VROUWEN IVOOR 9 GEBR- HEUS' KOLENHANDEL 6o toer: ale de tweede. 7e toer: als de derde, enz. Men laat het pull-overtje op den schouder sluiten. Hals- en armgaten worden omgehaakt, Aan deci voorkant borduurt men op de schuine lijn, tue- schen het rechte gedeelte en de gaatjes bloemetjes in vrooüjke kleuren; op een donkergroene pull-over bijv. oranje, gele of grijze bloemen. Op een roode of donkerblauwe: witte figuurtjes. Dan op den verkeerden kant geperst en we hebben weer een leuke aanwinst voor onze garderobe. Wat zullen wij eten Menu's voor heel de weeh ZONDAG: Parelgortsoep. Doperwtjes Kalfsborst Gebakken aard appelen. Sinaasappelcompóte. MAANDAG: Brusselsch lof als asper ges. Rolpens. -- Gebakken aard appelen Appelmoes. VermicelU- pudding. DINSDAG. Spinazie met harde eieren. Roastbtef Gekookte aardappelen Kropsalade. Roode appelpudding WOENSDAG. Bruine boonensoep. An dijvie Gekookte aardappelen Gehakt. Maizenapudding met sinaasappelen. DONDERDAG. Bloemkool Saucijsjes Gekookte aardappelen. Citroen rijst. VRIJDAG. Gestoofde paling. Ge kookte aardappelen. Aardappel cake. ZATERDAG. Vermicelllsoep. Roode kool Gekookte aardappelen. Gebakken bloedworst met schijven appel De weg naar het hart Menu's, recepten, enz. HUZARENSLA 300 Gr. koud kalfsvleesch, 3 hard ge kookte eieren, 8 uitjes uit den azijn, 6 augurkjes uit den azijn, 4 koude gekookte aardappelen, 1 gekookte kroot mayonnaise of olie en azijn naar smaak. Bereiding. Vleesch, uitjes, augurkjes en kroot apart fijnhakken. De aardap pelen met een vork fijnmaken of door den molen malen, de eieren pellen, wit en geel afzonderlijk fijnmaken met een vork of fijnhakken. Op een assiette afdeellngen plaatsen van vleesch, uitjes, augurkjes, kroot, aardappelen, tuit en geel van eieren, bij wijze van confituurtaart. Elke af- dceling scheiden door een weinig mayonnaise Den schotel game er en met peterselie of fijngesneden sla of an- dijviesla. Huzarensla kan men vlugger afma ken, als vleesch, eieren, uitjes en au gurkfes, aardappelen en kroot worden fijngehakt en vermengd met olie of azijn. Een puddingvorm wordt met koud water omgespoeld, het vleesch stevig erin gedaan, dan gekeerd op een as siette. Den schotel gameeren met peterselie of fijne blaadjes kropsla of krulan- dijvie. PARELGORTSOEP 500 Gr. rundvleesch, 40 Gr. parel gort, /Va L. water, 8 Gr. zout. Bereiding: Bouillon trekken van het vleesch met water en zout. Het vleesch na een paar uur opzetten en zachtjes koken, tot het gaar is, ongeveer 1Yt A 2 uur. Men kookt de gort een half uur in Yz L. water, voegt deze half gaar ge kookte gort bij den bouillon en kookt de gort in de soep geheel gaar, wat nog ruim een half uur duurt. Men snijdt van knolselder^ lange dunne reepjes en doet deze het laatste half uur bij de soep. VERMICELL1PUDD1NG Y% L. melk, 35 Gr. loter, 40 Gr. sui ker, 75 Gr. vermicelli, een geraspte ci troenschil, 25 Gr. amandelen, 3 eieren. Bereiding. Kook de melk, voeg de ge- wasschen en gebroken vermicelli toe en blijf roeren, tot de melk weer door kookt. Laat t dan gaar worden, onder af en toe roeren. Klop de eierdooiers met de suiker, voeg de geraspte citroen schil toe, de gepelde en gemalen aman delen en doe dit bij de vermicellipap, als deze wat afgekoeld is. Voeg het laatst het stijfgeklopte eiwit toe. Smeer een warmen puddingvorm met boter in, bestrooi hem met paneer meel; vul den vorm met de massa on geveer voor Kook den pudding 5 kwartier au-bain-mari. 'f Water in de pan om den vorm moet een vinger breedte onder den sluitrand komen. Is wa'.er verkookt, dan wordt er voorzichtig wat kokend water weer bij gegoten. Wil men den pudding keeren dan laat men hem in de pan even be koelen, de vorm wordt uit 't water genomen, een oogenblik in de oven ge zet en op een verwarmden schotel ge keerd. Men geeft bij dezen pudding een roode of witte wijnsaus. ROODE APPELPUDDING 200 gram zure appelen, liter water 125 gram suiker, 2 citroenen, Y% dL. rum, 20 gram gelatine. Bereiding. Schil de appelen, sn$d ze in vieren, kook ze gaar in het water, voeg de gelatine toe. Wrijf de appelen door een zeef, voeg de suiker toe, ci troensap en de geraspte schil van een citroen, ook de rum. Als de pudding 'geleiachtig wordt giet men hem in een omgespoelden vorm. Men geeft er vanillesaus bij. MAIZENAPUDDING MET SINAASAPPELEN I L. melk, 100 Gr. maizena, 80 Gr. suiker, een weinig zout, 1 ei 3 sinaas appelen, 12 madera biscuits. Bereiding: Men schilt een sinaasap pel en snijdt deze aan schijven, gar neert daarmede een met koud water omgespoelden vorm. De andere twee sinaasappelen worden uitgeperst, de biscuits op een bord gelegd en bedro pen met dit sap. Een maizenapudding wordt gekookt De vorm wordt gevuld met een laag maizena, daarop de bis cuits en dan de rest der pudding. Men dient deze pudding zonder saus of zoo men een saus wil geven, sinaasappel- of citroensaus. CITROENRIJST 200 Gr. rjjst, 7 dL. water, 200 Gr. suiker, een weinig zout, sap van 2 citroenen, schil van 1 citroen. Bereiding. De rijst goed gaarkoken In 2 dL. water, en zout ongeveer uur. de geraspte schil toevoegen, de suiker, en het citroensap. De rijst goed laten bekoelen en dan geheel koud laten worden in een om gespoelden vorm. Men geeft er vanillesaus of geslagen room bij. Om zelf te maken Bonbonnières Wat staan ree toch gezellig op tafel, die schaaltjes en bakjes, zoo 's avonds, als we eens visite of een partijtje heb ben! Maar hoe veel aardiger zou het nog zijn, als we ze zelf maakten. Dat is heel eenvoudig. Er zijn verschillen de manieren, doch één soort willen we hier behandelen. We nemeü een extra grooten pollepel en beitsen of verven dezen zwart Ook lakken is heed aardig, maar dit is niet zoo eenvoudig. Van koordzijde in een leuke schelle kleur, bijvoorbeeld geel of rood, haken we au een rond kleed- jen en leggen diit in het bakje. Vervol gens bevestigen wij twee celluloid no- gerpoppetjes op het eind van don steel zóó, dat ze er schrijlings op eitben. Om hun middel bindea we een lint in dezelfde kleur als die van het kleedje en laten dat eindigen in een grooten strik op don rug. Klaar is on ze bonbonnière. U zult eens zien wat een sucoee U er moe heeft Waarheen met onze jonge meisjes? Een zeer aclueele vraagt Wat moeten wij met onze jongo meis jes beginnen, zoo vraagt Dr. Alice S a- 1 o m o n s in het Bulletin van den Ia- tematioaalo Vrouwenraad, en zij roert daarmede hot beroeps vraagstuk aan, dat altijd roods, zooveel zorg en aandacht van de ouders heeft ge- eischt, doch thans de laatste jaren, ze ker wel meer dan ooit tevoren! Uit haar antwoord netnen wij het volgcndo over: De laatste Jaren hebben wij onze dochters evenals onze zoons opgevoed met het oog op een positie la do too- komst Zij werden voorbereid op een carrière overeenkomende met him spc- Dlt grappige moderne mutsje Is voor heel weinig geld en met heel weinig moeite zelf te maken. Vier partjes volgens bijgaande teckouing aan elkaar naaien, en zorg dragen dat het puntje heel precies zit F.cn randje astrakan er langs naaien en onze muts is klaar! Al naar gelang van de stof zetten we er voering in, of niet De teekening is zonder naden, deze moeten er dus aan geknipt weiden. H.W. wil zeggen: IJoofdiwijdto» Om zelf te maken Een goedkoop hoofddeksel! clalen aanlog en sociale amst&ndighe* den. Op het oogenblik hebben de oecono- mische toestanden alles veranderd. De ouders vragea zich af waarom zij hun dochters voor het een of ander vak zou den laten opleiden, als er na afloop van hun studies toch geen betrekking .voor hen disponibel is. Wat moet er worden van de jodge meisjes, die, omdat ze niet voldoende bezigheid hebben, eenvoudig werke loos thuis blijven? Men ontneemt ze eenvoudig 't recht om zich een weg door het leven te ba nen en zich mogelijkheden te scheppen voor de toekomst Moeten wij onae zoons en dochters au maar op zoo'n manier opvoeden dat zij hun zelfvertrouwen verliezen? Is het niet oneindig veel beter als wij de jonge menschen probeeren aan. te moedigen en hun den wil trachten In te prenten om door onversaagde po gingen de handicap te overwinnen die do tijd, waaria cij leven, hun oplegt en hen helpen om hun weg te vinden in het leven, de economische hinderpalen ten spijt? Laten wij de jonge menschen van dezen tijd niet alleen opvoeden voor het heden, zij zullen ook morgen en zelfs overmorgen beleven. Wij moeten onze jonge meisjes niet het neerdrukkende gevoel geven dat de levensweg zich nooit voor haar zal openen, want onders cullea wij haar die ontwikkelings-mogelijkheden ont nemen, die heele generaties van vrou wen voor haar stap voor stap hebben veroverd. Hoewel we onze jonge meisjes geen verzekerde toekomst kunnen beloven, mogen we haar niet beletten haar kans te wagen, want anders zouden we ze bij voorbaat veroordeelen tot een leven van afhankelijkheid, dat haar slechts materieel en moreel rampzalig zou maken. De tijd is voorbij dat het vrije jonge meisje moer kans had om te trouwen dan degene, die een betrekking be kleedde. De mannen, die de gevolgen van de huidige oeconomische toestan den aan den lijve ondervinden, schrik ken dikwijls terug voor het vooruit zicht een vrouw te nemen, die niet als de nood aan don man komt, zich zelf zou weten te redden. Het is tra gisch om te constateeren, hoe bij de tegenwoordige ineenstorting van for tuinen, vele meisjes, die nooit geleerd hebben wat werkea is, volkomen hul peloos staan tegenover de omstandig heden. Met hoeveel moed en handigheid hebben veel getrouwde vrouwen zich daarentegen niet aan de veranderde om standigheden kunnen aanpassen, om dat ze voor haar huwelijk de geiondo discipline van het verplichte werk hadden gekend. De toestand maakt het moeilijk om oen vaste lijn te volgen in de opvoe ding. Durven wij de verantwoordelijkheid op ons te laden de jonge meisjes van onzen tijd hulpeloos te hebben gelaten tegenover de onzekerheid van het le ven, omdat wij hebben verzuimd haar de mogelijkheid tot ontplooiing te ge ven, teneinde zelf het leven aan te kunnen? Voor stille oogenblikken... Wal anderen dachten Hoe donker zou 's winters het bosch wezen, indien de herfst do boomon niet van hun bladeren beroofd had. Zoo iemand als de Wijzen uit hot Oosten wil wezen, moet hij, ook he den nog, het Kindoke zoeken in een nederige omgeving. Niemand is te gering om een vis- scher van menschen te wezen, en dik wijls vangt men nog met een gebogen speld de gTootsto vischt 4 O VRIJDAG 28 APRIL 1933 Bijblad van de Nieuwe Leidsche Courant Verschijnt des Vrijdags Bureau Breestraat 123 Leiden Tel. 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 B.CONRADS&Co. Rotterdam Groote Markt t Filiaal 's-Gravendijkwal 130 DAMES HANDWERKEN GETEEKENDE KLEEDEN ONTBIJTLAKENS VINGERDOEKJES ets uit de geschiedenis van het wasschen Moor en meer gaan tegenwoordig de huisvrouwen er toe over, om de wasch het huis uit te doen, en daar voor zijn In hoofdzaak twee oorzaken aan te wijzen: de moderne woning- accomodatie, die geen voldoende wasch- en droogruimte meer biedt, en de vervolmaking der groote was- scherijen, die in staat zijn tegen een billijken prijs de wasch van vele dui zenden families onberispelijk af te le veren. Het wasschen geschiedde eertijds vrij algemeen aan open water, zooals ook nu nog in tropische landen, zoo als ons Indiö plaats heeft, waar <le inlaudsch j vrouwen den zoogenaam- den „slagwasch" toepassen aan do kali. In oud-Fgypte hoeft de Nijl groote beteekenis voor de wasscherij-geschio deni. gehad, won* aan zijn oevers werden, zooals historisch bewezen is, de eerste kleedingrtukken van do be woners des lands, circa 200C j. voor Chr., gewas schen en volgens de re ge- Ion der kunst gestreken. Reeds de oude Nijldalbewoners wa ren verzot, op sneeuwwit linnengoed, dat daar door hoog en laag, man en vrouw werd gedragen. Do smetteloo ss blankheid, waaraan met pijnlijke zorgvuldigheid werd vastgehouden, eischic natuurlijk een veelvuldig was schen. groot de voorraad van zijdeachtig, bijna doorzichtig linnen van den Pharao ook was, hoe vele handen ook voor den aanmaak van gewaden voor hem en de koninklijke familie bezig waren, toch moesten Van tijd tot tijd de gedragen kleedo- ren ook gereinigd worden. Er was een opperhofwasschcr en een opperbleekcr des Pharao's, die d© leiding hadden bij de behandeling Van de groote wasch aan het hof. In één opzicht was men in het oude Egypte zijn tijd ver vooruit Het zware werk der reiniging werd in het land der Pharao's namelijk door man non uitgevoerd. Ook ln de huishou dingen van de grooten en de voor namen des lands waren mannen met do behandeling van do wasch belast De koninklijke dames, en de vrou wen van de hooggeplaatsten verge noegden zich er mee, de gewasscheu kleedercn alleen maar na te kijken. Het plakken, mangelen en vouwen echter was het werk van de meisjes. Hot wasschen zelf geschiedde aan den Nijl of aan oen ander open water. De groote wasch gold als een zoo merkwaardige gebeurtenis, ook in het leven van particulieren, dat men de ze door schilderingen op do wanden van grafkamers vereeuwigde. Uit den tijd van ongeveer 2130 tot 1020 voor Chr. zijn drie zulke grafschilderingen behouden gebleven, die de groots wasch in alle bijzonderheden doen zien. Neger-arbeiders, werkzaam onder toezicht van den opperwasscher, die als teeken van zijn waardigheid een stok in de hand heeft, zijn aan een kleinen vijver bezig met het wasschen cn wringen. Met houten spanen wordt de vochtige wasch beklopt en daarna hoog in de lucht heen en weer ge slingerd. Het wringen van het waschgoed moet niet bepaald voordeelig voor het linnen zijn geweest, want men beves tigde in het oude Egypte het eene einde van het goed aan een paal en stak een stok door het andere einde, welken men aan in het rond draaide. Vervolgens werd het linnen wat glad gestreken en het waschgoed in groote bundels samengebonden naar do bleek gebracht Hiermee was het werk echter nog niet klaar. De mode oischte namelijk, dat de fijne linnen klcederen bepaalde vouwen en plooien vertoonden. Te dien einde trok men ze over een smalle plank, welke eeni- ge overeenkomst vertoonde met onze mcsscnslijpplahken, en welke voorzien was van dwarse insnijdingen. De scherpe kanten drukten in het weef sel die vouwen, welke de mode in het oude Egypteland voorschreef. Een wezenlijk onderscheid tusschen do Oud-Egyptische en de tegenwoor dige waschbehandeling was, dat men toen nog geen zeep gebruikte, want de zeep is een Germaansche uitvin ding, die uit de eerste eeuw na Chr. stamt. Thans willen wij iets mededeelen over het wasschen in het Romein- sche rijk. In den bloeitijd van de klassieke oudheid vergenoegde men zich niet meer met de eenvoudigste waschbe handeling, het stampen en uitspoe len van de goederen, doch begon men zich ter bespoediging en versterking van het reinigingsproces, van ver schillende hulpmiddelen te bedienen. Ook vinden wij reeds do kiemen van het reinigen van kleedingstukkcn als beroep. Er vormde zich langzamer hand een speciaal wasscherijgiide, bij do Romeinen Fullones genaamd. Al spoedig werd de uitoefening van dit bedrijf door allerlei voorschriften cn verordeningen, dikwijls van druk- kenden aard, geregeld, doch daarte genover bezaten zij ook enkele privi leges. Een van deze voorrechten be stond daarin, dat do Fullones het recht hadden, om op de hoeken van do straten kuipen neer te zetten, om de urine van de voorbijgangers te verzamelen. Voor do zware wollen stoffen, waaruit do Romeinsche dracht gewoonlijk bestond, had deze onsmakelijke substantie zich als het beste reinigingsmiddel doen kennen. Do uitgegraven Roracinscho wasch inrichtingen vertoonen vier groote go- mctscldo waschbakken, die met el kaar in verbinding staan. Daaraan grenzend zien wij langs den wand zes kleine, van voren open cellen, welke door lage tusschcnmuurtjes van elkander gescheiden zijn. In elk van deze cellen staat een kleine aar den waschtrog op den vloer, waarin liet goed door den wasschcr met de voeten gestampt werd, waarna het met do handen werd nagewasschen. Ook bij de Germanen hangt met de zorg voor het lichaam ten nauw ste samen de behandeling van de lijf- wasch en verdere goederen. Daar de aanbouw van vezelplanten, als vlas en hennep, ook reeds bij de oude Gor- manen bekend was, en het gebruik van linnenkleeding door rijk en arm en bovenal door de vrouwen, terug gaat tot in de oertijden, daar is het aan te nemen dat voor het wasschen van linnenkleederen ook in die oude tijden reeds een zekere techniek ont staan was, een techniek, welke zich niet bepaalde tot een eenvoudig wee ken of uitspoelen in een waterstroom doch die ook zekere handgrepen om vatte, als wrijven, drukken en persen Aan het begrip van deze bewerkin gen beantwoordt het oud-Gerniaan- sche „wascan", en langzamerhand werd dit woord alleen daarvoor ge bruikt Ook het slaan van het wasch goed door middel van een spaan of een klophoUt schijnt een zeer oud gebruik. Het gereedschap daarvoor, zelfs thans nog niet geheel vergeten, wordt in een Duitsch handschrift uit de tiende eeuw als „weskin-pluü" aangeduid en ook later herhaaldelijk genoemd. Op de bewerkingen van het „was can" volgt steeds het uitwringen van het water uit het waschgoed, waarna het uitgespreid of opgehangen werd om te drogen. Dit alles zal zich ge woonlijk, evenals nog eeuwen daarna, afgespeeld hebben aan een stroomend water of een bron, of aan den oever van een meer. Behalve de reeds genoemde wasch- spaan, waren ook de overige hulpmid delen van zeer eenvoudigen aard en bepaalden zich voornamelijk tot een gladde steen of plank om het met den klopper te bewerker goed op te leg gen en een trog of kuip voor de ber ging en hot weeken van do wasch. De beperkte ruimte in do door grachten en muren omgeven Middcl- eeuwscho steden heeft een grooten in vloed uitgeoefend op de ontwikkeling van het waschbedrijf, evenals de steeds grootere eischen, die men in den loop der tijden aan het wasschen van wit goed ging stellen. Langzamerhand begon zich ook het beroep van waschvrouw te ontwikke- /ten. Direct buiten de stad ontstonden de openbare bleekvelden, ook ten dienste van de wevers. Om zoo'n bleekveld werden dikwijls vaste ge bouwen opgericht, waaronder het man gelhuis. Een zware houten mangel, door een paard in beweging gebracht diende aanvankelijk voor het kalan deren der afgewerkte stoffen der we vers doch spoedig werden kleinere machines van dezen aard voor do waschvrouwcn vervaardigd. Het bereiden van loog uit houtasch in do Middeleeuwen kwam geleide lijk in handen van vrouwen, dlo daar van eon speciaal beroep maakten en die do loog aan de waschvrouwcn verkochten. Een gunstig verschijnsel voor de berocpswaschvrouw uit dien tijd was de omstandigheid, dat in enkele stan DEMAANDAGSCHESCHRIK der huisvrouw kan vermeden worden door aanvrage onaer speciale tarieven voor de GEZI NSWA8CH. N.V, Stoom Wasch- en Strijkinrichting vh. J. J. DE LANGE, Overschie Tel. 42880 Wringmachines VICTORY, tevens mangel 17 50 ACME, Idem idem 25.00 Reclame: Wringers op kogels 11 50 Reclame: Wrlngerbokken zware 1.90 Reclame: Gcgalv. Teil. 65 cm. 1 08 bii J. VAN DER TOORN Oo. R'dam. Mathenesserweg 77/79, teL 33628 Alléén ANTHRACIET van: Sedert 1897 JOH. HEUS R. Rottekade 135, Telef. 42002 ROTTERDAM GEZ. AALDERS PROVENIERSSTRAAT 54 ROTTERDAM Ruime sorteering: DAMES KOUSEN in Z\jde, Matzijde en Ajour - HEERENSOKKEN in effen en fantasie - JON GENS- en MEISJES SPORT. KOUSEN en SOKJES Dat is goedkoop Actclassche:i vanaf f 1.75 volle maat met versterkt handvat f 2.25. Vei liqheidslot f 2.50. rrima Kalfsleder f 2.75 u 13.50. Boodschaptasschen p. s. 70 cent. Geldbeurzen 40 en 50 cent. IJzerg. Veters 12 voor 15 en 20 cent. Bruin koordveters alle 'tleuren. Poets cn Wrijf artikelen. L. TERLOUW, A dams hof straat 27. Elect. Schoemakerij „De Gunst" Telefoon 57135, Rotterdam KOOS LUIJKENAAR GEEFT LES lül Orgel- en Pianospel Billijke 'ondltles Prlmu refer. Burgemeester Meineszplein 11 Telefoon 36U0 - ROTTERDAM DAMES! Laat Uw wasch door ons vak kundig behandelen Helderder wasch goed en winder slijtage Vranirt speciaal onze K.G.-tarteven. Aanbevelend. j. WESSELING Stoom Wasch- en Strijkinrichting ..ZONNEEOOS" UnkarratUkada 21 Hiilegeraberi. Voort Telefoon 53592 Ook het adres voor Uw Fijn Goed 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 11