Ons PRAATUURTJE Ammonsalpeter „Si" mKmiSBzZ IJZEREN HOOI- EN GRAANBERGE LA'hD- EJV TUlNnODW No. 191 03jai.ii,aiLJL-iltitPia3Wira»tBeMHIlim i.;j-urn 1;iSHiHMSigBitllitijI'r^i,.,BBWffiKgillllllil^lMiBIB^^ fJIfafi'IS l:-l,h'ija;»a.iiia Kg.Hij1,i;.cI i.i.j.'i,:,i,i.,t«i.Miia BEWEZEN!! Adverteeren in „LAND- EN TUINBOUW" heeft succes „Land- en Tuinbouw" bereikt duizenden boeren en tuinders £Je beteekenis van het Nederlandsche Veehouders- en Zuivelbedrijf De Algem. Ned, Zuivclboawl (F.N.Z.) 6Clirijft one: In verband met hetgeen den laateten tijd in vergaderingen besproken en in artikelen geschreven wordft over de veeihouderij en zuivelbereiding icn ons lend, kan het zijn nut hebben, enkdie statistische gegevens en ■vergelijkingen te vermelden, die eenig in- zioht geven in cle beteekenis van dezen tak yen volksbestaan, Volgens in 1932 door de Orieis-Zuived- Ce 11 Ir ate verzamelde gegevens in verband met de uitkeeniaig per koe volgens art. 22. der Crisis-Zuivelwet, zijn er in ons lend 201,669 boerenbedrijven, waarop melkvee gehouden wordt. Nemen wij aan, dat op de helft dezer bedrijven de melkveeteelt de uitsluitende of verreweg overwegende bron ■van inkomsten is (de verhouding grasland tot akkerbouw- en tuinbouwgrond is in ons kind als 65), dan kan men dus zeggen det er rond 100.000 boeren met hun gezin direct in de melkveehouderij hun volledig be staan vinden. Het aantal melkkoeien wondt door de C Z. C berekend op ruim 1,338.000, dat is dus bij 100.000 bedrijven 13y2 koe per be drijf. Op een melkerijbedrijf met 13 koeien kan men rekenen dat de boer met zijn ge zinsleden het werk kunnen verrichten Re kenen wij elk gezin op 5 peisonen, dan zijn er dus in het melkveehoudersbednjf rond 500.000 personen werkzaam. Volgens de bedrijfstelling van 1920 zijn er in het zuivel- en mevlkprodiuctenbedriif rond li,400 mannen en 600 vrouwen werk- ze am. Nemen wij aan dat er van deze 14.400 mannen 10.000 gezinshoofden zijn, die elk twee niet voor derden arbeidende personen te hunnen laste hebben, dan leven er dus uit deze bedrijven 30.000 4,400 600 35.000 personen, zoodat er in diirecten ziin uit het mel'kveehoudens- en zuivelbedrijf 535.000 pereonen leven. Hoeveel personen er indirect, geheel of ten deele, uit deze bedrijven leven, is niet bij eenige benadeling te becijferen. Denken wij slechts aan het vervoer en den verkoop der producten totdat deze bij den consu ment zijn aangeland, aan het maken van werktuigen en gereedschappen, voor de boerderijen zoowel als voor de zuivelfabrie ken, aan het verhandelen en het vervoeren vam het vee, eniz., dan beseffen wij, welik een belangrijk deel, vooral vain de platte landsbevolking, direct of indirect van het veehouders- en zuivelbedrijf afhankelijk is en van welke beteekeni6 deze bedrijfstak \oor de werkgelegenheid in ons land is. Dit komt nog in een duidelijk>.r licht te staan, wanneer men een vergelijking maakt met andere belangrijke takken van volks bestaan, zooals b.v. de mijnbouw met ruim 36.000, de textielindustrie met 54.000 en de metaalindustrie en de scheepsbouw met rond 67000 personen. Ook indien men op deze cijfers een vermendgvudidiiging toepast om te komen tot het totaail uit deze indus trieën levende pensonen, komt men steeds tot getallen, die beneden die van het vee houders- en zuivelbedrijf blijven. De totale melkproductie wordt in ons land berekend op 4.400 millioen kg. Reke nen wij deze op een bruto-waarde van 8 ct. per kg., dan vertegenwoordigt deze dus een inkomen voor 535.000 mensohen van 352 milldoen gulden. De boeren ontvangen daarvan echter thans niet meer dan ge middeld 3y2 cent per kg., zoodat hun geza menlijk inkomen 154 millll. gld. is, waarvan zij met 500.000 personen moeten leven en waarvan zij al hun bedrijf60nkosten nog moeten betalen. Nu de KAMERPLANTEN weer gaan groeien, hebben zij regelmatig oplosbare Kunstmest noodig. Dit is de goede bloem- en zaadwinkels A 40 cent per fleseh. Vraagt de gratis Kleurenfoto's van Uw planten met aanwijzing over het kweeken en verzorgen, bij de Bloem- en Zaadwinkels die POKON-vertegenwoor- diger zijn, van: H. P. BENDIEN POKON FABRIEK MAARDEN Waar het op het oogenblik vooral de vraag is, of tot een gedwongen inkrimping van den melkveestapel moet worden over gegaan omdat wij te veel boter producee- ren, dan wel, dat het daaraan voorafgaand tot een beperking der margarineproductie voor binnenlanidsch gebruik moet komen, i6 het van belang te weten, welke beteeke nis de boter zoowel aQs de margarine voor het volkeinkomen van ons land hebben. En aangezien natuurlijk voor een produc tieregeling als de onderhavige alleen het voor het binuienland bestemde deel der bo ter zoowel als der margarine in aanmer king kan komen, zullen wij bovenstaande vraag ten aanzien van het binmenlandsche debiet van beide producten hebben te beant In 1931, het laatste jaar, dat nog sprake was van en vrije markt, bedroeg de boter- productie. volgens de opgaven der Rijke- zuiveliiuspectie, 84.8 milil. kg. Hiervan werd 29,7 mill, kg (netto) geëxporteerd. Voor bin- nenlendsoh verbruik was due beschikbaar 55.13 milil. kg. De gemiddelde kleinhandels prijs voor boter in dat jaar kan op 1.67 gld per kg worden gesteld, zoodat de opbrengst van dit binnernlanidsche deel der Nederland eche boteiproductie 92.1 mill. glcL was. Teneinde te weten, welk deel hiervan in het binnenland „verdiend" is, moeten wij er van aftrekken de -vaarde der voor de veehouderij gebruikte grondstoffen in den vorm van ingevoerde kunstmest en vee voeder of van de ingevoerde grondstoffen voor de in Nederland gevestigde bedrijven, welke veevoeder of kunstmest maken, als mede de waarde van die hulpstoffen en hulpmiddelen voor de boterbereiding en -verkoop, welke uit het buitenland, iin wel ken vorm van afwerking ook, zijn geïm porteerd. De ingevoerde waarde in de bij het melk- veehoudersbedrijf gebruikte kunstmest stoffen en veevoeder is door ons, na raad pleging van deskundigen, langs directen en langs indirecten weg becijfert. Daarbij bleek dat deze invoerwaarde, voor wat de totale boterprodurctrè betreft, in 1931 29.6 milil. gld. moet bedragen hebben. Voor bet kwantum melk, det voor de boteaiberetidöng voor het binnenland ge bruikt weid. beteekent dit dus (55.1 84.8) x 29,6 millll. gld. 19,2 mill gld. Houdt men voort6 rekening met de opbrengst van de uit deze boterbereiding vrijkomende ondermeik, welke in 1931 11,9 mill gld op bracht, den komt van bovenstaand bedrag 92,1 92,1 11,9 ofwed 89 pet, dus 17,4 mill gld in aftrek vam de uiteindelijke opbrengst der in het bimnenland afgezette boter. Tenslotte moet men op dfrt bedrag nog in mindering brengen, hetgeen er bij de be reiding en den verkoop dezer boter als bui tenlandsch inkomen is te beschouwen. Volgens de ons hieromtrent beschikbare gedetailleerde gegevens, bedroegen de fa bricage- en verkoopkosten, voorzoo ver deze zouden kunnen ontstaan uit het verbruik van artikelen, welke geheel of voor een deel uit den vreemde werden geïmporteerd, zoo als steenkolen, machines en werktuigen, verpakkingsmateriaal, etc., in 1931 pl.m. 15 pet der totale bedrijfsonkosten. Nemen wij aan, dat im zuivelfabrieken toen gemid deld 40 pet der verbruikte steenkool, 30 pot der meöhime6 en gereedschappen en 70 pot van het verpakkingsmateriaal uit het bui tenland afkomstig was, dan berekenen wij, dat er uit dezen hoofde nog 0,75 gld, per 1000 liter verwerkte melk (37 kg. boter) of- wed 2 cent per kg. boter of op de voor het binnenland in 1931 bestemde Nederland sche boterproductie een bedrag van 55.1 mill, x 2 cent of 1.1 müM. in mindering moet worden gebracht Hieruit zi'.n wij dus, dat in 1931 de netto im het biinmeniland verdiende waarde bij de boter 92,1 mill gld minus 17,4 mill gld minus 1.1 milil gld of 73,6 mill gld bedroeg. Ten aanzien van de margarine kunnen hieromtrent de volgende gegevens diienen. De mörgarineprodiuctie bedroog in 1931, volgens de opgaven van het Centraal Bu reau voor de Statistiek, 111,3 mill kg. Hier van werd met birmenlandsohe bestemming verkocht 66,2 mill kg. De do<\enee klein handelsprijs van margarine bedroeg in 1931 f 0.70 per kg., zoodat de in het buiten land verkochte margarine 46,3 mill gld op bracht. De inkoopwaairde der plantaardige en De leeuwerik zingt mooier dan een nach tegaal. Watblief?Datblief? 't Is zoo en om dat het zoo is, is het zoo. Daar praat men niet tegen. Zulke gevallen noemt men hopeloos. lDe leeuwerik zingt mooier dan een nach tegaal, hoorde ik iemand boudweg beweren Dat was op een veehoudersvergadering en het werd door een veehouder beweerd. Niet maar als zijn opinie, niet maar als een op vatting, neen, zoo wós het. Onomstootelijk stond dat vast* Als alle beweringen en mededeelingen op die veehoudersvergadering geuit, naar de zelfde waarde geschat moesten worden, dan zou niet veel van het gesprokene overblijven Maar we veronderstellen, dat dit niet het geval is geweest, omdat de feiten, die mede gedeeld werden niet op een persoonlijke op vatting (die geen algemeene opvatting is), berusten, doch heusche feiten zijn. Als de spreker met deze bewering zi|ii woorden tot „de pers" gericht kracht wil bij zetten, dan heeft hij een averechtsche uit werking bereikt. Misschien bereikt hij, da' de ners voortaan de vergaderingen, waar ze op deze wijze wordt toegesproken, vermijdt, wat voor de veehouders erger zou zijn dan voor de pers, die daar heusch niet voor eer lolletje zit noch voor eigen profiit. Als schamper gesproken wordt over het. bezoek van de pers aan de Margarinefahrio- ken. dan vergeet men. dat de pers ook le zers heeft, die daarin belangstellen. En bo vendien, het was de eerste keer in 60 jaar, dat de Margarine-industrie de pers als gast vroeg en de boerenvergaderingen hebben ons met elkaar meer dan 60 maal in het iaar bij zich. Maar ik vermoed, dat als de. uitnoo- dicing officieel komt zooals ze op de verga dering mondeling, dus officieus, werd ge daan, dat we dan Ik beloof, als 't even kan. van de partij te zijn. Niet omdat ik dat niet ken. Al «nr mijn prille jeugd, die al heel ver achter mil ligt, heb ik het leeren kennen enliefge had. En van vroeg opstaan, waarover d? spreker op die vergadering onder gegluuder der vergadering het had. ben ik heelemaai niet bang. Anderen misschien wel. En zij die het moeten misschien ook. tenminste da» viel uit wat gezegd werd, op te maken. Mis schien zijn deze er banger voor dan zij die het niet behoeven en toch doen. 'k Moest dit even zeggen, omdat de pers op vergaderingen niet spreeekt en omdat ik, hoe ik ook sta tegenover de margarine industrie, het eerste bezoek in 60 jaren tijd, dat de pers aan deze industrie bracht, heel niet kan afkeuren. Ik geloof, dat de spreker de boeren geen dienst bewezen heeft met deze opmerking. De pers moet men niet van zich verwijde ren. Ze heeft te veel invloed. dierlijke vetten en oliën voor de margarine productie bedroeg, berekend uit bovenge noemde gegeveii6. 29,2 milil gld. Wij mee- nen, op grond van een vergelijking met de volgens de hande-lsstatistiieik voor 1931 in gevoerde hoeveelheden en waarden aan ivalvisöhtraan, eoya- en gromdnotenoliie, e.a. maaigariinegrottiidstoffen, aan den beo gen kant te zijn, wanneer wij, om tot de ingevoerde waarde bij de margarine prodnetie te komen, van de opgegeven in- koopwaarde nog een bedrag van 4 millll (voor in Nederland verdiende vrachten) en van IV2 millioen (voor in Nederland ver diende verwerkingskosten) aftrekken en be rekenen dan 29.2 miiM njmus 5,5 miill of 23,7 milil gld ingevoerde waarde bij een to tale mörgarineprodiuctie van 111,3 milil kg. dat is 14,1 miill gld op het kwantum marga rine, dat in het binnenland werd afgezet. Om tot de ails Nedcrlandsoh inkomen toe gevoegde waarde te komen, moet natuur lijk nog in aftrek gebracht worden het gedeelte der fabricage- en verkoopkosten, voor zoover dat ontstaan is wegens bet verbruik van ingevoerde hulpstoffen en machines. Hoeveel dit bedraögt. is door ons bij geen benadering te bepalen. Wel kan men zeggen, det het aandeel van ma chines en verpakkingskosten bij de mar- garineprodiuclje zeer groot is. Stellen wij thans tegenover elkaar, wat er in 1931 aan de door de boterproductie en door bet maigairinebedrijf, voor zoover bed de voor de binmenlandsche markt werk ten, in Nederland aan un.komen gevormd is, dan blijkt diit voor de boter te bestaan uit 73,6 midi gld (ofwel f 1,34 per kilo), terwijl dit inkomen utit de margarine zeker min der is dan 32.2 mild gld of in eik geval nog geen f0.49 per kilo. Bij een productiebeperking van de mar garine gaat er dus volgens dezen maatstaf aan in Nederland verdiend inkomen teloor een bedrag van de helft tot een derde deel van wat anders bij een inkrimping van den meldtveeetapdl het geval zou zijn. Tenslotte moet, teneinde de belangen, welke hier op het sped staan, goed tegen ellkaar te kunnen afwegen, op nog een ander punt gewezen worden. Boven werd voor beide verbruiiksartike- len in Nederland de hier te lande verdien de waarde berekend. Doch het is nog lang niet hetzelfde te spreken van op Neder- landschen bodem verdiend inkomen. Hier spreekt de bestemming een woordje mee. Wat er in Nederland aan de geheele bo ter- zoowel ads aan de mangarineprodaictie (dius met inbegrip van het geëxporteerde kwantum) aan inkomen ontstaan is 1931, werd door ons elders berekend. Nederlandsch volkeinkomen in den wa ren zin van het woord nu is het inkomen dat bij de boterproductie ontstaat. Dit be drag wordt verdiend als arbeidsinkomen, pacht of rente van den inventaris door de honderdduizenden boeren en arbeid ere, die er bun bestaan in moeten vinden. Bij de boter dekken zich dus de twee bovenge noemde begrippen. Maar bij margarine? Et zijn in de margarine-<iindusirie in Neder land nog geen 3.500 anbeidere werkzaam. Naast bet loon van de betrekkelijk zeer weinige arbeiders in dit kapitaalintensieve bedrijf zijn bet de aandeelhouders, dlie een belangrijk deel in den vorm van rente en dividend tot zioh trekken. En wie zegt ons hoe groot bet percentage i6, dat op die ma nier paar bet buitenland verhuist? WEET GE V» dat de drie Centrale Landbouw-organisaties zich tot de Crisis-commissie-Lovink heb ben gewend met de vraag of deze de tijd nog niet gekomen acht om Neder landsche bierbrouwerijen de verplich ting op te leggen inlandsche gerst te verwerken inplaats van buitenlandsche. EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN Inlichtingen worden verstrekt door het Landbouwkundig Bureau der Staatsmijnen te Lutterade (L.). Dat zien de menschen wel in. Daarom wordt in Berlijn een congres ge houden van de Internationale Landbouw- pers. Men wil komen tot algemeene samen werking vaai de landbouwbladen in verschil lende landen. Dat kan een goed ding wor den. Land- en tuinbouw hebben interna tionale belangen. Die moeten en kunnen In ternationaal behartigd worden. Op dit congres zijn vertegenwoordigers van verschillende landen bijeen. Ze komei. uit Duitschland, Nederland, België, Fran krijk, Italië, Zwitserland en Tsjeoho-Slo- wakije. Dat kan goede resultaten hebben zoo'n sa- menspreking. Beter dan de POLEMIEK TUSSCHEN REGEE- RïNGSCOMMISSARIS EN ZUI- VELBONDSECRETARIS. Dat is een onverkwikkelijke geschiedenis vind ik. En waar de bedoelde Zuivedbond- secretaris ook lid is van de Crisiszuivel Cen trale zal deze publieke „bekvechterij" (ze heeft plaats in een vakblad) de zoo noosr uoodige overeenstemming niet bevorderen 't Gaat over de wijze van steunen, over de Achterhakkers 13-16, DORDRECHT hebben van eigen teelt af te geven: PLAN TEN van SPRUITKOOL, KOGEL en WESTL., WITTEKOOL, SAVOYE GROENE PUTJES en GROENE LATE, ROODEKOOL ad 2 50 per 1000 stuks en LECERF BLOEMKOOL ad. 3.— W ereldlarweverbouw Er wordt in 1933 ongeveer 4 a 5 millioen H.A. minder met tarwe beteeld dan in 1932. Het Internationaal Landbouw Instituut te Rome heeft de volgende inlichtingen gepu bliceerd over de in verschillende landen met wintertarwe beteeide oppervlakte. Hoewel nog niet over voldoende gegevens omtrent alle landen wordt beschikt, is het thans toch mogelijk zich een denkbeeld te vormen van de verschillen, welke ongeveer bestaan tusschen de dit jaar bezette opper vlakten en die van verleden jaar. De desbe treffende cijfers, welke den laatsten tijd zijn vastgesteld, geven den indruk, dat do herfst uitzaai in Europa in omvang eenige hon derdduizenden H.A. grooter is, terwijl te rekenen valt met een vermindering van on geveer 1.700.000 H.A. in Sovjet-Rusland, 200.000 H.A in Noord-Amerika, 500 000 H.A Britsch-Indië en 200.000 HA in Noord- Afnka. Indien voorts rekening wordt ge houden met de omstandigheden, dat het aantal H.A, dat in de Vereen. Staten van Amerika door droogte en winterkoude be schadigd is, dit jaar buitengewoon groot is het wordt daar te lande op meer dan 30% de totale beteeide oppervlakte geschat dan kan bij benadering worden vastge steld, dat de totale oppervlakte in alle pro ductie-landen, waarop den komenden zomer de oogst van wintertarwe zal plaats hebben 4 A 5 millioen HA kleiner zal zijn dan die van 193J Ten aanzien van den uitzaai van zomer tarwe, welke thans op het noordelijk half rond plaats heeft, is een overzicht nog niet mogelijk. Volgens den uitslag van het on derzoek van 1 Mei j.l inzake de plannen van de landbouwers dienaangaande, zou in de Vereen. Staten van Amerika een geringe vermindering (2.5 in vergelijking met verleden jaar mogen worden verwacht. In dien men echter niet uit het oog verliest, dat de tarweprijs in Chicago sedert 1 Maart j.l. met 30 gestegen is, dan moet 't waar schijnlijk worden geacht, dat de plannen van de landbouwers inmiddels gewijzigd zijn. Hiertoe bestaat mede aanleiding in ver band met de zeer geringe opbrengst, welke van de wintertarwe verwacht wordt. In Canada verwacht men op grond van een overeenkomstig onderzoek naar de plannen van de betrokken landbouwers, dat de omvang van de teelt van zomertanvo 5% pet. geringer zal zijn dan in 1932. Het is niet mogelijk na te gaan in hoeverre do gewijzigde toestand in de Vereen. Staten van Amerika dat percentage alsnog zal beïnvloeden. In Sovjet-Rusland worden moeilijkheden ondervonden bij het verzamelen en verdee- len van het voor den uitzaai benoodigde zaaigraan. In verband hiermede is twijfel gerezen ten aanzien van de mogelijkheid de totale, volgens het daar te lande bestaan de plan op 23.2 millioen HA vastgestelde oppervlakte te betelen. In het voorjaar van 1932 bedroeg die oppervlakte 21.7 millioen HA of 7 (1.5 millioen) minder. Op het zuidelijk halfrond is men bezig met de voorbereidende werkzaamheden voor den uitzaai, welke in Mei en Juni plaats zal hebben. De omvang van de daan-oor in aanmerking komende oppervlakte zal wor den beïnvloed door de vooruitzichten van den oogst pp het noordelijk halfrond en door de prijzen, welke tijdens den uitzaai zulien gelden. Qntluiking en bloei van boomen en heesters Mededeeling van de plantkundige >afdeeling van de Nederlandsche Phaenologische Vereeniging. De ervaring van een lange reeks phaeno logische waarnemingen heeft geleerd, dat een periode van flinke koude in den winter stimuleerend werkt op de ontwikkeling dor kuioppen in het voorjaar. Ook in den afge- loopen winter beeft de koude in de tweede helft van Januari zulk een invloed gehad. Vóór dien tijd was het vrij zacht, maar daardoor alleen waren de vroegste planten, hazelaar en sneeuwklokje, niet bijzonder vervroegd. Na de vorstperiode begonnen de knoppen in Februari te zwellen, maar eerst in de tweede helft van Maart was de tempera tuur zoodanig, dat de ontluiking werkelijk H.H. LANDBOUWERS Wij leveren voor buitengewoon LAGEN PRIJS: waarvan de kap door Veiligheidslieren op lichte en vlugg |t)e77 wijze kan rijzen en dalen. Persoonlijk bezoek en prijsopgav verplicht tot niets. H. HARING - TELEF. 128 - BOSKOOP Firma DE VRIES VAN DER Lange Breestraat 37 -39, Telefoon 3218 SMEERKIT ideaal dekmiddel voor oude en lekke kassen, kan met kwast koud worden verwerkt LEEDEN DORDRECHT sneller dan gewoonlijk begon te verloopen. April was tot. den 12en vrij warm, zoodat de bloei van kersen en peren een kleine week eerder viel dan in een gemiddeld jaar Doordat de bloei ook bijzonder rijk was maakte hij nog meer den indruk van vroeg tijdigheid dan in werkelijkheid het geval was. Ook de ontluiking van de kastanje was vroeg: 7 April tegen 13 April normaal. Op dit zachte weer volgde een periode van guur weer met nachtvorsten van 14 tol 23 April. De bloeiende boomen hadden veel te lijden en de ontwikkeling van de rest kwam tot stilstand. Doordat van 24 April af opnieuw mild voorjaarsweer heerschte, ging de ontluiking daarna weer met groote snelheid verder. De beuk, die in het alge meen nogal kalendervast is, was op 28 April slechts twee dagen 'e laat de eik op 1 Mei één dag te vroeg. Voordat deze war me periode op 6 Mei een einde nam, kwa men nog eenige boomen en heesters ver vroegd in bloei. Sering op 3 Mei (normaal 7 Mei), de kastanje op 5 Mei (normaal 9 Mei) en de lijsberbes op 6 Mei (normaal 13 Mei). Van 6 tot 18 Mei was het weer heel koel (twee weken met de „ijsheiligen" in het mid den). Daardoor kwam de gouden regen vijf dagen na de lijsterbes in bloei, tegen twee dagen in een gemiddeld jaar. Dit koele tijd perk had intusschen ook een gevolg, dat meer gewaardeerd is dan de koude als zoo danig en wel den bijzonder langdurigen bloei van vele van onze fraaie sierboomen- en heesters: de bloeiende kastanjes en se ringen bleven weken iang frisch en ook het groen van de boomen behield de maagdelij ke tint van de lente. In andere jaren is dit voorjaarsbeeld veel vlugger verdwenen. Over het geheel genomen was het voor jaar van 1933 iets te vroeg, als resultaat van de warme tijdperken van begin April en eind April tot begin Mei, tegengewerkt door de koele perioden in het midden van elk dezer beide maanden. De phaenologische gegevens zijn verstrekt door Dr. H. Bos te Wageningen, die de ge middelde, data heeft berekend uit zijn waar nemingen in het 25-jarig tijdvak 1894-1918- j^oorgedraaide tuinbouwproducten Aan het door ons in ons hoofdblad van Vrijdag 26 Mei medegedeelde, omtrent de minimum-veilingprijzen der tuinbouw-pro- ducten kan nog het volgende aan het door den Regeeringscommissaris bepaalde wor den toegevoegd: Indien aan een veiling producten door draaien moet daarvan direct telegrafische mededc-eling geschieden aan het kantoor Javaslraat 80, telegram-adres: Prijsco Haag. Deze mededeeling moet denzelfden dag schriftelijk worden bevestigd met de juiste opgaven van de hoeveelheden artikelen, die zijn doorgedraaid, nadat een splitsing heeft plaats gevonden tusschen hetgeen wel en hetgeen niet aan de volgende minimum- eischen voldoet: De producten moeten zijn versch ge oogst, cractisch niet beschadigd door hagel, vorst of wind, niet aangetast door rupsen, insecten of plantenziekten en vrij van tccltgebreken. De sorteering dezer producten moet ge lijkmatig ziin en in overeenstemming met de daaromtrent bestaande goede handelsgebruiken, terwijl verpakking verzorging eveneens hieraan moeten vo De veilingen zijn aansprakelijk voor juistheid harer opgaven, evenals voor vakkundige beoordeeling en splitsing va hetgeen niet en heigeen wél aan de hie boven ir.inimumrisclien voldoet Het is daarom noodig, dat aan iedet veiling hiervoor een vakkundig persoo wordt aangewezen, of dat hiervoor de ve lingmeester wordt aangesteld. Indien bij de controle, die zal worden ui geoefend, blijkt, dat geen behoorlijk snlitsing plaats vindt, of dat de opgave onjuist zijn, kan dit een reden zijn oi de veilingen van de vergoeding van de m nimumprijzen en eventueelen verderen sten uit to sluiten. De controle zal zoo snel mogelijk worde uitgevoerd. Indien de controle niet binne 24 uur heeft plaats gehad, mag de veillc zonder deze controle verder af tc wachte tot vernietiging van het doorgedraaide pr duet overgaan. Indien het bedrag der doorgedraaide pr ducten blijft beneden een bedrag van f 2 kan de telegrafische mededeeling achte wege blijven en kunnen de veilingen vo staan met de schriftelijke opgaven. Gekleurde spreeuwen Een vogelkundig vraagstuk, waarbij o. de fruitteelt groot belang heeft is de kwe tie waar de spreeuwen vandaan komen, d in den pluktijd vaak zoo schadelijk zijn kersenboomgaarden. Een gedeelte dezer gels is ongetwijfeld uitgebroed in de strei waar zij de schade doen, maar anderen zij van elders aangevlogen. Zelfs jonge, nc maar kort te voren uitgevlogen spreeuwe verplaatsen zich in Juni reeds over groo afstanden. Do Plantenziektekundige Dien te Wageningen tracht nu iets meer te web te komen over de trek bewegingen dez vogelspin verband daarmede zijn thans Wageningen eenige honderden jonge sproei wen, kort voordat zij uit het nest vloge aan linker- of rechterzijde zwart gekleur De kleur is op zoodanige wijze op de vee aangebracht, dat de vogels daarvan niet minste hinder ondervinden. Deze joi. spreeuwen, die aan één zijde hun natuu lijke kleur (grijs) vertoonen en aan de anderen kant zwart zijn, vallen onder hu soortgenooten natuurlijk sterk op. De zwa te kleur blijft zichtbaar, totdat de eers rui intreedt, dat is tot September. De Plantenziektekundige Dienst te Wag ningen verzoekt allen, die daartoe in de g legenheid zijn, waarnemingen te doen ovi het voorkomen van deze eenzijdig gekleu de spreeuwen en daarvan mededeeling doen met opgave van plaats, datum en aai tal. Daar de waarnemingen, die gevraag worden, in de meeste gevallen geheel to vallig zullen zijn en het succes van het oi derzoek afhangt van de inzending van o gaven, wordt de medewerking van ieder, d in de gelegenheid komt een waarneming doen, ingeroepen. De kleuring der vogels is zoo opvallen dat alle waarnemingen op een afstand g daan kunnen worden en het is dus in gee enkel opzicht noodig spreeuwen ten behoei van dit onderzoek te vangen. wegwerk ing der overschotten, dus over runa veebeperking of margarinebeperking, clet jammer, dat daarbij op de volgende wi]z>* gevochten wordt: De een zegt o.m.: „Wellicht ben ik dom mer dan u, doch zóó dom ben ik toch niet. dat ik déze domheid zou uithalen" En daarop antwoordt de ander: „Het oor deel over ons beider graad van domheid zul len wij maar aan anderen overlaten" Zie, dat is al te mal doen voor zulke groote heeren bij zulke gewichtige aangelegenhe- Zoo wordt er op het oogenblik ook gestre den, doch niet op zoo'n wijze over Nu weet ik geen steek van sllicalcalk a» Ruim een jaar geleden kreeg ik korten tijd na elkaar twee brochures met dien naam toe gestuurd. Daaruit vernam ik voor het eers» van dien naam en daaruit moest ik mijn ker« nis over deze nieuwe (kalk) meslstof put ten. Doch aangezien deze brochure geschre ven werd door nauw belanghebbenden bij deze stof moet zoo'n eerste kennismaking natuurlijk een beetje gereserveerd zijn. Da behoeft niet altijd. Als men bij ervaring wee) dat een belanghebbende bij een bepaalde zaak zuiver eerlijk en onbevangen en schrijft en geen openlijke of bedekte aanvallen od concurreerende (ook goede) produrtpn dop» (wat helaas niet altijd geschiedt, zooals we laatst zagen) dan is er geen enkele reden om wantrouwend te zijn. Maar zoo'n eerste kennismaking, als men elkaar noc niet kent. dan blijft men ron'n beetje op een afstand, nietwaar? Ook door het Rijkslandhoüwproefstation is Silicakalt- nog niet als waardevolle meststof aange merkt. De fijnheid, die zooals geleerd word' zoo'n belangrijke rol speelt bij de kalkvoe- ding van de plant (vandaar dat de kalk uit slakkenmeel zoo goede resultaten heefO laat bil Silicakalk nog wel wat te wenschen over. Er gaat maar 48 pet. door de ühomas- meel zelf Ook de prijs is wel hoog. Beter dan mergel zal het niet zijn, wei veel duurder, en wat de vergelijking met de kalk uit Thornasslakkenmeel aangaat, daar bij valt ze ook heel weg gelooven we. Waar mee we natuurlijk niet zeggen, dat 't straks geen meststof kan worden, die voor ons van belang is. Ze komt pas kijken. Er kan nog heel wat ten goede veranderen. Dat wordt wel tijd voor de groenten ook 'k Bedoel dat ten goede veranderen, 'k Hen hier een lijstje van waren. En dit lijstje betreft alleen nog maar Noord-Holland. Roode kool 94.000 Kg., gele kool 137,000, witte kool 14% millioen Kg.. Foode kool 5 milioen Kgman schei uit! Dat is niet om aan te hooren. En dat in rip- zon crisistijd. Het tijdvak van October toi 1 Mei 1.1. Zelfs spinazie, de voorjaarsgroenle zien we vermeld staan met niet minder dan 157,000 Kg. die onverkoopbaar was. En dat zijn de cijfers die de veilingen ge ven. Dan komt er, hoewel niet zooveel meer nog hij dp producten, die men zelf al vernie tigde, weg schoffelde of in eigen verkoop nam, doch niet kwijt kon. Neen 't is nu anders in land- en tuinbouw dan in vroeger jaren, toen ook veel geklaagd werd, doch de boeren, volgens Dr. Schnep- man, de bekende staatsman in die dagen, on danks 't feit, dat ze veel geschoren werden toch nog steeds wol overhielden. Thans is het zoover dat er niet alleen geen wol meer over is, doch de huid gaat er ook nog af. De tijden veranderen wel. Ook in Duifseti land. Daar is (in Pruisen) een nieuw web ontwerp ingevoerd waardoor In plaats van de grondslagen van het R meinsche recht, dat den bodem tot koopwaï gemaakt hoeft, keert men tot het Germaai sche recht terug, dat een vrijen'verkoop va bodem verbiedt. De boer mag slechts één boerderij hebb< en slechts één kind kan erfgenaam zijn. I mede-erfgenamen kunnen er verzorgd wo den, in zooverre ze zonder schuld in no( geraakt zijn; kunnen dan een z.g. „Heima zuflucht." op de boerderij vinden. Verder is vastgesteld, dal zulk een bez slechts door hem geërfd kan worden, d Duitsch bloed heeft. De boei'derij mag slech zoo groot zijn, dat er Door een van de ministers werd nog gedeeld in een nadere verklaring van d« wet, dat volgens dit nieuwe recht de erfg namen van een boer, die huwt met e« vrouw, die niet van Duitschen stam is. bli vend onbekwaam zullen zijn, erfgenaam worden van een erfhof. Bezitters van landgoederen zijn geen bo! ren, want zij hebben geen verbondenhei met den grond, doch slechts een bundel aa deel en. Een met gevangenisstraf gestraft man ka nooit boer zijn. De nieuwe wet schept voor den Duitsrhe boer een onbelast bezit. Het begrip hyp fcheekschuld hpstaat niet. meer; de ar zonder schulden. Nu ben ik achter de asem. Waar anders van verbazing altijd ee klomp breekt, zijn nu beide gescheuri k 1-Ieb geen centen om nieuwe te koopei ga ze dus netjes krammen en daarom, Tot de volgende week. PRAATJESMAKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 12