Oplaaiende Geestdrift te Haarlem
VRIJDAG 26 MEI 1933 DERDE BLAD PAG. 9
4000 Geref. Jonge
lingen in Bondsdag
bijeen
Op hisforische bodem
Mmisfer-Presidenf Z.Exc.
Dr. H. Colijn enfhousiasf
foegejuicht
Drie referaten over
„Gezag en Jeugd"
Geen aardsche macht begeeren wij,
Die gaat alras verloren!
Ons staat de sterke Held terzij,
Dien God ons heeft verkoren-
Vraagt gij Zijn naam? zoo weet
Dat Hij de Christus heet,
Gods eengeboren Zoon,
Verwinnaar op den troon!
De zege is ons beschoren!
Na Groningen is thans Haarlem de eer te
beurt gevallen de duizenden Gereformeerde
jongelingen binnen haar muren gastvrij te
ontvangen. Haarlem, bloemenstad, Spaarne-
stad, stad met vele schoone tradities, stad
waar eens het bloed der martelaren vloeide
en een zvvaren strijd gestreden werd om
recht en vrijheid, daar is het waar de gees
telijke jonge nazaten van Calvijn, de „jon
gens van Colijn" elkander opnieuw hebben
bemoedigd en bezield voor de komende le
venstaak. Op dézen historischen bodem is
het, dat Woensdag en Donderdag het negen
de lustrum, de vijf en veertigste Bondsdag
werd gehouden van den Ned. Bond van J.V.
op G. G. En ze fiijn, als ieder jaar, gekomen,
de duizenden jongelingen. In geestdriftig
gestemde vergaderingen klonken hoog op
onze strijdliederen en geen zaal bood ruim
te aan 't getalHet was aanvankelijk de
bedoeling geweest te vergaderen in 2 zalen,
nl. het Concertgebouw en de Kloppersingel
kerk. De toeloop is echter zoo groot geweest,
dat zelfs een derde zaal, de Wilhelminakerk,
op het laatste nippertje, bijna nog te klein
bleek om de toegestroomde jonge menschen
te bevatten. Meer dan een week te voren
prijkte op alle gebouwen in figuurlijken zia
het woordje „Uitverkocht".
Zoo zijn het weer rijkgeslaagde diagen ge
worden. Het weer hield zich aanvankelijk
goed. In den namiddag van Donderdag liep
het echter verkeerd. Een al maar sterker
doorzettende regenval «al wel menig uit-
gaansplannetje in duigen hebben geworpen!
Bijzondere luister is dezen Bondsdag bij
gezet door het bezoek van Z. -Exc. den Minis
ter-President. Dr. H. Col ij n, die, naar men
begrijpen zal, door de jeugd onder geweldige
ovaties Werd begroet en met wien de oude
banden van "liefdeken trouw opnieuw zijn'
Verstevigd.
Reeds Woensdag zijn honderden afgevaar
digden uit het geheele land naar Haarlem
getrokken, om daar 's avonds de gebruike
lijk®
huishoudelijke vergadering
bij te wonen.
De Bondsvoorzitter, de heer A. Zijlstra
van Groningen, heeft om 7 uur de ver
gadering geopend met hei laten zingen van
Ps. 68 10 en gebed. Daarna constateerde hij
in zijn welkomstwoord met voldoening, dat
nog nimmer goo veel afgevaardigden waren
opgekomen.
Van de verdere huishoudelijke besprekin
gen werd het volgende communique .ver
strekt:
De voorzitter wijdde een hartelijk woord
iaan de nagedachtenis van den sinds den vo-
rigen hondsdag overleden bondspenning-
meester, den heer Joh. T. de Lange.
De vergadering hoorde dit gevoelvol
woord staande aan.
Als plaats voor den Bondsdag ia 1934 wees
de vergadering Zwolle aan.
Een voorstel van de vereenigdng te
Nieuw-Vennep om voor de vakken, waar
nog geen leidraden voor bestaan, deze te
doen samenstellen, werd na een geanimeerde
discussie verworpen.
Aangenomen werd een voorstel van de
Ver. „Dr. A. Kuyper" te 's-Gravenhage, waar
bij het Bondsbestuur wordt uitgenoodiigd
maatregelen te nemen, dat een toelichting
verschijne op de „5 artikelen tegen de Re
monstranten", welk voorstel het bondsbe
stuur had gesteund, onder voorwaarde dat
de. vorm waarin de toelichting gegeven zal
worden, nader door het Bondsbestuur zal
worden vastgesteld.
Eveneens werd aangenomen een voorstel
van den ring Amsterdam-West inzake uit
gave van een liederenbundel. Het bondsbe
stuur heeft hiervoor reeds samenwerking
gezocht met den Bond voor Geref. Jeugdor
ganisatie en den Meisjesbond.
Een voorstel van den ring Rotterdam
Delfshaven inzake. verlaging van den abon
nementsprijs van het Gereformeerd Joage-
lingsblad; te verlagen van f2.50 tot f2.25,
werd met zeer groote meerderheid verworpen
na bestrijding door het Bondsbestuur bij
monde van den bonds penningmeester, den
beer A. van Rijm
Na een korte pauze komt het voorstel van
„Dr. LutzenWagenaar" in Middelburg in
behandeling. Dit voorstel bedoelt een wij
ziging van art. 31 lid 4 van het Bondsregle-
ment, in. omslag van reiskosten van afge
vaardigden naar den Bondsdag. Het. be
staande artikel blijft echter na korte discus
sie gehandhaafd.
Dg bondscontributie wordt bepaald voor
1934 op 15 cent per lid van elke aangesloten
vereeniging. Deze contributie bedroeg tot
heden 25 cent.
De heer C. Lettinga van Groningen brengt
mede namens de beide andere leden van de
commissie van controle de heeren C. Guyt
van Den Haag en W. Rijksen Gzn,
Utrecht, verslag uöt tot goedkeuring van de
(rekeningen van den Bond over 1932.
Na een opgewekte bespreking van de.
jaarverslagen van secretaris en penning
meester, waarbij over verschillende bonds-
zaken werd gehandeld, ging Dr. K. Dijk, 2e
voorzitter van den bond, dn dankzegging voor
en sloot de voorzitter de vergadering.
DE GROOTE DAG
In Hen vroegen morgen van Hemelvaarts
dag begon do groote trek. Het weer, dat zich
aanvankelijk wat ongunstig had laten aan
zien, viel mee. De zon trachtte door te bre-
kem Wel vael hier en daar een enkele re
gendruppel, maar het bleef toch droog, en...
niet koud. De treinen in de richting van
Haarlem zaten boorde- en boorde-vol en
weerklonken luide van de strijdliederen, die
duizenden jonge menschen aanhieven.
In Haarlem zelf was men op de komst
van zoovelen, het waren er niet minder dan
4000, uitstekend voorbereid.
IN HET CONCERTGEBOUW
Lang voor de opening der vergadering was
de zaal van het Concertgebouw, waar de
hoofdvergadering werd gehouden, gevuld
met een groote schare jongeren. Ter korting
van den tijd werden Bonds- en andere lie
deren gezongen. Om half elf betrad, onder
'het zingen van „Wij willen Holland houden",
en een langdurig applaus het Bondsbestuur
het podium.
Een oogenblik later werd de vergadering
geopend met het zingen van Ps. 68 9, ge
bed en het lezen van Hand. 169. Daarna
wijdide de voorzitter, de heer A. Zij ls tra
van Groningen, terwijl alle aanwezigen
zich van hun plaatsen verhieven, enkele
woorden aan de nagedachtenis van den
overleden Bondspenn i ngmeester, den heer
J o h. T. d e L a n g e. Een ledige plaats, aldus
spr., blijft dezen dag in ons midden. Voor
't eerst moeten we onzen Bondspenning
meester missen, 't Heeft de Heere behaagd
hem weg te nemen uit dit aardsche leven.
Wij rouwen en danken. De Heere aam
immers veel, omdat Hij veel, in Hem gaf.
De heer de Lange had den Bond lief als rcijn
kind. Tot zijn stervensure heeft hij er voor
gewerkt. Zijn laatste woorden gangen uit
naar zija jongelingen. Zijn laatste opdracht
aan hen was, dat zij trouw mochten blijven
aan de Geref. beginselen. Zij dan dat ons
begeeren, immer en altoos. Spr. voegde
hieraan toe woorden van troost tot Mevr.
de Lange, die op deze vergadering tegen
woordig ds. Haai' tegenwoordigheid wordt
op deze en volgende dagen op hoögen prijs
Na dit herdenkingswoord sprak Bonds
voorzitter Zijlstra de openingsrede uit,
getiteld!:
/Tyrannic of vrijheid"
Spr- begint met te herinneren aan de twee
groote feiten, die pas achter ons liggen en
waaraan de jongens van harte hebben
meegedaan: de herdenking van den Vader
des Vaderlands en den stembusstrijd voor
de Tweede Kamer.
Nu de twee genoemde feiten saamvielen,
kon nog weer eens het licht van het verle
den, dat zoo menigen trek van gelijkenis
vertoont met het heden, vallen op den weg,
dien wij thans hebben te gaan.
Spr. wil op enkele hoofdmomenten in
den strijd van heden en verleden wijzen en
schetst allereerst tegen den donkeren ach
tergrond van tyrannie van Kerk en Staat,
die haar hoogtepunt bereikte in de 16e eeuw,
rA. ZIJLSTRA
den persoort van Willem van Oranje- Door
Godis 'hand geleid, werd deze Prins gevormd
tot denechten Antirevolutionair, die Ons
Program reeds kende met de goede toepas
sing voor tzdjn tijd, eeuwen voordat het door
den grooten Calvinist den 19e eeuw geschre
ven werd. De tyrannic van wereldkerk en
wereldstaat, diet in valsche eenheid Gods
werk meende te werken naar menschelijke
begeerte, stortte ineen. Niet de revolutie,
maar de Reformatie won. En zegende de
volkeren tot op dezen tijd. Zoo hebben wij
ook thans in crisistijd den strijd te vo
tegen een tyrannie, die in valsche eenheid
de menachheid voeren wil tot beheersching
van haar eigen lot En weer wordt het Cal
vinistisch volk geroepen tot den strijd voor
de vrijheid in den weg des Heeren. Op
nieuw daagt de tyrannie van twee kanten
op. Eenerzijds de wereldrevolliutie. Anderzijds
de reactie daarop: het front der nationalis
tische intuïtie. De eene weg der dwaling
werd verlaten, om een anderen dwaalweg
in te slaan-
De Calvinistische jeugd blijft niet onbe
wogen bij deze teekenen der tijden. Daar is
iets, dat ook ons hierin toespreekt: verweer
tegen het materialisme van Marx en Lenin,
tegen den gruwel der wereldrevolliutie; op
komen voor de idealen van gezag en vader
landsliefde.
Beide echter, actie zoowel als reactie,
staan op het terrein van de verwerping van
het Woord des Heeren.
Terwijl de revolutie zegevierde irt Rus
land, het fascisme in Italië en het natio-
naaiè-socialisme in Duitschlamdl, herdachten
wij het werk van Willem I en mochten wij
een schoone overwinning behalen in den
stembusstrijd. Wij staan echter niet aan het
einde, maar aan het begin van den strijd
Wat de uitkomst zal zijn, weten we niet.
Maar voor ons ligt onze roeping in gehoor
zaamheid.
Wij moeten de tyrannie bekampen in de
vreeze Gods en het vaandel opheffen voor de
waarachtige vrijheid om God te dienen naai
Zijn Woord en heel het leven te richten naai
Zijn ordening. Maar dan moeten wij als
jonge menschen onze plaats kennen. Dat is:
door ijverige studie ons bekwamen voor de
taak die wacht- Ijverig en trouw, zooals De
Lange was. Vergeten wij zijn lichtend voor
beeld nooit, noch zijn boodschap aan de
jongelingen van onKen Bond, om ie wande-
naar CVds gebod. (Daverend applaus).
Telegram aan H. M. de Koningin
Onder donderend applaus werd vervolgens
besloten het volgend telegram te verzenden
aan H. M- de Koningint
„De Ned. Bond van J. V. op G. G- 1'
45en Bondsdag te Haarlem bijeen in Con
certgebouw, Kloppersingelkerk en Wilhel
minakerk; en aldus met zijn -4000 verga
derden representeerende de 24000 jonge
mannen, leden der 1100 hij den Bond aan
gesloten vereenigingen, wil Uwe Majesteit
op dezen dag opnieuw betuigen, dat deze
jonge mannen alleen dan heil voor de
toekomst van het dierbaar Vaderland ver
wachten, indien nimmer verbroken wordt
het aloude drievoudig 6noer: God, Neder
land en Oranje- Dat geve God."
ZIJLSTRA, Voorzitter.
Staande weerklonk het eerste couplet van
het Wilhelmus.
Een soortgelijk telegram werd veiaonden
tn H. K. H- Prinses Juliana, waarna volg
de het zingen van „Mijn schilt ende be
trouwen".
Tenslotte werd het traditioneele telegram
van liefde en trouw verzonden aan den
vroegeren voorzitter, den oprichter van den
Bond, Ds. J- E. Vonkenberg. De vergadering
zong hierna het „O, Gij der Vaa'dren
sterkte".
Medegedeeld werd, dat bericht van ver
hindering was ingekomen van Z.E. Min-
J. Terpstra, en brieven met gelukwenschen
Karl Dobos uit Hongarije, en den West-
Duitschen Jongelingsbond.
Hierna refereerde de heer J a c- G. van
Oord, Voonzitter van de aid. Noord-Bra-
bant-Limburg, over:
„Het bewarend element in de J.V.'
Dit werd gedaan) aan de hand van de
volgende gedachtengang:
a. Voor meerdere jonge menschen,
zich van ons werk afzijdig houden, zijn on
ze Geref- boginselen niet een stu\vende
venskracht. Moeten wij ons nu anders
stellen?
b. De J.V. heeft tot taak haar leden te
doen inleven in de Geref- levens- en wereld
beschouwing, met name ook in haar toepas
sing op het staatkundige en maatschappe
lijke leven van onzen tijxl oon zoo te bewaren
het pand ons toebetrouvgL
c. Daardoor geeft de J.V. levenshouvast
aan al haar leden, dus ook aan de velen,
die het thans zoo heel moeilijk hebben, mits
zij er bij den voortduur voor wake, dat haar
arbeid niet uitsluitend gericht zij op bevre
diging van het verstand-
Naar mate zich velen zullen blij'
onttrekken zal de J. V. tot meerderen pro-
pagandistischen arbeid geroepen rijn;
echter mag van de J. V- met door aller'ei
lokmiddelen een asyl voor afdwalenden
worden gemaakt.
Door strenge handhaving van haar
doelstelling en door een uitnemenden on-
derlingen geest, dient de J.V. rich als bou
wend en bewarend instituut te handhaven.
(Applaus-)
Aan de bespreking op dit referaat namen
een 6-tal personen deel.
Bestuursverkiezing.
Hierna werd de uitslag dèr bestuursver
kiezing bekend gemaakt. In de vacature-de
Lange werd gekozen met overgroote meer-
D z n- Dr. K. D ij k werd herkozen als Bonds-
bestuurslid. In de Commissie van Controle
werd benoemd de heer Melling. De heer
J. Schouten werd herkozen als raadsman
van den Bond. (Daverend applaus
Aan afgevaardigden van vele bevriende
organisaties werd een hartelijk welkom toe
geroepen, speciaal echter aan den wethouder
der Gemeente van Haarlem, de heer Roden
borg en Ds J W Siertsema, Geref. predikant
te Haarlem-
Daarna werd de vergadering geschorst
tot kwart over twee.
DE MIDDAGVERGADERING
In het Concertgebouw
(De middagvergadering ving aaa met het
zingen van het Luitherlied. De voorzitter
deed mededeeling van een ingekomen tele
gram van -den Bond van Ned. Herv. J. V. op
G. G.
Hierna refereerde Mr. J. A. de Wilde,
Minister van Binnenlandsche Zaken over
,yGezag en Jeugd".
Referaat Min de Wilde
Minister de Wilde accentueerde eerst de
actualiteit van het begrip gezag, niet het
minst na den oorlog. Men is onrustig
iziet naar dat volksdeel, dat zichzelf gelijk
blijft en dat verklaarde de winst van de A.R.
partij bij den jongsten stembus. Ook de fas
cisten houden zich bezig met. het gezag. Heil
is echter alleen te verwaohten als men af
daalt tot het diepere levensprobleem.
Vervolgens stond spr. nader stil bij de
valsche leer van de revolutionaire vrijheid,
aardoor Marx' leer viel in een weltoebe
reide akker. Duizenden en duizenden (hebben
daarnaar geluisterd, maar de uitwerking
was practisch funest Ontwrichting van den
peiler van het huisgezin ds het meest beden
kelijke voor het gezag.
Spr. gaf voorts het doel aan van het ge
zag. God is oorsprong en doel van. alle ge
zag. Hij gaf het 5e gebod en wie zijn geboden
Dr. H. COLIJN
is voor het staatsgezag van de allergroot
ste beteekenis, getuige Willem den Zwijger
den Koning-Stadhouder Willem III, die
hun tijd verre vooruit waren en velen heb
ben bezield.
Voor de handhaving van het gezag is de
houding der jeugd van het grootste gewicht
De Geref. keurbende moge er aan vasthou
den! Tegenover de greep der revolutie staan
wij als een muur voor het wettig gezag en
de nationale vrijheid. (Langdurige toejudchin.
gen).
Van de gelegenheid tot gedachtenwisseling
maakten 7 jonge vrienden gebruik. Miiu de
Wilde diende van repliek.
Onmiddellijk daarop trad de Minister
president Dr H. Colijn binnen. Een klin
kende ovatie viel hem ten deel. Men zwaai
de met hoeden en zakdoeken en aan het ge
juich kwam schier geen einde. Staande
gong men het Wdlhelmus. De voorzit
ter begroette Dr Colijn met groote harte
lijkheid. Aan men schvergoding doet de Cal
vinist niet, maar hij dankt God ook vooreen
bezit (Hernieuwiing toejuichingen).
Dr. Colijn spreekt
Dr Colijn begroette zija jonge vrienden
met de beduiding dat naar hen zijn hart
uitgaat Hij herinnerde aan Kuypers rede
in 1913 temidden van stembusdrukte ge
sproken, op den J. V. bondsdag over: „Het
sieraad der kracht". Spr's beslommeringen
zijn oiet minder dan die van Kuyper in '13
Maar spr. heeft zijn woord willen houden
om hier te komen en dat om te danken voor
de benoeming tot eerelid in 1928, toen de
bond jubileerde en spr. in Indië was. Veel
eereteekenen vielen spr. ten deel maar één
slechts heeft spr. dagelijks op zijn studeer
kamer voor zich en dat is het diploma vaa
den bond (dav. applaus). En 't hangt bijeen
met Calv. boekwerken en is dus in
goed gezelschap. Spr. trok een parallel tus-
schen 1913 en nu. Kuyper was 76 jaar Hij
had met het oog op Heemskerk's werk ge
juicht van „De Meiboom in de kap". He
laas, het was te vroeg, want de stembus
van dat jaar bracht de nederlaag. Ook sloot
dat jaar een periode van wereldrust af,
want 't volgende jaart 1914, brak een wereld
oorlog uit Alles tecamen genomen heeft 1913
tot een duidelijke mijlpaal ook in
het georganiseerde A. R. leven. De stormwind
ging ook ons niet voorbij en ontwortelde
dan één. Het leven werd vrij alge-
De heer A. v. R ij n, bondspenningmeester
overhandigde vervolgens aan Dr Colijn voor
de Vrije Universiteit, ingevolge diens radio-
omroep, als aanvankelijk resultaat van 385
vereenigingen aan giften ongeveer f 2700
en aan donaties f 1500 van pl.m. 1300 dona-
D r C o 1 ij n sprak voor deze actie een
woord van dank cn achtte het aantal nieu-
e contribuanten verreweg het belangrijk
ste. Denk u eens in, dat de V U. er niet ge
veest was, dan had mr de Wilde misschien
niet gestudeerd en wat had ik in deze dagen
dan moeten beginnen. (Dav. vroolijkheid).
Spr. heeft eenigszins het gevoel van een
predikant, die afscheid neemt van zijn ge
meente. Maar spr. troost rich, dat af en toe
er wel gelegenheid zal zijn, de gelegde ban
den aan te halen. Moge God uw bond met
rijken zegen kronen. (Dav. applaus).
Na het staande zingen van een couplet
van het Bondslied, sloot D r Col ij n de ver
gadering met gebed. Hierna zong men Dr
Colijn nog toe Ps. 134 3.
IN DE KLOPPERSINGELKERK
In de stampvolle Kloppersingelkerk pre
sideerde de vice-voorzitter, D r. K- D ij k, van
Den Haag.
Na opening op dezelfde wijze als in het
Concertgebouw, hield D r. K- D ij k een
openingsrede getiteld:
Gebondenheid en vrijheid".
Spr. herdacht eerst den overleden Bonds
penningmeester Joh. T. de Lange, om daar
na te betoogen, dat de oude garde heen
gaat. Zonder haar zetten de jongeren den
strijd voor hetzelfde ideaal voort
Spr. wil dit ideaal omschrijven als
het ideaal der waarachtige vrijheid,
want om die vrijheid gaat de strijd
der geesten, in Spr.'s onderwerp is echter
ook sprake van gebondenheid- Passen die
beiden wel bij elkaar? Daar is een geesten
richting, die deze twee ziet als twee onver
zoenlijke contrasten; die de autonomie van
den mensch heeft geproclameerd en ii
laatste tijden de openbaring Gods als norm
het Heven geheel op zij heeft gezet; die
de ware vrijheid hierin heeft gezocht, dat de
mensch zich tegenover God en wereld kan
handhaven als eigen heer en meester en zijn
eigen recht en wet schept
Dit vrijheidsbegeeren heeft zich niet op
gesloten in de studeerkamers der geleerden,
maar is door de schare omgezet in practijk.
In de wereld van het kennen smaalt een
hooggevoelende vrijzinnigheid op de achter-
derheid van stemmen de heer A. van R ijn meen verzwakt en we ondervonden daarvan
Mr. J. A. DE WILDE
het overheidsgezag besprak. Het; Calvinisme
inruilt voor een valsche emancipatie, ervaart
daarvan de slechte gevolgen.
Van het geoia kwam spr. tot de maatschap
pij waarvoor hij eveneens nader de betee
kenis van het gezag aangaf, zulks onder ver
wijzing naar actueele gebeurtenissen (IJmui-
Ook in het maatschappelijk leven is in het
houden van Gods geboden groote loon. Van
het gezag in de maatschappij kwam spr.
tot dat in den staat, in welk verband hij
de gevolgen. De jonge garde die het leven
in brengt, deed zich op onze bijeenkom
sten minder druk zien en men had meer oog
voor de sportverslagen in het Maandagoch
tendblad. Voeg daarbij de ontwikkeLing der
moderne techniek en het is duidelijk dait de
contemplatie werd teruggedrongen en ver
vangen door caleidoscopische verwisselin
gen. Hoewel verklaarbaar, was een en ander
niet zonder zorg. Daarbij kwam de vervan
ging van het positieve door het betrekkelijke
en heit zich laten omvoeren door allerlei
wind van leer.
Sindsdien is het in menig opzicht ten goe
de veranderd.
De jongste verkiezingen zijn er een be
wijs van. Nu de ouderen den dremipel der
verdwijaing naderen, moeten de jongeren de
banier omklemmen en verder dragen in het
strijdgewoel. Gelukkig verstaan cij het, ge
tuige het in Den Haag bij dag en nacht
'bewaken van A. R. verkiezingsreclames.
Echter aan stroovuur hebben we niets en als
de moeilijkheden straks vermeerderen, zal
moeten blijken, uit welk hout de Calvinis
ten gesneden zijn. We moeten dan onder
scheiden de weg Gods en de heirbaan der
menschen. De spreukendichter gewaagde
reeds van het leeren van wetenschap en be
dachtzaamheid aaa de jongeren. Dat zijn
zij, wier geest en gemoed openstaan voor al
lerlei invloeden van buiten waardoor zij ver
en misleid worden.
De bruischende kracht die zich allerwege
uit is een bewijs dat de toon, dat het zoo
niet langer kan in het hart van elke welden
kende jonge man weerklank vindt.
Men hoede zich nu voor een doorslaan
naar den anderen kant en bedenke dat de
revolutiegeest evenveel verschijningsvormen
kent als er dagen in het jaar pijn. Beproeft
de geesten of ze uit God zija! Niet alleen de
roode, maar ook de bruine en zwarte. Ze
vallen allen onder Johannes' keur. Dat be
proeven ds niet makkelijk en waait ons zoo
maar niet aan. De vreeze des Heeren is het
beginsel der wetenschap.
God moet gediend en Hij is aller aanbid
ding waardig. Wie dat niet 'weet is een
schip op vreemde kust zonder kaart en
kompas. De godsvrucht wordt niet alleen
aangeprezen om haar zelfswil, maar ds ook
de bron van de kennis op elk levensterrein.
De Schrift doet ons den Raad Gods verstaan
en is een lamp voor onzen voet. Door dat
licht kunnen we niet dwalen en als we
soms tot afdwaling vervallen, ligt dat aan
ons. Spr. dringt er met grooten ernst op aan
dat het Bijbelonderzoek de eerste plaats op
de vereenigingen zal blijven innemen. An
ders zou onze geestelijke kracht spoedig zijn
gebroken. Dan falen we, ondanks den
soms schitterenden schijn van het
tegendeel. Beproeft de geesten of ze uit
God zijn. Dan zijt ge niet alleen toegerust
tot verweer tegen de dwalingen van dezen
tijd, maar ontvlamt ge in liefde voor de
bewaring van bet toebetrouwde pand. Dan
Aanteert ge naast het zwaard den troffel en
maakt gij Calvijns embleem tot het uwe.
Een brandend hart en gestrekten arm den
onzienlijke toegereikt Zoo blijve de bond
staan als een belofte voor de toekomst en
een hoop voor ons volk. Al veranderde dan
de aarde haar plaats en werden de bergen
verzet in het hart der zee, nochtans zullen
wij niet vreezen, wamt onze hulp is in der.
Naam des Heeren onzes Gods.
(Luide bijval)
De Voorzitter dankte beide sprekers
voor hun woord, waardoor deze bondsdag
is geworden tot een, die met gouden lettere
zal blijven geschreven staan in dc geschie
denis van den bond. Spr. gaf Colijn de ver
zekering, dat het A.R. volk zijn pogen tot
heil van ons volk met belangste''ing blijft
g idévioan cn In ."Ac:.: gebedc gedenkt
Dr. K. DIJK
lijken van de nachtschooL In de kunst
spotten futurisme en kabbaJisme met de har
monie der kleuren- In het moreeie leven
gelden eer en zede miet langer als heilige
wetten, zijn gezag en onderworpenheid ver
ouderde begrippen. Op het gebied van Staat
en maatschappij zijn rebellie en muiterij de
zuivere levensuiting. De elite daar schaamt
zich wel voor de oproerige familie, maar
ten sllotte moeten ook Albarda en Duys hun
vrijheidsfanfares spelen op de maat die
Moskou slaat. Die ongebonden vrijheidspre-
dilking heeft ook onder ons jonge geslacht
haar slachtoffers gemaakt- Spr. schetst ver
schillende typen, die verheven zijn boven de
bekrompenheid van Geref. levensmoraal-
maar waarschuwt zijn gehoor voor allerlei
vrijheden, die geen vrijheden zijn, maar
losbandigheden, die voeren tot de bangste
tyrannie-
Spr. zet ten slotte uiteen, wat de
vrijheid is en wijst daarbij op den levens
strijd van Willem van Oranje, den kam
pioen voor de vrijheid van ons volksleven
in gebondenheid alleen aan de ordinantiën
Gbds.
Onder Abide instemming werden hierna
dezelfde telegrammen verzonden als door de
elders vergaderden-
Voorlezing werd hierna gedaan van inge
komen schriftelijke gelukwenschen en van
de uitslagen der verkiezingen.
De voorzitter verwelkomde, onder luid ap
plaus het Tweede KameiUSd, de heer C.
Smeenk, waarna de heer D. Ti mme,
van Nijmegen sprak over:
„Hjit bewarend element in de J-V.'
waarna bespreking volgde.
Voor gedachtengang in dit referaat zie
men hierboven het verslag der vergadering
in het Concertgebouw.
DE MIDDAGVERGADERING
's Middags om kwart over twee volgde on
der geweldige geestdrift, allereerst de rede
an Dr II. Colijn, waarvan wij hierboven
reeds verslag gaven.
Daarna refereerde de heer J. Schouten,
van Rotterdam, over:
„Gezag en Jeugd".
Ook bij ons volk wordt in breede kringen
het gezag verworpen- 't Gezag is in op
spraak. 't Kan niet verwonderen, dat daar-
ook iets doordringt tot de jeugd. De
mensch heeft zich vanaf het begin der vo
rige eeuw op een hoog voetstuk geplaatst
De vooshein van de almacht van het men-
helijk verstand moest zicli openbaren. Dat
was één van de goden van de 19e eeuw. Doch
de werkelijkheid bracht een vernietigende
J. SCHOUTEN
critiek- Telkens weer openbaarden zich de
machten en krachten, die de menschelijke
macht en kracht niet vermocht te keereru
Het souvereine weten, het souvereine den
ken werd verworpen en gekozen werd vóór
het souvereine doen. Voor de daad ligt de
menschheid in het stof en de dictator die
daden weet te scheppen wordt aangebeden*
Tegelijkertijd >#enverpt men net redenee*
ren het praten terwijl het leven sterwt, maar
zoekt ook hier door daden, door geweld des
noods aan den kant te zetten v\at in dert
weg staat De afgod van dezen tijd is het
irrationalisme.
EenmaaJL hebben op aarde gezag en vrij*
heid in schoone harmonie bestaan- Dat ge
zag is verkeerd in tyrannie en die vrijheid
in anarchie. De mensch streefde naai- dat*
gene wat hij nooit worden kan: wetgever,
hetgeen alleen God toebehoort- En nu ziet
hij met verlangen uit naar hetgeen hij zelf
uit het leven uitgebannen heeft door de
zonde. Vandaar de slingerbeweging van go-
zag naar vrijheid en omgekeerd, in voortdu
rende onrust zonder bevrediging- Spr. on
derwerpt de Russische, Italaansche en Duit*
sche verhoudingen aan een critische be
schouwing.
Wie Gods autoriteit erkent en buigt voor
Zijn Woord, vindt ook de rechte verhou*
ding van gezag en vrijheid- Daarom ge
hoorzaamheid aan het gezag om Godswil en
om Zijnentwil alleen, rekening houdend
hirmee, dat het zondige menschen zijn, die
alls gezagsdragers optreden. Buigen voor
God, geeft ruggegraat in het leven- Buigen
voor God doet ons temidden van alle ellende
en nood van dezen tijd zeggen: ik zal God,
mijn God nog loven!
Op dit referaat is een breede discussie ge
volgd, waarna sluiting volgde.
IN DE WILHELMINAKERK
De vergadering in de Wilhelminakerk had
een niet minder enthousiast verloop, om half
elf opende de voorzitter, de heer P. v. Nes
C zn. van Dordrecht de vergadering met te
laten zingen Ps. 689 en 17, waarna hij
voorging in gebed. Daarna sprak hij het
openingswoord uit, getiteld:
„Ware en valsche Vrijheid"
Spr. schetste allereerst de drang naar vrij
heid, die in de ontwikkeling der geschiede
nis telkens naar voren treedt. De wereld wil
vrij zijn, van eiken hand, die bindt. Maar dit
is geen ware vrijheid. Gods Woord leert an
ders. „Waar de Geest des Heeren is, daar is
vrijheid."
Zoo spreken we van een „vrij volk", als
het zelf eigen wetten en verordeningen kan
vaststellen in verband met eigen volksaard
en overtuiging. Dit zijn de vormen, waarin
de vrijheid van een volk aan het licht treedt.
De vrijheid komt dus uit in gebondenheid
aan den aard en de zielsbehoeften, hovenal
in het zich onvoorwaardelijk onderwerpen
aan het Goddelijk gebod. Ware vrijheid is
eenswillendheid met God. Het wezen daarvan
ligt in „vrijwilligheid". Dat is de hoogste vrij
heid, omdat het is de vrijheid, waarmee
Christus ons heeft vrij gemaakt.
Daartegenover staat nu de valsche vrij
heid. Deze is gebonden aan de zelfzucht van
den mensch. Dit leidt tot het afschuiven van
eigen verantwoordelijkheid.
Deugd en ondeugd hebben stuivertje ge
wisseld.
Bij de revolutie is de vrijheid een groot
woord; bij de reformatie daarentegen een
zegenrijke daad. De valsche vrijheid keert
zich reohtstreeksch tégen het onderhouden
van de geboden Gods.
De ware vrijheid brengt voor de jeugd
zware verplichtingen mee. Het Gebod Gods
moet worden gekend. Studeert daarom. Zorgt
ervoor, dat ge straks zóó het leven ingaat,
dat ge de ware vrijhein verdedigt en die
als uitgangspunt erkent. Hoe meer Nederland
vasthoudt aan 'het geopenbaarde Woord
Gods, des te heter zal het blijven, wat het
i*" ■s,-