llirtturr gtiïtócift Gfottmnt ONS NIEUWE MINISTERIE EERSTE BLAD ABONNEMENT* Per kwartaal In Lelden en In plaat sen waar n agentschap gevestigd f2.33 Franco per post 2.35 porinkusien. Per week 0.18 Voor het Buitenland bij wekelijk- iche tending „4.50 Bij dageujksche zending „5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7Vi cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor L eiden en Omstreken Bureau: Breestnat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 WOENSDAG 24 MEI 1933 ADVERTENTIEN Van 1 tot B regels......»»L17M Elke regel meer.,........».».»0.22Y\ Ir.gez. Mpdedeellngen Van 1—5 regels a 2-30 Elke regel meer0.45 Bif contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend f 0.*0 No. 3974 14e Jaargang Morgen, Hemelvaartsdag, zal geen nummer van ons blad verschijnen Dit nummer bestaat uit DRIE bladen HET CRISISKABINET GEREED Sterk door bekwame mannen en moeilijke omstandigheden In de weinige oogenblikken, welke ons ter beschikking staan vóór ons blad ter perse gaat, kunnen we slechts een totaalindruk geven over het optreden van het nieuwe kabinet, dat nu zoo goed als geformeerd is. Op allerlei nevenvragen over mee- en tegenwerking gaan we dus thans niet in; zelfs de allerbelangrijkste vraag: waarom geen parlementair rechtsch kabinet laten we thans rusten. We be zien daarvan alleen de positieve kant, n.l. waarom afgezien van alles op dit oogenblik een veelzijdig samenge steld kabinet gewenscht is. De oorzaak daarvan ligt in de crisis omstandigheden. Wil ons volk daaraan met kracht het hoofd bieden, dan is het noodzakelijk, dat het zich eendrachtig te weer stelt en dat alle elementen, die van goeden wille zijn zich nauw aaneen sluiten. In ons land moest zoo iets natuurlijk ongewone moeilijkheden opleveren, doch in dit geval waren er eenige be langrijke dingen in het voordeel van den kabinetsformateur. In de eerste plaats zijn "eigen persoon en zijn klaar crisisprogram. Bij partij genoot, vriend en tegenstander groeide langzamerhand de overtuiging, dat Dr. Coljjn de aangewezen man is om ons volk in deze moeilijke tijden te leiden. Daarbij kwam, dat er van een sterk 'coalitie-kabinet, met tegenover zich'een loyale oppositie geen sprake kon zijn. De vraag, of de coalitie nu dood, mis schien wel morsdood is, zooals sommi gen juichen, kan onbesproken blijven; die komt vanzelf weer aan de orde. Want al moge de antithese thans min der naar voren dringenze is niét door Dr. Kuyper uitgevonden, maar leeft in ons volk en zal zich te eeniger tijd weer openbaren. Echter, voor een coalitie-kabinet wa ren de kansen thans zeer ongunstig en zoo drong het één met het ander direct in de richting van een ministerie, waaraan zooveel mogelijk partijen deel hebben. Dat er van een nationaal kabinet geen sprake kon zijn, stond reeds bij voorbaat vastde S.D.A.P., om kleine groepjes maar te negeeren, heeft van meetaf de meest vijandige houding aan genomen tegenover alle andere partijen. Zij kan den kabinetsformateur nooit verwaten, dat hij haar niet Dit alles leidde als vanzelf tot het thans verkregen resultaat, zij het dan ook, dat Dr. Colijn genoodzaakt was om zijn eerste ideaal los te laten: eeri parlementair kabinet, steunend op meewerkende partijen in de Kamer. Doch wie de lijst van ministers ziet, komt tot de conclusie, dat er in lange tijd niet één zoo parlementair kabinet is geweest als dit. Dit is gevolg van het feit, dat het gegaan is, zooals wij ver moedden: bijzijn tweede poging heeft Dr. Colijn zich zooveel mogelijk gehou den aan zijn eerste plan, wat de candi- daten betreft, al schijnt 't nogal eenige moeite gekost te hebben om de juiste man op de juiste plaats te krijgen; d. w. z. de verdeeling der zetels ging "niet erg gemakkelijk. Maar bereikt is hiermee wel, dat er een sterk kabinet gevormd is: sterk, door de nauwe band, welke het aan de Tweede Kamer bindt. Immers, met uit zondering van den liberalen candidaat, Ir. Kalff en den chr. hist. Jhr. de Graeff, zijn alle ministers oud-Kamer leden of stonden ze, zooals Mr. Ver schuur als minister met de Kamer in contact. Dit moet, nu de fracties accoord gaan met het zitting nemen van hun mannen in het kabinet, het ministerie kracht geven, ook al nemen de partijen geen rechtstreeksche verantwoordelijk heid op zich. Echter, het kabinet is ook sterk door de ministers zelf. Aan de bekwaam heden der functionarissen kan niemand twijfelen. Dr. Colijn, primus interpares heeft een reputatie in binnen- en bui tenland en geeft aan het kabinet een eervol internationaal cachet. En dat Dr Colijn naast de algemeene leiding kolo niën voor zijn rekening neemt: zijn deskundigheid ook op dit terrein is on aangevochten en zijn krachtige hand in déze tijden meer dan noodig. Gaan we voorts de rij der ministers langs, dan staat Mr. Oud bekend als een financieele specialiteit van de eer ste orde; Mr. de Wilde heeft wèl zijn sporen verdiend als wethouder van fi nanciën, maar Binnenlandsche Zaken, straks met de P. T. T. er bij (ook dus de radio) zal bij hem in veilige handen zijn; Mr. de Graeff, de oud-gouver neur vari Oost-Indië, was ook gezant te Tokio en de Washington en staat dus niet vreemd tegenover Buitenlandsche Zaken; Mr. Van Schaik, de Kamer president, is zeker één der bekwaam ste juristen van ons land en staat bij zijn fractie zeer hoog aangeschreven; Mr. Maréhant, steeds een invloed rijk Kamerlid, heeft een vooropleiding genoten voor zijn ambt als wethouder van onderwijs; wij vertrouwen, dat hij pacificatie eerlijk zal naleven; Dr. Deckers heeft Defensie zoo dege lijk en zoo krachtig geleid, dat slechts een sociaal-democraat zich over zijn aanblijven beklagen zal; Ir. Kalff, de oud-directeur der Spoorwegen en thans voorzitter van de Indischen On- dernemersraad, is d e man voor Water staat en Spoorwegen; Mr. Ver schuur, die met Dr. Deckers b 1 dj f t, zit zóó in dé crisiskwesties en heeft een zoo goede naam, dat Dr. Colijn zich zelf feliciteeren mag, dat hij deze twee nog jeugdige R.K. ministers naast zich krijgt; terwijl eindelijk Prof. Slotemaker de Bruine, die voor het nieuwe departement, dat spoedig inge steld zal worden, bestemd is, niet alleen oud-minister van Arbeid is, doch zich sedert vele jaren gespecialiseerd heeft op Sociale Zaken. Waarlijk, Dr. Colijn is wel gelukkig geweest in zijn keuze. Echter, dit geldt ook nog in ander opzicht. Het nieuwe ministerie heeft als we het onjuist, maar toch dui delijk, zoo mogen uitdrukken geen nservatieve neigingen. Dat blijkt, om iets te noemen, uit het optreden van twee vrijzinnig democraten; jhr. De Graeff gold in Indië als zeer „democratisch", Van Schaik en Verschuur zjjn de favorie ten van zooals men zegt de Roomsche democratenIr. Kalff werd bij zijn heengaan als directeur der Sporen gehuldigd door de roode vakvereenigingsleiders en Prof. Slote maker de Bruïne is nauw verwant aan de Chr. Vakbeweging. Zou Dr. Coljjn, behalve Mr. De Wilde, die in dezen het volle vertrou wen heeft, zulke mannen naast zich zoeken, indien hjj de man was, dien zjjn felste bestrjjders in hem zien? Uit de keuze zjjner medewerkers, speciaal gelet ook op den liberalen mi nister, volgt voor ons onomstootelijk vast, dat het Kabinet desnoods harde maatregelen zal nemen, doch dat men ten aanzien van wat we in 't alge meen met sociale zaken aanduiden niH verder zal gaan dan absoluut nood zakelijk is. Ook daarom zal het een sterk kabi net kunnen zjjn; temeer, omdat er geen combinatie te denken is, die Coljjn en de zjjnen naar huis zou durven sturen; temeer, omdat iedereen toe geeft, dat slechts in eendrachtig op treden kracht van verweer schuilt te gen de moeilijke omstandigheden. Naar wjj vernemen heerscht er in het Kabinet roerende eensgezindheid over het regeeringsprogramzjjn alle ministers overtuigd van de ernst der tjjden en schaart men zich eendrach tig en eenswillend om Dr. Coljjn. Dat hierover vreugde in ons hart leeft, zal niemand ons euvel duiden, doch wjjj zullen er niet meer van zeg gen; dat in deze tijden de regeering berust bjj een Kabinet, waarvan de groote meerderheid der leden zich on voorwaardelijk buigt voor Gods Woord, stemt ons tot groote dankbaarheid. En, met de bede, dat God ons land en volk, regeering en onderdanen ge nadig moge zjjn, zien wjj voorzoo ver het aan menschen hangt met vertrouwen het tweede kabinet-Coljjn optredendankbaar ook, dat onze Koningin zooveel vertrouwen in hem stelde, als bjj de vorming van dit Kabi net bleek. NEDERL. JONGELINGSVERBOND ZOMERFEEST TE HE1NENOORD Op Tweeden Pinksterdag hoopt de ring ..Hoeksche Waard" van het Nederlandsch Jongelings Verbond een Zomerfeest te hou den te Heinenoord. Als sprekers worden vermeld Ds. v. d- Horst, van Heinenoord. Ds. Muld er van Charlois, Ds. Hugen- h o 11 z, van Klaaswaal, en de heer G o r- doau, algemeen secretaris van het N.J.V Als declamator zal optreden de heer J. v. d- Ree, uit Rotterdam. Enkele muziekvereenïgihgen verleenen medewerking. Voornaamste Nieuws. Mr. J. A. DE. DE WILDE Binnenl. Zaken Prof. Dr. J. R. SLOTEMAKER DE BRUiNE Sociale Zaken Dr. E. COLIJN. (blz. 1) De samenstelling van het nieuwe mi nisterie. (blz. 2) I Door een verklaring ter Ontwapenings conferentie, waaruit blijkt, dat Frankrijk tot geen enkele -jncessie inzake het oorlogs materiaal bereid is, verkeert de Ontwape ningsconferentie opnieuw in moeite. De rede Boncour is met ijzigheid ontvangen. De reorganisatie van het Duitsche Centrum (blz. 3) Weekend van leiders van Chr. Padvinders- groepen. i (blz. 9) Algemeene vergadering van de Prot. Chr, Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel. Mr. T. J. Mr. J. R. H. VERSCHUUR VAN SCHAIK Landb. Handel en Justitie Ir. J. A. KALFF Waterstaat Mr. H. P. MARCHANT Onderw., Kunsten en Wetensch. Mr. P. J. OUD HET NIEUWE KABINET DE TWEEDE POGING VAN Dr COLIJlv GESLAAGD Naar wij uit de beste bron vernemen, is Dr. Colijn hedennacht om één uur met de vorming van een crisis-kabinet gereed ga komen. Zeer waarschijnlijk zullen de nieu we ministers nog heden door de Koningin beëedigd worden en de portefeuilles a.s- Vrijdag overnemen. De samenstelling zal als volgt zijn: Dr. H. COLIJN, (a.-r.), premier en Minister van Koloniën; Mr. J. A. DE WILDE (a.-r.), Minister van Binnenlandsche Zaken; Jhr. Mr. A. C. D. DE GRAEFF (c.-h.), Minster van Buitenlandsche Zaken; Mr. Dr. L. N. DECKERS (r.-k.), Minister van Defensie; Mr. J. R. H. VAN SCHAIK, (r.-k.), Minister van Justitie. Mr. T. J. VERSCHUUR, (r.-k.), Minister van Economische Zaken; Prof. Dr. J. R. SLOTEMAKER DE BRUïNE, (c.-h.), Minister van Sociale Zaken; Mr. H. P. MARCHANT, (v.-d.). Minis ter van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; Mr. P. J. OUD, (v.-d.), Minister van Financiën; Ir. J. A. KALFF, (lib.), Minister van Waterstaat Zooals men ziet, gaan er uit het zittend kabinet twee ministers over; verschillende ministers zijn thans lid der Tweede Kamer en hun plaatsen worden dus door anderen bezet Voor de anti-rev. partij zijn dat de heeren A. A- L. Rutgers en Mr. T. A van Dijken; voor de Chr. Hist fractie Jhr. Rut gers van Rozenburg. Voorts valt op, dat er tien in plaats van negen ministers komen: het zware departe ment van Economische Zaken en Arbeid wordt gesplitst: Mr. Verschuur behoudt de Economische, Dr- Slotemaker krijgt de Sociale Zaken, waaronder terecht ook valt de Werkloosheid. Alles, wat daarop be trekking heeft, en thans bij Binnenlandsche Zaken berust, gaat nu naar Sociale Zaken. Eerstgenoemd departement, dat daardoor nog al smal zou worden, krijgt er nu alle Personeelszaken bij en de geheele P. T. T„ dus ook de radio- Dat is een heele kluif. Deze verdeeling lijkt ons meer rationeel, dan zooals het tot heden was. Toen de Troonrede de laatste wijziging aankondigde, hebben we daarop direct critiek geoefend. Op zich zelf is de uitbreiding van het aantal ministers minder gewenscht, maar in de tegenwoordige omstandigheden, o.i. geboden. De crisis vraagt zeer veel werk en daardoor is de uitbreiding ten volle gerecht vaardigd- Wat de politieke rubriceering betreft, wij zen we er slechts op, dat twee leden behoo- ren tot de anti-rev. partij; twee tot de Chr. Hist. Unie; drie tot de R. K. Staatspartij: twee tot de vrijz-democraten en één tot de liberalen; doch juist deze is geen kamerlid. Bij het bovenstaande moet men in aan merking nemen, dat Prof. Slotemaker de Bruine wat later zal optreden. Want eerst moet het voorstel gedaan en bekrachtigd worden tot instelling van een departement voor Sociale Zaken. Het nieuwe kabinet zal vermoedelijk Vrij dag in functie treden. Nog vernemen we, dat er gisteravond ten huize van Dr Colijn een constitueeren- de vergadering van het nieuwe kabinet heeft plaats gehad en dat Dr. Colijn heden morgen het voorstel tot de formatie van een crisiskabinet bij H. RL de Koningin heeft Dr. Colijn en de Intern. Kamer van Koophandel Als bijzonderheid kan worden gemeld, dat Dr. Colijn reeds eenigen tijd geleden was uitgenoodigd om zich een eventueele benoeming te laten welgevallen tot Presi dent van de Internationale Kamer van Koophandel, welke op het a.s. Congres te Weenen, dat 29 Mei bijeenkomt, zou ge schieden. Ofschoon Dr. Colijn reeds te kennen had gegeven, dat de mogelijkheid niet uitge sloten was, dat hij deze benoeming niet zou kunnen aanvaarden, aangezien hij wellicht tot een andere functie zou worden geroepen, bleef men er prijs op stellen, hem tot President te benoemen. Dr. Colijn heeft thans aan het bureau van de Intern. Kamer van Koophandel mede gedeeld, dat zijn optreden als Minister- President van het nieuwe Kabinet hem verhindert het presidium der Kamer te aanvaarden. Dr H. COLIJN werd 22 Juni 1869 te Haar lemmermeer geboren en is dus thans 63 jaar oud. Hij bezocht de lagere school te Uitwijk (gem. Almkenk) en werd door zijn oudere aanvankelijk bestemd voor het on derwijs. Deze loopbaan lokte hem echter niet aam en na korten tijd kwam hij bij het instructd'ebataijon te Kampen, waar hij aam den hoofdcursus werd opgeleid tot 3e luite nant bij het wapen der infanterie in Ned. Indië, nadat de medici nog een jaar to voren im twijfel hadden getrokken of hij daarvoor physdek gesohdikt was. Hij nam deel aan de Lombok-expeddtde en kreeg na de beetormdmg van Tjafcra Negara de Mili taire Willemsorde 4de klas omdat zijn af- deeling het eeret was doorgedrongen in het betreffende gebied (November 1894). In Januari '95 gaat de luitenant Colijn wegens ernstige ziekte naar Java terug, maar im Mei trekt hij al weer met het 3de bataljon naar Atjeh om deed te nemen de krijgsverrichtingen tegen Toekoe Oemar. In 1897 wordt hij civiel gezaghebber over het grootste deel varn de Sagi der XXV Moe- kims en van diien tijd ai nog gedurende tien jaar civiel gezaghebber als militair. Ont vaingt de eeresabeJ voor betoonde dapper hea'd bij de krijgsverrichtingen en speelt een rol bij de pacificatie in Atjeh. In 1901 wordt de heer Colijn bij keuze be vorderd tot kapitein en tot adjudant van generaal Van Heutz. Als zoodanig wordt hij tot eind 1904 nu en dam belast met bijzon dere opdradhten, zooels de pacificatie van een deed dier Noordkust van Atjeh en het onderwerpen (in 1903) van andere opstan dige gebiededeeien (deswege bevorderd tot ridder M.W.O. 3de klas). Van eind 1904— Mei 1905 waarnemend aseiete nt-reeiden* van de Gajoe- en A'laölanden. Daarna tei beschikking gesteld van den G.G. voor een inspectiereis door de buitenbezittingen, ten einde daarover te rapporteeren en voorstel len in te dienen betreffende bestuur, politie wezen, belastingheffing en verkeersmiddelen Veel verkeerswegen zijm op voorstel van diienst met den rang van majoor. Daarna Gouvennementesecretaris, adjunct-Regee- rimgscommissarishoofd van de ofd. Buiten bezittingen bij het departement van B.B. In 1909 wordt de heer Colijn door Sneek naar de Tweede Kamer afgevaardigd. Dr Kuyper zond hem een telegram: „Word Kamerlid" en Colijn was te veel soldaat om het „bevel" van zijn generaal niet op te vol gen, hoewel de benoeming hem maar wei nig te stade kwam en een eind maakte aan een eervolle Indische loopbaan. Na nog een reis naar de kleine Soenda- eilanden gedaan te hébben op wélke reis schipbreuk werd geleden vertrok hij na een verblijf van 16 jaar in Indië naar h-*t Het Kamerlidmaatschap duurde maar kort. Het Ministerie-Heemskerk verloor zijn Minister ven Ooiflog en de heer Colijin werd diens opvolger. In Mei 1912 treedt hij ook op als Minister van Marine a. i. Onder zijn ministerschap kwam de n/ii we Miiitiewet en de nieuwe legerorganisatie tot stand, waarvan ons land in 1914 zoo goe de vruchten heeft geplukt. Nadat in 1913 het Kabinet tot aftreden was genoopt, maakte de heer Colijn een rei6 naar de Fransohe Koloniën. Een benoe ming door de groote mogendheden tot in- 6pecteur-gerieTeal in Klein Azië werd afge slagen. In 1914 volgde zijn benoeming tot directeur van de „Bataafsdhe", in welke functie hij 8 jaar werkzaam is geweest In hetzelfde jaar wordt hij ook lid van de Eerste Kamer. De verkiezingen van 1922 brachten den heer Colijn opnieuw naar de Tweede Kamer, thans als leider der A.R. partij, als opvolger van Dr Kuyper Na het aftreden van den heer De Geer Minister van Financiën in den zomer i 1923 werd 'e heer Colijn als zoodanig a Schaakrubriek. GEDACHTEKRACHT Door een samenloop van omstandig heden kunnen we ditmaal de rubriek Gedachtekracht niet opnemen. De be langstellende lezers dezer rubriek ge lieven dus geduld te hebben tot de vol* gende week. Minister-President, wat hij blijft tot Maart 1926. Nog veisch ligt in de herinnering de wijzd waarop zijn kabinet ten val werd gebracht» In 1926 wordt de heer Colijn opnieuw bei noemd tot lid der Eerete Kamer. In 1927 wordt hij door de Regeering afga* vaoirdfigd naar de Economische Wereldoonfei rentte të Genève, waar hij het voorzitter» schap bekleedde van de sectie voor h-an* delspolitieke vragen. Daarop volgde eimc( 1927 de Conferentie van den VodikenboawS tot afschaffing van de in- en udtvoerveri boden, van welke conferentie hij eveneens voorzitter was. In 1928 werd de heer Colijn benoemd tofl vice-president van het Raadgevend Eoonoi misoh Comité van den Volkenbond en ii< 1929 tot voorzitter van den Zuiderzeeraad, Hij wa6 reeds geruimen tijd hoofdredacteur! van De Standaard en directeur van de Vrijs Universiteit. In 1930 werd hem het eere-doctoraat- in dal rechtswetenschappen bij de Vrije Univensii fcedt aangeboden. Dr Coljjn werd buiten zijn militaire on derscheidingen begiftigd met het Gomman* deurrekruis in de Orde van den Ned. Leeuw en het Grootkruis van het Herstelde Pblenj voorts werd hij benoemd tot Minister vanj Staat, tot Groot-Officier van het Legioen van Eer en tot Ridden- lste klasse van het Kruis van Verdienste van Hongarije. Bij dit allies en hierom wordt hij doooj het A.R. volk het meest gewaardeerd is Dr Colijn gebleven de eenvoudige Christen* Staatsman, de aanvoerder in zoo menigett strijd, die zich nimmer het Evangeldé schaamt op boe hooge plaats hij ook wordt Inflatie dreigde en de beer Colijn moest met alle kracht streven naar eon sluitend budget, waarin hij ondanks stormachtige tegenwerking slaagde, ïn Augustus 1925 wondt de beer Colijn Mr J. A. DE WILDE wend 7 Januari 1879 geboren en is dus 54 jaar. Na bet gymna-i sium te Den Haag te hebben doorloopen! studeerd» hij aan de Vrije Universiteit in de klassieke letteren en rechtswetenschappen, In 1905 volgde zijn promotie tot doctor aan de Gemeentelijke Univereiteit te Amsterdam (de V U. had nog niet het promotie-recht). Van 1905—1908 trad hij op al6 advocaat* procureur te Goes. Reeds in zijn studententijd trad echter de heer De Wilde op in het politiek debat ert als hij in 1909 naar Den Haag vertrekt neemt hij al aanstonds In het politieke leven van de Residentie een belangrijke plaats in. In 1916 werd hij lid van de Gemeenteraad in de vacature van zijn vader, die G°depu-« teerde van Zuid-Holland was geworden. Hij ondervond toen de nadeelen zoon t» zijn van een bekend vader. (Zie vervolg blz. 2)' Gratis lezen tot 1 Juni Wie zich mei ingang van 1 Juni op ons blad abonneert, ontvangt alle tot dien datum ver- schijnende nummers gratis; De prijs is thans f 2.35 per kwartaal of 18 cent per week U leunt gebruik maken, bij het opgeven van nieuwe abonné's, van het in dit No. voorkomende inteeken- biljet. Zendt dit ingevuld aan onze Administratie. DE DIRECTIE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1