ZATERDAG 11 MAART 1933
ONZE ROODE MARINE
ER ZIJN VELE SCHULDIGEN
MUITERS GEDRAGEN ZICH NIET
ALS LANDSKINDEREN
De muiterij zelf
lean niet te streng veroordeeld worden en
de straf dient evenredig te zijn aan de mis
daad. Met een praatje, dat er „geweld ge
pleegd is tegen landskinderen" is men or
niet af. Want die landskinderen pleegden
verraad en begingen muiterij. En zij go-
droegen zich dus erger dan vijanden.
In het bekende werk over „militaire
rechtspleging" van Colette en Van Dijk
(dat is, wat velen niet weten onze J. J. L.
van Dijk, de bekende oud-ministerj) kan
men lezen, dat de doodstraf van oude tijden
af toegepast is in leger en vloot In 187C
echter werd in ons land ook voor militai
ren de doodstraf afgeschaft in tijd van vre
de, behalve bij muiterij aan boord of in
volle zee.
Zoozeer was men er van doordrongen, dat
muiterij het allerergste misdrijf is, dat een
militair kan plegen; en dat hier dus de
doodstraf gehandhaafd moest blijven.
De misleiden en de oppervlakkigen op de
„Zeven Provinciën" hebben dat niet be
dacht en overwogen. Dat geven we gaarne
toe. Wij schreven aan 't slot van ons vorig
artikel:
„Wij willen hier reeds vaststellen, dal
menig marineman de Regeering in zijn hart
gelijk geeft. En dus gaarne van koers ver
andert, als de suggestie, waaronder men
leeft, maar gebroken is."
En op 't zelfde oogenblik kon men in een
Aneta-telegram lezen:
„De wroeging onder het Europeesche ma
rinepersoneel over de klap, der Marine door
het gebeurde toegebracht, is zoo groot, dat
men zou wenschen, dat er nu werkelijk iets
gebeurde, opdat men zou kunnen toonen,
dat men op het personeel wel degelijk kan
vertrouwen."
Dat klopt precies Op elkaar: de indruk in
Den Helder is dezelfde als die in Indië.
We komen hier nog wel nader op terug
[We wijzen er thans slechts in 't voorbij
gaan op om aan te duiden hoe roekeloos
oppervlakkig men was, toen men vergat, dat
muiterij voor den militair een halsmisdaad
is en hoezeer de roode agitators verant
woordelijk zijn voor het gebeurde, als ze
nu nog beweren, dat er „geweld gepleegd
is tegen landskinderen" en dat daarom alle
schuld op de overheid rust.
Trouwens, hoe kan een marineman er
Öiep van doordrongen zijn, wanneer hij
dagelijks gevoed wordt met rood gif. Niet
alleen de laatste maanden, maar jaar op
jaar.
In 1920 werd er in den Helder een bui
tengewone algemeene vergadering gehou
den van de matrozen-organisatie. De redac
teur van het toenmalige „Anker" (die thans
burgemeester is) sprak het toen reeds on
omwonden uit: „Ieder, die mij kent, weet,
dat mij als anti-militarist, alles wplkom
is, wat tot afbrokkeling van het militarisme
leiden kan." En verder: „Wij hopen de tijd
te beleven, dat er geen marine en geen per
soneelsorganisatie meer noodlg ls."
Hoe kan men na zoo'n voorlichting, waar
bij o.a. wijlen de heer Hugenholtz in de
Tweede Kamer zich van harte aansloot, iets
anders verwachten dan minachting voor ge
zag en discipline? En deze behoort gestraft
te worden.
Echter daarmee zijn wij er niet af. Wij
zouden ons aan hetzelfde
farizeïsme schuldig maken
als 'de S. D. X. P., wanneer wij blind waren
voor de andere kant van dit moeilijke pro
bleem. Eerst de muiterij straffen, goed;
maar dan ook de oogen wijd open zetien
I stond iri ons blad van 7 Maart J.l.
voor eigen schuld, eigen nalatigheid van
regecring en volk. Want er is tienvoudige
schuld. Naar alle kanten.
Eén zijde er van wil men dezer dagen wèl
zien; vrij algemeen zelfs. Deze nl. dat hel
gezag in de laatste jaren te slap is opge
treden. Dat men te veel heeft toegelaten.
We willen er wel mee beginnen, want hel
is juist. Alles scheen geoorloofd. Men vond
het gewoon, dat een pas gepensioneerd on
derofficier van even 45 jaar met om en bij
vijftig gulden pensioen in de week vooraar
in een optocht liep met een bord op zijn
borst: „wij lijden honger."
Na 8 November van 't vorig jaar werd
de Schout bij nacht op de schandelijkste
wijze afgebeeld in een schendblad. Tol
groote verbazing van andersdenkende ma
riniers lag deze spotprent heel gewoon op
de leestafels aan boord.
Waar blijft zóó. vooral bij de jongeren,
de eerbied voor het gezag? Neen, wij begee-
ren de tijd niet terug, dat een marinier het
bijna bestierf als hij voor den admiraal
moest verschijnen, want dan staan er ten
slotte tocli slechts twee menschen le-
genover elkaar; maar wanneer de gezags
verhouding niet meer erkend wordt, dan
treedt een snel verderf in.
Het slappe optreden van Overheid en
autoriteiten heeft de tegenwoordige siiuatic
voorbereid. En het omgekeerde natuurlijk
evenzeer. We zullen daarvan geen breed
verhaal maken. Maar iedereen weet, hoe
moeilijk het is in het militaire léven recht
te verkrijgen en hoeveel wraakgevoelens er
gewekt ziin door straffen, welke maar ge
makshalve opgelegd werden. Omdat de of
ficieren eenvoudig geen lust hadden hoor
en wederhoor rechtvaardig toe te passen.
Het was veel gemakkelijker te bulderen:
Ja, die praatjes ken ik al. Maar, je hebt
hier niets te reclameern, je kunt eenvoudig
slikken, wat wij je voorzetten.
Laat ons hierover maar niet verder spre
ken en dankbaar erkennen, dat er langza
merhand ook in deze verbetering komt
waarbij het niet te hopen is, dat men ra het
tegenovergestelde euvel vervalt. Streng ge
zag en menschwaardige bejegening behoe
ven geen vijanden van elkaar te zijn.
Echter, dit is
niet de voornaamste schuld
waarover we iets wilden zeggen. Wij moe
ten o^k durven erkennen, dat de overheid
in vee! oozichten is te kort geschoten en
dar ook de ïechterzijde in de Kamers zich
met op de borst ken slaan.
De overheid niet En we denken met
schaamte aan het optreden van minister
Ellis, die op minder verstandige wijze dan
Dr. Deckers tegen de marinebonden optrad,
ja, die zich n>? «uitzag een verzoekschrift
ongeopend terug te zenden.
Dat leek misschien sterk en krachtig; het
is bewijs van zwakheid. Dr. Kuvper,
wiens ministerie de heer Ellis zitting had,
heeft de Stakingswetten voor het overheids
personeel uitgevaardigd; maar hij heeft er
direct aan toegevoegd, dat dan op andere
wijze voor grooter rechtszekerheid gezorgd
moest worden.
Een vakorganisatie in den gewonen zin
des woords is voor militairen onbestaan
baar en zeker een organisatie, welke
anti-militaristen geleid wordt De eerste or
ganisaties waren hiervan zoozeer doordron
gen, dat ze in hun statuten als hoofddoel
omschreven: bevordering van gezellige om
gang en verkeer en daarnaast het indienen
van behoorlijke verzoekschriften.
Het is volkomen verklaarbaar, dat r.lcb
thans een sterke reactie openbaart tegen
revolutionaire invloeden in marinebonden:
maar ook hierbij moeten we waken voor
overdrijving. Er steekt niets verkeerds in.
dat militairen zich in bonden vereenigea,
ook met het doel de stoffelijke belangen der
leden te verdedigen. Het komt er alleen
maar op aan welke
weg en tak tick
men daarbij volgt en door welke beginselen
men zich laat leiden.
Minister Deckers volgt thans, als wij het
wel inzien de juiste weg: hij eischt het
aftreden der onverantwoordelijke burger-
bestuurders, die een gansch vreemd ele
ment in de organisatie indragen; hij neemt
stelling tegen revolutionaire invloeden en
weert revolutionaire lectuur.
Dat is recht en plicht Daarnaast echter
stelt hij onmiddellijk: wanneer deze eischen
ingewilligd zijn, wil ik gaarne overleg ple
gen over de wijze, waarop de organisaties
behoorlijk kunnen functioneercn.
Dat is de juiste weg. Het gezag hand
haven, desnoods met alle gestrengheid;
maar ook gelegenheid geven om gerecht
vaardigde klachten onder de aandacht der
autoriteiten te brengen en om aan te drin
gen op rechtsherstel, wanneer dit ge
schonden is.
De vraag rijst of de rechtsche patijen in
dit opzicht wel vrij uitgaan; ja, of ze het
protesteeren tegen gerechtvaardigde grie
ven en het opkomen voor billijke verlan
gens niet al te zeer hebben overgelaten aan
hen, die van deze gelegenheid gebruik
maakten om het anti-militarisme te dienen
In gedachten hooren we dit met instem
ming beamen door het oud-lid der Tweede
Kamer, de heer A. P. Staalman. En wij hoo
ren hem klagen: toen ik voor de marine
menschen opkwam liet men mij alleen
staan en de Regeering negeerde mijn klach
ten.
Wij willen daar tweeërlei op antwoorden.
Zeer ten onrechte tracht de roode pers
de indruk te vestigen dat Staalman de
mannen der marine herhaaldelijk beloofd
heeft voor hun rechten op te treden, doch
dat hij ze immer in de steek liet als het er
NEUSS, DE STAD VAN DEN GOEDEN
REUK EN VAN DE ZUURKOOL
Men zal nauwelijks aan den Beneden-Rijn,
ja wellicht aan den ganschen Rijn, een oude
stad vinden, welker uiterlijk in de laatste
tientallen van jaren zoo goheel veranderd
is als Neuss. Deze stad is gelegen nabij de
plaats waar de Erft zich in den Rijn werpt
en in de onmiddellijke nabijheid van Dussel-
dorp. Door de eeuwen heen is haar lot met
dat van de oude mededingster verbonden ge
weest. Sedert eenige jaren verbindt een der
mooiste Rijnbruggen de beide steden met
elkaar
Neu^, het „Novaesium" der Romeinen, is
ongeveer 2000 jaar geleden opgericht door
de Romeinsche legionairen. In de Middel
eeuwen maakte het deel uit van Kur-Keulen.
Als bevestigde stad kon het elf maanden
lang weerstand bieden aan het beleg van
Karei den Koenen. Niet minder dan 56 be
stormingen werden door de verdedigers af
geslagen. Als kostbare herinnering aan den
laat-Romaanschen tijd verheft zich nog
heden St Quirinus, het fraaie Munster, bo
ven de stad, welker burgers door vlijt en
ondernemingsgeest Neuss gemaakt hebben
tot een belangrijk verkeerspuntpunt aan den
Rijn, een voorstad van het uitgestrekte, in-
dustrieele Hinterland, van het katoengebied
aan den linkeroever van den Rijn, met de
zich daarachter uitstrekkende kolenmijnen,
groenten-tuinen en akkers. Vreemdelingen
worden te Neuss, al naar gelang van het
jaargetijde of het weer, getroffen door ver
schillende reuken welke de aandacht vesti
gen op de verschillende producten der plaat
selijke industrie. Soms ruikt het hier lekker
naar chocolade en snoepgoed, soms naar ap
pels en wortelloof. Draait de wind, dan
wordt de neus geprikkeld door den reuk der
koffie- en moutroosterijen of door den geur
van de meelwaren-fabrieken. Soms weer
ruikt het hier naar olie en vet, naar mar
garine, naar oliekoeken, naar brandewijn
en bier, naar lak en vernis, naar kunst
rubber, naar tahak en cigaretten, naar grut
terswaren en naar meel, naar groote bakke
rijen, naar veevoeder, naar tafelolie, naar
landbouwproducten, naar meststoffen, naar
de fabricage van touw. In de haven ruikt
het weer geheel anders: naar wier en teer,
naar cementstof en ohamotte-steenen. Wan
neer men in de late herfstmaanden Neuss
bezoekt, bespeurt men aan alle hoeken en
einden van de stad den scherpen reuk van
zuurkool. Neuss is de stad van de zuurkool.
Wat men alom in het Rijk als „Rheinisclie
Sauerkraut" voorgezet krijgrt, is voor het
grootste gedeelte afkomstig uit Neuss. De
zuurkool uit Neuss wordt niet alleen ver
zonden naar alle deelen van Duitschland,
maar ook naar alle deelen van de aarde.
De zuurkool van Neus6 is wereldberoemd!
i Men vindt haar in Nederland, België, Frank
rijk, Engeland en Amerika ja zelfs naar
het Verre Oosten worden de vaten met zuur
kool uitgevoerd. Men kan deze zuurkool wer
kelijk beschouwen als een nationaal gerecht
der Duitschers, daar zij in Duitschland op
geen tafel ontbreekt
Volgens een landkaart van het „Kappes-
land" aan den Rijn uit het Jaar 1793, welke
in het stedelijke archief van Neuss wordt
bewaard, had zioh in dien tijd onder de
keurvorstelij ke regeering een uitgebreide
„Kappes"- of sluitkool-bouw in het gebied
van Neuss ontwikkeld. Eerst werd de kool
als groente in den handel e"ebracht. Eerst
later werd zij verwerkt tot zuurkool. Op het
oogeriblik bezit Neuss zes groote zuurkool-
fabrieken. Hierbij komen er nog een paar
te Büttgen, Kaarst, Norf en andere gemeen
ten van de streek Neuss-Grevenbroich. Al
deze fabrieken dragen er toe bij, dat Neuss
en zijn naaste omgeving op het einde van
den herfst omgeven is van een fijnen, zuri-
gen reuk; van een reuk, welke hem, die de
stad nadert, schijnt aan te kondigen: „Op
gepast! Neuss, de stad van de zuurkool, komt
in zicht..."
Bij een bezoek aan een der groote zuur-
koolfabrieken wordt men terstond getroffen
door de magazijnen, waarin de /aten, met
een inhoudsvermogen van 26 tot 200 Kilo
gram, in enorme hoeveelheden opgestapeld
liggen. De kuipers hebben steeds de handen
vol om al deze vaten in orde te houden.
Immers: alles moet gereed zijn voor de
„Kappes-kampagne". Wanneer de breede wa
gen met kool van het veld in de fabriek
komt, dan gaat hij eerst naar de weegschaal
om daarna in de fabricage-zaal te worden
geledigd. Nu worden de buitenbladen van de
kolen verwijderd. Langs een loopende band
gaat de kool nu eerst naar de boormachines,
welke het „hart", den stronk, losmaken, ver
volgens ï.aar de snijmachines, welke de kool
fijn raspen en daarna naar de bovenverdie
ping van de fabriek, waar de kool in de
kuipen gaat Hier voltrekt zich het gisting*
proces, hetwelk, al naar gelang het weer, een
of meerdere weken duurt. De eerste oogst
gaat terstond in houten vaten, daar hout een
snellere gisting uitlokt. Het vullen van blik
ken en vaten begint eerst na de gisting. Dan
komen er ook de verschillende specerijen bij.
zooals jeneverbessen, kummel, venkel enz.
De wijnsmaak van het zoogenaamde „Wein-
kraut" ontstaat niet, zooals veelal wordt ver
moed, door het toevoegen van wijnbladeren
Er wordt \yel degelijk wijn aan de kool toe
gevoegd. Dit de jongste onderzoekingen is
gebleken, dat zuurkool bloedzuiverend en
verjongend werkt. En wie niet steeds „Eis-
hein mit Sauerkraut" wil eten, hem kunnen
de vijftig recepten van de „Vereinigte Sauer-
krautfabrieken" worden aanbevolen, zooals
trouwens ook de amerikaansche„Zuur
kool-Cocktail", sap van ongekookte zuur
kool
op aankwam.
Zoo iets kan alleen geschreven worden
door iemand, die de geschiedenis niet kent
en opgevoed is in de journalistieke belijde
nis: alleen onze partij staat voor de ver
drukten op de bres en Dracht wat tot stand
Wat er kwaads is, moet men aan anderen
wijten.
Met kracht en toewijding heeft de heer
Staalman zich voor de belangen der marine-
menschen gegeven. Die eere zullen we hem
niet onthouden. Alleen zijn methode was
de onze niet. Hij pleitte niet, doch verweet
Wie hem in de Tweede Kamer hoorde,
moest de indi-uk krijgen, dat hij stond te
genover een onwillige regeering, waarmee
toch niets te beginnen was en die alleen
maar te hekelen viel.
Welnu, met deze critiek bereikt men wei
nig of niets. Het is de beste methode om
geen succes te hebben. Meer zeggen wij er
niet van, omdat het ons niet om bijzonder
heden te doen is, doch slechts om te erken
nen, dat er bij ons en in onze kringen
tekortkomingen zijn
tegenover het leger, doch vooral tegenover
de vloot, welke we niet zullen trachten goed
te praten, doch die we als schuld moeten
belijden.
Doen we dat, dan mogen we ook op de
keerzijde wijzen. Dan mogen we b.v. in
herinnering brengen, hoe minister Colijn in
1913 een salarisverhooging tot stand bracht,
welke als een echte verbetering werd ge
voeld en die groote tevredenheid wekte.
Maar daarmee is niet goed gemaakt, wat
ons Christenvolksdeel te kort gekomen is.
Immers, we hebben de marine bijna alles
onthouden: onze kinderen, omdat het gees
telijke milieu zoo uitermate gevaarlijk was:
ons geld, omdat we vergaten, welk een
zegen er van de Christelijke Tehuizen
voor militairen uitgaat; ons gebed en onze
liefde, omdat we de marine eigenlijk
niet kenden, omdat het voor ons een vreem
de sfeer was.
O, we wisten het wel, dat van Godswege
de roeping tot ons komt om de erve der
vaderen te verdedigen; doch aan het in
strument, dat daarvoor noodig is, dachten
we te weinig en zoo brachten we de erve
der vaderen, een vloot, waarop gebeden
werd, zelf in gevaar.
Wanneer we in de bewogenheid der tijden
leeren, dat hier een schuld om te belijden
en een taak om te vervullen roept, dan zijn
we niet te vergeefs opgeschrikt
Radio Nieuws.
WIJZIGING DAVENTRY-PROGRAMMA
Het program van Daventry is voor he
denavond gewijzigd. Te 8 uur 40 (A.T.) zal
men een dabat tusschen Matsoeoka, den Ja-
panschen vertegenwoordiger te Genève en
den Chiiieeschen gezant te Londen kunnen
hooren over het Chineesch-Japansche con
flict. Matsoeoka spreekt eerst. Beide spre
kers krijgen ongeveer 20 minuten spreek
tijd en 10 minuien repliek.
BOUW VAN NIEUWE ZENDERS
Aan allen kant is men er thans op uit
nieuwe kracht-zenders te bouwen of de ener
gie der reeds bestaande zend-installatie hoo
ger op te voeren.
Kalundborg bouwt een nieuwen 60 K.W.
zender; Brussel zou tot 75 K.W. worden ver
sterkt; Frankrijk begint met zijn net van
14 zenders van 16—120 K.W., Spanje heeft
besloten tot een zender van 120 K.W. en
verder tot 30 K W. zenders voor Valencia,
Brcelona en Sevilla. Portugal wil den zen
der Lissabon tot op 100 K.W. brengen. Rus
land werkt regelmatig aan zijn „Mam-
mouth"-zenders en Zwitserland is blijkbaar
niet voldaan over de energie van Sottem en
Beromunster. Weenen komt op 100 K.W, en
Roemenië bestelde een 150 K.W.-zender.
ZONDAG 12 HAART.
Huizen (296 M.) N.C.R.V. 8.30 Morgenwijding:
dool- Ds. K. H. Walllen. Ev. Luth. Pred. te
Wees-p Medewerking verleent het Luth. Kin
derkoor te Weesp, o.i.v. D. Bochweg J.Ii.zn,
X. Koor Gedenk g(J mij. 2. Gebed. 3. Koor:
't Is volbracht -1. Lezen: Matth. 16 vs 21—23.
6. Eerste ged. der toespraak over Matth. 15
va. 21—28. 6. Koor: Het offer is volbracht.
7. Tweede ged. der toespraak. 8. Koor: 't 1»
j, 9. Dankgebed. 10. Koor; Golgo
tha! i
i mUn Heiland.
6.60 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te
Breukelen. Voorganger: Ds. C. J. H. Verweüs.
Organist- C Verweüs. 1. Orgelspel. 2. Votum
en zegen. 3. Zingen Ps 43 vs 3 en 4. 4 Geloofs
artikelen. Avondzang vs. 7. 6. Lezen: Joh. 16
vs. 23a—33. 6. Gebed. 7. Tekst. Joh. 16 vs 33b
8. Zingen Ps. 27 vs la. 3b en 7. 9. Eerste deel
der prediking. 10. Zingen Gez. 58 vs. 5 en 6.
11. Tweede deel oer prediking. 12. Gebed. 13.
Gez. 84 vs. 12. 14. Zegen.
Na den dienst tot 7.46 Orgelspel.
Ber 1 U n (419 M.) 10.20 nm. Godsdienstoefening
Uitzending uit de Kerk. Koor kamerorkest en
orgel o.l.v. Adolf Strube. Spreker: Ernst Wil-
M A AND AG 13 HAART.
Hulzen (296 M.} N.C.R V. 8.00 Schriftlezing
en meditatie. 8 15 Morgenconcert. 10.30 Mor
gendienst Ds A. C. Diederiks. 11.00 Lezen
van Chr. lectuur. 11.30 Gramofoon. 12.15
Gromofoon. 12.30 Orgelconcert 2.00 AL
W. Camping: Zwartkop, de koolmees. 2.35
Gramofoon. 2.45 Wenken voor de keukon.
3.16 Knippen en naaien. 3.30 Stofversieren
opleiding. 4.00 Bübellezing Ds.
ker. A. Stapelkamp. 6.30 Vragenuurtje.
7.46 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert
door Vlaardlngs Mannenkoor ..Orpheus" en de
Chr. Harmoniever. „Sursura Corda". 9 00
Mr a. C. G. van Proosdü: Prof. HUmans op
zün tweesprong ln de rechtswetenschap".
pim. 10.09 Vaz Dias. 10.45 Gramofoon.
Hilversum (J875 M.) A.V.R.O. 8.01 Gramo
foon. 10.01 Morgenwijding. 10.16 Gramo
foon. 10.30 Mr. Ph. O. la Chapelle draagt
voor. IJ.00 Orgelconcert 12.01 Kovacs
Lajos. 1 00 Gramofoon. 1.30 Kovacs La-
jos. 2.3J Drs. P. DUkema: Handschrift en
karakter. 3.00 Gramofoon. 4.00 Piano
recital. 4.30 Causerie Max Tak. 6.30 Or
gelconcert 6 30 Henrl Borel: Gods gooche
laartjes" van Augusta de Wit 7.00 Orgel
concert 7.30 Gramofoon. 7.45 W. Graadt
van Roggen: De 28e Ned. Jaarbeurs. S.01
Vaz Dla3. 8 05 Concert Omroeporkest
9.00 Dr. M. Th. Hillen: De N'ibelungensage.
9.20 Concert 10.30 Gramofoon. 11.00 Vas
Dias.
Brussel (Vlaamsch) (337.8 M.) 12.20 Gramo
foon. 1.30 Concert. 6.20 Concert 6.20,
Gramofoon. 6.35 Julia Tulkens draagt i
10.40 Gramofoon.
(Fransch} (509.3 M.) 12.20 Klein orkest
1.30 Operettemuziek 5.20 Omroep sympho-
nleorkest 6.20 Gramofoon. 6.50 Gramo
foon. 8.20 Omroep symphonioorkest 9.2Q
Vervolg Concert. 10.30 Gramofoon.
Kalundborg (1163.8 M.) 11.20 Strijkorkest
2.50 Orkest. 7.50 Der Zigeunerbaron.
10.05 Moderne Deensche muziek.
8.50 Claudlo j
-angenberg (472.4 M.) 9.2S Mensch und
Welt. 10.40 Gramofoon. 11.20 Populair
concert 12 20 Concert 4.20 Vespercon
cert 7.20 Gevarieerd programma. 9 46
Lleder und Verse. 10.10 Populaire muziek,
>aventry (1654.4 M.} 12.20 Concert 1.20
Orgelconcert. 2.05 Grosvenor House orkest
3 20 Sonate recital. 4.06 Schotsch Studla
- 6.5o d0 prondsla-
-ondon Nat. (261.3 M.) 12.20 Concert 1.20
Orgel. 2.05 Concert 3 20 Sonates. 5.35
BBC orkest 8.20 Concert
ondon Reg. (356.3 M. 12.20 Gramofoon.
1.05 Concert 1.50 Concert 2.35 Concert,
4.05 Orkest 6.50 Concert, 8.20 VarlétA,
9.20 BBC orkest
Studio orkest 6.60 Studio orkest 9.20
a r U s (Radio Paris} (1724 M.) 8.05 Gramo
foon. 12 20 Omroeporkest 1.25 Pianoreci
tal. 1.56 Omroeporkest 7.40 Concert.
8.20 La Dame blanche. Opera. j
VOOR
ONZE
VROUWEN
Overschotjes
Meer dan ooit nemen we ons tegenwoor
dig voor, niets te laten verloren gaan wat
voor onze voeding nog waarde kan hebben:
ook de onaanzienlijke restjes worden voor
het een of ander doel nog bruikbaar ge
maakt
En het is merkwaardig, hoe vindingrijk
we op dit gebied worden, als we eenmaal
zijn begonnen met het uitdenken van moge
lijkheden; het gaat er mee als met de
kruiswoord- en andere puzzles: hoe meer we
er oplossen, des te gemakkelijker gaat het
ons af.
Zou het niet de moeite waard zijn, om ln
'dit opzicht te profiteeren van eikaars on
dervindingen?
Welnu, wij laten eenige bedenkseltjes
volgen, waarvan men ons verzekerd heeft,
dat ze doeltreffend zijn. Trouwens, een een
voudig overlezen van de raadgevingen doet
ons al duidelijk inzien, dat we er iets mee
kunnen bereiken.
Wat b.v. uit te voeren met een restje
stamppot (hutspot was het in het voorge
stelde geval), dat eigenlijk te klein is om
als opgewarmd hapje nog dienst te doen?
Een practische huisvrouw kwam op 't idee,
het op een zacht vuur al roerende te ver
mengen met kleine scheutjes melk, tot het
tenslotte op de normale soep-dikte was ge
bracht. Natuurlijk ontbrak er aan dat soep
je het „pittige", dat we nu eenmaal van
soep verwachten; geen noodeen paar
Maggi's bouillonblokjes in de kokende soep
opgelost brachten dadelijk het gewenschte
effect teweeg: het flauwe van de melk was
verdwenen, terwijl die voedzaamheid van de
melk was behouden en het onoogelijke
kliekje dus was geworden tot een gerecht,
waarvan aan ieder een kopje-vol kon wor
den verstrekt bij de twaalfuur-boterham.
Een andere huisvrouw wist van zoo'n
Testje stamppot of aardappelpurée een aan
tal smakelijk „belegde" boterhammen te
maken; het mes sneed daarbij aan twee
kanten, want ze hielp zich met die uitvin
ding meteen heen door een hoeveelheid oud
brood. Ze sneed van dat brood gewone boter
hammen en roosterde die aan weerskanten
lichtbruin. Tegelijkertijd warmde ze het
„hapje" voorzichtig op, gaf er met een beet-
je melk de noodige smeuïgheid aan en
haalde den smaak op met eenige druppels
Maegi's Aroma en een tikje zout. Ze roerde
door het warme mengsel de hoeveelheid
boter, die ze anders voor het smeren van
de boterhammen noodig zou gehad hebben
en ze bracht nu op elke geroosterde snee
vlug een laagje van het warme mengsel
l>yer( Ze voorkwam op die manier het yrij
overvloedige botergebruik, dat gewoonlijk
vastzit aan geroosterd brood (een ware boter
dief!) en ze bracht toch een smakelijke ver
rassing op tafel, die van alle kanten werd
toegejuicht.
't Spreekt wel vanzelf, dat deze toepas
sing even goed kan worden gemaakt van
een klein restje vleesch of visch, met fijn
gewreven aardappelen tot een mengseltje
gewarmd en daarna over brood al of niet
geroosterd uitgespreid: van een hoeveel
heid, die misschien als normale portie
slechts voor één persoon zou passen, wordt
op die manier geprofiteerd door vier k vijf
personen.
Zouden we wèl over een 6tukje vleesch of
visch, maar niet over koude aardappelen
beschikken, dan laat zich een smeerbaar
mengsel ook heel goed samenstellen met be
hulp van een restje gekookte rijst of ge
weekt brood. Naturlijk moeten we in zoo'n
geval er aan denken, dat èn rijst èn brood
uit zichzelf vrij flauw zijn (flauwer zelfs
dan de daar straks genoemde aardappelen);
we zullen den smaak dus zeker moeten ver-
hoogen door de toevoeging van pittige, aro
matische bestanddeelen: een druppeltje of
wat Maggi's Aroma, een snuifje peper of
kerrie, wat fijngehakte peterselie, een paar
lepels bouillon (van een Maggi's bouillon
blokje), misschien een tikje mosterddat
zijn alle zeer bruikbare middeltjes.
Bedenken wij echter, dat het succes van
vorengenoemde hapjes afhankelijk is van
de smaakverandering, die aan de restjes
wordt gegeven!
Handwerken
Een practisch Schoteldek
Deze winter staat in het teeken van de
handwerkjes, van het zelf-doen. En naast
de vele luxe sierdingetjes vergeten wij voor
al niet de practische gebruiksvoorwerpen,
die we zelf kunnen fabriceeren. Een keu
ken- of schoteldek, zooals men dat hier op
de teekening kan zien, zal vermoedelijk nog
wel in menige huishouding ontbreken. En
toch is het zoo prettig, als we een schotel
tje, dat we hebben klaargemaakt, reeds
eenigen tijd van tevoren in de kamer kun
nen zetten, zonder dat we behoeven te vree
zen, dat de vliegen of anders de hond of
de poes er zich voor interesseeren. 't Voor
werpje kan worden uitgevouwen als een
paraplu. In ruststand is het plat, eischt geen
plaatsruimte en kan dus in een hoekje van
de keukenkast worden opgeborgen.
Aardig ziet het er uit, als men het scho
teldek met grofmazige tule overtrekt en
dan met bonte wolkleuren versiert, door 't
aanbrengen van eenvoudige motiefjes.
Met de waschgoedplankjes, zooals men
die op de teekening ziet, houdt men orde
in de linnenkast en in de koffers. Ze be
staan uit een stukje karton, ter grootte van
het op de gewone wijze gevouwen linnen
goed. Het karton wordt met een stukje
fleurige cretonne of andere stof overtrok
ken en twee elastiekjes dienen als houders.
Het waschgoed, dat daartusschen wordt ge
schoven. zal niet worden geplet of valsche
vouwen krijgen.
En het hoedenstandaarcfje, met stof over
trokken en misschien nog met een poppen-
kop versierd, kan als een practisch en mooi
geschenkje dienen!
Onderstaand taschje is heel leuk vooreen
jong meisje. Benoodigd zijn een rol lint van
ongeveer anderhalve cM breedte; een lapje
gaas en een paar lapjes, die van een jurk
zijn overgebleven.
We knippen eerst van het gaas twee cir
kels met een middellijn van 16 cM. Het
beste is dit even met een passer te doen,
dan krijgen we den vorm mooi rond. Daar
na stikken we op lederen cirkel aan beide
zijden een rondje van de stof. Al3 dit ge
beurd is, stikken we beide rondjes op el
kaar, maar laten er een opening ln, groot
genoeg om er de hand in te steken. Nu be
ginnen we met het lint er rond te rimpe
len. Het rechte beginstukje halen we ln
met een inslagje en hechten dit in het mid
den vast, We rimpelen nu telkens een stukje
lint in en hechten het dan weer vast Net
zoo lang, tot het heele rondje vol is.
Evenzoo gebeurt het met het andere. Op
het begin in het midden zetten we een aar
dig steentje, of een knoop. Als handvat
naaien we er een lint aan op de manier
als op de teekening is aangegeven. Aan de
binnenzijde een drukker, voor dé sluiting.
Een Vrouwenles
aan Patroons
Eenigen tijd geleden kwam in het orgaan
van de Haagsche Winkeliersvereniging een
artikel voor, waarin melding gemaakt werd
van klachten over bet werk van behangers,
electrlciens, timmerlui, schilders, enz. en
vooral over de door deze categoriën van
handwerkslieden ingediende rekeningen.
Daaruit nemen wij gaarne het volgende
over:
Men gevoelt zich gedupeerd als voor het
vernieuwen van een kraanleertje f 1 of meer
berekend wordt (Amsterdam volgens vast
gesteld larief f 1.25); als het herstellen van'
het strijkijzer de halve prijs van een nieuwe
kost; als het plaatsen, nazien en schoonma
ken van haard en kachels een bedrag eischt
even hoog als het maandelijksch brandstof
verbruik.
Nu is het verre van ons alle mopperaars
gelijk te geven; karweitjes nemen tijd en
eischen dikwijls overleg en vaardigheid.
Heel duidelijk is het ons, dat bekwaamheid
en tijd van den handwerker beloond moe
ten worden en dat den patroon een onder
nemers-vergoeding toekomt.
Niet te ontkomen valt echter aan de ruim
verbreide meening, dat voor kleine karwei
tjes bedoelde vergoeding buiten verhouding
zwaar drukt; buiten verhouding ten aan
zien van vereischten tijd en vaardigheid
Deze meening leidt er toe, dat het publiek
zelf kleine reparaties tracht te verrichten,
wat de werkgelegenheid doet inkrimpen
De afstand tusschen werkplaats en huis
wordt wel eens in een te bedaard tempo
„genomen"; de route niet steeds op door
dachte wijze vastgesteld; de tasch met ge
reedschap blijkt niet steeds compleet te
zijn; de schafturen vallen wel eens onvoor-
deelig; kortom, dergelijke oorzaken maken
dat het in rekening gebracht bedrag ge
woonlijk tegenvalt. En toch zijn dergelijke
oorzaken best te vermijden door de leiders
der-werkplaatsen, door de patroons zelf. in
dien zij er maar een regel van maakten
ook werkelijk leiding te geven, zélf te or-
ganiseeren, begrijpelijke en uitgebreide in
structies mee te geven aan het door hen
uitgezonden personeel.
Hoe dikwijls overkomt het de huisvrouw
dat zij met den patroon of met diens ver
vanger uitvoerig en nauwkeurig het te ver
richten werk besproken heeft; komt dan de
werkman, dan blijkt deze niet op de hoogt
te zijn gebracht van hetgeen van hem ver
langd wordt. Hij heeft het gereedschap niet
bij zich, of er had een andere knecht ge
stuurd moeten worde.i, of er had eerst voor
bereidend werk verricht moeten worden, al
vorens hij kon aanvangen.
Bij het betrekken van een andere woning
stapelen dergelijke mogelijkheden zich op.
De schilder kan niet afwerken, want de lood
gieter is niet op tijd k'aar; de stoffeerder
kan niet beginnen, want de vloeren zijn
nog niet weer dicht en de behanger komt
gelijk met de schoonmaakster. Eindeloos
zijn in een dergelijk geval de moeilijkheden
het tijdverlies en de desorganisatie. Hoe
goed de huisvrouw ern en ander geregeld
heeft, hoe vast haar beloofd is op tijdig af
gesproken data te doen werken, zonder dezp
onnoodige bishilles verhuist wel niemand.
Begrijpelijk ls, dat niet op ieder oogen
blik personeel beschikbaar staat oiq uitge
zonden te worden, maar onbegrijpelijk ls
wanneer een in behoorlijke volgorde gere-
geld en tijdig afgesproken plan niet op dén
overeengekomen tijd wordt uitgevoerd. Naar
onze meening moet dat beschouwd worden
als contractbreuk en verdient het als zoo
danig afkeuring.
De patroon behoort de organisatie van 't
werk op zich te nemen; hij geeft duidelijk
opdrachten mee, zoodat tijdverlies zoowel
voor hem zelf als voor zijn klant niet voor
komt. Is eenmaal de opdracht aanvaard,
dan kome hij op de uitvoering niet terug ter
wille van een anderen klant, die later zijn
hulp inroept.
Hij bedenke, dat ook de huishouding een
bedrijf is, dat behoorlijk georganiseerd is en
dat niet willekeurig in de war gestuurd
moet worden door niet op tijd verschijnen
van bestelde werklui, wat den klant, die
meerder werk heeft uitgegeven op eigen en
ander te vergoeden tijdverlies kan komen
te staan.
Evenmin behoeft de klant gedupeerd te
worden door verkeerd begrepen en onvol
ledig verstrekte opdrachten. Moeten bv. bij
een verhuizing kronen, lampen en arma
turen overgebracht worden, geeft dan in
overleg met de opdrachtgeefster aan den
electricien een plattegrond mede, waarop
duidelijk aangegeven waar de ornamenten
opnieuw moeten worden aangebracht, waar
en op welke hoogte de eetkamerbei moet
hangen, waar precies een extra stopcontact
gewenscht wordt.
Het bespaart werk en ergernis; en wordt
het werk misschien toch vergoed, het ver
oorzaakte tijdverlies kan niet weer inge
haald worden.
Is de aanwijzing van een klant onduide
lijk of onvolledig, wijs hem erop en stel U
zelf goed op de hoogte van het verlangde;
laat zoo weinig mogelijk aan omstandig
heden en eigen inzicht van den uitvoerder
over. Bevorder de mogelijkheid van con
trole op den werktijd door een werkboekje
waarin naast tijd van aankomst en vertrek
de daad der uitgevoerde werkzaamheden
vermeld wordt. Dat schenkt den klant ver
trouwen in de juistheid der rekening en
voorkomt pogingen om het „kalmpjes aan
te doen".
Bevorder ook een practische, zindehjkë
kleeding van de uitgezonden werklui; een
donkere overall staat veel netter en is hy
giënischer dan een halfversleten colbertje
met niet al te schoon overhemd
En dan, sta niet toe, dat gedurende dë
werktijden, doorgebracht in eens anders
huis, gerookt wordt Naast het verdragen
van de voor velon onaangename geur der
sigaretten, ook nog de nonchalant wegge
gooide eindjes en lucifers bij elkaar te rapen
is meer dan redelijkerwijs verlangd kan
worden van onze lankmoedigheid.
Overtuigt U tijdens het werk of onmid
dellijk daarna van de behoorlijke uitvoe
ring en zendt vervolgens een duidelijk ge
specificeerde rekening spoedig in.
Daarmee is zoowel de klant als U zeil
gediend,