llirnwr Xriteriir üTmtraut Dagelijks verschijne nd Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Wetenschappelijke samenkomst Vrije Universiteit ABONNEMENT» ?er kwartaal In Lelden en In plaat ■en waar 'n agentschap gevestigd is f2.33 Franco per post 2.35 portokosten Per week 0.18 Voor het Buitenland bij wekelijk- iche tending .<-50 Bil dagenjksche tending „5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 Va cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestr-iat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 4007 DINSDAG 4 JULI 1933 ADVERTENTIEN Van 1 tol 5 regels- f 1.17% Elke regel meer0.22V? ïngez. Mededeelingen Van 15 regels 240 Elke regel meerO.tS Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend f 0.10 14e Jaargang Dit nummer bestaat uit TWEE bigden EERSTE BLAD TER BEVESTIGING \Vij hebben ons veroorloofd eenige aan dacht te schenken aan het feit, dat de fhr. Hist weekbladpers hulde bracht aan de R. K. kamerfractie, die met taaie vol harding vasthield aan het denkbeeld om een parlementair rechtsche regeering te fcormen. Daarbij maakten wij in ons nummer van 10 Juni de opmerking, „dat wij steeds de mogelijkheid opengehouden hebben voor een kabinet op breede basis, d.w.z. gesteund dfor alle partijen, welke het nationale be lang in het middelpunt der regeerings- politiek wilden stellen. Hierbij één pa-üj vilt te sluiten, welke niet zichzelf uitscha kelde, leek ongehoord en daarom hebben WO ons oiet kunnen vereenigen met (le yooropgestelde meening, dat slechts aan dt vrijzinnig-democraten doch niet aan de Jiheralen de royale kans moest worden go- boden om mede.werking te verleenen." En wij voegden daaraan toe: Dit lag, gelijk men weet, in de bedoe ling der R. K. fractie en hieraan mogen zij wel eens denken, die thans deze groep zoo uitbundig veel lof toezwaaien, omdat zij aan de samenwerking der Christelijke partijen zoo lang mogelijk yast hield. Immers, van de oude coalitie is geen sprake meer, onverschillig of men één dan wel twee vrijzinnige partijen bij de kabinetsformatie betrekt. Het Chr. Hist Weekblad ging breedvoe rig op ons artikel in, maar schonk niet de minste aandacht aan bovenstaande op merking. Wij komen er thans niet op terug, om dit vast te stellen, doch wij doen het uit sluitend, omdat we vorige week een inge zonden artikel in de Tij d (r.k.) vonden, dat zich op dit punt volkomen bij het onze aansluit Het eenigszins lange citaat moge hier volgen. De opmerking van de geachte „Tij^'-re dactie, die uit een Christelijk-Historisch blad een compliment voor onze in casu principieele politiek haalde, welke opmer king tegen het betoog van mr. Schneider was gericht was o.i. niet afdoende, daar de leiding onzer fractie geenszins in eer ste instantie een principieele rechtsche regeering heeft nagestreefd. Dit is juist hetgeen velen principieel hebben betreurd en waardoor dr. Colijn in zijn meening, dat een rechtsche basis te zwak was, practisch genomen is ge sterkt geworden. Toen de Katholieke lei ding in eerste instantie, door haar nei ging tot opname van de Vrijzinnig-Demo craten in het regeeringsblok, de mogelijk te geringe kracht van de Rechtsche Coa litie in discussie had gebracht, kon de fractie in tweede instantie bezwaarlijk haar latere meening (de wenschelijkheid van een Rechts Kabinet) de noodige kracht en argumentatie bijzetten. Nu is er naar voren gebracht, dat do Katholieke fractie eensgezind gehandeld heeft en men dus van een eensgezinde meening der leiders mag spreken. Al moge dit in het latere stadium zoo zijn, de vraag rijst, of dit van het allereerste begin af aan het geval is geweest. Dit begin zouden wij dan willen stellen bij de bekende rede van prof. Aalberse te Almelo gehouden, waar samenwerking met de Vrijzinnig Democraten voor het eerst in het vooruitzicht werd gesteld. Deze rede achten wij de eerste fout van onze zijde bij gelegenheid van de laatste Kabinetsformatie gemaakt, een fout die zich verder voortdurend heeft gewroken. Wij leveren hierbij geen nader commen taar. Wij constateeren alleen: iemand, Wiens politieke voelhoorens behoorlijk functioneeren vindt veel verklaarbaar, wat bem anders raadselachtig toeschijnt. BINNENLAND. AMBTENAREN BURGERLIJKE STAND ZUID-HOLLAND EEN ONTWERP-BEZOLDIGINGSBESLUIT Gedep Staten der provincie Zuid-Hol>land hebben aan de gemeentebesturen in dat ge- weet een ontwerp-besluit om advies toege zonden met betrekking tot de bezoldiging van de ambtenaren van den Burgerlijken Stand. Volgens dat besluit wordt bepaald; a. dat de voor de ambtenaren van den Burgerlijken Stand ven de gemeenten in de provincie Zuid-Holland bepaalde wedden en vergoedingen, die niet uitsluitend voor het voltrekken van huwelijken worden toege kend, niet genoten zullen worden door de ambtenaren van den burgerlijken stand, die tevens het ambt van burgemeester, secreta ris of ambtenaar ter secretarie van dezelfde gemeente bekleeden en op 15 Juni 1933 on bezoldigd waren of na dien daturc^zijn be noemd; b dat de op 15 Juni 1933 in functie zijnde ambtenaren van den burgerlijken stand van de gemeenten in de provincie Zuid-Holland, die tevens het ambt van burgemeester, secre taris of ambtenaar ter secretarie van dezelf de gemeente bekleeden. na dien datum geen hoogere vaste bezoldiging als ambtenaar van den burgerlijken 6tand zullen genieten dan Bij op dien datum genotem NEDERLANDSCHE FEDERATIE INZAKE EEN NEDERLANDSCH- BELGISCHE OVEREENKOMST Herhaaldelijk is gewezen op de nood zakelijkheid, dat Nederland in de tegen woordige, internationaal zoo moeilijke tijden, naar buiten als een gesloten eenheid optreedt. En in het bijzonder is de behoefte gevoeld uitdrukking te geven aan de een dracht, die zich inzake de herziening der verdragen van 1839 in de Nederlandsche politiek t.a.v. onze Zuiderburen doet ken nen. Van vele en verschillende zijden is op het groote belang van die Nederlandsche eensgezindheid de nadruk gelegd. In toenemende mate is in de laatste jaren gebleken van onderlinge voeling, samen werking en eendracht tusschen verschillen de groepen in den lande, die zich met de Necterlandsch-Belgische en daarmede sa menhangende Rijnvaart-aangelgenheden in het bijrzonder bezig hielden, of daarbij meer speciaal betrokken waren. De groei der al- gemeene overtuiging, die allen samenbracht, trad keer op keer aan den dag. De ontwikkeling van deze eensgezindheid nu heeft, aldus meldt men ons, mede ge leid tot het scheppen van een wijdvertakte organisatie. Oorspronkelijk hielden, naast een aantal individueele personen, in het bijzonder het Nationaal Comité inzake een Nederlandsch-Belgische Overeenkomst en de Nationale Unie zich met de betreffende kwesties bezig, en hiernevens ontwikkelde zich .sedert 1931 een krachtige beweging in de Zuidelijke provincies. Toen de behoefte aan nauwere samenwerking duidelijk werd aam het Nationaal Comité het initiatief, om de verschillende groepen en leidende persoonlijkeheden in een commissie samen te brengen. Uit het contact, dat pinnen die commissie regelmatig plaats had, heeft zich een fede ratieve organisatie ontwikkeld. Dit lichaam dat men als de zoo gewenschte uiting vaa de Nederlandsche eensgezindheid beschou wen mag, heeft tot naam gekozen: Neder landsche Federatie innake een Neder landsch-Belgische Overeenkomst- Bij de Federatie aangesloten zijn: het Nationaal Comité inzake een Nederlandsch-Belgische Overeenkomst, de Nationale Unie en jiet Westbrabantsche Kanaal-Comité, terwijl contact met de Kamers van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam en Rotterdam is verzekerd, doordat vanwege deze lichamen eenige hunner leden als lid van de Fede ratie zijn aangewezen. Van de Federatie maken deel uit de vol gende personen: Ir. M. C. E. Boagaerts 's-Gravenhage, Voorzitter; Mr. J. Lu den, Amsterdam. Plv. Voorzitter; Mr. J. Z a a y e r Leeuwarden, Secretaris; E. A. van Wely Rotterdam, Secretaris-Penningmeester; Mr. Walter W. F. Baars, Rotterdam; Mr. Drs. P. A. F. Blom, Bergen op Zoom; H. A. R. van den Broeck, Maastricht; Mr. D. A. Del prat, Amsterdam; Mr. A. D i r- ven, Bergen op Zoom; Prof. F. C. G er- re tson, Utrecht; Dr. Mr. G. M. Greup, Amsterdam; L. A. van Gunsteren, Rot terdam; J. Herberts, Amersfoort; M. C. Koning, Amsterdam; Ir. E. van Konij nenburg, 's-Gravenhage; Ir. J. F. L. Krugers, Tilburg; Ir. A. Plate, Rotter dam; Dr. Alb. van de Poel, Breda; Prof. Jhr. Mr. B. C. de Savornin Lohman, Utrecht; Jan Schilthuis, Rotterdam; Mr. A. J. van V ess em, Utrecht; Prof. L. van Vuuren, Utrecht Zeer verschillende groepen en personen zijn hier samengebracht in de gemeenschap pelijke overtuiging dat voor Nederland, naast een vriendschappelijke verhouding tot België, eensgezind optreden naar bui ten eisch is en dat op het algemeene Nederlandsche belang, hetwelk trouwens in overeenstemming is met voorname alge meen Europeesche belangen, het volle ge wicht moet liggen. Door in de Federatie de eendracht te belichamen is een wensch ver vuld, die in de laatste jaren zeèr sterk werd gevoeld. BESCHERMING VAN ONZEN HANDEL VERLEENING VAN RETORSIE BEVOEGDHEDEN Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp tot het verleenen van retorsiebevoegdheden ingediend. Aan de Memorie van Toelich ting daarop, ontleenen wij, dat het ge- wenscht is, enkele leemten in onze handels politiek weg te nemen. Het ingediende wetsontwerp beoogt de Regeering middelen in handen te geven, waarmede een staat, die Nederland ongun stiger dan andere staten behandelt of op een wijze, die in strijd is te achten met de levensbelangen des lands, ernstig rekening zou moeten houden, zoodat daardoor onze handelspolitieke positie in gevallen waarin een handelsverdrag niet bestaat, dan wel opzegging Tjan de zijde der tegenpartij dreigt of opzegging onzerzijds in aanmer king zou dienen tq komen, sterker komt te staan De maatregelen, waartoe de Kroon hieririj wordt gemachtigd, zullen, indien de econo mische verhouding met een bepaald land zulks noodig maakt, autonoom worden ge nomen. Bovendien ligt het in de bedoeling, dat de maatregelen, die eventueel worden toegepast, weder zullen worden ingetrok ken, zoodra de wederpartij ten genoege van de regeering haar schadelijke houding ver andert. Verplichtingen jegens landen, waar mede Nederland door een handelsverdrag het wederzijdsch economisch verkeer heeft geregeld, zullen zoolang zulk een verdrag van kracht is, vanzelfsprekend stiptelijk worden in acht genomen. Artikel 1 geeft de Kroon de bevoegdheid om, bij wijze van retorsiemaatregel, invoer verboden, invoerbeperkingen en tariefsver- hoogingen vast te stellen ten aanzien van goederen uit landen, waarmede Nederland de handelsbetrekkingen niet bij verdrag ge regeld heeft Deze bepaling zal van toepas sing zijn, zoowel voor het geval, dat nim mer een verdrag heeft bestaan, als voor het geval, dat een bestaand verdrag heeft opgehouden te gelden. De Staten-Generaal zullen in de gelegen heid gesteld worden, zich onverwijld over de al of niet wenschelijkheid van de ge nomen maatregelen uit te spreken. AUGUSTUS EN MUSSOLINI REFERATEN VAN DR. K. SPREIJ EN PROF. MR. A. ANEMA Morgen wordt te Zwolle de 53ste jaar vergadering gehouden van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag, waarvan uitgaat de Vrije Universiteit te Amsterdam. Oudergewoonte werd den dag tevoren een Wetenschapelijke samenkomst gehouden. Daze vond vandaag in de Bovenzaal van de Buitensocieteit plaats. Daar werden een tweetal referaten besproken, die vooraf bij G. F. Hummelen te Assen in druk waren verschenen. De vergadering stond onder leiding van Prof. Dr. H. Dooyeweerd. Allereerst voerde het woord Dr. K. S pre ij van Hil versum, over: De Grondslagen van het Prihcipaat van Augustus Referent rreent weinig tegenspraak te zul len vinden tegen de meening, dat de gebeur tenissen, die ons heden omringen en veel- zins verbijsteren, een crisis vormen vai staats- en gezagsidee, waarop onze huidige staatsvorm rust. Het heeft zin te luisteren naar de stem der Geschiedenis voor hem, bij wien het bewustzijn levendig is, dat het subject der geschiedenis, de mensch, niet is een product van, maar een eigen grootheid in het gebeuren. Hoewel Augustinus zelf beweert boven zijn collega's alleen auctoritas, niet-ambtelijke macht en invloed, bezeten te hebben, heeft hij feitelijk een plaats ingenomen, zoo groot dat zijn namen Imperator en Caesar Augus tus geworden zijn tot de symbolen van de hoogste machtvolheid op aarde. Eiken buitengewonen machtstitel, als le venslange dictatuur, heeft hij beslist gewei gerd. Princeps was de aanduiding, die hem werd gegeven, een aanduiding, die ook in den republikeinschen tijd geenszins onge woon was geweest. En principaat noemen wij den staatsvorm, door hem van 2723 v. Chr. geformeerd. Referent wil benaderen de geestelijke on dergrond, de verandering in de gee sty". Immers, in den revolutie-storm was 'e oud-Romeinsche idee van de res publica zelve bezweken, en het was voor deze nieuwe geest, dat Augustus de uitdrukking wist te vinden. Komende tot de vraag of die nieuwe staaite- vorm als een uitbouw der republikeinsche gedachte óf als een opkomen der monarchie moet worden beschouwd noemt ref., na uit voerig te hebben aangegeven hoe vroeger en later over deze kwestie is geoordeeld, en na bezwaren te hebben aangevoerd tegen de indeeling, de vraagstelling verwerpelijk. De schepping van Augustus moeten we trachten te zien in het licht van de voor dien bestaande opvattingen omtrent republiek en monarchie. Gezien het feit, dat het latijnsche woord res publica ten grondslag ligt aan het mo derne woord republiek, Ligt ons de gedachte na, beide woorden zonder meer gelijk te stellen. Wij plegen te zeggen, dat Augustus de republiek zou hebben hersteld. Strikt ge nomen zegt Augustinus echter, dat hij de res publica in de macht van senaat en volk heeft overgebracht. Dit heeft practisch de beteekenis, dat de republiek werd her steld. Omstreeks 300 v. Ch. bezaten alle Romein- sche burgers gelijkelijk recht tegenover en aan de res publica, de gemeene tzaak, zoo als het geheel van regelingen en activiteiten het Romeinsche volk aangaande werd ge noemd. Definities van het zoo ontstane ge heel zijn ons door de Romeinen zelf weinig overgeleverd, alleen b.v. door Cicero en Pom ponius. In de res publica is Een typisch vertegenwoordiger van deze mentaliteit is de oude Cato, de in zijn Ro meinsche geschiedenis zoo min mogelijk na men noemde, alleen sprak van den consul, den praetor. De gekozen magistraten zijn de dragers van het imperium. Deze res publica, nergens vastgelegd in eenige omvattende oorkonde, bestaat, door dat zij fungeert De enorme uitbreiding van het imperium Romanum en de daarmede gepaard gaande fundamenteele structuurverandering van de Romeinsche maatschappij, deden de positie der magistraten dalen, de macht en invloed van den senaat d. e. t. stijgen. De ontwikkeling laat zich zien als e"n schuiven van den senaat in de hem rechtens niet toekomende plaats van repre sentant van het Romeinsche volk. Ref. komt tenslotte tot de conclusie, dat het principaat van Augustus niet republi- keinsch of monarchistisch is, maar een vorm van den standenstaat Er bestaat een tzuivere analogie tusschen het principaat en zijn fundeering en de moderne strevingen, die terugkomend op de vigeerende democra tische staat, een krachtig, dictatoriaal gezag wenschen. Uit Rome's historie is een aanwijzing te trekken, dat hier gevaren dreigen: Verlam ming van een werkelijk politiek bestaan en leven van het geheel is daar uit principieele aanvaarding der gedeeldheid gevolgd, een bestuur, welks qualiteit recht evenredig is aan de qualiteit van den heerscher, in het beste geval een precaire toestand, die aan menschenlevens, niet aan den staat gebon den is. Bovenal een latente, voortdurende strijd tusschen de heerschende en niet-heer- schende (d.i. veelal onderdrukte) groep, die tenslotte in despotie en geestelijke verstar ring uitloopt. Prof. Mr. A. A n e m a, van Haarlem, sprak over; De Italiaansch-fascistische Staatsleer Referent begint met ~cherp te onderschei den tusschen de werkelijke fascistische bewe ging en de neiging, om de positie van het centraal gezag krachtiger te maken. De ste wil vernietiging, de laatste behoud van de grondtrekken van den rechtsstaat, zoo als die in verschillende normen in de 19e eeuw algemeen is aanvaard. Daarnaast is thans niet de fascistische po litiek, maar enkel de staatsleer aan de orde Politiek kan een fascistische dictatuur in een bepaald land of in een bepaalde tijd goede vruchten dragen, al is de staatsleer, waarop zij berust, onjuist. Hier zal alleen de Italiaansche fascistische staatsleer, die een vrijwel afgerond geheel vormt, behandeld worden. De tegenstelling met den rechtsstaat Het fascisme is naar zijn negatieve zijde ontstaan uit de tegenstelling met den recht staat. Deze werd tot den oorlog algemeen aanvaard, in de vorm van het constitutio- neele. stelsel, van het parlementaire stelsel,, van de directe democratie, of anderszins. Al speelde vaak het machtsbeginsel een groote een groote rol, niemand waagde het den rechtsstaat in izijn grondtrekken aan te tas ten, ook de socialisten niet Als er kritiek was, zocht men verbetering met behoud der grondslagen. Na de ontwikkeling van den rechtsstaat te hebben aangegeven, somt referent de be zwaren, daartegen ingebracht op. Terwijl men vroeger reeds gewezen had op de atomi- seering van het volk, de mechaniseering van den staat, de dorre gelijkmakerij, enz. keerde men zich in het begin der twintig ste eeuw vooreerst tegen de verzwakking van het gezag, die ontsprong uit de volks- souvereiniteit en het verlicht despotisme. Dan was er het toenemend misbruik van sommige vrijheidsrechten, zooals kiesrecht, vrijheid van drukpers en van vergadering. Ook wordt geklaagd over het gehalte der vertegenwoordigers en het ontstaan van een klasse van beroepspolitici. Daarnaast is overschatting van het recht en van de orga nisaties die den staat trachten te beheer- schen, en tenslotte de verwording van den rechtsstaat tot een bewind van de massa als zoodanig. Op de beginselen, waarop de rechtsstaat berust, heeft o.a. de rationalistische theorie ingewerkt, met het centrale dogma van de volstrekt objectieve, wetmatige kennis. Op den staat toegepast had deze leer een alge meene neicring tot vijandschap tegen alle ge zag tengevolge. Liberalisme, socialisme en anarchisme leefden uit hetzelfde beginsel der dogische wetsvereering, hoe verschillend ook de conclusie's voor de practijk waren, waartoe men kwam; staat en recht nijn slechts tot logische vraagstukken geworden, in denzelfden zin als de problemen der wis kunde. KEIZER ZüGUSTUS Prof. Mr. A. ANEMA is door Pareto met zijn beschouwing de „elite", door Sorel met zijn verheerlij king van het geweld en de leer van de „mythe", door de Neo-Hegeliaansche wijs begeerte, door de herleving van de ideeën van Macchiavelli en door Niet ,s c h e s geschriften. De eerste grondtrek van de fascistische staatsleer is deze, dat zij den fascistischen staat stelt in tegenstelling tot den rechts staat en hem maakt tot een machtsstaat, die noch van elders eenige rechtvaardiging behoeft noch eenige doelstelling noch eenige beperking gedoogt en die aaa geenerlei bo ven hem staand recht is gebonden. Staat en natie worden volkomen vereenzelvigd. De staat rself is doel en rechtvaardiging, samen hang van en voorwaarde voor alle mensche lijk bestaan. De tweede grondtrek is de élite, de hiërar chie, de dictatuur, de rechtsstaat vindt zijn organisatie van onderen op, de fascistische staat d.e.t. van boven af. In plaats van het partijwezen, werd de leer ingevoerd van den één-partij-staat, die aan alle andere partijen het bestaansrecht ontzegt. De staat moet blijvend zijn werk kunnen doen door één partij, die der élite, die de staatsambten be zet met een hiërarchie onder een aanvoerder De uitvoerende, wetgevende en rechtspreken de macht is in haar vollen omvang in han den vafl den dictator vereenigd. Naast de opheffing van de vrijheidsrechten is de laatste grondtrek de leer van den cor poratieven staat. Hieronder verstaat men, in tegenstelling tot wat men tot nu toe met dien term heeft bedoeld, de beteekenis van de uitdrukking: „de corporatieve staat is niet de staat in handen van de corporaties, maar de corporaties in handen van den staal". Terwijl naar Sore I's opvatting hande lend, het Nederlandsche Calvinisme, al doet het dan niet aan moderne bijbelcritiek, zich zou moeten aangorden om het fascisme als leuze van levensyerjonging in zijn vaandel schrijven en zich te bekeeren tot de gewelds leer verklaart Rocco, van zijn standpunt terecht, de calvinistische reformatie en de geschriften van haar staatsrechtelijke leids lieden tot bron van wat hij als het groote kwaad beschouwt. Zij hebben aan alle men- schelijk gezag den breidel aangelegd van Gods wet en de persoonlijke vrijheid veran kerd in de vrijheid, waarmee Christus den mensch heeft vrijgemaakt. Ook door het Calvinisme is het rationalis me steeds bestreden. Het er voor in de plaats tredende irrationalisme is echter even min te aa~ aarden. Het fascisme maakt pijn afgod van den nationalen staat, opgevat als totalitair, dat is alomvattend en albeheer- schend. Wat de leer van de mythe betreft, groote bewegingen in de geschiedenis zijn niet ontstaan door cynische leidslieden, die de massa opzweepten met leuzen, waarin zij zelf niet geloofden, maar door mannen, die wisten te vertolken wat er leefde in de ziel van het volk. De fascistische staat kan wel het recht, maar niet de religie vernietigen. Wat de élite aangaat, het nieuwe, door het fascisme gebracht is niet de élite zelf, maar de wijze waarop het deze vindt. Het laat haar niet in vrijheid ontstaan, maar zoekt haar naar vooraf opgezet stelsel te vormen door een opvoeding van staatswege uitsluitend in den geest van het fascisme. Misbruik der vrijheidsrechten rechtvaar digt nog niet de algeheele vernietiging daar van. Doel van de pseudo-corporatieve staat is alleen heel het volk uit te sluiten van de politieke organisatie en het politiek onmon dig te milten te houden. Zulk een leer moge onder practische toe passing door een geniaal leider en onder bepaalde omstandigheden tijdelijk en al thans ten deele goede vruchten kunnen af werpen, in beginsel en op den duur moet zij elk land en elk volk ten verderve voeren. Op de bespreking van dece referaten ko men we morgen terug. DE AFSLUITDIJK NOG GEEN VOLLEDIGE OPENSTELLING Van bevoegde zijde verzoekt men ons mede te deelen, dat de berichten, volgens welke de weg over den Afsiluitdijk van het meer Flevo voor het verkeer zou zijn vrij gegeven, onjuist zijn Voorioopig blijft de toestand t.usschen Wieringen cn de Friesohe kust, zooals due thans is. De volledige open stelling voor het verkeer zal eerst op een nader aan te kondigen datum geschieden. STEUNREGELING HOOFDDORP WORDT PER 8 JULI STOPGEZET. In de jongste onder voorzitterschap van Mr. A. Slob gehouden vergadering van den gemeenteraad van Hoofddorp werd namens B. en W. meegedeeld,, dat de steunregeling voor werkloozen nog steeds geldt en door loopt. Dit an niet doorgaan en de voor- zittei stelt ook voor de steunregeling per S Juli a.a. ^lop te zetten. Na eenige dis cussie wordt dit voorstel aa.igenomen, Voornaamste Nieuws, (blz. 1) Te Zwolle is heden de Wetenschappelijke Samenkomst der Vrije Universiteit gehou- (blz. 2) Roosevelt laat staatssecretaris Huil te Londen een verklaring afleggen, die grooten indruk heeft gemaakt. Hij waarschuwt daar in voor den „zijweg" der voorafgaande sta bilisatie, die de goudlanden op willen en prijst fundamonteele verbetering der econo mische kwalen aan. De goudlanden hebben zich in antwoord op Roosevelts boodschap tot onvoorwaarde lijke handhaving van den gouden standaard aaneengesloten. Balbo's luchteskader zou vandaag uit Lon donderry vertrekken. Blz. 3 De positie der Gereformeerden in de Duit- sche Rijkskerk. (blz. 5) Aan de Raad van State Is om advies ge zonden het ontwerp van een algemeene maat regel van bestuur als bedoeld in art. 2 der Clearingwet. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp houdende beperking van da uitgaven ingevolge de Lager Onderwijswet. (blz. Op onderzoek in Duitschland X. Voorstel der patroonsorganisaties ln da bouwvakken betreffende 1e collectieve ar beidsovereenkomst. De staking te IJmuiden geëindigd. (blz. De Vereen, tot Chr. Verzorging van Krank zinnigen in Zeeland heeft te Bergen op Zoom de 29ste jaarvergadering gehouden. De Geref. Wereldbond heeft te Belfast een vergadering gehouden. DE DR A. KUYPERSTICHTING Zoo juist verscheen het verslag van de verrichtingen der Dr. A. Kuyperstichting, gedurende 1932. Wij ontleenen er 't volgen de aan: Ook in 1932 zette de geleidelijke groei van den arbeid zich voort. De economische crisis verhoogde uiteraard bij velen de be langstelling voor allerlei economische en financieele vraagstukken. Voor gemeente lijke vraagstukken werd, als gewoonlijk, een ruim beroep op de medewerking der Stichting gedaan. En haast van zelfspre kend bleek er, onder invloed van de gebeur tenissen in Duitschland, voor het fascisme en nationaal-socialisme, vooral onder da jongeren, een zoo groot interesse te bestaan, dat dagelijks aanvragen omtrent deze on derwerpen binnen kwamen. Door invloed der crisis liep het aantal abonnementen op het tijdschrift der Stich- tings eenigszins terug. Dankbaar wordtd e arbeid herdacht van wijlen de heeren H. van Andel ,B. Schuurman en Prof. Dr. H. Bouwman. Het bestuur der Kuyperstich ting is thans samengesteld uit de heeren: Z. Exc. Dr. H. Colijn, voorzitter; Z. Exc. A. W. F Idenburp, tweede voorzitter; Mr. J. Terpstra, secretaris; J. J. G van Dijk, pen ningmeester; Mr. P. E. Briët, algemeen ad junct; Ds. M. van Grieken, Prof. Dr. J. Se- verijn, Ds S. van der Molen en Mr. J. J. Croles. Het bureau-personeel onderging in de loop van het jaar geen wijziging, behoudens aan vulling met tijdelijke krachten gedurende enkele maanden des jaars. De bibliotheek werd - errijkt met tal van boeken, waarvan een gedeelte geschonken werd. Evenals vorige jaren .verden honderdtal len adviezen over onderwerpen, waarvoor in meer ruimeren kring belangstelling bleek te bestaan, in meer uitgewerkten vorm in na- ta's behandeld. Het aantal uitgezonden dos siers steeg van 1742 tot 22-16. Het aantal uit gezonden brieven bedroeg 3251 (vorig jaar 3227); dat der ingekomen brieven 2823 (2S51). Het aantal abonnementen op het tijd schrift „Antirevolutionaire Staatkunde" be droeg 31 Dec. 1932: 1216 (vorig jaar 12S3). Het verslag besluit met de publicaties der Stichting te vermelden. Uit het financieel verslag blijkt, dat de exploitatierekening een voordeelig saldo aanwijst van f 12609,41. Wanneer men in aanmerking neemt, dat de noodige afschrijvingen behoorlijk vere richt zijn, mag men over dit financieel re sultaat tevreden :ijn. Op elk der perceelen Dr. Kyyperstraat 3 en 5 is in het afgeloopon jaar "f 1999 afge schreven, waardoor deze beide thans elk voor f 1 op de balans voorkomen. Ook het meubilair eji de bibliotheek is tot op f 1 afgeschreven. Voorts werd de reserve voor koersver schillen en de algemeene reserve respect opgevoerd van f 5635.S7 en f 836-1.60 tot f 11535.87 en f 20974.01. Er is dus voldoen de rekening gehouden met de risico's, waar aan beleggingswaarden vooral in onzen tijd bloot staan. Bovendien mocht de commissie, die ad- es uitbracht over de rekening en verant woording, met voldoening constateeren, dat de hypotheken aan particulieren ondanks den algemeenen teruggang, behoorlijk ge dekt bleken te zijn. Het kapitaal bedroeg op 31 Dec. 1935 f 1001.565,49 terwijl de reserve voor koers verschillen en de algemeene reserve samen f 32509.S8 groot waren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1