CHINA EH Di CHIN
jlb ft
zzz&yiyiw&iïft
In Bulgarije's Rozenvallei
Anecdoten over Paganini
China is altijd voor ons Hollanders, en
voor ons niet alleen, een soort van wonder
land geweest, waarvan men zich geen dui
delijke voorstellingen kan maken, ook al
leest men er nog zooveel over. Zijn geschie
denis, kunst, godsdienst en zeden bevatten
een overvloed van dingen, welke wij niet
kunnen doorgronden, en zoo is het eveneens
met zijn taal en zijn maatschappelijk leven.
Hei woord „chinoiserie", dat zooveel wil
zeggen als onpractisch, kleingeestig, mal ge
doe, is wel een typisch blijk van ons onver
mogen, om de Chineesche ziel te begrijpen.
Om te beginnen: als een Chinees het
eenigszins doen kan, zal hij van de waar
heid geen gebruik maken, daarmee komt hij
eerst voor den dag, als de omstandigheden
hem verdere „diplomatie" onmogelijk ma
ken. Dan laat hij den leugen varen, doch hij
doet dit met tegenzin, en onder protest. Een
Chinees gaat ook nimmer recht op zijn
doel af, dat hebben zij nog nooit gedaan en
dat zullen zij ook nooit doen.
Een mandarijn zal u bijvoorbeeld een be
zoek komen brengen. Hij zet zich neder, de
thee wordt rondgediend, en het gesprek
neemt een aanvang. Beiden weet ge, hij en
u, het doel van zijn komst, maar daarover
valt geen woord. Mis -chien praat ge samen
een uur lang over alle mogelijke dingen,
over het weer, over dit en over dat, maar
over de zaak, waarover hij in werkelijkheid
wil spreken, word' geen woord gerept. Ein
delijk, na een eindeloos gedraai, en nadat hij
vergeefs gehoopt heeft, dat gij er over zoudt
spreken, begint hij het onderwerp aan te
roeren. Dan zijt ge echter nog niet veel ver
der, want het spreekwoord tijd is geld is in
bijna alle landen bekend, behalve in China.
„Neem het leven gemakkelijk", zeggen zij.
„alles komt, als men maar wacht". Lijkt
dat ook niet de houding van de zoogenaam
de „Pinda-Chineezen", die thans in vele
steden en dorpen van ons vaderland hun
koekjes verkoopen?
Uw mandarijn zal, als hij eenmaal zijn
onderwerp heeft aangesneden, ieder woord
dat hij gaat zeggen wikken en wegen. Hij
geeft geen directe antwoorden, ja of neen.
draait gedurig om de zaak heen, en als hij
"ïndelijk weggaat, heeft hij u nog niets bc-
iaalds gezegd, doch zelf heeft hij alles ver-
ïomen, wat hij weten wilde.
De Chinees houdt erg van gemak, en ver
mijdt daarom liefst zooveel mogelijk alle
twist en onaangenaamheden. Dit ziet men al
aanstonds uit zijn oordeel omtrent wie een
goed en wie een slecht mensch is. Zijt ge
bijvoorbeeld vol energie, zet ge uw wil door.
voert ge verbeteringen in, dan zijt ge een
slecht mensch, en zoo ge daarbij nog driftig
zijt, is er geen naam slecht genoeg voor u
Zijt ge daarentegen iemand, die alles maar
op zijn beloop laat, die in plaats van tegen
den stroom in te zwemmen daarmede af
drijft, dan hebt ge het Chineesche hart ge
wonnen, en overal noemt men u een goed
De godsdienstige opvattingen spelen
wellicht hierin een rol, vooral het tao-ideaal
van Laotse, dat dieper is doorgedrongen in
de Chineesche ziel, .dan men oppervlakkig
zou meenen.
Zooals gezegd, liegen is in China heel al
gemeen, evenals stelen. Deze eigenschappen
z'tten zoo in het karakter, dat men een Chi
nees ten hocgs'e zou verbazen als men hem
oneerlijkheid verweet. „Oneerlijk?" zou hij
verwonderd vragen. „Iedereen doet het, zijn
we dan allemaal oneerlijk?"
Zooiets moet ook een Chinees gezegd heb
ben toen een Europeaan hem vertelde dat
de Japanners overal overwinningen op de
Chineezcn behaald hadden, terwijl men of
ficieel het tegendeel beweerde. „Zijn we dan
allemaal leugenaars?" vroeg hij op een half
verontwaardigden, half droevigen toon.
Een voor den Europeaan zeer lastige ka
raktertrek, waarover ook de zendelingen in
China kunnen meespreken, is hun overgroo-
te nieuwsgierigheid. Wie wat dieper het land
intrekt wordt overal door een bende gevolgd,
en zoo ge te voet zijt dringt men zich om u
heen en betast alles, uw kleeren, uw laar
zen en uw huid. Treedt ge een herberg bin
nen «.n denkt ge eindelijk alleen in uw ka
mer te zijn, dan hebt ge het glad mis. In
een oogenblik hebben lallooze vingers kijk
gaten in de papieren ramen gestoken, en al
uw handelingen worden op het nauwkeu
rigst bespied.
Met rekenen is de Chinees bijzonder vlug.
Zij doen dit of uit het hoofd, of gebruiken
een houten raampje, ongeveer een voet lang
en een halven voet breed In dit raampje zit
ten ijzeren draden, en aan iederen draad
zijn zeven ronde houten klosjes geregen, die
zeer gemakkelijk verschoven kunnen worden
Zij deelen, vermenigvuldigen enz. door de
balletjes op een zekere manier op en neer
te schuiven, en krijgen het juiste antwoord
veel sneller dan wij het op papier kunnen
doen. Ook in de Chineesche winkels en eet
huizen, welke men in de Chineezenwijk te
Rotterdam aantreft, kan men hen met dit
soort telramen zien manipuleeren.
Terwijl China in vervlogen eeuwen heel wat
vernuftige uitvindingen heeft gedaan lijkt
het wel, o. de tegenwoordige Chinees niet in
staat is om iets groots tot stand te brengen.
Iets geheel nieuws geheel alleen uitvoeren,
kunnen zij niet, maar is iets eenmaal ge
maakt, dan kunnen ze het heel handig na
maken. Namaken, dat is hun sterke punt
blijkbaar, en daar toonen zij zich niees'ers in.
Iemand te Hongkong, zoo vertelt men, gaf
eens een wit linnen broek aan een Chinee.-
en vroeg hem, er twaalf van hetzelfde soort
bij te maken. De broeken weiden afgeleverd
en waren uitstekend, dezelfde snit als het
oude exemplaar, niet de geringste afwijking
Maar ongelukkigerwijze was de oude broek
gescheurd geweest en weer hersteld, en ziet,
Bladzijde uil Lao-Tse: Tao-te-king.
de slimme Chinees had al de nieuwe broe
ken op diezelfde manier gescheurd en toen
weer genaaid!
Men stelt gewoonlijk de Chineezen als
wreed voor. Toch houden zij veel van bloe
men, vogel? en kleine kinderen, en vast
staat, dat nooit een Chinees een dier nut
teloos zal dooden. Iemand die in China reisde
in gezelschap van een mandarijn ontmoette
plotseling ee slang, die voor zijn voeten op
sprong. Hij wilde haar dadelijk met zijn
zweep dooden, maar de mandarijn hield zijn
arm tegen. „Wat", riep de Europeaan uit,
„zal ik dat ondier laten ontsnappen? Het had
ons wel kunnen bijten!"
„Als het u gebeten had", gaf de Chinees
ten antwoord, „dan hadt ge het kunnen doo
den, maar het heeft u geen kwaud gedaan,
en vergeet niet dat ge een dier wel het leven
ontnfinen kunt, maar niet geven. Het brengt
ongeluk, een dier zonder noodzaak te dou-
Dat de Chineezen uiterst ijverig zijn is
algemeen bekend. De acht-urcn-dag is den
Chinees geheel vreemd, hij werkt van den
vroegen morgen tot den latin avond. Niet
dat zij zoo hard werken, of zich reppen bij
den arbeid, dat doet een Chinees nooit, hij
gaat rustig en gelijkmatig zijn gang, en het
is verbazend hoeveel arbeid zij per dag kun
door Dr. M. H. A. v. d. V.
zijden omringd is door bergen) en de vallei
van Rahmanlari (Bulgarije) vandaan, en
toch komt mij de intense, zoete, ietwat be
dwelmende, maar welriekende geur der ro
zen tegemoet. Ik nader het wereldberoemde
land der rozenkweekerijen.
Het zijn niet de zorgzaam gekweekte ro
zen van Boskoop, die zoo gewild zijn, vooral
yóór de wereldcrisis, bij name in Amerika,
1.300 voet, op de hellingen van den kleinen
Balkan 3.700 voet, en bij den noordelijken
keten zelfs 5.G00 voet, terw'jl in 180 dorpen
en gehuchten de rozencultuur de bevolking
het eigenlijk middel van bestaan geeft, zoo
dat er in de beste jaren rond 21.000 eigena
ren van rozenvelden in Bulgarije waren.
Wanneer dc rozen in bloei staan, ongeveer
1 tot 15 Mei de laatste oogst komt half
Juni binnen komen er handen te kort
onder de duizenden, die zich op de kweeke-
rijen bevinden, daar de pluk alleen kan ge
schieden van zonsopgang tot 's morgens 9
uur, daar de daarna geplukte rozen door het
intense schijnen der zon, haar geur verlie
zen, en minder olie bevatten.
De vrouwen en meisjes plukken .terwijl de
mannen met hunne plompe ossenkarren de
geplukte bloemen wegrijden naar de pers-
bakken. Het is er dan reeds aardig warm,
wijl de Balkanbergen de noordelijke en oos
telijke winden geheel afsluiten, hoewel dat
zelfde gebergte er eveneens voor zorgt, dat
de regenwolken niet wegdrijven, maar zoo
nu en dan zich ontlasten, en de onafzienbare
rozenakkers besproeien. Valt er echter te
veel regen in het vroege voorjaar, dan ver
oorzaakt zij koude en vroegtijdigen afval
der rozenbladeren, en mislukt de oogst
Maar bij de stralende zon, als alles mede
werkt om een grootcn oogst binnen te halen,
dan hoort men in dit schilderachtig gelegen
dal ,een paradijs gelijk, overal heen jube
len: alles zingt, klein en groot, boer en werk
volk; het doet denken aan den wijnoogst in
de Rijnlanden en elders.
En toch is het zingen der Bulgaren heel
anders dan bij de wijnoogsten in Duitsch-
land en Frankrijk. De eeuwenlange onder
drukking, vooral door de Turken, die zelfs
zoo ver ging, dat men in Bulgarije geen ker
ken met torens en klokken mocht bouwen,
en de onafgebroken pogingen om zich vrij
te maken, heeft diepe voren in het Bul-
gaarsch karakter gegrift: het volk is feite
lijk hard als metaal, taai, onwrikbaar, zelf
bewust, asthoudend, gesloten, wantrouwig,
matig (de Bulgaar vloekt niet en drinkt
niet, en heeft dit spreekwoord: „die op cre-
Butgaarsche schoone.
waar menigeen zijn tuin er mede versiert,
en met trots aan familie en kennissen zegt,
dat het „the roses of Boscoep" zijn; neen,
de Bulgaarsche rozen zijn niet groot van
stuk, en worden ook niet gekweekt om de
rozen of struiken zei ven, maar alleen om
het winnen der rozenolie.
De zoo gezochte Bulgaarsche rozen zijn
juist klein van stuk, en hoewel er witte, ge
le en rose bij zijn, hebben ze toch de over
wegend donkerroode kleur, zoodat, zoover vto_
het oog zien kan, alles met een rood waas drinkt, bedrinkt zich dubbel!"), ijverig,
schijnt overtogen te zijn, tot zelfs de vogels, intelligent, moreel, religieus, spaarzaam tot
die in menigte over de rozenstruiken heen- igjgpjg toe, democratisch,
scheren. En daarom hoorde ik niet alleen in de
De rozen, waarvan men de echte rozenolie vallei van Rahmanlari, maar bij een auto-
bereidt, kunnen alleen in Bulgarije groeien, tochl in het 1G0 hectaren groote park van
en ook slechts in een klein deel van het ],et koninklijk lustslot (het Vranja-paleis),
land. YVel heeft men rozenkweekerijen in voora| jn jen middagtijd, als er rust wordt
Grasse in Frankrijk, en ook in den omtrek genomen, op echt melancholische wijze zin
van Konia in Anatolie (Klein-Azië) en in gerli vaak begeleid door guitaar en doedel-
Perzië, maar de allerbeste rozenolie wordt zag verzen als deze:
alleen bereid van rozen, welke in de Bul-
De dood verstoort, vernietigt,
De dood houdt voor niets stand;
Het leven zelfs voor hem vlucht
De dood heeft het geveld.
Doch wat op aardebreedten,
Ons dierbaar was en waard,
YVordt reeds gedurende het leven
Door het leven zelf verstoord.
districten van Stara-Zagara, Kar-
lowo cn Plodiv, tot aan de zuidelijke hellin
gen van den Balkan groeien, met Sredna-
Cora, den zoogenaamden kleinen Balkan in
begrepen.
Nog in 1912, toen de rozenkweekerijen in
Bulgarije het grootst in aantal waren, om
vatte het met rozen beplante gebied 10.000
hectaren, ter lengte van 80 en ter breedte
.van 50 mijlen.
Van de geplukte rozen nu krijgt men het
water, de olie en de was.
Het rozenwater bekomt men door de per
sing der bladeren in de persbakken. Men
laat na de persing het water eerst een kor
ten tijd staan, en schept er dan de olie af.
die de Bulgaren mass low noemen, dat ik
het best kan vertalen door rozenboter
die echter in onverdunden toestand niet te
gebruiken is. De was krijgt men door hei
zorgvuldig afschrappen der vingers van de
pluksters met een vlijmscherp mesje.
Eén hectare, beplant met rozen. levert on
geveer 3000 kilo rozenbladeren op van drie
millioen rozen, die te samen niet meer ge
ven dan één enkel kilo kostbare rozenolie
in geheel Bulgarije plm. 2000 kilo per jaar
hoewel vooral sedert 1912 de voornaamste
rozenkweekers door oprichting cn verbete
ring van fabrieken, en door het in dienst
nemen van bekwame scheikundigen, het ge
win grooler hebben gemaakt. Het Landbouw
kundig proefstation te Sofia heeft thans een
Staatsproefveld te Kajanlik aangelegd, met
een chemisch laboratorium, waar gedurende
den geheelen bloeitijd der rozen de analyse
der oliën naar herkomst van klimaat en
grondsoort, wordt verricht
In Bulgarije kan men in sommige winkels
cn ook in de hotels van de portiers de ech'e
rozen-essence koopen, maar beter Is het ze
van Ie boeren zelve te betrekken.
De boer lraagt den sleutel van de kast In
zijn woning, waar de waardevolle olie is op
geborgen, steeds bij zich, namelijk op zijn
bloote lijf, en zou dien voor geen geld aan
een zijner huisgenootcn afstaan. Het gaat
echter niet zoo gemakkelijk om de rozenolie
van hem te koopen, daar er heel wat tijd
verloren gaat, eer men het over den prijs
eens is geworden. Alles gaat er nog zoo ty
pisch Oostorsch naar toe, als eeuwon gele
den, en herinnert in alles aan de geschiede
nis van het koopen door Abraham van de
zonen Heths van de spelonk Machpéla, met
den daarbij behoorenden akker, Gen. 233
Komt men immers bij een Bulgaarschcn
boer om rozenolie te koopen, dan neemt hij
al den schijn aan, alsof gij alles van hem
ten geschenke krijgt. Al vraagt gij herhaal
delijk naar den prijs, hij kikt er niet over,
maar doet niets anders dan den lof uit
bazuinen van zijn voortreffelijke rozenolie.
Hij maakt volstrekt nog geen mines om den
sleutel van zijn borst te nemen, en de zoo
begeerde essence uit de kast te halen. Hij
wacht net zoolang, tot dat zijn vrouw, die
dan evenals hij, zich op zijn Zondags hoeft
uitgedoscht ook de kinderen, vooral als
men denkt met een serieuzen kooper te doen
te hebben, die heel wat zal koopen de
j heerlijke mokka heeft klaar gemaakt, en u
die toedient met sladko (zoete, ingelegde
vruchten) salami (worst van ezels), ge
droogd schapenvleesch, enz., terwijl de eene
na de andere voortreffelijke sigaret, zooals
nergens ter wereld, u wordt aangeboden.
De boer wacht maar steeds, totdat gij een
bod doet, dat hij vanzelf eerst bespottelijk
laag in prijs vindt, noemt echter zelf nog
geen prijs, maar gaat steeds door zijn olie
boven alles te verheerlijken, waarbij gij, als
ge in de bijbel thuis zijt, onwillekeurig denkt
aan het woord: „Uwe oliën zijn goed tot
reuk; Uw naam is eene olie, die uitgestort
wordt", Hoogl. 13
Eindelijk, na lang heen en weer gepraat,
noemt de rozenkweeker een prijs, maar
voegt er dadelijk aan toe, dat ge zijn beste
olie eigenlijk ten geschenke krijgt.
Eigenaardig is, dat de Oosterlingen een
spatje van de masslow ook in den bokaal
wijn doen, dien ze u aanbieden, en er zelfs
magische kracht aan toeschrijven. Dan zeg
gen zij zoo gemoedelijk tot u: „waarom gaat
ge toch uit dit goede land, het land van de
beroemde masslow, van radium, van genees
krachtige bronnen, naar het hooge, kille
noorden? Blijf toch hier, waar de mcnschen
zoo oud worden als de aartsvaders en niet
verzwakken; en als ze eindelijk toch den
tol aan de Koning der verschrikkingen moe
ten betalen, zonder krankte en smart heen
gaan?"
nen verrichten. Een blanke werkman doet in
één uur m oschien evenveel als een Chinees
in twee, maar laatstgenoemde werkt veel
langer, en op het einde van don dag is hij
den Europeaan ver vooruit.
China is dan ook een van de best bebouw
dc landen ter wereld. Niet het kleinste plekje
grond, of de Chinees bouwt er wat op, en 1
niets gaat bij hem verloren.
Neem bijvoorbeeld de Kowliang, de
rijst van het noorden. Het gekookte graan
vormt het hoofdvoedsel van de bevolking.
Ook wordt er een geestrijk en zeer koppig
vocht uit gestookt, de Sams hoe. Met de
bladeren voedt men het vee; de tien voet
lange en dikke stengels worden voor aller
lei doeleinden gebruikt. Men maakt er de
daken der huizen van, bouwt er bruggen
moe, vlecht het tot matten en dergelijke, en
zelfs de wortels gaan niet verloren, die wor
den 's winters als brandstof benut!
De Chineezen zijn misschien wel de beste
groen'entelers ter wereld, en gedurende
den korten maar zeer heeten zomer ontwoe
keren zij wel drie oogsten aan den bodem.
En gemakkelijk is de groentenkweek daar
niet, want nu eens krijgt men teveel regen
en Jan weder regent het soms gedurende
maanden niet. Daarom delft de Chinees op
het hoogste gedeelte van zijn tuin een put en
graaft dan op vernuftige manier een zeer
ingewikkeld samenstel van kleine dijkjes en
kanaaltjes. Door hier een kanaaltje te ver
stoppen en daar een dijkje te openen, kan
hij naar willekeur ieder stukje van zijn tuin
bevloeien. Het water wordt opgepompt door
oen paard of ezel, welke geblinddoekt om
den put loopen en een stang omdraaien,
die een verticaal rad in beweging zet. Om
dit rad loopt een eindclooze band, waaraan
houten bakjes vastzitten. De onderste bakjes
hangen in het water cn als ze gevuld boven
komen storten zij dit water uit in een bak,
\anwaar het naar de kanaaltjes loopt. Een
reiziger in China zag zelfs eenmaal een put,
waarbij op zeer vernuftige wijze een tak
was aangebracht, welke na iedere omwente
ling van het rad den rondloopenden ezel een
t k gaf. Deze ezel die geheel zonder toezicht
werkte, liep maar geduldig rond en rond,
zeker denkende dat hij een mijlenlange reis
moest ondernemen, en dat zijn meester hem
iederen keer aanspoorde.
Zelfs in strenge winters, als alle rivieren
dicht zijn en de grond zoo hard is als een
kei, kweekt de Chinees spinazie. De reus
achtige kong of oven, die de helft van de
kamer inneemt, wordt met een laagje aarde
bedekt, cn de groente groeit er uitstekend op!
Geduld en handigheid bezitten zij ook.
Ziet maar eens welke kunstvoorwerpen zij
uit bamboe, ivoor of jade kunnen snijden,
en hoe zorgvuldig en artistiek het teere por-
celein door hen beschilderd wordt.
De Chineezen zijn in wezen vredelievend
van aard. Het is een volk dat liefst alle
twist en onaangenaamheid vermijdt.' De bur
geroorlogen, die er voortdurend woeden,
zijn geheel te wijten aan het rotte regeerings
sflsel. Veel, zeer veel kan de bevolking ver
dragen. Ze laat zich uitzuigen en bestelen,
maar soms wordt de boog al te sterk gespan
nen. Hoe zwaar het bewind op het volk
drukt, bewijst de volgende anecdote, die wel
iswaar stamt uit den tijd van hun grootcn
Confucius, maar dat maakt weinig verschil
voor een land, dat in wezen zoo onmerkbaar
slechts evolueert.
Toen Confucius eens met zijn discipelen
het land doortrok, zag hij een vrouw, die
bij een grafheuvel weende. Hij zond een van
zijn volgelingen naar haar toe, om de reden
daarvan te vragen.
„Gij weent", zeic!o deze tot de vrouw, „als
of gij in Uw leven smart op smart ondervon
den hebt".
„Dat is ook zoo", antwoordde zij. „Eerst
werd mijn schoonvader hier door een tijger
verscheurd, 'oen mijn man, en nu heeft mijn
zoon hetzelfde lot getroffen".
„Maar waarom", vroeg Confucius, „ver
laat ge deze gevaarlijke streek dan niet?"
„Omdat", was het antwoord, „er hier geen
drukkende regeering is".
Zich tot zijn volgelingen wendend zoide
toen de groote wijsgeer: „Mijne kinderen ont
houdt dit: Een drukkend regeeringssttlsel
wordt nog meer gevreesd dan een verscheu
rende tijger".
Toen wij nog barbaren waren hadden de
Chineezen het in de wetenschappen en de
Kunsten reeds tot een respectabele hoogte
gebracht. Zij drukten boeken, bereidden bus
kruit en waren met het compas bekend lang
voordat wij aan die dingen dachten.
In het jaar 246 voor Christus bcstee(
Ilwang-te, de eerste keizer van het vereenij
de China, den troon. Zijn naam wordt ge-
eerd omdat hij een van de reusachtigste
werken, welke de menschheid ooit tot stand
heeft gebracht, heeft doen houwen, namelijk
den beroemden Grootcn Muur. Doch tevens
wordt zijn naam gevloekt, omdat hij do
Chineesche beschaving voor eeuwen terugga
zet heeft. Hij wilde namelijk geheel met het
oude stelsel van regoeren breken. Om dit
te doen moest hij al de sporen van de wor
ding en van de oudere geschiedenis van het
rijk uitwisschen. Deze arbeid was even
grootsch en geweldig, als toen hij langs de
gelieele noordelijke grens van het land een
muur bouwde om de Tartaren er buiten te
houden. Hij gaf bevel dat al de boeken en
geschriften, behalve die welke op gonees-
kunde, landbouw en waarzeggerij betrekking
hadden, moesten worden verbrand.
Zijn bevel was zóó streng en werd met
zooveel stiptheid uitgevoerd, dat in één slag
een groot stuk Chineesche beschaving werd
vernield. Het land werd in de duisternis
der onwetendheid gehuld.
Nicolo Paganini (geb te Genua, 1784.
gest. te Nizza, in 1840) die de vorst der
violisten werd genoemd, was een zonderling
in zijn doen en laten. Door zijn kunst ver
kreeg hij zulk een buitengewonen invloed
op zijn auditorium, dat het hun was alsof
zij droomden en verder kon hij de stoutste
kunstgrepen op zijn instrument verrichten
waardoor het zijn tijdgenooten toescheen,
dat hij tooverde. Zijn magere gestalte; zijn
bleek, becnig, langwerpig gelaat; zijn don
kere, holle oogen en lange haren, verleen
den zijn verschijning bovendien iets spook
achtigs. Minder ontwikkelden werden er
door in de waan gebracht dat hij van den
booze was bezeten!
De wijsgeer Kong Tse (Confucius).
De geneeskunde in China is weinig an
ders dan kwakzalverij. De meerderheid der
gencesheeren is geheel onbekend met de in
vvendige samenstelling van het menschelijk
lichaam. Want een Chinees sterft veer lie
ver, dan dat hij een operatie zou ondergaan
Ontleedkunde wordt bijna als een heilig
schennis beschouwd. Dit heeft een godsdien
stige reden, en daarom vindt een Chinees,
die ter dood wordt veroordeeld, het ook ver
schrikkelijk, als de terechtstelling door ont
hoofding plaats heeft. Als Chineezen zelf
moord plegen en dit gebeurt vaak om de
nietigste redenen doen zij dit dan ook
altijd door middel van vergif, of door zich
met een zijden draad te worgen.
Paganini
in de
gevangenis.
Ook thans nog worden er in Italië allerlei
legenden van don grootcn Paganini verhaald.
Daaronder is die van zijn gevangenschap
wel de meest verbreide. Het volk, dat niet
begreep hoe iemand uit een instrument als
een viool zulke tonen kon halen en er zóó
begoochelend op musicceren, beloonde den
kunstenaar op alles behalve vereerende wijze
Hem werd niets minder aangewreven, dan
dat hij zijn vrouw had vermoord, en dat
hij deze misdaad te Genua met vijftien jaar
gevangenisstraf had geboet. In zijn kei kei-
bleef hem toen geen andere troost dan zijn
viool cn in zijn eenzaamheid zou hij daarop
al die wonderlijke kunstgrepen hebben aan
geleerd. De cipier zou bovendien geweigerd
hebben hem nieuwe cnaren te verschaffen,
toen er een drietal gesprongen waren. De
arme Paganini moest zich toen met de enkele
G snaar behelpen, hetgeen de ooizaak zou
zijn, dat hij het in het spelen op die eene
snaar zoover had gebracht.
De gevangenis zou dus het conservatoire
zijn geweest, waar Paganini volleerd was
geworden! De wereld bekommerde zich noch
tans, evenmin als de kunstenaar zelf, om dat
verzinsel. Zij overstelpte hem op zijn kunst
reizen met kransen en eerbewijzen en of
schoon hij soms in één enkelen nacht aan de
speeltafel een fortuin verkwistte, liet hij bij
zijn dood een vermogen van milliocnen na.
Niet altijd was het hem echter voor den
wind gegaan, zooals de volgende anecdote
illustreert.
Het gelald van den ezaL
Te Farrara wist Paganini slechts op het
kantje af aun de woede vun een volksmenig
te te ontsnappen. Terwijl hij daar ter ste
de een concert gaf werd er in de zaal af-
keurend gefloten. Dit deed hem zóó in woede
ontsteken, dat hij niet kon nalaten, zich op
deze ongemanierde toehoorders te wreken.
Nadat hij zijn programma had afgewerkt,
stelde hij zijn auditorium voor, de geluiden
van verschillende dieren na te bootsen. Dit
vond algemeen instemming. Eerst vertolkte
de virtuoos op de viool diverse vogelgelui
den, het gemiauw van een poes, het blaffen
van een hond, enz. Toen trad hij plotseling
een paar passen naar voren en riep u t:
„Questo per quclli che han fischiato". (Dit
is voor hen die floten) en dadelijk daarop
hoorde men het gebalk van een ezel. Als
één man sprong de zaal overeind en be
stormde woedend het podium. Waarschijn
lijk zou dit den violist het leven hebben
gekost, zoo hij niet kans had gezien zich
ijlings uit de voeten te maken.
Men moet ter verklaring van een en ander
weten, dat de inwoners \ati Ferrara de ver
velende reputatie hadden van ongemeen
dom te zijn. Zij konden zich niet buiten hun
vaderstad begeven of werden met een spot
tend „hi-ah" begroet.
Paganini heeft zich vermoedelijk wel ge
wacht, ooit opnieuw voor hen op te treden!