Radio Nieuws. Gemengd Nieuws. DE GOD VAN HET GOUD DINSDAG 7 FEBRUARI 1933 ECONOMISCHE PROBLEMEN HITLER RIJKSKANSELIER HEDEN EN TOEKOMST VAN DUITSCHLAND Snelle liquidatie van den wereldoorlog in aller belang De beweging der nationaal-socialisten in Duitschland beoogt, in eenvoudige woorden gezegd, het terugbrengen van Duitschland in de rij der groote mogendheden, terwijl zij tevens wil breken met den invloed van de geld-aristocratie. Ieder, die werkkracht en energie bezit moet zijn plaats in de maat schappij kunnen innemen en hij mag niet udtgestooten worden door het feit, dat er geen werk voor hem is. In zekeren zin is zij een uitvloeisel van den toestand, waarin Duitsch land, sinds 1914 is komen te verkeeren. Door den vrede van Versailles werd het land ge knecht ter wille van de Fransche hegemo nie-gedachten en van de Fransche veiligheid. Hiertegen is een groeiend verzet ontstaan, welk verzet gevoed werd door de idealisti sche jeugd, die zich niet kon begrijpen, waarom geslachten, die niet verantwoorde lijk waren voor het uitbreken van den wereldoorlog, toch daarvoor hadden te boe ten. Zij zuchten onder het gemis aan expan sie-gebied, dus van Koloniën; het tribuut, dat Duitschland elk jaar had te betalen en dat zijn levenssappen aftapte, stelden zij aansprakelijk voor de ellende, welke zij te ondervinden hadden. In I-Iitler vonden zij den man, die voor hun belangen opkwam. In die atmosfeer groeide de jongeren-beweging en niets zal in staat zijn om de eenmaal ontketende krach ten opnieuw in boeien te klinken. Het is de fout van de ouderen, om dit te probeeren; men had 'het nieuwe in goede en rustige banen te leiden, maar men kon en mag het niet meer onderdrukken. Elke onderdruk king zou spanning brengen en het is juist deze spanning, die op een gegeven moment tot een explosie zou kunnen leiden. Of Hitier de man was, die hen later, wan neer eenmaal het ideaal benaderd was, zou kunnen blijven leiden, was een vraag op den tweeden rang. Eerst moest men het begin maken en daarvoor was Hitier ongetwijfeld het drijvende element. Het is daarom zoo onlogisch om te zeggen, dat onder Hitiers leiding het nationaal-socialisme wel zal gaan doodbloeden. De nieuwe idee z a 1 eerst dan in rustige banen wor den geleid, wanneer de Duitsche jongelingsschap zijn plaats in het productieproces zal hebben ingenomen. Zoolang deze door gebrek aan werkgelegenheid rond moet blijven ploe teren, zoolang zal men krampachtig vast houden aan elk streven, dat werkverruimen- den invloed heeft. Hitiers programma is ontwikkeling en saneering van den landbouw benevens werk voor een ieder, die werk verrichten wil. Hij is niet anti-internationaal; hij haat echter de uitbuitingspolitiek van het buitenland, dat eensdeels erop uit is om het land in knechtschap te houden (Frankrijk) en an- dersdeels om door hooge rente zich te ver rijken (alle landen, die tegen hooge rente geld hebben geleend). Wij kunnen dit stre ven begrijpen; wij hebben er zelfs sympathie voor. Is het niet absurd, dat men voor ge leende gelden 8 pet en meer durft te eischen, terwijl in eigen land hoogstens 4 a 5 pet kan worden gemaakt? De geldgevers ge bruiken zoo dikwijls het groote woord van risicodit risico moet betaald worden, eegt men, maar vergeet men niet, dat het risico juist ontstaat bij hen, die het niet hebben en buitengewoon hard moeten wer ken om aan de verplichtingen te kunnen voldoen? De stoere werkers, die geen geld hebben, maar meer dan dat bezitten, n.l. energie, intellect, worden gedwon gen het grootste gedeelte van hun arbeid af te staan, omdat de geldgevers een extra voordeel willen ontvangen voor de kans, dat het werken, het ploeteren niet het gewensch- te succes zal opleveren. Het buitenland en daaronder behoort ongetwijfeld ook Neder land, heeft Duitschland onsympathiek be handeld. Men heeft medegedaan om het Rijk, dat door omstandigheden zieltogend terneer lag, het weinig overgebleven econo mische bloed af te tappen. Men mort nog, wanneer dat land het laatste restje van dit levensbloed niet vrijwillig wil afstaan! Het zijn al deze feiten, die de Hitleriaan- sche beweging zoo krachtig heeft doen wor den. Wanneer wij daarop smalen, dan die nen wij de hand, ook in eigen boezem te steken. Wanneer wij Duitschland gispen, dan behooren wij eigenlijk hén ter verant woording te roepen, die den vrede van Ver sailles gemaakt hebben en die geen weer stand hebben kunnen bieden aan de over winningsroes en aan het streven van Parijs. Had men Duitschland fair behandeld, dan was er van de huidige schrikkelijke impasse geen sprake geweest. Dan had men wellicht niet behoeven te vreezen voor een Duitsch revanche-idee, die eiken dag grootere vor men begint aan te nemen. Op het moment is Hitier rustig. Men kon den leider der nationaal-socialis ten niet meer passeeren, vooral niet, wan neer de geruchten, als zouden de aanhan gers van Von Schleicher op een staatsgreep hebben gezonnen, waarheid bevatten. Men moest ingrijpen; Von Papen werd als tegen hanger van de komende Putsch opnieuw met de vorming van een Regeering belast en kon Hitier niet voorbijgaan. De tijd drong; men had te kiezen tusschen Hi tier als mede-regeerder, als rijkskanselier want in een andere functie zou deze voorman niet willen optreden of tusschen een contra revolutie teneinde de monarchie in Duitsch land weer te herstellen. Hitier werd gekozen, maar men omringde hem met een sterk cordon tegenstanders. Hugenberg werd tegelijk minister van Landibouw en van Economische Zaken. Financiën werd niet aan een na- tionaal-socialist gegeven. Resultaat was, dat dus menige afdeeling, waarmede men zou kunnen experimenteeren, buiten directen in vloed van Hitier werd gehouden. Hitier accepteerde. Maar men heeft zeer weinig inzicht in de huidige Duitsche verhoudingen om te ver onderstellen. dat de leider der nationaal- socialisten hiermede tevreden zou zijn. Hit- Ier moge misschien streven naar roem hetgeen wij trouwens betwijfelen maar zijn partij is niet gericht op roam van den leider; men wil arbeidmen wil een krachtig en roemrijk Vaderland. Zij, die aan de spits der nat/ionaal- socialistische beweging staan, hebben leer geld betaald. Zij weten, dat zij door revolu tie niets kunnen bereiken; er zou slechts bloed vloeien en dit is te kostbaar om het te wagen zonder het ideaal te kunnen bena deren. Met handhaving van de grondwet moeten zij er zien te komen en zoover wij de siituatie kunnen beoordeelen. komt H i 11 e r er. Het was noodzakelijk den Rijksdag eerst te ontbinden. Het samenkomen van een Rijks dag, waarin de nazi's geen meerderheid had den, zou slechts ondergang beteekenen. Het kabinet Hitier zou een eten kort leven heb ben gehad als zijn voorgangers. Niemand weet echter, of Hitler in een nieuwen Rijks dag de meerderheid zal verkrijgen; vol gens de kansrekening mag men zelfs aan nemen, dat dit zeker is. H i 11 e r k r ij g t geen overwicht bij de nieuwe verkiezingen. Daarom moet hij een anderen weg volgen en deze weg is volko men duidelijk. Hij heeft huiszoeking laten doen bij ver schillende vooraanstaande communisten en in de communistische hoofdkwartieren. De daarbij verkregen gegevens worden mini- tieus onderzocht, doch Hitier verbiedt de communistische part ij niet Integendeel, deze partij moet zijn S c h u 1- d i g k e i t bij de verkiezingen doen. Zij moet stemmen en liefst zooveel mogelijk op com munisten. Zoodra de verkiezingen tot de ge schiedenis behooren en de macht verdeeld wordt tusschen de Hitlerianen en de com munisten met een behoorlijken aanhang voor de anderen zal Hitler, steunende op de gegevens, welke hij tijdens de huiszoekingen heeft verkregen, de communistische partij verbieden en dus ontbinden. Alle com munistische Rijksdagled en heb ben af te treden en de Hitle- anen zullen zonder de com- unisten vermoedelijk wè 1 de meerderheid hebben. onze zienswijze juist dan zal Hitier een goede kans verkrijgen om met een nationaal socialistische Rijksdag te gaan regeeren, zoo dat 'hij grondwettelijk alles zal kunnen doen om die grondwet in zijn richting te wijzigen. Niemand zal dan kunnen protesteeren Indien Hitier de communistische partij op het mo ment verbood, zouden de aanhangers venmoe delijk op de socialisten stemmen en deze partij kan hij grondwettelijk niet verbieden Wij zijn dus de meening toegedaan, dat Hitier het zal winnen. Dat Duitschland, zoo lang geen monarchie wordt geforceerd, want een monarchie heeft Duitschland het liefst... Hitleriaansch wordt, is voor ons zoo goed als zeker. Doch dén zal de economische 6trijd worden aangebonden met met elk land, met elke instelling. welke hebben willen profiteeren van Duitschland's nood na 1918. Men zal alle gevolgen van dien na-oorlogstoestand willen liquideeren, mis schien geleidelijk misschien met kracht De hooge rente op de particuliere schulden zul len te niet worden gedaan; men zal koloniën eischen, terwijl de gelijkgerechtigheid in zake bewapening tot vergaande concessies van de andere naties zal moeten leiden. Frankrijk zal verbazend veel water in zijn wijn moeten doen, terwijl Engeland en Italië Berlijn zooveel mogelijk zullen steunen, De Poolsche corridor zal dienen te worden op geheven terwijl Duitschland moet worden toegestaan om zich uit te breiden in de rich ting van d Donaustaten en van den Balkan De autarkische idee zal hoogtij blijven vieren, tot Versailles geheel en al zal zijn ge liquideerd. want eerst dan kan Duitschland zijn wieken weer gaan uitslaan en kan het de buitenlandsche goederen gebruiken om met winst naar de nieuwe afzetgebieden te exporteeren. Precies zooals dit voor den oor log ge weest is. Zoolang het Hi tl er-program- niet is afgewerkt, zoolang zullen ook i agrarische producten worden geweerd en zoolang zullen wij hebben te peinzen op nieuwe wegen, waarlangs wij onze binnen- landsche productie zullen kunnen slijten. Wij hebben daarom belang bij een zeer vlugge liquidatie van den oorlog; wij heb ben belang bij een krachtig Duitschland en bij een bloeiend Britsch Empirium. Wij heb ben geen belang bij een economisch krachtig Frankrijk, wél bij een ondergang van het Fransche chauvinistische drijven, dat de wereld belaagt. Ouohy is 'n groote gedachte- fout; geen toenadering tot het Fransche im perialisme wel toenadering tot die landen, die logische economie in hun vaan voeren. Wij hebben alles te winnen van een spoe dige liquidatie van de waangedachte 1918. UIT TROPISCH NEDERLAND Interpellaties in den Volksraad Salarispolitiek Tijdelijke aan houding N.I.O.Q.-ers Wilde scholen Factorij. Twee kostbare dagen heeft de Volksraad verspild aan debatten over interpellaties, de een, van het lid der Indische Sociaal- Democratische partij, den heer De Dreu, naar aanleiding van de tijdelijke aanhou ding der twee sprekers op het congres van het N.I.O.G., de andere van den r.k heer Monod de Froideville, over de salarispoli tiek, die tot uiting kwam in de nieuwe kor ting van 7 pet. voor de ambtenaren. Misschien is de aanduiding „verspild" niet geheel juist. Immers hier werden wel kome gelegenheden geboden aan de ver schillende leden om stoom af te blazen, hetgeen bij de in verschillende opzichten heerschende spanning wel van beteekenis is. Maar toch klemt de vraag, of ons semi- parlement niet beter had gedaan, een en ander ter sprake te brengen bij de hehan deling der aanvullende begrootingen, waar toe deze Westmoesson-zitting van den Raad in hoofdzaak bijeen is gekomen, welke be handeling volgende week zal aanvangen. Immers de salariskorting moet beschouwd worden in het raam der geheele begroo- tingspolitiek. Veel heeft het debat niet opgeleverd* ëri- kele moties, die nader behandeld worden, zijn eruit voortgekomen, o.a. één, waarin de Regeering verzocht wordt de korting van 17 tot 15 pet terug te brengen. Intus- schen bleek in den Volksraad veel verschil van meening te heerschen over de vraag of de ambtenaren te zwaar belast werden Maar de hoofdzaak van de grieven der landsdienaren is het „te hooi en te gras" bezuinigen (de woorden zijn van den heer Staargaard, lid van de zgn. Economische Groep in den Volksraad, het best te verge lijken met de vroegere liberale partij in Holland). Bijna telkens zijn de concrete salariskortingen verrassingen geweest; wél wist men, dat er iets zou komen, maar zonder veel voorbereiding of overleg kwam dan plotseling het besluit van een nieuwe korting. Wel is intusschen iets verbeterd door de ingestelde commissie van Overleg, die deze week op audiëntie is geweest bit den G.G. maar juist in dergelijke zeer voel bare maatregelen is deze tot nu toe niet gekend. De G.G. heeft intusschen toegezegd en de Regeering heeft dat ook in den Volks raad gedaan, raadgevingen omtrent ver zachting van de gevolgen voor de zwaarst getroffenen in overweging te zullen nemen. Voor groote gezinnen is er reeds een stelsel van toelagen toegepast De noodzakelijkheid van verlaging van den salarispost op de begrooting wordt door de meesten wel erkend, maar men acht billijker regeling mogelijk en heeft ook nog steeds de grief, dat de Regeering den lijn van den minsten weerstand zoekt en te weinig uitziet naar andere bezuinigings. en belastingobjecten. Indië heeft een dure sa larisregeling. de zgn. B.B.L, de Bezoidigings besluiten Burg. Landsdienaren, die veel te royaal is opgezet Wie nu in de goede tijdou daarvan heeft geprofiteerd en thans dus door dienstjaren en niet steeds verant woorde promoties op een hoog peil is aan geland, zou veel meer moeten gekort wor den dan andeiren die werk van minstens SYNCHROON-KLOKKEN Sedert de invoering van het uurwerk met slinger door onzen grooten landsman Christiaan Huygens, is er geen uitvinding op het gebied der tijdaanwijzing gedaan, die van zoo ingrijpenden aard is, en die zoo vérstrekkende gevolgen zal kunnen hebben, als de uitvinding van de synchroon klok. I>»ewel van vrij recenten datum, is het toch moeilijk vast te stellen, wie het eerst op de geniale gedachte is gekomen, het tijd regelwerk, de slinger of het echappement het hart van elke klok daaruit te verwijderen, om dan tienduizenden of zelfs honderdduizenden van deze klokken te laten besturen, in precies hetzelfde tempo, door de machines, die in de electrische centrales wisselstroom opwekken. Machines van 10.000 PK en nog meer, functioneeren thans als moederklok voor tallooze nevenklokken de synchroonklok- ken en dat met een nauwkeurigheid, die vergeleken kan worden met die der beste praecisie-uurwerken! Dat is alleen mogelijk, omdat 't rhythme wordt aangegeven door de wisselingen der stroomrichting, die bij den wisselstroom 1,00 keer per seconde plaats vinden, en die door een daarop reageerend synchroonmotbrjtje in de klokken worden omgezet in de bewe ging van seconde-, minuten- en uurwijzer. Zoodat men met goed recht kan beweren, dat de synchroonklokken eigenlijk geen klok ken zijn. Men kan ze eerder beschouwen als huishoudelijke electrische toestellen met motoraandrijving, en dan munten zij daar in uit, dat hun verbruik het allergeringste is, dat wij kennen, nl. 1 2 Watt! Hierdoor onderscheiden de synchroon klokken zich principieel van alle klokken, die weliswaar ook door electriciteit worden aangedreven, maar die ieder voor zich, een tijdregeling-inrichting bezitten. Het voor deel van deze electrische klokken ligt al leen in het feit, dat men ze nooit hoeft op te winden. De synchroonklok daarentegen, uit hoof de van haar uitersten eenvoud van con structie, die reparaties vrijwel uitsluit, is voorbestemd om het betrouwbare tijdaan- wijsinstrument te worden voor iedereen. Hoe dikwijls hoort men niet van een be zoeker de vraag: Gaat deze klok goed? Die vraag is bij synchroonklok overbodig. Smelt er een zekering door, dan staat de synchroonklok natuurlijk ook stil, maar hiervan afgezien loopt zij steeds en kan zij niet anders dan den tijd aangeven met een nauwkeurigheid, die wij tot nu toe slechts bij zeer goede en dure uurwerken kennen. Daar Nederland 't eerste land in Europa is, waar alle electriciteitsbedrijven zich hebben ingesteld op het leveren van stroom die voor synchroonklokken geschikt is, kan men zeggen, dat de electriciteit ons thans naast licht, kracht en warmte, ook den tijd levert. ONDER DE PANTOFFEL Hij zit onder de pantoffel is een uitdrukking die meermalen wordt gebezigd, en waarvan wij de beteekenis allen zeer goed kennen. Maar hoe deze zegswijze in de wereld kwam is njet zoo algemeen bekend. Men verhaalt, dat er in de Middeleeuwen een geducht ridder leefde, die „Polyphemus met het ijzeren voorhoofd" werd genaamd. In zijn tijd hadden Paus en Keizer, na lange bloedige oorlogen, vrede gesloten, en om deze heugelijke gebeurtenis te vieren, zou den er feesten en tournooien plaats hebben, waarop de bloem der jongelingschap werd uitgenoodigd. Ieder, die aan het steekspel deelnam, zoo was bepaald, moest de kleuren van Jen Paus of van den Keizer dragen. Polyphemus had echter gezworen, dat hij nooit de teekenen van dienstbaarheid zou dragen, noch het roode kruisband van den Paus, noch de zwarte sjerp met gouden rand van den Keizer. Hij zou zich om geen banvloek of rijksban bekreunen en vreesde niemand in het gan- sche rijk. Nu kwam echter Vrouwe Beatrix, zijn gema lin, en smeekte hem, om harentwil een der teekenen te aanvaarden. Zij barstte in tra nen uit, toen de ridder het weigerde, en na tuurlijk zeide zij, dat hij haar niet liefhad. De ridder betuigde haar het tegendeel, en bood aan zijn liefde in een gevecht met scherpe wapens tegen twaalf ridders te be wijzen. Vrouwe Beatrix echter wilde daar van niets hooren. Zij snikte aanhoudend, en riep uit: „Als ge maar een sprankje liefde voor mij in uw hart had, zoudt ge mijn bede inwilligen, en een der teekenen aan uw helm hangen". Daarop, zoo gaat het verhaal verder, begaf zij zich naar haar vertrekken, sloot de deur achter zioh, en liet den ridder verbluft staan. Op dat oogenblik hoorde men het trompet geschal, dat opriep tot het tournooi! Half onbewust greep de geduchte ridder de kleine met gouddraad geborduurde pantoffel, welke zijn vertoornde en bedroefde gemalin in der haast had verloren, bevestigde die aan zijn helm, en snelde het strijdperk in. „Stelt ge u onder den scepter des keizers of onder den ..erdersstaf van den paus?" zoo riepen de herauten hem toe. „Onder ie pantoffel van mijn vrouw!" klonk het antwoord, en de strijd ontbrandde. In het steekspel bleef Polyphemus de eenige overwinnaar. Toen 's Keizers zuster hem den kampprijs, een met goud geborduurde sjerp, om de' breede schouders hing, fluisterde zij hem toe: „Heer ridder! Ge stelt u noch onder den Paus, noch onder den Keizer. U kan nie mand overwinnen. Maar toch 6taat ge onder de pantoffel!" Sedert dien staat zoo menig ander wakker man zeker ter eere van den geduchten „Polyphemus met het ijzeren voorhoofd", onder de pantoffel zijner vrouw evenveel beteekenis doen, doch het nadeel hebben, dat zij pas korter in dienst zijn en niet zoo snel zijn \ooruitgeschoven. Ook de Inlandsche landsdienaren, voor wie het levensonderhoud veel goedkooper is ge worden dan voor de Europeesche, kunnen meer gekort worden. Er zijn zelfs onder hen, die „crisiswinst" maken doordat zij thans veel meer van hun salaris overhou den, ondanks de korting, dan vroeger. Men vraagt zich in ambtenaarskringen af, of 't wegnemen van dergelijke onbillijkheden nu maar moet wachten tot een nieuwe salaris- regeling is samengesteld, die eerst dit jaar ingevoerd zou worden, toen 1 Juni 1933 en thans naar men zegt 1 October van dit jaar Er zijn zulke voor de hand liggende bezui nigingen mogelijk, die uit gewonen ambte lijken sleur maar blijven wachten, en die toch gemakkelijk reeds dadelijk kunnen worden toegepast Het gaat alles te ambte lijk, de persoonlijke lijn wordt gemist, en Indië holt intusschen verder achteruit met dagelijks aangroeiende schuld. Dure reis- regelingen worden gehandhaafd, die toch binnen enkele dagen zouden zijn te wijzi gen, pensioengerechtigden worden gehand haafd of keei^jn zelfs uit Holland nog terug soms op grond van onnoozele bepalingen Eén feit als voorbeeld: Het Nieuws van den Dag voor Ned.-Indië meldde Maandag, dat een lid van de Algenieene Rekenkamer de heer J. Breton de Nijs, volgende maand terugkomt van verlof uit Europa. De Kamer is echter van zes tot vier leden ingekrom pen, eigenlijk is dus voor den terugkeeren- de geen plaats. Evenwel, de domme „bepa lingen", onlangs gewijzigd, stellen de leef tijdsgrens voor leden der Rekenkamer thans op zestig jaar, zoodat de heer Breton de Nijs nog vroolijk enkele jaren „vijfde rad aan den wagen" kan zijn, ofschoon hij reeds lang aanspraak heeft op zijn maxi mum-pensioen. Als men nu verder leest, dat de voorzitter der Kamer zich genood zaakt ziet, door deze terugkomst, goedkeu ring voor overschrijding van zijn begroo- tingscrediet te vragen met f 13 500, zijnde tien maanden activiteitsbezoldiging voor den genoemden ambtenaar en als men ver der bedenkt, dat gedurende enkele jaren nog ongeveer f 16.000 aan salaris voor hem noodig zal zijn, dan begrijpt men iets van den wrevel, welke dergelijke gebeurtenissen opwekken in den minder fortuinlijken amb tenaar, die met minder dan f300 per maand moet zien rond te komen, omdat het Gou vernement hem niet meer kan betalen! Wie zou verwachten, dat een ambtenaar in zulk een geval nu zélf ontslag zou nemen, rekent buiten denambtenaarsgeest, die van oordeel is, dat alles, wat men op grond van „bepalingen", hoe onbillijk ook naar eigen lijken rechtsmaatstaf gemeten kan binnen- sleepèn, moet worden binnengehaald. Ook spreekt in dergelijke gevallen behalve de zucht naar het geld, wel de lust tot werken mede en de afkeer van een werkloos be staan in Holland, maar wie verwacht, dat men dit offer zal brengen ter wille van de in grooten nood verkeerende gemeenschap ziet een utopie. Men merkt immers het zelfde op bij de, ook door de bepalingen gesanctionneerde cumulatie van inkomsten, waarover onlangs in Holland iets te doen is geweest Liet eenige is dus een middel om aan de allesdwingende macht der bepalingen- te ontkomen, als dat gewenscht is; een be voegdheid in deze aan den G.G. of den Raad van Indië, bv. ondier nadere goed keuring van den Volksraad, dan wel een beslissing van den minister zou oplossing kunnen brengen. De twee N.I.O.G.-ers, over wie i£ de vorige maal schreef (5 Januari), zijn na twee weken aanhouding vrijgelaten, doch thans geschorst in hun betrekking. De in terpellatie daarover leverde weinig anders op dan de verklaring der Regeering, dat 't in het belang van het onderzoek noodig werd geacht, beide heeren aan te houden. Een andere actie, welke thans gaande is, behalve die tegen salarisverlaging is die tegen de door den Volksraad verleden jaar aangenomen ordonnantie voor de rege ling van toelating en toezicht op de wilde scholen, die de inlandsche gemoederen in opwinding brengt zonder dat daarvoor veel reden blijkt te zijn. De bespreking in den Volksraad, binnenkort, van het voorstel om deze ordonnantie een jaar buiten werking te stellen, zal zeker aanleiding geven op deze kwestie in een volgenden brief terug te komen. Een gebeurtenis van belang is de ope ning van het nieuwe kantoorpaleis der Nederlandsche Handel Mij., hier kortweg Factorij genoemd, te oud-Batavia, al ging zij wegens de crisis zonder feestelijkheid voorbij, met toespraken van den architect den heer C. v d Linde,- ook in Gereformeer den kring te Batavia welbekend in 1928 speciaal voor den bouw hierheen gekomen; volgende maand keert hij terug den heer De Bruyn, technisch adviseur, die te vens de gebrandschilderde ramen van Dr Van Aalst (ontwerp F. H. Abbing Jrover droeg, en den directeur, den heer Hagen- zieker. Er waren veel bloemen (150 stuk ken). men dronk een split je of limonade de opening geschiedde Zaterdagmorgen 11 uur, 14 Januari en daarna bezichtigden de paar, honderd belangstellenden hei enorme gebouw, dat tegenover het gewel dige station Batavia staat, beide helaas te groot voor de zaken en het verkeer die er Zang NCKV-Dai 8.15 Morgenconeert. - 10.30 M 11.00 concert door het Trie Horst. 12.15 Yehudl Menuhin, viool. - Concert. 2.00 Lundbouwuurtje. O. 1 van Chr. lectuur. 3.30 Het 5 00 Kinderuurtje. 6.00 Ma ..Groote en kleine badplaatjjci 6.15 A- Stapelkamp. S« mofoonplatei Bespeling N. platenconcer Duitschlar .N.V. 6.30 Engt!: 8.00 Uitzend! Blinuenbond. 9.00 G, t. 9.50 Vaz Dlas. 11) lil vera urn. (1875 M.j V.A.R.A. 8.01 Gram foon. 10.15 Uitzending voor de arbeiders de Continubedrijven. 12.01 Kotenkrakers. 2.00 Vrouwenuurtje. 3-00 Voor de kinder1 5.30 Trio Willem Drukker. 6.30 Uitzendi: voor het N.V.V. 6.45 Gramofoon. 6 50 0 gelspel. 7.00 S.D. Gramofoon. 9.40 Philha» nisch orke.-t. 10.20 Vaz Dlas. 10.30 mansliedjes. lu.45 Gramofoon. r'.IC.O. 10.00 Morgenwijding. truss el (Vlaamsch) (337.8 M.) 12.20 Conct 1.20 Berichten en Gramofoon. 5.20 Gi foon. 6.20 Vioolrecitul. 6.35 Protei sche causerie door Ds. de Haan: „Godsd onderwijl-. 6.60 Concert. 7.35 Lette ige causerie. 8.20 Gramofoon. 8.35 rits Sabbe-avond. (Fransch^ (509.3 M.) 12.20 Gramofoon. 1. Berichten en concert. 5.20 Concert. 6. Zang. 7.20 Giamofoon. 8.20 „La Chimèr muziek. 10.20 Berichten en concert. a v e n t r y (1554 4 M.) 12.20 Orgelspel 1 Orkest. 1.50 Gramofoon. .3.50 Orkest 5.05 Orgelspel. 6.50 De grondslagen der n ziek. 8.35 Concert. 9.45 Concert. (1634.9 M.) 11. jangenb£rg (472 4 M.) 11.20 Concert 12.20 Concert. 4.20 Concert 5.40 Dr. von Grolmann: Das Wesen der literarisch! Krltik. 8.35 Concert (261.3 M.J 12.20 Orgeleoncer onden Regional (355.9 M.) 12.30 Cot irt 1.35 Orgel. 3.50 Orkest. 6.50 Cot eert 9.20 Concert eert. 9.20 Concert 9.05 Gramofoon. 9.20 Col schau (1411.8 M.) 4.20 Gramofoon. Concert 7.20 Oude. liederen. 8. nerconcert 9.35 Gramofoon. VolleiMge programma's de Omroepgids Duidelijk foto's, besl verzorgd Radi blad: 4 gld. per half jaar 18 ct per week Ned. C Radio Vereeniging, Vo lenzang, Ede Draagt bij •ie omroepkosten. VERDRONKEN. Te Dockumer Nieuwe Zijlen bij Engwii rum (Fr.) is de oude visscher F. Loonstr bij het bakens zetten over boord gevalle en verdronken. EEN POLITIE-INVAL. De politie te Amsterdam heeft 's nacht! een inval gedaan in een perce§l aan di Gelderschekade, omdat sinds eenigen tijf vermoed werd, dat in dit perceel in striji met de wet drinkgelagen werden gehouden Daar dit inderdaad het geval bleek te zijn is tegen den huurder proces-verbaal opge maakt. VEE IN VLAMMEN Te Callantsoog (N.-H.) is de groote boei derij van H. tot den grond afgebrand. Var de twintig stuks vee konden er slechts via worden gered, zoodat zestien koeien in di vlammen omkwamen. Ook de geheele inboe del is een prooi der vlammen geworden. I> oorzaak is onbekend. BRANDEN Te Amsterdam brak in een opslag plaats van een pharmaceutische groothande aan de Beulingstraat, waarin waren gebor gen aether, zwavelzuur, colodium en nog andere chemicaliën, door onbekende oorzaak brand uit Toen de brandweer begon me water op de vlammen te werpen begon hei op het water zelf te branden. Zij heeft tooi het water geven stop gezet en met schuim- bluschmiddelen het vuur verstikt, nadat eerst met zand was gewerkt. Een der brand weermannen werd gewond en moest naar het gasthuis worden vervoerd. Te K o 11 u m (Fr.) brandde door onb© kende oorzaak de boerderij, bewoond door den landbouwer J. Wierstra, geheel af. Di bewoners konden zioh ternauwernood den. Het vee kon nog worden gered. EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA Door A. E. SOUTHON Naar het Engelsch bewerkt door I. J. P. B.-V. Maar wat had Stretton er ook weer van gezegd? Jansens gedachten verwarden zich weer, maar hij dwong zich wanhopig tot her inneren. Wat was het? Blijf bij Kwangu's paleis vandaanJa, dat was het Blijf weg, maar waarom? Er was jenever daar, overvloed er van, de jenever die hij zoo noo dig ihad. Waarom zei Stretton hem van weg te blijven? Ah, nu wist hij het Stretton wilde al het goud voor zich zelfen je never beteekende goud. Er moest vandaag een vrouw gedood worden is 't nieten je had jenever noodig om vrouwen te doo- denwanneer hij jenever had kon hij geel goud krijgen in flesschennee daar zat ergens een foutWhisky zat in fles- soheningeschonken door leelijke klei ne goden, die in de hoornen zaten en hun mond lieten rollen van eene kant naar de andere... nee, niet hun mond... hun oogen was 't. Wel het hinderde niet erg. Kwangu Ibad jenever en hij zou spoedig in t paleis zijndrinken, drinken totdat die akelige dorst over was. Nu geheel Ln de greep van delirium, 6prong de ongelukkige man op zijn voeten. Het beven was opgehouden met het opkomen van het delirium, en hij voelde zich buiten gewoon goed en sterk. Hij dacht aan de mo gelij kheid, dat Kwangu hem den dienst zou weigeren, zooals zoovelen dat vóór hein ge daan hadden. Hij ging naar het hol, waar hij zijn kleeren verborgen had en haalde daar uit te voorschijn een klein automatisch pis tool. dal Stretton hem gegeven had om te ge bruiken als, bij onverhoopt mislukken van hun plannen, zijn leven zou bedreigd wor den door den teleurgestelden Kwangu. Hij hield het stevig omklemd en rende in dolle vaart door het bosch in de richting van de stad. Het was een weerzinwekkend gezicht. Zijn slanke lichaam was naakt, behalve dan dat hij de apenhuid con zijn middel had gesla gen. De afgeloopen vier dagen had hij ver zuimd om zijn bijgeverfde huid op te schil deren. zoodat hier en daar in het felle zon licht de blanke huid te voorschijn kwam. Geschoren had hij zioh evenmin, zoodat een stoppelbaard om zijn kin zichtbaar was; daarenboven schiterden zijn wilde oogen on heilspellend. Deze kant van de stad was verlaten: hij kwam slechts één manspersoon tegen, toen hij door de lange, vuile straat rende en die kreeg een beroerte van de schurk, bij het zien van wat hij meende den duivel zelf te zijn. Jansen stapte over dat lichaam heen en zette zijn draverij voort. Hij bukte door de lage poort, stak het binnenhof over en ren de Kwangu los, die met Keshona en een paar hoofden in zijn vertrek zat „Laat me drinken, zwijn!" Jansons doordringende stem, die Engelsch sprak, sneed door de ijzige stilte, die gevolgd was op zijn onverwacht binnentreden. Kwangu zat als aan den grond genageld. Hij herkende den priester van Owuro. maar hij kon de beteekenis van dat plotselinge ver schijnen niet verwerken. De razernij van Janson vervulde hem met ontzetting. Hij be greep het bevel niet en zat, in doodsche stilte, en deed niets. Voor hot verwarde bewustzijn van Janson was dat voor slechts een uitlegging vatbaar, n.l. dat de koning weigerde hem den drank te verschaffen, waarnaar hij zoo snakte! Met een ontzettende kreet trok hij de revol ver en haalde de trekker over. Kwangu viel met een doffe smak achterover en Janson wierp zich op de jeneverflesch, die naast heb op den grond stond. Het afgaan van het schot brak de stilte, die op de hoofden gevallen was en in een panische angst vlogen zij hals over kop de straat op. Janson schonk daaraan geen aan- daoht. Hij had de drank, die hij noodig meende te hebben. Staande aast het bloe dende lijk van den koning, zette hij de lang- gdhalsde flesoh aan zijn mond en liet het brandende vocht met een klokkend geluid in zijn dorstige keel glijden. HOOFDSTUK XII. De moed van een vrouw. Stretton brak met het ochtendkrieken het kamp op in een vreeselijk slecht humeur. Zijn over-vermoeide koelies irriteerden hem met hun lustelooze, langzame pogingen om zijn tent op te rollen en de verschillende lasten op te binden in het schemer. Toen hij eindelijk op weg was, was hij in staat om met eijn eigen schaduw te vechten. Onge duldig als hij was om naar de stad te komen en de reden te vernemen van Jansen's lang stilzwijgen, brak hij met zijn oude gewoonte om aan het eind te loopen van de lange rij voortstrompelende mannen. Na een krach tige belofte van wat hij hen doen zou wan neer ze achter bleven, ging hij zelf voorop loopen, in een tempo, bijna tweemaal zoo snel als zijn zwaar beladen dragers. Op het oogenblik dat Jansen de angstige koning neerschoot, was Stretton op minder dan één uur afstands van de stad. Op hetzielfde oogenblik leunde Jessie Noor daa tegen de deurpost van het zendelingen huis en keek angstig naar de leege binnen plaats. Opnieuw waren er deze morgen g. patiënten op komen dagen ec ze was ver vuld met angstige voorgevoelens hier om trent. Maar het schitterende nieuws vaD Moshala's bekeering belette haar om moede loos te worden en de leege voorhof ten spijt begon ze zachtjes te zingen. Haar echtgenoot was weggeroepen dien morgen, toen ze nog aan hun vroege ontbijt gezeten waren, naar een man, die op zijn hoeve, een eindje buiten de stad, een onge luk had gekregen en ze wist niet, wanneer hij terugkomen zou. Ondertusschen had het enerveerende getrommel opgehouden. De stad scheen bijzonder rustig; het was een heerlijke morgen, niet al te heet, en haar opgewektheid kwam weer terug. Ze voelde dat er betere tijden voor de stad aanbraken. De buitendeur werd opengegooid en de zang bestierf op haar lippen, toen een vrouw de zonnige plaats oprende en wild uitschreeuwde: „Kwangu is dood! Kwangu Is dood! Een duivel heeft hem yenmoord en is nu in 't paleis aan het drinken van de jenever, die Kwangu zoo graag lustte!" Jessie Noordaa rende de hut uit en greep de opgewonden, hevig geschrokken vrouw stevig bij den arm, en slaagde er na eenige oogenblikken inderdaad in, haar schijnbaar te kalmeeren. Het verhaal wat ze vertelde was bijna ongelooflijk, en de eenzame blan ke vrouw begreep er eerst niets van. Na veel over en weer vragen en met behulp van Gabriël, begreep ze ten laatste, dat een man wiens huid op sommige plaatsen blank was maar die gekleed was als een fetish-priester het paleis was binnengekomen, de kui vermoord had en nu daar nog aan 't drin ken was. Eenige oogenblikken stond ze doodstil en dacht ernstig na, terwijl haar vlugge in- tuitie al de gebeurtenissen van de vorige tien dagen te zamenpaste. Klaarblijkelijk was deze priester aansprakelijk voor de plotselinge omkeer in de stad en de oorzaak van het getrommel. Ze kon niet begrijpen, waarom deze priester Kwangu te lijf was gegaan, maar verdeed met het denken hier over ook geen tijd. Uit de woorden van de vrouw begreep ze, dat zijn wapen geen ouderwetsch vuurwapen was geweest, maar een klein geweertje, dat hij in de hand hield blijkbaar dus een pistool. Dat zijn huid op sommige plaatsen blank was, bracht haar de oplossing van het raadsel: deze priester was een blanke, die onder de in vloed van de kust een inboorling geworden was. Wat kon ze doen? Wat moest zie doen? Er was niets wat ze doen kon, want ze was slechts een vrouw en dan nog wel alleen. Maax toch .wanneer haar man terugkwam zou hij wel iets doen. Ze leende hem, absoluut onbevreesd. Hij zou gaan naar dem moordenaar en waarschijnlijk dan hetJ zelfde lot treffen als de koning. Ze hield bij deze gedachte den adem inj want ze had hem lief met elke vezel van haar zelf. Misschien, als de moordenaar inderdaad een blanke was, kon zij toch iets] doen. Hij zou zeker geen blanke vrouw dooden. En, zelfs al deed hij dat, het was beter dat zij stierf dan Steven. Zijn werk Lm gon pas in de stad. Zij kon beter dan hij) gemist worden Hij zou om haar treuren, maar hij zou doorzetten. En wat had hij den vorigen avond ook weer gezegd „Wij1 zijn in Gods handen en Hij wil ons be* hoeden". Ja, ze zou gaan De dappere, kleine dame zette haar groote] zonnehoed op en haastte zich naar het| paleis. De straten waren nu ledig. Troepcu) opgewonden zwartjes wandelden heen ent weer maar zorgden er wel voor uit de buurt van het paleis te blijven. Gabriël had haar gevolgd, zijn groote oogen rolden angstig' heen en weer. Dank zij hem vond ze uit, dat de moordenaar nog steeds in het paleis was en dat de menschen het pistool verschillen de malen hadden hooren „krak-krak". Zonder even te aarzelen satptp ze door dê buitengebouwen naar het eigenlijke paleis. Jansen zat op het bordes en vlak bij hem lag het zware lichaam van Kwangu. Hij keek op teen de kleine gestalte vlak voor hem stilhield, de bijna ledige jeneverflesch in z'n linker-, het pistool nog steeds in de rechterhand. JVordt yervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8