Open Brief aan Ds G. H. Kersten JIM, DE ZOON VAN BOBBY DE LAATSTE Dl VRIJDAG 21 APRIL 1933 leider der Staatkundig-Geref. Partij Met belangstelling nam ik kennis van Uw rede: „Gebroken Bakken", door U gehouden in de jaarvergadering Uwer partij. Met in stemming las ik, wat door U in den aanbel wordt gezegd over de diepere oorzaak der wereldcrisis, nl. de loslating van God en Zijn dienst. Ongetwijfeld, de wereldcrisis, stof lelijk en geestelijk,* is een oordeel Gods ov« de zonde der wereld, ook over eigen Dit was mij sympathiek, maar toen ik Uw rede verder las, werd ik bitter teleurgesteld. Immers, U zoekt de zonden uitsluitend bij anderen, voornamelijk bij Uw mede-belijders, in de eerste plaats bij de antirevolutionairen, maar de hand in eigen boezem steekt Gij niet, integendeel Uw rede is één verheerlij king, van hetgeen Gij en de Uwen hebt ge daan. Uw rede dit is mijn groote grief is één aanval op de antirevolutionaire partij, een aanval die op meer dan één punt lijdt aan onwaarheid van voorstelling, om het op zijn zachtst uit te. drukken, terwijl Gij, wat toch in de eerste plaats in dezen tijd noodtg zou zijn, de revolutionaire partijen Uw pijlen spaart. Is dat de eisch, waarmede de Heere in dezen tijd tot de Zijnen komt: elkander op ciftige wijze te bekampen en zóó de kracht te breken, in plaats van als één man den vijand te wederstaan?*Ik herinner in dit ver band aan het woord des Heeren bij Jesaju: „Juda zal Efraïm niet benauwen en Efraïni zal Juda niet benijden". Een tweede grief tegen Uw rede is deze, dat Gij wel afkeurt de politiek van anderen, maar in gebreke blijft positief aan te wijzen, hoe het dan wél moet en hoe Gij Uw denk beelden denkt te verwezenlijken. Ik zal deze twee grieven nader voor U ontwikkelen. Ten eerete de onbillijkheid en onwaarach tigheid in Uw aanvallen op de antirevolu tionaire partij. TJ zegt, pag. 6: „Dr. Colijn zegende de F« oitische missie. Antirevolutionaire Burge nk estprs prezen het Boomsche onderwijs als vruchtdragend voor den hemel". Gij schrijft deze beschuldiging klakkeloos neer zonder nadere aanduiding, waar en wanneer en door wie dit zóó is gezegd. Het is toch zeker Uw bedoeling niet U aan verdachtmaking schuldig te maken en het ne.gende gebod te vergeten'? Zóó mag ik van U eischen, dat Gij deze uitdrukkingen waar maakt: als antirevolutionair heb ik hierbij belang. En dan nog dit: indien een antirev. burgemeester eens een uitdrukking bee t ge bezigd. welke niet door den beugel kan, ont zeg ik U het rerht daarvoor de antirev partij aansprakelijk te stellen. Gij schrijft op pag. 15, wanneer Gij bet hebt over de jongste wijziging der kieswet: ..de Tweede Kamer nam een wijziging in de kieswet aan, die zoo zij nog tijdig tot wet verheven real worden aan schier alle partijen buiten de Roomsche en de Soc. Ar beiderspartij een zetel dreigt te kosten. Dit is rui het einde van het poqen van Antirevo lutionaire zijde om de S.G.P. tc onder drukken." Toen ik dit laatste las. heb ik mij afge vraagd: is dit opzettelijke misleiding om de A.R. partij bij Uw volk weer een trap te meer te geven? De waarheid is en die waar beid hadt Gij Uw hoorders moeten zeggen: dat de A.R. Kamerleden teqen de bedoelde wijziging in de Kieswet hebben gestemd en alleen de R.K. en de S.D.A.P. er vóór. Is dit eerlijke politiek, een christen waardig, zóó de waarheid te verdraaien? Gij durft te schrijven (pag. tl): „Is van ingrijpende bezuiniging sprake? ontwierp de Regeering een plan, waarnaar met vaste hand over de geheele linie werd beguinigd? Het is er verre van. Men zint op verhooging van de inkomsten". In hooge mate onjuist en onbillijk. Heeft niet de Regeering in sterke mate bc snoeid op de begrooting om het tekort van 150 millioen te dekken en is dat niet juist de oorzaak van de felle bestrijding der link- sche partijen: de bezuinigingsmaatregelen d'"r Rogeering? En wanneer Gij zegt, Ds Kersten! de volle 150 millioen moest door be zuiniging verkregen worden, dan stel ik U in gebreke, dat Gij niet in de Kamer met vooretellen zijt gekomen, welke het geheele tekort konden dekken. Gij schermt in Uw rede met één voorstel, door U gedaan, n.l. inzake het salaris der Kamerleden; maar ook hierbij hebt Gij weer zulk een averechtsche voorstelling gegeven, dat het noodig is in het puibliek hierop te wijzen. Gij hebt een voorstel gedaan om het sa laris der Kamerleden op de helft te vermin deren. Gij wist, dat dit voorstel eenvoudig niet kon behandeld worden, omdat het sa laris der Kamerleden in de Grondwet is vast gelegd en niet anders dan door Grondwets herziening en niet door eenvoudig Kamerbe- sluit veranderd kan worden. Het was dus niets anders dan een goed koop gebaar van U tegenover de kiezers. Gij hebt in Utrecht aan Uw vergadering niet medegedeeld, wat toch de eerlijkheid •vorderde, dat de antirevolutionairen in 1917 voorgesteld hebben de schadeloosstelling niet op f5000, maar op f3000 te bepalen. Gij hebt in Utrecht veinwegen, dat vrijwillig An ti revohitionaire en andere Kamerleden sinds ge ruimen tijd 8 pot, hebben laten vallen, wat Gij niet hebt gedaan; eerst nu, met de stembus in zicht, geprikkeld door de Standaard, hebt Gij de tweede i pet. laten Hen. En dan durft Gij te schrijven: „van stonde aan". Hoe moeten wij dergelijke on waarachtige voorlichting kwalificeeren? Gij pakt geweldig uit over de opeenhoo- ping van salarissen en pensioenen. Accoo:rd; legen dit in alle partijen ingevreten euvel kan men niet genoeg opkomen. Jdaar ik ont zeg U het recht om dat te doen; want, of men cumuleert uit salarissen en pensioenen in staatszaken, of .'.at men cumuleert door het Kamerlidmaatschap te vereenigen met allerlei andere winstgevende betrekkingen, zooals met U 't geval is, dat is voor mij het zelfde. Iemand, die cumuleert uit dit en dat, en dan kcint aan een bedrag, waaraan vele Kamerleden niet raken, moet zijn mond hou den over anderen. Gij hebt niets andere dan critiek voor de maatregelen der Regeerlng tot steun van land- en tuinbouw en hebt U daarbij in de Kamer op zulk een revolutionairen toon ge uit, dat de communist Lou de Visser U op den schouder klopte, zeggende: „dominé, wij gaan samen den boer op". Dat hebt Gij in Utrecht aan Uw menschen liet verteld. Ook held Gij verzwegen het foliitvrcnde voorstel dat Gij in de Kamer ter tafel hrpcht tot steun der zuivelboeren. Gij hebt veinwegen in de Kamer, dat de Overheid moest garandeeren niet alleen de productiekosten, maar ook een zekere winst uit het bedrijf. Waart Gij hier niet zuiver so cialistisch en hebt Gij niet bedacht, dat de Overheid zulks dan moet doen voor alle be drijven en zóó in minimum van tijd de ge heele Staatshuishouding naar den kelder is? Ik denk, dat ook de eenvoudigste boer uit Uw kringen dat begrijpt. Gij hebt toen het voorstel gedaan: de Re geering moest een melkprijs garandeeren an 7 ent. Dit kostte 200 millioen, die Gij rildet verkrijgen door accijnsheffing op de margarine. Maar dan zou de margarine ko men op f2.50 en f3.per kilo. wat ten ge volge zou hebben, dat niemand meer marga rine zou eten en de accijns geen cent op bracht Dit allerdwaast vcnrstel hadt Gij Uw hoorders in Utrecht niet mogen onthouden. Ik wil niet meer voorbeelden aanhalen van w valsche voorlichting en Uw gebrekkige staatkunde Maar dit ééne wil ik U vragen: kunt Gij het voor God verantwoorden, dat Gij op dusdanige wijze steeds en uitsluitend Uw antirevolutionaire medebei ij doms aanvalt op een zoodanige wijze, dat zelfs één van de felste tegenstanders der antirevolutionai ren, de sociaal-democraat Schaper, er schan de over riep en denkt Gij op deze wijce tot Uw doel te komen: heel het Calvinistische volksdeel eendrachtig te doen optrekken in den strijd onzer dagen? Ik kom 'hans tot mijn tweede grief tegen Uw staatkunde. En dat is deze: dat Gij nog nooit duidelijk hebt uiteengezet, welke naar Uw meening de roeping der Overheid is en nog minder, laags welken weg en door welke middelen dat doel te verwezenlijken is. Volkomen beaam ik, wat Gij zegt: „slechts één weg voert naar Neerlands behoud. Het ie de onvoorwaardelijke terugkeer tot Gods Woord. Het is de weg, door de Hervormers betreden, ook op Staatkundig erf. De Over hoid kenne het als haar allereerste en aller duurste plicht Gods eere te zoeken en to bevorderen". Zeer juist: maar nu rijzen verechiMende vragen bij mij op, die Gij in al de jaren van het bestaan Uwer partij nog niet opgelost hebt. De overheid is als dienaresse Gods ge roepen Zijn eere te bevorderen en de begin sel cnvan Zijn Woord toe te passen op het terrein van den staat. Goed; maar één vraag, Ds. Kersten! moet de Overheid naar haar eigen consciëntie en naar het licht, dat zij ontving, haar roeping vervullen of heeft zij hierin te rade te gaan met de uitspraak eeniger kerk? En zoo ja, met welke? Met Uw Geref. Gemeenten, die slechts een zeer, neer klein deel van het Protestantsche volks deel uitmaken, of met de Geref. Kerken ol met de Nederl. Herv. Kerk? Geef daar eens antwoord op! Moet de Kerk over den Staat heerschen of de Staat over de Kerk Wij, antirevolutionairen, dragen er roem op, dat wij belijden; noch de Staat over de Kerk, noch de Kerk over den Staat; beide hebben een eigen roeping en zijn in de ver vulling dier roeping elk op eigen terrein ge bonden aan het Woord Gods en de Overheid heeft naar baar eigen consciëntie dat Woord toe te passen. Een andere vraag: Gij dringt aan op de handhaving van art 36; onverzwakt. Welnu, daarin lees ik van de taak der Overheid de ketterij uit te roeien. Die uitdrukking is voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar. Moet de Overheid elke geloofsovertuiging, van de ha re afwijkende, verbieden en met geweld aan den lijve alle ketterij straffen? En, wat is ketterij? Wie maakt dat uit? Kom, Ds. Kersten! geef daar nu eens een klaar en afdoend antwoord op, zoadat heel ons volk weet, wat het in dit opzicht aan U heeft.. „Om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst". Wil dat zeggen dat alle niet Gereformeerden, zooals Lutherschen en Roomschen enz niet meer hun godsdienst mogen belijden? Wilt Gij terug tot den eereten tijd der Reformatie toen ook Protestanten anderedenkenden ver volgden n tot martelaren maakten, onder invloed van het zuiver Roomsche beginsel van de Staatssouvereiniteit in geestelijke Of wilt Gij den halfslachtigcn toestand her stellen der 17de eeuw, toen andersdenkenden •cl werden geduld, maar op kleingeestige wijze worden geplaagd? Ik zeg U dit: Uw beginsel van Staatsgods dienst met onderdrukking van anderen is niet een beginsel, uit de Reformatie geboren; het is het beginsel, waardoor een Nebukad- nczar en een Nero weiden geleid, het begin sel dat Constantijn ingedragen heeft in do Christelijke wereld; in den grond het be ginsel van het Leninisme in Rusland, dat wil, dat cl.' Overheid uit te maken heeft, wat de onderdanen gelooven en aiet-gelooven mogen. Daar tegenover dragen wij, antirevo lutionairen, er roem op, dat wij willen een christelijke overheid, die op haar terrein de eere Gods handhaaft, maar de vrijheid van consciëntie der onderdanen eerbiedigt Gij schrijft, pag Uwer rede: „Geschaard om do Oranjes, ons van God gegeven streed ous volk om die vrijheid van geweten en van beweging, die gebonden is aan Gods getuigenis". Juist, Ds. Kersten! iiij streden :>m de vrijheid van beweging tegenover de verkrachting der vrijheid door de Roomsche Overheid. Maar niet streed Willem de Eer- zoor een vrijheid, die op haar beurt weer amderer gewertcn zou knechten. De Va der des Vaderlands streed voor de vrijheid der Calvinisten, maar gunde die vrijheid ook aan anderen. En dat doet Gij niet en daarom is Uw beroep op de Oranjes vatsch. Gij klaagt er over, dat de Roomschen hun eigen scholen hebben op kosten der gemeen schap. Hclbt Gij Uw eigen scholen ook niet op kosten der gemeenschap? Dus ook uit belastingpenningen van Roomschen en ande ren? Ik leid hieruit af, dat Gij tegen de vrij heid van onderwijs zijt en tegen het recht der oudere, hun oib-n kinderen te doen op voeden naar hun overtuiging; en dat Uw ideaal zou zijn een Staatsschool in Uw geest, waar alle kinderen des "olks gedwongen werden onderwezen te worden in Uw leer. Begrijpt Gij niet, dat het overgroote deel des volks zich nimmer onder dit juk zou begeven? Gij zoudt willen, dat geen enkele Room sche een staatsbetrekking zou bekleeden en natuurlijk, niet alleen geen Roomschen, maar allen, die niet instemmen met Uw op vatting der waarheid. Ik vraag U niet. welk recht zoudt Gij kun nen doen gelden om een dusdanige tyrannie over Uw medeburgers uit te oefenen; maar ik vraag U: hoe denk Gij tot de verwezen lijking Uwer denkbeelden te kernen? Gij laat U in Uw rede smalend uit over het stel sel, dat geregeerd wordt door de helft plus één. Gij staat hierin niet alleen; ook de fas cisten bestrijden het huidige stelsel en willen liet vervangen zien door een krachtig be wind, dat niet gebonden is aan die heift plus één. In dit oj nicht zijt Gij het dus met de fascisten eens. Maar hoe moet het dan? Geen algemeen stemrecht, geen Kamerleden, die bij meer derheid van stemmen een besluit nemen of een wet maken? Er staan slechts twee gen open om tot het ideaal Uwer regeering te komen: of het volk moet in zijn meerder-_ heid tc Uw denkbeelden overgaan en een Kamer kiezen, die zichzelf, zooals de laat ste Rijksdag, den scheldbrief geeft; óf Gij moet met Uw kleine minderheid den revolu tionairen weg op en het wettig gezag op zij zetten. Andere weg ls er niet, hoe men ook betreurt den toestand, zooals drie nu is, en klaagt over den afval van overheid en on derdaan. Elke Staatkundig-Gereformeerde zal gevoe len, dat het anders niet kan. Welnu! ik ben overtuigd, dat Gij den laatsten, den revolu- tionairen weg, niet wilt bewandelen; blijft over de eerste weg, de doorwerking Uwer be ginselen in het volk zóó, dat Gij ten slotte de meerderheid aan Uwe zijde hebt. Naar den mensch gesproken, een neer lan ge weg ,op welken ik vrees, dat Gij nooit aan Uw einddoel komt. 36 pet. der natie is Roomsch; deze te winnen is toch zeker bui tengesloten; en dan al die andere kerken, drie bij U onder den ban der ketterij liggen; en dan al die revolutionairen, enz. Ik weet, wat Gij antwoorden zult: gij re kent alleen met den mensch; maar de Heere kan ook wonderen doen en de harten van drie 97 Kamerleden en van heel ons volk be- keeren. Ongetwijfeld; de Heere is daartoe machtig, maar wij zijn niet verantwoord te blijven zitten wachten op wonderen en mid derwijl de revolutionaire vloedgolf ons land te laten overstroomen. Als Gij langs dien weg er komen wilt, dan is het Uw van God U opgelegde roeping uit te gaan in het volk cn het Evangelie van Jezus Christus uit te dragen in de massa En doet dat Uw groep? Weet Gij, Ds. Kersten! wat naar mijn mee ning Uw groote fout is? Dat Gij te veel leeft in de wereld van het verleden met de toen geldende tegenstelling: Roomsch en On- roomsch; en dat Gij niet verstaat de groote geestelijke worsteling in het heden, waarbij hert gaat om de geheele christelijke kuituur; niet verstaat den eisch Gods, dat allen, die prijs stellen op de christelijke levensgoede ren, samen zullen strijden tot afweer van het revolutionaire gevaar. Groen heeft gezegd: „de strijd onzer dagen is geen strijd tusschen Roomsch en On roomsch". en hij riep de Roetnschen op zich bij hem te voegen. U is, wat Groen van Prinstercr wilde, een gruwel; Gij ziet in beide Uw vijand: in Rome «zoowel als in de Revolutie. Maar voelt Gij niet, dat Gij door deze politiek aan beide .rij sjiel geeft? Gesteld, ook de Antirevolu tionairen en Chi. Hist, deelden Uw meening erbraken de coulitie; wat zou daarvan het onmiddellijk gevolg zijn? Dat er een Roomsch Roode regeering kwam, want ge regeerd moet er worden. En nog erger kon óns te wachten staan: wanneer niet een drachtig door Protestant en Roomsch een dam wordt geworpen tegen de revolutionaire stroomingen, dan heeft door de gedeeldheid de revolutie vrij spel. En dan? Durft G ij dat te verantwoorden voor Uw God? W ij nJeit en daarom zullen wij voortgaan het goede te zoeken voor ons volk in samen rerkirtg met allen, die het nu meest dreigen de gevaar, het gevaar der revolutie, inzien. Met verschuldigde achting, G. HOFSTEDE. WfaWv/j W/A MimsS Gemengd Nieuws. DOODELIJKE AUTO-ONGELUKKEN Te Wageningeri is 't anderhalf-jarige zoontje van J. P. Bleekveld, dat, zonder dat de chauffeur het bemerkte, op de treeplank van een stilstaande vrachtauto was ge klommen bij het aanzetten van de auto er af gevallen en door een der wielen over reden. Het kind was op slag dood. Te Vlissingen is de 65-jarige metse laar J. S. op den Singel, toen hij plotseling den weg overstak, door een vrachtauto aan gereden; de man was onmiddellijk dood De politie heeft een voorloopig onderzoek inge steld, waarbij bleek, dut de remmen in orde waren en den bestuurder geen schuld treft. Te Sluiskil (Z.) liep een zekere S met zijn rijwiel aun de hand over den weg langs het kanaal, toen dr v. L.. uit Sas van Gent hem met zijn auto achter op reed en hem eerst op het laatst zag en een aanrij ding niet meer te voorkomen was. S. be kwam een schedelbreuk en een beenbreuk en is in het ziekenhuis overleden. De opzichter Hoving te Vlagt wedde (Gr.) werd, toen hij met eenige arbeiders van de werkverschaffing kwam en aan den linkerkant van den weg reed, door een autobus met werkloozen aangereden, toen hij op het laatste oogenblik nog naar rechts wilde uitwijken. Hij was op slag dood De chauffeur had verscheidene malen signalen gegeven en, naar hij verklaarde, ook sterk geremd. VOOR DE DUITSCHERS IN NEDERLAND! Minderbemiddclde Duitschers, die in het buitenland wonen, kunnen op de Duitsche Spoorwegen in de derde klas een reductie van '25 pet verkrijgen, mits zij een beves tiging van het „Deutsche Auslandsinstitut" voorleggen, waaruit blijkt, dat zij in staat zijn de kosten van de reis te dragen en dat hun reis in Duitsch belang Ls. ROBINSON-KLEURWEDSTRUD De deelname aan den Robinson-kleurwed- strijd heeft, naar men ons mededeelt, iedere venvachting overtroffen. Het aantal inzen dingen loopt in de tienduizenden. Het sorteeren en beoordeelen daarvan vraagt natuurlijk heel wat tijd Maar in den loop der maand Mei hoopt de Robinson- schoenfabriek den uitslag bekend te kunnen maken. GOEDE VANGST De Haarlemsche politie heeft een goede vangst gedaan met de aanhouding van den dader der tallooze insluipingen, die den laatsten tijd in Haarlem en omgeving plaats vonden. De aangehoudene, de 36- jarige timmerman v. L. ging bij alle inslui pingen op dezelfde wijze te werk. Bij hulzen waarvan hij wist, dat de bewoners afwezig waren, sloeg hij een ruitje van de voordeur stuk en opende het slot. waarna hij de wo ning doorzocht. Meermalen maakte hij zich van vrij belangrijke bedragen buit. Van L., die reeds een bekentenis heeft afgelegd een goede bekende van de justitie; hij is reeds herhaaldelijk veroordeeld. De man is in het Huis van Bewaring ingesloten. BRANDEN Te Amsterdam is door kortsluiting de electrische leiding brand uitgebroken op de vierde verdieping van de N.V. Max Straten's Kinderkleeding Industrie, geves tigd op de Gelderschekade. Door het snel ingrijpen van de brandweer kon de brand tot deze vierde verdieping beperkt blijven Te U d e n (N.-Br.) ontstond brand in 't houwmaterialenmagazijn van den aanne mer Louwers in de Stationsstraat te Uden. Het vuur vond gretig voedsel in den licht brandbaren voorraad bouwmateriaal, die aldaar was opgeslagen. In een oogwenk stond het pakhuis in lichter laaie. De brand weer stond wegens gebrek aan water mach teloos tegenover de vuurzee. Het geheele pakhuis is in de asch gelegd. Een groote voorraad bouwmateriaal is in de vlammen opgegaan. Een motorfiets benevens veertien ARMEN ONBR1TIKBAAR BIJ VOCHTIG WEER Rheumatiek maakte werken tot een kwelling Tot het juiste middel vond Hier volgt een merkwaardig voorbeeld van de wijze waarop vochtig weer de gewrichten kan aantasten van iemand, dio vatbaar is x»r rheumatiek. „Ik heb heel erg aan rheumatiek geleden", schrijft ons iemand, „en heb zoo erge pijnen jjn gewrichten gehad, dat het haast niet te dragen was. Het was altijd het ergst op regenachtige dagen. Dan kon ik eenvoudig mijn armen niet gebruiken en het werken is mij werkelijk een marteling. Ik probeer de twee verse hi II de middelen tegen rheu matiek, maar ik wat na de kuur nog altijd even slecht. Toen zei men mij dat ik Kru- schen Salts moest probe eren en nadat ik flacon gebruikt had, voelde ik verbete ring. Dus ging ik er natuurlijk mee door en nu ben ik aanmerkelijk beter en ik heb me 'n geen jaren zoo best gevoeld. Gewoonlijk oelde ik me wx lusteloos en lui, maar dat k weer kan werken is nu een pleizier voor me geworden inplaats van een schrik". S. B. Het organisme van den lijder bevat een te veel aan urinezuur, wat dc oorzaak kan zijn rheumatiek. Dit kwaadaardig urinezuur kon ontstaan, doordat dc inwendige organen involdoende werken. Kruschen Salts nu poort de afvoerorganen dusdanig aan, dat elk spoor van afvalstoffen regelmatig en vol komen verwijderd wordt. Kruschen maakt en houdt U inwendig schoon cn zuiver. En Uw geheele wezen lichaam en geest onder gaat deze verfrisschende werking. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten i ƒ0.90 en 1.60 per flacon. Stralende gezondheid' voor één cent per dag. (Adv.) rijwielen, welke toebehoorden aan de arbei ders, die bij de firma Louwers werkzaan rijn, werden een prooi der vlammen. De oorzaak van den brand is onbekend. Eer en ander was op beurspolis verzekerd. Te Ven ray (L.) brandde de boerderij van Janssen af. Een koe en negen varkens kwamen in het vuur om. REINTJE's KROOST GESNAPT De jachtopzieners van Huize Bergh in den Gelderechen Achterhoek hebben dezer da gen een vossenhol ontdekt Na een dag van moeizaam graven gelukte het hun. de moer met vijf jongen te vangen. Bovendien werd als mondvoorraad in het hol gevonden vijf tien jonge hazen en een tiental konijnen. DE STAKKERDS! Te Kapelle (Z.) 13 de boerezwaluw gezien en de koekoek gehoord. Wetenschap. DE MOUNT EVEREST EXPEDITIE Inlra-roode loto's van de Himalaya gemaakt Uit Calcutta wordt gemeld, dat de beide Engelsche vliegtuigen van de expeditie on der leiding van Lord Clydesdale voor de tweede maal over den top van de Mount Everest zijn gevlogen. Men is er In ge slaagd op grooten afstand foto's van de Himalaya te maken, met infra roode stra- GEBRUIK VAN JOZO Het standpunt van den Gezondheidsraad Door de Gezondheidscommissie te Ensche dé werd onlangs aan den voorzitter van den Radio Nieuws. 10.00 Gruinofoon. 12.15 Lunchconcert. 2 00 Halfuur voor de rijpere jeusd. 2.30 Kim' 4 15 Orkest. 8.U0 i' VasTÜajj. 11.06 111 v e r s u m (296 M.) V.A R.A. B.01 Urnmproon 10.15 Uitzending voor de arbeiders In de Con- tinubedruven. - 12 01 Klein orkest. 18.46 Orgelspel. 1.16 Klein orkest 2.15 mofoon. 3.10 Mandoline HuiBimizx k. 4 50 De No 7.30 Viool recital 9.ÖÖ Radio orkest. 9.15 Vaz 10 Ou Zang. 10.16 Orkest.^ 10.45 Zang. V.P.R.Ö. 10.00 Morgenwijding. Irussel Vlaarnsch(337.8 M.) 11.20 Gram foon. 12.20 Concert. 4.20 Omroeporkest 6.20 Gramotoon. 7-20 Omroeporkest 8.0 mofoon. 5.50 Ce'lo Omroeporkest. "lUO Orkest. D a v e n t r y (1654.4 M.). 11.20 Orgelspel 12 05 Orkest. 1.05 Giainofoon. 2.50 Muzlr'- 4.05 Orgelspel. b.oO Zang. 9.05 BBL o Kalundborg (1153 8 M.) 11.20 Conor 1.60 Gramofoon. 2.50 Omroeporkest. - Omroeporkest. 8 50 Orkest. 9.25 Plano, 0.35 Orkest 10.4o Orkest Könlgswusterhausen (1634.9 M.) Langenberg (472.4 M.) 6.25 Gramofoon 9 36 Mensch u 11.20 Orkest. Parijs (Radio Paris) (1724.1 M) 7.05 G foon 11.20 Umroepoikest. 5.60 Orkest. - Centralen Gezondheidsraad te Den Haag de vraag gericht, of de bezwaren, welke in de Amsterdamsevhe Gezondheidscommissie zijn geuit tegen het gebruik van Jozo jodium- houdend keukenzout redenen kunnen zijn om de opvattingen, neergelegd in het door den Centralen Gezondheidsraad publiceerde rapport „Het Kropvraagstuk in Nederland" al dun niet te herzien. De Enschedésche Gezondheidscommissie heeft daarop aan den voorzitter van den Ge zondheidsraad. welke in zijn rapport gew zen had op de wenschelijkheid van het ge bruik van jodiumlioudend zout als voorbe hoedmiddel tegen krop en op de volkomen onschadelijkheid van dit zout, een schrijven ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat de Commissie uit den Gezondheidsraad ge heel haar meening blijft handhaven, die het rapport tot uiting is gekomen. De be handeling van bestaande krop ligt naar do meening van den Gezondheidsraad uitslui tend op den weg van den medicus. ZOUTLOOS DIEET BIJ TUBERCULOSE In „De Dokter in Huis" schrijft de hoofd redacteur Dr. J. Voorhoeve, over nieuwe er varingen met het zoutlooze diëet bij tuber culose. „Over het algemeen is gebleken schrijft hij dat de resultaten van het taminenrijke, zoutlooze diëet zeer gunstig zijn bij huidtuberculose (lupus), gunstig ook bij gewrichts- en beender-tuberculose, terwijl bij longtuberculosc de goede werking niet zoo duidelijk aan t licht treedt". Dooi G. Th ROTMAN „Dat heb ik netjes opgeknapt!" Denkt Sijmen, als hij huiswaarts stapt, „Mij dunkt, na zulke zware zaken Zal wel «en fijn sigaartje smaken!" Dus stapt hij, tastend in zijn zakken, Om vaso de lucifers te pakken, Met trotsch gezwollen borst in huls. Maar ach, daar is het ook niet pluis! 70. Want daar de lamp gesneuveld was Was heel het huis revuld met gas] Toen hij dus zijn sigaar ontstak Vloog hij meteen met pak en zak En met een vreeselijke knal De straat weer op met deur en al; Ja, zelfs mevrouw kwam mee naar buiten Zoo maar subiet dwars door de ruiten! (Wordt Maandag vervolgd) Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw BULWER LYTTON (31 Een sterke kerel!" zeide Montreal, toen hij den smid zag. „Ik wou dat hij bij mij in dienst wilde treden. Man!" riep hij Cecco toe, „gij hebt een arm die even geschikt is om het zwaard te zwaaien als om het te smeden. Laat uw aanbeeld in den steek en vorig Fra Moreale, waar het geluk .ïera De smid schudde het hoofd. „Signore eavaliere" zeide hij ernstig „wij arme lieden houden niet van oo/iog; wij houden er niet van, anderen dood te slaan wij verlangen slechts zelf in het leven te blijven als gij ons dat wilt vergunnen! „Dat is een antwoord voor een slaaf! Maar gij Romeijen „Wij zijn slaven!" viel de smid in, naar achter in zijn smidse gaande. „De houd is oproerig!'' zeide de oude Colonna. De stoet trok weer verder en de ruwe bui tenlanders, door hun hoofden aangemoedigd riepen allen den smid in hun barbaarechen tongval een schertsend of schimpend woord toe. De trage reus kwam weer te voorschijn en leunde evenals straks op zijn aambeeld. Hij scheen echter zijn beleedigers niet te Eiéhof tehooren; slechts een roode tint op ER TRIBUNEN zijn zwart gelaat verried wat hij gevoelde. En zoo trok de ridderstoet door de stra ten en verliet do Eeuwige Stad. Nu volgde een lange tusschenpoos van diepe stilte, van algemeene kalmte, door geheel Rome. De winkels bleven slechts half geopend; niemand ging aan zijn werk; het was als het begin van een feest, waarbij d pret voorafgegaan wordt door traagheid. Togen twaalf uur zag men hier en daar kleine groepjes menschen op straat, die zamen fluisterden, doch spoedig weer uit elkander gingen. Nu en dan liep een enkele voorbijganger, meestal in het lange gewaad der geleerden, of in het sombere monniks kleed, haastig den weg op naar de Kerk van de Heilige Maria van Egypte, vroeger de Tempel der Fortuin. Dan was alles weer eenzaam en verlaten. Opeens werd het ee- luid eenor enkele trompet gehoord! De klank werd sterker Cecco dol Vecehio keek op van zijn aambeeld! Een enkele rui ter stapte langzaam voorbij de smidse, en blies nog eenmaal luid en lang op de trom pet, die hij om den hals droeg. Toen zag men plotseling, als met een too versla* een volks menigte uit allo hoeken opdagen, de straat werd stampvol; doch alleen het getrappel der voeten en een onduidelijk, dof geiuisch ver braken de stilte. Weer liet de ruiter zijn trompet schallen en toen de naklank Wa» weggestorven, riep hij luid: „Vrienden en Romeinen! Laat allen zich morgen vóór het aanbreken van den dag, ongewapend voor de Kerk van St. Angelo bevinden. Cola di Rienzi wekt de Romeinen op te zorgen voor den goeden staat Rome." Een kreet, die de grondvesten der zev-n heuvelen scheen te doen trillen, barstte los na deze kort aanmaning; de ruiter reed langrzaam voort, gevolgd door de menigte. Dat was het begin <l©r Omwenteling. HOOFDSTUK XVI. De samenzweerder wordt overheidspersoon. Te middernacht, toen de stad ter ruste scheen gegaan, brandde er licht voor de ramen van de Kerk van St. Ange'lo. Bij tus- schenpoozen klonken de lange, plechtige tonen van gewijde muziek uit de gewelven der kerk naar buiten. In de kerk lag Rienzi te bidden. De zon was reeds opgegaan er het volk had ztch reeds lang verzameld voor de kerkdeui en in iedere straat die erhe.-n leidde, toen de kerkklok lang en vrool'jk begon te luiden. Toen het luiden ophield, zongen de koorknapen buiten de kerk een hymne, waarin op treffende, schoon bar baarsche wijze de geest der klassieke va derlandsliefde zich vermengde met het vuur van den goflsdienstijver. Toen de hymne geëindigd was, ging de kerkdeur open; het volk maakte ruimte en Rienzi, in zijn wapenrusting, do<h zonder helm, kwam naar buiten, voorafgegaan door drie jonge edelen van minderen rang die banieren droegen met de zinnebeeldige voorstellingen van den triumf Ie/ Vrijheid, der Gerechtigheid en der Eendracht. Zijn gelaat was bleek van den slapeloozcn nacht en van innerlijke opwinding doch streng, ernstig en plechtig; en de uitdrukk:ng daar van verbood zoo stellig elke luide en alle daagsche uitbarsting van gevoel, dat zij die Rienzi aanschouwden, den uitroep op hun lippen smoorden en door een gelijktijdigen kreet van bestraffing het gejuich van de volksmenigte achter hen deden ophouden. Naast Rienzi ging Raimondo, dï bisschop van Orvietto: en twee aan twee volgden een 1 onderdtal gewapenden.. Onder een vol komen stilte zette de stoet zijn w.vg voort, totdat dicht bij het Kapitool het ontzag van het volk langzamerhand verdween en dui zenden kreten van vreugde en verrukking weergalmden. Aan den voet der groote trap, de voor naamste toegang tot het plein van bet Kapitool, hield de optoent stillen toen het groote plein gevuld was met menschen, die zich schaarden tusschen de machtige zuilen der vroegere tempels sprak Rienzi de volkshoop toe, die hij plotseling tot een volk had verheven. In krachtige bewoordingen schilder !e hij dc slavernij en de ellende der burgers, de algeheele afwezigheid van wetten, de be hoefte aan de gewone veiligheid voor leven en eigendom. Hij verklaarde dat hij, zonder het gevaar te vreezen dat hem dreigde, zijn leven wijdde aan de opwekking van hun gemeenschappelijke vaderstad. Hij beriep zich plechtig op het volk om de onderne ming te steunen en tegelijk de Omwenteling te bekrachtigen, door de instelling van een wetboek en van een grondwettige vergade ring. Daarop beval hij den heraut, het ont werp van de door hem voorgestelde gronl- wet aan het volk voor te lezen. In dit ontwerp werd een vertegenwoor digende vergadering van raadsheeren in het leven geroepen, of liever hersteld, met nieuwe rechten en nieuwe macht. De wrete wet zou in onze gelukkiger tijden volkomen natuurlijk geschenen hebben, hoewol zij tot dien tijd in Rome nooit van kracht was geweest Zij luidde, dat elke moordenaar, van welken rang ook, met den dood zou gestraft worden. Geen edelman of burger zou in of buiten de stad vestingen mogen oprichten of troepen onder zijn bevel heb ben; de poorten en bruggen van den staat zouden onder het bevel staan van dengene die tot hoofd van het bestuur zou gekozen worden. Het was verboden, een schuilplaats te verleenen aan roovers en huurlingen, op boete van duizend marken zilver; de baron nen die de naburige gronden in eigendom bezaten, zouden verantwoordelijk zijn voor de veiligheid op de wegen en het vervoer der koopwaren. Weduwen en weezen zouden onder beschorming van den staat staan. In eil'ke stadswijk werd een gewapende burger wacht gevormd, dio bij het eerste luiden der klok van het Kapitool zou moeten opkomen ter berscherming van den staat. In elke haven aan de kust zou een vaartuig van den staat moeten liggen, om te waken voor de veiligheid van den handel. De erfgenamen van eiken man, die stierf zouden de soin van honderd florijnen ontvangen; de open bare inkomsten zouden besteed worden voor het bestuur en de bescherming van den staat Zoo luidde de schets van de nieuwe grond wet, gematigd en tevens doeltreffend: en de lezer zal opmerken, hoe groot de wanorde in de stad vroeger moest geweest zijn, om de gewone eerste zorgen van beschaving en veiligheid tot den hoofdinhoud van het voorgestelde wetboek te maken en daarmede de grenzen van een volksomwenteling te omschrijven. Kreten van verrukking volgden op do voorlozing van de nieuwe gx'ondwet: en ie midden van het rumoer verrees de forsche gestalte van Cecco del Vecchjo. Ondanks zijn lageren stand, was hij in de tegen woordige crisis een persoon van gewicht: zijn ijver en zijn moed en misschien nog meer zijn woeste hartstocht en koppige vooroordeelen hadden hem de gunst van hot volk doen verwerven. De klasse der hand werkslieden beschouwde hem als haar hoofd en vertegenwoordiger; daarom sprak hij luid en onbevreesd en hij sprak goed, omdat hij vervuld was van hetgeen hij te zeggen had. „Landgenooten en burgers! Deze nieuwe grondwet draagt uw goedkeuring weg en dat behoort ook zoo. Maar wat zijn goeie wetten, als wij geen goede mannen hebben om ze ten uitvoer te brengen? Wie kan zóó goed eeij wet ten uitvoer brengen als de man die ze maakte'? Als gij mij vraagt, hoe een goed schild gemaakt moet worden en mijn aanwijzingen zijn naar uw zin, zult gij dan mij of een anderen smid vragen, het schild voor u te maken? Vraagt gij het een ander, dan zal hij u misschien een goed schild maken, maar het zal niet hetzelfde zijn, als ik zou gemaakt hebben en waarvan de beschrijving u zoo goed beviel. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10