llirtturr gtiïtócift Gfottmnt
ONS NIEUWE
MINISTERIE
EERSTE BLAD
ABONNEMENT*
Per kwartaal In Lelden en In plaat
sen waar n agentschap gevestigd f2.33
Franco per post 2.35 porinkusien.
Per week 0.18
Voor het Buitenland bij wekelijk-
iche tending „4.50
Bij dageujksche zending „5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor L eiden en Omstreken
Bureau: Breestnat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
WOENSDAG 24 MEI 1933
ADVERTENTIEN
Van 1 tot B regels......»»L17M
Elke regel meer.,........».».»0.22Y\
Ir.gez. Mpdedeellngen
Van 1—5 regels a 2-30
Elke regel meer0.45
Bif contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend f 0.*0
No. 3974
14e Jaargang
Morgen, Hemelvaartsdag, zal geen
nummer van ons blad verschijnen
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
HET CRISISKABINET GEREED
Sterk door bekwame mannen en
moeilijke omstandigheden
In de weinige oogenblikken, welke
ons ter beschikking staan vóór ons blad
ter perse gaat, kunnen we slechts een
totaalindruk geven over het optreden
van het nieuwe kabinet, dat nu zoo
goed als geformeerd is.
Op allerlei nevenvragen over mee- en
tegenwerking gaan we dus thans niet
in; zelfs de allerbelangrijkste vraag:
waarom geen parlementair rechtsch
kabinet laten we thans rusten. We be
zien daarvan alleen de positieve kant,
n.l. waarom afgezien van alles op
dit oogenblik een veelzijdig samenge
steld kabinet gewenscht is.
De oorzaak daarvan ligt in de crisis
omstandigheden. Wil ons volk daaraan
met kracht het hoofd bieden, dan is het
noodzakelijk, dat het zich eendrachtig
te weer stelt en dat alle elementen, die
van goeden wille zijn zich nauw aaneen
sluiten.
In ons land moest zoo iets natuurlijk
ongewone moeilijkheden opleveren,
doch in dit geval waren er eenige be
langrijke dingen in het voordeel van
den kabinetsformateur.
In de eerste plaats zijn "eigen persoon
en zijn klaar crisisprogram. Bij partij
genoot, vriend en tegenstander groeide
langzamerhand de overtuiging, dat Dr.
Coljjn de aangewezen man is om ons
volk in deze moeilijke tijden te leiden.
Daarbij kwam, dat er van een sterk
'coalitie-kabinet, met tegenover zich'een
loyale oppositie geen sprake kon zijn.
De vraag, of de coalitie nu dood, mis
schien wel morsdood is, zooals sommi
gen juichen, kan onbesproken blijven;
die komt vanzelf weer aan de orde.
Want al moge de antithese thans min
der naar voren dringenze is niét door
Dr. Kuyper uitgevonden, maar leeft in
ons volk en zal zich te eeniger tijd weer
openbaren.
Echter, voor een coalitie-kabinet wa
ren de kansen thans zeer ongunstig en
zoo drong het één met het ander direct
in de richting van een ministerie,
waaraan zooveel mogelijk partijen deel
hebben.
Dat er van een nationaal kabinet
geen sprake kon zijn, stond reeds bij
voorbaat vastde S.D.A.P., om kleine
groepjes maar te negeeren, heeft van
meetaf de meest vijandige houding aan
genomen tegenover alle andere partijen.
Zij kan den kabinetsformateur nooit
verwaten, dat hij haar niet
Dit alles leidde als vanzelf tot het
thans verkregen resultaat, zij het dan
ook, dat Dr. Colijn genoodzaakt was
om zijn eerste ideaal los te laten: eeri
parlementair kabinet, steunend op
meewerkende partijen in de Kamer.
Doch wie de lijst van ministers ziet,
komt tot de conclusie, dat er in lange
tijd niet één zoo parlementair kabinet
is geweest als dit. Dit is gevolg van het
feit, dat het gegaan is, zooals wij ver
moedden: bijzijn tweede poging heeft
Dr. Colijn zich zooveel mogelijk gehou
den aan zijn eerste plan, wat de candi-
daten betreft, al schijnt 't nogal eenige
moeite gekost te hebben om de juiste
man op de juiste plaats te krijgen;
d. w. z. de verdeeling der zetels ging
"niet erg gemakkelijk.
Maar bereikt is hiermee wel, dat er
een sterk kabinet gevormd is: sterk,
door de nauwe band, welke het aan de
Tweede Kamer bindt. Immers, met uit
zondering van den liberalen candidaat,
Ir. Kalff en den chr. hist. Jhr. de
Graeff, zijn alle ministers oud-Kamer
leden of stonden ze, zooals Mr. Ver
schuur als minister met de Kamer in
contact.
Dit moet, nu de fracties accoord
gaan met het zitting nemen van hun
mannen in het kabinet, het ministerie
kracht geven, ook al nemen de partijen
geen rechtstreeksche verantwoordelijk
heid op zich.
Echter, het kabinet is ook sterk door
de ministers zelf. Aan de bekwaam
heden der functionarissen kan niemand
twijfelen. Dr. Colijn, primus interpares
heeft een reputatie in binnen- en bui
tenland en geeft aan het kabinet een
eervol internationaal cachet. En dat Dr
Colijn naast de algemeene leiding kolo
niën voor zijn rekening neemt: zijn
deskundigheid ook op dit terrein is on
aangevochten en zijn krachtige hand in
déze tijden meer dan noodig.
Gaan we voorts de rij der ministers
langs, dan staat Mr. Oud bekend als
een financieele specialiteit van de eer
ste orde; Mr. de Wilde heeft wèl zijn
sporen verdiend als wethouder van fi
nanciën, maar Binnenlandsche Zaken,
straks met de P. T. T. er bij (ook dus
de radio) zal bij hem in veilige handen
zijn; Mr. de Graeff, de oud-gouver
neur vari Oost-Indië, was ook gezant te
Tokio en de Washington en staat dus
niet vreemd tegenover Buitenlandsche
Zaken; Mr. Van Schaik, de Kamer
president, is zeker één der bekwaam
ste juristen van ons land en staat bij
zijn fractie zeer hoog aangeschreven;
Mr. Maréhant, steeds een invloed
rijk Kamerlid, heeft een vooropleiding
genoten voor zijn ambt als wethouder
van onderwijs; wij vertrouwen, dat hij
pacificatie eerlijk zal naleven;
Dr. Deckers heeft Defensie zoo dege
lijk en zoo krachtig geleid, dat slechts
een sociaal-democraat zich over zijn
aanblijven beklagen zal; Ir. Kalff,
de oud-directeur der Spoorwegen en
thans voorzitter van de Indischen On-
dernemersraad, is d e man voor Water
staat en Spoorwegen; Mr. Ver
schuur, die met Dr. Deckers b 1 dj f t,
zit zóó in dé crisiskwesties en heeft
een zoo goede naam, dat Dr. Colijn
zich zelf feliciteeren mag, dat hij deze
twee nog jeugdige R.K. ministers naast
zich krijgt; terwijl eindelijk Prof.
Slotemaker de Bruine, die voor het
nieuwe departement, dat spoedig inge
steld zal worden, bestemd is, niet alleen
oud-minister van Arbeid is, doch zich
sedert vele jaren gespecialiseerd heeft
op Sociale Zaken.
Waarlijk, Dr. Colijn is wel gelukkig
geweest in zijn keuze.
Echter, dit geldt ook nog in ander
opzicht. Het nieuwe ministerie heeft
als we het onjuist, maar toch dui
delijk, zoo mogen uitdrukken geen
nservatieve neigingen.
Dat blijkt, om iets te noemen, uit
het optreden van twee vrijzinnig
democraten; jhr. De Graeff gold in
Indië als zeer „democratisch", Van
Schaik en Verschuur zjjn de favorie
ten van zooals men zegt de
Roomsche democratenIr. Kalff
werd bij zijn heengaan als directeur
der Sporen gehuldigd door de roode
vakvereenigingsleiders en Prof. Slote
maker de Bruïne is nauw verwant aan
de Chr. Vakbeweging.
Zou Dr. Coljjn, behalve Mr. De
Wilde, die in dezen het volle vertrou
wen heeft, zulke mannen naast zich
zoeken, indien hjj de man was, dien
zjjn felste bestrjjders in hem zien?
Uit de keuze zjjner medewerkers,
speciaal gelet ook op den liberalen mi
nister, volgt voor ons onomstootelijk
vast, dat het Kabinet desnoods harde
maatregelen zal nemen, doch dat men
ten aanzien van wat we in 't alge
meen met sociale zaken aanduiden
niH verder zal gaan dan absoluut nood
zakelijk is.
Ook daarom zal het een sterk kabi
net kunnen zjjn; temeer, omdat er
geen combinatie te denken is, die Coljjn
en de zjjnen naar huis zou durven
sturen; temeer, omdat iedereen toe
geeft, dat slechts in eendrachtig op
treden kracht van verweer schuilt te
gen de moeilijke omstandigheden.
Naar wjj vernemen heerscht er in
het Kabinet roerende eensgezindheid
over het regeeringsprogramzjjn alle
ministers overtuigd van de ernst der
tjjden en schaart men zich eendrach
tig en eenswillend om Dr. Coljjn.
Dat hierover vreugde in ons hart
leeft, zal niemand ons euvel duiden,
doch wjjj zullen er niet meer van zeg
gen; dat in deze tijden de regeering
berust bjj een Kabinet, waarvan de
groote meerderheid der leden zich on
voorwaardelijk buigt voor Gods Woord,
stemt ons tot groote dankbaarheid.
En, met de bede, dat God ons land
en volk, regeering en onderdanen ge
nadig moge zjjn, zien wjj voorzoo
ver het aan menschen hangt met
vertrouwen het tweede kabinet-Coljjn
optredendankbaar ook, dat onze
Koningin zooveel vertrouwen in hem
stelde, als bjj de vorming van dit Kabi
net bleek.
NEDERL. JONGELINGSVERBOND
ZOMERFEEST TE HE1NENOORD
Op Tweeden Pinksterdag hoopt de ring
..Hoeksche Waard" van het Nederlandsch
Jongelings Verbond een Zomerfeest te hou
den te Heinenoord. Als sprekers worden
vermeld Ds. v. d- Horst, van Heinenoord.
Ds. Muld er van Charlois, Ds. Hugen-
h o 11 z, van Klaaswaal, en de heer G o r-
doau, algemeen secretaris van het N.J.V
Als declamator zal optreden de heer J. v. d-
Ree, uit Rotterdam.
Enkele muziekvereenïgihgen verleenen
medewerking.
Voornaamste Nieuws.
Mr. J. A. DE.
DE WILDE
Binnenl. Zaken
Prof. Dr. J. R.
SLOTEMAKER
DE BRUiNE
Sociale Zaken
Dr. E. COLIJN.
(blz. 1)
De samenstelling van het nieuwe mi
nisterie.
(blz. 2)
I Door een verklaring ter Ontwapenings
conferentie, waaruit blijkt, dat Frankrijk
tot geen enkele -jncessie inzake het oorlogs
materiaal bereid is, verkeert de Ontwape
ningsconferentie opnieuw in moeite. De rede
Boncour is met ijzigheid ontvangen.
De reorganisatie van het Duitsche Centrum
(blz. 3)
Weekend van leiders van Chr. Padvinders-
groepen. i
(blz. 9)
Algemeene vergadering van de Prot. Chr,
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel.
Mr. T. J. Mr. J. R. H.
VERSCHUUR VAN SCHAIK
Landb. Handel en Justitie
Ir. J. A. KALFF
Waterstaat
Mr. H. P.
MARCHANT
Onderw., Kunsten
en Wetensch.
Mr. P. J. OUD
HET NIEUWE KABINET
DE TWEEDE POGING VAN Dr COLIJlv
GESLAAGD
Naar wij uit de beste bron vernemen, is
Dr. Colijn hedennacht om één uur met de
vorming van een crisis-kabinet gereed ga
komen. Zeer waarschijnlijk zullen de nieu
we ministers nog heden door de Koningin
beëedigd worden en de portefeuilles a.s-
Vrijdag overnemen.
De samenstelling zal als volgt zijn:
Dr. H. COLIJN, (a.-r.), premier en
Minister van Koloniën;
Mr. J. A. DE WILDE (a.-r.), Minister
van Binnenlandsche Zaken;
Jhr. Mr. A. C. D. DE GRAEFF (c.-h.),
Minster van Buitenlandsche Zaken;
Mr. Dr. L. N. DECKERS (r.-k.),
Minister van Defensie;
Mr. J. R. H. VAN SCHAIK, (r.-k.),
Minister van Justitie.
Mr. T. J. VERSCHUUR, (r.-k.),
Minister van Economische Zaken;
Prof. Dr. J. R. SLOTEMAKER DE
BRUïNE, (c.-h.), Minister van
Sociale Zaken;
Mr. H. P. MARCHANT, (v.-d.). Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen;
Mr. P. J. OUD, (v.-d.), Minister van
Financiën;
Ir. J. A. KALFF, (lib.), Minister van
Waterstaat
Zooals men ziet, gaan er uit het zittend
kabinet twee ministers over; verschillende
ministers zijn thans lid der Tweede Kamer
en hun plaatsen worden dus door anderen
bezet Voor de anti-rev. partij zijn dat de
heeren A. A- L. Rutgers en Mr. T. A van
Dijken; voor de Chr. Hist fractie Jhr. Rut
gers van Rozenburg.
Voorts valt op, dat er tien in plaats van
negen ministers komen: het zware departe
ment van Economische Zaken en Arbeid
wordt gesplitst: Mr. Verschuur behoudt de
Economische, Dr- Slotemaker krijgt de
Sociale Zaken, waaronder terecht ook
valt de Werkloosheid. Alles, wat daarop be
trekking heeft, en thans bij Binnenlandsche
Zaken berust, gaat nu naar Sociale Zaken.
Eerstgenoemd departement, dat daardoor
nog al smal zou worden, krijgt er nu alle
Personeelszaken bij en de geheele P. T. T„
dus ook de radio- Dat is een heele kluif.
Deze verdeeling lijkt ons meer rationeel,
dan zooals het tot heden was. Toen de
Troonrede de laatste wijziging aankondigde,
hebben we daarop direct critiek geoefend.
Op zich zelf is de uitbreiding van het
aantal ministers minder gewenscht, maar
in de tegenwoordige omstandigheden, o.i.
geboden. De crisis vraagt zeer veel werk en
daardoor is de uitbreiding ten volle gerecht
vaardigd-
Wat de politieke rubriceering betreft, wij
zen we er slechts op, dat twee leden behoo-
ren tot de anti-rev. partij; twee tot de Chr.
Hist. Unie; drie tot de R. K. Staatspartij:
twee tot de vrijz-democraten en één tot de
liberalen; doch juist deze is geen kamerlid.
Bij het bovenstaande moet men in aan
merking nemen, dat Prof. Slotemaker de
Bruine wat later zal optreden. Want eerst
moet het voorstel gedaan en bekrachtigd
worden tot instelling van een departement
voor Sociale Zaken.
Het nieuwe kabinet zal vermoedelijk Vrij
dag in functie treden.
Nog vernemen we, dat er gisteravond
ten huize van Dr Colijn een constitueeren-
de vergadering van het nieuwe kabinet
heeft plaats gehad en dat Dr. Colijn heden
morgen het voorstel tot de formatie van een
crisiskabinet bij H. RL de Koningin heeft
Dr. Colijn en de Intern. Kamer
van Koophandel
Als bijzonderheid kan worden gemeld,
dat Dr. Colijn reeds eenigen tijd geleden
was uitgenoodigd om zich een eventueele
benoeming te laten welgevallen tot Presi
dent van de Internationale Kamer van
Koophandel, welke op het a.s. Congres te
Weenen, dat 29 Mei bijeenkomt, zou ge
schieden.
Ofschoon Dr. Colijn reeds te kennen had
gegeven, dat de mogelijkheid niet uitge
sloten was, dat hij deze benoeming niet
zou kunnen aanvaarden, aangezien hij
wellicht tot een andere functie zou worden
geroepen, bleef men er prijs op stellen, hem
tot President te benoemen.
Dr. Colijn heeft thans aan het bureau van
de Intern. Kamer van Koophandel mede
gedeeld, dat zijn optreden als Minister-
President van het nieuwe Kabinet hem
verhindert het presidium der Kamer te
aanvaarden.
Dr H. COLIJN werd 22 Juni 1869 te Haar
lemmermeer geboren en is dus thans 63
jaar oud. Hij bezocht de lagere school te
Uitwijk (gem. Almkenk) en werd door zijn
oudere aanvankelijk bestemd voor het on
derwijs. Deze loopbaan lokte hem echter
niet aam en na korten tijd kwam hij bij het
instructd'ebataijon te Kampen, waar hij aam
den hoofdcursus werd opgeleid tot 3e luite
nant bij het wapen der infanterie in Ned.
Indië, nadat de medici nog een jaar to
voren im twijfel hadden getrokken of hij
daarvoor physdek gesohdikt was. Hij nam
deel aan de Lombok-expeddtde en kreeg na
de beetormdmg van Tjafcra Negara de Mili
taire Willemsorde 4de klas omdat zijn af-
deeling het eeret was doorgedrongen in het
betreffende gebied (November 1894).
In Januari '95 gaat de luitenant Colijn
wegens ernstige ziekte naar Java terug,
maar im Mei trekt hij al weer met het 3de
bataljon naar Atjeh om deed te nemen
de krijgsverrichtingen tegen Toekoe Oemar.
In 1897 wordt hij civiel gezaghebber over
het grootste deel varn de Sagi der XXV Moe-
kims en van diien tijd ai nog gedurende tien
jaar civiel gezaghebber als militair. Ont
vaingt de eeresabeJ voor betoonde dapper
hea'd bij de krijgsverrichtingen en speelt
een rol bij de pacificatie in Atjeh.
In 1901 wordt de heer Colijn bij keuze be
vorderd tot kapitein en tot adjudant van
generaal Van Heutz. Als zoodanig wordt hij
tot eind 1904 nu en dam belast met bijzon
dere opdradhten, zooels de pacificatie van
een deed dier Noordkust van Atjeh en het
onderwerpen (in 1903) van andere opstan
dige gebiededeeien (deswege bevorderd tot
ridder M.W.O. 3de klas). Van eind 1904—
Mei 1905 waarnemend aseiete nt-reeiden*
van de Gajoe- en A'laölanden. Daarna tei
beschikking gesteld van den G.G. voor een
inspectiereis door de buitenbezittingen, ten
einde daarover te rapporteeren en voorstel
len in te dienen betreffende bestuur, politie
wezen, belastingheffing en verkeersmiddelen
Veel verkeerswegen zijm op voorstel van
diienst met den rang van majoor. Daarna
Gouvennementesecretaris, adjunct-Regee-
rimgscommissarishoofd van de ofd. Buiten
bezittingen bij het departement van B.B.
In 1909 wordt de heer Colijn door Sneek
naar de Tweede Kamer afgevaardigd. Dr
Kuyper zond hem een telegram: „Word
Kamerlid" en Colijn was te veel soldaat om
het „bevel" van zijn generaal niet op te vol
gen, hoewel de benoeming hem maar wei
nig te stade kwam en een eind maakte aan
een eervolle Indische loopbaan.
Na nog een reis naar de kleine Soenda-
eilanden gedaan te hébben op wélke reis
schipbreuk werd geleden vertrok hij na
een verblijf van 16 jaar in Indië naar h-*t
Het Kamerlidmaatschap duurde maar
kort. Het Ministerie-Heemskerk verloor zijn
Minister ven Ooiflog en de heer Colijin werd
diens opvolger. In Mei 1912 treedt hij ook
op als Minister van Marine a. i.
Onder zijn ministerschap kwam de n/ii
we Miiitiewet en de nieuwe legerorganisatie
tot stand, waarvan ons land in 1914 zoo goe
de vruchten heeft geplukt.
Nadat in 1913 het Kabinet tot aftreden
was genoopt, maakte de heer Colijn een
rei6 naar de Fransohe Koloniën. Een benoe
ming door de groote mogendheden tot in-
6pecteur-gerieTeal in Klein Azië werd afge
slagen. In 1914 volgde zijn benoeming tot
directeur van de „Bataafsdhe", in welke
functie hij 8 jaar werkzaam is geweest In
hetzelfde jaar wordt hij ook lid van de
Eerste Kamer. De verkiezingen van 1922
brachten den heer Colijn opnieuw naar de
Tweede Kamer, thans als leider der A.R.
partij, als opvolger van Dr Kuyper
Na het aftreden van den heer De Geer
Minister van Financiën in den zomer i
1923 werd 'e heer Colijn als zoodanig a
Schaakrubriek.
GEDACHTEKRACHT
Door een samenloop van omstandig
heden kunnen we ditmaal de rubriek
Gedachtekracht niet opnemen. De be
langstellende lezers dezer rubriek ge
lieven dus geduld te hebben tot de vol*
gende week.
Minister-President, wat hij blijft tot Maart
1926.
Nog veisch ligt in de herinnering de wijzd
waarop zijn kabinet ten val werd gebracht»
In 1926 wordt de heer Colijn opnieuw bei
noemd tot lid der Eerete Kamer.
In 1927 wordt hij door de Regeering afga*
vaoirdfigd naar de Economische Wereldoonfei
rentte të Genève, waar hij het voorzitter»
schap bekleedde van de sectie voor h-an*
delspolitieke vragen. Daarop volgde eimc(
1927 de Conferentie van den VodikenboawS
tot afschaffing van de in- en udtvoerveri
boden, van welke conferentie hij eveneens
voorzitter was.
In 1928 werd de heer Colijn benoemd tofl
vice-president van het Raadgevend Eoonoi
misoh Comité van den Volkenbond en ii<
1929 tot voorzitter van den Zuiderzeeraad,
Hij wa6 reeds geruimen tijd hoofdredacteur!
van De Standaard en directeur van de Vrijs
Universiteit.
In 1930 werd hem het eere-doctoraat- in dal
rechtswetenschappen bij de Vrije Univensii
fcedt aangeboden.
Dr Coljjn werd buiten zijn militaire on
derscheidingen begiftigd met het Gomman*
deurrekruis in de Orde van den Ned. Leeuw
en het Grootkruis van het Herstelde Pblenj
voorts werd hij benoemd tot Minister vanj
Staat, tot Groot-Officier van het Legioen
van Eer en tot Ridden- lste klasse van het
Kruis van Verdienste van Hongarije.
Bij dit allies en hierom wordt hij doooj
het A.R. volk het meest gewaardeerd is
Dr Colijn gebleven de eenvoudige Christen*
Staatsman, de aanvoerder in zoo menigett
strijd, die zich nimmer het Evangeldé
schaamt op boe hooge plaats hij ook wordt
Inflatie dreigde en de beer Colijn moest
met alle kracht streven naar eon sluitend
budget, waarin hij ondanks stormachtige
tegenwerking slaagde,
ïn Augustus 1925 wondt de beer Colijn
Mr J. A. DE WILDE wend 7 Januari 1879
geboren en is dus 54 jaar. Na bet gymna-i
sium te Den Haag te hebben doorloopen!
studeerd» hij aan de Vrije Universiteit in de
klassieke letteren en rechtswetenschappen,
In 1905 volgde zijn promotie tot doctor aan
de Gemeentelijke Univereiteit te Amsterdam
(de V U. had nog niet het promotie-recht).
Van 1905—1908 trad hij op al6 advocaat*
procureur te Goes.
Reeds in zijn studententijd trad echter de
heer De Wilde op in het politiek debat ert
als hij in 1909 naar Den Haag vertrekt
neemt hij al aanstonds In het politieke leven
van de Residentie een belangrijke plaats in.
In 1916 werd hij lid van de Gemeenteraad
in de vacature van zijn vader, die G°depu-«
teerde van Zuid-Holland was geworden.
Hij ondervond toen de nadeelen zoon t»
zijn van een bekend vader.
(Zie vervolg blz. 2)'
Gratis lezen tot 1 Juni
Wie zich mei ingang van 1 Juni op ons blad
abonneert, ontvangt alle tot dien datum ver-
schijnende nummers gratis;
De prijs is thans
f 2.35 per kwartaal
of
18 cent per week
U leunt gebruik maken, bij het opgeven van nieuwe
abonné's, van het in dit No. voorkomende inteeken-
biljet. Zendt dit ingevuld aan onze Administratie.
DE DIRECTIE