GROOT VERTELBOEK BOEKENWEEK 1933 BOEKENWEEK VAN DE GESCHIEDENIS DES VADERLANDS DE LAATSTE TRIBUNEN VR: DAG 28 APRIL 1933 HET BOEK Mr. P. DROOGLEEVER FORTUYN Burgemeester van Rotterdam. Kennis verjongt de ziel en verlicht den Last van den ouderdom. Ver gadert daa.orn wijsheid, opdat Gij liefelijkheden kunt verzamelen voor Uw ouden dag. Leonardo da Vinei Teen het verzoek van de Vereeniging ter Bevordering van üe belangen des Boeknan- deis mij bereik.e om ter geiegenlieid van de Boekenweek 1933 een bijdrage te schrijven, kwamen mij voor den geest bovenstaande woorden van den grooten schilder, beeld houwer, wiskundige, technicus, denker zoo wel als wijsgeer, Leonardo da Vinei. Slechts weinigen is het gegeven om door eigen gedachten- en gevousievcn te komen tot uitspraken, die anderen de oogen openen voor somtijds de eenvoudigste waarheden des levens, uitspraken die voorlichting geven en het leven verrijken. In hun werken geven zij aan de menschheid als he; ware den sleutel, waarmede deze zien do poorten kan ontsluiten van een wereld van kennis en ontwikkeling, die anders voor haar verbor gen zou blijven iDe behoefte aan geestelijke ontwikkeling is d ;n mensch aangeboren en van de prilste jeugd af gaat het verlangen uil naar steed* meerdere en nieuwere indrukken, totdat de eigen omgeving niet groot genoeg meer .s en niet diep genoeg meer gaat om zonder hulp van anderen die behoefte naar kennis eu ontwikkeling te bevredigen. Bovendien is in het tijdperk, waarin wij zelf leven, Iiop- veel er ook in moge plaats vinden, het ge beuren toch nog te gering om onzen geest bij voortduring bezig te houden. Ons denken vordert steeds nieuw materiaal, nieuwe in drukken, en zoekt bevrediging in het in zich opnemen, het in zich venverken van de geestesproducten van anderen, van hen, die in hun boeken neerleggen wat innerlijk in Mr. P. DR00GLEE,:R FORTUYN hen leeft, die ons problemen ter overpein zing voorleggen en gedachten bij ons ver mogen te wekken, welker bestaan wij zelf niet in ons vermoeden. Het boek verheft ons boven de sfeer van het dagelijksche gebeuren, doet ons onszelf vergeten, voert ons andere werelden binnen, leert ons tijdperken zien van glorie maar ook van verval, s:elt ons voor oogen grooto figuren, groote karakters, doch ook den een- voudigen mensch, wiens leven en iev< ^aan schouwing ons caak nog het meeste treffen Het boek is als een goede vriend, die ons rust geeft en kalmte, wanneer wij die oodig hebben, die ons opbeurt en steunt in «ogen blikken, dat wij ons geestelijk en stoffelijk penzaam voelen en die ons de waarde toom van dimren. die wij nie: kenden; het vraagt onze aandacht voor veel, wat stof geeft tot overpeinzing; hot kan ons aansporen tot groote daden en het kan ons onze kleinheid doen gevoelen. Het boek is de belangrijkste bron van ont wikkeling, mits het uitkiezen zoowel als het lezen ervan met zorg geschiede. Evenals een kerkgang alleen vruchten kan dragen wan- het woord van den prediker ons doet stijgen boven hot alledaugsche, zoo moet ook de lezing van het bock ons boven het alle- daagsche kunnen verheffen. Bij het kiezen van lectuur moeten wij ons hoeden voor eenzijdigheid. Wij zijn zoo gauw geneigd ons hel meest aangetrokken te voe len tol den schrijver, wiens ideeën met de onze overeenstemmen en weerklank vinden in ons innerlijk. Wij vinden in het boek onszei ven gaarne terug en tevens bevredi ging van onze verlangens. Doch ook ont spanningslectuur moet zooveel mogelijk den blik verruimen en tiet gemoed verrijken en dit zullen wij bereiken door onze gedachten te toetsen aan die, welke van de onze af wijken. Men zorge «lat het geluk van zich te verdiepen in een boek, he; zich zonder inspanning overgeven aan liet ontvangen van indrukken, het tot zich nemen van ideeën en gedachten van anderen, niet lei den tot het afleeren van zelf te denken, zich zelf te blijven oriënteeren in de wereld rond om ons. Wij moeten boven onze lectuur blijven staan, opdat zij ons tot richtsnoer blijve dienen. In dat geval zal zij in ieders leven blijven een steeds wederkeerend geluk dat onze kennis verrijkt, de ziel verjongt en den last van den ouderdom verlicht. NEEM EN LEES! Boekenweek 29 April6 Mei. Evenals vorig jaar wordt ook thans dooi de Vereeniging ter bevordering van de be langen des Boekhandels een Boekenweek ge organiseerd, welke bedoelt meerdere bekend heid te geven aan en meerdere belangstelling op te wekken voor het boek. Alle middelen, die de huidige techniek haar biedt, Worden daarbij benut. In het bizonder wordt ook een beroep gedaan op de periodieke en dagblad pers om haar streven te steunen. De vraaï zou kunnen opkomen: heeft de actie van de Boekhandelsorganisatie wel zin? Wie de zondvloed bedrukt papier gadeslaat welke over de wereld wordt losgelaten, vraagt zich af: Kan dat niet wat minder? Hebben al die auteurs nu werkelijk iets te zeggen, dat de moeite van 't drukken waard is? De propaganda voor „het boek" wordt wel zeer bemoeilijkt door het verschijnen van tallooze waardelooze ja zelfs verderfelijke boeken, op allerlei terreinen de.- wetenschap, niet het minst op letterkundig gebied in Het ware gewenscht, dat vele uitgevers beter de gave des ondehscheids deelachtig waren en niet rijp en groen van hun per sen lieten vloeien. Het uitgeven van boeken is niet alleen een cultureele, maar ook een linancieele daad. En de kans op geldelijk gewin heeft reeds menige uitgever er toe verleid, manuscripten te aanvaarden, die beter ten vure gedoemd waren. De bedervende factoren, van welke hier sprake is, zijn ook terug te vinden in de schakel tusschen uitgever en publiek: de boekhandel.. Wij gaan niet accoord met hen, die mee nen dat de boekhandel in 't algemeen gespro ken (gunstige uitzonderingen daargelaten), voor zijn taak niet berekend is, en de smaak van het publiek door zijn ondeskun dige adviezen grondig bederft. Dat echter deze tueschenhandel al het mogelijke zou doen, alleen en uitsluitend de cultuur te die nen, zal niet kunnen worden volgehouden. Ieder ingewijde weet, hoe moeilijk vaak de boekhandel warm te krijgen is voor wezen lijk belangrijke uitgaven, maar waarvoor gewerkt zal moeten worden, terwijl van lich te romans groote aantallen gelijk voor reke ning worden ingeslagen. Het is noodig en nuttig ook op deze din gen de aandacht te vestigen. Tmmers, de in richters van de Boekenweek .bedoelen naar de omschrijving van J. Tersteeg in 1932 „bij te dragen ter keering van de vernietigende elementen welke in deze t'i den van opnervlakkigheid en genotzucht het rijk des geestes trachten te overweldigen." Deze vernietigende elementen zijn echter ook in ruime mate aanwezig in 't boek zelf. Aan een cultus van „het Boek" kunnen en mogen wij niet meedoen. Een Boek met een hoofdletter kennen wij er slechts één. Veel van wat door de Vereeniging ter be vordering der belangen des Boekhandels in deze week naar voren gebracht zal worden, wijzen wij af. Wij interpreteeren de Boekenweek op eigen wijze, wij grijpen de gelegenheid aan op de noodzakelijkheid te wijzen, ten aanzien der I lectuur een besliste keuze te doen. Niet „het boek", maar „het goede hoek", geldt onze I aanbeveling en opwekking. I Het goede hoek is als een fontein, waar- I door de landen van geest en gemoed vrucht- haar gemaakt worden. Het onderwijst, het sticht, het bouwt op, het maakt ontvankelijk voor al wat goed en edel en lieflijk is. Men kan daarom nooit te kieskeurig zijn op het geestelijk voedsel dat men door mid del van zijn lectuur geniet. Allereerst om de verkeerde invloed die er van uitgaat op ver beelding. ziel en wilsleven. Maar ook omdat het goede boek door het verkeerde zoo ge makkelijk wordt verdrongen. Beseffen wij het wel aldus John Ruskin in een bekende verhandeling dat de kostbare tijd, die wij met het lezen van lichtzinnige of nietszeg gende hoeken verdoen, onherroepelijk voor de winst, die wij uit goede hoeken zouden kunnen putten, verloren is en dat wij morgen niet kunnen inhalen wat wij heden ver zuimd hebben? Positief moet onze keuze zijn: het Christe lijk hlad. het Christelijke tijdschrift, de Christelijke Schriftbeschouwing, de Christe lijke roman, de Christelijke poëzie. Er zijn Christenen, cultureel en letterkun dig voortreffelijk georiënteerd, die meenen, dat men als mensch van onze tijd over alles moet kunnen mpe-spreken. over alles een oordeel mopt kunnen vellen. Zij dwalen: niet in het alles gelezen hebben .maar in het wei- I nige nned gelezen te hebben liet de grootste I waarborg voor wezenlijke geestesbeschaving. Het boek moet dienstbaar gemaakt wor den aan onze zelf-cu'tunr. Het hoek is een j mede-arbeid"r aan on* geertplijk Ipv Prof. Casimir. De opvoeder heeft zich voor bereid, heeft alles, wat hij geven wil, zorg vuldig overwogen en hij is altijd bereid ieder te helpen: het boek gaat overal. Dit doet het boek in vele opzichten stellen bo ven het gesproken woord: Het boek omvat het qeheele leven". Het levende boek, d.w.z. het hoek, dat ge boren is uit schrijversdrang, uit een uitings- noodzakelijkheid het welt me naar de keel is als een woord van hart tot hart, het weerlegt bezwaren, pleit voor overtuigin gen, het verovert harten en geesten. Het boek is niet alleen de hoogescbool onzer dagen, waar de wetenschap gedoceerd wordt, doch niet minder de tribune, van waar allerlei dwaalleer en demagogische theorieën in breede kring verspreid worden. Daarom is bedachtzaamheid bij kiezen ge boden. Temand, die nauw Christelijk leeft, gevoelt zich niet thuis in een communistisch gezelschap of bij een onvoering van een so cialistisch tooneelstuk. Welnu, dezelfde zorg vuldi"heid. dip wij betrachten bij het kiezen van onze vrienden, onze omgang, onze ge noegens, moeten wij ook in acht nemen bij de keuze van onze lectuur. De Boekenweek is een goede aanleiding, nog eens weer de heteekenis te belichten van de lectuur als opvoeder, als vormer van de gedachten en gevoelens der menschen en de noodzakelijkheid naar voren te brengen van de nrorvaganda voor het wezenlijk Christelij ke hoek. Lezen moet men veel. Maar men achte zich te goed om dienst te doen als machinerie, ter verwerking van massa's lectuur. Niet het vele is goed. maar het goede Is veel. T ees slpchts het beste, er liggen zon vele kosteliike en sappige vruchten, die voeden en verkwikken, voor bet grijpen onder het be reik van uw hand. en leest dat beste zóó, dat het uw geestelijk eigendom wordt, uw leven riiker en mooier en sterker maakt. ..Waar een goed boek en een eopd mensch elkaar vinden, schree' Bernard Arend eens daar la^rn en sterken zich geest en hart, geloof en deugd." Vormt een eigen bibliotheek! Èr is geen waardevoller bezit dan een eigen bibliotheek. Koopt maandelijks een boek bij Uw boekverkooper en ge vormt Uw eigen bibliotheek in eenige jaren tijds! Van 29 April-6 Mei a.s. wordt dft jaar de BOEKENWEEK gehouden, ingesteld om de belangstelling te wekken voor het Nederlandsche boek in het algemeen en dat in een eigen bibliotheek in het bijzonder.. Bij aankoop in die week van een Nederlandsch boek ter waarde van ten minste F 2.50, ontvangt U gratis een exemplaar van het fraaie, geïllustreerde boekwerk getiteld„Geschenk 1933" Bovendien ontvangt U voor elke F 2.50, die U gedurende deze BOEKENWEEK besteedt voor den aankoop van Nederlandsche boeken, een formulier voor deelneming aan de prijsvraag „Welke zes in Nederland uitgegeven boeken vallen het meest in den smaak", met alsprijzen exemplaren vanOosthoek'sGeïllustreerdeEncydopaedie. 29 APRIL-6 MEI 1933 Waarde dezer boeken Bovendien kunt U gratis voor f 5.- andere boeken zelf uitzoeken de Straten en Wijken der Stad door J. DEN BOEFT met een inleidend woord van Ds. C. LINDEBOOM is het boek dat in Evangelisatie- arbeid buitengewoon de aan dacht trekt. Men leze de aanbe velingen in: „Witte Velden"; „Haagsche Kerkbode"; „Heraut"; „Westl. Kerkbode" enz-, enz. ingen. 1-90 geb. 2.40 Uitgave van: A. VERLEUR HAARLEM giro 82184 DOOR D. WOUTERS EN J. HOOGWERF Een werk, dat onze geschiedenis naar de beste en nieuwsto bronne» geeft Reeds om de verluchting een waardevol bezit Overvloed van stof en vele illustratie's stellen den onderwijzer in staat zijn lessen leerzaam en aantrek kelijk te maken Prachtige bladzijden schrijven Wouters en Hoogwerf over 't geestelijk en godsdienstig, zedelijk en maat schappelijk leven der laatste eeuw, de uitvindingen en ontdekkingen, de eervolle plaats welke onze mannen op 't oogenblik innemen Het Groot vertelboek is een boek bij uitnemendhe;d voor eiken Nederlander, die de historie van zijn land en volk wil kennen Compleet in twee zware, kwarto-formaat deelen, gebonden in prachtband, blauw met goud per deel 8.75 GEÏLLUSTREERD MET RUIM 600 PLATEN EN 48 BUITENTEKSTPLATEN P. NOORDHOFF N.V. GRONINGEN - BATAVIA DE EERSTE ORANJE PRACHTWERK van P. DE ZEEUW J.Gz. 320 bladzijden, groot formaat met 80 illustraties. Ds. KNAP recenseert aldus: „Dit is een boek van groot kaliber. De technische uitvoering van het werk noemen wij supe rieurWat den inhoud betreft, wij hebben zel den zulk 'n degelijk gedocumenteerd boek over een machtig brok Historie gelezenHet boek is „af". Levensgroot zien wij Oranje er ons uit tegenkomen, als een heroïeke persoonlijkheid". In driekleuren prachtband. Prijs 5.50 Luxe editie 7.50 IN DEN BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR Uitgave: La Rivière Voorhoeve Zwolle Giro 8419 C A L V IJ N DOUMERGUE. Als mensch en Hervormer, 2.50 gebonden. Uit een der vele recensiën: Hoe wenschte ik het boek, hierboven aangeduid, in de handen van duizenden, omdat het ons een persoonlijkheid teekent, van wien we in zen slappen, gezagsloozen tijd iets leeren kunnen. DE SAUSSURE. In de leerschool van Calvijn 3.50 gebonden Als men dit boek leest, wordt hij een, die onze generatie nieuw leven inblaast. Twee onmisbare boeken in dezen tijd! In eiken boekhandel voor radig. Uitgaven: W. TEN HAVE, Amsterdam, Kalverstraat 154 Telefoon 44066 HET GEREFORMEERD JONGELINGSBLAD Eindredacteur: P. VAN NES Czn. Dordrecht Orgaan van den N°d Bond van J. V. op G G. Geeft degelijke voorlichting np het gebied van Kerk, Zending, Staat en Maatschappij. Is der halve onmisbaar voor aangeslo ten vcreenigingen en leden Biedt ook voor niet-leden een schat van leerzame lectuur. Abonnementsprijs franco per post per jaar ƒ3.—. Wie een betrekking zoekt of personeel vraagt: adverteert in het G. J. B.l! Regelprijs 1—6 re gels ƒ2,—, elke regel meer 35. ct. Bij contract belangrijke korting. Vraagt tarief. BONDSBUREAU AMERSFOORT Uitnemende geschenken voor BELIJDENIS MET JEZUS DOOR HET LEVEN Prof Dr. A. v. Veldhuizen „Leiding hebbe ►odlg.. Rijk gebonden 3.90 UIT DE WOLK DER GETUIGEN Prof. Dr H. Visscher „Op i dit uitnemend boek «alt het U tegen. .:n i fier optreden als ONDER OPEN HEMEL Dr. J. H Gunning J.Hzn Chr. Onderwijzer In praohtb. geb. 2.30 Ook verkrijghaar in den Boekhandel La Rivière Voorhoeve Zwolle Giro 8419 DE LAATSTE VOORDRACHTEN verzameld door ARIE POST, Ernst en Luim met aanteekenin- gen Jrg. 32 v. „Lezen en Voor dragen", Ing. van 3.20, /oor f 1.10 Giro 27320 Uitgeverij „JACHIN", Zwolle Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Duur t£üw BULWER LY'iTON (36 „Ja: den eersten dag legde een der C.o- lonna's, heer Adriano, den eed af: binnen een week verliet Stefuno met de Savellis Palestrina, na zich van een vrijgeleide ver zekerd te hebben; de Orsini's volgden zelfs Martiito di Porto heeft zich zwijgend in zijn lot reschikt." „De Tribi un maar is dat zijn titel? Ik dacht dat hij koning zou worden. „Die titel werd hem aangeboden, doch hij weigerde. 2 jn tegenwoordige, waardigheid, die geen a: nspraak maakt ojj eerbewijzen aan patrici rs verschuldigd, heeft er veel toe bijgedr. gen om de edelen met hom te verzoenen." „Een ven tandige schelm! Vergeef mij een wijs vo.st! - En, naar ik veronderstel, behandelt de Tribuun de aanzienlijke Romeinen uit do hoogte?" „Integendeel hij behandelt boeren cn patriciërs met dezelfde onpartijdige recht- vaardigheid; doch hij laat de edelen al hun rechtmatige voorrechten en hun wettigen rang behouden-" „Ha! en die ij dele poppen missen nauwelijks het wezen, als zij den schijn maar mogen behouden dat begrijp ik. Maar dit toont genie de Tribuun is zeker onge huwd. Ziet hij onder de Colonna's naax een echtgenoote om?" „Heer ridder, de Tribuun is reeds gehuwd drie dagen nadat hij zijn macht verwierf, voerde hij de dochter van den baron di Rasclli in zijn huis." „Raselli? Geen aanzienlijke naam; hij had een hetere partij kunnen doen." „Doch men zegt" ging de mngeling met een glimlach voort „dat de Tribuun weldra verwant za' zijn a°.n de Colonna's door zijn schoone zu-.ter Signort- Irene- De baron di Castel'lo hce't haar hand gevraagd." „Wat Adriano Colonna! Genoeg! Gij hebt mij de overtuiging gegeven, dat een man, die het volk weet tevreden te stellen en de edelen weet te verzoenen of ontzag in u boezemen, geboren is om te heerschen. Mijn antwoord op zijn brief zal ik zelf zenden. Neem dit kleinood aan voor uw bericht heer bode" en de ridder nam een kostbaren ring van zijn vinger. „Neen, aarzel niet, 't werd mij even vrijwillig gegeven als ik het. u thans schenk." De jongeling was aangenaam verrast door do huuding vin d^.. «'Pimaarden vrijbuiter, en zelfs min of meer verbaasd over de ge makkelijkheid en de vrijmoedigheid waar mede hij aan Fra Moreale, in zijn eigen vesting, de tijdingen uit Rome had medege deeld. Met een diepe buiging nam hij het geschenk aan. De sluwe Provengaal zag, welken indruk hij gemaakt had en begreep, dat hij zich niet moest overhaasten met het nemen van een besluit- „Verzeker den Tribuun, indien gij er vroeger mocht zijn dan mijn brief, dat ik zijn genie en zijn macht bewonder en zeker zijn vraag van de gunstigste zijde zal be schouwen'. sprak hij bij het afscheid. De bode was var goede afkomst en had iets edels in zijn houding. „Beter tien tirannen tot vijand, dan één Montreal" sprak hij met warmte „Tot vijand! Geloof mij, heer, ik zoek geen1 twist met vorsten, die weten hoe zij moeten regeeren of met c m volk dat wijs genoeg ie om ♦ogeiijk te v jtrschen en te gehoor zamen-" Den geheelen dag bleef Montreal naden kend en onrustig; hij zond vertrouwde boden naar den gouverneur van Aquifa, vdie toen in onderhandeling was met Lode wijk - van Hongarije) naar Napels en naar Rome: de laatste had een brief bij zich aan den Tribuun, waarin Montreal, zonder zich al te vast te binden den schijn aannam, zich te onderwerpen, en alleen wat langer tijd vroeg om toebereidselen voor zijn vertrek 1e maken. Tegelijkertijd echter werd hel kasteel nog meer versterkt en een ruime mondvoorraad ingeslagen, terwijl dag e:i nacht spionnen verblijf hielden angs den bergpas en in de stad Terracina- Het was juist iets voor Montreal, om zich op den oorlog voor te bereiden, terwijl hij luide den vrede verkondigde. Op den \ijfden morgen na de verschijning van den Romeinschen bode had Montreal nauwkeurig zijn bolwerken en voorraad kamers nagezien; met voldoening zag Lij, dat hij minstens een maand lang een be'eg kon uithouden en met een vroolijker gelaat dan l.;j in den hatrten tiid vertoond had, verscheen hij in de vertrekken van Adeline De jonkvrouw zat bij het venster van den toren, waar men een prachtig uitzicht ha< od bosschen en dalen en oranjeboomen een vreemde tuin voor zulk een na lei liet het hoofd op de hand rusten en zat met 't gelaat naar Montreal gewend; er was iets onheschrijvelijks bevalligs in de buiging van haar hals. Haar trekken getuigden van haar edele afkomst; zij droeg de haren eenvoudig gescheiden op het voorhoofd- Doch de uit drukking van haar ha'f afgewend gelaat. t haar verstrooid starende blik en haar ge- .ïeele houding waren zoo droef en treurig, dat Montreal's blijde, galante groet hem op de lippen bestierf. Zwijgend nauerde hij haar en légde de hand op haar schouder Adeline keerde zich om, greep zijn hand ën drukte die aan haar hart: haar glimlach scheen haar droefheid op de vlucht te jagen. „Liefste" zeide Montreal, „als gij wist h >e zeer elke schaduw van verdriet op uw mod gezicht mijn hart doet lijden, gij zoudt nim mer treuren- Maar geen wonder lat gij be rouw hebt van uw keus hier tusschen deze ruwe muren, zonder een vrouw van uw rang bij u, terwijl de eenige ontspanning die Montral u hier kan bezorgen, uw oorerp moet kwetsen." ,0, neen, neen Walter, ik heb geen berouw Toen gij binnen kwaamt, dacht ik alleen aan ons kind! Hij was zoo bloncj. Walter: wat leek hij veel op u!" „Neen, hij had uw oogen en voorhoofd" antwoordde de ridder met een trilling in zijn stem en het hoofd afwendend. „Walter" hernam Adeline zuchtend, „weet gij nog wel? vandaag is het zijn verjaar dag- Vandaag is hij tien jaar. Elf jaren lang hebben wij elkander reeds liefgehad en nog verveelt uw arme Adeline u niet-' „Zoo min als het paradijs de heiligen ver veelt" antwoordde Montreal met verliefde teederheid, die aan zijn krijgshaftig gelaat een zachte uitdrukking gaf. „Als ik dat kon gelooven, zou 'k waarlijk gelukkig zijn!" sprak Adeline. „.Maar nog slechts korten tijd en de weinige bekoor lijkheden die ik bezit zullen verdwijnen; welk recht heb ik dan og op u?" „Elk recht de herinnering aan uw eersten blos, uw eersten kus, uw teedere offers, uw geduldige zwerftochten aan uw liefde die nooit kiaagt! Ja, Adeline, ik ben in Provence, niet in Italië geboren; en wanneer heeft ooit oen provengudlsch ridder zijn vijand ontvlucht of zijn liefde ver loochend? Maar genoeg, liefste, van droef geestigheid en in huis zitten Ik kon u halen. Ik heb dienaars gezonden om onze tent op te slaan bij de zee onlang wij kunnen zullen wij genieten van de oranje bloesems- Eer er een weck verinopen is, zullen wij misschien ruwer tijdverdrijf en minder vrijheid van beweging hebben „Walter, gij vermoedt toch geen gevaar?" „Gij spreekt, lieveling", zeide Montreal „alsof het gevaar iets nieuws voor u was. Gij moest hu, dunkt mij. wel weten, dat het de lucht is waarin wij ademen." „O Walter, zal dit altijd zoo voortduren? Gij zijt nu rijk en beroemd; kunt gij dit leven van strijd niet opgeven?" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8