ZATERDAG 11 MAART 1933 ONZE ROODE MARINE ER ZIJN VELE SCHULDIGEN MUITERS GEDRAGEN ZICH NIET ALS LANDSKINDEREN De muiterij zelf lean niet te streng veroordeeld worden en de straf dient evenredig te zijn aan de mis daad. Met een praatje, dat er „geweld ge pleegd is tegen landskinderen" is men or niet af. Want die landskinderen pleegden verraad en begingen muiterij. En zij go- droegen zich dus erger dan vijanden. In het bekende werk over „militaire rechtspleging" van Colette en Van Dijk (dat is, wat velen niet weten onze J. J. L. van Dijk, de bekende oud-ministerj) kan men lezen, dat de doodstraf van oude tijden af toegepast is in leger en vloot In 187C echter werd in ons land ook voor militai ren de doodstraf afgeschaft in tijd van vre de, behalve bij muiterij aan boord of in volle zee. Zoozeer was men er van doordrongen, dat muiterij het allerergste misdrijf is, dat een militair kan plegen; en dat hier dus de doodstraf gehandhaafd moest blijven. De misleiden en de oppervlakkigen op de „Zeven Provinciën" hebben dat niet be dacht en overwogen. Dat geven we gaarne toe. Wij schreven aan 't slot van ons vorig artikel: „Wij willen hier reeds vaststellen, dal menig marineman de Regeering in zijn hart gelijk geeft. En dus gaarne van koers ver andert, als de suggestie, waaronder men leeft, maar gebroken is." En op 't zelfde oogenblik kon men in een Aneta-telegram lezen: „De wroeging onder het Europeesche ma rinepersoneel over de klap, der Marine door het gebeurde toegebracht, is zoo groot, dat men zou wenschen, dat er nu werkelijk iets gebeurde, opdat men zou kunnen toonen, dat men op het personeel wel degelijk kan vertrouwen." Dat klopt precies Op elkaar: de indruk in Den Helder is dezelfde als die in Indië. We komen hier nog wel nader op terug [We wijzen er thans slechts in 't voorbij gaan op om aan te duiden hoe roekeloos oppervlakkig men was, toen men vergat, dat muiterij voor den militair een halsmisdaad is en hoezeer de roode agitators verant woordelijk zijn voor het gebeurde, als ze nu nog beweren, dat er „geweld gepleegd is tegen landskinderen" en dat daarom alle schuld op de overheid rust. Trouwens, hoe kan een marineman er Öiep van doordrongen zijn, wanneer hij dagelijks gevoed wordt met rood gif. Niet alleen de laatste maanden, maar jaar op jaar. In 1920 werd er in den Helder een bui tengewone algemeene vergadering gehou den van de matrozen-organisatie. De redac teur van het toenmalige „Anker" (die thans burgemeester is) sprak het toen reeds on omwonden uit: „Ieder, die mij kent, weet, dat mij als anti-militarist, alles wplkom is, wat tot afbrokkeling van het militarisme leiden kan." En verder: „Wij hopen de tijd te beleven, dat er geen marine en geen per soneelsorganisatie meer noodlg ls." Hoe kan men na zoo'n voorlichting, waar bij o.a. wijlen de heer Hugenholtz in de Tweede Kamer zich van harte aansloot, iets anders verwachten dan minachting voor ge zag en discipline? En deze behoort gestraft te worden. Echter daarmee zijn wij er niet af. Wij zouden ons aan hetzelfde farizeïsme schuldig maken als 'de S. D. X. P., wanneer wij blind waren voor de andere kant van dit moeilijke pro bleem. Eerst de muiterij straffen, goed; maar dan ook de oogen wijd open zetien I stond iri ons blad van 7 Maart J.l. voor eigen schuld, eigen nalatigheid van regecring en volk. Want er is tienvoudige schuld. Naar alle kanten. Eén zijde er van wil men dezer dagen wèl zien; vrij algemeen zelfs. Deze nl. dat hel gezag in de laatste jaren te slap is opge treden. Dat men te veel heeft toegelaten. We willen er wel mee beginnen, want hel is juist. Alles scheen geoorloofd. Men vond het gewoon, dat een pas gepensioneerd on derofficier van even 45 jaar met om en bij vijftig gulden pensioen in de week vooraar in een optocht liep met een bord op zijn borst: „wij lijden honger." Na 8 November van 't vorig jaar werd de Schout bij nacht op de schandelijkste wijze afgebeeld in een schendblad. Tol groote verbazing van andersdenkende ma riniers lag deze spotprent heel gewoon op de leestafels aan boord. Waar blijft zóó. vooral bij de jongeren, de eerbied voor het gezag? Neen, wij begee- ren de tijd niet terug, dat een marinier het bijna bestierf als hij voor den admiraal moest verschijnen, want dan staan er ten slotte tocli slechts twee menschen le- genover elkaar; maar wanneer de gezags verhouding niet meer erkend wordt, dan treedt een snel verderf in. Het slappe optreden van Overheid en autoriteiten heeft de tegenwoordige siiuatic voorbereid. En het omgekeerde natuurlijk evenzeer. We zullen daarvan geen breed verhaal maken. Maar iedereen weet, hoe moeilijk het is in het militaire léven recht te verkrijgen en hoeveel wraakgevoelens er gewekt ziin door straffen, welke maar ge makshalve opgelegd werden. Omdat de of ficieren eenvoudig geen lust hadden hoor en wederhoor rechtvaardig toe te passen. Het was veel gemakkelijker te bulderen: Ja, die praatjes ken ik al. Maar, je hebt hier niets te reclameern, je kunt eenvoudig slikken, wat wij je voorzetten. Laat ons hierover maar niet verder spre ken en dankbaar erkennen, dat er langza merhand ook in deze verbetering komt waarbij het niet te hopen is, dat men ra het tegenovergestelde euvel vervalt. Streng ge zag en menschwaardige bejegening behoe ven geen vijanden van elkaar te zijn. Echter, dit is niet de voornaamste schuld waarover we iets wilden zeggen. Wij moe ten o^k durven erkennen, dat de overheid in vee! oozichten is te kort geschoten en dar ook de ïechterzijde in de Kamers zich met op de borst ken slaan. De overheid niet En we denken met schaamte aan het optreden van minister Ellis, die op minder verstandige wijze dan Dr. Deckers tegen de marinebonden optrad, ja, die zich n>? «uitzag een verzoekschrift ongeopend terug te zenden. Dat leek misschien sterk en krachtig; het is bewijs van zwakheid. Dr. Kuvper, wiens ministerie de heer Ellis zitting had, heeft de Stakingswetten voor het overheids personeel uitgevaardigd; maar hij heeft er direct aan toegevoegd, dat dan op andere wijze voor grooter rechtszekerheid gezorgd moest worden. Een vakorganisatie in den gewonen zin des woords is voor militairen onbestaan baar en zeker een organisatie, welke anti-militaristen geleid wordt De eerste or ganisaties waren hiervan zoozeer doordron gen, dat ze in hun statuten als hoofddoel omschreven: bevordering van gezellige om gang en verkeer en daarnaast het indienen van behoorlijke verzoekschriften. Het is volkomen verklaarbaar, dat r.lcb thans een sterke reactie openbaart tegen revolutionaire invloeden in marinebonden: maar ook hierbij moeten we waken voor overdrijving. Er steekt niets verkeerds in. dat militairen zich in bonden vereenigea, ook met het doel de stoffelijke belangen der leden te verdedigen. Het komt er alleen maar op aan welke weg en tak tick men daarbij volgt en door welke beginselen men zich laat leiden. Minister Deckers volgt thans, als wij het wel inzien de juiste weg: hij eischt het aftreden der onverantwoordelijke burger- bestuurders, die een gansch vreemd ele ment in de organisatie indragen; hij neemt stelling tegen revolutionaire invloeden en weert revolutionaire lectuur. Dat is recht en plicht Daarnaast echter stelt hij onmiddellijk: wanneer deze eischen ingewilligd zijn, wil ik gaarne overleg ple gen over de wijze, waarop de organisaties behoorlijk kunnen functioneercn. Dat is de juiste weg. Het gezag hand haven, desnoods met alle gestrengheid; maar ook gelegenheid geven om gerecht vaardigde klachten onder de aandacht der autoriteiten te brengen en om aan te drin gen op rechtsherstel, wanneer dit ge schonden is. De vraag rijst of de rechtsche patijen in dit opzicht wel vrij uitgaan; ja, of ze het protesteeren tegen gerechtvaardigde grie ven en het opkomen voor billijke verlan gens niet al te zeer hebben overgelaten aan hen, die van deze gelegenheid gebruik maakten om het anti-militarisme te dienen In gedachten hooren we dit met instem ming beamen door het oud-lid der Tweede Kamer, de heer A. P. Staalman. En wij hoo ren hem klagen: toen ik voor de marine menschen opkwam liet men mij alleen staan en de Regeering negeerde mijn klach ten. Wij willen daar tweeërlei op antwoorden. Zeer ten onrechte tracht de roode pers de indruk te vestigen dat Staalman de mannen der marine herhaaldelijk beloofd heeft voor hun rechten op te treden, doch dat hij ze immer in de steek liet als het er NEUSS, DE STAD VAN DEN GOEDEN REUK EN VAN DE ZUURKOOL Men zal nauwelijks aan den Beneden-Rijn, ja wellicht aan den ganschen Rijn, een oude stad vinden, welker uiterlijk in de laatste tientallen van jaren zoo goheel veranderd is als Neuss. Deze stad is gelegen nabij de plaats waar de Erft zich in den Rijn werpt en in de onmiddellijke nabijheid van Dussel- dorp. Door de eeuwen heen is haar lot met dat van de oude mededingster verbonden ge weest. Sedert eenige jaren verbindt een der mooiste Rijnbruggen de beide steden met elkaar Neu^, het „Novaesium" der Romeinen, is ongeveer 2000 jaar geleden opgericht door de Romeinsche legionairen. In de Middel eeuwen maakte het deel uit van Kur-Keulen. Als bevestigde stad kon het elf maanden lang weerstand bieden aan het beleg van Karei den Koenen. Niet minder dan 56 be stormingen werden door de verdedigers af geslagen. Als kostbare herinnering aan den laat-Romaanschen tijd verheft zich nog heden St Quirinus, het fraaie Munster, bo ven de stad, welker burgers door vlijt en ondernemingsgeest Neuss gemaakt hebben tot een belangrijk verkeerspuntpunt aan den Rijn, een voorstad van het uitgestrekte, in- dustrieele Hinterland, van het katoengebied aan den linkeroever van den Rijn, met de zich daarachter uitstrekkende kolenmijnen, groenten-tuinen en akkers. Vreemdelingen worden te Neuss, al naar gelang van het jaargetijde of het weer, getroffen door ver schillende reuken welke de aandacht vesti gen op de verschillende producten der plaat selijke industrie. Soms ruikt het hier lekker naar chocolade en snoepgoed, soms naar ap pels en wortelloof. Draait de wind, dan wordt de neus geprikkeld door den reuk der koffie- en moutroosterijen of door den geur van de meelwaren-fabrieken. Soms weer ruikt het hier naar olie en vet, naar mar garine, naar oliekoeken, naar brandewijn en bier, naar lak en vernis, naar kunst rubber, naar tahak en cigaretten, naar grut terswaren en naar meel, naar groote bakke rijen, naar veevoeder, naar tafelolie, naar landbouwproducten, naar meststoffen, naar de fabricage van touw. In de haven ruikt het weer geheel anders: naar wier en teer, naar cementstof en ohamotte-steenen. Wan neer men in de late herfstmaanden Neuss bezoekt, bespeurt men aan alle hoeken en einden van de stad den scherpen reuk van zuurkool. Neuss is de stad van de zuurkool. Wat men alom in het Rijk als „Rheinisclie Sauerkraut" voorgezet krijgrt, is voor het grootste gedeelte afkomstig uit Neuss. De zuurkool uit Neuss wordt niet alleen ver zonden naar alle deelen van Duitschland, maar ook naar alle deelen van de aarde. De zuurkool van Neus6 is wereldberoemd! i Men vindt haar in Nederland, België, Frank rijk, Engeland en Amerika ja zelfs naar het Verre Oosten worden de vaten met zuur kool uitgevoerd. Men kan deze zuurkool wer kelijk beschouwen als een nationaal gerecht der Duitschers, daar zij in Duitschland op geen tafel ontbreekt Volgens een landkaart van het „Kappes- land" aan den Rijn uit het Jaar 1793, welke in het stedelijke archief van Neuss wordt bewaard, had zioh in dien tijd onder de keurvorstelij ke regeering een uitgebreide „Kappes"- of sluitkool-bouw in het gebied van Neuss ontwikkeld. Eerst werd de kool als groente in den handel e"ebracht. Eerst later werd zij verwerkt tot zuurkool. Op het oogeriblik bezit Neuss zes groote zuurkool- fabrieken. Hierbij komen er nog een paar te Büttgen, Kaarst, Norf en andere gemeen ten van de streek Neuss-Grevenbroich. Al deze fabrieken dragen er toe bij, dat Neuss en zijn naaste omgeving op het einde van den herfst omgeven is van een fijnen, zuri- gen reuk; van een reuk, welke hem, die de stad nadert, schijnt aan te kondigen: „Op gepast! Neuss, de stad van de zuurkool, komt in zicht..." Bij een bezoek aan een der groote zuur- koolfabrieken wordt men terstond getroffen door de magazijnen, waarin de /aten, met een inhoudsvermogen van 26 tot 200 Kilo gram, in enorme hoeveelheden opgestapeld liggen. De kuipers hebben steeds de handen vol om al deze vaten in orde te houden. Immers: alles moet gereed zijn voor de „Kappes-kampagne". Wanneer de breede wa gen met kool van het veld in de fabriek komt, dan gaat hij eerst naar de weegschaal om daarna in de fabricage-zaal te worden geledigd. Nu worden de buitenbladen van de kolen verwijderd. Langs een loopende band gaat de kool nu eerst naar de boormachines, welke het „hart", den stronk, losmaken, ver volgens ï.aar de snijmachines, welke de kool fijn raspen en daarna naar de bovenverdie ping van de fabriek, waar de kool in de kuipen gaat Hier voltrekt zich het gisting* proces, hetwelk, al naar gelang het weer, een of meerdere weken duurt. De eerste oogst gaat terstond in houten vaten, daar hout een snellere gisting uitlokt. Het vullen van blik ken en vaten begint eerst na de gisting. Dan komen er ook de verschillende specerijen bij. zooals jeneverbessen, kummel, venkel enz. De wijnsmaak van het zoogenaamde „Wein- kraut" ontstaat niet, zooals veelal wordt ver moed, door het toevoegen van wijnbladeren Er wordt \yel degelijk wijn aan de kool toe gevoegd. Dit de jongste onderzoekingen is gebleken, dat zuurkool bloedzuiverend en verjongend werkt. En wie niet steeds „Eis- hein mit Sauerkraut" wil eten, hem kunnen de vijftig recepten van de „Vereinigte Sauer- krautfabrieken" worden aanbevolen, zooals trouwens ook de amerikaansche„Zuur kool-Cocktail", sap van ongekookte zuur kool op aankwam. Zoo iets kan alleen geschreven worden door iemand, die de geschiedenis niet kent en opgevoed is in de journalistieke belijde nis: alleen onze partij staat voor de ver drukten op de bres en Dracht wat tot stand Wat er kwaads is, moet men aan anderen wijten. Met kracht en toewijding heeft de heer Staalman zich voor de belangen der marine- menschen gegeven. Die eere zullen we hem niet onthouden. Alleen zijn methode was de onze niet. Hij pleitte niet, doch verweet Wie hem in de Tweede Kamer hoorde, moest de indi-uk krijgen, dat hij stond te genover een onwillige regeering, waarmee toch niets te beginnen was en die alleen maar te hekelen viel. Welnu, met deze critiek bereikt men wei nig of niets. Het is de beste methode om geen succes te hebben. Meer zeggen wij er niet van, omdat het ons niet om bijzonder heden te doen is, doch slechts om te erken nen, dat er bij ons en in onze kringen tekortkomingen zijn tegenover het leger, doch vooral tegenover de vloot, welke we niet zullen trachten goed te praten, doch die we als schuld moeten belijden. Doen we dat, dan mogen we ook op de keerzijde wijzen. Dan mogen we b.v. in herinnering brengen, hoe minister Colijn in 1913 een salarisverhooging tot stand bracht, welke als een echte verbetering werd ge voeld en die groote tevredenheid wekte. Maar daarmee is niet goed gemaakt, wat ons Christenvolksdeel te kort gekomen is. Immers, we hebben de marine bijna alles onthouden: onze kinderen, omdat het gees telijke milieu zoo uitermate gevaarlijk was: ons geld, omdat we vergaten, welk een zegen er van de Christelijke Tehuizen voor militairen uitgaat; ons gebed en onze liefde, omdat we de marine eigenlijk niet kenden, omdat het voor ons een vreem de sfeer was. O, we wisten het wel, dat van Godswege de roeping tot ons komt om de erve der vaderen te verdedigen; doch aan het in strument, dat daarvoor noodig is, dachten we te weinig en zoo brachten we de erve der vaderen, een vloot, waarop gebeden werd, zelf in gevaar. Wanneer we in de bewogenheid der tijden leeren, dat hier een schuld om te belijden en een taak om te vervullen roept, dan zijn we niet te vergeefs opgeschrikt Radio Nieuws. WIJZIGING DAVENTRY-PROGRAMMA Het program van Daventry is voor he denavond gewijzigd. Te 8 uur 40 (A.T.) zal men een dabat tusschen Matsoeoka, den Ja- panschen vertegenwoordiger te Genève en den Chiiieeschen gezant te Londen kunnen hooren over het Chineesch-Japansche con flict. Matsoeoka spreekt eerst. Beide spre kers krijgen ongeveer 20 minuten spreek tijd en 10 minuien repliek. BOUW VAN NIEUWE ZENDERS Aan allen kant is men er thans op uit nieuwe kracht-zenders te bouwen of de ener gie der reeds bestaande zend-installatie hoo ger op te voeren. Kalundborg bouwt een nieuwen 60 K.W. zender; Brussel zou tot 75 K.W. worden ver sterkt; Frankrijk begint met zijn net van 14 zenders van 16—120 K.W., Spanje heeft besloten tot een zender van 120 K.W. en verder tot 30 K W. zenders voor Valencia, Brcelona en Sevilla. Portugal wil den zen der Lissabon tot op 100 K.W. brengen. Rus land werkt regelmatig aan zijn „Mam- mouth"-zenders en Zwitserland is blijkbaar niet voldaan over de energie van Sottem en Beromunster. Weenen komt op 100 K.W, en Roemenië bestelde een 150 K.W.-zender. ZONDAG 12 HAART. Huizen (296 M.) N.C.R.V. 8.30 Morgenwijding: dool- Ds. K. H. Walllen. Ev. Luth. Pred. te Wees-p Medewerking verleent het Luth. Kin derkoor te Weesp, o.i.v. D. Bochweg J.Ii.zn, X. Koor Gedenk g(J mij. 2. Gebed. 3. Koor: 't Is volbracht -1. Lezen: Matth. 16 vs 21—23. 6. Eerste ged. der toespraak over Matth. 15 va. 21—28. 6. Koor: Het offer is volbracht. 7. Tweede ged. der toespraak. 8. Koor: 't 1» j, 9. Dankgebed. 10. Koor; Golgo tha! i i mUn Heiland. 6.60 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te Breukelen. Voorganger: Ds. C. J. H. Verweüs. Organist- C Verweüs. 1. Orgelspel. 2. Votum en zegen. 3. Zingen Ps 43 vs 3 en 4. 4 Geloofs artikelen. Avondzang vs. 7. 6. Lezen: Joh. 16 vs. 23a—33. 6. Gebed. 7. Tekst. Joh. 16 vs 33b 8. Zingen Ps. 27 vs la. 3b en 7. 9. Eerste deel der prediking. 10. Zingen Gez. 58 vs. 5 en 6. 11. Tweede deel oer prediking. 12. Gebed. 13. Gez. 84 vs. 12. 14. Zegen. Na den dienst tot 7.46 Orgelspel. Ber 1 U n (419 M.) 10.20 nm. Godsdienstoefening Uitzending uit de Kerk. Koor kamerorkest en orgel o.l.v. Adolf Strube. Spreker: Ernst Wil- M A AND AG 13 HAART. Hulzen (296 M.} N.C.R V. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8 15 Morgenconcert. 10.30 Mor gendienst Ds A. C. Diederiks. 11.00 Lezen van Chr. lectuur. 11.30 Gramofoon. 12.15 Gromofoon. 12.30 Orgelconcert 2.00 AL W. Camping: Zwartkop, de koolmees. 2.35 Gramofoon. 2.45 Wenken voor de keukon. 3.16 Knippen en naaien. 3.30 Stofversieren opleiding. 4.00 Bübellezing Ds. ker. A. Stapelkamp. 6.30 Vragenuurtje. 7.46 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert door Vlaardlngs Mannenkoor ..Orpheus" en de Chr. Harmoniever. „Sursura Corda". 9 00 Mr a. C. G. van Proosdü: Prof. HUmans op zün tweesprong ln de rechtswetenschap". pim. 10.09 Vaz Dias. 10.45 Gramofoon. Hilversum (J875 M.) A.V.R.O. 8.01 Gramo foon. 10.01 Morgenwijding. 10.16 Gramo foon. 10.30 Mr. Ph. O. la Chapelle draagt voor. IJ.00 Orgelconcert 12.01 Kovacs Lajos. 1 00 Gramofoon. 1.30 Kovacs La- jos. 2.3J Drs. P. DUkema: Handschrift en karakter. 3.00 Gramofoon. 4.00 Piano recital. 4.30 Causerie Max Tak. 6.30 Or gelconcert 6 30 Henrl Borel: Gods gooche laartjes" van Augusta de Wit 7.00 Orgel concert 7.30 Gramofoon. 7.45 W. Graadt van Roggen: De 28e Ned. Jaarbeurs. S.01 Vaz Dla3. 8 05 Concert Omroeporkest 9.00 Dr. M. Th. Hillen: De N'ibelungensage. 9.20 Concert 10.30 Gramofoon. 11.00 Vas Dias. Brussel (Vlaamsch) (337.8 M.) 12.20 Gramo foon. 1.30 Concert. 6.20 Concert 6.20, Gramofoon. 6.35 Julia Tulkens draagt i 10.40 Gramofoon. (Fransch} (509.3 M.) 12.20 Klein orkest 1.30 Operettemuziek 5.20 Omroep sympho- nleorkest 6.20 Gramofoon. 6.50 Gramo foon. 8.20 Omroep symphonioorkest 9.2Q Vervolg Concert. 10.30 Gramofoon. Kalundborg (1163.8 M.) 11.20 Strijkorkest 2.50 Orkest. 7.50 Der Zigeunerbaron. 10.05 Moderne Deensche muziek. 8.50 Claudlo j -angenberg (472.4 M.) 9.2S Mensch und Welt. 10.40 Gramofoon. 11.20 Populair concert 12 20 Concert 4.20 Vespercon cert 7.20 Gevarieerd programma. 9 46 Lleder und Verse. 10.10 Populaire muziek, >aventry (1654.4 M.} 12.20 Concert 1.20 Orgelconcert. 2.05 Grosvenor House orkest 3 20 Sonate recital. 4.06 Schotsch Studla - 6.5o d0 prondsla- -ondon Nat. (261.3 M.) 12.20 Concert 1.20 Orgel. 2.05 Concert 3 20 Sonates. 5.35 BBC orkest 8.20 Concert ondon Reg. (356.3 M. 12.20 Gramofoon. 1.05 Concert 1.50 Concert 2.35 Concert, 4.05 Orkest 6.50 Concert, 8.20 VarlétA, 9.20 BBC orkest Studio orkest 6.60 Studio orkest 9.20 a r U s (Radio Paris} (1724 M.) 8.05 Gramo foon. 12 20 Omroeporkest 1.25 Pianoreci tal. 1.56 Omroeporkest 7.40 Concert. 8.20 La Dame blanche. Opera. j VOOR ONZE VROUWEN Overschotjes Meer dan ooit nemen we ons tegenwoor dig voor, niets te laten verloren gaan wat voor onze voeding nog waarde kan hebben: ook de onaanzienlijke restjes worden voor het een of ander doel nog bruikbaar ge maakt En het is merkwaardig, hoe vindingrijk we op dit gebied worden, als we eenmaal zijn begonnen met het uitdenken van moge lijkheden; het gaat er mee als met de kruiswoord- en andere puzzles: hoe meer we er oplossen, des te gemakkelijker gaat het ons af. Zou het niet de moeite waard zijn, om ln 'dit opzicht te profiteeren van eikaars on dervindingen? Welnu, wij laten eenige bedenkseltjes volgen, waarvan men ons verzekerd heeft, dat ze doeltreffend zijn. Trouwens, een een voudig overlezen van de raadgevingen doet ons al duidelijk inzien, dat we er iets mee kunnen bereiken. Wat b.v. uit te voeren met een restje stamppot (hutspot was het in het voorge stelde geval), dat eigenlijk te klein is om als opgewarmd hapje nog dienst te doen? Een practische huisvrouw kwam op 't idee, het op een zacht vuur al roerende te ver mengen met kleine scheutjes melk, tot het tenslotte op de normale soep-dikte was ge bracht. Natuurlijk ontbrak er aan dat soep je het „pittige", dat we nu eenmaal van soep verwachten; geen noodeen paar Maggi's bouillonblokjes in de kokende soep opgelost brachten dadelijk het gewenschte effect teweeg: het flauwe van de melk was verdwenen, terwijl die voedzaamheid van de melk was behouden en het onoogelijke kliekje dus was geworden tot een gerecht, waarvan aan ieder een kopje-vol kon wor den verstrekt bij de twaalfuur-boterham. Een andere huisvrouw wist van zoo'n Testje stamppot of aardappelpurée een aan tal smakelijk „belegde" boterhammen te maken; het mes sneed daarbij aan twee kanten, want ze hielp zich met die uitvin ding meteen heen door een hoeveelheid oud brood. Ze sneed van dat brood gewone boter hammen en roosterde die aan weerskanten lichtbruin. Tegelijkertijd warmde ze het „hapje" voorzichtig op, gaf er met een beet- je melk de noodige smeuïgheid aan en haalde den smaak op met eenige druppels Maegi's Aroma en een tikje zout. Ze roerde door het warme mengsel de hoeveelheid boter, die ze anders voor het smeren van de boterhammen noodig zou gehad hebben en ze bracht nu op elke geroosterde snee vlug een laagje van het warme mengsel l>yer( Ze voorkwam op die manier het yrij overvloedige botergebruik, dat gewoonlijk vastzit aan geroosterd brood (een ware boter dief!) en ze bracht toch een smakelijke ver rassing op tafel, die van alle kanten werd toegejuicht. 't Spreekt wel vanzelf, dat deze toepas sing even goed kan worden gemaakt van een klein restje vleesch of visch, met fijn gewreven aardappelen tot een mengseltje gewarmd en daarna over brood al of niet geroosterd uitgespreid: van een hoeveel heid, die misschien als normale portie slechts voor één persoon zou passen, wordt op die manier geprofiteerd door vier k vijf personen. Zouden we wèl over een 6tukje vleesch of visch, maar niet over koude aardappelen beschikken, dan laat zich een smeerbaar mengsel ook heel goed samenstellen met be hulp van een restje gekookte rijst of ge weekt brood. Naturlijk moeten we in zoo'n geval er aan denken, dat èn rijst èn brood uit zichzelf vrij flauw zijn (flauwer zelfs dan de daar straks genoemde aardappelen); we zullen den smaak dus zeker moeten ver- hoogen door de toevoeging van pittige, aro matische bestanddeelen: een druppeltje of wat Maggi's Aroma, een snuifje peper of kerrie, wat fijngehakte peterselie, een paar lepels bouillon (van een Maggi's bouillon blokje), misschien een tikje mosterddat zijn alle zeer bruikbare middeltjes. Bedenken wij echter, dat het succes van vorengenoemde hapjes afhankelijk is van de smaakverandering, die aan de restjes wordt gegeven! Handwerken Een practisch Schoteldek Deze winter staat in het teeken van de handwerkjes, van het zelf-doen. En naast de vele luxe sierdingetjes vergeten wij voor al niet de practische gebruiksvoorwerpen, die we zelf kunnen fabriceeren. Een keu ken- of schoteldek, zooals men dat hier op de teekening kan zien, zal vermoedelijk nog wel in menige huishouding ontbreken. En toch is het zoo prettig, als we een schotel tje, dat we hebben klaargemaakt, reeds eenigen tijd van tevoren in de kamer kun nen zetten, zonder dat we behoeven te vree zen, dat de vliegen of anders de hond of de poes er zich voor interesseeren. 't Voor werpje kan worden uitgevouwen als een paraplu. In ruststand is het plat, eischt geen plaatsruimte en kan dus in een hoekje van de keukenkast worden opgeborgen. Aardig ziet het er uit, als men het scho teldek met grofmazige tule overtrekt en dan met bonte wolkleuren versiert, door 't aanbrengen van eenvoudige motiefjes. Met de waschgoedplankjes, zooals men die op de teekening ziet, houdt men orde in de linnenkast en in de koffers. Ze be staan uit een stukje karton, ter grootte van het op de gewone wijze gevouwen linnen goed. Het karton wordt met een stukje fleurige cretonne of andere stof overtrok ken en twee elastiekjes dienen als houders. Het waschgoed, dat daartusschen wordt ge schoven. zal niet worden geplet of valsche vouwen krijgen. En het hoedenstandaarcfje, met stof over trokken en misschien nog met een poppen- kop versierd, kan als een practisch en mooi geschenkje dienen! Onderstaand taschje is heel leuk vooreen jong meisje. Benoodigd zijn een rol lint van ongeveer anderhalve cM breedte; een lapje gaas en een paar lapjes, die van een jurk zijn overgebleven. We knippen eerst van het gaas twee cir kels met een middellijn van 16 cM. Het beste is dit even met een passer te doen, dan krijgen we den vorm mooi rond. Daar na stikken we op lederen cirkel aan beide zijden een rondje van de stof. Al3 dit ge beurd is, stikken we beide rondjes op el kaar, maar laten er een opening ln, groot genoeg om er de hand in te steken. Nu be ginnen we met het lint er rond te rimpe len. Het rechte beginstukje halen we ln met een inslagje en hechten dit in het mid den vast, We rimpelen nu telkens een stukje lint in en hechten het dan weer vast Net zoo lang, tot het heele rondje vol is. Evenzoo gebeurt het met het andere. Op het begin in het midden zetten we een aar dig steentje, of een knoop. Als handvat naaien we er een lint aan op de manier als op de teekening is aangegeven. Aan de binnenzijde een drukker, voor dé sluiting. Een Vrouwenles aan Patroons Eenigen tijd geleden kwam in het orgaan van de Haagsche Winkeliersvereniging een artikel voor, waarin melding gemaakt werd van klachten over bet werk van behangers, electrlciens, timmerlui, schilders, enz. en vooral over de door deze categoriën van handwerkslieden ingediende rekeningen. Daaruit nemen wij gaarne het volgende over: Men gevoelt zich gedupeerd als voor het vernieuwen van een kraanleertje f 1 of meer berekend wordt (Amsterdam volgens vast gesteld larief f 1.25); als het herstellen van' het strijkijzer de halve prijs van een nieuwe kost; als het plaatsen, nazien en schoonma ken van haard en kachels een bedrag eischt even hoog als het maandelijksch brandstof verbruik. Nu is het verre van ons alle mopperaars gelijk te geven; karweitjes nemen tijd en eischen dikwijls overleg en vaardigheid. Heel duidelijk is het ons, dat bekwaamheid en tijd van den handwerker beloond moe ten worden en dat den patroon een onder nemers-vergoeding toekomt. Niet te ontkomen valt echter aan de ruim verbreide meening, dat voor kleine karwei tjes bedoelde vergoeding buiten verhouding zwaar drukt; buiten verhouding ten aan zien van vereischten tijd en vaardigheid Deze meening leidt er toe, dat het publiek zelf kleine reparaties tracht te verrichten, wat de werkgelegenheid doet inkrimpen De afstand tusschen werkplaats en huis wordt wel eens in een te bedaard tempo „genomen"; de route niet steeds op door dachte wijze vastgesteld; de tasch met ge reedschap blijkt niet steeds compleet te zijn; de schafturen vallen wel eens onvoor- deelig; kortom, dergelijke oorzaken maken dat het in rekening gebracht bedrag ge woonlijk tegenvalt. En toch zijn dergelijke oorzaken best te vermijden door de leiders der-werkplaatsen, door de patroons zelf. in dien zij er maar een regel van maakten ook werkelijk leiding te geven, zélf te or- ganiseeren, begrijpelijke en uitgebreide in structies mee te geven aan het door hen uitgezonden personeel. Hoe dikwijls overkomt het de huisvrouw dat zij met den patroon of met diens ver vanger uitvoerig en nauwkeurig het te ver richten werk besproken heeft; komt dan de werkman, dan blijkt deze niet op de hoogt te zijn gebracht van hetgeen van hem ver langd wordt. Hij heeft het gereedschap niet bij zich, of er had een andere knecht ge stuurd moeten worde.i, of er had eerst voor bereidend werk verricht moeten worden, al vorens hij kon aanvangen. Bij het betrekken van een andere woning stapelen dergelijke mogelijkheden zich op. De schilder kan niet afwerken, want de lood gieter is niet op tijd k'aar; de stoffeerder kan niet beginnen, want de vloeren zijn nog niet weer dicht en de behanger komt gelijk met de schoonmaakster. Eindeloos zijn in een dergelijk geval de moeilijkheden het tijdverlies en de desorganisatie. Hoe goed de huisvrouw ern en ander geregeld heeft, hoe vast haar beloofd is op tijdig af gesproken data te doen werken, zonder dezp onnoodige bishilles verhuist wel niemand. Begrijpelijk ls, dat niet op ieder oogen blik personeel beschikbaar staat oiq uitge zonden te worden, maar onbegrijpelijk ls wanneer een in behoorlijke volgorde gere- geld en tijdig afgesproken plan niet op dén overeengekomen tijd wordt uitgevoerd. Naar onze meening moet dat beschouwd worden als contractbreuk en verdient het als zoo danig afkeuring. De patroon behoort de organisatie van 't werk op zich te nemen; hij geeft duidelijk opdrachten mee, zoodat tijdverlies zoowel voor hem zelf als voor zijn klant niet voor komt. Is eenmaal de opdracht aanvaard, dan kome hij op de uitvoering niet terug ter wille van een anderen klant, die later zijn hulp inroept. Hij bedenke, dat ook de huishouding een bedrijf is, dat behoorlijk georganiseerd is en dat niet willekeurig in de war gestuurd moet worden door niet op tijd verschijnen van bestelde werklui, wat den klant, die meerder werk heeft uitgegeven op eigen en ander te vergoeden tijdverlies kan komen te staan. Evenmin behoeft de klant gedupeerd te worden door verkeerd begrepen en onvol ledig verstrekte opdrachten. Moeten bv. bij een verhuizing kronen, lampen en arma turen overgebracht worden, geeft dan in overleg met de opdrachtgeefster aan den electricien een plattegrond mede, waarop duidelijk aangegeven waar de ornamenten opnieuw moeten worden aangebracht, waar en op welke hoogte de eetkamerbei moet hangen, waar precies een extra stopcontact gewenscht wordt. Het bespaart werk en ergernis; en wordt het werk misschien toch vergoed, het ver oorzaakte tijdverlies kan niet weer inge haald worden. Is de aanwijzing van een klant onduide lijk of onvolledig, wijs hem erop en stel U zelf goed op de hoogte van het verlangde; laat zoo weinig mogelijk aan omstandig heden en eigen inzicht van den uitvoerder over. Bevorder de mogelijkheid van con trole op den werktijd door een werkboekje waarin naast tijd van aankomst en vertrek de daad der uitgevoerde werkzaamheden vermeld wordt. Dat schenkt den klant ver trouwen in de juistheid der rekening en voorkomt pogingen om het „kalmpjes aan te doen". Bevorder ook een practische, zindehjkë kleeding van de uitgezonden werklui; een donkere overall staat veel netter en is hy giënischer dan een halfversleten colbertje met niet al te schoon overhemd En dan, sta niet toe, dat gedurende dë werktijden, doorgebracht in eens anders huis, gerookt wordt Naast het verdragen van de voor velon onaangename geur der sigaretten, ook nog de nonchalant wegge gooide eindjes en lucifers bij elkaar te rapen is meer dan redelijkerwijs verlangd kan worden van onze lankmoedigheid. Overtuigt U tijdens het werk of onmid dellijk daarna van de behoorlijke uitvoe ring en zendt vervolgens een duidelijk ge specificeerde rekening spoedig in. Daarmee is zoowel de klant als U zeil gediend,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8