i ef-sl^g!L= VAN BONTE DINGEN door G. K. A. Nonhebel Apotheker te Middelburg Van een kwaaltje, dat ook een ander hindert Als u eens goed verkouden bent, moet u eens niezen in een zonnestraal, die door een spleet der gordijnen in uw kamer valt. Dan zult ge u ver bazen over de kracht, waarmede gij meters-ver uiterst kleine voohtdroppeltjes in uw omgeving slingert, die zich zullen beijveren uw medemcnsch te infecteeren. Daar nu bacteriën, zoo versch ge kweekt in het menschelrk lichaam, het heftigst werkzaam zijn, zoo zal het u ook niet verwonde ren, hoe een verkouden lid der familie alle leden aansteekt Bij griep, typhus, roodvonk e.d., zijn de men schen uiterst voorzichtig, maar een ander mensch .verkouden maken, dat komt er niet op aan. Niest en hoest in uw zakdoek, daar ge nooit kunt weten, of die verkoudheid bij menschen met ge voelige amandelen niet een wanhopig langdurige keelontsteking veroorzaakt, wat zóó hevig kan worden, dat de patiënt als gevolg daarvan een viezen smaak in den mond krijgt en behept ge raakt met een bedorven, slechtriekenden adem, een kwaaltje, waarmede men zijn medemensch nu niet direct gelukkig maakt. Vele menschen bezit ten die kwaal als gevolg van een slecht gebit. Tanden worden gemakkelijk aangevreten door voedsel, d~.t in gaatjes, spleten enz. blijft zitten, daar verzuurt en tot rotting overgaat. Geen won der, dat de adem dier patiënten alles behalve frisoh is. Ook bij acute maagaandoeningen kunnen de spijsverteringsgasscn, die uit den slokdarm op stijgen, den adem met hoogst bedenkelijke geu ren bezwangeren. Daar deze kwaal nog al eens voorkomt, vooral bij menschen, die het woord „matigheid" niet kennen, is het zeker niet oveu> bodig eens te wijzen op een zeer bijzonder genees- UI Ui middel, dat bij dergelijke aandoeningen waarde* volle diensten vaak bewijst. Ik- bedoel hier n.l. de dierlijke kool of wel de „Norit". Dat is een won derlijke stof. In den oorlog gebruikte men vaak het woord: „Hamsteren"'. Norit is wel de grootste hamster ter wereld, omdat het letterlijk alles met zich sleept. Als men b.v. een oplossing van een gift, b.v. sublimaat, met een voldoende hoeveelheid Norit onder omschudden een tijdje laat staan en dan filtreert dan zit er in het doorgeloopen vocht geen spoor van dat gift meer. Alle plantengiften als morphine, enz. worden meegesleept Stel, dat iemand per ongeluk bedorven vleesch of visóh heeft genuttigd (oesters, mossels) dan geeft men den patiënt een paar lepels Norit met water tot een papje aangelengd en een half uur later een paar theelepels Karlsbad zout in een glas lauw water, dan is 'j gauw beter. Zoo hamstert Norit ook de bacteriën, die bij een maag-darmcatarrh ons zeer ziek kunnen maken. Behoudens bij vergiftigingen met loogen of sterke zuren, is dit Norit een prachtmiddel bij alle vergiftigingen en infecties en daar het nooit het lichaam kan schaden is het een uitstekend middel om toe te dienen, vooral wanneer medische hulp niet onmiddellijk ter plaatse kan zijn. We moeten daarbij niet vergeten, dat in die gevallen juist een spoedige hulp veel ellende kan voorkomen. Als b.v. reuzel niet mooi wit is, dan roert u ze met Norit en filtreert ze door een warm-water trechter. Dan is ze prachtig wit. Een Norit-tablet in den mond is zeer afwerend werkend, wanneer men een lijder aan besmettelijke ziekte moet be zoeken. Het neemt ook den kwalijk riekenden adem weg. Men verklaart dit eigenaardig verschijnsel door aan te nemen, dat al die genoemde stoffen op de oppervlakte van de Norit worden vast gehouden en onwerkzaam worden gemaakt Het in den mond nemen van pepermunt, kal moeswortel of z;g. mondpiletjes bedekt de kwaal maar neemt ze niet weg. Op een vergadering kwam eens een dame juist voor me zitten, die mij in een walm van viooltjes- geur zette. Toen na de pauze tot mijn groote ver heugenis de viooltjesgeur was vervlogen, bemerkte ik op eenmaal een steeds sterker wordenden geur van Iodoform, die de dame had trachten te mas- keeren door een hoeveelheid odeur, die voldoende was voor een paar dozijn harer sexe. meer op de muziek; na een paar weken theorie te hebben gestudeerd, probeert hij al te componee- ren. Als uitgangspunt nam Wagner Beethoven en Carl Maria von Weber. Tijden lang verdiepte hij zich in de 9de sym- phonie van Beethoven en trachtte een klavieruit treksel van de partituur te maken, terwijl hij weinig van pianistische mogelijkheden en moei lijkheden afwist. Na een half jaar lessen te hebben gehad in theorie en contrapunt van den knappen Leipziger organist Christian Weinlig, had Wagner kennis genoeg om zelf verder te werken. Hij kon nu, zooals Weinlig tegen hem zei, op feigen becnen staan. Jaren lang zwerft Wagner dan door Europa, als kapelmeester, dirigent en journalist. Een hoogtepunt in Wagners leven was zijn ver blijf in Parijs, waar hij interesse voor zijn werk wisit te krijgen, en in kennis kwam met Meyer- Richard Wagners sterfdag 1883 13 Februari 1933 door Jan Kerker 13 Februari is het vijftig jaar geleden, dat Richard Wagner te Venetië stierf. Richard Wagner is een der grootste figuren ge weest uit de vorige eeuw; een geniaal complex van muzikale, literaire en philosophische eigen schappen. Zooals Wagner uit zijn geweldig oeuvre gaat loven, wanneer men zijn composities of litteraire werken gaat bestudcercn, zoo is ook zijn leven voorbij gegaan. Er zijn van die groote phases ge weest in Wagners leven, van die groote schokken, eoms achtereen, één opstapeling van noodlottige gebeurtenissen, geweldige tegenslagen, kleine suc cessen en groote triomfen. Men heeft hem veraf good en gekielhaald. Er is in de vorige eeuw over geen enkele com ponist zooveel geschreven en gesproken als over Wagner Van de vele biografieën die van Ihem werden geschreven, zijn er maar enkele schrijvers ge weest, die hun objectiviteit konden bewaren. Wagner werd 22 Mei 1813 te Leipzig geboren. Een wonderkind is hij niet geweest. Muzikaal heeft Wagner zich eerst laat tegen zijn 20ste jaar, ontwikkeld. Op het gymnasium, dat hij bezooht in Leipzig, studeerde hij met koortsachtige ijver Homerus en Shakespeare en verwaarloosde zijn studie bijna geheel, om maar een goede vertaling van Odessca in het Duitsch te schrijven. Dan komt in 1828 het keerpunt in zijn werken en studeeren. Wagner (hoort de Egmond-muziek van Beethoven. Hij is één en al extase over Beethoven, en wil musicus worden. Zijn leven richt zich meer en Richard Wagners Biblio theek in het Huis Wahnjried. Phot. F. Bruckmann A. G. München Laatste woning, Palazso Vendramin te Venetië, waar Richard Wagner gestorven is. PhotF. Bruckmann A. G. München boor, Berlioz, den dirigent Habcneok en Franz Liszt. In de Parijsche jaren ontwikkelde Wagner een hevige kracht in zijn journalistieke geschriften voor de Gazette Musicale en in de artikelen die bij Schlesingen, den bekenden muziekuitgever ver schenen. Bitter weinig war endc verdiensten in Parijs, soms was er geen geld om brood te koopen. Het eerste groote werk „Ricnzi" voltooide Wag ner in Parijs. De première in Dresden was een groot succes, waardoor Wagner werd benoemd tot hofkapelmeester te Dresden. Rienzi is bet eerste groote werk, dan volgt „Der fliegende Hollander". Wagner had in de „Rienzi" de geschiedenis van de stichting van een vrije repubilck in Rome be werkt. In „Der fliegende Hollander" bewerkte Wagner een legende, die matrozen hem hadden verteld, toen hij reisde van Riga naar Londen. Heinrich Heine had ook reeds over de bekende sage ge schreven (1838); Wagner schreef te Parijs in zeven weken de gehccle tekst en compositie. Dit is de eerste periode geweest in Wagners schoppende arbeid. In beide werken, ligt de diepste kern, die in alle andere drama's van Wagner steeds in ver schillende vormen naar voren komt, de verlos singsgedachte. In Rienzi, de vrijmaking van het volk uit de knellende banden van aristocratie en adel in !44 §>2:-KE S-o gx.SS&iJ3ë .8 S SSTS 6 S 5JS H -ö-Ste" i-, tCM fl J) O-ö - In Der fliegende Hollander verwerkte Warner tot motief liefde en trouw, en de opofferende lief- Cs van de vrouw. J>e compositie van „Der fliegende Hollander" is een bijzonder werk, wat vorm en inhoud betreft. Er huizen demonische gedachten gedachten in, 'd.w.z. oude gedachten, van het verlangen naar rust in de stormen van het leven. Het leven is een onrustige oceaan, alleen trouw en liefde kun nen verlossen. Het verblijf van Wagner in Dresden was betrek kelijk kalm tot 1849. De Tannhauser werd in de Dresdensche periode afgewerkt, en in de overige tijden hield Wagner zich met de hervorming van de bestaande orkes ten bezig. In 1844 bewerkte Wagner dat het stof felijk overschot van Carl Maria von Weber, die in 1826 te Londen was begraven, naar Dresden werd overgebracht. Deze poging, de versterking ,van de eenheid der Duitsche kunstenaars werd enthousiast ontvangen. Wagner wilde de verheffing van het Germaan- eche ras. Nieuwe sdhema's voor werken, die ontleend .waren aan de middeleeuwen ontwierp Wagner. De stichting van een Duitsch-Nationalc kunst was zijn hoofddoel. In 1849, onder invloed van den Russisohen re volutionair Michaël Bakounin, werd hij als mede plichtige aan de revolutie in Dresden, verbannen, en vluchtte naar Zwitserland. Eindelijk na een lange reis door Zwitserland, woonde Wagner eenige tijd in Zürich. In Zürich schreef hij zijn beroemd en tegelijker tijd berucht geworden brochure „Het Jodendom in de muziek". De Joden werd verweten, absoluut geen schep pende macht te bezitten, de jood kan slechts na bootsen, na spreken. Onder invloed van Schopenhauer en Feuerbach werkt Wagner door en schrijft verschillende boeken. Al deze werken hebben voor onze tijd wel een zekere actualiteit, maar ze zijn ver van de reali teit af en historisch zoo onjuist, dat er weinig van Wagners theorieën over kunst blijvende waar de heeft. Wagner verlangde in zijn drama's, dat de in nerlijke mensch moest spreken, de diepste roer selen der ziel. Zijn systeem was dus de invoering van het Leidmotief. Elke gedachte een motief. Later, in 1864, verleende de kunstzinnige koning Ludwig II aan Wagner amnestie. Wagner keerde naar Duitschland terug. In zijn ballingschap had hij de aandacht van muzikaal Europa weten vast te houden. De financieele moeilijkheden waren ook tijdens het verblijf in Zwitserland groot ge weest, maar na de*voltooiing van het groote werk Tristan en Isolde werden ze gaandeweg minder. Hooge prijzen betaalde de uitgevers voor de nieu we werken van Wagner. Na de Tristan en Isolde verwerkte Wagner een stuk middeleeuwsclie his torie, de geschiedenis der Meesterzangers. In de Meesterzangers van Nürnberg verheft Wa? ner zich als dichter ver boven het middelmatige. Het geheele werk is eigenlijk niet geschikt voor opvoering In een zaal. Wagner bedoelde de Mees terzangers als een nationaal feestspel. Met medewerking van Ludwig II heeft Wagner zooveel propaganda voor zijn ideeën kunnen ma ken, dat eindelijk een nationaal „Festspielhaus" te Bayreuth werd gebouwd. Van 1866—1872 woonde Wagner in Tribschen bij Luzern; in Tribschen sohieef Wagner zijn autobiographic en een prach tig opstel over Beethoven. Een kolossaal werk volbrengt Wagner in 1876, als het uit vier deelen bestaande werk „Der Ring des Nibelungcn" wordt beëindigd. Het „Nibelungen"-wenk had vijf en twintig jaar geduurd. Wagner is in „Das Rheingold", eerste deel uit de tetralogie, weer de stoutmoedige revolutionair Het verlangen naai de wereldheerschappij is de grondgedachte van „Das Rheingold". De strijd tusschen natuur en cultuur, is verkrachte natuur, overal in „das Rheingold" vindt men den revo lutionairen denker Wagner terug. In „das Rheingold" is hij de geeselaar van 't kapitalisme. De drie overige deelen van de Nibelungen zijn die Walküre, Siegfied en Gotterdammerung. In Siegfried zag Friedrich Nietzsche één van zijn ■dealen. Eenige jaren heeft de vriendschap tusschen Wagner en Nietzsche geduurd. Toen Wagner, Par- sival, zijn laatste werk, ontwierp is de vriend schap overgegaan in een vijandschap. Met Par- sival had Wagn^i zijn vroeger werk Lohengin, weer binnengehaald. Parsival is het testament van Wagner Het is een Weihfestspiel. Dit werk houdt ook, evenals in Lohengrin de idee der verlossing in. Het is ver zadigd en gedragen, alles wat in Parsival staat. De melodieën, die uit een paar accoorden ont staan, vloeien overal heen. Het tempo van dit geweldige werk is steeds langzaam. Het boeddhis me dat Wagner bestudeerde mengde hij met het Christendom dooreen. De oude Keltische sage van de graal, het heilig vat, waarin het bloed van Christus; waarbij de graalhoeder, die het heilig vat moet bewaren, dichtte Wagner in Parsival, tot een overrijp werk. De muziek heeft hier een groote suggestieve kracht. Alles gaat in één zelfde tempo. Een op voering van Parsival neemt ruim fA/2 uur in be slag. Wagners werk is niet Christelijk, wel in zekeren zin religieus. Wagners idee over de samen- en opstelling van het orkest, zooals hij in de Ring des Nibelungen voorschreef wordt nu nog door verschillende di rigenten nagevolgd (o.a. Concertgebouworkest). Weinig hedendaagsche componisten hebben zich aan de machtige greep van Wagner kunnen onttrekken. Zelfs bij den aalgladden spotvogel Debussy, zijn nog duidelijk vele Wagner-reminiscenties aan te duiden. Wagner overleed plotseling op 70-jarigen leef tijd te Venetië. In de tuin van de villa Wahnfried, te Bayreuth is het lijk in een eenvoudige sarco- pihaag bijgezet. 1Voor de maaltijd. Hoekje hij de Haard, Tine Honig4 Stillevens P. V. R. 1 Wanneer men van de beide, hiernevens gere produceerde, stillevens van de jonge Haarlcmsche schilderes Tine Honig bekijkt, constateert men met vreugde, dat hier sprake is van een „terug naar de natuurlijkheid". Het stilleven „na de maaltijd" i s wezenlijk een compositie van enkele voorwerpen, die ons zoo wel om haar naturliikheid in rangschikking vol doet als om de wijze, waarop de bedoelde voor werpen schilderijjk zijn geheeld. En van „au coin du feu" (het hoekje bij de haard) geldt dit zeker in niet mindeie mate De stilleven-schilder kan namelijk op twee wijzen tewerk gaan. Hij kan een aantal voorwer pen bij elkaar zetten, die als zoodanig niets met elkaar te maken hebben, maar zóó samengevoegd en gerangschikt zijn, dat hun kleuren en contou ren een bijzonder dankbaar en harmonisch schil der-materiaal geven. Een reclameplaat van een spoorwegmaatschappij, een viool, een melkkan, éen appel en een theedoek b.v. Men voelt, dat hier de natuurlijkheid geweld wordt aangedaan, want een dergelijk „stilleven" is in de werkelijkheid niet voorhanden: een dusdanige combinatie is te zinneloos en rommelig om ergens voor te komen waar redelijke menschen wonen, te opzettelijk voor een huishouden van Jan Steen en te netjes voor een uitdragerij. Nu een ander uiterste. De schilder, die meer op de realiteit gesteld is en de tegenovergestelde kant uit wil, kan zeggen: „Naar de maan met die onnatuur, ik kies tot onderwerp (bijvoorbeeld) een onwillekeurig deel van de kamer, juist iets. dat oogenschijnJijk niet geschikt en hoogst ondank baar is, om te schilderen, maar waarvan de reali teitswaarschijnlijkheid boven alle verdenking staat". Zijn onderwerp kan dus bestaan, b.v. uit de leuning van een stoel, de rug van een kat, een nietszeggend stuk behang met een sleutelgat en twee kastscharnieren, een plafondhoek en een schilderijlijst. Dat is realiteit, maar, als dit stukje ongezochte werkelijkheid niet door een kosmische, tragische of ironische bezieling wordt gedragen (en dót is een opgave!) dan wordt de uitbeelding ervan niet alleen ondankbaar, maar ook driedubbel moeilijk, compositorisch onevenwichtig, onbelangrijk en banaal. Dat zijn twee uitersten, die een realistisch kun stenaar als Tine Honig heeft te verzoenen, de op gave van ieder kunstenaar überhaupt, die kunst en leven, cultuur en r.atuur tot een nieuwe eenheid en werkelijkheid heeft te verbinden. Hoe schoon xs Tine Honig bij haar stillevens hierin geslaagd! Vooral het haardhockje, met zijn compositorisch* verrukkelijkheid, blijft ons boeien. Het is een vei*- heugenis, een dergelijk stil-leven te ontmoete% dat zoo in volkomen mate een „stil leven" is. Do „Evangelisatie" wordt veel te veel in masfi* gedreven, veel te kort en veel te weinig persoon* lijk zich met individuën inlatend. En de „prediking" richt zich bijna uitsluiten# tot de tot rust gekomen zieltjes. Wat er nog aan leven is, is avondrood, niet morgenrood van een nieuwen dag. Dr. J. II. GUNNING J-II.zfe 49

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 14