Steunt onze Nationale Industrie!
ZATERDAG 4 MAART 1933
TWEEDE BLAD PAG."5
BINNENLAND
BEROEP
ÖP HET NEDERLANDSCHE VOLK
Juist tijdstip
voor een goede actie aangebroken
HET BUITENLAND DWINGT
GEBRUIK MEER BOTER, KAAS,
EIEREN EN MELK
In aansluiting op de beschouwing van Z.
"Exc. Min. Mr. T. J. Verschuur over de
grootsch opgezette reclame-campagne voor
het Nederlandsche product, welke 10 Maart
a.s. aanvangt, laten wij thans volgen een
uiteenzetting van den oud-Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, dr. F. E.
Posthuma. Deze meende vooraf een op
merking te moeten maken en wel deze: Als
wij in Nederland het
gebruik van Neder
landsche fabrikaten
propageeren, moeten
wij ook kunnen be
grijpen, dat én waar
om, andere landen
hetzelfde doen. Wint
in alle landen de be
weging: „Koop je
eigen fabrikaat",
veld, dan zal dat
voor Nederl. slecht
uitpakken. Wij moe
ten ons dus bij onze
L actie voor „Neder-
{t Ha F.\B.r&o&thïima landsch fabrikaat"
in de eerste plaats
afvragen, of er goede gronden aanwezig
eijn om die actie op dit oogenblik te begin
nen. En naar mijn meening, voegde dr. Pos
thuma hieraan toe, zijn deze goede gron
den zeker aanwezig.
Het juiste tijdstip aangebroken
„De toestand van ons bedrijfsleven" al-
iius dr. Posthuma „is allengs zoo slecht ge
worden, dat ik reeds daarom het tijdstip voor
een goede propaganda gekomen acht Mijn
titel volgend, begin ik met onze landbouw
productie en kunnen ons dan afvragen, of
het Nederlandsche volk méér dan tot nu toe
producten van eigen bodem zou kunnen koo
pen De moeilijkheden, welke het buitenland
aan onzen export voor zuivelproducten in
den weg legt, zijn voldoende bekend. Ik ge
loof niet, dat hierin spoedig verbetering zal
komen. Wij zullen dus onze binnenlandsche
markt voortaan zoo intensief mogelijk moe
ten bewerken en zouden het publiek erop
moeten wijzen, dat bij het koopen van zui
velproducten men aan onze eigen boter en
kaas de voorkeur geeft.
Dat doet ons publiek reeds, ook al omdat
het buitenlandsohe product niet beter of
goedkooper is dan het Nederlandsche, en wij
zullen ons dus in dezen niet tot: Koop Ne
derlandsche boter en kaas, kunnen beperken.
Wil hier hulp geboden worden, dan zal de
gericht moeten worden op: meer
gebruiken dan tot nu toe! Naar mijn over
tuiging is dat mogelijk. Wat is bijvoorbeeld
onze kaas niet een goedkoop en heerlijk
voedsel! Voor de huisvrouw verdient het dan
ook alle overweging, om bij den sterk ge-
daalden kaasprijs relatief meer voor kaas uit
te geven dan tot heden. Vergeleken met het
geen het buitenland aan kaas consumeert,
maakt Nederland in dit opzicht stellig een
sober figuur. Wanneer ieder Nederlander,
laten wij zeggen van den leeftijd van 10 jaar
af, per week eens
een hall ons kaas i
at
zou blijken welk een groot gedeelte van on
ze kaasproductie in het binnenland kon
worden verbruikt. Onze kaasproducenten
moeten er natuurlijk voor zorgen, dat ze een
product maken, dat iedereen graag eet. Want
ons publiek moet uit geheel vrije beweging
ieder naar zijn koopvermogen ,tot een groo-
tere consumptie bijdragen. Dan steunen wij,
zonder dat er iets kunstmabigs aan deze be
weging is, de Nederlandsche kaasproductie
in hooge mate.
Bij het gebruik van boter vormt de prijs,
in vergelijking met dien van andere vetpro-
ducten, wel degelijk een factor. Vergeleken
met den toestand van vóór den oorlog, kun
nen wij wel zeggen, dat toen de boterprijs
in dezen tijd van het jaar zeker niet veel
lager was dan op het oogenblik. Alleen die
nen wij hierbij te bedenken, dat de koop
kracht van de groote massa zeer sterk is ge
daald en we mogen dan ook wel aannemen,
dat de boterprijs in de thans komende maan
den, alle accijnzen ten spijt, een belangrijke
verlaging zal moeten ondergaan, wil men
van den binnelandschen verbruiker mogen
vragen, om meer boter te gebruiken dan tot
nu toe. Doch als die prijs dan ook eenmaal
zal zijn verlaagd, zal de consument door het
koopen van een zeer zuiver en gezond voed
sel als onze Nederlandsche natuurboter, de
zuivelindustrie op krachtige wijze kunnen
steunen. Ook van onze melk is de prijs op
het oogenblik zóó laag, dat men op meer ge
bruik daarvan gerust kan aandringen".
Blijft de melkprijs te hoog?
„Blijft in de groote steden de melkprijs
echter niet hoog?"
„Dat is een fout in ons distributiestelsel.
Daarmee bedoel ik niet, dat de gemeenschap
die distributie ter hand moet nemen. Inte-
leel, daarvan ben ik een vierkant tegen
stander. Maar er ligt nog heel wat tusschen
een gemeentelijke distributie en een ver
koopsysteem als het thans geldende. Hier
ligt nog een vruchtbaar arbeidsveld braak
om deze distributie op een meer rationeelen
grondslag te brengen".
„En de eieren?"
„Wat de eierenmarkt betreft, ben ik over
tuigd, dat er in het binnenland ook op dit
gebied met een goede propaganda nog wel
iets te bereiken is. Bovendien zou men daar
mede vooral den kleinen boer steunen, aan
gezien deze het de laatste jaren in toenemen
de mate van de eierenproductie moet heb-
Het buitenland dwingt
„Geldt dit alles, om aan het tweede deel
van Uw titel te denken, ook voor onze nij
verheidsproducten?"
„Het buitenland dwingt er ons eenvoudig
toe. dat wij er ons bij onze aankoopen meer
en meer rekenschap van zullen moeten ge
ven, wat de Nederlandsche industrie ons
kan leveren. Dat vindt men trouwens in het
buitenland zelf ook zeer begrijpelijk. Er
heerscht in de meeste landen een zoodanige
mentaliteit, dat men zich niet anders meer
kan voorstellen, dan dat elk land zooveel
mogelijk aan producten van eigen bodem de
voorkeur geeft Iets anders is nataurlijk, dat
wij, zooals ik reeds opmerkte, er op die wij
ze niet komen. Die illusie heeft men in het
buitenland ook niet. Praat men met bui-
tenlandsche industrieelen, dan begrijpen zij
heel goed, dat de wereld aan het vastoopen
is. Want tenslotte zijn vrijwel alle indus
trieën in den loop der tijden opgebouwd, ex
portindustrieën, die in hun bestaan bedreigd
worden, indien alle landen hun grenzen
gaan sluiten".
Geen lichtpunten te zien
„Waar gaan wij echter heen. Indien men
toch overal de autarkie blijft nastreven?"
„Eenmaal zal het gezond verstand weder
om terugkeeren. Doch voorloopig zijn wij
daaraan blijkbaar nog niet toe. Zelfs tegen
over de uitkomsten van de economische we
reldconferentie mogen wij min of meer
sceptisch gestemd zijn. Dit is echter zeker,
dat. als niet ieder land zijn best doet, om
op die Conferentie mede te werken aan het
herstel van de voorwaarden voor een vrij
internationaal ruilverkeer, men zijn eigen
graf graaft Gelukkig begint men dat in te
zien. Er kan echter nog geruimen tijd ver-
loopen, vóórdat er op dit goede inzicht ook
goede daden volgen. Bovendien moet men
niet vergeten, dat er op de economische con
ferentie ook heel veel vraagstukken op mo
netair gebied te regelen zijn. Ik blijf dan ook
bij mijn meening, dat de lichtpunten voor
alsnog niet te zien zijn. Ook ten aanzien van
het schuldenvraagstuk openen zich nog wei
nig rooskleurige perspectieven. Misschien
wordt men van weerskanten toegevender,
als de toestand nog slechter wordt dan hij
reeds is".
Het hemd nader dan de rok
„Zal ook de handel voordeel van deze
propaganda voor Nederlandsch fabrikaat
hebben?"
,De groothandel, welke goeddeels op het
buitenland georiënteerd is, zal er uiteraard
niet bij gebaat zijn, evenmin als de scheep
vaart. Wel echter de tusschenhandel en de
detailhandel, welke toch altijd nog zeer be
langrijke groepen in ons volksbestaan vor
men. Het is thans evenwel geen tijd om alle
belangen nauwkeurig tegen elkaar af te we
gen. Het hemd is nu eenmaal nader dan de
rok en we moeten vooral het hoofd zooveel
mogelijk boven water houden"
„Van boycotbewegingen bent U natuurlijk
een tegenstander?"
„Dat is een middel, hetwelk men slechts
in uitersten nood mag toepassen. Toen
Duitschland indertijd het Duitsch-Finsche
handelsverdrag op verkeerde wijze uitlegde,
zoodat Nederland daardoor in het gedrang
kwam, ja toen waren wij gedwongen een
forsohen tegenzet te doen. En dat heeft toen
ook inderdaad geholpen. Maar als gewoon
verweermiddel is het ondeugdelijk. In een
land als Duitschland zal men eenmaal van
zelf inzien, dat men op den duur niet onge
straft onze landbouwproducten kan blijven
weren. Nederland is tot nu toe altijd
één der belangrijkste afnemers
van Duitsche industrieproducten geweest,
wat vanzelf ophoudt als men het ons onmo
gelijk maakt, naar dat land uit te voeren.
Doch hoe zal men in Duitschland de pro
ducten van eigen bodem, waarbij ik niet in
de eerste plaats denk aan de zoogenaamde
veredelde landbouwproducten, zooals boter,
kaas en dergelijke, op prijs houden, indien
men terzelfder tijd het koopvermogen van
den Duitschen industriearbeider ondermijnt?
Doch laten wij ons tot onze eigen toestan
den bepalen als wij over de propaganda voor
Nederlandsch Fabrikaat spreken. In ieder
geval zouden wij er verkeerd aan doen, ge
duldig te blijven wachten, tot onze buiten-
landsche afnemers begrijpen, dat alle landen
elkander noodig hebben. Meer dan ooit, dat
is mijn vaste overtuiging, is de tijd rijp om
met een goede kans van slagen met een
krachtige propaganda voor „Nederlandsch
Fabrikaat" van wal te steken. U zult daarbij
het geheele Nederlandsche publiek achter U
vinden.
OFFIC1EELE BERICHTEN
CONSULAIRE DIENST.
Ktt Kon. besluit la. te rekenen van 17 Febr.
133. wegens huwelijk eervol ontslag verleend
aan mej. C. Schuurkamp al* adjunct-r -
bil het Departement van Waterstaat.
sie is de luitenant ter zee der 2e klasse C.
Hendrlkse den 13en Maart 1933 geplaatst aan
boord van H.Ms. Gelderland.
DEPARTEMENT VAN WATERSTAAT.
BU K.B. is de heer W. P. Wolterbeek erkend
en toegelaten als consul van Belgll te Palem-
en Palembang. DjambL
onderhoorigheden. Bil-
DE WIJZIGING DER KIESWET
Blijkens het Voorloopig Verslag der Eer
ste Kamer inz. de wijziging der Kieswet
hebben sommige leden er op aangedrongen
dat de Minister, wiens voorstellen gegrond
waren op een advies van het Centrale Stem
bureau. alsnog over de thans aangebrachte
wijzigingen het oordeel zou inwinnen van
dit bij uitstek deskundig college en daar
van bij zijn memorie van antwoord aan de
Kamer mededeeling te doen, zullen in ver
band met de karakter-wijzigingen, welke
het wetsontwerp, (door het amendementrV.
d. Bergh), heeft ondergaan.
Thans geldt bij de verdeeling der zetels
het systeem der grootste overschotten, het
welk nu, tengevolge van de aanneming van
het amendement-van den Bergh staat plaats
te maken voor het stelsel der grootste ge
middelden.
Bij het systeem der grootste overschotten
heeft, zoo betoogden intussdhen sommige
leden, het toeval zeggenschap, doch niet bij
dat der grootste gemiddelden. De minister
heeft aanvankelijk dan ook het laatste wil
len invoeren, maar is daarvoor terugge
deinsd, meenende het niet aangenomen ie
krijgen. Toen echter uit de Kamer het voor-
stel werd gedaan het stelsel der grootste
gemiddelden in de wet te brengen, heeft hij
de vrijheid gegeven zulks te doen. Dit was
practische politiek.
Andere leden betwijfelden echter of het
thans in de wet in te brengen systeem wel
het rechtvaardigst mag heeten. Zij gaven
ten bewijze daarvan in het voorloopig yer-
slag een uitvoerige becijfering.
WERELDREVOLUTIE
„WIJ ZIJN NIET TE VERBIEDEN"
In Berlijn is het Rijksdaggebouw in brand
gestoken door een Nederlandsche commu
nist. Het heet, dat hij in Leiden onder het
gehoor heeft gezeten van L. de Visser, die
als „beroepsopruier" de wereldrevolutie helpt
voorbereiden.
Het orgaan van den heer de Visser, „De
Tribune", schrijft een artikel onder den ti
tel: „Wij zijn niet te verbieden". Het praat
een revolutionair rijmpje na:
„Doorzoekt onze koffers zooveel jullie wilt,
We maken ons heusch geen zorgen,
De contrabande, die met ons reist,
Die zit in onze hersens geborgen"
Inderdaad, aldus de Tij d, werkt het Tri
bune-artikel de stelling uit: Jullie praten
veel, maar doet ons toch niets, en 's lands
wetten gebruiken we om er ons niet aan te
storen:
„Zoogenaamde wetten, welke aan den men
sohen verbieden, zich te vereenigen, om de
vragen van den tijd te bespreken en hun
rechten op te eischen, zijn maohtsspreuken
van de tyrannen: wie die acht en houdt,
handelt laf en oneerbaar, wie ze echter
veracht en breekt handelt mannelijk en
eerbaar
Het is mannelijk en eerbaar, als beroeps
opruier te fungeeren tegen de staatswetten.
De heer de Visser pleegt het te doen tot in
de Tweede Kamer toe. en de Regeering be
taalt hem ervoor. Heeft zijn opruien tot ge
volg, dat in Indië muiters er met 'n oorlogs
aohip er vandoor gaan, of dat in Duitsch
land de roode ahan in 't gebouw der wetge
vende macht vliegt, dan is dat een étappe
en logisch gevolg van den wil tot wereld
revolutie. Want wie de wetten acht en
houdt, handelt laf en oneerbaar, wie ze ech
ter veracht en breekt, handelt mannelijk en
eerbaar
Het is niet onbegrijpelijk, dat jaren gele
den een staatsman de wetgevers van alle
landen opriep, om in het belang der hand
having van den Staat zelf 't deelnemen aan
den wetgevenden arbeid onmogelijk te ma
ken aan de beroepsopruiers.
ROFFELRIJMElNs
Geduchte werkelijkheid
Zeker een dertigtal drenkelingen
dobberde ln de xee. allen gehuld la
zwemvesten, welke op last van de
muiterslelding werden aangetrok*
ken. toen de aanval te duchten vi4i
Voorwaarts, t
De roode -pers is aan 't "bekrimpen,
Waarschijnlijk onder zachte drang
De koppen slinken zienderoogen,
Zijn niet zoo vet meer en zoo lang
De heele leugens worden halve
De halve schromplen tot een kwart
De groote mond wordt in verhouding
Gebracht tot het benepen hart.
Er wordt nog wel wat nagemuiterd,
Maar straks gaat de maniüatros
Die ,Jtoode Zee" voor Zevenspanas
Met ééne fiksche bijlslag los.
Wel wordt „de massa" dom gehouden.
Wel weert men uit de roode krant
Wat spreken kan van eens ministers
Betrekkelijknormaal verstand,
Maar aan de openlijke laster
Wordt merkbaar minder toegedaan, r
Uit angst voor een massale uittocht
Naar de methode-Goudriaan. 4
Ik acht het ook niet uitgesloten,
Al roept men dag en nacht van niett,
Dat Rood de fout der muitelingen
(Na dertig dagen zicht!) óók ziet.
Eerst colporteerde men het praatjez
De knaapjes hadden nooit gedacht.
Dat zoo wreedaardig-onbeholpen
Een oproer onder werd gebracht
Ze wachtten, onbezonnen lachend,
D' ontknooping van hun kinderspel,
Maar wie niet blind was aan twee oogeii
Doorzag dat roode smoesje wel.
Ten overvloede knip ik heden
Een zinsnee uit een rood bericht,
Waarin de sluier van de onschuld
Der kindertjes wordt opgelicht:
Op last dus van de muitersleiding
Had men het zwemvest aangedaan,
Daar men terecht een aanval düchttél
Albarda, heeft U het verstaant.
(Nadruk verboden
LEO LENS*
frarztHifofUMBi
llltVtBrtM
Tusschen Brighton en Neiv Haven heeft men een prachtig stuk karakteristiek-Engelsche kust ten gerieve van het
vreemdelingenverkeer met Grieksche zuilen en allerlei hekjes versierd.
Zoyider te kort te doen aan waardeering voor de vele andere a.r. propagandaclubs in den lande, mogen
we wél zeggen dat de Haagsche club Mobiel" tot de meest pittige en daadwerkelijke organisaties op dit
gebied moet worden gerekend. Daarvan is deze foto, genomen op 't Véluweplein, een sprekend getuigenis
Een aardig trio op de tentoonstelling „Kind en Hond",
die heden in den Berlijnschen dierentuin gehouden wordt.
De Victoria-watervallen van de Zambesirivier in Afrika. Het water valt
van een hoogte van JtOO voet.