DINSDAG 14 FEBRUARI 1933 Per BINNENLAND ROODE KNOEIERIJ ZONDERLINGE CONCLUSIES UIT ANETA-TELEGRAMMEN Met de verkiezingen in zicht welke de boc.-democraten liever in Juni dan op korte, termijn houden, is het nuttig acht te slaan op de kronkelingen in de roode pers; al verklaren we bij voorbaat, dat de roode ka- Jddoscoop zoó snel draait, dat wij het niet hij kunnen houden. We wijzen even op het feit, dat de roode pers in de spannende uren, toen de eerste berichten over de gesmoorde muiterij bin nen kwamen, in elke nieuwe editie andere schreeuwende koppen boven haar opruiende artikelen plaatste. Eerst heette het: de mui ters geven zich over; daarna: een bom richt onheil aan; en vervolgens: het schacidstuk is volbracht Daar bleef het bij. Het toppunt der demagogie was bereikt Maar nu moet men zien welke zonder linge conclusies de redactie der roode pers tut de Aneta-telegrammen trekt Uit het ge sprek met luitenant die Vos van Steenwijk seinde dit persbureau eerst: Eindelijk kwam dan vanmorgen het es kader in zicht Wij begrepen niet, wat het wilde doch toen wij de vliegtuigen zagen komen, ver wachtten wij. dlat er een waarschuwings- bom zou worden gegooid. Zulk een bom werd echter n:et verwacht door de mui ters. die in de meening verkeerden, dat er rustig zou kunnen worden onderhan deld. De naderende strijdmachten wekten daardoor eerder spot dan angst. De muiters verkeerden in de mcening, dat thans het moment tot het stellen van hun eischen eerst recht gekomen was. Op dit moment viel de bom. Hiermede was de historie ineens ten einde Later kwam er een aanvulling In de tweede alinea moest gelezen worden: Zulk een bom werd echter niet ver wacht door de muiters, die doordat een hunner opzettelijk het eskader-persbe richt had aangevuld met den waarborg dat men zich van actie zou onthouden, blijkbaar in <ïe meening verkeerden, dat er rustig zou kunnen worden onder handeld. Dit is duidelijk. Een muiter had opzette- J ^zlJn makkers voorgelogen. Doch de roodie pers zegt het dn deze woorden: Zulk een bom werd echter niet verwach1 door de muiters, die door het opzet, tel ij k door een hunne'r van den waarbor'g van zich van actie te onthouden voorz'iene aan vulling van he't eskader-pers bericht, blijkbaaT in de meening ver keerden, dat er rustig zou kunnen wor den onderhandeld. Wat wij spatieerden ls eenvoudig onzin. .Niemand kan het begrijpen. Later wordt het iets duidelijker. Dan her haalt de roode pers over de Vos van Steen- wijk: Hij ha<f eigenlijk nfet aanstonds een aanval verwacht. Wel had hij begrepen, dat er iets zou gebeuren en dat wel on danks het verhaal dat de ronde deed aan boord van „De Zeven rrovPnciën en waa'rbij de mui ters lachend de meening hadden uitge sproken, dat ze w e 1 stellig buiten schot zouden blijven. En op deze onduidelijke voorlichting bouwt de redactie dan in een artikel die volgende critiek. Schijnbaar op grond van de Aneta-telegrammen wordJt met vette letters verzekerd, dat niemand minder dan een der aan boord van „De Zeven Provinciën" ver toevende zee-officieren, de baron De Vos van Steenwijk, verklaard heeft, niet aanstonds een aanval te hebben verwacht En daarop volgt dam Waar blijven de burgerlijke pershelden nu, die van achter hun schrijftafel decre teren, dat het niet anders kon? Ziehier de verklaring van een marine-deskundige zélf, dat hij niet had kunnen Ver wachten, diat men zoo v'an leer zou trekken. Inderdaad, het is teekeneod! Wie ech ter het relaas verder leest, zal bespeuren, dat ook de muitende bemanning geen oogenblik in de vreonderstelling heeft ge leefd, dat zooiets zou geschieden. Hieruit blijkt wel heel duidelijk, dat het plicht ware geweest den muitere, die in hun o n noozelheid niets begrepen van het geen te gebeuren stond trouwens ook die baron De Vos van Steenwijk stond er precies zoo tegenover door overre- d i n g tot een juister besef van de werke lijkheids verhoudingen te brengen En later heet het d&nr „In elk geval had het niet mogen ge beuren, dat het schip met een bom werd bestookt, terwijl de opvarenden in de veronderstelling verkeerden, dat nog zou kunnen worden onderhandeld. Dat dit den muiters niet voldoende duL delijk is gemaakt, herleidt het gebeurde tot een, in den waanzin van het oogen blik bedreven, ordinaire moordpartij. Zie zoo, het kunststuk is volbracht en het schandstuk ook, om het eskader aan sprakelijk te stellen voor de misleiding, wel die muiters van hun vrienden ontvingen. Want die roode pers zelf geeft toe, zij het in duistere zinnen, ddt de muiters voldoendp gewaarschuwd zijn. Maar zij, die eerst „be wuste" mariniers waren, heeten nu on- noozelen. BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD TWEEERLEI MAATSTAF Wij böbben een paar weken geleden in den Raad een discussie gevoerd over een de monstratie van de communisten die uit eengeslagen was. Volgens den communisti schen interpellant was de politie provocce- rend opgetreden en eigenlijk uitsluitend ver antwoordelijk voor de moeilijkheden. Het is altijd weer hetzelfde lied, dat vroe ger wel eens door de soc.-dem werd ge zongen, en dat tegenwoordig door de commu nisten met een zekere eentonigheid woi*d her haald. Wij hebben echter den indruK dat een communistische demonstratie die een rustig verloop heeft, in Moskou maar matig zou worden gewaardeerd. Het is eigenlijk wel een eigenaardige men taliteit. Wij hadden deze week een vergade ring van Fascisten. Voor den ingang van het gebouw een stel joelende en schreeu wende communisten en wat daar voor door gaat, jonge menschen nog niet droog ach ter de ooren en menschen die overal in Amsterdam op het appèl zijn. Als er maar het een of ander standje is. De rustige vergadering-bezoekers werden al evenzeer gehinderd als de uit Utreaht ge- importeerde ziwarthemden en politieke per sonen, die principieel ver van het fascisme staan, werden evenzeer gehoond als de men schen, die van hun recht als vrije burgers gebruik maakten om den heer Mussert te hooren. Men moet echter niet gelooven, dat dit in 5 roode en allerroodste pers, provocatie is. Integendeel de menschen, die willen vergade ren, die een bepaalde richting zijn toegedaan, r een richting, die de revolutionaire hee- ren hindert, dat zijn juist de menschen die provoceerend werken op de zwakke zenuwen der Moscovieten en hunne vrienden. Natuurlijk wanneer de communisten verga deren en fascisten zouden voor het verge- derlokaal joelen dan zou het anders zijn Dan was er provocatie. Dan zouden de com munisten een geluid hebben laten hooren als varken dat geslacht wordt. Dan was een heel blad noodig om de agenten provocateurs aan de schandpaal te nagelen. Als een eenzame fascist bij het uitloopen van een roode meeting, zijn lectuur aanbiedt, een bravoure stukje waarvoor wij in het alge meen maar weinig verwondering hebben, dan komt de jongen op het plaveisel terecht, en met een bloedneus of blauw oog thuis. Maar als voor een stempellokaal van de Christelijke vakbeweging, de revolutionairen, al of niet betaald door Moskou, hun schendblaadjes colporteeren, dan behoeft men niet meer te zeggen, dan alleen dat men hen niet noodig heeft, om een mond zoo groot als een schuurdeur open te krijgen. In het eerste geval, dat van den eenzamen fascist is er provocatie, in het tweede geval niiet of hoogstens van de zijde van hen die het vuil niet wenschen te accepteeren. Zoo gaat het nu maar door! Als een fascist loopt met een hakenkruis of met een zwart hemd dan provoceert hij. Het zij met nadruk gezegd, dat wij van deze soort demonstraties zelf ook niets moeten hebben. Maar als leden van de Roode Arbeidershulp aan den weg loopen met roode banden om den arm, dan provoceeren zij allerminst. Als een stel opgeschoten belhamels, opge hitst door vergiftige couranten-artikelen, de politie in het uitoefenen van haar taak be lemmeren, allerlei grove en laffe scheldwoor den van af veilige verten, deze ambtenaren naar het hoofd slingeren, dan mag dat en is dat te verklaren en te verdedigen. Wie dat provocatie zou noemen kreeg zeker den wind van voren. Maar als de politie kalm aan de schreeu wers opzij dringt, als zij er straks een klein gangetje inzet en de belhamels hard laat loopen, dan deugt de poliie niet, dan hitst zij de arbeiders op, dan is zij gewillig in strument in de hand van het kapitalisme. En nog een voorbeeld, als een particulier de vlag uitsteekt omdat de muiterij is bedwon gen, dan is dat provocatie, maar als het He kel veldsche orgaan de vlag halfstok hijscht, dan moet men diat bewonderen. Dat is het meten met twee maten, dat ons den laatsten tijd telkens weer treft. Men heeft in ons land een buitengewoon groote vrijheid van meeningsuiting. Dat is een geestelijk goed dat wij niet te hoog kun nen waardeeren. Mits men het niet enkel voor zich zelf opeischt De openbare weg behoeft in het algemeen niet voor demonstraties gesloten, maar er hlijve ruimte voor dat deel van het publiek dat aan de demonstratie geen deel heeft. Wie spoedig in zijn nieren geprikkeld is door het optreden van anderen die heeft ook zich zelf banden aan te leggen. Maar men schijnt dat in bepaalde kringen of niet RICHARD WAGNER. Enkele grepen uit zijn leven. De tijd dat men verbazend „modern" heet te, als men de iryiziek van Wagner durfde roemen is voorbij. Wie slechts een weinig met muziek op de hoogte is, kent het koor uit „Lohengrin" of dat mooie pelgrimskoor uit „Tannhiiuser". Wagner is een hervormer geweest van het muziekdrama. Hij spiegelde zich aan het voorbeeld der oude Grieken en zelf dichter zijnde dolf hij in de rijke Duitsche sagen en mythen litteratuur en vond daar overvloe dige stof voor zijn meesterwerken. Dat Wagner op geweldige tegenstand stuitte en pers en publiek tegen zich had kan men zich voorstellen. Zooals van de meeste musici is het leven van Richard Waginer allesbehalve rustig erloopen. Als neigende kind uit het huwelijk van Karl F. W. Wagner en Johanna R. Beetz Wilhelm Richard den 22sten Mei 1813 RICHARD WAGNER het levenslicht Reeds op jeugdigen leeftijd hij een vereerder van Shakespeare en. door dezen geïnspireerd, voelde hij in zich den dichter ontwaken. De werken van Beethoven, die Wagner leerde kennen, maakten diepen indruk op hem en door het ijverig bestudeeren van methode, besloot hij musicus te worden, wat hem door hulp gelukte. Zooals reeds opgemerkt heeft Wagner geen rustig leven gèhad, het is dikwijls rei zen en trekken geweest In 1830 was hij naar Riga getrokken om daar een betrekking als dirigent te aanvaar den. Met zijn eerste vrouw, Mina Planer en haar zuster en een New-Foundlander hond, Robber geheetep, maakte hij het zich zoo gezellig mogelijk. Spoedig kwam het tot een botsing. Het personeel van het orkest kon het met den nieuwen veeleischenden dirigent, die alles wilde verbeteren in 't belang van de kunst niet best vinden. Ook van den directeur ondervond Wagner geen steun. In Maart 1839 kreeg hij ontslag. Een andere directeur trachtte Wagner te bewegen te blijven, maar van zijn voornemen nu naar Parijs te gaan was hij niet af te brengen. Het vertrek uit Riga naar de Pruisische grens is voor Wag ner en zijn vrouw een heel avontuur gewor den, omdat men zonder passen reisde. De tocht ging evenwel niet naar Parijs, maar naar Londen. De zeetocht die de fami lie Wagner maakte van Pillau naar Londen, gaf den dramaturg stof voor zijn opera „Der fliegende Hollander". Dit kunstwerk ont stond doordat de overtocht met stormen en tegenslag gepaard ging. Via Boulogne sur Mer bereikte men Parijs. In Parijs zou hij lauweren oogsten, was de gedachte van Wagner, maar hij werd in de lichtstad bit ter teleurgesteld, zoo zelfs, dat hij voor schulden er vier weken werd gegijzeld, tot dat een vriend voor hem betaalde. De ellende van Parijs heeft Wagner aan 't werk gezet, want in zeven weken tijds componeerde hij „Der fliegende Hollander' op welks titelblad hij schreef: „In nacht en ellende" Per aspera ad astra. „God geve het" Wagner. Inmiddels was zijn werk „Riënzi" te Dresden Ln zijn Heimat voor uitvoering aangenomen, zoodat er eenige uitkomst kwam. Het succes dat hij met „Riënzi" had was >0 groot dat hij plotseling beroemd werd. Hij werd benoemd tot „koninklijk kapel meester" en leidde gedurende eenige jaren het muziekleven van Dresden. Wagner trad is op als dirigent van de Dresdener „Liedertafel" waarvoor hij o. a. „Festgesang" en het koorwerk „Das Liebesmahl der Apos tel" schreef. Het revolutiejaar 1848 was voor Wagner belangrijk. Hij begaf zich in de politiek en ag in de revolutie den dageraad van de olksbevrijding. Zijn „Lohengrin" werd geweigerd zonder opgave van redenen, hetgeen beschouwd erd als het werk van zijn politieke tegen standers. Van revolutionair stoken verdacht moest hij Saksen ontvluchten en een nieu we periode van ontbering was aangebroken. Franz Liszt, met wiens dochter hij nader hand huwde, begreep den kunstenaar ech ter. en door diens toedoen kon Wagner i Ztlrich ontkomen. Door een aldaar vertoe vend politiek geestverwant werd Wagner bij de familie Wesendonk geïntroduceerd. Wezendonk was een schatrijk zakenman, wiens vrouw, Mathilde, die zeer kunstgevoe lig was, onder de bekoring kwam van Wag ners werken, als deze ér uit voorlas of speelde. Mathilde, die zelf ook dichteres was, heeft op den arbeid van Wagner aan zijn opus „Tristan en Isolde" een geweldigen invloed Na een Londensche reis keerde Wagner weer naar Zürich terug, waar hij een land huisje betrok dat de heer Wezendonk zijn genialen beschermeling aanbood. Het blijf in Zürich, hoewel hij er rustig had kunnen wonen, is voor Wagner onaange naam afgeloopen. Hem was weer toegestaan zijn vaderland, Duitschland, te betreden, en na de historie te Zürich vestigde hij zich te Karlsruhe, van waar uit een heen en weer trekken volgt naar verschillende plaatsen. Koning Ludwig II van Beieren voelde veel voor Wagner en hielp hem. Wagner betrok een villa bij het slot Berg aan het. Starnberg- meer. In politieke kringen kon men hem echter niet goed zetten. München haatte hem om zijn muzikale hervormingen. Zijn vrouw Minna was den 27 Jan. overleden, waarna het verblijf volgt in Triebschen bij Luzern. De partituur van de „Meistersinger" werd hier voltooid, waarvan de eerste uitvoering op 21 Juni 1868 een groot succes werd. Wagner hertrouwde met Cosima Liszt, vrouw die 13 jaar lang een trouw echtge- noote en groote steun voor den grooten meester geweest is. De laatste periode van Wagnera leven wordt afgesloten door zijn verblijf te Bay- reuth in Oberfranken bij 't Fichtelgebergte. Daar verrees door de hulp van zijn vrien den het „Festspielhaus", waar nog steeds elk j|aar de uitvoering van Wagners werken plaats vindt In zijn villa ..Wahnfried" te Bayreuth heeft Wagner ook niet veel rust gekend. In den herfst van 1882 vertrok hij naar Venetië, waar hij voor 't laatst den dirigeer- staf zwaaide. Kort daarop stierf hij aan een hartverlam ming in het prachtige Palazzo Vendramin, 13 Februari 1883, nu vijftig jaar geled De strijd over de muziek van Richard Wagner is thans beslecht, nu is het niet meer voor of tegen Wagner, algemeen wordt zijn muziek in onzen tijd tot de sublieme gerekend. Zijn leven was vol spanning en onrust, maar niettemin heeft deze groote geest, d« schepper van het muziekdrama der eeuw, een schat van muziek aan de wereld geschonken die een blijvende bijdrage zal te begrijpen of niet te willen. Dat men zeer opzettelijk liet publiek in deze richting opvoedt Jijkt ons voor de onderlinge verhoudingen funest. In dat op zicht is van de vrucht der verdraagzaam heid, die de openbare school zou kweeken, weinig te merken. Maar, de broederstrijd in het revolu tionaire kamp leert dit wel, deze volksop voeding van de roode pers knaagt ook aan het eigen leven. Want ook hier blijkt de waarheid van het woord der Schrift: „Met welke maat gij meet, zal U wedergemeten worden". AREND VAN AMSTEL AMSTERDAM De directeur van den dienst der Publieke Werken der gemeente Amsterdam, heeft aanbesteed het gedeeltelijk dempen van de Vijzelgracht tusschen de Nieuwe Looier straat en de Lijnbaansgracht, met eenige bijbehoorende werkzaamheden. Ingekomen waren negentien biljetten. De laagste in- schrijfster was de N.V. „De Cycloop", direc teur K. de Rooij te Amsterdam met 89 cent per M3 zand. De hoogste inschrijfster de firma M. T. de Bakker en H. van Wijk te Amsterdam met f 1.48 per M3 zand. UIT TROPISCH NEDERLAND Wilde scholen. Wegverkeers- ordonnantie aangenomen. Sterke critiek van Volksraad op Regeeringsbeleid. Bezoekers. Het is een mal geval met de ordonnantie op de z.g. wilde scholen, die een niet streng toezicht op het vrije, ongesubsidieerde on derwijs regelt, hetgeen niet anders dan ten bate van dlit onderwijs, ten bate dus in het bijzonder van de inheemsche bevolking en haar kinderen komt, omdat het peil van het onderwijs daardoor stijgt en voorkomen wordt dat, zooals gebeurt, door lieden die zelf nog niet eens de lagere school hebben afgeloopen, de jeugd wordt onderwezen. De Volksraad nam in September deze or donnantie aan. en thans, nog vóór zij in erking is getreden, komt van allen kant uit de inheemsche samenleving protest, zelfs van dien aard, dat men dreigt met non-coöperatie, met het uittreden van in- landsche leden uit de vertegenwoordigende lichamen, indien de ordonnantie niet gewij zigd wordt. Zelfs de Javaansche Christenen hebben in December te Djokja een protest motie aangenomen. Zij moeten erkennen, dat de ordonnantie de inheemsche bevol king tegen willekeur zal beschermen en goed onderwijs waarborgt, maar zeggen dat zij toch de pogingen der inlandsche bevol king tot eigen voorziening in haar onder wijsbehoeften belemmert en den ouders het recht ontzegt de kinderen op te voeden over eenkomstig hun denken en voelen, waarom de motie de Regeering om intrekking ver zoekt. In een artikel in De Banier heeft de heer mr. C. C. van Helsdingen, die voorman der Chr. Staatkundige partij, zijn teleurstelling over deze daad der inheemsche Christenen uitgesproken. Men heeft zich, naar hij in den Volksraad betoogde, in inheemsche kringen veel te sterk door sentiment laten leiden en door vrees voor onjuiste toepas sing der ordonnantie. De inheemsche woord voerders in den Volksraad echter, voor de felste waarvan deze actie een kolfje naar hun hand is. spreken van gewetensbezwa ren tegen mogelijke gevolgen dezer ordon nantie, die zij in September bij de snelle behandeling niet hebben bevroed. Een ganschen morgen heeft de Volksraad zich met het initiatief-voorstel van den heer Wfranata-Koesoema tot buiten-werkingstel ling der ordonnantie, welk voorstel de aan leiding tot de besprekingen daarover vorm de, bezig gehouden. Morgen zal de voorstel ler de redevoeringen beantwoorden en zal over de zaak gestemd worden. De beslis sing zal wel ten voordeele van de initiatief nemers vallen, en de Regeering zal dan wel geen reden hebben, niet aan het verzoek te vQldoen. De houding der Regeering intusschen is in deze raadselachtig en door vele leden in den Volksraad georitiseerd. Hoewel zij toch kan weten, dat de actie, zoo zij al geen poli- tieken ondergrond heeft, toch sterk politiek wordt uitgebuit en men dus zou verwach ten, dat zij zich niet van de wijs laat bren gen, geeft zij, in een brief aan dén voor zitter van den Volksraad al ten halve toe. zegt daarin zelfs woordelijk, het eens te zijn met een in de memorie van antwoord gele verd betoog, „met name, dat het niet noodig is den eisch te stellen van eerst doen ge hoorzamen en dan overwegen". Dit is ver bluffend uit den mond van een Regeering, die met krachtige hand wil optreden, en het zal dan ook door de nationalisten wel onthouden wordenl Weliswaar wil de Regeering niet wijken voor den aandrang, buiten den Volksraad op haar uitgeoefend, om toe te geven, maar de behandeling van de zaak in dien raad komt zij alvast tegemoet met de verklaring, dat zij, met handhaving van haar princi pes, zal trachten tegemoet te komen aan hen die zich bezwaard gevoelen. Dit deed een enkel lid zelfs de vraag stellen, of de Regeering misschien z'elf dit initiatief voorstel ingegeven had'l In elk geval schijnt de Regeering al over- tuigd te zijn yan de geldigheid der bezwa ren hetwelk de heer Van Helsdingen, die toch zeker voorstander van gewetensvrijheid en oudervrijheid ten opzichte van het on denvijs is, in geenen deele bleek te zijn. Do zaak schijnt dan ook wel zeer overdreven. Men zou toch zeker de werking der ordon- dantie eerst even kunnen aanzien en dan zoo noodig, met een voorstel tot opschor ting of wijziging kunnen komen. Thans heeft er allen schijn van, dat men de Regeering een zaak afdwingt, en dan is toegeven toch niet bevorderlijk voor de kracht van het gezag! De vorige week heeft de Volksraad de z.g. ordonnantie op het wegverkeer aangeno men, met een enkele wijziging. Het criteri um der verkeersbehoefte voor het toestaan door de Regeering van nieuwe vervoers diensten autobus- en vrachtautodiensten is met 30 tegen 17 stemmen verworpen, evenals het leggen van de aansprakelijk heid voor een ongeval op den automobilist, tenzij hij zijn onschuld kan bewijzen, welke regeling in Nederland bestaat Indië is den automobilist dus gunstiger gezind dan Ne derland! Hoofdzaak van deze ordonnantie is ook weer het toezicht, een behoorlijke ordening Radio Nieuws. y« WOENSDAG 15 FEDRUARI zen (296.1 M.) N.C.R.V. 8.00—8.15 Schrift ng en Meditatie 8.15—9.30 Morgencoi 10.00—10.30 Zang N.C.R.V. Dam 2.00—2.1 2.30—4.30 Col 6.00—6.1 Rawle v. h. Legi lijden ln de ToPadi landen Midden-Celebes". (II Ned. Chr. Peisbuieau. 8 speling door Mare. I£, Bouw 8,50 Spreker D. Pereboom: „Het A. B. C. N.C.R.V." 8.50-9.10 Orgel 9.10—9.30 T, nj >m lid van do N.C.R.V.?" 9.J ul rt Dubbelmannenkwartet „Euta 9.45—9.55 Vaz Dia» j Mon Lac. G. M. Wltko- eert 5.00—6.00 Kind ekeip Duit. Kol. J. P. Rawle v. h. Legi Zon 1 jn (j0 foRglfl 8.00—9.10 Órgelb( - 8.30i Krol: „Wai 10.30—11*3 li' Hilversum (1876 M.) V.A.R.A. 801 Gram<> foon 10.15 Voor de Arbeiders ln de Contln bedrijven 12.01 De Notenkrakers 2.d Vrouwen uurtje 3.00 Voor de kinderen 4 5.30 De Notenkrakers 7 Actueel allerlei 4 7.16 Gramofoon 7.20 Orgelspel 7.56 D Vakbeweging 8.15 Concert 8.60 Toonei —9.20 Veilig Verkeer 9.25 Vervolg Concet 10.20 De Flierefluiters. V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. foon 8.50 i sch) (337.8 M.> 12.20 Gramo 'clamatie 9.05 Com 8.20 Gala-concert 10.30 Gramofoon. (1654.4 M.) 12.20 Orgelspel 1,0) Kbnlgs »n (1634.9 M.) 6.501 11.20 WeerberichJ 1.20 Gramofoon i rmonI urn -recital J irijkmuziek. .angenberg (472.4 M.) 6,25 Gramofoon -4 9.30 „Mensch und Welt". 11.20—12.10 Pol u pulair concert 12.20 Concert 4.20 Con- Zl eert 5.65 Declamatie 6.55 Muzikale caut serie 7.20 Concert 8.20 Concert 10.51 8' 11.20 Concert, n .on d on Na .ondon Reg. (355,9 M.) 12.20 Concert l.SI Orgel 2.35—3.20 Concert 3.50 Orkest -« 6.50 Orgel 7.20 Concert 8.35 R&dlo-revu» 9.20 Concert. Ildland Beg. (398,9 M.) 12.20 Concert -t 1.35 Orgelconcert 2.35 Concert 6.60 Gra^ ruofoon 7.35 Sollstenconcert 8.35 Revu» 9.20 Concert 10.20 Muzikale causerie. 1 9.20 Concert. „EEN SCHOOL VOOR ALLEN" Radio-lezing die niet doorging Do lezing: Een school voor allien, welks de heer Klaas die Vries gisteravond van 7.30 7.50 uur voor de microfoon van de AVROj dde gister bert algemeene programma veri zorgde, zou handle n, is niet doorgegaan, daar de Algemeene Controle Commissie deze rede beschouwt te zijn als van politiaken aard en im strijd met de voorsahri/ften, die voor het algemeene programma gegeven Volledige programma's id de Omroepgids Duidelijks foto's, best verzorgd Radio blad: 4 gld. per half jaar ot 18 ct per week. Ned. Chx. Radio Vereeniglng, Voog- lenze ng, Ede Draagt bij id de omroepkosten. van het wegverkeer. Dat hierbij de vraag motor of trein ook volle aandacht had, spreekt vanzelf. Men was het er in het al gemeen over eens, dat de concurrentie van de auto niet te ver mag gaan, daar oe trein toch altijd het verkeer over lang* afstanden en het vervoer van groote hoeveelheden goederen moet kunnen verzorgen. En thans is de Volksraad reeds twee dagen aan het algemeene debat over da aanvullende begrooting bezig. De verwijten aan de Regeering zijn niet malsch. Men ver oordeelt het langzame tempo der bezuini- gingspolitiek en het nalaten van de meest voor de hand liggende versoberingen, als mede de al te geringe aandacht die de Re geering aan de economische ontwikkeling schenkt. Zou dit debat eindelijk in de muur van ambtenarij waartegen de meeste vereobe- ringsplannen te pletter loopen. eens een. bres slaan? Deze week zijn hier aangekomen dr, I Kckener, die hedenavond in den schouw burg een lezing over het luchtverkeer zal houden. Bernard Shaw, die met het toeris-1 tanschip The Empress of Britain een snoep- reis maakt en de vorige week stapte ook j de heer Ed. Gerzon aan wal, die voornemens is, hier filialen op te richten, van zijn 1 groote modezaken in Nederland. Indië komt meer en meer id trek, zooals men ziet „Alles of Niets!" Twee Hollanders in de wildernis van Mandsjoerye Door J. A. VISSCHER (1 Wat hadden oe toch altijd een last met dien jongen gehad. Vanaf zijn wrrtejaren was hij anders geweest dan do andere kin deren. Grooter ondeugd was er m de straat niet te vinden. Of eigenlijk moest men zeg gen, dat er nergens elders een grooter schalk bestond. Dat klonk wat vriendelijker en daarvoor was er ook alle reden, want slecht heid zat er hoegenaamd niet m Hein- Vader van der Ende had heel wat met hem door te matoü Misschien waren daar om zijn haren wel wat vroeger grijs ge worden En toch, alls moeder en hij des avonds, als de kinderen naar bed waren, over hun jongen zaten te spreken en over legden wat ze toch met dat woelige joch moesten aanvangen, dan waren ze het ge regeld met elkaar eens, dat hij toch een goed karakter had en eigenlijk kon worden wat hij maar wilde. Op school .viel er hoegenaamd niet over hem te klagen. Het lag misschien aan de onderwij zere, die liem wisten te vatten, maar zijn -rapporten waren geregeld goed en voor aardrijkskunde had hij steeds het aller hoogste cijfer. Ja, dat was het juist. De wijde wereld trok hem onweerstaanbaar. Rotterdam was hem veel te klein. Uren lang kon hij de havens langs loopen. Hij kende de nationaliteit vain elk schip en wist ook waar ze heengingen of waar ze vandaan kwamen. Boeken over de zee verslond hij en nooit kon men hem beter tot kalmte krijgen, dan wanneer men hem die bezorgde. Moeder had hem vaak met bezorgdheid gadegeslagen, als hij zoo ingespannen, met een blios op de kaken, zat te genieten van d» zeeverhalen. Ze wist het wel wat haar jongen begeerde, maar ze moest er Giet aan denken, 1at zij hem zoo ver zou moeten pjcn weggaan. Daarom werd dat onderwerp zoo\eel mogelijk verzwegen, en als or over gesproken werd, dan kwamen er zulke ijzingwekkende gevaren van schipbreuken voor den dag en van alles wat den zeeman bedreigde in de verre landen, dat ze er 's nachts zelf van droomde. Maar wie kon nu eens zeggen, waarvoor die jongen werkelijk geschikt was? En een maal moest er toch een beslissing worden genomen, want straks had hij de school af geloopen en voor een opleiding dde ge'd zou kosten reikte de finantiëele draagkracht van vader van den Ende, die al werk ge noeg had om op edjn kleermakerstafel vol doende brood te verdienen voor het geheele gezin, lang niet ver genoeg. Eindelijk meende ze iets gevonden .te heb ben. Ergens op een dorp in de provincie Utrecht woonde een familielid, die klokken maker was. Daar kwam Henk in de leer. Het ging aanvankelijk goed. Het nieuwe trok hem aan en hij vond er spoedig kame raden, maar zijn guitenstreken was hij ook daar niet vergeten. Zijn leermeester was ook koopman in antieke klokken en had er op zolder een twintigtal hangen. Hij kocht deze goedkoop bij de boeren op, maakte ze weer in orde en deed er goede zaken mede. Daar waren er onder met allerhande mekaniekjes, Elias die in eindelooze beweging in regelmaat met het tikken van de klok een greep deed naar raven met brood in de bek; soldaten die heen en weer marcheerden, luchtballonnen, die opgingen voor verbaasde toeschouwera, de offerande van Izaék en nog vele anderen Sommigen met heel en half en andere ook nog met een kwartierslag. Toen er nu een tante was komen logeeren in het kleine, afgesloten kamertje op den zolder, had Henk stilletjes al de klokken aan den gang gebracht en ze zonder zich te^ ver gissen op een verschillend uur gezet, zóodat de logé den geheelen nacht onder een per manent klokkenspel had doorgebracht, geen oog had kunnen toedoen en met geen mo gelijkheid had kunnen controleeren, hoe laat het telkens was. Dit voorval had een nasjrel in de huis kamer, waarvan het slot was, dat Henk weder naar Rotterdam werd gezonden. Omdat hij echter van het horlcgemakers- vak nu iets kende, werd besloten, dat hij daarmede zou doorgaan en hij werd ge plaatst in een winkel op de Hoogstraat Op zekeren dag moest hij een wekker wegbrengen en liep, blij, dat hij weer een oogenblik in de vrijheid mocht, op een draf weg. Bij de Delftsche Poort was het erg dmk. Ie tdentrams, die en nog de volle waaideeriug jsenotcn van de Rotterdammers als goedkoop vorvoenmiddel dooi de stad, kwamen be!Ie.,d aanstommelen over de rails, vrachtwagens met plaatijzer daverden over de keien en deden een onweer van klaniken ontstaan, handkarren werden voort geduwd, zware, logge sleeperswagens, hoog beladen met tonnen en kisten werden door robuste paarden, die dampten van het zweet, voortgetrokken en overal langs en tusschendoor liepen voetgangers. Midden op de straat stonden een paar heeren druk te praten, toen daar een wagen aankwam met twee j>aarden, die geweldig schrokken van het rinkelende trammetje en op hol gingen. De voerman was er niet op bedacht en tuimelde achterover op een partij meelzakken, terwijl hij de teugels los liet. In wilde vaart, al steigerend, sprongen de dieren in woeste schrik vooruit, recht op de twee heeren aan, die niet wisten, welke kant ze zoo gauw zouden wegvluchten. Maar nu kwam Henk in actie. Hij be dacht zich geen oogenblik en kende geen vrees. In een ondeelbaar oogenblik had hij het pakje met de wekker tegen een van de paardenkoppen geworpen, zoodat ze een zwenking maakten. Plotseling zag hij een van de beide heeren op den grond vallen, vlak voor de wielen van de woest zich keerende wagen. Hij schoot op hem af, greep hem vast en rolde met hem om en om, doch wist hem zoo te trekken, dat de wagen, die verderop door anderen werd tot staan gebracht, rakelings hen voorbij vloog. Toen stond hij op, vuil en morsig van de smerige straat, versuft en hijgend van de plotselinge gebeurtenis. Het publiek kwam toeloopen en hielp den ander overeind, die doodelijk verschrikt was. Henk keek naar hem, terwijl hij zijn ge havende kleoren wat in orde probeerde te maken. De geredde bleek een Chinees te zijn zeer voornaam gekleed, maar op dit oogen blik was hij treurig om aan te zien. Hij probeerde op te staan, doch bleek zijn voet 7.00 deerlijk te hebben verstuikt, dat er van loopen geen sprake was. Zijn vriend met wie hij had staan te praten was ook naderbij gekomen, en vroeg verschrikt in bet Engelsch, hoe hij er afgekomen was „It 's all right!" was het antwoord, „maar ik kan niet loopen, Mr. van Wouden. Eu als die jongen zich voor mij niet had op- offerd, dan was ik een verloren man ge weest" „Welke jongen?" „Deze dappere knaap!", riep er een uit de omstanders. Dat is een kerel, zeg ik!" En nu was Henk het middelpunt var belangstelling. Medelijden en bewondering wisselden elkander af en iedereen wilde weten hoe zijn naam was. Ondertusschen was er een huurrijtuig aangeroepen om den Chinees en zijn vriend naar een hotel te brengen, maar de eerste wilde beslist, dat Henk zou meerijden. Zijn dankbaarheid was buitengewoon en hij putte zich uit in woorden van erkentelijkheid, hoewel Henk er niets van verstond. Zoo kwamen ze bij het hotel aan. Henk kreeg een knecht mede, die hem schoon moest maliën en die het verhaal in geuren en kleuren wilde vernemen. „Dat leit jou geen windeieren, mijn jon gen" zei hij, „want die Chineezer bennen heel erg rijk en as ze wat voor je doen, dan doen ze 't goed ook". Na een half uur moest Henk boven komen i in de kamer van den Chinees, die met een gezwachtelde voet op een sofa lag. Zijn vriend was bij hem en diende als tolk. Het j was waarlijk aandoenlijk om de dankbaar heid Vein den Chinees te zien, maar daarbij bleef het niet Henk moest zijn heele geschiedenis ver tellen. Hoe hij heette, waar hij woonde, wat hij moest worden. En alles werd opge schreven. Zoo vanzelf leidde het gesprek op wat zijn liefste wensch eigenlijk was en dat zijn ouders hem eigenlijk liever niet naai1 zee lieten gaan. „Nu beste jongen", zei de heer van der! Wouden, „ik ben reedac en heb zelf schepen in de vaart op China. Als het jou ernsl met je verlangen om zeeman te worden, dan zal ik naar je ouders gaan en dan kan je terstond bij mij aanmonsteren. Ik ver zeker je dat als je je best doet, dan is je toekomst gemaakt Zulke flinke kerels als jij bent kunnen wij opperbest gebruiken" Dat was een goed bericht voor Henk. Het maakte een veel dieper indruk op hem dan toen de vreemde Chineesche mijnheer hem vertelde, dat hij behoorde tot het Chineesc.ie gezantschap in Den Haag en daar een ovorname jxisitie bekleede. Hij gaf Henk een stuk paj>ier, waarop vreemde letter- teekens stonden en daaronder in gewoon schrift: Mr. Tsoe Li Khau, met daarop ge schreven met datum en al hoe Henk hem het leven had gered. „Bewaar dat goed, mijn jongen", zei de heer van der Wouden, „het kan je te pas komen als je later in China komt!" (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8