Ons PRAATUURTJE
Ammonsalpeter „Si"
mKmiSBzZ
IJZEREN HOOI- EN GRAANBERGE
LA'hD- EJV TUlNnODW No. 191
03jai.ii,aiLJL-iltitPia3Wira»tBeMHIlim i.;j-urn 1;iSHiHMSigBitllitijI'r^i,.,BBWffiKgillllllil^lMiBIB^^ fJIfafi'IS l:-l,h'ija;»a.iiia Kg.Hij1,i;.cI i.i.j.'i,:,i,i.,t«i.Miia
BEWEZEN!!
Adverteeren in „LAND- EN
TUINBOUW" heeft succes
„Land- en Tuinbouw"
bereikt duizenden
boeren en tuinders
£Je beteekenis van het Nederlandsche
Veehouders- en Zuivelbedrijf
De Algem. Ned, Zuivclboawl (F.N.Z.)
6Clirijft one:
In verband met hetgeen den laateten tijd
in vergaderingen besproken en in artikelen
geschreven wordft over de veeihouderij en
zuivelbereiding icn ons lend, kan het zijn
nut hebben, enkdie statistische gegevens en
■vergelijkingen te vermelden, die eenig in-
zioht geven in cle beteekenis van dezen tak
yen volksbestaan,
Volgens in 1932 door de Orieis-Zuived-
Ce 11 Ir ate verzamelde gegevens in verband
met de uitkeeniaig per koe volgens art. 22.
der Crisis-Zuivelwet, zijn er in ons lend
201,669 boerenbedrijven, waarop melkvee
gehouden wordt. Nemen wij aan, dat op de
helft dezer bedrijven de melkveeteelt de
uitsluitende of verreweg overwegende bron
■van inkomsten is (de verhouding grasland
tot akkerbouw- en tuinbouwgrond is in ons
kind als 65), dan kan men dus zeggen det
er rond 100.000 boeren met hun gezin direct
in de melkveehouderij hun volledig be
staan vinden.
Het aantal melkkoeien wondt door de
C Z. C berekend op ruim 1,338.000, dat is
dus bij 100.000 bedrijven 13y2 koe per be
drijf. Op een melkerijbedrijf met 13 koeien
kan men rekenen dat de boer met zijn ge
zinsleden het werk kunnen verrichten Re
kenen wij elk gezin op 5 peisonen, dan zijn
er dus in het melkveehoudersbednjf rond
500.000 personen werkzaam.
Volgens de bedrijfstelling van 1920 zijn
er in het zuivel- en mevlkprodiuctenbedriif
rond li,400 mannen en 600 vrouwen werk-
ze am. Nemen wij aan dat er van deze 14.400
mannen 10.000 gezinshoofden zijn, die elk
twee niet voor derden arbeidende personen
te hunnen laste hebben, dan leven er dus
uit deze bedrijven 30.000 4,400 600
35.000 personen, zoodat er in diirecten ziin
uit het mel'kveehoudens- en zuivelbedrijf
535.000 pereonen leven.
Hoeveel personen er indirect, geheel of
ten deele, uit deze bedrijven leven, is niet
bij eenige benadeling te becijferen. Denken
wij slechts aan het vervoer en den verkoop
der producten totdat deze bij den consu
ment zijn aangeland, aan het maken van
werktuigen en gereedschappen, voor de
boerderijen zoowel als voor de zuivelfabrie
ken, aan het verhandelen en het vervoeren
vam het vee, eniz., dan beseffen wij, welik
een belangrijk deel, vooral vain de platte
landsbevolking, direct of indirect van het
veehouders- en zuivelbedrijf afhankelijk is
en van welke beteekeni6 deze bedrijfstak
\oor de werkgelegenheid in ons land is.
Dit komt nog in een duidelijk>.r licht te
staan, wanneer men een vergelijking maakt
met andere belangrijke takken van volks
bestaan, zooals b.v. de mijnbouw met ruim
36.000, de textielindustrie met 54.000 en de
metaalindustrie en de scheepsbouw met
rond 67000 personen. Ook indien men op
deze cijfers een vermendgvudidiiging toepast
om te komen tot het totaail uit deze indus
trieën levende pensonen, komt men steeds
tot getallen, die beneden die van het vee
houders- en zuivelbedrijf blijven.
De totale melkproductie wordt in ons
land berekend op 4.400 millioen kg. Reke
nen wij deze op een bruto-waarde van 8 ct.
per kg., dan vertegenwoordigt deze dus
een inkomen voor 535.000 mensohen van
352 milldoen gulden. De boeren ontvangen
daarvan echter thans niet meer dan ge
middeld 3y2 cent per kg., zoodat hun geza
menlijk inkomen 154 millll. gld. is, waarvan
zij met 500.000 personen moeten leven en
waarvan zij al hun bedrijf60nkosten nog
moeten betalen.
Nu de KAMERPLANTEN weer gaan
groeien, hebben zij regelmatig oplosbare
Kunstmest noodig. Dit is
de goede bloem- en zaadwinkels A 40 cent
per fleseh. Vraagt de gratis Kleurenfoto's
van Uw planten met aanwijzing over het
kweeken en verzorgen, bij de Bloem- en
Zaadwinkels die POKON-vertegenwoor-
diger zijn, van:
H. P. BENDIEN
POKON FABRIEK MAARDEN
Waar het op het oogenblik vooral de
vraag is, of tot een gedwongen inkrimping
van den melkveestapel moet worden over
gegaan omdat wij te veel boter producee-
ren, dan wel, dat het daaraan voorafgaand
tot een beperking der margarineproductie
voor binnenlanidsch gebruik moet komen,
i6 het van belang te weten, welke beteeke
nis de boter zoowel aQs de margarine voor
het volkeinkomen van ons land hebben.
En aangezien natuurlijk voor een produc
tieregeling als de onderhavige alleen het
voor het binuienland bestemde deel der bo
ter zoowel als der margarine in aanmer
king kan komen, zullen wij bovenstaande
vraag ten aanzien van het binmenlandsche
debiet van beide producten hebben te beant
In 1931, het laatste jaar, dat nog sprake
was van en vrije markt, bedroeg de boter-
productie. volgens de opgaven der Rijke-
zuiveliiuspectie, 84.8 milil. kg. Hiervan werd
29,7 mill, kg (netto) geëxporteerd. Voor bin-
nenlendsoh verbruik was due beschikbaar
55.13 milil. kg. De gemiddelde kleinhandels
prijs voor boter in dat jaar kan op 1.67 gld
per kg worden gesteld, zoodat de opbrengst
van dit binnernlanidsche deel der Nederland
eche boteiproductie 92.1 mill. glcL was.
Teneinde te weten, welk deel hiervan in
het binnenland „verdiend" is, moeten wij
er van aftrekken de -vaarde der voor de
veehouderij gebruikte grondstoffen in den
vorm van ingevoerde kunstmest en vee
voeder of van de ingevoerde grondstoffen
voor de in Nederland gevestigde bedrijven,
welke veevoeder of kunstmest maken, als
mede de waarde van die hulpstoffen en
hulpmiddelen voor de boterbereiding en
-verkoop, welke uit het buitenland, iin wel
ken vorm van afwerking ook, zijn geïm
porteerd.
De ingevoerde waarde in de bij het melk-
veehoudersbedrijf gebruikte kunstmest
stoffen en veevoeder is door ons, na raad
pleging van deskundigen, langs directen en
langs indirecten weg becijfert. Daarbij bleek
dat deze invoerwaarde, voor wat de totale
boterprodurctrè betreft, in 1931 29.6 milil.
gld. moet bedragen hebben.
Voor bet kwantum melk, det voor de
boteaiberetidöng voor het binnenland ge
bruikt weid. beteekent dit dus (55.1 84.8)
x 29,6 millll. gld. 19,2 mill gld. Houdt
men voort6 rekening met de opbrengst van
de uit deze boterbereiding vrijkomende
ondermeik, welke in 1931 11,9 mill gld op
bracht, den komt van bovenstaand bedrag
92,1 92,1 11,9 ofwed 89 pet, dus 17,4 mill
gld in aftrek vam de uiteindelijke opbrengst
der in het bimnenland afgezette boter.
Tenslotte moet men op dfrt bedrag nog in
mindering brengen, hetgeen er bij de be
reiding en den verkoop dezer boter als bui
tenlandsch inkomen is te beschouwen.
Volgens de ons hieromtrent beschikbare
gedetailleerde gegevens, bedroegen de fa
bricage- en verkoopkosten, voorzoo ver deze
zouden kunnen ontstaan uit het verbruik
van artikelen, welke geheel of voor een deel
uit den vreemde werden geïmporteerd, zoo
als steenkolen, machines en werktuigen,
verpakkingsmateriaal, etc., in 1931 pl.m.
15 pet der totale bedrijfsonkosten. Nemen
wij aan, dat im zuivelfabrieken toen gemid
deld 40 pet der verbruikte steenkool, 30 pot
der meöhime6 en gereedschappen en 70 pot
van het verpakkingsmateriaal uit het bui
tenland afkomstig was, dan berekenen wij,
dat er uit dezen hoofde nog 0,75 gld, per
1000 liter verwerkte melk (37 kg. boter) of-
wed 2 cent per kg. boter of op de voor het
binnenland in 1931 bestemde Nederland
sche boterproductie een bedrag van 55.1
mill, x 2 cent of 1.1 müM. in mindering
moet worden gebracht
Hieruit zi'.n wij dus, dat in 1931 de netto
im het biinmeniland verdiende waarde bij
de boter 92,1 mill gld minus 17,4 mill gld
minus 1.1 milil gld of 73,6 mill gld bedroeg.
Ten aanzien van de margarine kunnen
hieromtrent de volgende gegevens diienen.
De mörgarineprodiuctie bedroog in 1931,
volgens de opgaven van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek, 111,3 mill kg. Hier
van werd met birmenlandsohe bestemming
verkocht 66,2 mill kg. De do<\enee klein
handelsprijs van margarine bedroeg in
1931 f 0.70 per kg., zoodat de in het buiten
land verkochte margarine 46,3 mill gld op
bracht.
De inkoopwaairde der plantaardige en
De leeuwerik zingt mooier dan een nach
tegaal.
Watblief?Datblief? 't Is zoo en om
dat het zoo is, is het zoo.
Daar praat men niet tegen.
Zulke gevallen noemt men hopeloos.
lDe leeuwerik zingt mooier dan een nach
tegaal, hoorde ik iemand boudweg beweren
Dat was op een veehoudersvergadering en
het werd door een veehouder beweerd. Niet
maar als zijn opinie, niet maar als een op
vatting, neen, zoo wós het. Onomstootelijk
stond dat vast*
Als alle beweringen en mededeelingen op
die veehoudersvergadering geuit, naar de
zelfde waarde geschat moesten worden, dan
zou niet veel van het gesprokene overblijven
Maar we veronderstellen, dat dit niet het
geval is geweest, omdat de feiten, die mede
gedeeld werden niet op een persoonlijke op
vatting (die geen algemeene opvatting is),
berusten, doch heusche feiten zijn.
Als de spreker met deze bewering zi|ii
woorden tot „de pers" gericht kracht wil bij
zetten, dan heeft hij een averechtsche uit
werking bereikt. Misschien bereikt hij, da'
de ners voortaan de vergaderingen, waar ze
op deze wijze wordt toegesproken, vermijdt,
wat voor de veehouders erger zou zijn dan
voor de pers, die daar heusch niet voor eer
lolletje zit noch voor eigen profiit.
Als schamper gesproken wordt over het.
bezoek van de pers aan de Margarinefahrio-
ken. dan vergeet men. dat de pers ook le
zers heeft, die daarin belangstellen. En bo
vendien, het was de eerste keer in 60 jaar,
dat de Margarine-industrie de pers als gast
vroeg en de boerenvergaderingen hebben
ons met elkaar meer dan 60 maal in het iaar
bij zich. Maar ik vermoed, dat als de. uitnoo-
dicing officieel komt zooals ze op de verga
dering mondeling, dus officieus, werd ge
daan, dat we dan
Ik beloof, als 't even kan. van de partij te
zijn. Niet omdat ik dat niet ken. Al «nr
mijn prille jeugd, die al heel ver achter mil
ligt, heb ik het leeren kennen enliefge
had. En van vroeg opstaan, waarover d?
spreker op die vergadering onder gegluuder
der vergadering het had. ben ik heelemaai
niet bang. Anderen misschien wel. En zij
die het moeten misschien ook. tenminste da»
viel uit wat gezegd werd, op te maken. Mis
schien zijn deze er banger voor dan zij die
het niet behoeven en toch doen.
'k Moest dit even zeggen, omdat de pers
op vergaderingen niet spreeekt en omdat ik,
hoe ik ook sta tegenover de margarine
industrie, het eerste bezoek in 60 jaren tijd,
dat de pers aan deze industrie bracht, heel
niet kan afkeuren. Ik geloof, dat de spreker
de boeren geen dienst bewezen heeft met
deze opmerking.
De pers moet men niet van zich verwijde
ren. Ze heeft te veel invloed.
dierlijke vetten en oliën voor de margarine
productie bedroeg, berekend uit bovenge
noemde gegeveii6. 29,2 milil gld. Wij mee-
nen, op grond van een vergelijking met de
volgens de hande-lsstatistiieik voor 1931 in
gevoerde hoeveelheden en waarden aan
ivalvisöhtraan, eoya- en gromdnotenoliie,
e.a. maaigariinegrottiidstoffen, aan den beo
gen kant te zijn, wanneer wij, om tot de
ingevoerde waarde bij de margarine
prodnetie te komen, van de opgegeven in-
koopwaarde nog een bedrag van 4 millll
(voor in Nederland verdiende vrachten) en
van IV2 millioen (voor in Nederland ver
diende verwerkingskosten) aftrekken en be
rekenen dan 29.2 miiM njmus 5,5 miill of
23,7 milil gld ingevoerde waarde bij een to
tale mörgarineprodiuctie van 111,3 milil kg.
dat is 14,1 miill gld op het kwantum marga
rine, dat in het binnenland werd afgezet.
Om tot de ails Nedcrlandsoh inkomen toe
gevoegde waarde te komen, moet natuur
lijk nog in aftrek gebracht worden het
gedeelte der fabricage- en verkoopkosten,
voor zoover dat ontstaan is wegens bet
verbruik van ingevoerde hulpstoffen en
machines. Hoeveel dit bedraögt. is door
ons bij geen benadering te bepalen. Wel
kan men zeggen, det het aandeel van ma
chines en verpakkingskosten bij de mar-
garineprodiuclje zeer groot is.
Stellen wij thans tegenover elkaar, wat
er in 1931 aan de door de boterproductie en
door bet maigairinebedrijf, voor zoover bed
de voor de binmenlandsche markt werk
ten, in Nederland aan un.komen gevormd is,
dan blijkt diit voor de boter te bestaan uit
73,6 midi gld (ofwel f 1,34 per kilo), terwijl
dit inkomen utit de margarine zeker min
der is dan 32.2 mild gld of in eik geval nog
geen f0.49 per kilo.
Bij een productiebeperking van de mar
garine gaat er dus volgens dezen maatstaf
aan in Nederland verdiend inkomen teloor
een bedrag van de helft tot een derde deel
van wat anders bij een inkrimping van den
meldtveeetapdl het geval zou zijn.
Tenslotte moet, teneinde de belangen,
welke hier op het sped staan, goed tegen
ellkaar te kunnen afwegen, op nog een
ander punt gewezen worden.
Boven werd voor beide verbruiiksartike-
len in Nederland de hier te lande verdien
de waarde berekend. Doch het is nog lang
niet hetzelfde te spreken van op Neder-
landschen bodem verdiend inkomen. Hier
spreekt de bestemming een woordje mee.
Wat er in Nederland aan de geheele bo
ter- zoowel ads aan de mangarineprodaictie
(dius met inbegrip van het geëxporteerde
kwantum) aan inkomen ontstaan is
1931, werd door ons elders berekend.
Nederlandsch volkeinkomen in den wa
ren zin van het woord nu is het inkomen
dat bij de boterproductie ontstaat. Dit be
drag wordt verdiend als arbeidsinkomen,
pacht of rente van den inventaris door de
honderdduizenden boeren en arbeid ere, die
er bun bestaan in moeten vinden. Bij de
boter dekken zich dus de twee bovenge
noemde begrippen. Maar bij margarine? Et
zijn in de margarine-<iindusirie in Neder
land nog geen 3.500 anbeidere werkzaam.
Naast bet loon van de betrekkelijk zeer
weinige arbeiders in dit kapitaalintensieve
bedrijf zijn bet de aandeelhouders, dlie een
belangrijk deel in den vorm van rente en
dividend tot zioh trekken. En wie zegt ons
hoe groot bet percentage i6, dat op die ma
nier paar bet buitenland verhuist?
WEET GE
V»
dat de drie Centrale Landbouw-organisaties
zich tot de Crisis-commissie-Lovink heb
ben gewend met de vraag of deze de
tijd nog niet gekomen acht om Neder
landsche bierbrouwerijen de verplich
ting op te leggen inlandsche gerst te
verwerken inplaats van buitenlandsche.
EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF
MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN
Inlichtingen worden verstrekt door
het Landbouwkundig Bureau der
Staatsmijnen te Lutterade (L.).
Dat zien de menschen wel in.
Daarom wordt in Berlijn een congres ge
houden van de Internationale Landbouw-
pers. Men wil komen tot algemeene samen
werking vaai de landbouwbladen in verschil
lende landen. Dat kan een goed ding wor
den. Land- en tuinbouw hebben interna
tionale belangen. Die moeten en kunnen In
ternationaal behartigd worden.
Op dit congres zijn vertegenwoordigers
van verschillende landen bijeen. Ze komei.
uit Duitschland, Nederland, België, Fran
krijk, Italië, Zwitserland en Tsjeoho-Slo-
wakije.
Dat kan goede resultaten hebben zoo'n sa-
menspreking.
Beter dan de
POLEMIEK TUSSCHEN REGEE-
RïNGSCOMMISSARIS EN ZUI-
VELBONDSECRETARIS.
Dat is een onverkwikkelijke geschiedenis
vind ik. En waar de bedoelde Zuivedbond-
secretaris ook lid is van de Crisiszuivel Cen
trale zal deze publieke „bekvechterij" (ze
heeft plaats in een vakblad) de zoo noosr
uoodige overeenstemming niet bevorderen
't Gaat over de wijze van steunen, over de
Achterhakkers 13-16, DORDRECHT
hebben van eigen teelt af te geven: PLAN
TEN van SPRUITKOOL, KOGEL en WESTL.,
WITTEKOOL, SAVOYE GROENE PUTJES
en GROENE LATE, ROODEKOOL ad 2 50
per 1000 stuks en LECERF BLOEMKOOL
ad. 3.—
W ereldlarweverbouw
Er wordt in 1933 ongeveer 4 a 5
millioen H.A. minder met tarwe
beteeld dan in 1932.
Het Internationaal Landbouw Instituut te
Rome heeft de volgende inlichtingen gepu
bliceerd over de in verschillende landen
met wintertarwe beteeide oppervlakte.
Hoewel nog niet over voldoende gegevens
omtrent alle landen wordt beschikt, is het
thans toch mogelijk zich een denkbeeld te
vormen van de verschillen, welke ongeveer
bestaan tusschen de dit jaar bezette opper
vlakten en die van verleden jaar. De desbe
treffende cijfers, welke den laatsten tijd zijn
vastgesteld, geven den indruk, dat do herfst
uitzaai in Europa in omvang eenige hon
derdduizenden H.A. grooter is, terwijl te
rekenen valt met een vermindering van on
geveer 1.700.000 H.A. in Sovjet-Rusland,
200.000 H.A in Noord-Amerika, 500 000 H.A
Britsch-Indië en 200.000 HA in Noord-
Afnka. Indien voorts rekening wordt ge
houden met de omstandigheden, dat het
aantal H.A, dat in de Vereen. Staten van
Amerika door droogte en winterkoude be
schadigd is, dit jaar buitengewoon groot is
het wordt daar te lande op meer dan 30%
de totale beteeide oppervlakte geschat
dan kan bij benadering worden vastge
steld, dat de totale oppervlakte in alle pro
ductie-landen, waarop den komenden zomer
de oogst van wintertarwe zal plaats hebben
4 A 5 millioen HA kleiner zal zijn dan die
van 193J
Ten aanzien van den uitzaai van zomer
tarwe, welke thans op het noordelijk half
rond plaats heeft, is een overzicht nog niet
mogelijk. Volgens den uitslag van het on
derzoek van 1 Mei j.l inzake de plannen van
de landbouwers dienaangaande, zou in de
Vereen. Staten van Amerika een geringe
vermindering (2.5 in vergelijking met
verleden jaar mogen worden verwacht. In
dien men echter niet uit het oog verliest,
dat de tarweprijs in Chicago sedert 1 Maart
j.l. met 30 gestegen is, dan moet 't waar
schijnlijk worden geacht, dat de plannen
van de landbouwers inmiddels gewijzigd
zijn. Hiertoe bestaat mede aanleiding in ver
band met de zeer geringe opbrengst, welke
van de wintertarwe verwacht wordt.
In Canada verwacht men op grond van
een overeenkomstig onderzoek naar de
plannen van de betrokken landbouwers, dat
de omvang van de teelt van zomertanvo
5% pet. geringer zal zijn dan in 1932. Het
is niet mogelijk na te gaan in hoeverre do
gewijzigde toestand in de Vereen. Staten
van Amerika dat percentage alsnog zal
beïnvloeden.
In Sovjet-Rusland worden moeilijkheden
ondervonden bij het verzamelen en verdee-
len van het voor den uitzaai benoodigde
zaaigraan. In verband hiermede is twijfel
gerezen ten aanzien van de mogelijkheid
de totale, volgens het daar te lande bestaan
de plan op 23.2 millioen HA vastgestelde
oppervlakte te betelen. In het voorjaar van
1932 bedroeg die oppervlakte 21.7 millioen
HA of 7 (1.5 millioen) minder.
Op het zuidelijk halfrond is men bezig
met de voorbereidende werkzaamheden voor
den uitzaai, welke in Mei en Juni plaats
zal hebben. De omvang van de daan-oor in
aanmerking komende oppervlakte zal wor
den beïnvloed door de vooruitzichten van
den oogst pp het noordelijk halfrond en
door de prijzen, welke tijdens den uitzaai
zulien gelden.
Qntluiking en bloei
van boomen en heesters
Mededeeling van de plantkundige
>afdeeling van de Nederlandsche
Phaenologische Vereeniging.
De ervaring van een lange reeks phaeno
logische waarnemingen heeft geleerd, dat
een periode van flinke koude in den winter
stimuleerend werkt op de ontwikkeling dor
kuioppen in het voorjaar. Ook in den afge-
loopen winter beeft de koude in de tweede
helft van Januari zulk een invloed gehad.
Vóór dien tijd was het vrij zacht, maar
daardoor alleen waren de vroegste planten,
hazelaar en sneeuwklokje, niet bijzonder
vervroegd.
Na de vorstperiode begonnen de knoppen
in Februari te zwellen, maar eerst in de
tweede helft van Maart was de tempera
tuur zoodanig, dat de ontluiking werkelijk
H.H. LANDBOUWERS
Wij leveren voor buitengewoon LAGEN PRIJS:
waarvan de kap door Veiligheidslieren op lichte en vlugg
|t)e77 wijze kan rijzen en dalen. Persoonlijk bezoek en prijsopgav
verplicht tot niets.
H. HARING - TELEF. 128 - BOSKOOP
Firma DE VRIES VAN DER
Lange Breestraat 37 -39, Telefoon 3218
SMEERKIT
ideaal dekmiddel voor oude en lekke
kassen, kan met kwast koud worden
verwerkt
LEEDEN DORDRECHT
sneller dan gewoonlijk begon te verloopen.
April was tot. den 12en vrij warm, zoodat de
bloei van kersen en peren een kleine week
eerder viel dan in een gemiddeld jaar
Doordat de bloei ook bijzonder rijk was
maakte hij nog meer den indruk van vroeg
tijdigheid dan in werkelijkheid het geval
was. Ook de ontluiking van de kastanje
was vroeg: 7 April tegen 13 April normaal.
Op dit zachte weer volgde een periode
van guur weer met nachtvorsten van 14 tol
23 April. De bloeiende boomen hadden veel
te lijden en de ontwikkeling van de rest
kwam tot stilstand. Doordat van 24 April
af opnieuw mild voorjaarsweer heerschte,
ging de ontluiking daarna weer met groote
snelheid verder. De beuk, die in het alge
meen nogal kalendervast is, was op 28
April slechts twee dagen 'e laat de eik op
1 Mei één dag te vroeg. Voordat deze war
me periode op 6 Mei een einde nam, kwa
men nog eenige boomen en heesters ver
vroegd in bloei. Sering op 3 Mei (normaal
7 Mei), de kastanje op 5 Mei (normaal 9
Mei) en de lijsberbes op 6 Mei (normaal
13 Mei).
Van 6 tot 18 Mei was het weer heel koel
(twee weken met de „ijsheiligen" in het mid
den). Daardoor kwam de gouden regen vijf
dagen na de lijsterbes in bloei, tegen twee
dagen in een gemiddeld jaar. Dit koele tijd
perk had intusschen ook een gevolg, dat
meer gewaardeerd is dan de koude als zoo
danig en wel den bijzonder langdurigen
bloei van vele van onze fraaie sierboomen-
en heesters: de bloeiende kastanjes en se
ringen bleven weken iang frisch en ook het
groen van de boomen behield de maagdelij
ke tint van de lente. In andere jaren is dit
voorjaarsbeeld veel vlugger verdwenen.
Over het geheel genomen was het voor
jaar van 1933 iets te vroeg, als resultaat
van de warme tijdperken van begin April
en eind April tot begin Mei, tegengewerkt
door de koele perioden in het midden van
elk dezer beide maanden.
De phaenologische gegevens zijn verstrekt
door Dr. H. Bos te Wageningen, die de ge
middelde, data heeft berekend uit zijn waar
nemingen in het 25-jarig tijdvak 1894-1918-
j^oorgedraaide
tuinbouwproducten
Aan het door ons in ons hoofdblad van
Vrijdag 26 Mei medegedeelde, omtrent de
minimum-veilingprijzen der tuinbouw-pro-
ducten kan nog het volgende aan het door
den Regeeringscommissaris bepaalde wor
den toegevoegd:
Indien aan een veiling producten door
draaien moet daarvan direct telegrafische
mededc-eling geschieden aan het kantoor
Javaslraat 80, telegram-adres: Prijsco Haag.
Deze mededeeling moet denzelfden dag
schriftelijk worden bevestigd met de juiste
opgaven van de hoeveelheden artikelen, die
zijn doorgedraaid, nadat een splitsing heeft
plaats gevonden tusschen hetgeen wel en
hetgeen niet aan de volgende minimum-
eischen voldoet:
De producten moeten zijn versch ge
oogst, cractisch niet beschadigd door
hagel, vorst of wind, niet aangetast door
rupsen, insecten of plantenziekten en
vrij van tccltgebreken.
De sorteering dezer producten moet ge
lijkmatig ziin en in overeenstemming
met de daaromtrent bestaande goede
handelsgebruiken, terwijl verpakking
verzorging eveneens hieraan moeten vo
De veilingen zijn aansprakelijk voor
juistheid harer opgaven, evenals voor
vakkundige beoordeeling en splitsing va
hetgeen niet en heigeen wél aan de hie
boven ir.inimumrisclien voldoet
Het is daarom noodig, dat aan iedet
veiling hiervoor een vakkundig persoo
wordt aangewezen, of dat hiervoor de ve
lingmeester wordt aangesteld.
Indien bij de controle, die zal worden ui
geoefend, blijkt, dat geen behoorlijk
snlitsing plaats vindt, of dat de opgave
onjuist zijn, kan dit een reden zijn oi
de veilingen van de vergoeding van de m
nimumprijzen en eventueelen verderen sten
uit to sluiten.
De controle zal zoo snel mogelijk worde
uitgevoerd. Indien de controle niet binne
24 uur heeft plaats gehad, mag de veillc
zonder deze controle verder af tc wachte
tot vernietiging van het doorgedraaide pr
duet overgaan.
Indien het bedrag der doorgedraaide pr
ducten blijft beneden een bedrag van f 2
kan de telegrafische mededeeling achte
wege blijven en kunnen de veilingen vo
staan met de schriftelijke opgaven.
Gekleurde spreeuwen
Een vogelkundig vraagstuk, waarbij o.
de fruitteelt groot belang heeft is de kwe
tie waar de spreeuwen vandaan komen, d
in den pluktijd vaak zoo schadelijk zijn
kersenboomgaarden. Een gedeelte dezer
gels is ongetwijfeld uitgebroed in de strei
waar zij de schade doen, maar anderen zij
van elders aangevlogen. Zelfs jonge, nc
maar kort te voren uitgevlogen spreeuwe
verplaatsen zich in Juni reeds over groo
afstanden. Do Plantenziektekundige Dien
te Wageningen tracht nu iets meer te web
te komen over de trek bewegingen dez
vogelspin verband daarmede zijn thans
Wageningen eenige honderden jonge sproei
wen, kort voordat zij uit het nest vloge
aan linker- of rechterzijde zwart gekleur
De kleur is op zoodanige wijze op de vee
aangebracht, dat de vogels daarvan niet
minste hinder ondervinden. Deze joi.
spreeuwen, die aan één zijde hun natuu
lijke kleur (grijs) vertoonen en aan de
anderen kant zwart zijn, vallen onder hu
soortgenooten natuurlijk sterk op. De zwa
te kleur blijft zichtbaar, totdat de eers
rui intreedt, dat is tot September.
De Plantenziektekundige Dienst te Wag
ningen verzoekt allen, die daartoe in de g
legenheid zijn, waarnemingen te doen ovi
het voorkomen van deze eenzijdig gekleu
de spreeuwen en daarvan mededeeling
doen met opgave van plaats, datum en aai
tal.
Daar de waarnemingen, die gevraag
worden, in de meeste gevallen geheel to
vallig zullen zijn en het succes van het oi
derzoek afhangt van de inzending van o
gaven, wordt de medewerking van ieder, d
in de gelegenheid komt een waarneming
doen, ingeroepen.
De kleuring der vogels is zoo opvallen
dat alle waarnemingen op een afstand g
daan kunnen worden en het is dus in gee
enkel opzicht noodig spreeuwen ten behoei
van dit onderzoek te vangen.
wegwerk ing der overschotten, dus over runa
veebeperking of margarinebeperking, clet
jammer, dat daarbij op de volgende wi]z>*
gevochten wordt:
De een zegt o.m.: „Wellicht ben ik dom
mer dan u, doch zóó dom ben ik toch niet.
dat ik déze domheid zou uithalen"
En daarop antwoordt de ander: „Het oor
deel over ons beider graad van domheid zul
len wij maar aan anderen overlaten"
Zie, dat is al te mal doen voor zulke groote
heeren bij zulke gewichtige aangelegenhe-
Zoo wordt er op het oogenblik ook gestre
den, doch niet op zoo'n wijze over
Nu weet ik geen steek van sllicalcalk a»
Ruim een jaar geleden kreeg ik korten tijd
na elkaar twee brochures met dien naam toe
gestuurd. Daaruit vernam ik voor het eers»
van dien naam en daaruit moest ik mijn ker«
nis over deze nieuwe (kalk) meslstof put
ten. Doch aangezien deze brochure geschre
ven werd door nauw belanghebbenden bij
deze stof moet zoo'n eerste kennismaking
natuurlijk een beetje gereserveerd zijn. Da
behoeft niet altijd. Als men bij ervaring wee)
dat een belanghebbende bij een bepaalde
zaak zuiver eerlijk en onbevangen en schrijft
en geen openlijke of bedekte aanvallen od
concurreerende (ook goede) produrtpn dop»
(wat helaas niet altijd geschiedt, zooals we
laatst zagen) dan is er geen enkele reden
om wantrouwend te zijn.
Maar zoo'n eerste kennismaking, als men
elkaar noc niet kent. dan blijft men ron'n
beetje op een afstand, nietwaar? Ook door
het Rijkslandhoüwproefstation is Silicakalt-
nog niet als waardevolle meststof aange
merkt. De fijnheid, die zooals geleerd word'
zoo'n belangrijke rol speelt bij de kalkvoe-
ding van de plant (vandaar dat de kalk
uit slakkenmeel zoo goede resultaten heefO
laat bil Silicakalk nog wel wat te wenschen
over. Er gaat maar 48 pet. door de ühomas-
meel zelf
Ook de prijs is wel hoog.
Beter dan mergel zal het niet zijn, wei
veel duurder, en wat de vergelijking met de
kalk uit Thornasslakkenmeel aangaat, daar
bij valt ze ook heel weg gelooven we. Waar
mee we natuurlijk niet zeggen, dat 't straks
geen meststof kan worden, die voor ons van
belang is. Ze komt pas kijken. Er kan nog
heel wat ten goede veranderen.
Dat wordt wel tijd voor de groenten ook
'k Bedoel dat ten goede veranderen, 'k Hen
hier een lijstje van
waren.
En dit lijstje betreft alleen nog maar
Noord-Holland. Roode kool 94.000 Kg., gele
kool 137,000, witte kool 14% millioen Kg..
Foode kool 5 milioen Kgman schei uit!
Dat is niet om aan te hooren. En dat in rip-
zon crisistijd. Het tijdvak van October toi
1 Mei 1.1. Zelfs spinazie, de voorjaarsgroenle
zien we vermeld staan met niet minder dan
157,000 Kg. die onverkoopbaar was.
En dat zijn de cijfers die de veilingen ge
ven. Dan komt er, hoewel niet zooveel meer
nog hij dp producten, die men zelf al vernie
tigde, weg schoffelde of in eigen verkoop
nam, doch niet kwijt kon.
Neen 't is nu anders in land- en tuinbouw
dan in vroeger jaren, toen ook veel geklaagd
werd, doch de boeren, volgens Dr. Schnep-
man, de bekende staatsman in die dagen, on
danks 't feit, dat ze veel geschoren werden
toch nog steeds wol overhielden. Thans is
het zoover dat er niet alleen geen wol meer
over is, doch de huid gaat er ook nog af.
De tijden veranderen wel. Ook in Duifseti
land. Daar is (in Pruisen) een nieuw web
ontwerp ingevoerd waardoor
In plaats van de grondslagen van het R
meinsche recht, dat den bodem tot koopwaï
gemaakt hoeft, keert men tot het Germaai
sche recht terug, dat een vrijen'verkoop va
bodem verbiedt.
De boer mag slechts één boerderij hebb<
en slechts één kind kan erfgenaam zijn. I
mede-erfgenamen kunnen er verzorgd wo
den, in zooverre ze zonder schuld in no(
geraakt zijn; kunnen dan een z.g. „Heima
zuflucht." op de boerderij vinden.
Verder is vastgesteld, dal zulk een bez
slechts door hem geërfd kan worden, d
Duitsch bloed heeft. De boei'derij mag slech
zoo groot zijn, dat er
Door een van de ministers werd nog
gedeeld in een nadere verklaring van d«
wet, dat volgens dit nieuwe recht de erfg
namen van een boer, die huwt met e«
vrouw, die niet van Duitschen stam is. bli
vend onbekwaam zullen zijn, erfgenaam
worden van een erfhof.
Bezitters van landgoederen zijn geen bo!
ren, want zij hebben geen verbondenhei
met den grond, doch slechts een bundel aa
deel en.
Een met gevangenisstraf gestraft man ka
nooit boer zijn.
De nieuwe wet schept voor den Duitsrhe
boer een onbelast bezit. Het begrip hyp
fcheekschuld hpstaat niet. meer; de ar
zonder schulden.
Nu ben ik achter de asem.
Waar anders van verbazing altijd ee
klomp breekt, zijn nu beide gescheuri
k 1-Ieb geen centen om nieuwe te koopei
ga ze dus netjes krammen en daarom,
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKER.