CHINA EH Di CHIN jlb ft zzz&yiyiw&iïft In Bulgarije's Rozenvallei Anecdoten over Paganini China is altijd voor ons Hollanders, en voor ons niet alleen, een soort van wonder land geweest, waarvan men zich geen dui delijke voorstellingen kan maken, ook al leest men er nog zooveel over. Zijn geschie denis, kunst, godsdienst en zeden bevatten een overvloed van dingen, welke wij niet kunnen doorgronden, en zoo is het eveneens met zijn taal en zijn maatschappelijk leven. Hei woord „chinoiserie", dat zooveel wil zeggen als onpractisch, kleingeestig, mal ge doe, is wel een typisch blijk van ons onver mogen, om de Chineesche ziel te begrijpen. Om te beginnen: als een Chinees het eenigszins doen kan, zal hij van de waar heid geen gebruik maken, daarmee komt hij eerst voor den dag, als de omstandigheden hem verdere „diplomatie" onmogelijk ma ken. Dan laat hij den leugen varen, doch hij doet dit met tegenzin, en onder protest. Een Chinees gaat ook nimmer recht op zijn doel af, dat hebben zij nog nooit gedaan en dat zullen zij ook nooit doen. Een mandarijn zal u bijvoorbeeld een be zoek komen brengen. Hij zet zich neder, de thee wordt rondgediend, en het gesprek neemt een aanvang. Beiden weet ge, hij en u, het doel van zijn komst, maar daarover valt geen woord. Mis -chien praat ge samen een uur lang over alle mogelijke dingen, over het weer, over dit en over dat, maar over de zaak, waarover hij in werkelijkheid wil spreken, word' geen woord gerept. Ein delijk, na een eindeloos gedraai, en nadat hij vergeefs gehoopt heeft, dat gij er over zoudt spreken, begint hij het onderwerp aan te roeren. Dan zijt ge echter nog niet veel ver der, want het spreekwoord tijd is geld is in bijna alle landen bekend, behalve in China. „Neem het leven gemakkelijk", zeggen zij. „alles komt, als men maar wacht". Lijkt dat ook niet de houding van de zoogenaam de „Pinda-Chineezen", die thans in vele steden en dorpen van ons vaderland hun koekjes verkoopen? Uw mandarijn zal, als hij eenmaal zijn onderwerp heeft aangesneden, ieder woord dat hij gaat zeggen wikken en wegen. Hij geeft geen directe antwoorden, ja of neen. draait gedurig om de zaak heen, en als hij "ïndelijk weggaat, heeft hij u nog niets bc- iaalds gezegd, doch zelf heeft hij alles ver- ïomen, wat hij weten wilde. De Chinees houdt erg van gemak, en ver mijdt daarom liefst zooveel mogelijk alle twist en onaangenaamheden. Dit ziet men al aanstonds uit zijn oordeel omtrent wie een goed en wie een slecht mensch is. Zijt ge bijvoorbeeld vol energie, zet ge uw wil door. voert ge verbeteringen in, dan zijt ge een slecht mensch, en zoo ge daarbij nog driftig zijt, is er geen naam slecht genoeg voor u Zijt ge daarentegen iemand, die alles maar op zijn beloop laat, die in plaats van tegen den stroom in te zwemmen daarmede af drijft, dan hebt ge het Chineesche hart ge wonnen, en overal noemt men u een goed De godsdienstige opvattingen spelen wellicht hierin een rol, vooral het tao-ideaal van Laotse, dat dieper is doorgedrongen in de Chineesche ziel, .dan men oppervlakkig zou meenen. Zooals gezegd, liegen is in China heel al gemeen, evenals stelen. Deze eigenschappen z'tten zoo in het karakter, dat men een Chi nees ten hocgs'e zou verbazen als men hem oneerlijkheid verweet. „Oneerlijk?" zou hij verwonderd vragen. „Iedereen doet het, zijn we dan allemaal oneerlijk?" Zooiets moet ook een Chinees gezegd heb ben toen een Europeaan hem vertelde dat de Japanners overal overwinningen op de Chineezcn behaald hadden, terwijl men of ficieel het tegendeel beweerde. „Zijn we dan allemaal leugenaars?" vroeg hij op een half verontwaardigden, half droevigen toon. Een voor den Europeaan zeer lastige ka raktertrek, waarover ook de zendelingen in China kunnen meespreken, is hun overgroo- te nieuwsgierigheid. Wie wat dieper het land intrekt wordt overal door een bende gevolgd, en zoo ge te voet zijt dringt men zich om u heen en betast alles, uw kleeren, uw laar zen en uw huid. Treedt ge een herberg bin nen «.n denkt ge eindelijk alleen in uw ka mer te zijn, dan hebt ge het glad mis. In een oogenblik hebben lallooze vingers kijk gaten in de papieren ramen gestoken, en al uw handelingen worden op het nauwkeu rigst bespied. Met rekenen is de Chinees bijzonder vlug. Zij doen dit of uit het hoofd, of gebruiken een houten raampje, ongeveer een voet lang en een halven voet breed In dit raampje zit ten ijzeren draden, en aan iederen draad zijn zeven ronde houten klosjes geregen, die zeer gemakkelijk verschoven kunnen worden Zij deelen, vermenigvuldigen enz. door de balletjes op een zekere manier op en neer te schuiven, en krijgen het juiste antwoord veel sneller dan wij het op papier kunnen doen. Ook in de Chineesche winkels en eet huizen, welke men in de Chineezenwijk te Rotterdam aantreft, kan men hen met dit soort telramen zien manipuleeren. Terwijl China in vervlogen eeuwen heel wat vernuftige uitvindingen heeft gedaan lijkt het wel, o. de tegenwoordige Chinees niet in staat is om iets groots tot stand te brengen. Iets geheel nieuws geheel alleen uitvoeren, kunnen zij niet, maar is iets eenmaal ge maakt, dan kunnen ze het heel handig na maken. Namaken, dat is hun sterke punt blijkbaar, en daar toonen zij zich niees'ers in. Iemand te Hongkong, zoo vertelt men, gaf eens een wit linnen broek aan een Chinee.- en vroeg hem, er twaalf van hetzelfde soort bij te maken. De broeken weiden afgeleverd en waren uitstekend, dezelfde snit als het oude exemplaar, niet de geringste afwijking Maar ongelukkigerwijze was de oude broek gescheurd geweest en weer hersteld, en ziet, Bladzijde uil Lao-Tse: Tao-te-king. de slimme Chinees had al de nieuwe broe ken op diezelfde manier gescheurd en toen weer genaaid! Men stelt gewoonlijk de Chineezen als wreed voor. Toch houden zij veel van bloe men, vogel? en kleine kinderen, en vast staat, dat nooit een Chinees een dier nut teloos zal dooden. Iemand die in China reisde in gezelschap van een mandarijn ontmoette plotseling ee slang, die voor zijn voeten op sprong. Hij wilde haar dadelijk met zijn zweep dooden, maar de mandarijn hield zijn arm tegen. „Wat", riep de Europeaan uit, „zal ik dat ondier laten ontsnappen? Het had ons wel kunnen bijten!" „Als het u gebeten had", gaf de Chinees ten antwoord, „dan hadt ge het kunnen doo den, maar het heeft u geen kwaud gedaan, en vergeet niet dat ge een dier wel het leven ontnfinen kunt, maar niet geven. Het brengt ongeluk, een dier zonder noodzaak te dou- Dat de Chineezen uiterst ijverig zijn is algemeen bekend. De acht-urcn-dag is den Chinees geheel vreemd, hij werkt van den vroegen morgen tot den latin avond. Niet dat zij zoo hard werken, of zich reppen bij den arbeid, dat doet een Chinees nooit, hij gaat rustig en gelijkmatig zijn gang, en het is verbazend hoeveel arbeid zij per dag kun door Dr. M. H. A. v. d. V. zijden omringd is door bergen) en de vallei van Rahmanlari (Bulgarije) vandaan, en toch komt mij de intense, zoete, ietwat be dwelmende, maar welriekende geur der ro zen tegemoet. Ik nader het wereldberoemde land der rozenkweekerijen. Het zijn niet de zorgzaam gekweekte ro zen van Boskoop, die zoo gewild zijn, vooral yóór de wereldcrisis, bij name in Amerika, 1.300 voet, op de hellingen van den kleinen Balkan 3.700 voet, en bij den noordelijken keten zelfs 5.G00 voet, terw'jl in 180 dorpen en gehuchten de rozencultuur de bevolking het eigenlijk middel van bestaan geeft, zoo dat er in de beste jaren rond 21.000 eigena ren van rozenvelden in Bulgarije waren. Wanneer dc rozen in bloei staan, ongeveer 1 tot 15 Mei de laatste oogst komt half Juni binnen komen er handen te kort onder de duizenden, die zich op de kweeke- rijen bevinden, daar de pluk alleen kan ge schieden van zonsopgang tot 's morgens 9 uur, daar de daarna geplukte rozen door het intense schijnen der zon, haar geur verlie zen, en minder olie bevatten. De vrouwen en meisjes plukken .terwijl de mannen met hunne plompe ossenkarren de geplukte bloemen wegrijden naar de pers- bakken. Het is er dan reeds aardig warm, wijl de Balkanbergen de noordelijke en oos telijke winden geheel afsluiten, hoewel dat zelfde gebergte er eveneens voor zorgt, dat de regenwolken niet wegdrijven, maar zoo nu en dan zich ontlasten, en de onafzienbare rozenakkers besproeien. Valt er echter te veel regen in het vroege voorjaar, dan ver oorzaakt zij koude en vroegtijdigen afval der rozenbladeren, en mislukt de oogst Maar bij de stralende zon, als alles mede werkt om een grootcn oogst binnen te halen, dan hoort men in dit schilderachtig gelegen dal ,een paradijs gelijk, overal heen jube len: alles zingt, klein en groot, boer en werk volk; het doet denken aan den wijnoogst in de Rijnlanden en elders. En toch is het zingen der Bulgaren heel anders dan bij de wijnoogsten in Duitsch- land en Frankrijk. De eeuwenlange onder drukking, vooral door de Turken, die zelfs zoo ver ging, dat men in Bulgarije geen ker ken met torens en klokken mocht bouwen, en de onafgebroken pogingen om zich vrij te maken, heeft diepe voren in het Bul- gaarsch karakter gegrift: het volk is feite lijk hard als metaal, taai, onwrikbaar, zelf bewust, asthoudend, gesloten, wantrouwig, matig (de Bulgaar vloekt niet en drinkt niet, en heeft dit spreekwoord: „die op cre- Butgaarsche schoone. waar menigeen zijn tuin er mede versiert, en met trots aan familie en kennissen zegt, dat het „the roses of Boscoep" zijn; neen, de Bulgaarsche rozen zijn niet groot van stuk, en worden ook niet gekweekt om de rozen of struiken zei ven, maar alleen om het winnen der rozenolie. De zoo gezochte Bulgaarsche rozen zijn juist klein van stuk, en hoewel er witte, ge le en rose bij zijn, hebben ze toch de over wegend donkerroode kleur, zoodat, zoover vto_ het oog zien kan, alles met een rood waas drinkt, bedrinkt zich dubbel!"), ijverig, schijnt overtogen te zijn, tot zelfs de vogels, intelligent, moreel, religieus, spaarzaam tot die in menigte over de rozenstruiken heen- igjgpjg toe, democratisch, scheren. En daarom hoorde ik niet alleen in de De rozen, waarvan men de echte rozenolie vallei van Rahmanlari, maar bij een auto- bereidt, kunnen alleen in Bulgarije groeien, tochl in het 1G0 hectaren groote park van en ook slechts in een klein deel van het ],et koninklijk lustslot (het Vranja-paleis), land. YVel heeft men rozenkweekerijen in voora| jn jen middagtijd, als er rust wordt Grasse in Frankrijk, en ook in den omtrek genomen, op echt melancholische wijze zin van Konia in Anatolie (Klein-Azië) en in gerli vaak begeleid door guitaar en doedel- Perzië, maar de allerbeste rozenolie wordt zag verzen als deze: alleen bereid van rozen, welke in de Bul- De dood verstoort, vernietigt, De dood houdt voor niets stand; Het leven zelfs voor hem vlucht De dood heeft het geveld. Doch wat op aardebreedten, Ons dierbaar was en waard, YVordt reeds gedurende het leven Door het leven zelf verstoord. districten van Stara-Zagara, Kar- lowo cn Plodiv, tot aan de zuidelijke hellin gen van den Balkan groeien, met Sredna- Cora, den zoogenaamden kleinen Balkan in begrepen. Nog in 1912, toen de rozenkweekerijen in Bulgarije het grootst in aantal waren, om vatte het met rozen beplante gebied 10.000 hectaren, ter lengte van 80 en ter breedte .van 50 mijlen. Van de geplukte rozen nu krijgt men het water, de olie en de was. Het rozenwater bekomt men door de per sing der bladeren in de persbakken. Men laat na de persing het water eerst een kor ten tijd staan, en schept er dan de olie af. die de Bulgaren mass low noemen, dat ik het best kan vertalen door rozenboter die echter in onverdunden toestand niet te gebruiken is. De was krijgt men door hei zorgvuldig afschrappen der vingers van de pluksters met een vlijmscherp mesje. Eén hectare, beplant met rozen. levert on geveer 3000 kilo rozenbladeren op van drie millioen rozen, die te samen niet meer ge ven dan één enkel kilo kostbare rozenolie in geheel Bulgarije plm. 2000 kilo per jaar hoewel vooral sedert 1912 de voornaamste rozenkweekers door oprichting cn verbete ring van fabrieken, en door het in dienst nemen van bekwame scheikundigen, het ge win grooler hebben gemaakt. Het Landbouw kundig proefstation te Sofia heeft thans een Staatsproefveld te Kajanlik aangelegd, met een chemisch laboratorium, waar gedurende den geheelen bloeitijd der rozen de analyse der oliën naar herkomst van klimaat en grondsoort, wordt verricht In Bulgarije kan men in sommige winkels cn ook in de hotels van de portiers de ech'e rozen-essence koopen, maar beter Is het ze van Ie boeren zelve te betrekken. De boer lraagt den sleutel van de kast In zijn woning, waar de waardevolle olie is op geborgen, steeds bij zich, namelijk op zijn bloote lijf, en zou dien voor geen geld aan een zijner huisgenootcn afstaan. Het gaat echter niet zoo gemakkelijk om de rozenolie van hem te koopen, daar er heel wat tijd verloren gaat, eer men het over den prijs eens is geworden. Alles gaat er nog zoo ty pisch Oostorsch naar toe, als eeuwon gele den, en herinnert in alles aan de geschiede nis van het koopen door Abraham van de zonen Heths van de spelonk Machpéla, met den daarbij behoorenden akker, Gen. 233 Komt men immers bij een Bulgaarschcn boer om rozenolie te koopen, dan neemt hij al den schijn aan, alsof gij alles van hem ten geschenke krijgt. Al vraagt gij herhaal delijk naar den prijs, hij kikt er niet over, maar doet niets anders dan den lof uit bazuinen van zijn voortreffelijke rozenolie. Hij maakt volstrekt nog geen mines om den sleutel van zijn borst te nemen, en de zoo begeerde essence uit de kast te halen. Hij wacht net zoolang, tot dat zijn vrouw, die dan evenals hij, zich op zijn Zondags hoeft uitgedoscht ook de kinderen, vooral als men denkt met een serieuzen kooper te doen te hebben, die heel wat zal koopen de j heerlijke mokka heeft klaar gemaakt, en u die toedient met sladko (zoete, ingelegde vruchten) salami (worst van ezels), ge droogd schapenvleesch, enz., terwijl de eene na de andere voortreffelijke sigaret, zooals nergens ter wereld, u wordt aangeboden. De boer wacht maar steeds, totdat gij een bod doet, dat hij vanzelf eerst bespottelijk laag in prijs vindt, noemt echter zelf nog geen prijs, maar gaat steeds door zijn olie boven alles te verheerlijken, waarbij gij, als ge in de bijbel thuis zijt, onwillekeurig denkt aan het woord: „Uwe oliën zijn goed tot reuk; Uw naam is eene olie, die uitgestort wordt", Hoogl. 13 Eindelijk, na lang heen en weer gepraat, noemt de rozenkweeker een prijs, maar voegt er dadelijk aan toe, dat ge zijn beste olie eigenlijk ten geschenke krijgt. Eigenaardig is, dat de Oosterlingen een spatje van de masslow ook in den bokaal wijn doen, dien ze u aanbieden, en er zelfs magische kracht aan toeschrijven. Dan zeg gen zij zoo gemoedelijk tot u: „waarom gaat ge toch uit dit goede land, het land van de beroemde masslow, van radium, van genees krachtige bronnen, naar het hooge, kille noorden? Blijf toch hier, waar de mcnschen zoo oud worden als de aartsvaders en niet verzwakken; en als ze eindelijk toch den tol aan de Koning der verschrikkingen moe ten betalen, zonder krankte en smart heen gaan?" nen verrichten. Een blanke werkman doet in één uur m oschien evenveel als een Chinees in twee, maar laatstgenoemde werkt veel langer, en op het einde van don dag is hij den Europeaan ver vooruit. China is dan ook een van de best bebouw dc landen ter wereld. Niet het kleinste plekje grond, of de Chinees bouwt er wat op, en 1 niets gaat bij hem verloren. Neem bijvoorbeeld de Kowliang, de rijst van het noorden. Het gekookte graan vormt het hoofdvoedsel van de bevolking. Ook wordt er een geestrijk en zeer koppig vocht uit gestookt, de Sams hoe. Met de bladeren voedt men het vee; de tien voet lange en dikke stengels worden voor aller lei doeleinden gebruikt. Men maakt er de daken der huizen van, bouwt er bruggen moe, vlecht het tot matten en dergelijke, en zelfs de wortels gaan niet verloren, die wor den 's winters als brandstof benut! De Chineezen zijn misschien wel de beste groen'entelers ter wereld, en gedurende den korten maar zeer heeten zomer ontwoe keren zij wel drie oogsten aan den bodem. En gemakkelijk is de groentenkweek daar niet, want nu eens krijgt men teveel regen en Jan weder regent het soms gedurende maanden niet. Daarom delft de Chinees op het hoogste gedeelte van zijn tuin een put en graaft dan op vernuftige manier een zeer ingewikkeld samenstel van kleine dijkjes en kanaaltjes. Door hier een kanaaltje te ver stoppen en daar een dijkje te openen, kan hij naar willekeur ieder stukje van zijn tuin bevloeien. Het water wordt opgepompt door oen paard of ezel, welke geblinddoekt om den put loopen en een stang omdraaien, die een verticaal rad in beweging zet. Om dit rad loopt een eindclooze band, waaraan houten bakjes vastzitten. De onderste bakjes hangen in het water cn als ze gevuld boven komen storten zij dit water uit in een bak, \anwaar het naar de kanaaltjes loopt. Een reiziger in China zag zelfs eenmaal een put, waarbij op zeer vernuftige wijze een tak was aangebracht, welke na iedere omwente ling van het rad den rondloopenden ezel een t k gaf. Deze ezel die geheel zonder toezicht werkte, liep maar geduldig rond en rond, zeker denkende dat hij een mijlenlange reis moest ondernemen, en dat zijn meester hem iederen keer aanspoorde. Zelfs in strenge winters, als alle rivieren dicht zijn en de grond zoo hard is als een kei, kweekt de Chinees spinazie. De reus achtige kong of oven, die de helft van de kamer inneemt, wordt met een laagje aarde bedekt, cn de groente groeit er uitstekend op! Geduld en handigheid bezitten zij ook. Ziet maar eens welke kunstvoorwerpen zij uit bamboe, ivoor of jade kunnen snijden, en hoe zorgvuldig en artistiek het teere por- celein door hen beschilderd wordt. De Chineezen zijn in wezen vredelievend van aard. Het is een volk dat liefst alle twist en onaangenaamheid vermijdt.' De bur geroorlogen, die er voortdurend woeden, zijn geheel te wijten aan het rotte regeerings sflsel. Veel, zeer veel kan de bevolking ver dragen. Ze laat zich uitzuigen en bestelen, maar soms wordt de boog al te sterk gespan nen. Hoe zwaar het bewind op het volk drukt, bewijst de volgende anecdote, die wel iswaar stamt uit den tijd van hun grootcn Confucius, maar dat maakt weinig verschil voor een land, dat in wezen zoo onmerkbaar slechts evolueert. Toen Confucius eens met zijn discipelen het land doortrok, zag hij een vrouw, die bij een grafheuvel weende. Hij zond een van zijn volgelingen naar haar toe, om de reden daarvan te vragen. „Gij weent", zeic!o deze tot de vrouw, „als of gij in Uw leven smart op smart ondervon den hebt". „Dat is ook zoo", antwoordde zij. „Eerst werd mijn schoonvader hier door een tijger verscheurd, 'oen mijn man, en nu heeft mijn zoon hetzelfde lot getroffen". „Maar waarom", vroeg Confucius, „ver laat ge deze gevaarlijke streek dan niet?" „Omdat", was het antwoord, „er hier geen drukkende regeering is". Zich tot zijn volgelingen wendend zoide toen de groote wijsgeer: „Mijne kinderen ont houdt dit: Een drukkend regeeringssttlsel wordt nog meer gevreesd dan een verscheu rende tijger". Toen wij nog barbaren waren hadden de Chineezen het in de wetenschappen en de Kunsten reeds tot een respectabele hoogte gebracht. Zij drukten boeken, bereidden bus kruit en waren met het compas bekend lang voordat wij aan die dingen dachten. In het jaar 246 voor Christus bcstee( Ilwang-te, de eerste keizer van het vereenij de China, den troon. Zijn naam wordt ge- eerd omdat hij een van de reusachtigste werken, welke de menschheid ooit tot stand heeft gebracht, heeft doen houwen, namelijk den beroemden Grootcn Muur. Doch tevens wordt zijn naam gevloekt, omdat hij do Chineesche beschaving voor eeuwen terugga zet heeft. Hij wilde namelijk geheel met het oude stelsel van regoeren breken. Om dit te doen moest hij al de sporen van de wor ding en van de oudere geschiedenis van het rijk uitwisschen. Deze arbeid was even grootsch en geweldig, als toen hij langs de gelieele noordelijke grens van het land een muur bouwde om de Tartaren er buiten te houden. Hij gaf bevel dat al de boeken en geschriften, behalve die welke op gonees- kunde, landbouw en waarzeggerij betrekking hadden, moesten worden verbrand. Zijn bevel was zóó streng en werd met zooveel stiptheid uitgevoerd, dat in één slag een groot stuk Chineesche beschaving werd vernield. Het land werd in de duisternis der onwetendheid gehuld. Nicolo Paganini (geb te Genua, 1784. gest. te Nizza, in 1840) die de vorst der violisten werd genoemd, was een zonderling in zijn doen en laten. Door zijn kunst ver kreeg hij zulk een buitengewonen invloed op zijn auditorium, dat het hun was alsof zij droomden en verder kon hij de stoutste kunstgrepen op zijn instrument verrichten waardoor het zijn tijdgenooten toescheen, dat hij tooverde. Zijn magere gestalte; zijn bleek, becnig, langwerpig gelaat; zijn don kere, holle oogen en lange haren, verleen den zijn verschijning bovendien iets spook achtigs. Minder ontwikkelden werden er door in de waan gebracht dat hij van den booze was bezeten! De wijsgeer Kong Tse (Confucius). De geneeskunde in China is weinig an ders dan kwakzalverij. De meerderheid der gencesheeren is geheel onbekend met de in vvendige samenstelling van het menschelijk lichaam. Want een Chinees sterft veer lie ver, dan dat hij een operatie zou ondergaan Ontleedkunde wordt bijna als een heilig schennis beschouwd. Dit heeft een godsdien stige reden, en daarom vindt een Chinees, die ter dood wordt veroordeeld, het ook ver schrikkelijk, als de terechtstelling door ont hoofding plaats heeft. Als Chineezen zelf moord plegen en dit gebeurt vaak om de nietigste redenen doen zij dit dan ook altijd door middel van vergif, of door zich met een zijden draad te worgen. Paganini in de gevangenis. Ook thans nog worden er in Italië allerlei legenden van don grootcn Paganini verhaald. Daaronder is die van zijn gevangenschap wel de meest verbreide. Het volk, dat niet begreep hoe iemand uit een instrument als een viool zulke tonen kon halen en er zóó begoochelend op musicceren, beloonde den kunstenaar op alles behalve vereerende wijze Hem werd niets minder aangewreven, dan dat hij zijn vrouw had vermoord, en dat hij deze misdaad te Genua met vijftien jaar gevangenisstraf had geboet. In zijn kei kei- bleef hem toen geen andere troost dan zijn viool cn in zijn eenzaamheid zou hij daarop al die wonderlijke kunstgrepen hebben aan geleerd. De cipier zou bovendien geweigerd hebben hem nieuwe cnaren te verschaffen, toen er een drietal gesprongen waren. De arme Paganini moest zich toen met de enkele G snaar behelpen, hetgeen de ooizaak zou zijn, dat hij het in het spelen op die eene snaar zoover had gebracht. De gevangenis zou dus het conservatoire zijn geweest, waar Paganini volleerd was geworden! De wereld bekommerde zich noch tans, evenmin als de kunstenaar zelf, om dat verzinsel. Zij overstelpte hem op zijn kunst reizen met kransen en eerbewijzen en of schoon hij soms in één enkelen nacht aan de speeltafel een fortuin verkwistte, liet hij bij zijn dood een vermogen van milliocnen na. Niet altijd was het hem echter voor den wind gegaan, zooals de volgende anecdote illustreert. Het gelald van den ezaL Te Farrara wist Paganini slechts op het kantje af aun de woede vun een volksmenig te te ontsnappen. Terwijl hij daar ter ste de een concert gaf werd er in de zaal af- keurend gefloten. Dit deed hem zóó in woede ontsteken, dat hij niet kon nalaten, zich op deze ongemanierde toehoorders te wreken. Nadat hij zijn programma had afgewerkt, stelde hij zijn auditorium voor, de geluiden van verschillende dieren na te bootsen. Dit vond algemeen instemming. Eerst vertolkte de virtuoos op de viool diverse vogelgelui den, het gemiauw van een poes, het blaffen van een hond, enz. Toen trad hij plotseling een paar passen naar voren en riep u t: „Questo per quclli che han fischiato". (Dit is voor hen die floten) en dadelijk daarop hoorde men het gebalk van een ezel. Als één man sprong de zaal overeind en be stormde woedend het podium. Waarschijn lijk zou dit den violist het leven hebben gekost, zoo hij niet kans had gezien zich ijlings uit de voeten te maken. Men moet ter verklaring van een en ander weten, dat de inwoners \ati Ferrara de ver velende reputatie hadden van ongemeen dom te zijn. Zij konden zich niet buiten hun vaderstad begeven of werden met een spot tend „hi-ah" begroet. Paganini heeft zich vermoedelijk wel ge wacht, ooit opnieuw voor hen op te treden!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10