Wetenschap. DE LAATSTE DER TRIBUNEN ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1933 DERDE BLAD PAG. 9 Met de N.C.R.V. naar de Fjorden IV Gudvangcn, 1 Aug. '33, a. b. Sibajak Een eigenaardige tegenstelling toch: een tnopenhoot in het hooge Noorden! Telkens bespeur ik op de Sibajak iets van die tegenstelling. Ontegenzeglijk zweeft hier en daar de sfeer van liet Oosten. Als ik eens rondkijk |ii mijn hut, dan noem ik reeds aan stonds de nikkelen karaf voor ijswater en de geduchte ventilator, die op de Indische Oceaan en in de Roode Zee stellig meer dienst zullen doen, dan hier in het Noorden. Op de wand van mijn cabine lees ik: liut- jongen: Hamid. En als ik 's morgens op de electrische knop druk komt even later Hamid binnen, met z'n bonte hoofddoek, z'n hagelwit tropenpakje en 'n sandalen. Met haast sier lijke beweging reikt hij mij thee en beschuit. Eenige jaren geleden maakte ik een reis naar Spitsbergen op de Monte Cervantes, een Duitseh toeristenschip. lederen morgen werd, echt militair, op een trompet de reveille ge blazen. Aan boord van ons tropenschip gaat dit veel vriendelijker in z'n werk. Daar wan delt, met de bekende Oostersche statigheid een der Madoereesche jongens door de gan gen en ontlokt zoete, tonen aan een instru ment, dat meer herinnert aan de gamelan dan aan de krijgstrompet. In scherpe tegenstelling met de sfeer van het Oosten, die we hier en daar aan 'boord kunnen bespeuren, is de .geest van het Ger- maansche Noorden, dat wij bereizen. Hier is het land, waar eens de woeste Noormannen woonden, die op hun Vikingerschepen wind en golven trotseerden; hier is het land, waar in de Noorsche sagen Wodan en Donar stre den tegen de reuzen totdat omstreeks 1000 de Banier met het Kruis werd geplant, die ver zachting der zeden bracht Hier is het land van Peer Gynt en van Brand, het land dat Ibsen en Björnson en ook Grieg op zijn wijze ons nader hebben gebracht door hun werken, en dat we nu uit eigen aanschouwing zullen leeren kennen. 't Is nog heel vroeg in de morgen. We va ren op de Sognefjord, de grootste der Noor sche fjorden, die ISO K.M. lang en gemiddeld 6 K.M. breed is. We zijn op de hoogte van Balkolnien. Dat mooie witte gebouw op de noordelijke oever is het Kvikne-hotel, wel 't grootste van Noorwegen. Daar hollen de pas sagiers naar de andere zijde van het schip: de kijkers worden gericht op het schiereiland Vangsnaes. We zien er duidelijk het 14 M. hooge standbeeld van Frithjof, den held der Noorsche sagen. Dit standbeeld is een ge schenk van den ex-keizer Wilhelm II, die met z'n jacht de „Hohenzollern" zoo vaak de fjorden bezocht. De riddergestalte van Frith jof, vertoont naar men zegt, sprekend de ge laatstrekken van den ex-keizer, doch door onze kijkers kunnen we dat niet waar- De vorige avond stond reeds op het publi catie-bord vermeld, dat we moesten zorgen om 8 uur ontbeten te hebben, daar we dan de Naero-fjord ,de schoonste van onze reis zou den binnenvaren. Tegen S uur zijn we allen aan 't dek. Ieder zoekt, een geschikt plaatsje op het voorschip om zeker te zijn van een ruim uitzicht. Bij het voorgebergte Beitteln varen we rechts de bekende Naerö-fjord op. Naero beteekent „nauw" en niet ten onrechte heeft men de .fjord die naam gegeven. Steeds dichter naderen de 1000 M. hooge bergen el kaar; 't is alsof ze naar elkaar toeschuiven. De zon is nog niet van achter de hooge berg muur te voorschijn gekomen en het is koel tusschen de enge wanden, 't Is alsof deze in drukwekkende natuunpracht beslag op ons legt; alsof de Majesteit van den Schepper op Zulke momenten te duidelijijker tot. ons spreekt. Het wordt stiller aan boord. Ik her inner me van de Spitsbergenreis, hoe we ook zulke momenten te duidelijker tot ons viel toen in met een schoon koraal. Daar was zeker ook reden voor geweest in deze prachtige Naerö-fjord. Gelukkig, dat ook de stille toon van dank en aanbidding kan opstijgen hoog boven lucht en \volken. Dat het geen gemakkelijk werk is, een zoo nauwe en bochtige fjord binnen te varen met een Oceaanschip is heel goed merkbaar. Op de commando-brug heerscht spanning. De fjordenloods geeft met een enkel handgebaar, een enkel kort woord z'n bevelen door; naast den kapitein zijn meerdere officieren waak zaam. Kalme vastberadenheid valt daar te bewonderen op de commando-brug! 't Lijkt nu haast, of de bergen naar elkaar toeschuiven en hier en daar hoor je zeggen: „Maar daar kan hij toch niet door!" En toch komen we veilig aan het eind, en vóór Gud- vangen laat de Sibajak het anker vallen. Nu gaan we weer een heele dag aan land. 't Is zeldzaam mooi weer. Het einddoel van onze excursie is het Stalheimhotel vanwaar men heel het Naerö-dal kan overzien. In Gudvangen een nieuwe sensatie. Lange rijen stolkjaerren (stoelkarren) staan klaar voor het vervoer van een deel der passagiiers. De stolkjaerre is het typisch Noorsche brikje, dat reeds voor eeuwen h e t voertuig was: twee zitplaatsen naast elkaar, heel gezellig, en één er achter voor den voerman. Zeven jaar geleden maakte ik hier ook kennis met deze wagentjes. Het valt me op, dat er iets veranderd is. Vele voerlieden waren toen ge tooid met een verweerde hooge hoed, een familiestuk blijkbaar. De moderne tijd schijnt ook hier z'n offers te vragen. Er is een soort democratie, die geen eerbied meer schijnt te hebben voor het oude. De typisch Noorsche kleederdrachten, zie ik ook heel wat minder dan 7 jaar geleden. Naar de man van Bennett mij vertelde zijn er arme boeren, die een heele dag gereden hebben, om hier vandaag enkele kronen te kunnen verdienen met hun karretje. Er blijken weer heel wat wandelaars te zijn. Velen loopen heen en terug, een 28 K.M.! Hulde voor de sportprestatie onzer N. C. R. V.-ers; anderen rijden één keer, terwijl een derde groep zich heen en weer laat rijden. Het dal, dat we doorwandelen is de voort zetting van de fjord. De plantengroei is er schaarsch. Dit verwondert ons niet, want van de Noorsche bodem ligt woest; is met bosschcn bedek' doch daarvan ligt nog het grootste deel in Zuid-Noorwegen. Bouwland zien we zoo goed als niet op onze wandeling. Wat is er toch een groot, verschil met Zwit serland, merkt menigeen op. Van de frisch groene Alpenweiden zien we heel weinig hier. koeien zagen we slechts een enkele keer. De Noorsche boer beschouwt zijn gras dan ook als een kostbaar artikel, waarvan geen sprietje verloren mae gaan. Hier en daar zie ik groepjes menschen in het gras liggen, 't Zou me niets verwonderen te hooren, dat ze later zijn weggejaagd. Een toerist, die het gras vertrapt is den Noorschen boer een gru- we. Je moet het maar weten. Bij ons in Hol land kijkt men op geen grasje! Hal verwegen zijn we met z'n drieën afge stapt op een klein gehuchtje, daar de dorst ons kwelde. Ik ging naar 't mooiste van de houten huisjes en vroeg waar ik wat te drin ken kon krijijgen. Men venvees mij lachend naar een huisje van minder aanzien en daar wilde men koffie voor ons zetten. We werden binnengelaten in de „mooie kamer", waarin we tevens konden zien, wat er in de keuken gebeurde. De vriendelijke boerin haalde een flinke takkenbos en zette ren pan water op. Wij met onze stadsche ideeën hadden vergeten, dat hier geen „gasje" in een oogenblik warm water kon geven. Fatsoenshalve konden we nu niet wegloopen, doch het duurde een half uur vóór we koffie kregen. Intusschen kun nen we het interieur eens goed opnemen. Het klopt prachtig op de beschrijvingen, die we kennen uit de Noorsche romans. Langs de wand in het midden staaat de groote stoel, een erfstuk van de familie, waarin alleen de heer des huizes mag plaats nemen. De stoel is mooi uitgesneden, doch voor een groot deel bedekt met een kleurig kleed evenals het bed, dat in een hoek van de kamer staat. Geen kleed op de vloer, geen lamp aan de zolder, slechts een ouderwetsche klok en schilderijen met Bijbelsche voorstellingen aan de wand. Ook hangen er eenige familie portretten. Wat ons opvalt is de liefde der bewoners voor bloemen. Geen huisje, hoe arm ook, of er staan bloempotten voor de ramen, meest fuchsia'6 en begonia's, 't Is als of de arme flora van het land juist de liefde voor bloemen heeft versterkt. Op een tafetje naast me ligt een Noor sche Bijbel. De Noren zijn grootendeels Luthersch, hoewel het aantal kerkelijke ge zindten er nog grooter is dan in ons goede Holland. De vrouw des huizes brengt ons als vóórgift tot tweemaal toe een glas bessen sap, spreidt na een half uur een hagelwit servet met fijne Hardanger rand en serveert dan de zeer gewenschte koffie. Voor zes gla zen limonade en zes kopjes koffie vraagt ze ons 1 kroon 43 cent! Die menschen moeten het toch wel arm hebben. In de toeristen hotels durft men veel steviger prijzen te be rekenen! Welgemoed zetten we onze weg voort langs een mooie bergbeek; rechts van ons rijst de witgrijze Syenietgroep van de Jordalsnut (1192 M.) steil omhoog. Vlak daartegenover schiet een prachtige waterval, de Sivlefoss, omlaag. We zijn nu gekomen aan het eind van het Naerödal en moeten een vrij steile 300 meter hooge rotswand beklimmen, waar tegen men in zestien bochten een sterk stij gend pad heeft, aangelegd. Dat is met recht: de laatste loodjes wegen 't zwaarst! Doch onze moeite werd rijk beloond. Het uitzicht vanaf het plateau vóór het Stalheimhotel mag wel het schoonste van Noorwegen ge noemd worden. Men komt daarboven handen te kort om ons te laven. Welgemoed keerden we terug aan boord. Ten .eenoege van de passagiers, en waar schijnlijk ook om wat te verdienen, is een vliegenierster met haar watervliegtuig neer gestreken op de fjord, vlak bij de Sibajak. In een motorbootje kan je er lveen varen en rl een kwartier de lucht in, door de nauwe fjord en boven de bergen. Onderscheidene passagiers en ook leden van de bemanning hebben er gebruik van gemaakt. De kosten waren niet hoog: 10 kronen of pl.m. 4,50. Het avondeten smaakte uitstekend na zoo'n das in de vrije natuur. Met he+ oog op het gevaar zal de Sibajak pas vertrekken als cle dag is aangebroken. Lang nog blijven we aan dek onder de tinte lende sterrenhemel en bij de eigenaardige zilverglans van de Noorsche nacht. BINNENLAND. REISGESPREKKEN BINNENLANDSCH VERKEER TELEFONISCHE NIEUWIGHEID Met ingang van 21 Augustus zal voor de treinreizigers op het baanvak Amsterdam Oldenzaal' op proef de gelegenheid worden opengesteld tot het voeren van z.g. reisge- sprekken in het binnenlandsch verkeer. Deze gesprekken kunnen worden aange-, vraagd in een der telefooncellen op het per-j ron C.S., Amersfoort, Apeldoorn, Deventer)? Hengelo of Oldenzaal en tijdens het opont/ houd van den trein aan een volgend sta tion worden gevoerd. Bij de aanvraag moet f 0.50 worden gestort in de automatische in casseerinrichting. BAT'A IN BRABANT! GROOTE SCHOENFABRIEK TE BEST Naar wij vernemen, is de N.V. Mij. voor Schoen- en Leerindustrie Bat'a te Amster dam voornemens te Best in N.-Brabant een groote schoenfabriek te stichten. De direc tie der N.V. richtte tot het gemeentebestuur van Best het verzoek om haar te willen ver koopen 160 H.A. heidegrond en weiland. De gemeenteraad besloot onder bepaalde voor waarden den grond te verkoopen tegen f 62.250. Op de Naeröljord, Stalheimhotel met uitzicht op het Naerö-dal iöfZUötMiUWMEK fllLVtP/HM E.G. f 85. B. 1 105. P. 1125. RR f185. NATIONAAL HULDIGINGS DEFILE OP 9 SEPTEMBER GROOTSCHE HULDE AAN H. M. DE KONINGIN IN HET AMSTERDAMSCHE STADION In het Amsterdamsche Stadion zal op Zaterdag 9 September a.s. des middags om half drie een groot huldigingsdéfilé worden gehouden, ter eere van het 35-jarig regee- ringsjubileum van H.M. de Koningin. Omstreeks half drie zal het défilé een aanvang nemen; als signaal hiervan zullen 2000 postduiven worden opgelaten. Als inleiding volgt dan het défilé van alle Landelijke ruitervereenigingen. Na voorbij de Koninklijke tribune te zijn getrokken, ver laten de ruiters het stadion, slechts de vaan deldragers dit zal bij alle deelnemende vereenigingen het geval zijn blijven mei hun vanen achter. Hierna zal de militaire politie onder commando van luitenant Ihlke een demonstratie geven, waarna hel eigenlijk défilé van al de deelnemende vet- «enigingen uit alle plaatsen van Neder land met hun fleurige en kleurige vaan dels een aanvang zal nemen. In verschillende plaatsen van Nederland zijn onder leiding van de burgemeester reeds sub-comité's gevormd, wat de organi satie aanmerkelijk vergemakkelijkt en reeds op dit moment is van een zeer groot aantal vereenigingen bericht ingekomen, dat zij zullen deelnemen, met op dit oogenblik! gezamenlijk 30.000 personen. De deelne mende vereenigingen zullen zooveel mogelijk in hun eigen kleederdrachten en costumes komen, zoodat het geheel een fleurigen in druk zal maken. Zooals wij schreven zullen de deelnemers direct na het défilé van het stadion vertrekken, slechts de vaandels en banieren zullen achterblijven. Alle vaandels, vlaggen en banieren zullen zich in het midden van het veld opstellen, zoodat het één vlaggenzee wordt. Het défilé zal worden onderbroken door de uitvoering van een dansgroep onder leiding van Lili Green. De 400 danseressen, gerecrutcerd uit damesleden van verschillende Amsterdam sche gymnastiekvereenigingen, zullen, ge kleed in de nationale kleuren rood, wit, blauw en oranje een zegewagen trekken. Deze zegewagen wordt een artistiek kunst werk, 35 treden voeren naar een zetel, waar op de Nederlandsche maagd heeft plaats ge nomen, 35 Oranjeslingers, bloemen en guir landes zullen het geheel tot een ieeériek schouwspel maken. Wanneer alle vaandels op het veld zijn opgesteld, zullen een 1000-tal zangeressen onder leiding van Theo v. d. Bijl eenige lie deren! ten gehoore brengen; het „Kronings lied 1898", „Wëes begroet met jubeltonen", „Gelukkig is het Land", „Helpt nu Uzelf, so helpt U God." Tenslotte zal het Wilhelmus worden ge zongen, tegelijkertijd wordt de Vaandel- groet gebracht. Ongetwijfeld zullen alle aan. wezigen spontaan het „Wilhelmus" mede zingen. Gedurende het défilé zal militaire muziek weerklinken. Alle défileerenden, die door de Marathon- poort zijn binnengekomen, loopen via de sintelbaan langs de Koninklijke loge, ver laten het stadion en vormen dan een groo- ten, onafgebróken haag vanaf het stadion naar het Koninklijk Paleis. Ook Amsterdamsche schoolkinderen met versierde fietsen zullen aan het djfilé deel nemen. Als terrein van opstelling is gekozen het IJsclubterrein en de terreinen bij her Olvmpiaplein. De voorbereidingen voor een dergelijk massaal défilé moeten uit den aard der zaak zeer nauwkeurig zijn, wil alles „goed marcheeren". ROFFELRIJMEN Ferm zoo, Jaap Jaap! jij bent een ferme kerel, Ook al ben je negen jaar; Als een echte redder hou je Goed je zinnen bij elkaar, Vraag je niet of jij de kans loopt Te verdrinken, maar je gaat, En je laat ons stom verbaasd staan Van je groote heldendaad. Toen je broertje over boord viel, Kleine peuter van twee jaar, Zag je, peilde en begreep je Dadelijk het groot gevaar En je plompte in de diepte, Greep het kleine ventje beet En je spaarde aan je ouders Een ontzettend levensleed. Jaap, ik wijd hier in pi'n hoekje Graag een versje aan dit feit, Om je waarlijk zeldzaam groote Kranige heldhaftigheid. Al mijn lezers moeten weten (En dat zijn er massa's, hoor!): Jacob Smit, de koene redder, Heeft bij mij een streepje voor; Jacob Smit, het negen-jarig Schippers jochie van de „Spes", Gaf aan massa's groote mannen Een beschamend schoone les. Heb ik 't goed, dan heeft je vader „Spes", de Hoop, z'n schuit gedoopt: Dat jij 'n ferme vent zou worden Heeft hij niet vergeefs gehoopt! (Nadruk verboden.) LEO LEN, Met de Nederlandsche Spoorwegen zijn reeds maatregelen getroffen. Tegen zeer ge reduceerde prijzen kunnen de mede-défileu- renden, zoowel als de toeschouwers kaartjes krijgen. Kaarten voor het stadion zooais retourbiljetten kunnen en dit verdient aanbeveling vooraf bij de stations worden besproken. Aan de loketten zijn alle moge lijke inlichtingen te verkrijgen. Een gnxu aantal extra-treinen zal voor aan- en afvoer naar Amsterdam zorg dragen. Voorts worden er onderhandelingen ge voerd met de Gemeentetram, om voor d6 défileerenden een speciaal tarief voor dien dag mogelijk te maken, zoodat voor een ge ring bedrag den geheelen dag van de tram gebruik zal kunnen worden gemaakt. Zoo zien we dus, dat 9 September voor Nederland een grootsche dag belooft te den. Men geve zJch tijdig op voor hiet défilé, bstelle tijdig toeschouwerskaarten en, waar dit nog niet gebeurd is, vorme men subcom missies, die zich onmiddellijk in verbinding kunnen stellen met het secretariaat Natio naal Huldigingsdéfilé Stadion 9 September 1933: Koninginneweg 7, Amstredam. MENGVE.RBOD VOOR BENZINE WET DINSDAG IN WERKING Op 12 dezer treedt in werking de Wet van 5 Aug. 1933, waarbij in de gewijzigde wet van 19 Dec. '31 tot tijdelijke heffing van een bijzonder invoerrecht op benzine is in gevoegd een Art. 2bis. Hierin wordt verbo den: a. benzine te vermengen met petro leum, en met door den Minister van Finan ciën aan te wijzen andere stoffen, die ge acht kunnen worden aan benzine te wor den toegevoegd om de heffing volgens déze wet gedeeltelijk 'te ontgaan; b. met ingang van door den Minister te bepalen data pe troleum en volgens letter a. aangewezen andere stoffen welke niet een door den Mi nister bepaald percentage van een of meer door hem voorgeschreven herkenningsmid delen bevatten, en benzine waarin zich deze herkenningsmiddelen of bestanddeelen wel ke daarvan afkomstig kunnen zijn, bevin den, ten vervoer aan te bieden, te vervoe ren of in voorraad te hebben. RATTEN IN HUIS? Koop een pakje „UNIVERSAL", bij Uw drogist en strooi den inhoud op den vloer; den volgenden dag zijn de ratten vernietigd. Ratten en muizen vreten UNIVERSAL met graagte, vandaar het succes. UNIVERSAL is niet giftig voor menschen en huis dieren. Weiger dus vergiftigde middelen. I N I \l F R A I V00R KATTEN 45 CENT UlllV I- II O rl L VOOR MUIZEN 35 CENT VerkrU&baar bü de voornaamste drogisten te Rotterdam o.a. bü de fa. A. W. v. d. BERG. Hoofdsteeg 19; fa. BOS en Co, Zwartjanstr. 24; fa. WULFF, Westnieuwland 2; fa. BONGERS, Oranjeb.str. 7 6; fa N J BOER. Krulsstr. 64 Interessante litteratuur over rattenverdelglng met „Unl- i franco op aanvraag bü den Radio Nieuws. i de Godsdienst- Willem van Orange. Voorganger: Dekan 21e- mendorff, te Diez. Spreker; Dr. K. Dük. Ge- ref. Fred, te Den Haag. Zang door het Evan gelisch Kerkkoor te Dier.. o.l.v. Pfarrer W. Bender. Orgel: Adolf Langachled, Frankfurt, 6.00 u. nm. Orgelbespeling door den heer W, 1. Orgelspel; I 'vMHUHBHRHP 5. Zingen: Gez. 52 vs. 13; 6. Dezen: Matth. 14 vs. 22—33: 7. Gebed; 8. Inleiding tot do r Zingen: Ps. 3 vs. 2 en 3; 10. Eei 4; 15. Zegenbede. 16. (1634.9 M.) 9.16 1IAAXDAG 14 AUGUSTUS Hulzen (296 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing 8 16 Morgenconcert 10.30 Morgendienst door den heer J. Valk te Hilversum 11.00 Lezen van Chr. lectuur 11.30 Gramofoon 12.15 Gramofoon 12.30 Orgelconcert 2.00 Gra mofoon 2.46 Voor de keuken 3.15 Orkest 4.00 Bijbellezing door Ds. L. Oranje te Gro ningen; 5.00 Koorzang 5.16 Zang 6.15 Concert 6.30 Vragenuurtje 7.15 Ned. Chr Persbur. 7.30 Vragenuurtje 8.00 Gramo foon 8.15 Concert 9.00 Spr dhr S. Ste- merdlng te Rotterdam 9.30 Concert 10.00 Vaz Dias 10.30 Gramofoon foon 10.30 Gramofoon 11.00 Orgelconcert 12.00 Gramofoon 12.15 Orkest 2 00 Voor dracht 2.30 Kamermuziek 4.00 Viool 5.30 Orkest 7.00 Orkest 7.30 Piano 8:00 Vaz Dias 8.15 Operaconcert 10.00 Gra- r u s s e 1 (Vlaamsch) 12.20 Concert 1.20 Gramofoon 5.20 Concert 6.50 Gramofoon 8.20 Gramofoon 9.20 Concert (Fransch) (509.3 M.) 12.20 Gramofoon 12.40 Concert 5.20 Concert 6.35 Gramofoon 8.20 Gramofoon 9.20 Concert laventry (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05 Orkest 2.05 Gramofoon 3.20 Concert 4.05 Orkest 5.05 Gramofoon 6.50 Zang 7.20 Orkest 8.20 Orkest 10.40 Gramofoon (1634.9 M.) 12.20 foon 4.20 Concert Kalundborg (1153.8 M.) 12.20 Concert Langenberg (472.4 M.) 6.25 Gramofoon 7.20 Concert 10.50 Menach und Welt 12.201 Concert 1.10 Orkest 5.20 Gramofoon Concert 1.10 Orkest 5.20 Gramofoon 6.20 Concert 10.50 Concert London Nat. (261.3 M.) 12.20 Orgel 1.0B Orkest 2.05 Gramofoon 3.20 Concert e 5.35 Orkest London Reg. (355.0 M.) 12.20 Concert 1.20 Gramofoon 2.20 Concert 8.20 Zang 9.05 Piano 9.35 Concert Midland Reg. (398.9 M.) 12.20 Orkeat £20 Gramofoon 2.20 Concert 8.20 Orkest 9.35 Concert Parijs (Radio Paris) '(1724 MJ 8.05 Gramo foon 12.20 Gramofoon 4.60 Concert 7.30 Gramofoon 8.20 Gramofoon Warschau (1411.8 ML)" 4.20 Orkest 4.5S Zang 6.35 Concert 6.55 Zang 7.26 Gra mofoon 11.05 Gramofoon DE WITTE VLEK OP SATURNUS. Prof. Dr. A. A. Nyland te Utrecht schrijft! De groote witte vlek, waarvan de dagbladen melding hebben gemaakt, is op de Sterrewacht te Utrecht in der. nacht van 8 op 9 Augustas onder betrekkelijk gunstige omstandigheden waargenomen. De lucht was nogal rustig, maar de planeet stond vrij laa£- De breedte der helder witte vlek werd geschat op een achtste, de lengte misschien wel op de helft van de middellijn der schijf. De vlek ging te ongeveer 13 uur 32 min. midd. astr. tijd van Greenwich over den centralen meridiaan, en werd toen vlak ten Noorden van den op da planeet geprojecteerden ring gezien; zy leek wat scheef te staan, en het was alsof het Oostelijke uiteinde iets meer naar het Noorden stond dan het Westelijke en dus verder van den ring af. De gebruikte vergrootingen waren 164, 195 en 243. Deze waarneming levert in verband met een Berlijnsche waarneming van 3 Aug. den omwentelmgstijd 10 uren, 15 minuten op. De vlek kan voor het verdere verloop van deze maand op den centralen meridiaan van de schijf worden verwacht: 12 en 15 Aug. te 23 uur; 18, 21 en 24 Aug. te 22 uur; 27 en 30 Aug. te 21 uur; 12, 15 en 18 Aug. te 2 uur; 21. 24 en 27 Aug. te 1 uur; en 30 Aug. te 0 uur alles in Amsterdamschen zomertijd. Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw. BULWER LYTTON Dit zelfvertrouwen verliet hem ook op het schavot niet. „Mijn rijkdom is mijn misdaad," sprak hij tot de Romeinen, „de armoede van uw staat is mijn aanklaagster. Senator van Rome, gij zult mij mijn laatste uur benijden mannen als Walter de Montreal sterven niet ongewroken." Met deze woorden wendde hij rich naar het Oosten, fluisteide een kort gebed, kniel de vastberaden en sprak als tot zichzelf: „Aan Rome mijn asch! Aan de aarde- mijn nagedachtens! Aan het noodlot mijn wraak! Aan den hemel mijn ziel! Sla toe!" Bij den eersten slag was het hoofd yan het lichaam gescheiden. Daar slechts weinigen zijn verraad ken den en de vrees voor hem spoedig vergeten was, bleef in Rome van de nagedachtenis van Walter de Montreal slechts bewonde ring over zijn heldenmoed en deernis met zijn einde. Het lot van Pandulfo di Guido, dat eenige dagen later beslist werd, ver wekte nog dieper, ofschoon stiller wrok tegen den Senator. „Eens was hij toch Rienzi's vriend!" zeide de een. „Hij was een eerlijk, oprecht bur ger!" mompelde de ander. „Hij was vriend van het volk!" bromde Cecco del Vecchio. Docih de Senator had zichzelf op gewonden tot het besluit, om onverbiddelijk rechtvaardig te zijn en elk gevaar voor Rome als een Romein onder de oogen te zien. Rienzi bedacht, dat hij nimmer zijn ver trouwen had geschonken, of hij was ver raden, dat hij nimmer vergiffenis had ge schonken, of de vijandschap tegen hem was heftiger geworden. Hij stond tusschen een wreed volk, onbetrouwbare vrienden en listige vijanden; misplaatste genade zou slechts een aanmoediging zijn tot samen zweringen. De terechtstelling had althans voorloopig de gewenschte uitwerking. Het oproer was onderdrukt, de sdlirik verspreidde zich dooi de stad, orde en vrede keerden naar het uiterlijk terug. Rienzi was van zijn vroegere gebreken genezen, hij spreidde geen noodelooze praal zucht ten toon; hij hield geen vertooningen met het doel zijn trots te streelen; de rijke verbeelding, die meer dan zijn ijdelheid den Tribuun verleid had tot pronk en praal, was door den ernst van het leven cn de strenge kalmte van een rijper verstand tot rust gekomen. Ondanks zijn gevaarlijken toestand ondanks zijn vermoedens en zijn vrees, werd zijn strenge rechtvaardigheid door geen lichtzinnige wreedheid bevlekt. Mon treal en Pandulfo di Guido waren dc eenige slachtoffers, die hij voor het welzijn van den staat noodig achtte. Nog altijd was Angelo Villani de ijverig ste en meest geëerde helper in de omgeving van den Senator. Hij was tot een aanzien lijk ambt bevorderd, en het scheen Rienzi als een terugkeer tot zijn jeugd, dat hij iemand gevonden had, die recht had op zijn dankbaarheid; hij had den knaap iief en ver trouwde hem als een zoon. Altijd was Vil lani aan zijn zijde, behalve bij de bijeen komsten met (le volksleiders in de ver schillende wijken der stad. Hij was onver moeid in zijn ijver; zelfs zijn gezondheid scheen eronder te lijden, en Rienzi beknor de hem vriendelijk, wanneer hij, uit zijn eigen gepeinzen opschrikkend, den afge trokken blik en de doodelijke bleekheid op merkte, die bij Angelo de plaats hadden ingenomen van de tinteling en den bloei der jeugd. Üp zulk een berisping antwoordde de jonge man onveranderlijk met dezelfde woorden: „Senator, ik heb een gewichtige taak te vervullen", en dan glimlachte hij. Op zekeren dag zeide Villani opeens, ter wijl hij alleen was met den Senator: „Herinnert gij u nog, heer, hoe ik mij bij Viterbo zoo dapper gedroeg, dit. het zolfs den kardinaal d'Albornoz behaagde dit op te met ken?" „Ik herinner mij uw dapperheid zq>-r p. d, é.i.gelo; intar waartoe dia vraag „Heer. Bellini, de hoofdman der wacht van het Kapitool is gevaarlijk ziek." ..Dat weet ik." ,.W ion zal mijn heer 1 ?en po it to jvfcf trouwen?" „Wel, aan den Luitenant." „Een krijgsman die onder Orsini gediend heeft?" **r* „Dat is waar! Nu, dan aan Tommaso Filangieri." „Een uitmuntend man; maar is hij geen bloedverwant van Pandulfo di Guido?" „Zoo, is hij dat? Dat mogen wij niet ver geten. Hebt gij soms iemand op het oog?" vroeg de Senator glimlachend. „Aan uw opmerkingen meen ik zoo iets óo bespeu ren." „Heer", antwoordde Villani kleurend, „ik ben misschien nog te jong; maar voor dezen post moet meer op trouw gelet worden dan op jaren. Mag ik het zeggen? Ik zou u liever met het zwaard dienen dan met de pen." .Zoudt gij dien post werkelijk begeeren? Hij is minder hoog en wordt minder goed betaald dan uw tegenwoordige betrekking; en gij zijt nog wel wat jong om het bevel te voeren over die koppige kereis." „Senator, de knapen die ik te Viterbo aanvoerde, waren lastiger dan zij. Maar doe, zooals uw meerdere wijsheid u ingeeft. Wat gij echter ook doen moogt, ik smeek u, wees voorzichtig. Als gij aan een ver rader het bevel zoudt opdragen over de wacht van liet Kapitool! ik beef reeds bij de gedachte!" „Op mijn woord, gij verbleekt er van, beste jongen; uw liefde voor mij is een zoete druppel in een bitteren heker. Wien kan ik beter kiezen dan u? Gij zult den post hebben, althans zoolang Bellini ziek is. Ik zal er vandaag nog voor zorgen. Het werk zal ook minder vermoeiend voor uw jeugdig hoofd zijn, dan wat gij nu verricht. Gij hebt u overwerkt voor onze zaak." „Senator, ik kan slechts mijn gewone, Nu de geduchte samenzweringen onder drukt, de baronnen zoo goed als onderwor pen waren en drie gedeelten van het pauselijk grondgebied opnieuw aan Rome waren toegevoegd, achtte Rienzi den tijd gekomen om een van zijn geliefkoosde plannen voor het behoud der vrijheden van zijn geboortestad uit te voeren, door in iedere wijk van Rome een legioen op te richten. Gewapend ter verdediging h'inner eigene instellingen, meende hij uit de Ro- meinsdhe burgers de eenige legermach* te kunnen vormen, waaraan Rome behoefte had. Doch de werktuigen waarmede Rienzi zijn ontwerpen ten uitvoer moest brengen, waren zoo laag, dat hij niemand kon vinden die zijn eigen vaderland wilde dienen, tenzij tegen even hooge soldij als de -"reemde huurlingen ontvingen. Met de eigenaardige onbeschaamdheid van een geslacht, dat vroeger groot geweest is, zeide iedere Romein: „Ben ik niet meer waard dan een Duit- scher? Welnu, betaal mij dan naar dien maatstaf." De Senator onderdrukte zijn afkeer; door ervaring was hij een practisch staatsman geworden Rome had de legioenen noodig zij werden opgericht hun voorkomen was dapper en hun uitrusting onberispelijk. Doch zij moesten betaald worden. Er was maar één middel om Rome in stand ie houden. Rome moest belasting betalen. Er werden dus lasten gelegd op wijn en zout. De afkondiging werd in de straten aap- geplakt. Om een dier plakaten vergaderden zich een aantal menschen. Hun gebaren waren heftig hun oogen fonkelden zij spraken op zachten maar driftigen toon. „Hij durft ons dus belastingen opleggen! Ik zou wel eens willen weten, wat de ba-i ronnen erger konden doen?" „Het is schandelijk! Schande'ijk!" riep een mager vrouwmensch; „wij waren nog wel zijn vrienden! Hoe komen wij aan brood voor onze kinderen?" „Pandulfo di Guido zou op eigen kosten een leger onderhouden hebben. Hij was een rijk man. Welk een onbeschaamdheid van een herbergierszoon, Senator te willen wezen!" „Wij zijn geen Romeinen als wij dit dul den!" sprak een krijgsman, die uit Palestri- na was weggeloopen. „Medeburger!" riep opeens een forsche man, die zich door een schrijver de bizon- derheden van de belasting had laten voor lezen en tot wiens trage hersenen eindelijk was doorgedrongen, dat de wijn voortaan duurder zou worden. „Medeburgers, wij moeten een nieuwe omwenteling hebben! Dit mag nu waarlijk dankbaarheid heeten! Wat hebben wij gewonnen door dien man in zijn waardigheid te herstellen? Moeten wij ons altijd in het stof laten vertrappen'? Betalen, betalen, betalen! Deugen wij ner gens anders voor?" „Luitert naar Cecco del Vecchio!" „Neen- neen, nu niet," bromde de smicL „Vanavond hebben de handwerkslieden een vergadering. Wij zullen zien wij zullen zien!" .(Wordt veryolgd.), J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10