ONZE SPOORWEGEN DONDERDAG 30 MAART 1933 7e Lagere vrachtprijzen voor wagonladingen. a. Vrachtgoed. Evenals tut dusverre zullen de onderscheidene goederensoorten zijn ingedeeld in vier wagen- ladingsklassen (A, B, C en D), en «uilen de vrachtprijzen van elke klasse zijn onderverdeeld in drie rubrieken. Het oude tarief noemt deze rubrieken: 5-tons vrachtprijzen, 10 tons vracht prijzen en 15-tons vrachtprijzen (bij afkorting A 5, A 10, A 15, B 5, B 10. B 15 enz.); het nieuwe tarief handhaaft dit, met dien verstande echter dat in plaats van „5-tons vrachtprijzen'' gesproken zal worden van „vrachtprijzen voor kleine wagen ladingen" (bij afkorting „A klein" „B klein" enz.). Zoo dadelijk zal de reden van deze naams verandering worden uiteengezet. Allo vrachtprijzen der wagenladingsklassen zullen op een lagere basis worden opgebouwd dan thans. Over het algemeen zal het een matige ver- luging zijn. Een sterke verlaging zal men echter vinden in de vrachtprijzen van A klein, A 10 en A 15 (waarvoor de oude vrachtprijzen van B 5, B 10 en B 15 worden aangenomen) alsmede in die van C klein en D klein (waarvoor de nieuwe vrachtprijzen aanzienlijk lager «uilen zijn dan de vrachtprijzen van oud C 5 en D 5, welke gelijk >varen aan do vrachtprijzen van oud B 5). Uit het volgende moge blijken, waarom de „5-tons vrachtprijzen" zijn herdoopt in „vracht prijzen voor kleine wagenladingen". Tot dusverre wordt voor wagenladingen van minder dan 5000 kg. en dan nog slechts voor zoover een wagen van niet meer dan 10 ton draagvermogen wordt aangevraagd de vracht berekend tegen het werkelijk gewicht, ten minste voor 2000 kg. per wagen, volgens de stukgoed- prijzen, tenzij vrachtbcrekciiing tegen 5000 kg. per wagen volgens de (uiteraard lagere) 5-tons vrachtprijzen goedkooper is. Met het oog op de concurrentie van de vracht auto voert het nieuwe tarief een systeem in, dat voor verzenders veel voordeeliger is. Voortaan worden n.l. «ulks ook dan wanneer een wagen van meer dan 10 ton draagvermogen is aange vraagd de vrachtprijzen voor „kleine wagen ladingen" toegepast voor het werkelijk ge wicht der zending, met dien verstande echter, dat de aldus te berekenen vracht niet lager mag zijn dan die voor 2000 kg., berekend tegen de stukgoed prijzen. De zeer aanzienlijke vrachtverlaging, welke hieruit mede in verband met de lagere vracht basis voor A klein, B klein enz. voortvloeit, blijkt bij raadpleging van het volgende staatje. 2000 K.g. 3000 K.g D b. Snclgoed. Evenals volgens het bestaande tarief het geval is voor ij lgoed, zal voor wagenladingen snel- goed de vracht worden berekend tegen het dub bele van de vracht, welke bij vervoer als vracht goed verschuldigd zou zijn. c. Expresgoed. Verzending van wagonladingen als expresgoed zal slechts met toestemming van den spoorweg ikunnen plaats hebben. De vracht «al worden berekend tegen het vijfvoudige van de vracht, welke bij vervoer als vrachtgoed verschuldigd zal zijn. Verscheidene speciale tarieven zullen in het nieuwe Goederentarief aanzienlijk lager zijn dan in het oude, met name Speciaaltarief 1 voor het vervoer als vrachtgoed van aardappelen granen, veevoeder enz. (oud Speciaaltarief I); Speciaaltarief I voor het vervoer als snel- goed van schaal- en schelpdieren en visch (oud Speciaaltarief I sub le en 2e); Speciaal tarief Ia voor het vervoer als snelstukgoed van versche, eventueel met ijs samengepakte, visch bij verzending -van IJmuiden (oud Speciaaltarief Ia); Speciaaltarief II voor het vervoer als snelgoed van schaal- en schelpdieren en visch, bestemd voor uitvoer naar het buitenland (oud Speciaaltarief II, sub 2e)Speciaaltarief III voor het vervoer als sne.goed van groenten enz. (sterke verlaging voor wat betreft het bin- nenlandsch verkeer; vgl. oud Speciaaltarief I sub 3e; Speciaaltarief VIII voor het vervoer als snelgoed van melk, karnemelk, karnemelk- sche pap en room (oud Speciaaltarief IX). De meeste speciale tarieven echter ondergaan een verlaging, welke evenwijdig loopt «..an hetgeen voor de normale tarieven is gedaan. In enkele gevallen, b.v. Speciaaltarief 2 voor het wagenladingsvervoer als vrachtgoed van granen, veevoeder, zaden, enz. bij verzending van Amsterdam en Rotterdam (oud Speciaaltarief 2) zijn de vroegere vrachtprijzen gehandhaafd; dit vindt zijn oorzaak hierin, dat die prijzen reeds zoo laag zijn, dat tot een verdere verlaging geen aanleiding bestaat Talrijke bijkomende kosten komen te vervallen of worden verlaagd. a) Te vervallen komen o.a. het bestelloon (behalve in de hieronder sub b genoemde ge vallen); de stationskosten; het loon voor kennisgeving van aankomst; het loon voor de behandeling van nadere aanwijzingen van afzen der of geadresseerde; het loon van f 1 per wagen, dat de Spoorweg heft, indien hij voldoet aan een verzoek van belanghebbende om goederen, welke per spoorweg zijn te verzenden of per spoorweg zijn aangebracht, weliswaar op het sta tionsterrein doch, hetzij op andere dan de daarvoor algemeen aangewezen sporen, hetzij op eenig bepaald punt der aangewezen sporen te mogen laden of lossen. (Voor sommige bijzon dere gevallen wordt dat ovcrbrcngloon echter gehandhaafd). b) Verlaagd worden o.a. het afhaalloon te Am sterdam, Den Haag (incl. Rijswijk en Schevenin- gen), Rotterdam en Voorburg, welk loon voortaan gelijk zal zijn aan dat, hetwelk in de overige plaatsen in rekening wordt gebracht; het loon, dat geheven wordt voor het terugbrengen naar het station van onbestelbare of geweigerde zen dingen van meer dan 200 kg., alsmede het loon voor het bestellen in buitengewone omstandig heden als meeuw, ijzel, enz.; de premie voor aan gifte van het belang bij de aflevering; de provisie voor voorschotten en remboursementen en voor rekeningen-courant; talrijke overbrengloonen; de prijs der vrachtbrief- en adreskaartformulieren; bet weeggeld. De Nederlandsche Spoorwegen staan voor een milliocnentekort. De belastingbetaler zal het aan den lijve voelen. In de verlaging van het Goederentarief ligt, aan het adres van die categorie van belasting betalers welke goederen hebben te verzenden of te ontvangen, een bedekte uitnoodiging opge sloten om den spoorweg trouw te blijven of, \oor zoover «ij reeds ontrouw hebben gepleegd, tot den spoorweg terug te keeren. Moge die uitnoodiging, welke tevens een waar schuwing is, worden verstaan en.... aangenomen. Het goederenvervoer bij de Nederlandsche Spoorwegen door Ir. W. F. H. VAN RIJCKEVORSEL Het vervoer van goederen kan bij de op 1 Mei a.s. in te voeren goederentarieven geschieden als vrachtgoed, snelgoed, expressgoed, zoowel franco als ongefrankeerd en dcsgewenscht onder rem bours. Hoewel het vervoer van vraohtgoed (laagsto vrachtprijzen) met rechtstreeksche goederentreinen en koerswagens vlug plaats heeft, wordt snelgoed nog aanmerkelijk vlugger met snelgoederentreinen en met alle reizigerstreinen, behalve snel- en D- treinen vervoerd. Expresgoed gaat het snelst en wel met alle snel- en nagenoeg alle D-treinen. Naar gelang van de te vervoeren hoeveelheden kan het vervoer plaats hebben als wagenlading of stukgoed. Wagonladingen worden door de zorgen van ver voerders geladen en gelost in en uit daarvoor op aanvraag beschikbaar gestelde wagens. Het door de Regeering vastgestelde Goederen- tarief geeft voor den tijd, dien de Spoorwegen voor de lading en lossing beschikbaar moeten stellen, bepaalde tijdruimten aan. Deze worden door de Spoorwegen echter daarbij in het oog houdende den noodzaak van een nuttig materieel-gobruik in het belang van den handel zooveel mogelijk ver ruimd, terwijl tevens extra verlenging wordt toe gestaan, wanneer bijzondere omstandigheden daar toe nanleiding geven. Ook buiten de daarvoor vastgestelde uren geven de Spoorwegen gelegenheid tot laden en lossen van wagenladingen, b.v. des nachts, wanneer het tijdig aanbrengen van bepaalde goederen als fruit en groenten op veilingen en markten, dat voor den handel noodig maakt. De stukgoederen worden als regel geladen en ge lost door de Spoorwegen en worden kosteloos thuis bezorgd daar waar een besteldienst van de Spoorwegen gevestigd is, hetgeen in alle plaatsen van eenig belang het geval is (meer dan 300 plaatsen. Desgewcnscht worden ze bij vertrek ook tegen betaling van een gering afhaalloon afgehaald, waartoe men zich telefonisch tot de stations of tot de factorijen van Van Gend en Loos kan wenden. Afhalen van snelgoed. In de laatste jaaren is een nieuwe wijze van goederenvervoer ontstaan, nl. het vervoer in zg. containers. Dit zijn laadkisten van verschillende grootte, waarvan een zeker aantal op een open goederen wagen geladen kan worden. De spoorweg dienst verstrekt de/.e containers op aanvraag en geeft hierdoor gelegenheid voor het zelf laden door afzenders van kleinere hoeveelheden dan wagenladingen breekbare goederen, die een zorg vuldige stuwing vorderen, zooals blikken biscuit, gietijzeren voorwerpen en dergelijke. Lossen van Container op bestelwagen. Ook kleinere laadkratten, geschikt voor vervoer in gesloten wagens, worden in de goederenloodsen voor verzending van licht te beschadigen goederen als kaas, fruit enz. ter beschikking gesteld. Toen in verband met de auto-concurrent ie voor de spoorwegen over de goheele wereld zich de noodzakelijkheid deed gevoelen de stukgoederen aan huis te bezorgen, was het voor de Nederland sche Spoorwegen een gelukkige omstandigheid, dat zij in tegenstelling met de meeste andere spoor wegen in Europa, reeds sedert tientallen jaren één firma, nl. de firma Van Gend en Loos op de be langrijke plantsen met den bostel- en afhaaldienst tegen één uniform tarief belast had. Deze vroe ger onafhankelijke onderneming kan thans, even als de Algomeene Transport Onderneming (A.T.O.) als dochteronderneming van de spoorwegen wor den beschouwd. Zij bevorderen het spoorwegvervoer (reizigers en goederen) door per auto verbindingen met niet aan spoor gelegen plaatsen tot stand te brengen. 14 ONZE SPOORWEGEN DONDERDAG 30 MAART 1933 in 1856 begonnen deze rondreizen, het begin van het Europeesch toeristenverkeer, zooals dit nu nog door de geheele wereld plaats vindt. Hieruit werd geboren het z.g. coupon-systeem, de veilig ste wijze om reisgeld bij zich te dragen. In Leicester was het hoofdkantoor van Cook gevestigd, terwijl hij in 1865 een kantoor te Lon den opende, onder leiding van zijn eenigen zoon: John Mason Cook. Thans is het hoofd kantoor gevestigd: Berkeley Street, Piccadilly, London W. C. Nadat de stichter in 1892 op &4-jarigcn leeftijd was overleden, werden de «aken door zijn zoon en diens kinderen voortgezet tot 1924, waarna het bedrijf tot een N.V. werd gevormd. In Februari 1928 kwam een innige samenwer king tot stand tusschen Thos Cook en Zn en de Compagnie Internationale des wagons Lits et des Grands Express Europeens, de eveneens wereld bekende maatschappij met haar rijke en luxieus ingerichte slaaprijtuigen op de Europeesche spoor wegen. Het is over deze innige samenwerking, dat wij nog een en ander willen opmerken. Voor vrijwel alle spoorweg-, stoomboot- en luchtvaartlijnen als agenten optredend, is de firma in staat, over iedere route naar elk punt der a arde reisbiljetten te leveren volgens de goed koopste samenstelling. Geen andere dan wagons- Lits/Cook internationale reisbiljetten vcrleenen zoovele faciliteiten met betrekking tot geldigheids duur, enz. Deze zoo soepel werkende organisatie heeft eigen kantoren, 350 in getal, met eigen, geschoold per soneel, waar inlichtingen gratis worden ver strekt. Tolken in uniform wachten aan de groote stations en havens aankomst en vertrek der voornaamste treinen en booten af. Aan alle kantoren kan men zich, alvorens op reis te gaan, van buitcnlandsch geld voorzien en onderweg de muntsoorten, waarvan men geen gebruik meer maakt, inwisselen. Men geniet eerst ten volle van de vele facili teiten, die een organisatie als Wagon-Lits/Cook biedt, indien men gebruikt maakt van de z.g. alles insluitende reizen. Dat zijn b.v. gezelschapsreiïien; vanuit ons land .vorden deze o.m. georganiseerd naar Zwitserland, de Rivieèra, Spanje, Italië enz. Dan heeft men de z.g. b eg roo ting s reizen, waarbij men rei9t op eigen ge legenheid, doch de geheele reis is vooraf geregeld. Treinplaatsen zijn gereserveerd, plaatsen in het restauratie-rijtuig vrijgehouden enz. enz. Ook zijn er nog de veel billijker populaire reizen, welke geheel naar wensch van den reiziger worden samengesteld. Nogmaals, alle inlichtingen worden gratis ver strekt, hetzij mondeling of per brief. De fabricage van rollend spoorwegmaterieel door Ir. M. H. DAM ME Directeur van Werkspoor N.V. Het behoeft geen verwondering te wekken, dat in een land als Nederland inet een spoorwegnet van ruim 3700 K.M. en een bevolking, welke zelfs voor West Europa een hoogen levensstandaard voert en dus betrekkelijk hooge eischen stelt, ook aan haar verkeersmiddelen, de industrie zich heeft geïnteresseerd voor de vervaardiging van spoor wegmaterieel en de fabricage daarvan heeft ge bracht op een peil. waarop zij voor niemand be hoeft onder te doen. Temeer was daarvoor aanleiding, daar ook de Nederlandsche koloniën over een spoorwegnet be schikken van 7382 K.M. en over een spoorwegwe zen, dat in het Oosten een bijzonder goeden naam heeft. Het spoorwegwezen, zijn net, zijn materieel, zijn exploitatie zijn veelal een barometer voor de wel vaart van het land; ook in Nederland en zijn ko loniën is dat het geval. De wisselwerking, welke plaats heeft tusschen het streven der spoorwegdirecties om een bedrijfs- politiek te voeren, welke gunstige resultaten af werpt en de eischen van het publiek, dat waar voor zijn geld eischt, resulteert o.a. in den toe stand en de hoedanigheid van het materieel, dat zoowel in Nederland als in zijn koloniën aan hooge eischen voldoet en dat, althans bij zijn indienststel ling, steeds volkomen up to date is geweest. Nederland is steeds een vrijhandelsland ge weest; de Nederlander vrijhandelaar bij uitne mendheid; hij koopt in het algemeen dadr, waar hij voor zijn geld het best terecht kan. Dit geldt niet 9lechts voor particulieren, doch tot op zekere hoogte ook voor semi-overheids- en zelfs voor over heidsbedrijven. De Nederlandsche industrie, jonger dan die van den machtigen buurstaat Duitschland en belang rijk jonger dan die van het nabij gelegen Enge land, heeft lange jaren noodig gehad om zelfs in het eigen land het zoo noodzakelijke vertrouwen te wekken, zelfs toen zij daarop reeds lang rech ten kon doen gelden. De geschiedenis van de locomotievenfabricage in ons land levert daarvfi een voorbeeld. Wel bouwde in 1839 een Amsterdamsche fabriek voor de lijn Utrecht-Vlissingen een 5-tal locomo tieven, doch hoewel deze machines een eervollen staat van dienst verwierven en eerst in 1866 bui ten dienst werden gesteld door de wijziging van de spoorwijdte, kwam het niet tot nabestellen. Engeland was favoriet en zou het nog jaren blij ven, totdat in 1897 dezelfde Amsterdamsche fa briek de opdracht aanvaardde van de Zuid-Afri- kaansche Spoorwegmaatschappij voor den bouw van een 40-tal locomotieven; een der beide groot ste spoorwegmaatschappijen in Nëderland volgde na enkele jaren met een bestelling evenals het De partcment van Koloniën; de andere groote maat schappij in Nederland, die der Staatsspoorwegen, bleef tot 1905 aan haar Engelsche leveranciers de voorkeur geven. Doch toen scheen ook het pleit gewonnen en werd langzamerhand voor de levering van loco motieven, stoom- en electrische locomotieven, de Nederlandsche industrie behandeld op gelijken voet met hare buitenlar dsche concurrenten, ter wijl zij in sommige gevallen een zekere voorkeur geniet. Is de bouw van grootere locomotieven in Neder land beperkt tot één fabriek, met de fabricage van het overige rollende materieel houden zich een drietal fabrieken bezig, respectievelijk te Amster dam, Haarlem en Rotterdam, die behalve dat zij belangrijke leveringen doen aan do Spoorwegen in Nederland en in de koloniën, omvangrijke op drachten hebben uitgevoerd voor de Zuid-Afri- kaansche Spoorwegmaatschappij. Sedert echter Zuid Afrika Engelsch territoir is geworden, zijn geen opdrachten van belang meer ontvangen. Van deze fabrieken is die te Haarlem reeds in 1855 begonnen met den bouw van spoorwegrijtui gen, die te Amsterdam in 1890 en die te Rotterdam nog later. De Haarlemschc fabriek heeft zich ontwikkeld tot een fabriek van spoorwegmaterieel langs do lijn luxe rijtuigen, tramwagens, spoorwegrijtui gen en -wag°ns, de Amsterdamsche fabriek, van huis uit een machinefabriek, is zich in 1890 mede op den bouw van spoorwegmaterieel, wagens en rijtuigen, gaan toeleggen, de Rottcrdamsche fa briek is tevens een meubelfabriek. Met uitzondering van slaapwagens, waarvoor de Nederlandsche industrie, voorzoover mij be kend, nimmer een aanvraag heeft bereikt, heeft gij vrijwel alle soorten rollend materieel vervaar digd, die het spoorwegverkeer kent. van kolen wagens af tot koninklijke salonrijtuigcn en praal wagens voor Indische vorsten toe. Reeds indien wij het rollend materieel spoor- en tramwegmatericel naar zijn algemeene bestem ming zouden verdoelen in groepen rijtuigen en goederen wagens en deze weer ondcrverdcelen naar hunne bijzondere bestemming, zouden wij een respectabele lijst krijgen van de verschillende soorten rijtuigen en wagens welke door de Neder- landsche industrie vervaardigd zijn. Deze verschei denheid wordt nog grooter, indien wij verder gaan in de onderverdeeling; daar is b.v., geheel afge scheiden nog van het verschil in spoorbreedte, het verschil in den bouw van een rijtuig, bestemd bv. voor het eigen land, waar de rijtuigen voor ver warming moeten zijn ingericht en waar tegenwoor dig wordt gestreefd naar de constructie van zoo hoog mogelijke ramen om van het buitenlicht te kunnen genieten, en van het rijtuig, bestemd voor de koloniën, waar het tropisch klimaat eischt dat het felle zonlicht zooveel mogelijk wordt buiten gesloten en dus de ramen zoo laag mogelijk wor den gehouden, .erwiji toch krachtig geventileerd moet kunnen worden. Doch er zijn nog tai van andere factoren, welke om bij de rijtuigen te blijven, maken, dat het wagenpark onzer spoorwegmaatschappijen een groote verscheidenheid van rijtuigmodellen ver toont; een zeer voorname factor is wel de wensch om bij iedere nieuwe bestelling verbeteringen aan te brengen, waarvan verwacht wordt, dat zij ten gerieve van het publiek zullen zijn, en te pro- fiteeren van den gestadigen vooruitgang van d© techniek. Voor goederenwagens wordt de verscheidenheid van een groot deel veroorzaakt door de bijzondere eischen, welke het product, dat erin vervoerd wordt stelt; men denke slechts aan koelwagens, tankwagens, kolenwagens in verschillende soor ten, bagagewagens, bananenwagens; gaswagons; bierwagens enz. Met den ontwikkelingsgang in het spoorwezen, waarvan deze verscheidenheid getuigt, heeft de ontwikkeling van het product en van de fabricage en fabricage-methoden gelijken tred gehouden. Werd vroeger een rijtuig als een huis ter plaatse opgebouwd, thans wordt ernaar gestreefd alle onderdeelen in de daarvoor bestemde werkplaat sen gereed te maken en eerst uaama in de mon- tagcwerkplaats het geheel te montecrcn. Daar voor is echter noodzakelijk, dat de onderdeelen zoo min mogelijk bijgewerkt behoeven te worden, wat men tracht te bereiken door zooveel mogelijk vol gens toleransen te werken. Zoo is ook \cel van het vroegere smids-handwerk in de latere jaren vervangen door machinaal smeedwerk (stiukma- cliines, valhamcrs, persen). Toen de steeds grooter wordende lengte der rij tuigen het bezwaarlijk maakte voor enkele onder dcelen, die voor den bouw van de geraamten noo dig waren, hout te verkrijgen van de vereischte afmetingen, is men voor het eerst in 1913 ertoe overgegaan dit bezwaar te ondervangen door ge bruik te maken van ijzer om tenslotte, reeds in 1922, te komen tot den bouw van /..gstalen rijtui gen en wagens (all steel construction), waarvan alleen de binncivbetinunering van hout is en die Tractie-motor met S. K. Frollagers totaal gewicht, inclusief tandivielen, 2S50 K.G 19

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 26