij Nina en trene die op hem wachtten. Zijn hart ver langde naar zijn vrouw. Zorgen en arbeid hadden hem den laatste tijd belet, aan haar te denken, en hij gevoelde het niet zonder wroeging, terwijl hij haar edel gelaat aan schouwde, verzacht cloor haar onvermoeide liefdevolle bezorgdheid. „Liefste", zeide hij, teeder zijn armen om haar heen slaande, „uw mond verwijt mij nimmer iets, maar uw oogen soms wel! Wij zijn te lang gescheiden geweest Schooneie dagen wachten ons en dan zal ik tijd hebben om u voor al uw liefde te danken En gij, mijn lieve zuster, gij glimlacht. Gij hebt zeker gehoord dat Adriano door de overgave van Palestrina uit den kerker bevrijd is en dat gij hem morgenochtend zult zien. On danks al mijn zorgen van heden bah ik. aan u gedacht Irene, en heb ik een koerier gezonden, die den blos zal wederbrengen op die bleeke wangen, Kom, kom, wij zullen opnieuw gelukkig zijn!" En met de vaderlijke teederheid, die hem eigen was wanneer geen ernstiger gedach ten die verdreven, nam hij plaaits tusschen de twee vrouwen, die hem het dierbaarste op aarde waren. „Hoe gelukkig, als wij veel zulke uren mochten genieten!" fluisterde Nina, haar hoofd aan zijn borst latende rusten. „Toch wensch ik soms „En ik ook" viel Rienzi haar in de rede; „want ik doorgrond uwe gedaahte ook ik wensch soms, dat het lot ons in de lagere valleien van het leven geplaatst had! Doch misschien komt nu 't geluk voor ons! Irenè met Adriano gehuwd Rome innig ver bonden met de vrijheid en dan, Nina, zou den gij en ik misschien een rustig toe vluchtsoord kunnen zoeken, waar wij 'over vroegere schouwspelen en triomfen kunnen praten, als over den droom van een zomer nacht Liefste, geef mij een kus! Zoudt gij afstand kunnen doen van al die praal?" „Voor een woestijn met u, Cola, gaarne!" „Laat mij een bedenken", hernam Rienzi; „is het vandaag niet de zevende October? Ja! op den zevende, vergeet het niet, bezwe ken mijn vijanden voor mijn macht! Zeven! het getal, dat zoo vaak invloed ha-d op mijn lot, hetzij ten goede of ten kwade! Zeven maanden heerscate ik als Tribuun zeven jaren zwierf ik rond als balling; morgen, als ik geen enkelen vijand meer hebben zal zijn er zeven weken voorbijgegaan sinds mijn terugkomst!" •'(Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8