ECONOMISCHE OPBOUW VAN
NEDERLAND
AKKER.CACHETS
MAANDAG 15 MEI 1933
TWEEDE BLAD PAG. 5
ECONOMISCHE PROBLEMEN
MEESTBEGUNSTIGING EN
PREFERENTIE
De theoretische strijd tussohen vrijhandel
en protectionisme is nog lang niet uitgestre
den en het blijft de vraag, of men wel ooit
tot een theoretische oplossing zal kunnen
komen. Zoolang de economische maatschap
pij door menschen geregeerd wordt en zoo
lang de menschen gedreven worden door
eigen belang, zoolang zal de kwestie vrij
handel of protectie een aangelegenheid blij
ven van opportunistische politiek. Men mag
dan ook niet vergeten, dat het aanhangen
door Nederland van den vrijhandel het ge
volg was van onge economische structuur
en dat wij van protectionisme niets dan
nadeelen zouden hebben ondervonden. Het
zelfde gold voor Engeland; ook daar betee-
kende de zuivere vrijhandel toen een bron
van groot gewin, terwijl nu de rollen zijn
omgedraaid, Groot-Brittanië de andere rich
ting is ingeslagen.
Toen andere landen, uit utiliteitsoverwe
gingen, bescherming gingen huldigen of de
bestaande protectie gingen opvoeren verde
digden de vrijhandelslanden zich door het
principe der meestbegunstiging. De vrij
handelslanden redeneerden aldus: „Het is
economisch onjuist om te denken het eigen
bedrijfsleven tot grooteren bloei te kunnen
brengen door middel van het invoeren van
hoogé tariefmuren; maar gaat men daartoe
eenmaal over, dan moet men zorgen, niet
bij de anderen ten achter te komen staan.
Mocht het protectionistische land speciale
voordeelen aan den een geven, dan dient
men te waken, dat die voordeelen ook auto
matisch den anderen toevallen". Wanneer
men dus met een land een tractaat had ge
sloten, waarin de meestbegunstiging was
opgenomen, en verlaagde het protectionis
tische land de tarieven ten behoeve van
een ander land, dan kwam die verlaging
ook ten goede aan alle naties, die met dat
land de meestbegunstigingsclausule hadden
Soopen. Men had dan tenminste een waar
borg om niet bij anderen te worden achter
uit gezet.
Voor wat, hoort wat
Langen tijd vonnde de meestbegunstiging
eea ontastbaar recht. Tot deze clausule die
landen begon te hinderen, die het principe
gingen huldigen van wederkeerigheid. De
leuze „voor wat, hoort wat" werd door
sommigen geleidelijk tot de basis van de
handelspolitiek aangenomen; men begon op
handelspolitiek te loven en te bieden, wat
echter op een gegeven moment moest in-
dxuischen tegen het principe van de meest
begunstiging. Immers, wanneer een land
voor een andere natie de tarieven voor een
bepaald artikel ging verlagen teneinde spe
ciale voordeelen te genieten, moest die ver
laging ook gelden voor de Staten met de
meestbegunstigingsclausule zonder dat deze
gelijke contra-prestaties behoefden te ver-
leenen.
Niets is echter gemakkelijker dan handels
politieke afspraken te ontduiken. Daarvan
werd dan ook op handige wijfie gebruik ge
maakt en één der middelen daartoe vormde
een meer verscheiden specificatie der ver
schillende artikelen. Om een voorbeeld te
noemen: de invoer van koeien in een be
paald land wordt belast met een recht van
10 pet. der waarde. Elk land met de meest
begunstiging had dus hetzelfde recht te
betalen. Nu wilde men een ander land
rechtenverlaging toekennen, bijv. Zwitser
land in ruil voor speciale concessies. Wan
neer men voor Zwitserland den invoer van
koeien zou belasten met bijv. 6 pet., dan
viel deze verlaging al de anderen toe, het
geen men niet wilde. Welnu, men maakte
een nieuwe douane-post en wel „invoer van
koeien afkomstig uit streken, welke 200 M.
of hooger boven den zeespiegel liggen" en
het recht hierop werd op 6 pet. vastgesteld.
Koeien uit Nederland bijv. vielen dus niet
onder die bepaling en wij konden dus geen
aanspraak op meestbegunstiging maken.
Een ander voorbeeld geldt bijv. tomaten.
Duitschland wilde Italië in ruil voor con
cessies, met den invoer van tomaten behulp
zaam zijn zonder andere landen diezelfde
faciliteit toe te staan. Vandaar, dat de
rechten werden verlaagd voor tomaten, die
gedurende een bepaalden tijd werden inge
voerd en die tijd was dan zoo bepaald, dart
Italië aan export kon denken, terwijl in de
andere landen nog geen tomaten aanwezig
waren. Hierdoor werd aan de meestbegun
stiging niet getornd, terwijl het recht prac-
tisch geheel ter tzijde werd gesteld.
In de richting van wederkeerigheid.
Wanneer men op zulke wijze overeenkom
sten, te goeder trouw gesloten, gaat ontdui
ken, doet men beter het geheele princjpe
maar direct af te schaffen. Bovendien zijn
er nog meer bepalingen, welke de meest
begunstiging te niet doen. Bijv. de contin-
genteeringen. Wanneer aan een land door de
meestbegunstigiag een laag invoerrecht te
beurt valt, maar het kan daarvoor slechts
een bescheiden contingent invoeren tegen
een veel grooter contingent ten behoeve van
zijn concurrent, dan heeft men aan die
meestbegunstiging bitter weinig. Tolunies
vallen buiten de clausule; wanneer een land
met een ander land een. tolunie
waarbij de tariefmuren beduidend worden
verlaagd dan wel geheel wegvallen, dan
mag eea natie, die met het bewuste land
de meestbegunstiging-clausule heeft afge
maakt, hieruit geen rechten ontleen en. Zoo
worden alle landen, die met Engeland eea
dergelijke handelspolitieke overeenkomst
hebben afgemaakt, benadeeld door de over
eenkomst van Ottawa tusschen het Britsche
Rijk ea zijn dominions. Want de rechten
die men daarbij aan de bondgenooten heeft
verleend, komen automatisch niet aan de
anderen ten goede.
Men begint dan ook geleidelijk den rug
aan de meestbegunstiging toe te keeren en
de handelspolitieke opvattingen zullen hoe
langer hoe meer gaan in de richting van
wederkeerigheid, actieve handelspolitiek en
strijdtarieven. Daarbij zal het instituut der
contingenteeringen een grootere rol gaan
spelen, terwijl men er zooveel mogelijk op
aan zal sturen om datgene, wat in het eigen
laad kan worden gemaakt of verbouwd ook
uit eigen land te betrekken. Te dien einde
moet men in staat zijn den invoer, eoo noo-
dig te kunnen verbieden en men moet om
het surplus te kunnen uitvoeren, gebruik
kunnen maken van de binnenlandsche koop
kracht om aan andere landen invoerfacilitei-
ten toe te staan, opdat hiertegenover de
eigen producten zullen worden afgenomen.
In dit kader past geen meestbegunstiging.
Een zwenking te bemerken.
Nederland huldigt uit traditie vanzelf
sprekend deze meestbegunstiging. Maar ons
land bemerkt geleidelijk maar al te goed,
dat het daarmede niet meer verder komt.
Ook bij de onderhandelingen met Duitsch
land was het een nadeel, dat men geen han
delspolitieke troeven ia handen had. Men
zocht het daarom in het al of niet verlagen
van de rente op het destijds aan Duitsch
land verleende crediet van f 140 millioen.
Welke concessies men ook doet, op handels
politiek gebied dan wel op ander terrein, de
kern van de zaak blijft hetzelfde. Men be
dingt voordeelen boven de anderen ia ruil
gunstiging, al is de zaak juridisch in orde.
Er is dus een (zwenking in ons land te
bemerken, door den bitteren nood veroor
zaakt, al betreedt men dit gebied aarzelend.
Onze onderhandelaars hebben nog geen rou
tine in het loven en hun handen zijn nog te
veel gebonden door de ingewortelde opvat
tingen, afkomstig uit een afgeloopen periode
De nieuwe handelspolitieke opvattingen
zullen een groote verandering moeten bren
gen in ons economisch volksbestaan. Wij
kunnen andere landen niet dwingen onze
producten te koopen, wanneer die landen
dit niet willen. Wij kunnen onderhandelen,
daarbij sterke troeven in handen trachten te
nemen, en dan nog heeft men af te wachten
in hoeverre concessies te bemachtigen zijn.
Wanneer wij er niet in slagen om onze ex
port op peil te houden, dienen wij andere
wegen in te slaan want om met gevouwen
handen te blijven zitten tot er „iets gunstigs
op komt dagen" staat gelijk met economi-
schen ondergang.
Bij den nieuwen economischen opbouw
an Nederland zal men dan ook ernstig te
rade moeten gaan over de richting, waarin
wij oruze handelspolitiek zullen moeten
heensturen. Dan komen wij niet verder met
tractaten a la Osloen met pacts zooals
Ouchy. Dit zijn wanhoopsuitingen van hen,
die zich niet aan het verleden kunnen ont
trekken en die niet in staat zijn het heden
te begrijpen. Het is het drama, dat ook
binnen onze grenzen
wordt afgespeeld. De regeerders uit het
oude regiem voelen den grond onder hun
voeten ontzinken; zij hebben geen houvast
meer aan hetgeen zij geleerd hebben en wat
zij steeds als de hoogste wijsheid hebben
beschouwd. Zij voelen, dat de nieuwe tijd
het roer aan hun handen ontwringt; zij ver
zetten nich er met alle macht tégen, maar
zij voelen dat zij voet voor voet worden
teruggedrongen. Zij trachten het nieuwe te-,
gen te houden, maar het zijn slechts zwakke
dammen, die den met kracht wassenden
vloed niet kunnen keeren. Zij voelen hun
machteloosheid en toch willen zij hun
plaats aiet afstaan aan het jongere geslacht
Dit krampachtig vasthouden aan hetgeen
was, gaf Hitler en zijn volgelingen in
Duitschland de gelegenheid zich van de
macht meester te maken, terwijl wij in
Amerika hetzelfde zien afspelen. Het con
servatieve element, belichaamd in Hoover
moest, na een smadelijken aftocht het veld
ruimen voor het nieuwe, dat aldaar in
Roosevelt belichaamd is. Overal zien wij
het jonge geslacht met Rijn nieuwe denk
beelden opkomen. Wij ouderen, vreezen die
denkbeelden, want wij kunnen ze niet be
vatten; wij zien het jonge hout en wij den
ken aan de dikke stam, die wij te onzer be
schikking hebben. Maar wij vergerten, dat
het jonge hout gezonde wortels heeft en dat
de dikke stammen steunen op een vermolm
de basis. De eerste krachtige storm zal het
jonge hout slechts doen buigen, terwijl de
dikke stammen uit den grond zullen wor
den gerukt en hebben af te stenen.
houden, heeft hij zeer zeker wel weer de
ontwapening verdedigd, maar na de rede
kwam uit de vergadering de vraag, hoe de
S.D.A.P. staat ten opzichte van de mobili
satie- Wij c-itceren nu het „Volksblad" van
Zaterdagavond j.l. Het deelt mede:
Op een vraag uit de zaal antwoordde Al
bania, dat de S.D.A.P. haar .standpunt ten
aanzien van mobilisatie in verschillende
congressen met groote duidelijkheid heeft
vastgelegd. Een aanvalsoorlog van Neder
land venvacht niemand; daartoe zou de
S.D-A.P. zich natuurlijk nimmer leenen
Wanneer er echter in de omringende landen
een nieuwe oorlog uit mocht breken, zal de
S.D.A.P. voor die mobilisatiecredieten stem
men, welke een beveiliging der landsgrenzen
en een strikte neutraliteit waarborgen.
Zoo zou ook de anti-revolutionaire partij
kunnen spreken.
Een aanvalsoorlog door Nederland ver
wacht niemand. Maar wij moeten letten op
de verdediging onzer neutraliteit en de be-
eiliging dér landsgrenzen-
De NTp. G. G stelde daarom de vraag:
ging de S.D.A P. weer overstag en laat zij de
eenzijdige ontwapening los?
BINNENLAND.
OM TE ONTHOUDEN
Terwijl een der candidaten der S.D.A-P.,
de heer Paul Kies in Friesland uitriep:
tegenover de oorlogsmobilisatie zal de ar
beidersbeweging stellen de algemeene sta
king en de massa-dienstweigering,
heeft de leider der partij, de heer Albarda
een heel ar.der geluid laten hooren. In zijn
rede voor de verkiezingen te Groningen ge
en niet in de gelegenheid
naar den tandarts te gaan,
dan zullen één of twee
"AKKERTJES" U den wel-
doenden rust geven, waar-
NederiandKh naar u ZOozeer verlangt.
Product 2 u er dus voor steeds
Es*» "AKKERTJES" in huis te
h*»* hebben. Ze komen altijd van
pas bij Hoofdpijn, Migraine,
A/^Vu Zenuwpijnen, 'n Kou, enz.
Per 12 stuks slechts 50 cent.
Gebrvikt dot voorloc
OFFICIEELE BERICHTEN
WOORDENBOEK DER NED. TAAL
Rijkscommissie van bijstand voor het W
den.boek der Nederlandsehe taal tnet dankbe
tuiging voor de als zoodanig bewezen diensten,
ROFFELRIJMEN.
Vervulde profetie
A. B. K. vóór de
Mr.Van Schalk, de Kaï
digden is tot de helft geslonken»
Laten wjj haar. die nog resten, la
cere houden" (gelach).
Niet, dat ik lijst 11 gestemd heb
Nee, dut was me te geleerd,
Maar hij heeft me wel bizonde»
Heviglijk geïntresseerd,
Mede om de groeivoorspelling
Van den linkschen praalprofeet
A.B.K., die klaar de waarheid
Wel niet zégt, maar dan toch wéét.
Hij voorspelde een verschuiving
Niet gering, „naar onze kantf';
Ja, die menschen hebben toch maar.
Alles prachtig in de hand!
Zie toch eens, met sterke aandacht,
Naar het stralend resultaat:
Dat hij met een dubbel elftal
Naar de Tweede Kamer gaat!
Weliswaar een tweetal minder
Dan voorheen,maar, als u weet:.
Dat verschuift niets in het nadeel
Van den krabbelaar-profeet;
Dat bewijst slechts des te sterker
Dat hij in het schoon verschiet
Alle vrouwkens uit de raadzaal
Van het land gebannen ziet.
Anders kan hij niet bedoelen
Want zelfs de S.D.A.P.,
Die zoo voor de Vrouw in 't krijt trad.
Telt ze bijna niet meer mee;
Ach, waar blijven, A.B.K.tje,
Nu de Rechten van de Vrouw?
De Volkómen Rechtsgelijkheid,
En de Kameraadsche Trouw??.
Zijn ze, met zoo vele leuzen
Als versleten opgedoekt,
Ofis 't hier de theorie wed
Die met je praktijken vloekt?.
(Nadruk verboden.),
LEO LENS
De Duitsche kruiser „Prinz Regent Luitpoldis boven water gebracht
en naar Rosyth gesleept.
Rechts: Twee der ramen in de Nieuwe Kerk te Delft, die in tegenwoor
digheid van Prinses Juliana zijn onthuld.
verhuizen en de oude
jebroken
Rechts: Dr. Rosenberg, Hitters rechterhand, die te Lon
den poolshoogte neemt omtrent Engelands houding, wordt
geïnterviewd
.•rtiLflA
Nloment-opnamcn tijdens de predikatie, die in Berlijn-Noord gehouden wordt voor de doofstommen der stad. De predi
kant moet wel 'n speciaal talent voor mimische uitdrukking hebben, om de doofstommen woordeloos te kunnen boeien.
De eerste voorjaarsbloesem in de prachtige toeristenstreek van Lugano
een bloeiende boom bij het typische kerkje van Morcate.
De gecombineerde tramautobus va,
de R. T. M. Boven: de wielen voo
1 rijden op den weg worden omlaag
gebracht. Beneden: interieur cabine.