VROUWEN ■iff .«IVOOR GEBR HEUS' KOLENHANDEL Ê'K.S K-S kI rfj T B 9 S- !<3> sJï&s1 B-iïsiii II O Wat zullen wij eten Menu's voor heel de week ZONDAG: Londonderrysoep. Kalfsrol- lade worteltjes gekookte aard appelen. Fruit. MAANDAG: Zuurkool spek ge kookte aardappelen. Koffie- pudding. DINSDAG: Rolpens gebakken aard appelen appelmoes. Deensche rijst. WOENSDAG: Bruine boonensoep. Ha- chi met gestoofde aardappelen. Si naasappel- en bananencompóte. DONDERDAG: Andijvie uit het zout, gekookte aardappelen en varkens- krabjes. Jan in den zak. VRIJDAG: Gestoofde schelvisch ge kookte aardappelen. Pannekoeken. ZATERDAG: Snijboonen met witte boontjes gekookte aardappelen. Versche vruchten. De weg naar het hart Menu's, recepten, enz. LONDONDERRYSOEP bü gr. bloem, 60 gr. boter, i L. bouil lon van kalfsvleesch (500 gr.), A dL. melk, V» dL. witte bordeauwijn, zout cayennepeper, 2 eidooiers, stukjes zwezerik. Bereiding: Boter en bloem op de kachel vermengen, langzaam den ko kenden bouillon toevoegen, de melk en de cayennepeper erfden wijn. De soep afmaken met de eidooiers in de soep terrine te kloppen en langzaam de soep er bij te voegen. Zwezerik afwasschen, opzetten met koud water, het water afgieten, als het begint te koken. De zwezerik opzetten met L. water en zout, anderhalf uur koken, dan in stukjes snijden en de velletjes er af nemen. De mooiste stuk jes zwezerik geeft men In de soep. KOFF1EPUDD1NG y4 L. room, y4 L. melk, y2 dL', koffie- extrcct, 3 eidooiers, 12 Gr. gelatine, 100 Gr. suiker Bereiding. Klop de eidooiers met de suiker, voeg de kokende melk toe, laat 't al roerende op de kachel binden; voeg nu 't koffie-extract toe, de in y2 dL. kokend water opgeloste gelatine en als 't mengsel wat bekoeld is, den stijlgeklopten room. Laat de massa be koelen en doe deze in een met eiwit omgespoelden vorm of in een vorm, be smeerd met zoete amandelolie. DEENSCHE RIJST 1 L. melk, 30 Gr. suiker, 1 ei, zout, 150 Gr. rijst, 100 Gr. bitterkoekjes. Bereiding. Rijstebrij koken, suiker, eid' oier en stijfgeklopt eiwit toevoegen. Rijst en bitterkoekjes laag om laag in een vuurvast schoteltje leggen, het schoteltje 10 minuten in niet te war men oven zetten. BRUINE BOONENSOEP 30 Gr. boter, 1 L. boonennat, 30 Gr. bloem, y4 L. boonenpuréc, 1 ui, y2 dL. madera, 1 eetlepel soya, 1 stukje spaansche peper, (1 lepel Worcester- saus). Bereiding. De boter bruin bakken in de koekepan, de bloem er bij doen en het fijngesneden uitje, langzaam het warme boonennat toevoegen, de purie van de boonen, laurierblad en spaan sche peper. Dan de soep 20 minuten koken, van t vuur nemen, madera en soya toevoegen. Men kan balletjes ge hakt in de soep doen, die men op de ge wone wijze gemaakt heeft en 10 minu ten in water gekookt. IIACHE MET GESTOOFDE AARDAPPELEN 500 Gr. koud vleesch, Vfc L. kokend Water, AO Gr. boter, AO Gr. bloem, 3 uitjes, peper, zout, 4 kruidnagelen, 3 laurierbladen, 2 dL. jus, dL. azijn, 500 Gr. koude gekookte aardappelen, AO Gr. boter, 2 dL. melk, 3 Gr. zout, noot muscaat, paneermeel. Bereiding. Boter, bloem en fijn ge sneden uitjes in een braadpan bruin bakken, al roerende het water toevoe gen, de jus, zout, den azijn en de krui derijen. Het vleesch in nette stukjes snijden en in de saus 1 uur meestoven. De aardappelen fijn maken, vermen gen met zout, nootmuscaat, melk en de boter, die gesmolten wordt. Het gestoofde vleesch in een vuur vast schoteltje leggen, de gestoofde aardappelen er overheen strijken, be strooien met paneermeel, een weinig gesmolten boter er overheen gieten Het schoteltje 20 minuten in den oven zet ten, zoodat het goed heet is en mooi bruin bovenop ziet. JAN IN DE ZAK 150 Gr. bloem, 2 eieren, 150 Gr. boek- weitmeel, een weinig zout, 50 Gr. gist, y4 L. melk, 2 lepels suiker, 150 Gr, krenten en rozijnen, 50 Gr. sucade. Bereiding. Het beslag gereed maken Een schoonen doek in warm water uitspoelen, op tafel uitspreiden, met bloem inwrijven, hierop het beslag leg gen Den doek toebinden, maar zoo dat het beslag kan rijzen Als het beslag goed gerezen is, den koek koken in kokend water gedurende twee uur. Men legt een ijzeren of geëmailleerd bord met den hollen kant naar onderen op den bodem van de pan Men neemt den koek uit den doek en laat dezen in den oven opdrogen. Men snijdt den koek met een eind bindgaren en dient er stroop en boter bij of stroopsaus (boter, stroop, melk en aard appelmeel). Ook wel boter en suiker. GESTOOFDE SCHELVISCH 1 schelvisch, 1 citroen, 100 Gr. boter, 3 dL. vischwater, paneermeeL Men maakt den visch schoon, neemt de lever in zijn geheel uit den visch, wascht den schelvisch frisch uit en kookt dezen ongeveer 10 minuten in 2 L. kokend water, met AO Gr. zout en een eetlepel azijn. Men ontdoet den visch van de graat, legt hem in een met een deel der boter ingewreven vuurvast schoteltje, giet het vischwater over den visch, legt de boter in stukjes verdeeld er bovenop en garneert het schoteltje met uitgelande schijfjes citroen. Men strooit wat pa neermeel bovenop het schoteltje en laat het in den oven lichtbruin worden. Men kan tegelijk wat gekookte ge boorde aaardappelen of kleine aardap pelen van dezelfde grootte meestoven. Voor het stoven van schelvisch kan men de resten van schelvisch gebrui ken met resten van botersaus. LIMBURGSCHE MUTSEN 250 Gr. tarwebloem, 60 Gr. suiker, 30 Gr. boter, 2 eieren, y2 d.L. melk of room, y2 theelepel rozen- of oranjebloe semwater bij den drogist verkrijg baar), y2 theelepel zout. Doe de bloem met de suiker en het zout in een kom. Verdeel met behulp van 2 messen de boter totdat alles een fijn kruimelige massa wordt. Voeq daarbij de eieren, de melk (of room) en het rozenwater. Roer alles samen tot een samenhangend geheel en kneed dit nog even door tot het deeg goed soepel maar toch stevig genoeg is om te worden uitgerold. Verdeel het deeg in 2 d 3 stukken en rol die achtereen volgens op een met bloem bestoven deegplank tot het bijna doorzichtig is. Snijd het deeg in schuine reepen en laat die in het dampend heete frituur vet glijden en bak ze daarin goudbruin. Laat de koekjes op een poreus papier uitlekken (laat ze koud worden en be stuif ze dik met poedersuiker). Wil men de Limburgsche muts er lang er en tijd bewaren, berg ze dan op in een goed gesloten trommel TULBAND 3 ons bloem, 1 ons boter, 2 ons rozij nen, y2 ons sucade, 3 eieren, 30 gr. sui ker, 30 gr. gist, iets zout, geraspte ci troenschil, plm. 1 dLL. melk. Doe de bloem in een kom, voeg hier bij de gist die met iets louw-warme melk is vloeibaar gemaakt, de geklopte eieren, de zachte boter, de suiker, de gesnipperde sucade, de gewasschen en gedroogde rozijnen, de geraspte citroen schil en de rest der lauw-warme melk. Vermeng alles goed door elkaar zonder de rozijnen te kneuzen. Het beslag mag verder niet te dun zijn. Van de dikte der eieren zal het afhangen of 1 d.L. der melk wordt toegevoegd of minder. Beboter een tulbandvorm, bestrooi deze met bloem of een fijngestampte beschuit. Zorg dat overal de boter ge raakt heeft, daar anders de tulband blijft haken. Doe het deeg in een pan met warm water (plm. A5 gr. C.) of op een hoekje van de kachel laatste ma nier is minder aanbevelenswaardig, daar het deeg soms onregelmatig rijst en de onderkant min of meer gaar wordt.) Bak daarna de tulband in een vrij warmen oven lichtbruin en gaar in plm. AO minuten. Na bekoeling wordt de tulband uit den vorm genomen en met poedersuiker bestoven wanneer hij koud is. Een practisch geschenk Ik hoor verscheiden van de lezeres sen al zuchten: .Alweer een verjaar dag! Als ik maar wist wat to geven..." Hier is eon idee: we geven een eigengemaakte brievenstandaard. Wat zegt U, te moeilijk? Nonsens! Een beetje handigheid, en een beet je aardigheid in knutselen, en het werk is al voor driekwart klaar! We zagen drie triplex plankjes: één van 14 c.M. in het vierkant, één van 16 c.M. en één van 18 C.M. in het vier kant Die schuren we met grof schuur papier goed glad, en vergeten daarbij ook de ziiknntjes nirt Nu koopen we een dik triplex luije van 2 c.M. breed en 1 c-M. dik. Hiervan zagen we twee stukjes van 16 en 18 c.M. laing. Het kleinste plank^j zagen we uit op de manier zooals op de teekening is aan gegeven. Nu spijkeren we met lange, dunne spijkertjes het kleinste plankje op het latje van 16 c.M. vast en wel zoo, dat het eene einde gelijk is en het andere 2 c.M. uitsteekt. Het tweede plankje spijkeren we nu aan de andere zijde erop. Dit past natuurlijk precies. Nu volgt het twee de latje, dat aan den achterkant wordt vastgezet, op precies dezelfde manier als het eerste plankje. Tot slot het derde plankje, en onze brievenstan daard is klaar, op de afwerking na. Het beste doen we, het geheel rood te beitsen, en het eerste plankje zwart te lakken. Andere kleurcombinaties zijn natuurlijk ook mogelijk, en naar verkiezing kan men het heele geval- letjo effen laten. Voor do afwerking volge ieder eigen smaak en ideeën. De Amsterdamsche dienstmeid In „Eigen Haard" van 1877 geeft Martin Kalff een schets van „de Am sterdamsche dienstmeid". We nemen hiertüjn beschrijving gedeeltelijk over; misschien vindt iemand een vergelij king tusschen het hedendaagsche en het toenmalige dienstmeisje niet on aardig. „De Hollandsche dienstmaagd", zegt Martin Kalff, „Is wereldberoemd, even als wij Nederlanders dat in t algemeen zijn om haar zindelijkheid. Kom maar eens in haar keuken. Is het koper- en blikwerk, waar go u wel in spiegelen kunt, niet haar rechtmatige trots? Maken de witgeschuurde trappen niet evenzeer haar vreugd uit als haar hel der katoentje en onberispelijke kornet? Aan dat hoofdtooisel is zij gehecht. Het verheft haar boven de losse muts jes, waar maar al te vaak een los hoofdje, losse zinnen en losse zeden onder schuilen. Met zekere minach ting kijkt zij er dan ook op neer. En of de straatjeugd ook al van een „bal gehakt" spreke, zij houdt dat oorspron kelijk kapsel in eere evenals haar ko ralen knipje met zilveren beugeL Dat zijn aoo de onderscheidingsteekenen van haar stand. Zoodra zij, als aanko mend meisje, in haar eersten dienst gaat, krijgt ze dat geldtaschje van moeder mee, of anders worden de eer ste spaarpenningen er aan besteed. Haar tweede zorg is de linnenkast Zij weet dat ze, om hooger op te komen, een halfjaarlijksche wasch moet kun nen „uithouden"; want haar „volk" staat daar nu eenmaal op, en zij moet niet op een stukje behoeven te zien. Want als ze de stoep doet, haar japon over de achterbanden van haar boeze laar trekt en haar rokken tusschen de knieën knijpt, behoort iedereen haar sneeuwwitte kousen te mogen zien. Za terdags vooral is zij in haar kracht Dan plast ze op haar tripjes, als een stroomgodin, door het water, dat klet terend van pui en trappen vloeit Dan stroopt «e de mouwen op tot over de ellebogen, en werpt de voorbijganger een steelschen blik op haar mollige armen, al is het ook op een afstand, wanneer hij tenminste niet druipnat thuis wil komen. Maar zij merkt er niet van. Zij heeft alleen oog voor haar werk; zelfs bakker en slager krijgen kwalijk een vriendelijk woord en den straatbengel, die haar emmer omgooit of haar spuit en glazenwas- scher aanrandt zou zij op een g e- v o e 1 i g e wijze terechtzetten, indien hij onder haar handen kwam. Het geldt toch niets minder dan den roem van haar koninkrijk, met de keuken tot troonzaal, waar ze Zaterdagsavonds en den geheelen Zondag met fieren blik om zich heen staart Mevrouw laat dan ook zelden na even naar be neden te komen en te ceggen, dat al les er keurig uitziet; anders zou het al heel gauw wezen: „Mevrouw, wat zeit u van „me" keuken, van „me" schuurgoed of van „me" fornuis?" Als 't werk een beetje vlot en tijdig afgeloopen is, heeft ze boodschappen te doen of zoekt ze een boodschapje: een „landje," een „slenter" om de deur uit te komen of „een glippert te maken." In het volle bewustzijn van haar eigenwaarde heeft ze behoefte om eens een buurpraatje te houden. Een helder wit voorschoot, een mandje en de huissleutel, ziedaar haar wapens. Booze tongen beweren, dat ze dan haar „neef" ontmoet, om hem de heugelijke tijding me. te deelen, dat meneer en mevrouw Zondagavond op een partijtje gaan, coodat hij gerust kan komen „aschpotten" zonder vrees van telkens op het minste gerucht, in pottenkast of turfhok te moeten vluchten. Maar zij werpt die beschuldiging verre van zich af; want hoewel ze een groot deel vau haar leven, met dweil, boen der, stoffer, schuier en wrijflap in de hand, al kruipende doorbrengt, loopt ze recht op en durft iedereen flink in de oogen te zien. Een dienstmeid is dan ook een prettige versahijning. Zij* verlevendigt het aanzien onzer straten door haar zwierig katoentje, vroolijk gelaat, blozende wangen en snappende tong. Slechts eens om de twee weken vertoont zij zich van haar schaduw- cijde, dat is op haar uitgaans-dag, als een stofjes japon, een doorgewerkte doek, een paar garen handschoenen en een bloemrijke hoed met afhangende keelebanden haar geheele gestalte misvormen. 4 Bijblad van de Nieuwe Leidsche Courant Verschijnt des Vrijdags Bureau Breestraat 123 Leiden Tel. 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 B. CONRADS h Co. Rotterdam Groote Marlet b Filiaal 's-Gravendijkwal 130 DAMES HANDWERKEN GETEEKENDE KLEEDEN ONTBIJTLAKENS VINGERDOEKJES ONTWAKEN Nu stil en zeer aandachtig zijn, Nu aller boomen knoppen zwellen; Nu in de lucht het klare en helle Vroeg-lente-blauw om zonneschijn Gekoepeld en gedreven is, Verwachtend leeuwerik en lijster, Wier voorjaars-blije, vrije wijs ter Stilte zingt van herrijzenis. Nog waait veel winter over ons, Maar 't loover groeit en zwelt, gaat breken De windselen uit, harsdroppen leken De twijgen langs, reeds bruinig-brons. Nu stil en zeer aandachtig gaan De dagen door, de lange dagen, Die telkens meer verrukking dragen En eensklaps in de lente staan! JAN J. ZELDENTHUIS. Zuigelingen-voeding Do oudere schrijvers op 't gebied der geneeskunde maakten maar weinig melding van het onderwerp van de zuigelingenvoeding. Blijkbaar was dit in vroeger eeuwen geen probleem, al thans niet in die mate, zooals thans het geval is. Wel was men de mee ning toegedaan, dat bijv. koemelk als zuigelingenvoedsel niet zou deugen. Had een Romeinsch schrijver niet ge- - zegd: als lammeren gevoed worden met geitenmelk, krijgen ze een harde vacht, gelijk aan die van geitenhaar? Geen wonder derhalve, dat men er voor terug schrikte, zijn kinderen koe melk te geven, als ze daarmede eigen schappen van het rund konden over- krijgenl Zelfs een kind aan een min toevertrouwen deed men maar noodc, en wel om precies dezelfde reden. Had deze voedstermoeder bijv. rood haar, dan was de kans, dat het kind even eens rood haar zou krijgen, zeer groot en vooral het karakter van het kind zou heel sterk afhankelijk wezen van dat van de voedster. Elke moeder deed dus haar uiterste best om haar kind zelf te voeden en het was in de 17e eeuw gewoonte, dit zoolang vol te houden, totdat 't melk- gebit volledig aanwezig was, dus on geveer tot aan het einde van het tweede levensjaar. Wanneer echter om de een of andere reden het kind op een andere voeding was aangewezen, wanneer er zich bij voorbeeld voor een vondeling geen min te vinden was waarvan moest 't dan leven? Melk durfde men niet te geven, de stumper was dus aangewe zen op orood met water, boonen en dergelijke, waarvan het resultaat naar rato was. Kon in een gunstig klimaat een zuigeling daarbij soms nog wel in leven blijven, lp het barre Noorden, bij de Eskimo's, was dat uitgesloten. Men zegt, dat als daar een moeder stierf, het kind uit barmhartigheid in zee werd gedompeld, en met do moe der begraven. Voor een groot deel zullen wij aan dio slechte, kunstmatige voeding ze ker moeten toeschrijven, dat aan het eind van de I8e eeuw in een groote Icrsche vondelingen-inrichting van de tienduizend kinderen er slechts vijf-en veertig in leven bleven. Door dit allerbedroevendste resul taat word men er langzamerhand toe gebracht, zij 't in den beginne slechts schoorvoetend, toch tot koemelk zijn toevlucht te nemen. Men was echter nog verre verwijderd van de tegen woordige zuigelingenvoeding. Was de melk zelf verre van onberispelijk, zoo mogelijk liet do bediening daarvan nóg meer te wenschcn over. Daar de tegenwoordig gebruikte zuigflessclien nog onbekend waren, gebruikte men veelal oen soort van sauskom met een lange tuit Omstreeks het jaar 1800 voedde men het kind door middel van een hoorn van een kleine koe. Men doorboorde de punt daarvan, bevestig de daarop een paar aan elkaar go- naaide stukjes leer en liet daaruit, door fijne openingen, 't kind de melk zuigenI Om te maken, dat de leertjes niet tegen elkaar gingen plakken, stopte men daartusschcn dan een klein stukje spons, een waar broeinest voor bacteriën natuurlijk. Tot overmaat van ramp beschouwde men het koken van de melk als zeer schadelijk. Geen wonder dan ook dat sommige menschon de kinderen recht streeks bij de koe lieten drinken, dan waren ze tenminste zeker van een zuiver en versch product! Het toppunt van onsmakelijkheid was misschien, dat men omstreeks 1826 den tepel van een vaars als speen gebruikte. Tusschentijds werd die in alcohol bewaard, om hem zoo lang mogelijk te conserveeren. Eerst in de tweede helft der 19de eeuw ging men over tot do tegenwoor dige fleschvoeding. Men leerde de bacteriën, die voor zooveel ziekten aansprakelijk zijn, vreezen. - Wanneer men die maar alle gedood had door de melk Hinkte koken, was men zeker meende men. Hierop berust het sy steem van Soxleth, waarbij de melk in afgepaste porties wordt verdeeld en gestcreliseerd. Het eigenaardige verschijnsel doet zich echter voor, dat zij, die de meeste voorzorgen in acht namen en de melk het langst lieten koken, vaak ontdek ten, dat hun kinderen een eigenaar dige ziekte kregen. De eetlust nam af, een opvallende bleekheid ontstond bij het kind, en het huilde pijnlijk, als men het opnam om het te verzorgen. Ging men met de verzorging op de zelfde manier door, dan ging het van kwaad tot erger, en liep 't niet zelden op het sterven van het kindje uit Eerst later ging men inzien, dat dit een soortgelijke ziekte was als waar aan zeelieden gaan lijden, wanneer zij geen versch voedsel krijgen, de zoo genaamde „scheurbuik". Het koken van de melk is niet on schadelijk, en men dient dit dan ook zooveel mogelijk te beperken. Men heeft allerlei procédés bedacht om deze bezwaren van het koken te ont gaan; het meest bekend is wel de pasteurisatie. Gepasteuriseerde melk is langdurig verhit tot een tempera tuur, waarbij wel de meeste ziektekie men zijn gedood, andere minder scha delijke bacteriën echter in leven zijn gebleven. Toch kan hierdoor de melk, zonder veel in smaak te veranderen, in rot ting overgaan. Met gepasteuriseerde melk zij men dus dubbel op zijn hoede, maar ook lang niet alle „ge steriliseerde" melk is inderdaad ste riel. Indien men zelf de melk gedu rende korten tijd kookt en zo daarna snel afkoelt, heeft men nog de meeste zekerheid een onschadelijk voedings middel voor do zuigeling te bezitten, wanneer men althans zeker is, dat ze ook in goeden toestand is thuisbe zorgd. Daaraan ontbreekt vaak zeer veel .In den stal en op den weg wordt vaak tegen de eenvoudigste beginse len van de hygiëne gezondigd en on danks streng toezicht wordt vaak melk van ongezonde dieren in onvol doende gereinigd vaatwerk op slordi ge manier behandeld. Deze melk komt dan reeds half bedorven in de woning aan. Door koken kan men dan wel do bacteriën dooden, doch niet de reeds gevormde giftige stoffen verwijderen. Geen wonder, dat het kind dit voed sel slecht verdraagt Men hoeft ook getracht door het op richten van „modelstallen" waar in alle opzichten de uiterste zindelijk heid in acht wordt genomen, zich een betrouwbaar zuigelingen-voedsel te verschaffen en is daar wel in geslaagd zoo zelfs, dat ook het koken van de melk overbodig werd. De kosten van het product worden daardoor echter zoo hoog, dat het voor zeer velen niet meer te betalen is. Ook meene men niet dat met het verschaffen van uitmuntende koe melk het vraagstuk der kunstmatige voeding is opgelost Nooit zal men hiermede resultaten bereiken als met de borstvoeding. Langs scheikundigen weg kan men gemakkelijk aantoo- nen, dat de samenstelling van do ver schillende melksoorten uiterst ver uit eenloopt Door verdunning en toe voeging van andere voedingsstoffen als suiker en meel gelukt het wel een mengsel snmen te stellen, dat wat zijn hoofdbe&tanddeelen betreft, onge- der huisvrouw kan vermeden worden door aanvrage onzer speciale tarieven voor de GEZINSWASCH. N.V, Stoom Wasch- en Strijkinrichting vh. J. J. DE LANGE, Overschie Tel 42880 Wringmachines met 5 jaar garantie! BICIJCLE 15 75 en 16 80 VICTORY, tevens mangel 17.50, ACME, idem idem 25.00 Reclame: Wringers op kogels 11.50 Reclame: Wrlngerbokken zware 1.90 Reclame: Gegalv. Teil. 65 c m. 1.08 bij J. VAN DER TOORN Co. R'dam. Mathenesserweg 77/79, teL 33628 Géén DURE VERWARMING met GAS ol ELECTRICITEITIIl Alléén ANTHRACIET van: Sedert 1897 JOH. IIEUS R. Rottekade 135, Telef. 42002 ROTTERDAM GEZ. AALDERS PROVENIERSSTRAAT 54 ROTTERDAM Ruime sorteering: DAMES KOUSEN in Zijde, Matzijdo en Ajour - HEERENSOKKEN in effen en fantasie - JON GENS- en MEISJES SPORT KOUSEN en SOKJES Kijk uit Voor betere Schoenreparatie naar TERLOUW, Telef. 57135. Adamshofstraat 27, Rotterdam. In de maand April een extra goedkoope aanbieding van Acte- tasschen, Waschdoelc, School- tasschen, Rugzakken en kleine Handkoffertjes. Prima Boodschaptasschen 70 ct. DAMESI Laat Uw wasch door ons vak kundig behandelen. Helderder wasch- goed en minder slijtage. Vraagt speciaal onze K.G.-taricven. Aanbevelend, j. WESSELING Stoom Wasch- en Strijkinrichting ..ZONNEROGS" Linkerrottokade 24 Hiilegcrsbcrq. VoorL Telefoon 53592 Ook het adres voor Uw Fijn Goed KOOS LUIJKENAAR GEEFT LES In] Orgel- en Pianospel Billijke condities Prima refer. Burgemeester Meineszplein 111 Teleloon 3FS40 - ROTTERDAM T,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9