Vereen, van Chr. Onderwijzers
BINNENLAND.
SPLENDICOL
DINSDAG 6 JUNI 1933
TWEEDE BLAD PAG.
ALGEMEENE VERGADERING
TE DELFT
HERDENKING VAN DEN VADER
DES VADERLANDS
Vandaag en morgen wordt te Delft de
jaarlijksche algemeene vergadering gehou
den van de Vereeniging van Chr. Onderwij
zers en Onderwijzeressen in Nederland en
Overzeeschc Gewesten. De Oude Prinsenstad
was dit jaar tot plaats van samenkomst ge
kozen in verband met de herdenking van
den 400-jarigen geboortedag van Prins Wil
lem van Oranje.
Hedenmiddag nam de algemeene verga
dering, die in de Stadsdoelen gehouden
wordt, een aanvang.
De voorzitter, de heer J. Hobma, van
Utrecht, opende het samenzijn op de in onze
klingen gebruikelijke wijze.
Na een toespraak van den voorzitter der
regeringscommissie hield de voorzitter zijn
Openingsrede.
Spr. geide, dat 't vanzelf spreekt, dat ook
deze algemeene vergadering staat in het
teeken van de herdenking van den Vader
des Vaderlands.
Dankbaarheid voor den zegen, in hem aan
onze natie geschonken, liefde voor Koningin
en Vaderland drongen (natuurlijk in die
richting.
Het is een groot voorrecht, zegt spr., dat
wij daarbij zonder eenigen twijfel op u aller
instemming mogen rekenen. Te sterker
spreekt dat, als wij letten op groepen uit
ons Volk, waar in dit opzicht de eenheid
minder groot is, of waar men aan onze hei-
denking liever niet meedoet
Willem van Oranje is ons meer dan de
„verdraao-zarae", meer dan de „opofferings
gezinde". Hij is ons in vollen zin de man
van het Wilhelmus, waaruit wij geen enkel
van de 15 coupletten zouden willen missen.
Er zijn tijden geweest, dat het minder in
eere was, of niet geteld. Doch in de jaren
Ï672, 1748, 1813 en 1874 is het telkens weer
de krachtige uiting van ons volksleven.
Dan, wanneer het: God, Oranje en Neder
land' de leuge is bij het herlevend volksbe
wustzijn
Toen Spr. jong was en dat was om
streeks 1874 zong met het ,,Wien Neer-
landsch bloed", dat geen volkslied kan zijn.
Hoe geheel anders is het thans!
Eigenlijk draagt het Wilhelmus het ka
rakter van proclamatie, en het is geen won
der, dat in tijden van geestelijk verval het
proclameerend volkslied werd doodge
zwegen.
Belangrijk, zegt Spr., is de vergelijking
tusschen het Wilhelmus en de Proclamatie
van onze geëerbiedigde Koningin bij hare
troonsbestijging. Spr. toont door citaten die
groote overeenstemming aan, zoodat blijkt
hoe het eene de historische ontplooiing is
van het andere.
Wat als schoone bloei veel beloofde, is tot
volle eh heerlijke ontwikkeling gekomen.
Hoe zal de toekomst zijn? Wij, die eiken
dag direct medewerken aan de toekomst
van ons Volk, wij mogen dat wel vragen,
vooral in tijden als de onze, die zeer moei
lijk zijn.
Daarom willen wij het voorbeeld volgen
in den Oranjevorst, die frijn weg ging stap
voor stap, vertrouwend op den Potentaat
der potentaten.
Spr. besloot zijn rede met de volgende
woorden, die door de vergadering staande
werden aangehoord:
„Wij, door Gods gunst geroepen tot de
taak om de kinderen onzes Volks te vor
men tot echt Christelijke Nationale mannen
vrouwen,
in dit plechtig oogenbrik van gedenken
aan den Vader onzes Vaderlands,
wij getuigen van de groote dankbaarheid,
die ons vervult voor de leidingen Gods in
onze historie;
wij gevoelen ons gedragen door de trouwe
Gods, door de heilige traditie van ons Vor
stenhuis.
Het verleden, zooals het zich heeft ont
wikkeld tot het Heden, is ons een waarborg
voor de Toekomst
Al zijn de tijden donker, zoodat 6lechts
op ééne plaats telkens valt licht van Boven
wij willen voorwaarts treden, door dat
Licht geleid, tred voor tred; en wij willen
trachten, met Gods hulp, te volbrengen de
taak, die Verleden, Heden en Toekomst ons
opleggen;
wij willen houw en trouw bewaren aan
de geliefde Telg uit den Oranjestam, die
ons regeert bij Gods gratie.
Op God vertrouwende en met de bede, dat
Hij ons sterke tot het volbrengen van dit
ons heilig voornemen, bevestigen wij in dit
uur van krachtig Nationaal beleven onze
innige liefde voor ons hoog bezit in het
innig samengaan van God, Oranje en Ne-
derland!'* (Luid applaus).
Na het zingen van twee coupletten van
het Wilhelmus trok men naar de Nieuwe
Kerk ter herdenking van den 400sten ge
boortedag van den Vader des Vaderlands.
Oranje en zijn tijd.
Spr. ving aan met de opmerking, dat hij
-gens las. dat irien den Prins als een
gewoon mensch moet beschouwen in dien
pin, dat zijn grootheid niet lag in de ver
kondiging van nieuwe oorspronkelijke denk
beelden, maar hierin, dat hij met ijzeren
volharding en gebruik makende van alle
gedienstigheden der praktijk voor een ideaal
heeft gestreden, dat hij zóó hoog stelde, dat
hij daarvoor zijn leven gaf.
Is Oranje kind van zijn tijd, dan moet
men ook zijn ideaal in het licht van zijn
tijd zien. Altijd weer, zooals hij bij den
vredehandel van 1575 en dien van 1579 het
ultimatum stelde: de Spanjaarden het land
uit; herstel van de privilegiën; vrijheid van_
godsdienst
Wij hebben dus Oranje allereerst te her
denken als bevrijder van het „gemeene va
derland".
Dus als rebel? Ja, mits in gansch anderen
zin dan de revolutionair die zich op hem
beroept, bedoelt Bij Oranje gold, na zwaren
dnaerlijken strijd, het „Gode meer gehoor
zaam frijn dan de menschen". Spr. gaf ver
volgens een schets van de ontwikkeling der
verzetsactie bij den Prins, die voor hem
meer en meer gewetenszaak werd. Het is
niet moeilijk, de juistheid der voor het ver
zet aangevoelde gronden: de fictie, dat het
niet tegen den Koning ging. de stelling, dat
de souvereine Prins van Oranje met dén-
koning in wettigen oorlog was; het beroep
op de „blijde incomste" enz. te ontzenuwen.
Tegen den achtergrond van de toenmalige
staatkundige verhoudingen en verkondigde
theorieën (monarchomachen, Calvijn) zijn
zij echter volkomen begrijpelijk. Voor het
eigenlijke argument van den Prins, de
noodweer, hebben wij bescheiden het hoofd
te buigen. Bovendien „er is ook een anti
revolutionaire revolutie". (Groen).
Vervolgens bezag spr. Oranje als handha
ver der vol ksv rij heden. Spr. wees op het
behoudend karakter van den opstand, dien
hij vergelijkt met de Engelsche revolutie
van 16S8, die ook onder een Oranje plaats
greep. Het was niet om omverwerping van-
de constitutie en om het verwijderen van
den landsheer te doen. Integendeel, het ging
om handhaving van het oude staatsbestel
en toen de „verlating" van den koning on
vermijdelijk bleek te zijn, werd een andere
landsheer gezocht- Ook Oranje volgde, zelfs
bij frijn actie van verzet, zooveel mogelijk
de oude vormen, bijv. in zijn verhouding
tot de Staten, waartegenover hij steeds als
's-konings stadhouder optrad. Ook hem was
het om handhaving van den landsheer te
doen. Hij begreep, dat de constitutie dit
tegenwicht tegen regentenaanmatiging en
particularisme niet kon missen. Daarom
aanvaardde hij tenslotte de hem op weinig
aantrekkelijke en onder zeer beperkende
voorwaarden aangeboden souvereiniteit. In
de taal van onzen tijd: Oranje was noch
demo-, noch autocraat Gezag en vrijheid
waren bij hem veilig. Waren zijn denkbeel
den verwezenlijkt, Nederland zou met En
geland de bakermat zijn geweest der con
stitutioneel monarchie.
Eindelijk was Oranje de strijder voor vrij
heid van geweten. Hij stond in dit denkbeeld
niet zoo alleen, als men wel heeft beweert
Maar de publieke opinie bij Roomsch en
on-Roomsch was hem toch tegen, al moet
historisch inzicht ons voorzichtig maken
met het verwijt van persoonlijke bekrom
penheid van wie anders dachten dan hij.
Bij den Prins echter geen aameling. Alleen
zijn drijfveeren, die uiteraard verband hiel
den met zijn geestelijke ontwikkeling,
waren niet steeds dezelfde, eerst alleen po
litiek, daarna vooral religieus. Tenslotte is
de Prins tot geloofsheld gerijpt, al was hij
nooit dogmatisch calvinist en werd het voor
naamste motief, dat hem in dezen beheersch
te, dat de Evangelieleer zelf met het ge
bruiken van geweld ter bevordering van de
uitbreiding van de Waarheid in strijd is.
(Oranje in 1575 aan de Gentsche Calvi
nisten).
tenslotte zal Oranje veel liever zijn ge
weest dan de titels die epr. hem toekende
de eerenaam die „dit arme volk" hem gaf:
Willem-Vader. Het is de verantwoordelijke
taak van den Chr. onderwijzer, aldus spr,,
bij de kinderen van ons volk de Oranje-
Overlevering, die in Willem van Oranje den
Vader des Vaderlands ziet, levend te helpen
houden. Nederland kan Oranje niet vergel
den, wat hij voor ons deed; wel kan het
den dank betalen van onwankelbare trouwe
aan het Huis van Oranje, dat nimmer de
traditie van zijn grooten stichter heeft ver
loochend.
Nadat geeongen werd; Geluckig is het
Land en Gedanckt moet zijn de Heer, trad
in de plaats van Mr. J. A. de Wilde, die
wegens zijn benoeming tot Minister van
Binnenlandsche Zaken verhinderd was voor
de vergadering op de heer M r. G. A. D i e-
p e n h o r s t te Zeist
Van deze rede geven we morgen een
nader verslag
OFFICIEELE BERICHTEN
DEPARTEMENT VAN ONDERWIJS
't is niet erg hoor!
Splendicol lijmt hèt wet En goed ook. dooi
kun. je van op aan. Je kunr dan mei eens
meer zien dat het stuk geweest is. Splendicol
lijmt porcelein. groniet, glas, marmer, celluloid/
hout, leder enz. enz. Splendicol Is bestand
tegen hitte en water. Groote tube 35 cent
Kleine tube 20 cent. Bij drogisteriien enz.
Import H. ten Herkei, Hilversum.
Vraagt ook (Splend-sol vioeioaar *oua-sorae«*
Prochtmiddel voor reporeeren von lekken in
potten, pannen, tanks enz. Per tube 20 cent
ROFFELRIJMEN.
Goed begin
larie van 's-Gravenhage. buitengewoon hoog
leraar aan de Nederlandsche Handelshooge-
school ta Rotterdam.
POSTERIJEN, TELEGRAFIE EN
TELEFONIE
Bjj Kon. besluit ls met ingang van 16 Mei
1933 aan den adjunct-inspecteur der P. T. T..
tervol ontslr
oor het Staatsbedrijf der P.
DEFENSIE
Bjj beschikking van den minister van Defen
sie is de luitenant ter zee 2e klasse h
Tichelman dienende in het commandement de
marine te Willemsoord, dan laten Juli 1933 te
beschikking gesteld.
Kort en krachtig heeft Dr. CoUfa
in de Tweede Kamer het debat
beantwoord.
Dat was weer eens mannentaal!
Dat was weer eens zeer terecht
Zonder spreken het gepraat
Der kleinzielig en weerlegd;
Dat was weer eens echt Colijn:
Kort en krachtig, recht en rond
Hollander in merg en heen
Die geen blad neemt voor tfn mondj
Geen gekronkel, geen gedraai,
Geen gespaar van kool en geit,
En geen Albardasche angst:
„Raak ik een paar stemmen kwijt?";,
Zoo en zooveel is tekort
Zoo en zooveel móét gedekt;
Groote tijden eischen ook
Dat men groote lijnen trekt;
En het blijkt weer als de dag:
Kleine menschen blijven klein
Ook al hullen ze zich in
Vromelijk getinte schijn.
Wie zijn vaderland bemint,
Wie zijn zware plicht verstaat,
Wie beleeft wat hij belijdt,
Wie zich op zijn God verlaat
Vreest niet, weifelt niet, maar werkt,
Slaat de handen aan de ploeg,
Arbeidt want voor looze praat
Is het altijd vroeg genoeg
Met zoo'n mentor aan het hoofd
Van het landelijk gezin
Gaan we, bouwende op God,
Welgemoed de toekomst in.
(Nadruk verboden.) LEO LENS
STEUN VOOR KIPPEN- EN
EENDENHOUDERS
OVERNEMING VAN HET VERLIES.
Namens den minister van Economische
Zaken maakt de Regeeringscommissaris
voor de uitvoering der garantieregeling 1933
ten behoeve van de kippen- en eendenhou-
derij bekend, dat besloten is, de verliezen
voor den pluimveehouder op de kleiner®
eieren tot een gewicht van ten hoogsta
55 kg per 1000 stuks eenigermate te ver-
kleinen, door voor het tijdvak van 5 tot en
met 10 dezer een gedeelte van het verlies,
ten bedrage van f 0.40 per 100 uitgevoerde
kleinere eieren over te nemen.
Ten bate van den eendenhouder is voor
eendeneieren het over te nemen gedeelte in
het verlies voor bovengenoemd tijdvak vast
gesteld op f 0.25 per 100 uitgevoerde eenden-»
eieren.
AT
Frdideih Fridel Meyer startte in de Theems voor een kanotocht rond de Hoe de brandkast van „Hema" te Amsterdam doot
Iritsche eilanden. inbrekers werd achtergelaten.
■HL
Een patrouille Engelsche militaire vliegtuigen op een oefenvlucht, waarbij het doel ivas, een luchthaven
onopgemerkt te naderen*
De Ja>vastraat te Den Haag wordt van een asfaltdck
voorziene
Het Sumatra-huis, taaiste overcnijjsec aer
Haagsche koloniale tentoonstelling, wordt
thans opgeruimd
De „Zwarte Zee", de grootste zeesleepboot ter wereld, die bij Smit Co. te Kinderdijk van
stapel liep, waarbij o. a. een groep schoolkinderen zijn enthousiasme toonde.