P.T.T.NUMMER JULI 1933 TRANSFORMATORENFA B RIE K TECHNISCH BUREAU BAKKER HILVERSUM Fabriek van Speciaal Transformatoren 1. fr. Transformatoren, Smoov- spoelen, Neon-Transformatoren, Oliestook-Transformatoren, Sterk-stroom Transformatoren, Zwak-stroom Transformatoren, Luidsprekers, enz., enz. enz. Fabrieksmerk: T.B.B. Dit verschil in beoordeeling in particulieren kring wijst er op dat de bedoelingen van het Staatsbedrijf geleidelijk doordringen en dat er alle reden is om krachtig op den ingeslagen weg voort te gaan. Het Staatsbedrijf kan de noodige bemoediging daartoe zeker ook vinden in de exploitatie van het particuliere bedrijf rcelf. De groote particuliere maatschappijen zoowel in binnen- als buitenland zijn er tot nu evenmin in allen deele in geslaagd de door de centrale directie gewenschte vormen van exploitatie, dienstverrichting en dienstbetoon, zonder onvolkomenheden te geven. Hoe grooter en hoe algemeen vertakter maat schappij of bedrijf is, hoe moeilijker de organisa tie in haar uitvoerende en het publiek dienende taak overeenkomstig de inzichten van de leiding is te verwezenlijken. Men is nu eenmaal gedwongen, zoowol bij het particuliere grootbedrijf als bij het Staatsbedrijf om het voldoening gevende woord en het persoon lijke, dienende voorbeeld over te laten aan zijn duizenden employé's wier instructie, zoo hier als daar, in hoofdzaak slechts de letter kan zijn van reglement en voorschrift. Zelfs in Amerika, het land waar men zich van de hier besproken zaken het eerst rekenschap gaf en .ie ontwikkelde tot een voornaam onderdeel in het bestier van zaak en onderneming, hoeft men niettemin behoefte aan bijzondere middelen om alle geledingen van het bedrijf van de heerschen- dc opvatting te doordringen. Als zoodanig is de uitgaaf „Public Relations and Goodwill" van den president van de „Radio Cor poration of America" leerzaam voor een ieder, voor de leiders van particulier- en overheidsbe drijf, evenzeer als voor het bedrijfspersoneel en het publick. De korte inleiding van Owen D. Young spreekt voor zichzelf: „Let us not forget that anyone who will visit us, anyone who will call us on the telephone, anyone who will seek our aid, offers to us the privilege of creating good will for the Radio Corporation of America. Let vis not throw away that privilege; let us not rebuff the man who gives us that opportunity." De groote schare van gebruikers van den P.T.T. dienst kan ervan verzekerd zijn, dat het Staats bedrijf tenvolle deze opvatting huldigt en dat het bij de uitvoering van zijn diensten ernstig streeft naar prettige en zakelijke behandeling, welwillend heid bij klachten, nauwgcr.et ingesteld zijn op de wenschen en behoeften van het publiek, als de beste middelen van aanbeveling voor het bedrijf. Moge dit streven door de gebruikers van den dienst steeds beter begrepen en gewaardeerd worden. Alle producten der N.V. LE CARBONE, gemerkt zijn goedgekeurd door de RIJKSTELEGRAAF Importeur: G. REZELMAN 41/42 deRuyterkade AMSTERDAM (C.) De groei van den tech- nischen dienst sedert den wereldoorlog en zijn betee- kenis voor de ontwikkeling van het bedrijf door Ir. H. J. Boetje Indien men buiten beschouwing laat de inter local centralen te Amsterdam en te Rotterdam, dan bestond de taak van den technischen dienst vóór den oorlog in hoofdzaak uit het tot stand brengen van, uit een hedendaagsch oogpunt be keken, eenvoudige kantoorinrichtingen, het bou wen van lijnen en den aanleg van locale telefoon aansluitingen. De directie van den technischen dienst, waaraan toentertijd slechts enkele hoogere technici verbonden waren, trad bij die werkzaam heden als dirigeerend en algemeen controleerend centrum op, terwijl de districtsingenieurs met hunne aan het hoofd van secties staande electro- technische ambtenaren de ontwerpende èn uitvoe rende ambtenaren waren. Het arbeidsveld van den technischen dienst is sedert geleidelijk totaal van aspect veranderd; er heeft een groote werkverandering plaats gevon den. De reusachtige vooruitgang van de electro- techniek heeft voor het bedrijf ongedachte mo gelijkheden geschapen. Er heeft op dit gebied een volslagen ommekeer plaats gehad en wanneer men den stand van de wetenschap van even na den wapenstilstand in 1918 vergelijkt met den stand van het huidige oogenblik, dan mag ge zegd worden, dat men toentertijd „tastenderwijs" trachtte verder te komen, zoekende naar nieuwe wetten en nat urverschijnselen, en dat sindsdien op vele zaken een nieuw licht is gevallen, waar door met kennis van zaken nieuwe mogelijkheden kunnen ontwikkeld worden, waaruit bedrijvigheid op velerlei gebied is voortgekomen. De techniek spitste «zich in de jaren 19141918 geheel toe op wat met den oorlog in verband stond; vandaar de stilstand in die jaren van al wat zich op ander gebied bevond. Bovendien bracht juist de oorlogsperiode tal van nieuwe vin dingen ,die op toepassing wachtten. Na het einde van den wereldoorlog was dus op vredelievend terrein een groote achterstand in te halen en wel in het bijzonder op verkeersgebied en zeker niet in de laatste plaats voor de telefonie. Men beden ke dat in vele landen, waaronder ook Nederland, tengevolge van de sluiting van de grenzen geen invoer van telefoonmateriaal mogelijk was, waar door zeer groote achterstand was ontstaan in den aanleg van bedrijfsmiddelen en van telefoonaan sluitingen. Wie herinnert zich niet den toestand van de eerste na-oorlogsjaren, toen om telefoontoestellen en koperdraad als het ware gevochten werd en op het gebied van de interlocale telefonie maximale waciittijdcn het verkeer in hooge mate belem merden. Een groote krachtinspanning was noodig om het noodige herstel te brengen niet alleen in daadwerkelijke uitvoeringswerken, doch ook in theoretischen en wetenschappelijken zin. Om hiertoe op de snelste wijze te komen werd in navolging van Amerika zooveel mogelijk tot specialiseering overgegaan. Elk der districten waarin het land is verdeeld voor de technische verzorging van de bedrijfsmid delen, afzonderlijk met deskundigen op dewe ge bieden te bezetten zou, afgescheiden van de om standigheid, dat zij in da». aantal niet beschikbaar waren, zeer oneconomisch zijn geweest. Het lag dus voor de hand een specialisten-centrum, een technische „generale staf" te scheppen, welke naast het ontwerpen en uitvoeren op eigen ter rein ten aanzien van de d'stricten dirigeerend op treedt. Dit technisch centrum vormt thans een zeer belangrijk deel van de directie van den technischen dienst; daar worden do specifiek technische werken voorbereid en uitgewerkt om ze later al of niet met medewerking van de dis tricten, al naar gelang van de omstandigheden, te doen uitvoeren. De techniek van de nieuwe telefoon verbindingen, en de groei van het Nedcrlandsche kabelnet. Het algemeen gebruik van kabels voor lange- afstands-telefor ie dateert van na den oorlog. De voordeelen van kabels boven bovcngrondsche lij nen met name veel grootere bedrijfszekerheid en minder kostbaar onderhoud waren reeds lang bekend. Wat betreft de overdracht van het geluid stonden echter de kabels in een kwaden reuk, het geluid werd sterk verzwakt en ver vormd en was dof, zóó zelfs, dat men sprak van een typisch „kabclgeluid". Deze bezwaren maak ten meer algemeen gebruik van kabels onmoge lijk. Omstreeks 1900 werd uit theoretische studiën van Heaviside en practischc aanwijzingen van Pupin bekend dat deze nadeelen van kabels opge heven konden worden door op regelmatige afstan den zelfinductic-spoelen in de draden te schake len, een methode, die tegenwoordig algemeen wordt toegepast en die men pupiniseeren noemt. De pupinkabel was echter in den beginne nog een zeer kostbaar object en «zoo kwam het, dat eerst langzaam tot toepassing ervan werd overge gaan. liet eerste experiment op dit gebied in ons land vormde de pupinkabel Amsterdam—-Haarlem (1903). Tegen het begin van den wereldoorlog waren juist plannen gereed voor den eersten grooten pupinkabel AmsterdamRotterdam, wel ke echter, tengevolge van den oorlog eerst in 1920 tot uitvoering konden komen. Intusschen waren ook belangrijke verbeteringen van kabel en spoelen- constructic gevonden, zoodat van toen af in steeds sneller tempo pupinkabels werden gelegd en het bouwen van groote bovengrondsche lijnen werd gestaakt. De koortsachtige ontwikkeling op technisch ge bied in den wereldoorlog had intusschen nieuwe mogelijkheden gebracht, die plotseling een bui tengewone ontwikkeling van het langc-afstand- telefoonvorkeer ten gevolge hadden. Deze .sprong" in den vooruitgang is te danken aan hetzelfde wonder, als waaraan de enorme ontwik keling van de radio te danken is: de drieëlectro- denlamp. De grootste moeilijkheid, waarmede men zoo wel bij pupinkabels als bij bovcngrondsche gelei dingen te kampen had, was ci.l. dat het geluid in de geleidingen bij vergrooting van don afstand steeds zwakker werd. Wilde men groote afstan den overbruggen, dan diende men zeer dikke koperdraden te gebruiken om die verzwakking binnen redelijke grenzen te houden. De kosten van een verbinding namen dus veel sterker toe dan de afstand, die men overbruggen wilde en dientengevolge was het onmogelijk om het publiek tegen een redelijk bedrag lange-afstand-verkeer te bieden. De komst van de drieëlectrodenlamp en de vin dingen voor toepassing hiervan in telefoonlijnen, bracht het middel om deze verzwakking te boven te komen, n.l. de telefoonversterker. Hiermede werd het mogelijk om, als het geluid na een lan ge geleiding te. hebben doorloopcn sterk verzwakt was, de geluidsterkte weer tot normaal op te voeren. Het bleek wenschelijk om in lange lijnen de geluidsterkte weer op te halen vóórdat deze al te gering geworden was en daarom werden in lange verbindingen op vrij regelmatige afstanden ver sterkers geplaatst, die telkens de schade, die de geleiding had veroorzaakt, weer ongedaan maak ten. Zonder draden van abnormale dikte te ge bruiken, slaagde men er in op deze wijze tele foonverbindingen over vrijwel ongelimiteerde af standen te maken. Deze vooruitgang bracht ons in de jaren van 1922 tot heden het Europeescli telefoonverkeer. Daar voor het gebruik van versterkers de meer stabiele eigenschappen van kabels gunstiger waren, en anderzijds juist door de versterkers daarvan aan het Engelsche net over zeekabels van nadeelen van kabels verbeterd werden, verloor de bovengrondsche lijn het geheel van dc combinatie kabels en versterkers. Het behoeft wel geen betoog, dat hiermede enorme ontwikkelingsmogelijkheden gekomen waren ,die in de jaren 1922—1928 leidden tot zeer snellen groei van ons kabelnet, tot do aansluiting daarvan aan het Engelsche net over zeekabels van Domburg naar Aldeburgh, aan het Duitsche en aan het Belgische net. Deze groei ging gepaard met de stichting van versterkerstations in Domburg, Rotterdam, Amsterdam, Arnhem cn Meppel. In deze periode, waarin een geheel netwerk van internationale verbindigen van moderne con structie tot stand kwam, werd tegelijkertijd een begin gemaakt met de modern iseering van de bin nenlandsche verbindingen. Uit dcizcn tijd dateert de ervaring van vele abonné's, die meermalen in klachten aan het bedrijf tot uiting kwam, dat men beter met Londen, Hamburg of Berlijn kon tele- fonecren dan met plaatsen in ons eigen land. Het was uit practisch en economisch oogpunt onmo gelijk het geh-ile bestaande binnenlandsche net even snel te vernieuwen als men het geringe aan tal internationale verbindingen scheppen kon. De verdere ontwikkeling van den telefoonver sterker bewees, dat niet alleen groote afstanden overbrugd konden worden, maar ook dat men voor korte afstanden met succes versterkers kon gebruiken om meer economische en betere ver bindingen te vormen. In de jaren van 1928 tot heden kwam het dan ook tot een uitgebreide toe passing van versterkers, gepaard gaande met stichting van versterkerstations in Eindhoven, Utrecht, 's-Hertogenbosch, Zwolle, Venlo en Gro ningen, terwijl op dit oogenblik dergelijke stations te Maastricht, Nijmegen, 's-Gravenhage en Hen gelo in aanbouw zijn. Sinds 1929 worden in aan sluiting met de plannen tot automatiseering van het verkeer de nieuwe lange interlocale verbin dingen in ons binnenlandsche net systematisch met versterkers uitgerust. Hoe snel zich de ontwikkeling van het kabelnet heeft voltrokken, blijkt uit enkele cijfers. In 1920 lag er 140 km. kabel met 17.000 km. telefoongeleidingen, in 1925 lag er 510 km. kabel met 51.000 km. telefoongeleidingen, in 1930 1800 km. kabel met 220.000 km. telefoongeleidingen. Het aantal versterkers, dat in 1923 nog slechts 3 bedroeg was in 1931 tot 1250 gestegen Rhenania Batterijen en Elementenfabriek Urbanusweg 6 - Telet. 627 - VENLO LEVERANCIER VAN HEI P.T.T.-BEDRIJF P.T.T.NUMMER JULI 1933 De practijk van den Technischen Dienst door H. Meyer Drees De Rijksdienst heeft een uitgebreiden staf tech nisch personeel in de drie grootste Gemeenten van ons land aan het werk, nl. op het Rijkstelegraaf kantoor en op het interlocale telefoonkantoor, maar doordat deze ambtenaren daar binnen de kantooruren hun taak vervullen, zult U hen niet ontmoet of gezien hebben. Andei's is het in alle overige plaatsen van ons land: daar verzorgt in.den wandel genoemd „het Rijk" den telefoondienst in zijn geheelen omvang. Daar vertoonen de ambtenaren van den Techni schen Dienst van de Rijkstelefoon zich bij de abon né's aan huis; daar werken zij aan en in den weg. Als u geen Amsterdammer, geen Rotterdammer, geen Hagenaar bent, zult u dus wel eens zoo iemand gezien hebben. Bruin manchester pak of stemmige zwarte regenjas en een donker lakensche uniform pet. De laatste opgeluisterd door oen insigne voor op: een kroontje (Rijksdienst nietwaar?) en daar onder oen bescheiden bundeltje bliksemstralen (als symbool van de electriciteit, die in het vak te pas komt): de rang van den drager bepaalt verder of de pet nog voorzien moet zijn van gou den biezen rondom, twee smalle, drie smalle, één breede of (voor den chefmonteur) één heel breede. Nu is het voor het publiek de inrichting van een openbaren dienst meestal iets onbekends, en zoo zou het kunnen zijn, dat u zichzelf bij uw ontmoe ting met den telefoon monteur de vraag stelt: waar zou nu toch zoo iemand vandaan komen? Wie" stuurt hem? U kent natuurlijk het Hoofdbestuur der P., T. cn T. in Den Haag, maar het lijkt U niet goed mogelijk, dat deze man en al zijn collega's in het geheele land rechtstreeks onder het Hoofdbestuur staan. U vermoedt dus, dat er tusschen hen en het Hoofdbestuur nog een organisatie werkzaam is. Zoo is het ook. Wat het telefoonbedrijf betreft, is het land verdeeld in een kleine 20 Districten. Voor een deel is deze mededeeling nog toekomst muziek: op dit oogenblik zijn nog maar 9 Tele- foondistrcten gevormd. Maar omdat de rest van het land binnen afzienbaren tijd toch ook op deze wijce zal worden ingedeeld (thans bestaan daar nog oude, uitsluitend technische Districten) en ook om U het verkrijgen van een overzicht te vergemakkelijken, zal ik hier alleen maar reke ning houden met den toekomstigen toestand. Dan kennen we dus een kleine 20 Tolefoondistricten, die rechtstreeks onder het Hoofdbestuur werken. Het District omvat weer kleinere technische eenheden, de Dienstkringen. Als voorbeeld beschrijf ik U even het Tclefono- district Hengelo (Ov.). De Directie van het Dis trict zetelt in Hengelo (Ov.); het gebied is ver deeld in fi Dienstkringen: Almelo, Oldenzaal, Hengelo (Ov.), Enschede, Neede en Wintcrwijk. In elk van deze 6 plaatsen woont dus een Dienst kringhoofd met zijn mannetjes. Deze 6 groepen technisch personeel ontvangen leiding van den Chef Technischen Dienst en den Electrotcchnisch Ambtenaar, die tc Hengelo (Ov.) deel uitmaken van den staf van het District. Nu is het U dus mogelijk, de plaats te bepa len, die door den bewusten telefoonmonteur met de pet in den Technischen Dienst wordt ingeno men: het zal waarschijnlijk geweest zijn het Hoofd van den Dienstkring, waarin Uw woon plaats is gelegen, of een van de ondergeschikten van dit Dienstkringhoofd. Wat het technisch beheer betreft, is dus ons land tamelijk „fijn verdeeld" en dit heeft groote voordeelen. In eiken Dienstkring is een niaga- gazijn van materieel en gereedschappen. Hier door en door de kleine afstanden is een doelma tige en snelle dienstuitvoering verzekerd. Ondanks alle zorg en alle technische verbeteringen zijn tele foonstoringen helaas niet geheel te voorkomen. Een ander voordeel van de verdeeling van het land in zulke betrekkelijk kleine eenheden is nog dit. Het Dienstkringhoofd geraakt vrij gauw thuis in zijn gebied; hij leert de menschen er kennen; hij krijgt kijk op de ontwikkeling van de plaat sen die er in liggen; door «zijn dagelijksche er varingen kemt hij uitstekend op dc hoogte van de zwakke plekken in de telefoonnetten. Bij het maken van plannen voor verbetering of uitbrei ding vindt zijn chef in hem dan ook een gewaar deerd raadsman. De telefoonmonteur aan het werk. Het is U misschien opgevallen dat in het boven staande de telegrafie heclemaal niet genoemd is. Deze eerstgeborene is echter zóó overvleugeld door haar naderhand gekomen zusje, de telefonie, dat deze laatste vrijwel alle aandacht en zorg heeft gekregen. Het is zelfs zoover met de telegraaf ge komen dat haar eigen lijnen worden opgeruimd en ze voor haar toch zoo bescheiden behoefte over wat draden van de telefoonlijnen en -kabels de beschikking krijgt. Hier en daar in den lande is haar nog een flink centraal telegraafkantoor ge wijd; in Amsterdam en Rotterdam bezit zij tele- graafinstallaties van veel belang en omvang; en daarnaast (is het wonder dat deze verschoppe- linge de aarde ontvlucht en in de ijle ruimte naar vrijer wiekslag zoekt?) kon de radiotelegrafie tot bloei komen voor de buitenlandsche berichten. Maar overigensvoor den Technischen Dienst in den lande levert de telegraaf heel weinig werk meer op cn de „Rijkstelegraaf" is practisch gespro ken „Rijkstelefoon" geworden. maar ORION..I olie is beterj Als U er nu even aan denkt, dat het telefoon bedrijf zich tot taak stelt, het telefoneeren van iemand in een bepaalde plaats met iemand anders in een andere plaats mogelijk te maken, dan heeft U daarmede tevens het arbeidsveld van den Technischen Dienst uitgezet. Nu moet U niet veronderstellen, dat al het hieraan verbonden werk wordt uitgevoerd door het personeel in de Dienstkringen waarover ik zoo even sprak. Het is met het telefoonvak gegaan als met zoo veel andere vakken: de specialisatie is er in bin nen gekomen aan de hand van de ontwikkeling. Denkt U maar aan het bouwvak. Als iemand vroe ger een buitenhuis liet bouwen, leverde een aan nemer uit eigen omgeving het hem kant en klaar op, met medewerking van plaatselijke vaklieden: timmerlui, metselaars, loodgieters, schilders, stn- cadoors. Tegenwoordig is dat anders, de plaatse lijke krachten doen niet alles meer: de centrale verwarming van de villa wordt aangelegd door een firma van elders; de parketvloeren verzorgt de fabriek; voor de vloeren in gangen, keuken, badkamer komt een Italiaan uit Holland. Het is nog maar een twintigtal jaren geleden dat on»se Technische Dienst in den lande ook alles zelf kon uitvoeren; het Hoofdbestuur in den Haag was toen uitsluitend hoofdbestuur. Maar de om vang van het bedrijf en de eischen groeiden snel: de telefooncentralen werden steeds ingewik kelder, tenslotte automatisch, deden een eigen techniek ontstaan. Er kwamen bijzondere kabels voor lange afstanden; er kwamen telefoonverster kers: weer een afzonderlijke techniek. Dc huis telefonen werden steeds volmaakter: nog een nieuw lid van de telefoontechniek. Aan het Hoofd bestuur zijn toen gaandeweg technische bureaux gevormd, die overal in het land liet speciale werk ter hand kunnen nemen. In hoofdzaak betreft dit het aanlegwerk; is dit afgeloopen, dan trek ken de specialisten zich terug, laten de instand houding over aan den plaatselijke» dienst, waar voor naar behoefte technische krachten worden bekwaamd. U ziet, de overeenkomst met het voor beeld uit het bouwvak is wel sprekend. Op deze wijze is de decentralisatie, de District Dienstkring-organisatie, behouden gebleven en kan het Bedrijf uit met enkele centraal werkende bijzondere bureaux van beperkten omvang. Het is opmerkelijk, hoezeer in een toch maar kort tijdsverloop van een jaar of tien het zwak tepunt van het technische werk' in den Districts- dienst is verlegd. Vroeger hadden de interlocale lijnen, dat dijn de lijnen die van stad tot stad gaan, de meeste aandacht. Begonnen als eenvou dige palenrijtjes als regel langs de spoorwegen, groeiden ze bij de uitbreiding van het verkeer uit tot zware houtconstructies met dikke dradenbun- dels. Vooral in de buurt van groote steden, waar lijnen van verschillende richtingen tezamen uit kwamen, ontstonden geweldige geleidingen, die den treinreiziger haast het uitzicht benamen en waarvoor de bermen van de spoorbanen maar amper plaats boden. De kunst van 't lijnenbouwen werd door menig vakman met liefde en meester schap beoefend. Toen kwam de aftakeling: de draden werden in den grond gestopt; dit kunt U ook letterlijk opvatten, want bet koperdraad, vrij gekomen van de palen, gaat tegenwoordig naar dc Ned. Kabelfabriek te Delft, waar men er o.a. kabeldraadjes van maakt. De lijnenbouw is door de kabeltechniek na een tijdvak van buitengewo nen en veeleischenden groei teruggevallen tot het peil van zijn vroege ontwikkeling. Alle daardoor beschikbaar gekomen tijd en vak ervaring vonden onmiddellijk een uitweg naar de locale telefonie, die door voortdurenden aanwas van het aantal abonné's gaandeweg de meeste aandacht van den Technischen Dienst in de Dis tricten is gaan opeischen. En ook in den bouw van de locale telefoonnet ten kwamen in die jaren nieuwe methoden in zwang. Ook hier maakte de groei van het aantal draden den van ouds tocgcpasten bovengrond- schen aanleg onmogelijk. Palenrijen, opstijgpalen, dakstellingen verdwenen, allemaal verdrongen door den zegevierenden kabel. Deze overgang maakte het noodzakelijk, de huizen van de tele- foonabonné's met kabel op de kabels aan te slui ten, waarvoor een doelmatig stelsel van z.g. ring- kabels werd ontworpen. De ontwikkeling van deze nieuwe werkwijze voltrok zich verwonderlijk snel, niet weinig geholpen door de schappelijke kabel- prijzen. We kunnen nu al wel zeggen, dat ia locale telefoonnetten van ecnige beteekenis de ondergrondsche aanleg regel is. Alle Microfoononderdeelen, zooals: koolgruis, koolkorrels, koolbekers, tril platen, bliksemafleiders, worden vervaardigd door N.V. LE CARBONE Specialiteit in microfoon-onderdeelen voor apparaten voor dooven Importeur: G. REZELMAN, AMSTERDAM O 11/42 De Ruyterkade Om misverstand te voorkomen, moet ik tenslotte nog even Uw aandacht vragen voor een toelich ting. Ik maakte eenige malen melding van ver schillende werken, die door den Technischen Dienst worden „uitgevoerd". Dit zou bij U de ge dachte hebben kunnen doen postvatten, dat al die werken door ambtenaren van dezen Dienst worden verricht. Ik ka:i U onmiddellijk geruststellen met de ver klaring, dat alle werken, die er zich maar ecniger- mate toe leenen, steeds na aanbesteding door een aannemer worden uitgevoerd. VERHEUL - WADDINXVEEN „Elke VERHEUL CARROSSERIE maakt een tevreden klant" FABRIEK TE WADDINXVEEN 29

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 12