VROUWEN
■iff .«IVOOR
GEBR HEUS' KOLENHANDEL
Ê'K.S K-S kI rfj T B 9 S-
!<3> sJï&s1 B-iïsiii II
O
Wat zullen wij eten
Menu's voor heel de week
ZONDAG: Londonderrysoep. Kalfsrol-
lade worteltjes gekookte aard
appelen. Fruit.
MAANDAG: Zuurkool spek ge
kookte aardappelen. Koffie-
pudding.
DINSDAG: Rolpens gebakken aard
appelen appelmoes. Deensche
rijst.
WOENSDAG: Bruine boonensoep. Ha-
chi met gestoofde aardappelen. Si
naasappel- en bananencompóte.
DONDERDAG: Andijvie uit het zout,
gekookte aardappelen en varkens-
krabjes. Jan in den zak.
VRIJDAG: Gestoofde schelvisch ge
kookte aardappelen. Pannekoeken.
ZATERDAG: Snijboonen met witte
boontjes gekookte aardappelen.
Versche vruchten.
De weg naar het hart
Menu's, recepten, enz.
LONDONDERRYSOEP
bü gr. bloem, 60 gr. boter, i L. bouil
lon van kalfsvleesch (500 gr.), A dL.
melk, V» dL. witte bordeauwijn, zout
cayennepeper, 2 eidooiers, stukjes
zwezerik.
Bereiding: Boter en bloem op de
kachel vermengen, langzaam den ko
kenden bouillon toevoegen, de melk en
de cayennepeper erfden wijn. De soep
afmaken met de eidooiers in de soep
terrine te kloppen en langzaam de soep
er bij te voegen.
Zwezerik afwasschen, opzetten met
koud water, het water afgieten, als het
begint te koken. De zwezerik opzetten
met L. water en zout, anderhalf uur
koken, dan in stukjes snijden en de
velletjes er af nemen. De mooiste stuk
jes zwezerik geeft men In de soep.
KOFF1EPUDD1NG
y4 L. room, y4 L. melk, y2 dL', koffie-
extrcct, 3 eidooiers, 12 Gr. gelatine, 100
Gr. suiker
Bereiding. Klop de eidooiers met de
suiker, voeg de kokende melk toe, laat
't al roerende op de kachel binden;
voeg nu 't koffie-extract toe, de in y2
dL. kokend water opgeloste gelatine
en als 't mengsel wat bekoeld is, den
stijlgeklopten room. Laat de massa be
koelen en doe deze in een met eiwit
omgespoelden vorm of in een vorm, be
smeerd met zoete amandelolie.
DEENSCHE RIJST
1 L. melk, 30 Gr. suiker, 1 ei, zout,
150 Gr. rijst, 100 Gr. bitterkoekjes.
Bereiding. Rijstebrij koken, suiker,
eid' oier en stijfgeklopt eiwit toevoegen.
Rijst en bitterkoekjes laag om laag in
een vuurvast schoteltje leggen, het
schoteltje 10 minuten in niet te war
men oven zetten.
BRUINE BOONENSOEP
30 Gr. boter, 1 L. boonennat, 30 Gr.
bloem, y4 L. boonenpuréc, 1 ui, y2 dL.
madera, 1 eetlepel soya, 1 stukje
spaansche peper, (1 lepel Worcester-
saus).
Bereiding. De boter bruin bakken in
de koekepan, de bloem er bij doen en
het fijngesneden uitje, langzaam het
warme boonennat toevoegen, de purie
van de boonen, laurierblad en spaan
sche peper. Dan de soep 20 minuten
koken, van t vuur nemen, madera en
soya toevoegen. Men kan balletjes ge
hakt in de soep doen, die men op de ge
wone wijze gemaakt heeft en 10 minu
ten in water gekookt.
IIACHE MET GESTOOFDE
AARDAPPELEN
500 Gr. koud vleesch, Vfc L. kokend
Water, AO Gr. boter, AO Gr. bloem, 3
uitjes, peper, zout, 4 kruidnagelen, 3
laurierbladen, 2 dL. jus, dL. azijn,
500 Gr. koude gekookte aardappelen,
AO Gr. boter, 2 dL. melk, 3 Gr. zout, noot
muscaat, paneermeel.
Bereiding. Boter, bloem en fijn ge
sneden uitjes in een braadpan bruin
bakken, al roerende het water toevoe
gen, de jus, zout, den azijn en de krui
derijen.
Het vleesch in nette stukjes snijden
en in de saus 1 uur meestoven.
De aardappelen fijn maken, vermen
gen met zout, nootmuscaat, melk en de
boter, die gesmolten wordt.
Het gestoofde vleesch in een vuur
vast schoteltje leggen, de gestoofde
aardappelen er overheen strijken, be
strooien met paneermeel, een weinig
gesmolten boter er overheen gieten Het
schoteltje 20 minuten in den oven zet
ten, zoodat het goed heet is en mooi
bruin bovenop ziet.
JAN IN DE ZAK
150 Gr. bloem, 2 eieren, 150 Gr. boek-
weitmeel, een weinig zout, 50 Gr. gist,
y4 L. melk, 2 lepels suiker, 150 Gr,
krenten en rozijnen, 50 Gr. sucade.
Bereiding. Het beslag gereed maken
Een schoonen doek in warm water
uitspoelen, op tafel uitspreiden, met
bloem inwrijven, hierop het beslag leg
gen Den doek toebinden, maar zoo dat
het beslag kan rijzen Als het beslag
goed gerezen is, den koek koken in
kokend water gedurende twee uur.
Men legt een ijzeren of geëmailleerd
bord met den hollen kant naar onderen
op den bodem van de pan
Men neemt den koek uit den doek en
laat dezen in den oven opdrogen. Men
snijdt den koek met een eind bindgaren
en dient er stroop en boter bij of
stroopsaus (boter, stroop, melk en aard
appelmeel). Ook wel boter en suiker.
GESTOOFDE SCHELVISCH
1 schelvisch, 1 citroen, 100 Gr. boter,
3 dL. vischwater, paneermeeL
Men maakt den visch schoon, neemt
de lever in zijn geheel uit den visch,
wascht den schelvisch frisch uit en
kookt dezen ongeveer 10 minuten in 2
L. kokend water, met AO Gr. zout en
een eetlepel azijn.
Men ontdoet den visch van de graat,
legt hem in een met een deel der boter
ingewreven vuurvast schoteltje, giet
het vischwater over den visch, legt de
boter in stukjes verdeeld er bovenop en
garneert het schoteltje met uitgelande
schijfjes citroen. Men strooit wat pa
neermeel bovenop het schoteltje en laat
het in den oven lichtbruin worden.
Men kan tegelijk wat gekookte ge
boorde aaardappelen of kleine aardap
pelen van dezelfde grootte meestoven.
Voor het stoven van schelvisch kan
men de resten van schelvisch gebrui
ken met resten van botersaus.
LIMBURGSCHE MUTSEN
250 Gr. tarwebloem, 60 Gr. suiker, 30
Gr. boter, 2 eieren, y2 d.L. melk of
room, y2 theelepel rozen- of oranjebloe
semwater bij den drogist verkrijg
baar), y2 theelepel zout.
Doe de bloem met de suiker en het
zout in een kom. Verdeel met behulp
van 2 messen de boter totdat alles een
fijn kruimelige massa wordt. Voeq
daarbij de eieren, de melk (of room)
en het rozenwater. Roer alles samen
tot een samenhangend geheel en kneed
dit nog even door tot het deeg goed
soepel maar toch stevig genoeg is om
te worden uitgerold. Verdeel het deeg
in 2 d 3 stukken en rol die achtereen
volgens op een met bloem bestoven
deegplank tot het bijna doorzichtig is.
Snijd het deeg in schuine reepen en
laat die in het dampend heete frituur
vet glijden en bak ze daarin goudbruin.
Laat de koekjes op een poreus papier
uitlekken (laat ze koud worden en be
stuif ze dik met poedersuiker).
Wil men de Limburgsche muts er
lang er en tijd bewaren, berg ze dan op
in een goed gesloten trommel
TULBAND
3 ons bloem, 1 ons boter, 2 ons rozij
nen, y2 ons sucade, 3 eieren, 30 gr. sui
ker, 30 gr. gist, iets zout, geraspte ci
troenschil, plm. 1 dLL. melk.
Doe de bloem in een kom, voeg hier
bij de gist die met iets louw-warme
melk is vloeibaar gemaakt, de geklopte
eieren, de zachte boter, de suiker, de
gesnipperde sucade, de gewasschen en
gedroogde rozijnen, de geraspte citroen
schil en de rest der lauw-warme melk.
Vermeng alles goed door elkaar zonder
de rozijnen te kneuzen. Het beslag mag
verder niet te dun zijn. Van de dikte
der eieren zal het afhangen of 1 d.L.
der melk wordt toegevoegd of minder.
Beboter een tulbandvorm, bestrooi
deze met bloem of een fijngestampte
beschuit. Zorg dat overal de boter ge
raakt heeft, daar anders de tulband
blijft haken. Doe het deeg in een pan
met warm water (plm. A5 gr. C.) of op
een hoekje van de kachel laatste ma
nier is minder aanbevelenswaardig,
daar het deeg soms onregelmatig rijst
en de onderkant min of meer gaar
wordt.) Bak daarna de tulband in een
vrij warmen oven lichtbruin en gaar in
plm. AO minuten. Na bekoeling wordt
de tulband uit den vorm genomen en
met poedersuiker bestoven wanneer hij
koud is.
Een practisch geschenk
Ik hoor verscheiden van de lezeres
sen al zuchten: .Alweer een verjaar
dag! Als ik maar wist wat to geven..."
Hier is eon idee: we geven een
eigengemaakte brievenstandaard.
Wat zegt U, te moeilijk? Nonsens!
Een beetje handigheid, en een beet
je aardigheid in knutselen, en het
werk is al voor driekwart klaar!
We zagen drie triplex plankjes: één
van 14 c.M. in het vierkant, één van
16 c.M. en één van 18 C.M. in het vier
kant Die schuren we met grof schuur
papier goed glad, en vergeten daarbij
ook de ziiknntjes nirt Nu koopen we
een dik triplex luije van 2 c.M. breed
en 1 c-M. dik. Hiervan zagen we twee
stukjes van 16 en 18 c.M. laing. Het
kleinste plank^j zagen we uit op de
manier zooals op de teekening is aan
gegeven.
Nu spijkeren we met lange, dunne
spijkertjes het kleinste plankje op het
latje van 16 c.M. vast en wel zoo, dat
het eene einde gelijk is en het andere
2 c.M. uitsteekt.
Het tweede plankje spijkeren we
nu aan de andere zijde erop. Dit past
natuurlijk precies. Nu volgt het twee
de latje, dat aan den achterkant wordt
vastgezet, op precies dezelfde manier
als het eerste plankje. Tot slot het
derde plankje, en onze brievenstan
daard is klaar, op de afwerking na.
Het beste doen we, het geheel rood
te beitsen, en het eerste plankje zwart
te lakken. Andere kleurcombinaties
zijn natuurlijk ook mogelijk, en naar
verkiezing kan men het heele geval-
letjo effen laten. Voor do afwerking
volge ieder eigen smaak en ideeën.
De Amsterdamsche
dienstmeid
In „Eigen Haard" van 1877 geeft
Martin Kalff een schets van „de Am
sterdamsche dienstmeid". We nemen
hiertüjn beschrijving gedeeltelijk over;
misschien vindt iemand een vergelij
king tusschen het hedendaagsche en
het toenmalige dienstmeisje niet on
aardig.
„De Hollandsche dienstmaagd", zegt
Martin Kalff, „Is wereldberoemd, even
als wij Nederlanders dat in t algemeen
zijn om haar zindelijkheid. Kom maar
eens in haar keuken. Is het koper- en
blikwerk, waar go u wel in spiegelen
kunt, niet haar rechtmatige trots?
Maken de witgeschuurde trappen niet
evenzeer haar vreugd uit als haar hel
der katoentje en onberispelijke kornet?
Aan dat hoofdtooisel is zij gehecht.
Het verheft haar boven de losse muts
jes, waar maar al te vaak een los
hoofdje, losse zinnen en losse zeden
onder schuilen. Met zekere minach
ting kijkt zij er dan ook op neer. En
of de straatjeugd ook al van een „bal
gehakt" spreke, zij houdt dat oorspron
kelijk kapsel in eere evenals haar ko
ralen knipje met zilveren beugeL Dat
zijn aoo de onderscheidingsteekenen
van haar stand. Zoodra zij, als aanko
mend meisje, in haar eersten dienst
gaat, krijgt ze dat geldtaschje van
moeder mee, of anders worden de eer
ste spaarpenningen er aan besteed.
Haar tweede zorg is de linnenkast Zij
weet dat ze, om hooger op te komen,
een halfjaarlijksche wasch moet kun
nen „uithouden"; want haar „volk"
staat daar nu eenmaal op, en zij moet
niet op een stukje behoeven te zien.
Want als ze de stoep doet, haar japon
over de achterbanden van haar boeze
laar trekt en haar rokken tusschen de
knieën knijpt, behoort iedereen haar
sneeuwwitte kousen te mogen zien. Za
terdags vooral is zij in haar kracht
Dan plast ze op haar tripjes, als een
stroomgodin, door het water, dat klet
terend van pui en trappen vloeit Dan
stroopt «e de mouwen op tot over de
ellebogen, en werpt de voorbijganger
een steelschen blik op haar mollige
armen, al is het ook op een afstand,
wanneer hij tenminste niet druipnat
thuis wil komen. Maar zij merkt er
niet van. Zij heeft alleen oog voor
haar werk; zelfs bakker en slager
krijgen kwalijk een vriendelijk woord
en den straatbengel, die haar emmer
omgooit of haar spuit en glazenwas-
scher aanrandt zou zij op een g e-
v o e 1 i g e wijze terechtzetten, indien
hij onder haar handen kwam. Het
geldt toch niets minder dan den roem
van haar koninkrijk, met de keuken
tot troonzaal, waar ze Zaterdagsavonds
en den geheelen Zondag met fieren
blik om zich heen staart Mevrouw
laat dan ook zelden na even naar be
neden te komen en te ceggen, dat al
les er keurig uitziet; anders zou het
al heel gauw wezen: „Mevrouw, wat
zeit u van „me" keuken, van „me"
schuurgoed of van „me" fornuis?"
Als 't werk een beetje vlot en tijdig
afgeloopen is, heeft ze boodschappen
te doen of zoekt ze een boodschapje:
een „landje," een „slenter" om de
deur uit te komen of „een glippert te
maken." In het volle bewustzijn van
haar eigenwaarde heeft ze behoefte om
eens een buurpraatje te houden. Een
helder wit voorschoot, een mandje en
de huissleutel, ziedaar haar wapens.
Booze tongen beweren, dat ze dan haar
„neef" ontmoet, om hem de heugelijke
tijding me. te deelen, dat meneer en
mevrouw Zondagavond op een partijtje
gaan, coodat hij gerust kan komen
„aschpotten" zonder vrees van telkens
op het minste gerucht, in pottenkast
of turfhok te moeten vluchten. Maar
zij werpt die beschuldiging verre van
zich af; want hoewel ze een groot
deel vau haar leven, met dweil, boen
der, stoffer, schuier en wrijflap in de
hand, al kruipende doorbrengt, loopt
ze recht op en durft iedereen flink in
de oogen te zien. Een dienstmeid is
dan ook een prettige versahijning. Zij*
verlevendigt het aanzien onzer straten
door haar zwierig katoentje, vroolijk
gelaat, blozende wangen en snappende
tong. Slechts eens om de twee weken
vertoont zij zich van haar schaduw-
cijde, dat is op haar uitgaans-dag, als
een stofjes japon, een doorgewerkte
doek, een paar garen handschoenen en
een bloemrijke hoed met afhangende
keelebanden haar geheele gestalte
misvormen.
4
Bijblad van de
Nieuwe Leidsche Courant
Verschijnt des Vrijdags
Bureau Breestraat 123 Leiden
Tel. 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
B. CONRADS h Co.
Rotterdam
Groote Marlet b
Filiaal
's-Gravendijkwal 130
DAMES
HANDWERKEN
GETEEKENDE
KLEEDEN
ONTBIJTLAKENS
VINGERDOEKJES
ONTWAKEN
Nu stil en zeer aandachtig zijn,
Nu aller boomen knoppen zwellen;
Nu in de lucht het klare en helle
Vroeg-lente-blauw om zonneschijn
Gekoepeld en gedreven is,
Verwachtend leeuwerik en lijster,
Wier voorjaars-blije, vrije wijs ter
Stilte zingt van herrijzenis.
Nog waait veel winter over ons,
Maar 't loover groeit en zwelt, gaat breken
De windselen uit, harsdroppen leken
De twijgen langs, reeds bruinig-brons.
Nu stil en zeer aandachtig gaan
De dagen door, de lange dagen,
Die telkens meer verrukking dragen
En eensklaps in de lente staan!
JAN J. ZELDENTHUIS.
Zuigelingen-voeding
Do oudere schrijvers op 't gebied der
geneeskunde maakten maar weinig
melding van het onderwerp van de
zuigelingenvoeding. Blijkbaar was dit
in vroeger eeuwen geen probleem, al
thans niet in die mate, zooals thans
het geval is. Wel was men de mee
ning toegedaan, dat bijv. koemelk als
zuigelingenvoedsel niet zou deugen.
Had een Romeinsch schrijver niet ge- -
zegd: als lammeren gevoed worden
met geitenmelk, krijgen ze een harde
vacht, gelijk aan die van geitenhaar?
Geen wonder derhalve, dat men er
voor terug schrikte, zijn kinderen koe
melk te geven, als ze daarmede eigen
schappen van het rund konden over-
krijgenl Zelfs een kind aan een min
toevertrouwen deed men maar noodc,
en wel om precies dezelfde reden. Had
deze voedstermoeder bijv. rood haar,
dan was de kans, dat het kind even
eens rood haar zou krijgen, zeer groot
en vooral het karakter van het kind
zou heel sterk afhankelijk wezen van
dat van de voedster.
Elke moeder deed dus haar uiterste
best om haar kind zelf te voeden en
het was in de 17e eeuw gewoonte, dit
zoolang vol te houden, totdat 't melk-
gebit volledig aanwezig was, dus on
geveer tot aan het einde van het
tweede levensjaar.
Wanneer echter om de een of andere
reden het kind op een andere voeding
was aangewezen, wanneer er zich bij
voorbeeld voor een vondeling geen
min te vinden was waarvan moest 't
dan leven? Melk durfde men niet te
geven, de stumper was dus aangewe
zen op orood met water, boonen en
dergelijke, waarvan het resultaat naar
rato was.
Kon in een gunstig klimaat een
zuigeling daarbij soms nog wel in
leven blijven, lp het barre Noorden,
bij de Eskimo's, was dat uitgesloten.
Men zegt, dat als daar een moeder
stierf, het kind uit barmhartigheid in
zee werd gedompeld, en met do moe
der begraven.
Voor een groot deel zullen wij aan
dio slechte, kunstmatige voeding ze
ker moeten toeschrijven, dat aan het
eind van de I8e eeuw in een groote
Icrsche vondelingen-inrichting van de
tienduizend kinderen er slechts vijf-en
veertig in leven bleven.
Door dit allerbedroevendste resul
taat word men er langzamerhand toe
gebracht, zij 't in den beginne slechts
schoorvoetend, toch tot koemelk zijn
toevlucht te nemen. Men was echter
nog verre verwijderd van de tegen
woordige zuigelingenvoeding. Was de
melk zelf verre van onberispelijk, zoo
mogelijk liet do bediening daarvan
nóg meer te wenschcn over. Daar de
tegenwoordig gebruikte zuigflessclien
nog onbekend waren, gebruikte men
veelal oen soort van sauskom met een
lange tuit Omstreeks het jaar 1800
voedde men het kind door middel van
een hoorn van een kleine koe. Men
doorboorde de punt daarvan, bevestig
de daarop een paar aan elkaar go-
naaide stukjes leer en liet daaruit,
door fijne openingen, 't kind de melk
zuigenI Om te maken, dat de leertjes
niet tegen elkaar gingen plakken,
stopte men daartusschcn dan een klein
stukje spons, een waar broeinest voor
bacteriën natuurlijk.
Tot overmaat van ramp beschouwde
men het koken van de melk als zeer
schadelijk. Geen wonder dan ook dat
sommige menschon de kinderen recht
streeks bij de koe lieten drinken, dan
waren ze tenminste zeker van een
zuiver en versch product!
Het toppunt van onsmakelijkheid
was misschien, dat men omstreeks
1826 den tepel van een vaars als speen
gebruikte. Tusschentijds werd die in
alcohol bewaard, om hem zoo lang
mogelijk te conserveeren.
Eerst in de tweede helft der 19de
eeuw ging men over tot do tegenwoor
dige fleschvoeding. Men leerde de
bacteriën, die voor zooveel ziekten
aansprakelijk zijn, vreezen. - Wanneer
men die maar alle gedood had door
de melk Hinkte koken, was men zeker
meende men. Hierop berust het sy
steem van Soxleth, waarbij de melk
in afgepaste porties wordt verdeeld en
gestcreliseerd.
Het eigenaardige verschijnsel doet
zich echter voor, dat zij, die de meeste
voorzorgen in acht namen en de melk
het langst lieten koken, vaak ontdek
ten, dat hun kinderen een eigenaar
dige ziekte kregen. De eetlust nam af,
een opvallende bleekheid ontstond bij
het kind, en het huilde pijnlijk, als
men het opnam om het te verzorgen.
Ging men met de verzorging op de
zelfde manier door, dan ging het van
kwaad tot erger, en liep 't niet zelden
op het sterven van het kindje uit
Eerst later ging men inzien, dat dit
een soortgelijke ziekte was als waar
aan zeelieden gaan lijden, wanneer zij
geen versch voedsel krijgen, de zoo
genaamde „scheurbuik".
Het koken van de melk is niet on
schadelijk, en men dient dit dan ook
zooveel mogelijk te beperken. Men
heeft allerlei procédés bedacht om
deze bezwaren van het koken te ont
gaan; het meest bekend is wel de
pasteurisatie. Gepasteuriseerde melk
is langdurig verhit tot een tempera
tuur, waarbij wel de meeste ziektekie
men zijn gedood, andere minder scha
delijke bacteriën echter in leven zijn
gebleven.
Toch kan hierdoor de melk, zonder
veel in smaak te veranderen, in rot
ting overgaan. Met gepasteuriseerde
melk zij men dus dubbel op zijn
hoede, maar ook lang niet alle „ge
steriliseerde" melk is inderdaad ste
riel. Indien men zelf de melk gedu
rende korten tijd kookt en zo daarna
snel afkoelt, heeft men nog de meeste
zekerheid een onschadelijk voedings
middel voor do zuigeling te bezitten,
wanneer men althans zeker is, dat ze
ook in goeden toestand is thuisbe
zorgd. Daaraan ontbreekt vaak zeer
veel .In den stal en op den weg wordt
vaak tegen de eenvoudigste beginse
len van de hygiëne gezondigd en on
danks streng toezicht wordt vaak
melk van ongezonde dieren in onvol
doende gereinigd vaatwerk op slordi
ge manier behandeld. Deze melk komt
dan reeds half bedorven in de woning
aan. Door koken kan men dan wel do
bacteriën dooden, doch niet de reeds
gevormde giftige stoffen verwijderen.
Geen wonder, dat het kind dit voed
sel slecht verdraagt
Men hoeft ook getracht door het op
richten van „modelstallen" waar in
alle opzichten de uiterste zindelijk
heid in acht wordt genomen, zich een
betrouwbaar zuigelingen-voedsel te
verschaffen en is daar wel in geslaagd
zoo zelfs, dat ook het koken van de
melk overbodig werd. De kosten van
het product worden daardoor echter
zoo hoog, dat het voor zeer velen niet
meer te betalen is.
Ook meene men niet dat met het
verschaffen van uitmuntende koe
melk het vraagstuk der kunstmatige
voeding is opgelost Nooit zal men
hiermede resultaten bereiken als met
de borstvoeding. Langs scheikundigen
weg kan men gemakkelijk aantoo-
nen, dat de samenstelling van do ver
schillende melksoorten uiterst ver uit
eenloopt Door verdunning en toe
voeging van andere voedingsstoffen
als suiker en meel gelukt het wel een
mengsel snmen te stellen, dat wat
zijn hoofdbe&tanddeelen betreft, onge-
der huisvrouw kan vermeden worden
door aanvrage onzer speciale tarieven
voor de GEZINSWASCH.
N.V, Stoom Wasch- en Strijkinrichting
vh. J. J. DE LANGE, Overschie Tel 42880
Wringmachines
met 5 jaar garantie!
BICIJCLE 15 75 en 16 80
VICTORY, tevens mangel 17.50,
ACME, idem idem 25.00
Reclame: Wringers op kogels 11.50
Reclame: Wrlngerbokken zware 1.90
Reclame: Gegalv. Teil. 65 c m. 1.08
bij J. VAN DER TOORN Co.
R'dam. Mathenesserweg 77/79, teL 33628
Géén DURE VERWARMING met
GAS ol ELECTRICITEITIIl
Alléén ANTHRACIET van:
Sedert 1897 JOH. IIEUS
R. Rottekade 135, Telef. 42002
ROTTERDAM
GEZ. AALDERS
PROVENIERSSTRAAT 54
ROTTERDAM
Ruime sorteering: DAMES
KOUSEN in Zijde, Matzijdo
en Ajour - HEERENSOKKEN
in effen en fantasie - JON
GENS- en MEISJES SPORT
KOUSEN en SOKJES
Kijk uit
Voor betere Schoenreparatie
naar TERLOUW, Telef. 57135.
Adamshofstraat 27, Rotterdam.
In de maand April een extra
goedkoope aanbieding van Acte-
tasschen, Waschdoelc, School-
tasschen, Rugzakken en kleine
Handkoffertjes.
Prima Boodschaptasschen 70 ct.
DAMESI Laat Uw wasch door ons vak
kundig behandelen. Helderder wasch-
goed en minder slijtage. Vraagt speciaal
onze K.G.-taricven. Aanbevelend,
j. WESSELING
Stoom Wasch- en Strijkinrichting
..ZONNEROGS" Linkerrottokade 24
Hiilegcrsbcrq. VoorL Telefoon 53592
Ook het adres voor Uw Fijn Goed
KOOS LUIJKENAAR
GEEFT LES In]
Orgel- en Pianospel
Billijke condities Prima refer.
Burgemeester Meineszplein 111
Teleloon 3FS40 - ROTTERDAM
T,