P.T.T.NUMMER
JULI 1933
TRANSFORMATORENFA B RIE K
TECHNISCH BUREAU BAKKER
HILVERSUM
Fabriek van Speciaal Transformatoren
1. fr. Transformatoren, Smoov-
spoelen, Neon-Transformatoren,
Oliestook-Transformatoren,
Sterk-stroom Transformatoren,
Zwak-stroom Transformatoren,
Luidsprekers, enz., enz. enz.
Fabrieksmerk: T.B.B.
Dit verschil in beoordeeling in particulieren
kring wijst er op dat de bedoelingen van het
Staatsbedrijf geleidelijk doordringen en dat er alle
reden is om krachtig op den ingeslagen weg voort
te gaan.
Het Staatsbedrijf kan de noodige bemoediging
daartoe zeker ook vinden in de exploitatie van het
particuliere bedrijf rcelf. De groote particuliere
maatschappijen zoowel in binnen- als buitenland
zijn er tot nu evenmin in allen deele in geslaagd
de door de centrale directie gewenschte vormen
van exploitatie, dienstverrichting en dienstbetoon,
zonder onvolkomenheden te geven.
Hoe grooter en hoe algemeen vertakter maat
schappij of bedrijf is, hoe moeilijker de organisa
tie in haar uitvoerende en het publiek dienende
taak overeenkomstig de inzichten van de leiding
is te verwezenlijken.
Men is nu eenmaal gedwongen, zoowol bij het
particuliere grootbedrijf als bij het Staatsbedrijf
om het voldoening gevende woord en het persoon
lijke, dienende voorbeeld over te laten aan zijn
duizenden employé's wier instructie, zoo hier als
daar, in hoofdzaak slechts de letter kan zijn van
reglement en voorschrift.
Zelfs in Amerika, het land waar men zich van
de hier besproken zaken het eerst rekenschap gaf
en .ie ontwikkelde tot een voornaam onderdeel
in het bestier van zaak en onderneming, hoeft men
niettemin behoefte aan bijzondere middelen om
alle geledingen van het bedrijf van de heerschen-
dc opvatting te doordringen.
Als zoodanig is de uitgaaf „Public Relations and
Goodwill" van den president van de „Radio Cor
poration of America" leerzaam voor een ieder,
voor de leiders van particulier- en overheidsbe
drijf, evenzeer als voor het bedrijfspersoneel en
het publick.
De korte inleiding van Owen D. Young spreekt
voor zichzelf: „Let us not forget that anyone who
will visit us, anyone who will call us on the
telephone, anyone who will seek our aid, offers
to us the privilege of creating good will for the
Radio Corporation of America. Let vis not throw
away that privilege; let us not rebuff the man
who gives us that opportunity."
De groote schare van gebruikers van den P.T.T.
dienst kan ervan verzekerd zijn, dat het Staats
bedrijf tenvolle deze opvatting huldigt en dat het
bij de uitvoering van zijn diensten ernstig streeft
naar prettige en zakelijke behandeling, welwillend
heid bij klachten, nauwgcr.et ingesteld zijn op de
wenschen en behoeften van het publiek, als de
beste middelen van aanbeveling voor het bedrijf.
Moge dit streven door de gebruikers van den
dienst steeds beter begrepen en gewaardeerd
worden.
Alle producten der N.V. LE CARBONE,
gemerkt
zijn goedgekeurd door
de RIJKSTELEGRAAF
Importeur:
G. REZELMAN
41/42 deRuyterkade
AMSTERDAM (C.)
De groei van den tech-
nischen dienst
sedert den wereldoorlog en zijn betee-
kenis voor de ontwikkeling van het
bedrijf
door
Ir. H. J. Boetje
Indien men buiten beschouwing laat de inter
local centralen te Amsterdam en te Rotterdam,
dan bestond de taak van den technischen dienst
vóór den oorlog in hoofdzaak uit het tot stand
brengen van, uit een hedendaagsch oogpunt be
keken, eenvoudige kantoorinrichtingen, het bou
wen van lijnen en den aanleg van locale telefoon
aansluitingen. De directie van den technischen
dienst, waaraan toentertijd slechts enkele hoogere
technici verbonden waren, trad bij die werkzaam
heden als dirigeerend en algemeen controleerend
centrum op, terwijl de districtsingenieurs met
hunne aan het hoofd van secties staande electro-
technische ambtenaren de ontwerpende èn uitvoe
rende ambtenaren waren.
Het arbeidsveld van den technischen dienst is
sedert geleidelijk totaal van aspect veranderd; er
heeft een groote werkverandering plaats gevon
den. De reusachtige vooruitgang van de electro-
techniek heeft voor het bedrijf ongedachte mo
gelijkheden geschapen. Er heeft op dit gebied een
volslagen ommekeer plaats gehad en wanneer
men den stand van de wetenschap van even na
den wapenstilstand in 1918 vergelijkt met den
stand van het huidige oogenblik, dan mag ge
zegd worden, dat men toentertijd „tastenderwijs"
trachtte verder te komen, zoekende naar nieuwe
wetten en nat urverschijnselen, en dat sindsdien
op vele zaken een nieuw licht is gevallen, waar
door met kennis van zaken nieuwe mogelijkheden
kunnen ontwikkeld worden, waaruit bedrijvigheid
op velerlei gebied is voortgekomen.
De techniek spitste «zich in de jaren 19141918
geheel toe op wat met den oorlog in verband
stond; vandaar de stilstand in die jaren van al
wat zich op ander gebied bevond. Bovendien
bracht juist de oorlogsperiode tal van nieuwe vin
dingen ,die op toepassing wachtten. Na het einde
van den wereldoorlog was dus op vredelievend
terrein een groote achterstand in te halen en wel
in het bijzonder op verkeersgebied en zeker niet
in de laatste plaats voor de telefonie. Men beden
ke dat in vele landen, waaronder ook Nederland,
tengevolge van de sluiting van de grenzen geen
invoer van telefoonmateriaal mogelijk was, waar
door zeer groote achterstand was ontstaan in den
aanleg van bedrijfsmiddelen en van telefoonaan
sluitingen.
Wie herinnert zich niet den toestand van de
eerste na-oorlogsjaren, toen om telefoontoestellen
en koperdraad als het ware gevochten werd en op
het gebied van de interlocale telefonie maximale
waciittijdcn het verkeer in hooge mate belem
merden.
Een groote krachtinspanning was noodig om
het noodige herstel te brengen niet alleen in
daadwerkelijke uitvoeringswerken, doch ook in
theoretischen en wetenschappelijken zin.
Om hiertoe op de snelste wijze te komen werd
in navolging van Amerika zooveel mogelijk tot
specialiseering overgegaan.
Elk der districten waarin het land is verdeeld
voor de technische verzorging van de bedrijfsmid
delen, afzonderlijk met deskundigen op dewe ge
bieden te bezetten zou, afgescheiden van de om
standigheid, dat zij in da». aantal niet beschikbaar
waren, zeer oneconomisch zijn geweest. Het lag dus
voor de hand een specialisten-centrum, een
technische „generale staf" te scheppen, welke
naast het ontwerpen en uitvoeren op eigen ter
rein ten aanzien van de d'stricten dirigeerend op
treedt. Dit technisch centrum vormt thans een
zeer belangrijk deel van de directie van den
technischen dienst; daar worden do specifiek
technische werken voorbereid en uitgewerkt om
ze later al of niet met medewerking van de dis
tricten, al naar gelang van de omstandigheden, te
doen uitvoeren.
De techniek van de nieuwe telefoon
verbindingen, en de groei van het
Nedcrlandsche kabelnet.
Het algemeen gebruik van kabels voor lange-
afstands-telefor ie dateert van na den oorlog. De
voordeelen van kabels boven bovcngrondsche lij
nen met name veel grootere bedrijfszekerheid
en minder kostbaar onderhoud waren reeds
lang bekend. Wat betreft de overdracht van het
geluid stonden echter de kabels in een kwaden
reuk, het geluid werd sterk verzwakt en ver
vormd en was dof, zóó zelfs, dat men sprak van
een typisch „kabclgeluid". Deze bezwaren maak
ten meer algemeen gebruik van kabels onmoge
lijk. Omstreeks 1900 werd uit theoretische studiën
van Heaviside en practischc aanwijzingen van
Pupin bekend dat deze nadeelen van kabels opge
heven konden worden door op regelmatige afstan
den zelfinductic-spoelen in de draden te schake
len, een methode, die tegenwoordig algemeen
wordt toegepast en die men pupiniseeren noemt.
De pupinkabel was echter in den beginne nog
een zeer kostbaar object en «zoo kwam het, dat
eerst langzaam tot toepassing ervan werd overge
gaan. liet eerste experiment op dit gebied in ons
land vormde de pupinkabel Amsterdam—-Haarlem
(1903). Tegen het begin van den wereldoorlog
waren juist plannen gereed voor den eersten
grooten pupinkabel AmsterdamRotterdam, wel
ke echter, tengevolge van den oorlog eerst in 1920
tot uitvoering konden komen. Intusschen waren
ook belangrijke verbeteringen van kabel en spoelen-
constructic gevonden, zoodat van toen af in
steeds sneller tempo pupinkabels werden gelegd en
het bouwen van groote bovengrondsche lijnen
werd gestaakt.
De koortsachtige ontwikkeling op technisch ge
bied in den wereldoorlog had intusschen nieuwe
mogelijkheden gebracht, die plotseling een bui
tengewone ontwikkeling van het langc-afstand-
telefoonvorkeer ten gevolge hadden. Deze
.sprong" in den vooruitgang is te danken aan
hetzelfde wonder, als waaraan de enorme ontwik
keling van de radio te danken is: de drieëlectro-
denlamp.
De grootste moeilijkheid, waarmede men zoo
wel bij pupinkabels als bij bovcngrondsche gelei
dingen te kampen had, was ci.l. dat het geluid in
de geleidingen bij vergrooting van don afstand
steeds zwakker werd. Wilde men groote afstan
den overbruggen, dan diende men zeer dikke
koperdraden te gebruiken om die verzwakking
binnen redelijke grenzen te houden. De kosten
van een verbinding namen dus veel sterker toe
dan de afstand, die men overbruggen wilde en
dientengevolge was het onmogelijk om het publiek
tegen een redelijk bedrag lange-afstand-verkeer
te bieden.
De komst van de drieëlectrodenlamp en de vin
dingen voor toepassing hiervan in telefoonlijnen,
bracht het middel om deze verzwakking te boven
te komen, n.l. de telefoonversterker. Hiermede
werd het mogelijk om, als het geluid na een lan
ge geleiding te. hebben doorloopcn sterk verzwakt
was, de geluidsterkte weer tot normaal op te
voeren.
Het bleek wenschelijk om in lange lijnen de
geluidsterkte weer op te halen vóórdat deze al te
gering geworden was en daarom werden in lange
verbindingen op vrij regelmatige afstanden ver
sterkers geplaatst, die telkens de schade, die de
geleiding had veroorzaakt, weer ongedaan maak
ten. Zonder draden van abnormale dikte te ge
bruiken, slaagde men er in op deze wijze tele
foonverbindingen over vrijwel ongelimiteerde af
standen te maken.
Deze vooruitgang bracht ons in de jaren van
1922 tot heden het Europeescli telefoonverkeer.
Daar voor het gebruik van versterkers de meer
stabiele eigenschappen van kabels gunstiger
waren, en anderzijds juist door de versterkers
daarvan aan het Engelsche net over zeekabels van
nadeelen van kabels verbeterd werden, verloor de
bovengrondsche lijn het geheel van dc combinatie
kabels en versterkers.
Het behoeft wel geen betoog, dat hiermede
enorme ontwikkelingsmogelijkheden gekomen
waren ,die in de jaren 1922—1928 leidden tot zeer
snellen groei van ons kabelnet, tot do aansluiting
daarvan aan het Engelsche net over zeekabels van
Domburg naar Aldeburgh, aan het Duitsche en aan
het Belgische net. Deze groei ging gepaard met
de stichting van versterkerstations in Domburg,
Rotterdam, Amsterdam, Arnhem cn Meppel.
In deze periode, waarin een geheel netwerk van
internationale verbindigen van moderne con
structie tot stand kwam, werd tegelijkertijd een
begin gemaakt met de modern iseering van de bin
nenlandsche verbindingen. Uit dcizcn tijd dateert
de ervaring van vele abonné's, die meermalen in
klachten aan het bedrijf tot uiting kwam, dat men
beter met Londen, Hamburg of Berlijn kon tele-
fonecren dan met plaatsen in ons eigen land. Het
was uit practisch en economisch oogpunt onmo
gelijk het geh-ile bestaande binnenlandsche net
even snel te vernieuwen als men het geringe aan
tal internationale verbindingen scheppen kon.
De verdere ontwikkeling van den telefoonver
sterker bewees, dat niet alleen groote afstanden
overbrugd konden worden, maar ook dat men
voor korte afstanden met succes versterkers kon
gebruiken om meer economische en betere ver
bindingen te vormen. In de jaren van 1928 tot
heden kwam het dan ook tot een uitgebreide toe
passing van versterkers, gepaard gaande met
stichting van versterkerstations in Eindhoven,
Utrecht, 's-Hertogenbosch, Zwolle, Venlo en Gro
ningen, terwijl op dit oogenblik dergelijke stations
te Maastricht, Nijmegen, 's-Gravenhage en Hen
gelo in aanbouw zijn. Sinds 1929 worden in aan
sluiting met de plannen tot automatiseering van
het verkeer de nieuwe lange interlocale verbin
dingen in ons binnenlandsche net systematisch
met versterkers uitgerust.
Hoe snel zich de ontwikkeling van het kabelnet
heeft voltrokken, blijkt uit enkele cijfers.
In 1920 lag er 140 km. kabel met 17.000 km.
telefoongeleidingen, in 1925 lag er 510 km. kabel
met 51.000 km. telefoongeleidingen, in 1930 1800
km. kabel met 220.000 km. telefoongeleidingen.
Het aantal versterkers, dat in 1923 nog slechts
3 bedroeg was in 1931 tot 1250 gestegen
Rhenania Batterijen
en
Elementenfabriek
Urbanusweg 6 - Telet. 627 - VENLO
LEVERANCIER VAN HEI P.T.T.-BEDRIJF
P.T.T.NUMMER
JULI 1933
De practijk van den
Technischen Dienst
door
H. Meyer Drees
De Rijksdienst heeft een uitgebreiden staf tech
nisch personeel in de drie grootste Gemeenten van
ons land aan het werk, nl. op het Rijkstelegraaf
kantoor en op het interlocale telefoonkantoor,
maar doordat deze ambtenaren daar binnen de
kantooruren hun taak vervullen, zult U hen niet
ontmoet of gezien hebben.
Andei's is het in alle overige plaatsen van ons
land: daar verzorgt in.den wandel genoemd „het
Rijk" den telefoondienst in zijn geheelen omvang.
Daar vertoonen de ambtenaren van den Techni
schen Dienst van de Rijkstelefoon zich bij de abon
né's aan huis; daar werken zij aan en in den weg. Als
u geen Amsterdammer, geen Rotterdammer, geen
Hagenaar bent, zult u dus wel eens zoo iemand
gezien hebben. Bruin manchester pak of stemmige
zwarte regenjas en een donker lakensche uniform
pet. De laatste opgeluisterd door oen insigne voor
op: een kroontje (Rijksdienst nietwaar?) en daar
onder oen bescheiden bundeltje bliksemstralen
(als symbool van de electriciteit, die in het vak
te pas komt): de rang van den drager bepaalt
verder of de pet nog voorzien moet zijn van gou
den biezen rondom, twee smalle, drie smalle, één
breede of (voor den chefmonteur) één heel breede.
Nu is het voor het publiek de inrichting van een
openbaren dienst meestal iets onbekends, en zoo
zou het kunnen zijn, dat u zichzelf bij uw ontmoe
ting met den telefoon monteur de vraag stelt: waar
zou nu toch zoo iemand vandaan komen? Wie"
stuurt hem?
U kent natuurlijk het Hoofdbestuur der P., T.
cn T. in Den Haag, maar het lijkt U niet goed
mogelijk, dat deze man en al zijn collega's in het
geheele land rechtstreeks onder het Hoofdbestuur
staan. U vermoedt dus, dat er tusschen hen en
het Hoofdbestuur nog een organisatie werkzaam is.
Zoo is het ook. Wat het telefoonbedrijf betreft,
is het land verdeeld in een kleine 20 Districten.
Voor een deel is deze mededeeling nog toekomst
muziek: op dit oogenblik zijn nog maar 9 Tele-
foondistrcten gevormd. Maar omdat de rest van
het land binnen afzienbaren tijd toch ook op deze
wijce zal worden ingedeeld (thans bestaan daar
nog oude, uitsluitend technische Districten) en
ook om U het verkrijgen van een overzicht te
vergemakkelijken, zal ik hier alleen maar reke
ning houden met den toekomstigen toestand. Dan
kennen we dus een kleine 20 Tolefoondistricten,
die rechtstreeks onder het Hoofdbestuur werken.
Het District omvat weer kleinere technische
eenheden, de Dienstkringen.
Als voorbeeld beschrijf ik U even het Tclefono-
district Hengelo (Ov.). De Directie van het Dis
trict zetelt in Hengelo (Ov.); het gebied is ver
deeld in fi Dienstkringen: Almelo, Oldenzaal,
Hengelo (Ov.), Enschede, Neede en Wintcrwijk.
In elk van deze 6 plaatsen woont dus een Dienst
kringhoofd met zijn mannetjes. Deze 6 groepen
technisch personeel ontvangen leiding van den
Chef Technischen Dienst en den Electrotcchnisch
Ambtenaar, die tc Hengelo (Ov.) deel uitmaken
van den staf van het District.
Nu is het U dus mogelijk, de plaats te bepa
len, die door den bewusten telefoonmonteur met
de pet in den Technischen Dienst wordt ingeno
men: het zal waarschijnlijk geweest zijn het
Hoofd van den Dienstkring, waarin Uw woon
plaats is gelegen, of een van de ondergeschikten
van dit Dienstkringhoofd.
Wat het technisch beheer betreft, is dus ons
land tamelijk „fijn verdeeld" en dit heeft groote
voordeelen. In eiken Dienstkring is een niaga-
gazijn van materieel en gereedschappen. Hier
door en door de kleine afstanden is een doelma
tige en snelle dienstuitvoering verzekerd. Ondanks
alle zorg en alle technische verbeteringen zijn tele
foonstoringen helaas niet geheel te voorkomen.
Een ander voordeel van de verdeeling van het
land in zulke betrekkelijk kleine eenheden is nog
dit. Het Dienstkringhoofd geraakt vrij gauw thuis
in zijn gebied; hij leert de menschen er kennen;
hij krijgt kijk op de ontwikkeling van de plaat
sen die er in liggen; door «zijn dagelijksche er
varingen kemt hij uitstekend op dc hoogte van
de zwakke plekken in de telefoonnetten. Bij het
maken van plannen voor verbetering of uitbrei
ding vindt zijn chef in hem dan ook een gewaar
deerd raadsman.
De telefoonmonteur aan het werk.
Het is U misschien opgevallen dat in het boven
staande de telegrafie heclemaal niet genoemd is.
Deze eerstgeborene is echter zóó overvleugeld door
haar naderhand gekomen zusje, de telefonie, dat
deze laatste vrijwel alle aandacht en zorg heeft
gekregen. Het is zelfs zoover met de telegraaf ge
komen dat haar eigen lijnen worden opgeruimd
en ze voor haar toch zoo bescheiden behoefte over
wat draden van de telefoonlijnen en -kabels de
beschikking krijgt. Hier en daar in den lande is
haar nog een flink centraal telegraafkantoor ge
wijd; in Amsterdam en Rotterdam bezit zij tele-
graafinstallaties van veel belang en omvang; en
daarnaast (is het wonder dat deze verschoppe-
linge de aarde ontvlucht en in de ijle ruimte naar
vrijer wiekslag zoekt?) kon de radiotelegrafie tot
bloei komen voor de buitenlandsche berichten.
Maar overigensvoor den Technischen Dienst
in den lande levert de telegraaf heel weinig werk
meer op cn de „Rijkstelegraaf" is practisch gespro
ken „Rijkstelefoon" geworden.
maar
ORION..I
olie is beterj
Als U er nu even aan denkt, dat het telefoon
bedrijf zich tot taak stelt, het telefoneeren van
iemand in een bepaalde plaats met iemand anders
in een andere plaats mogelijk te maken, dan
heeft U daarmede tevens het arbeidsveld van den
Technischen Dienst uitgezet.
Nu moet U niet veronderstellen, dat al het
hieraan verbonden werk wordt uitgevoerd door het
personeel in de Dienstkringen waarover ik zoo
even sprak.
Het is met het telefoonvak gegaan als met zoo
veel andere vakken: de specialisatie is er in bin
nen gekomen aan de hand van de ontwikkeling.
Denkt U maar aan het bouwvak. Als iemand vroe
ger een buitenhuis liet bouwen, leverde een aan
nemer uit eigen omgeving het hem kant en klaar
op, met medewerking van plaatselijke vaklieden:
timmerlui, metselaars, loodgieters, schilders, stn-
cadoors. Tegenwoordig is dat anders, de plaatse
lijke krachten doen niet alles meer: de centrale
verwarming van de villa wordt aangelegd door
een firma van elders; de parketvloeren verzorgt
de fabriek; voor de vloeren in gangen, keuken,
badkamer komt een Italiaan uit Holland.
Het is nog maar een twintigtal jaren geleden
dat on»se Technische Dienst in den lande ook alles
zelf kon uitvoeren; het Hoofdbestuur in den Haag
was toen uitsluitend hoofdbestuur. Maar de om
vang van het bedrijf en de eischen groeiden
snel: de telefooncentralen werden steeds ingewik
kelder, tenslotte automatisch, deden een eigen
techniek ontstaan. Er kwamen bijzondere kabels
voor lange afstanden; er kwamen telefoonverster
kers: weer een afzonderlijke techniek. Dc huis
telefonen werden steeds volmaakter: nog een
nieuw lid van de telefoontechniek. Aan het Hoofd
bestuur zijn toen gaandeweg technische bureaux
gevormd, die overal in het land liet speciale werk
ter hand kunnen nemen. In hoofdzaak betreft
dit het aanlegwerk; is dit afgeloopen, dan trek
ken de specialisten zich terug, laten de instand
houding over aan den plaatselijke» dienst, waar
voor naar behoefte technische krachten worden
bekwaamd. U ziet, de overeenkomst met het voor
beeld uit het bouwvak is wel sprekend.
Op deze wijze is de decentralisatie, de District
Dienstkring-organisatie, behouden gebleven en
kan het Bedrijf uit met enkele centraal werkende
bijzondere bureaux van beperkten omvang.
Het is opmerkelijk, hoezeer in een toch maar
kort tijdsverloop van een jaar of tien het zwak
tepunt van het technische werk' in den Districts-
dienst is verlegd. Vroeger hadden de interlocale
lijnen, dat dijn de lijnen die van stad tot stad
gaan, de meeste aandacht. Begonnen als eenvou
dige palenrijtjes als regel langs de spoorwegen,
groeiden ze bij de uitbreiding van het verkeer uit
tot zware houtconstructies met dikke dradenbun-
dels. Vooral in de buurt van groote steden, waar
lijnen van verschillende richtingen tezamen uit
kwamen, ontstonden geweldige geleidingen, die
den treinreiziger haast het uitzicht benamen en
waarvoor de bermen van de spoorbanen maar
amper plaats boden. De kunst van 't lijnenbouwen
werd door menig vakman met liefde en meester
schap beoefend. Toen kwam de aftakeling: de
draden werden in den grond gestopt; dit kunt U
ook letterlijk opvatten, want bet koperdraad, vrij
gekomen van de palen, gaat tegenwoordig naar
dc Ned. Kabelfabriek te Delft, waar men er o.a.
kabeldraadjes van maakt. De lijnenbouw is door
de kabeltechniek na een tijdvak van buitengewo
nen en veeleischenden groei teruggevallen tot het
peil van zijn vroege ontwikkeling.
Alle daardoor beschikbaar gekomen tijd en vak
ervaring vonden onmiddellijk een uitweg naar de
locale telefonie, die door voortdurenden aanwas
van het aantal abonné's gaandeweg de meeste
aandacht van den Technischen Dienst in de Dis
tricten is gaan opeischen.
En ook in den bouw van de locale telefoonnet
ten kwamen in die jaren nieuwe methoden in
zwang. Ook hier maakte de groei van het aantal
draden den van ouds tocgcpasten bovengrond-
schen aanleg onmogelijk. Palenrijen, opstijgpalen,
dakstellingen verdwenen, allemaal verdrongen
door den zegevierenden kabel. Deze overgang
maakte het noodzakelijk, de huizen van de tele-
foonabonné's met kabel op de kabels aan te slui
ten, waarvoor een doelmatig stelsel van z.g. ring-
kabels werd ontworpen. De ontwikkeling van deze
nieuwe werkwijze voltrok zich verwonderlijk snel,
niet weinig geholpen door de schappelijke kabel-
prijzen. We kunnen nu al wel zeggen, dat ia
locale telefoonnetten van ecnige beteekenis de
ondergrondsche aanleg regel is.
Alle Microfoononderdeelen,
zooals: koolgruis, koolkorrels, koolbekers, tril
platen, bliksemafleiders, worden vervaardigd
door N.V. LE CARBONE
Specialiteit in microfoon-onderdeelen voor
apparaten voor dooven
Importeur: G. REZELMAN, AMSTERDAM O
11/42 De Ruyterkade
Om misverstand te voorkomen, moet ik tenslotte
nog even Uw aandacht vragen voor een toelich
ting. Ik maakte eenige malen melding van ver
schillende werken, die door den Technischen
Dienst worden „uitgevoerd". Dit zou bij U de ge
dachte hebben kunnen doen postvatten, dat al
die werken door ambtenaren van dezen Dienst
worden verricht.
Ik ka:i U onmiddellijk geruststellen met de ver
klaring, dat alle werken, die er zich maar ecniger-
mate toe leenen, steeds na aanbesteding door een
aannemer worden uitgevoerd.
VERHEUL - WADDINXVEEN
„Elke VERHEUL CARROSSERIE
maakt een tevreden klant"
FABRIEK TE WADDINXVEEN
29