KABEL Radio Nieuws. DE LAATSTE Dl TRIBUNEN ZATERDAG 20 MEI 1933 Vereeniging Kerkopbouw ALGEMEENE VERGADERING TE UTRECHT REFERATEN OVER HET WEZEN DER LITURGIE De opening. Prof. dr. A. M. Brouwer wees er in zijn openingswoord op, dat de toestand der Vereeniging een rustigen vooruitgang aan wijst Was vroeger noodig ook polemisch op te treden, ter verdediging van eigen standpunt, nu was het inzonderheid de tijd van constructieven arbeid. Het resultaat daarvan vinden wij in de rapporten over het eerste artikel van de Geloofsbelijdenis en over dc Liturgie. Binnen niet te langen tijd zal ook het ontwerp van reorganisatie gereed zijn. De hoop wordt gekoesterd dat hierdoor ook het verschilpunt met „Kerk herstel" tot oplossing zal gebracht worden. Melding wordt ook gemaakt van een cur sus-boekje, dat binnenkort zal verschijnen als handleiding voor studiekringen en cur sussen. Het ledental neemt geleidelijk toe. Van belang was het besluit der Ethische Vereeniging, om zich niet in Kerkopbouw op te lossen. Daardoor is het nog duidelij ker geworden, dat Kerkopbouw een geheel nieuwen weg is ingeslagen en verschillende groepen tot elkander tracht te brengen. Een voorbeeld, hoe een plaatselijke afdeeling constructief werk kan verrichten, levert de afdeeling Utrecht, waar op haar instigatie «en kerkelijke bemiddeling door den kerke- raad zal worden begonnen, waarbij eener- zijds de predikanten kunnen vragen om vrij willige helpers, en anderzijds de gemeente leden zich kunnen opgeven voor bepaalde werkzaamheden. Na dit openingswoord werden eenige huishoudelijke zaken lafgelwundeld. Dr. G. W. Oberman, secreratis van het hoofdbestuur bracht verslag uit van de werkzaamheden, die in het afgeloopen ver- eenigingsjaar werden verricht. Het jaar droeg het karakter van consolidatie en uit breiding van den arbeid. Het aantal com missies werd uitgebreid met een voor lee- kenarbeid en een voor kerkelijke kwesties, een z.g.n. eere-raad. Het orgaan onderging verandering en de zetel der redactie werd van Zeist naar Utrecht verplaatst Het aan tal afdeelingen bleef vrijwel gelijk en be draagt thans 12 met een aantal leden (op 1 Mei jj.) van 1014. Prof. Brouwer deed eenige mededee- lingen omtrent den financieelen toestand. De financieele commissie heeft een drie jaren-plan gemaakt en dank zij haaT arbeid kan de vereeniging haar uitgaven verbor gen. Over enkele jaren zal de vereeniging echter op eigen beenen moeten staan. Bij de bestuursverkiezing werden de af tredende leden van het moderamen herko zen. Het werd bovendien uitgebreid met twee leden. In de door deze uitbreiding ontstane vacatures werden gekozen Ds. Aris, uit Amsterdam en Ds. Bleeker, uit Apeldoorn. Een van hen zal zitting nemen in de Uitvoerende Commissie Dr. Oberman hield na een korte pauze zijn inleiding over; het wezen der liturgie. Een waar liturgisch leven en streven kan alleen ontstaan wanneer men de kerk weer ziet als de gemeente, de geroepenen die de Zone Gods zich vergadert, bsdiermt en on derhoudt door Zijn Geest en Zijn Woord. Het gaat dus om den eeredienst, om wat het Nieuwe Testament het lichaam van Christus noemt Uitbouw van den eeredienst en herziening der formulieren komt in de tweede plaats. Het gaat in den dienst der gemeente om God zelf en de gemeente staat hier reèel voor God. De prediking, het Woord en het Sacrament, maar ook onze offerande staan onder het licht van Gods tegenwoordigheid. Hier is geen woord bui- tenlandsch bij, zooals men Kerkopbouw en zijn liturgisch streven zoo graag aanwrijft. Onze reformatorische vaderen waren meer ecumenisoh gezind dan men thans vermoedt en al heeft Datheen in de laatste maanden een verdiend slechte pers gehad door zijn optreden tegen Oranje, hij had met den Prins gemeen, al wist Datheen dat zelf niet, een ecumenisch besef, nl. de eenheid van de hervormde Christenen. De liturgische arbeid van personen en kringen moet rekening houden met den eeuwenouden arbeid der gansche kerk. Zelfs een nationale Synode kan een liturgie niet waarlijk kerkelijk maken, wanneer het ijk der gansche kerk er niet op rust. Allerlei individueels pogingen zijn te verwerpen, maar toch is het dure plicht dat juist in dezen tijd allen medewerken aan een nieu we houding, die de kerk moet innemen te genover haar eeredienst. De jeugddiensten doen in dit opzicht voortreffelijk voorberei dend werk. Liturgie, die den mensch eigengerechtig .verheft, zinnen betooverd en verrukt, is geen liturgie in den eigenlijken zin. Litur gie is zich steeds bewust dienaresse te zijn en een verborgenheid: dat God gekomen tot ons in Jezus Christus en door de wer king vam den Heiligen Geest onder om wonen. Zij dramatiseert het wonder van Gods zoekende genade, die tot zondaren komt Dit alles was Gods werk, en daad. want van het begin tot het einde is de liturgie een eschatologische gebeurtenis. Hier wordt afgebeeld hoe de zondige mensch in het geloof deel mag nemen aan de toe komstige heerlijkheid. De prediking heeft in de taal- en denkvormen van het heden de Boodschap Gods te brengen. In de Bij bel woorden in onzen eeredienst spreekt de verkondiging der geslachten mee. Het w zen van den eeredienst is een verborgen heid, alles is geschenk en genade. Hij is dus eigenlijk dienst der Christelijke Hope. Heel de liturgie, ons zingen en ons belijden is eschatologisch te verstaan. De volheid komt straks, hier is nog strijd. De dienst der kerk is voor den geheelen mensch. De mensch te scheiden naar geest en liohaam is niet Bijibelsch, maar eerder heidensch. Wij moeten echter voor oogen houden, dat wij God niet kunnen binden aan woord, voorwerp of begrip. Maar dit mag ons niet onachtzaam maken tegenover alles wat do eeredienst noodig acht voor haar werk. Al les zal zoo waar, zoo echt, zoo goed moge lijk moeten zijn. Jezus Christus is God en mensch, zoo is de kerk Goddelijk en men- schelijk, d.w.z. aardsche werkelijkheid met hemelsch perspectief. Toch is het lezen van het Bijbelwoord nog niet het Woord Gods verkondigen. Dat vindt plaats als de ver kondiging geschiedt en geloof vindt, d.w.z. wanneer God handelt. God handelt en schenkt ons genade. Doop en Avondmaal zijn teekenen, maar ook kanalen van de Goddelijke verlossingsgenade. De kerk is daarom niet klaar met de teekenen te ver- toonen. Zij deelt ze ook uit. Er is geen te genstelling tu-sschen Woord en Sacrament Beide zijn uitbeelding van bet Woord Gods, het Sacrament is het zichtbare Woord, dat ons nog meer persoonlijk stelt tegenover de Goddelijke Heilsgave. De bediening der Sacramenten komt een olwaardige plaats toe naast de prediking en dat moet tot uiting komen in den Hoog- dienst. De Reformatoren hebben dat gewe ten. Ook Calvijn wilde eiken Zondag Avon- maal vieren, gelijk dit in de Luthersche en oude Christelijke ke-rk geschiedde. Het spreekt vanzelf, dat het kerkgebouw het karakter moet dragen van hetgeen, waar voor het dient De stijlloosheid der kerkge bouwen der 18de en 19de eeuw weerspie gelt de wanorde en willekeur der kerk diensten. Vooral de kerk van binnen moet naast elkaar aardsche werkelijkheid en he- melsch perspectief vertolken. Hiermede hebben Avondmaalstafel. Doopvont en kan- jen eigen plaats. Alles heeft eigen dienst en is dienstbaar aan wat de ware kerkdienst vereischt Dit alles hoeft niet kostbaar to zijn. Architecten, die bij een nieuwen kerkbouw op prijsvragen moeten schrijven en graag kans maken, treft zeker niet alleen schuld. Want krijgen sommigen de vrije kans, dan blijkt het hoe er onder hen zijn die hun keren naar vernieuwing van kerkbouw en kerkinrichting. Maar nimmer zullen jonge bouwkunstenaars iets kunnen doen, indien e kerk zelf niet wakker nordt het be sef waarom het gaat in den dienst Niet alleen bouwkunstenaars, maar ook toonkunstenaars, schilders en dichters, al les moet God dienen met zijn beste gaven. Allen moeten in hun verkeer in de kerk hun werk verstaan in dubbelen zin. Liturg en organist moeten zich vinden in het eeno groote werk den dienst van God. De Christelijke Kerk heeft een liturgie. Het fundament is er. In de dagen der Re formatie voelde men ondanks verstrooiing en ballingschap ecumenisch hervormd Katholiek. De Reformatoren hebben nooit band met de oude Christelijke kerk ge loochend. Zoo blijft ook voor ons de Oud- Christelijke eeredienst de norm. In onze dorpen, in onze van moderne daemonen bezeten steden zullen de kerken openstaan den ganschen dag. Hier zal ge legenheid zijn tot rustige inkeer, voor wie dit thuis missen. Hier zullen op vaste tij den de dienaren zijn, die te spreken zijn voor wie hen noodig hebben. In deze ge opende huizen Gods zal het gebed der kerk omhoog rijzen, dat Luther bad in dagen van groote kerkelijke nood (1524). Midden in dit leven zijn wij met den dood omgeven, Bij wien zouden wij hulpe zoeken, op dat wij genad' ontvangen?. Bij U, o Heer, alleen Bespreking. Prof. Brouwer dankte dr. Oberman voor zijn duidelijke met overtuiging uitge sproken rede. Daarna bestond er voor de aanwezigen ge legenheid met den inleider van gedachte te wisselen. Dr. Boissevain (Leiden) vroeg of het niet wenschelijk zou zijn om in de eerste helft van het rapport te wijzen op het sacra- menteele karakter van den eeredienst. Naast het didactische element zou Spr. wil len wijzen op het profetische element, dat in de prediking tot uiting komt. Het pries terlijke komt in het Sacrament uit. In dc prediking komt God tot den mensch en dan is de eeredienst onzichtbaar Te weinig is naar sprekers meening, onderscheid ge maakt tusschen de kerk en de gemeente. Ds. Burger (Bergen op Zoom) onder streepte de opmerkingen van Ds. Boisse- vain. Het komt Spr. voor, dat bepaalde kanten te weinig tot hun recht zijn geko men. Te weinig ook is uitgekomen de po laire spanning tusschen het Goddelijke en menschehjke in den eeredienst. Het kan ook zoo zijn, dat de gemeente vraagt en God antwoordt Ds. Aris (Amsterdam), sloot zich even eens bij de gemaakte opmerkingen aan. Spr. is bevreesd, dat men in plaats van het uiterste, waarin men nu vaak verkeert, een ander uiterste krijgt, nl., dat men een vol komen eeredienst krijgt, maar een gemeen te, die er niet op antwoorden kan. De in leider heeft gezegd, dat de Christelijke kerk een liturgie heeft, maar het is niet zoo, dat men kan zeggen: Hier is ze. Daar greep Spr. vooruit. En, vroeg Ds. Aris, wat moeten we doen met eerediensten, die in zalen gehou den moeten worden. Prof. Kohnstamm (Amsterdam) vroeg zich af hoe de overgang van beginsel naar practijk te verwezenlijken is. Er heerscht in onze reformatorische kringen een ar moe aan vormkracht. Moeten we ons niet bezinnen hoe ons symbool naar buiten uit te dragen. In ons Reformatorische bewust zijn is het aesthetische element te kort ge komen. Is nu niet de tijd gekomen om dat principieel te verzorgen. Ds. Boeke heeft het gevoel, dat het rap port te veel in het teeken van den Zondag staat Hij wees ook op de beteekenis van de bediening der stilte. Prof. Brouwer heeft het bezwaar ge voeld dat het woord profetisch niet in het rapport voorkomt Alle nadruk wordt ge legd op het gezag en de vrijheid laat men niet tot haar recht komen. Dat heeft Spr. vooral gevoeld waar in het rapport gespro ken wordt van een Hervormd Brevier. Dat te moeten gebruiken zou door Spr. als een duldelooze band worden gevoeld. Dr. Oberman wees er in zijn antwoord op, dat eerste in het tweede deel op het Sacramenteels karakter van den eeredienst werd gewezen, omdat de opstellers een in leiding noodzakelijk achtten. Nogmaals ves tigde Spr. de aandacht erop, dat de Refor matoren van de liturgie zich zeer bewust waren. Ook voor de jeugd moeten we met de kerk als kerk komen en moeten wij de kerk laten zien zooals zo is. Om de litur gie te begrijpen kunnen cursussen en be sprekingen medewerken. Maar do ervaring leert ook, dat juist buiten-kerkelijke men- schcn meer zin voor liturgie hebben, dan we verwachten. Over de opmerking van Ds. Aris, betref fende de zaaldienst,, wil Spr. slechts zeggen, dat deze ons midden in de kerkelijke ellen de voert. In de opmerkingen van Prof. Kohnstamm ontmoeten we weer een leek, die ons zegt, dat wij toch eens moeten durven in de kerk. Maar dit durven vinden we in West- hill-jeugddienst. Jeugdgilde en het werk van mej. van Woensel-Koov. Naar aanleiding van de opmerkingen van Prof. Brouwer, zegt Spr., dat ook de Com missie de vrijheid laten wil, maar geen verwarring van waarden wenscht. Wij moe ten de kerk, kerk willen laten. Prof. G. van der Leeuw (Groningen) uitte de wenschelijkheid om in liturgie en prediking een verschillende Bijbelvertaling te gebruiken. Wat de symbolen betreft, die zijn er en die leven. We hebben alleen onze oogen ervoor te openen. Van de profetie is niets gezegd, omdat die de veronderstelling is van het heele rapport. Prof. v. d. Leeuw herinnerde aan de eerste pogingen om aan het liturgisch ge voel vorm te geven. Dat was in zijn studen tentijd. Sindsdien is er heel wat veranderd en er is wel gebleken dat alom behoefte werd gevoeld aan liturgie. Jammer is, dat ieder heeft gemeend er een eigen liturgie op na te moeten houden. Als er één ter rein is, waarop anarchie onbestaanbaar is dan is dit wel op het gebi-ed der liturgie. Liturgie veronderstelt een gemeenschappe lijk bezit. Het gevolg van dit ontwakend ge voel was het ontstaan van de Liturgische Kring, die reeds eenige handboekjes deed verschijnen. De tijd om te oogsten is thans aangebroken. De eerste vrucht is hel len van de Liturgische Commissie van „Kerk opbouw". Een tweede vrucht is de uitgave van den Hoogdienst, die binnenkort ver schijnen zal. Nog in dit jaar hoopt de Kring een handboek uit te geven, waarin alle afdeelingen van de liturgie principieel en practisch besproken worden, terwijl het ook in de bedoeling ligt een Kerkboek uit te geven, dat liturgiën voor alle diensten bevat. Van uit de eigen Gereformeerde liturgie is de weg terug gezocht naar de oud-Chris- van deze vergadering mijne heeren, moet ik constateeren, dat nu we vandaag hier allen Karei I sigaren hebben gerookt, ik onder de geanimeerde dis cussies niet anders dan genoeg lijke gezichten heb gezien, zelfs bij de niet-rookers. Wij hebben allen genoten van de heerlijke geur en de fijne aroma van Karei I. Laten we dut met algemeene stemmen het besluit nemen om op onze bijeenkomsten voor taan niet anders dan deze sigaren te rooken en steeds zijn beeltenis bij het koapen van sigaren - ook voor privé voor oogen te houden, altijd weer bedenkendi CU IS MA A* (ÉN Standaardkwaliteit voor Nederland belijke liturgie. Het H. Avondmaal is geen aanhangsel van den eeredienst, maar het hoogtepunt, het staat met de prediking in organisch verband. Spr. beschouwde daarna den dienst in volgorde van de onderdeelen. De dienst be gint met het Votum, dat aan de Avondmaal» tafel wordt uitgesproken. Met het Votum stempelt de dienaar de van alle zijden ge- komenen fot Gemeente. Daarna spreekt de dienaar de Groet of het Adjulorium uit. Dan volgt de Introïtus, die een bizonder ka rakter aan den dag geeft, een eerste aan kondiging van het heil van Godswege, waar op de Gemeente antwoordt met liet Klein Gloria. Dat is de oeroude lofprijzing, die de eeuwen door geklonken heeft. Dan is de dienst ingeleid on volgt de voorbereiding voor de verkondiging in Woord en Sacra ment. De Gemeente belijdt haar schuld. Hen die de liturgische beweging een verromani- seering van den eeredienst verwijten, zij er op gewezen, dat de Roomsche Mis de schuldbelijdenis der Gemeente niet kent. Wel kent de Roomsohe kerk dc persoonlijke schuldbelijdenis van den priester aan het Altaar en van elk gfmoentelid, die com municeert. Op de S<-huldl>elijdenis volgt de Wet, Oud- en/of Nieuw-Testamentisch. De Gemeente antwoordt met het Kyrie eleison. Het Groot Gloria volgt op de schuldverge ving. Daarmee is de voorbereiding afgeslo ten en vangt de Lofprijzing aan. Deze is gedacht als een kort wisselgesprek tus schen dienaar en Gemeente. Onmiddellijk wordt overgegaan tot het Psalterium. Eigen lijk behooren Dienaar én Gemeente de Psal men onberijmd in beurtzang te zingen. Zoo lang dat niet mogelijk is laat men de Psal men volgen door de Nieuw-Testamentisehe Lofzegging. Dan volgt dc Schriftlezing, die in den eeredienst een eigen plaats inneemt. Zij is er om zichzelf en behoeft niet met de prediking in verband te staan. De veelheid van het geluid van Gods Woord moet tot de Gemeente klinken. Dan gaat de Dienst des Woords in en gevoelt de Gemeente be hoefte helijdenis te doen van haar geloof, met mond en hart. Hiermede schakelt zij zich in in de gan sche Christenheid en de kerk van alle eeuwen. Dan brengt de gemeente haar of fergaven op het altaar. De dienaar heft ze op en wijdt ze aan God, ce op den Disch des Avondmaals plaatsend. Daarop volgt met een kort gebed de opening des Woords en nu is het oogemblik gekomen dat de Dienaar zich naar den kansel begeeft, waar de predi king plaats geeft. Na den Dienst des Woords wordt overge gaan tot de Dienst der Gebeden, de Dienaar begeeft zich naar de Avondmaalstafel en bidt het gebed voor alle nood der Christen heid. De Dienst des Gebeds gaat over in den Dienst des Sacraments. Deze moet in den Hoogdienst een kort karakter dragen en vangt aan met de Praefatie, met het meest verheffende moment van den eeredienst: het Sanctus. Woorden worden bij de Com munie niet ges-proken behalve die van Ghris tus zelf. Dan verheft zich nog eenmaal de Gemeen te met de Lofzang van Simeon. Zoo heeft de Liturgische Kring den Hoog dienst gedacht Ware liturgie kan slechts ontstaan in de herhaalde praktijk. Bespreking. Na een korte pauze had de gedachtenwis- seling «laats. Dr. van Hasselt (Amersfoort) had enkele practische vragen. Zal wanneer er vele tafels zijn de dienst niet lang gerekt zijn .Is het niet begrijpelijk, dat men in de Roomsche Kerk de piester de mis-handeling laat verrichten? En hoe stelt de inleider cich de offerande aan het Altaar voor? Prof. v. d. Leeuw is van meening, dat de vele tafels zouden verdwijnen als iederen Zondag het Avondmaal wordt gevierd. Spr. heeft geen bezwaar tegen het zakje, maar wel tegen het zakje, dat zakje blijft. Op een vraag van den heer Dekker (Driebergen) antwoordde de inleider, dat de Litugische Kring de diensten zooveel moge lijk gedifferentieerd wil laten. De liturgie, zooals die ook in den Hoogdienst tot uiting komt, is eigenlijk ingesteld op het Parochie- stelsel. Verschillende aanwezigen bespraken nog een aantal practische moeilijkheden. Aan deze discussie nemen o.a. deel Prof. Wagen voort, Prof. Brouwer, mej. Crommelin, Dr. Goris en de heer v. d. Pol. Wij willen van deze discussie nog een korte samenvatting geven Prof. v. d. Leeuw weeg er nog op dat de preek kort moet zijn. De liturgie van de.i Hooogdienst, zonder het Avondmaal, hooft maar P/2 uur te duren. Een ideale toestand zou spr. het vinden wanneer de Hoogdienst in de kathedraal zou plaats vinden. In dc andere kerken kunnen dan kleinere Avond maalsdiensten zonder prediking of andere godsdienstoefeningen worden gehouden. In geen geval zou Prof. v. d. Leeuw willen zien dat het Sacrament alleen door den priester zou worden gebruikt. Dan liever geen Avondmaal. Men zal de oplossing bij veel communicanten in verdeeling moeien zoeken. De heer v.d. Pol deelde mede, dat in Engeland, waar deze opvatting in som mige gemeenten misschien heerscht, der.e gewoonte niet is voortgekomen uit prak tische bezwaren. In die gemeenten is de op vatting van het Avondmaal echter veran derd. Het nieuwe Prayerbook verbiddt deze opvatting echter. Prof. v. d. Leeuw merkte tenslotte nog op, dat in den eeredienst geen afwisseling ZONDAG 21 MEI. 10 u. Kerkdienst k) te Apeldoorn Voorganger Ds E. X. F. Naw|jn. Organist IX. Knipscheer. I. Orgelspel. 2 Zingen Ps 81 vs 2.-3 Votum en Zegengroet 4 Lezing van de Wet des Heeren. waarna gezongen wordt Pa 38 vs 18. 5 Schriftlezing: 1 Cur 15 va 50— f8. 6 Gebed. 7 Zingen: Pj. 27 vs 1 en 7 8 Tekst. 1 Cor 15 va. 26 en 57. 9 Eerste ged. der prediking. 10 Zingen: Pa 89 vs 8—11 Tweede gc-d. der prediking 12 Dankgebed 13 Zingen: Ps 68 vs 10. 14 Zegen 15 Orgelspel. Ka den dienst tot 12.15 u. Ovwtjde 1 iziek. Oiganlst 1 Orgelspel. 2 Votum en Zegen 3 Lofver- nerf ing des Heiligdoms 4 Zingen: P» 24 vs 4 en 5. 5 Geloofsbelijdenis. 6 Lezen: Joh 1 vs. 44—52 7 Zingen: Ps 141 vs. 2 8 Gebed 9 Zingen: Ps 32 vs 4 en 6. 10 14 Zingen: Ps 68 vs. 17. 15 Zegen. Na den dienst tot 6.45 GewUde i toon. 12.15 Gramofoon. 12.30 Orgelspel 2.00 Gramofoon 2.45 Wenken voor de kou ken. 3.15 Cursus knippen en naaien. 3 30 Cursus stofversieren en hoedenmaken. 4.00 Btibellezing door Ds. G. Verdoes. 6 00 Gramofoon. 5.15 Concert. 7.15 Ned. Chr. Persbur. 7.30 Vragenuurtje 8 30 Utrechtse!» toon. 10.30 Voordracht. 11.00 Orgelspel# 12.01 Lunchconcert. 2.30 Cello recital 8.01) Gramofoon 4.00 Piano recital 4 30 Cau serie. 5.30 Kovacs Lajos. 7.00 ICovacs I^ijos 8 01 Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest 9.00 The Smith Brothers. 9.20 Concert. 10.00 Gramofoon. 10.20 Concert. 10.45 Gramofoon 11.00 Vaz Dias. 11.10 Orkest Brussel (Vlaamscb) 337.8 M.) 12.20 Gramo foon. 1.30 Concert. 5.20 Klein orkest. 6 50 Gramofoon. 8 20 Concert 9.20 Con cert 10.30 Gramofoon. (Fransch) (509.3 MA 12.20 Klein orkest# 1.30 Gramofoon. 5.20 Concert 6.35 Gra mofoon - 6 50 Concert. 8.20 Radio orkest 10 30 Gramofoon. Kalundborg (1153 8 M.) 12 20 Strijkorkest. 3 50 Orkest 8.20 Omroeporkest. 10.0Q Cello 10.45 Omroeporkest. KCnlgswusterhausen (1635 M.) 6 50 Populair concert. 2 20 Gramofoon. 4.2® Concert. 5.55 Cithermuzlek. 7.20 Wagner .angenberg (472.4 M.) 10 25 Mensch unci Welt. 12.20 Populair concert 120 Con cert. 4.50 Vesperconcert. 9.25 Orkest. 10 60 Concert. Javfntry (1554.4 M.) 12 20 Orgelspel. 1-0S Orkest. 2.05 Gramofoon. 3.20 Sonate re cital 4.00 BBC orkest 4.50 Concert 6.50 De grondslagen der muziek 8.20 Zang# L ondon Nat. (2613 M) 12.20 Orgel 1.0S Orkest 2.05 Gramofoon. 3.20 Sonates 5.35 BBC orkest Midland Heg. i398.9 M.)- 12.20 Concert 1.05 Gramofoon. 2.35 Orkest 6.50 Orkest 7.50 OrkeBt 10.05 Piano London Reg. (356.3 M) 12.20 Concert 1.05 Gramofoon 1.30 Concert 2-35 Concert 6.50 Orkest 7.50 Zang 8.20 BBC orkest 10.05 Piano. ParUs (Radio) (1724 M) 8.05 Gramofoon. 12 20 Omroeporkest 1.25 Piano 1.55 Con past, maar wel een organische wisseling. Daarmede is in het ontwerp-Hoogdienst re* kening gehouden. Sluiting Prof. Brouwer sloot de bijeenkomst met een woord van dank aan den inleider en aan „Cantemus", dat de antwoorden van, de Gemeente uit den Hoogdienst had gezon gen. Men had dezen dag, ervaren zoo zei hij, dat de kerk niet uitgeleefd is, maar allerlei nieuwe mogelijkheden bevat. INVOER VAN GORT De Minister van Economische Zaken en Arbeid heeft bepaald, dat het bedrag ter be strijding van de kosten, in verband met de afgifte van vergunningen voor den invoer van gort, zal worden vastgesteld op f0.50 Der 1000 k.g. met een minimum van f2.50. Cola dl Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw BULWER LYTTON (51 „Van die kleeren zou, dunkt mij, een be ter verband te maken zijn", zeide Rudolf, wijzend op de priestergewaden, die aan den wand hingen- „Zwijg, schurk, geen heiligschennis!" Sprak de Tribuun vertoornd. „Als gij zoo overdreven bezorgd zij-t voor uzelf, zult gij mijn eigen sjerp bebiben om hot bloed te stelpen." De Tribuun legde rijn dolk op den grond doch hield er stevig den voet op, en ver- bond den gewonden arm. Rudolf bedankte hem nauwelijks. Rienzi nam wapen en lamp, sloot de deur, schoof er den stevigen grendel op, en keerde terug naar zijn bed, verontwaardigd nadenkend over het ver raad, waaraan hij zoo gelukkig ontkomen was- Bij het eerste morgengrauwen ging hij door de groote kerkdeur naar buiten, riep den schildwacht die tot rijn eigen lijfwacht behoorde, en verzocht hem in stilte, en nu allen nog in de rust waren, den gevangene naar een der bizondere kerkers van het Ka- piiool te brengen. „Zwijg er over," eeide hij; „Laat niemand Ar een woord \m vernemen; als gij mü se- hoorzaam zijt, kimt gij rekenen op bevorde ring. Al6 dit gedaan is, gaat gij den raads heer Pandufltfo di Guido opzoeken en ver zoekt hem, hier te koanen eer het volk zich verzamelt" H5j liet den schildwacht zijn zware ijzeren schoenen uittrekken, bracht hem de kerk door, vertrouwde Rudolf aan zijn zorg, zag hen vertrekken, en weinige minuten daarna hoorden zijn dienaren in de kapel hem roe pen en werd hij omringd door zijn gevolg. Hij stond reeds op den grond, in een wijd gewaad met pelsweik omzoomd; zijn scher pe blik sloeg ieders gelaat opmerkzaam ga de- Twee baronnen Frangipani gaven blijk van verwarring en verlegenheid, doch de kalme groet van den Tribuun bracht hen spoedig weer op bun gemak. Maar met al zijn kunstvaardigheid kon Savelli niet beletten, dat zelfs het meest on- verschiflJige oog zijn zielsangst opmerkte; bij den onderzoekenden blik van Rienzi beefde hij over al zijn leden. De Tribuun was de eenige die dit niet scheen op te mer ken; en toen Vioo di Scotto, een oud ridder, uit wiens handen hij zijn zwaard aannam, hem vroeg hoe hij geslapen had, antwoord de hij op opgeruimden toon: „Goed, goed dappere vriend! Een goede engel waakt altijd over een nieuwen ridder. Signor Luca di Savelli, ik vrees dat gij slecht geslapen hebt: gij ziet zoo bdieek. Nu, het hindert niet! bij ons feestmaal zal uw vroolijk bloed wel spoedig weer sneller „vloeien"* „Bloed, Tribuun!" zeide di Scotto, die bui ten die samenzwering stond; „gij spreekt van bloed, en zie daar op den grond liggen groo te druppels bloed, nog niet opgedroogd-" „Wel foei, oude held, moet gij zóó mijn onhandigheid aan het licht brengen! Bij het uitikleeden prikte ik mij met mijn eigen dolk. Den hemel rij dank, dat bij niet ver giftigd is!" De Frangipani's zagen elkander aan. Luca di Savelli leunde tegen een pilaar om zich staande te houden. De overigen schenen on rustig en verbaasd- „Bekommert u er niet verder om, heeren," zeide Rienzi: „het is een goed voorteeken. Het beduidt, dat wiie het zwaard aangordt tot welzijn van den staat, bereid moet wezen zijn bloed daarvoor te vergieten: en dat bén ik. Laat ons er verder over zwijgen het is maar een schram, ik dacht niet dat er zoo veel bloed uit zou komen; het spaart een aderlating uit Wat breekt de dag heerlijk aan! Wij moeten ons gereed maken, om onze medeburgers te begroeten zij zullen wel spoedig hier rijn- Ha, Pandulfo! wees wel kom! gij, mijn oude vriend, moet mijn mantel vastmaken!" Terwijl Pandulfo hiermee bezig was, fluisterde de Tribuun hem eenige woorden in; de glimlach op zijn gelaat bracht zijn gevolg in den waan, dat het een der gewo ne grappen was, waarmede Rienzi rijn ge sprekken met zijn vertrouwde vrienden wist te kruiden. HOOFDSTUK XXVI De beroemde dagvaarding De klok yan de groote iUteraattkexk klonk schel en luid, terwijl de ontzaglijke menigte, nog grooter dan die van den vorigen avond, naar de kerk stroomde. Met moeite konden de officieren der Odjfjacht den weg vrijma ken voor de baronnen en gezanten, en nau welijks waren deze aanzienlijke bezoekers binnen, of het volk stormde naar de kerk en naar de kapel. Elk hoekje was vol en dc ingang versperd slechts aan enkele ge lukkigen was hot vergund, den Tribuun Je- zien te midden van zijn schitterend gevolg- Eindelijk, toen door de kerk de plechtige muziek ruischte, die aan de mis voorafging, trad de Tribuun vooruit, en het zwijgen dei minziek verhoogde nog den indruk van de algemeene, doodelijke stilte onder de toe hoorders. Zijn figuur, zijn houding, zijn ge. laat maakten hem tot een persoon, die over wicht moest hebben op de menigte. „Dat ieder het wete", sprak hij langzaam en vastberaden, „dat wij, uit kracht van he*, gezag, de macht en het recht, ons door het romeinsche volk, in de wetgevende vergade ring verleend, verkondigen wij, dat 't recht van verkiecing, van rechtspraak en van be stuur van het romeinsche rijk aan Rome aan het volk van Rome en aan geheel Italië toebehooren. Wij dagvaarden dus, en roepen persoorilijk op: de doorluchtige vorsten Lo- dewijk, hertog van Beieren en Karei, koning van Bohemen, die zich keizers van Italië durven noemen, om voor ons of de andere magistraten van Rome te verschijnen, en tusschen heden en Pinksteren de wettighe'd hunner aanspraken te staven- Wij dagvaar den ingelijks, en binnen dienzelfden "tijd, don hertog van Saksen, den vorst van Bran denburg, en welke potentaten, prinsen of kerkvorsten meer mogen :&nspraak maken! „In naam van het Bomeinsche volk behoort ook dit mij!" op het recht keurvorst tot den keizerlijken troon te zijn een recht, dat wij sinds on heugelijke tijden in de Kronieken vermeld vinden, als behoorende aan het romeinsche vol k en di t art les ter bewaring van onze burgerlijke vrijheden, zonder te kort te doen aajj dc geestelijke macht yan de Kerk, den Paus of het Heilig Collegie. Heraut, kondig do uitgebreider, formeele dagvaarding, zoo als /.ij schriftelijk aan uw handen is toever trouwd, buiten de kerk van het La^aan Toen Rienzi deze stoute proclamatie van de vrijheid van Italië geëindigd liad, gaven de toscaansche gezanten en die van enkele andere vrije staten halfluide hun goedkeu ring te kennen. De gezanten der staten, die de partij van den Keizer kozen, ziagen elkan der aan met stomme verbazing en ontstel» tenis- Zwijgend en met nedergeslagen oogen stonden daar de romeinsche baronnen; al leen over het gelaat van den ouden Stefauo Colonna gfleed een glimlach van minach'ing en \an verrassing. Doch de groote menigte was verrukt over de woorden die zulk een grootsch uitzicht openden voor de bevrijding van geheel Italië, en hun eerbied voor de macht en het geluk van den Tribuun was bijna zoo groot als voor een bovennatuurlijk wezen, zoodat zij niet nadachten over de middelen, waanmede dit plan ten uitvoer moest gebracht worden. Terwijl zijn blik over de menigte zweefde, over zijn schitterenden hofstoet en zijn trouw volk; terwijl zijn oor do stemmen der duizenden en tienduizenden vernam, op het plein voor het paleis van Constantijn (nu zijn eigen paleisi) die bereid waren goed en bloed voor hem te wagen; in den glans van zijn voorspoed, die nog nimmer verduisterd was, op het toppunt van zijn mncht, nog onbewust van een mogelijken om/mekeer, zwol het hart van den Tribuun van trots. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 12