den aard der zaak tegenover deze
„moderniteiten." een heel gereserveer
de, zoo niet afwerende houding aan
nemen. Jongere menschcn zullen er de
proef wel eens mee willen wagen,
voor een deel misschen wel, juist, om
dat het alles nieuw is.
Dezer dagen heeft de Uitgeversmij.
„Kosmos" te Amsterdam een boekje
doen verschijnen over ditzelfde onder
werp: Practische Woninginrichting.
Wij hebben het met zeer veel genoe
gen eens doorgelezen, en vooral beke
ken, want de illustraties beslaan een
zeer aanzienlijk deel der ruimte, en
terecht!
Wat hebben we noodig? is de vraag
die de schrijver zich voortdurend
heeft gesteld, en elk der veertien
"~~1
ittHEfl
-
Klcerenberging bi} gebrek aan kast-
ruimte in een hoes van cretonne, be
staande uit twee planken, aan elkaar
verbonden door banen cretonne. De
zijkant behoudt een spleetopening om
de klceren te hangen aan de haken
onder de bovenste plank.
vlotte hoofdstukken geeft daar weder
een ander antwoord op. Toch zijn zij
niet met elkander in tegenspraak,
want deze veertien behoeften vullen
elkander aan, en geven ons een beeld
van het ideale woonhuis. Een beeld?
Eigenlijk een dróómbeeld. Vooreerst,
omdat men, gesteld dat men zich in
Een doorr eik-luik je naar de keuken.
moest richten, natuurlijk toch ten
slotte uit diverse mogelijkheden een
keus zou moeten doen. Maar ook
daarom een droombeeld, omdat het
nauwelijks mogelijk zal wezen, dat
één mensch dit alles verwerkelijkt in
do practijk.
Doch dit is ook in het geheel niet
des schrijvers bedoeling. Hij heeft ons
als het ware, onze eigen halfbegrepen
verlangens en behoeften op woning
inrichting-gebied willen duidelijk ma
ken en ons een tip geven hoe wij, en
waar wij deze zullen kunnen bevredi
gen, ook in verhouding tot onze finan-
cieele draagkracht. Daarom heeft hij
bij afbeeldingen van interieurs en van
meubelstukken in den regel behalve
den fabrikant ook den koopprijs ver
meld. Dat dit boek daardoor tevens
een ideaal soort van verkoop-prospec
tus, dus een prachtig reclame-mate
riaal geworden is, is z ij n schuld
niet. Evenmin als de mogelijkheid, en
zelfs zeer sterke waarschijnlijkheid,
dat een zeer groot aantal van zijn le
zers practisch niet ver met hem mee
zullen kunnen gaan, pecunia causa!
Maar ook al is zij mogelijk niet zelf
in staat, of genegen, om op het voet
spoor van den heer Bromberg
haar woning in te richten of te reor-
ganiseeren, de denkende vrouw, die
belangstelling heeft voor wat haar
tijd biedt, zal dit boek over „Practi
sche Woninginrichting" zeker niet on
gelezen laten.
(De bij dit artikel geplaatste illu
straties werden aan „Practische Wo
ninginrichting" door Paul Bromberg,
„Kosmos", Amsterdam, ontleend.)
Werkbesparing voor
de huisvrouw
Wat is er op een mooien, langen
zomerdag in de vacantie genoegelij-
ker dan dat de heele familie er op
uit trekt om te genieten van de vrije
natuur?
Een algemeene fietstocht misschien
of een uitstapje te voet, nadat tram
of trein of boot ons eerst een goed
eind buiten de stad hebben gebracht,
de boterhammen mee, zoodat de
tocht niet ontijdig reeds moet worden
onderbroken; en dan tot slot een laat
middagmaal thuis.
Jamaar dat middagmaal?
Wie zorgt daarvoor?
Zonder moeder zou de pret maar
erg „half" zijn; die gaat dus vast en
zeker mee; trouwens, als er iemand
behoefte heeft aan een dagje-uit, dan
is zij het toch wel die verreweg het
meest op huis is aangewezen.
In de eerste plaats nemen we ons
voor niet veeleischend te zijn en on
zen eetlust gescherpt door buiten
lucht en beweging te bevredigen
met goed voedsel maar een vou-
d i g voedsel.
Laten we ons menu b.v. bepalen tot
sla met hardgekookte eieren en ge
bakken aardappelen, met als nage
recht een flinke schotel koude vanille
rijst.
Voor de aardappelen is reeds den
vorigen dag gezorgd: die staan koud
in de vliegenkast en kunnen het
zij héél, hetzij ia plakjes gesneden
weken" bijna dagelijks plezier van
een dergelijke methode tot werkbespa
ring en daar zoo n sausje gemakkelijk
eenige dagen lang goed blijft, nemen
we b.v. als regel aan, om er ééns in de
week een behoorlijk voorraadje van te
bereiden en dat in een stopflesch of
een jampot dagelijks bij de hand te
hebben voor onze diverse sla-schotels
Of we er een eenvoudige olie- en
azijnsaus van maken of wel een meer
aristocratische mayonnaise, dat zal af
hangen van de omstandigheden; be
waren laten ze zich beide even goed,
alleen moeten de niet mayonnaise-ach-
tige sauzen vóór het gebruik even goed
door elkaar worden geschud, omdat de
samenstellende deelen zich op den
duur van elkaar afscheiden.
De hieronder beschreven recepten
zijn bedoeld voor vier personen; denkt
men dus dagelijks sla te gebruiken,
dan maakt men inééns een zevenmaal
zoo groote hoeveelheid klaar, waarbij
dan echter geldt dat de eieren niet in
dezelfde verhouding worden vermeer
derd (drie eieren voor een saus van
zeven dagen zijn voldoende).
Eenvoudige slasaus (vier
personen).
4 eetlepels slaolie; 3 eetlepels azijn
of citroensap; 1 theelepel Maggi's Aro
ma; 1 afgestreken theelepel zout; 1
volle theelepel mosterd.
Roer den mosterd met het zout en
de Maggi's Aroma door elkaar, roer er
eerst de olie door en vervolgens de
azijn.
Slasaus met geklopt ei
(vier personen).
1 ei; 3 eetlepels slaolie; 3 eetlepels
azijn of citroensap; 1 theelepel Maggi's
Aroma; 1 afgestreken theelepel zout;
1 volle theelepel mosterd.
Klop het ei met het zout en den
mosterd goed uit elkaar, giet er, steeds
kloppende eerst Maggi's Aroma, daar
na langzamerhand de olie en tenslotte
de azijn door.
Slasaus met hargekookt ei
(vier personen).
1 hardgekookt ei; 4 eetlepels slaolie;
hun bruine korstje in de koekenpan
aannemen in den tijd, dat de tafel
wordt gedekt en de sla wordt klaar
gemaakt.
Ook de eieren zijn den vorigen
dag al gekookt, evenals de rijstebrij
met vanille, die we zoo koud mogelijk
hebben weggezetin den kelder (als
we dien bezitten) of anders ia een teil
met koud water.
Wat de sla betreft; als we ze in den
vorm van kropsla willen opdienen dan
verdient 't aanbeveling om vóór den
uittocht 's morgens de kroppen al
schoon te maken en de bladeren in
een teil met koud water frisch weg te
zetten; is onze keus niet op kropsla
maar op komkommersla gevallen, daa
doen we beter met het schaven der
komkommers te wachten tot vóór den
maaltijd, een maatregel, die ook even
tueel zal gelden voor tomaten.
In het ecne geval hebben we dus nog
even de kropsla zoo droog mogelijk
uit te slaan en in den slabak te doen;
in het tweede geval halen we de ge
schilde komkommers vlug over de
komkommerschaaf of snijden we met
een scherp mes de gewasschen toma
ten in plakjes.
Wat we wèl klaar kunnen hebben is
de slasaus. Zelfs is het in voorraad
houden ddórvan aiet enkel een maat
regel om op zoo'n bizonderen dag vlug
op te schieten. We hebben gedurende
de zomermaanden d.w.z. de „sla-
3 eetlepels azijn of citroensap; 1 thee
lepeltje Maggi's Aroma; 1 afgestreken
theelepel zout; 1 volle theelepel mos
terd.
Wrijf met een slavork het hardge
kookte ei fijn met het zout, de mosterd
en de Maggi's Aroma; verdun het
mengsel door er eerst de olie en daar
na de azijn, aan toe te voegen.
Mayonnaise (vier maal
voldoende voor vier pers.)
1 eierdooier; zy2 d.L. (2y2 ge Jwoon
theekopje of 15 eetlepels) slaolie; 1
2 eetlepels azijn of citroensap; 2 thee
lepels Maggi's Aroma; 1 afgestreken
theelepel zout; 1 afgestreken theelepel
mosterd.
Klop (liefst met een eierklopper, een
z.g. „garde") den eierdooier met het
zout, de mosterd, de Maggi's Aroma en
1 eetlepel azijn of citroensap goed door
elkaar. Blijf kloppen en giet er intus-
schen met een uiterst dun straaltje
geleidelijk de olie bij, tot de saus dik
en glanzend is. Verdun ze, als ze on-
handelaar dik wurdt, met nog eenige
druppels azija en ga dan weer op de
gewone wijze voort met olie toevoegen
en kloppen. Bewaar de saus in een ge
sloten stopfleschje of jampotje; ze
blijft gemakkelijk een week goed.
Handige maniertjes
Sla- en bakolie mogen nooit be
waard worden in flesschen, die met
een kurk gesloten zijn, maar altijd
met een schoon lapje zoodat de lucht
kan toetreden I Anders worden ze ran
zig Olijfolie moet daarentegen be
waard worden in flesschen die met een
stevige kurk gesloten zijn. Alle oliën
moeten in donker bewaard worden.
Gekleurde tafelkleedjes, die niet ge
heel kleurecht zijn, en daardoor bij
het wasschen een weinig doorloopen,
moeten in eenige liters koud water go
legd worden, waarin een of twee le
pels soda en een scheut azijn gedaan
zijn. Daarna laat men alles koken en
in hetzelfde vocht weer afkoelen.
De mode
van den dag
Ochtendjaponnen
's Morgens in huis, op het balkon,
in den tuin wil men „goed gekleed"
en toch niet „gekleed" zijn. Hier geven
we twee mooie modelletjes, die even
wel zeer eenvoudig te malton zijn. De
garneering bestaat uti dezelfde stof.
Als materiaal kan men het beste een
of andere waschbare crepe of zijde
nemen, in ieder geval iets waschbaars.
Mouwen en sjaalkraag van de linlk-
sche japon zijn zorgvuldig ingehaald.
De meeste naaimachines hebben een
apparaatje, waarmee men dit doen
kan. En anders moet het werkje heel
nauwkeurig met de hand uitgevoerd
worden.
Voor do andere ochtendjapon moei
men kunnen vlechten. Niet te smalle
reepen stof, van te voren omgezoomd,
vlecht men gelijkmatig doorelkaar. En
hiermee zet men den hals en den voor
kant van de japon af. Ook de wijd-
uittoopende mouw garneert men
ermee.
2.1
Garneering
Aldoor weer is het de garneering, die
het eenvoudigste jurkje een bijzondere
noot geeft. De mode is dan ook onuit
puttelijk in het uitdenken van allerlei
nieuwigheden op dit gebied.
Heel apart is de breede kraag van
plissée, met de bijbehoorende hand
schoenen, eveneens met een ^ap van
plissée.
Het rechtsche figuurtje toont u een
plastron, dat in wikkelvorm is geknipt.
Nog altijd: blouses
1. Blouse van geruite zijde, die over
'den rok gedragen wordt. Het kleine
„Bubtkraagje" j3 van effen zijde en
loopt uit in een strik. Van voren
wordt de blouse gesloten met een rij
knoopen.
2. Elegante blouse van witte crêpe
georgette. De origineele mouwen en
de revers zijn van dezelfdfe stof en
fijn geplisseerd. De breede ceintuur
wordt bij elkaar gehouden door een
gesp.
3. Aardig zomerjurkje van gebloem
de stof. Pofmouwtjes en een breede
sjaalkraag van wit linoen (fijn lin
nen). De rand van de kraag is geplis
seerd.
4. Blouse van wit genopt glasbatist.
Pofmouwtjes, kleine „Bubi-kraag", van
voren een geplisseerde bies. Deze blou
se is over den rok te dragen.
Ons wekelijksch
knippatroon
Ditmaal een gekleed wandeltoilet en
een aardige visite-jurk voor onze leze
ressen. Beide jurken hebben weer de
bekende coupe, die speciaal voor de
minder slanken zoo'n uitkomst is.
Door de schuinvallende banen in den
rok maakt het geheel een slanke in
druk.
No. 156: wand el toiletje van gele stof;
modern gegarneerd met een gestreept
bovenstuk.
Benoodigd: eflfcn stof 2.80 M. van
Het wordt eenvoudig vastgestrikt op
den schouder en aan de ceintuur. Men
kan het dus zonder moeite op iedere
jurk bevestigen. Wit of een andere
zachte pasteltint is wel de aangewezen
kleur voor een dergelijke garneering.
Ook geldt hiervoor, wat voor iedere
andere garneering geldt: het materiaal
moet van één of andere waschbare stof
zijn. Want het spreekt vanzelf, dat een
dergelijke garneering gauw vuil wordt.
130 cM. breedte en 1 M. gestreepte stof
van 100 cM. breed.
No. 163: visitejurk van zwarte zijde
of marocain. De garneering bestaat uit
een rose, witte of beige strik op den
schouder. Heel aardig is ook het
mouwtje.
Benoodigd materiaal:
3.50 M. van 100 cM. breedte; voor
strik: 30 cM. van 100 cM. breedte.
Beide patronen zijn tegen den prijs
van 50 ets. per stuk te verkrijgen bij
geversmaatschappij „De Mijlpaal",
postbox 175 te Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ont
vangst van het bedrag, dat kan wor
den overgemaakt in postzegels, per
postwissel of per postgiro 41632.
Aan de lezeressen wordt vriendelijk
verzocht bij het nummer van het pa
troon ook de verlangde maat op te
geven; d.w.z. boven-, taille- en heup-
wijdte.
Gelieve verder naam en adres dui
delijk te vermelden. Toezending zal
dan zoo spoedig mogelijk geschieden.
Geel de kinderen
een tuintje
Een verzoek aan ouders en volwas
senen, waarvan de vervulling zoo on
eindig veel goeds tot gevolg kan heb
ben. Het zal natuurlijk moeilijk gaan
aan stadskinderen een stuk tuin of een
perk te geven. Maar een klein balkon
of een bloembak kan er toch in ieder
gezin wel overschieten. En als het
kind eenmaal een bak heeft, waarin
het planten en zaaien kan, heeft het
toch al een stukje natuur.
De kinderen ,die buiten wonen of
in een provincieplaats zijn er, wat dat
betreft, beter aan toe. Want hier heeft
men tenminste de mogelijkheid de
kinderen een hoekje tuin of een perk
te kunnen geven. En die mogelijkheid
moet men benutten. Wie ooit de vreug
de en de trots heeft gadegeslagen,
waarmee de eerste groene slablaadjes
of frisch-roode radijsjes geplukt wer
den, zal de kinderen graag een stukje
aarde geven.
Een kind, dat zelf de zaadjes in de
grond gestopt heeft, dat zelf de teere
worteltjes in de aarde gegraven heeft,
dat giet, wiedt en verzorgf, zal gauwer
de geheimen van de natuur begrijpen.
Kinderen die een eigen tuintje heb
ben en die er zich verbonden mee
voelen door handenarbeid, maar ook
geestelijk, die zullen zich ontwikkelen
tot menschen met een ruime levens
opvatting.
Een kind, dat niets weet van het
ontstaan van sla, van vruchten en
groenten, zal gedachteloos deze plant
aardige voeding tot zich nemen. Hoe
anders wordt het wanneer moeder de
kleine tuinoogst klaar maakt. Geen
lekkernijen ter wereld zijn te verge
lijken met het genot van zelf geplante
worteltjes, radijsjes of aardbeien.
De schooltuintjes aan de buiten
zijden der groote steden, waar vooral
jongens, met wie thuis niets te begin
nen is, ondergebracht zijn, hebben re
sultaten van het grootste paedagogi-
sche belang getoond. Door een klein
hoekje tuin,een perk hebben zij de
kinderen in verbinding met de natuur
gebracht. Hoe teer kunnen de anders
zoo ruwe jongens met de kleine plant
jes omgaan.
Op vele scholen is men er al toe
overgegaan op de speelplaatsen kleine
tuintjes te maken, waar de kinderen
zelf onder schooltijd kunnen wer
ken. Op die manier wordt de liefde
voor de natuur aangekweekt. Eigenlijk
moest het tuinieren als lesuur op alle
scholen in den rooster worden opge
nomen.
Handwerken
Jurkje met een gehaakte pas
Het jurkje wordt gemaakt van witte
voile met een klein ingeweven bloem
pje. Het bestaat uit twee rechte lap
pen, van48 cM. lang en 48 cM. breed,
dus koopt men 50 bij 50 oM. stof. Is
de stof juist één Meter breed, dan is
een halve Meter genoeg.
De schoudertjes zijn 11 cM. breed en
geheel recht. Het gedeelte tusschen
deze twee schoudertjes (met de naad
jes mee 12 cM.) wordt rond uitge
knipt; voor de hals, van achter drie
en een half, en van van voren zeven
cM. diep.
Onder de armen een weinig uithol
len. Als de zijnaden met een Engelsch
naadje zijn dichtgestikt, wordt alles
rondom met een smal zoompje (één
derde cM.) luchtig mot de hand ge
zoomd. Daarna wordt met haakgaren
No. 70 alles omgehaakt met een rand
je van 5 kettingsteken, 1 vaste steek;
de mouwtjes krijgen een dito tweede
toer, de schoudertjes worden met deze
tweede toer aan elkaar gehaakt.
Voor het ronde pasje wordt dit zelf
de 12 maal herhaald. Bij de eerste
toer van het pasje, moet men de stof
midden voor en midden achter i'ts toe
geven, zoodat er wat ruimte in het
jurkje komt. Na de twaalfde toer volgt
een toer van 5 kettingsteken, 2 stokjes
in elk gaatje .tenslotte een picottoer
ter afwerking. Door de gaatjes wordt
een roze lintje geregen. De kleine in
geweven bloempjes worden daarna
met gekleurde waschzijde overgewerkt
in twee kleuren.
Een kinder slabbetje
bij de kleintjes zoo geliefde dierenifi-
guurtjes, toonen wij op bijgaande af
beelding. De lengte er van is 35 cM.;
de breedte 28 c.M. Wij vervaardigen
dit dingetje uit Java-stof of wit aide,
en werken het motief uit in kruissteek,
bijvoorbeeld in rood en groen, of groen
met 5eel*
Een onderdeel der teckening geven
wij wat grooter weer, om het uittellen
van het patroontje te vergemakkelijken
Aan de onderzijde van dat slabbetje
maken wij een zoom van 3 cM.
Denk er aan, kleur-echt garen te ge
bruiken!
3