Radio Nieuws.
Gemengd Nieuws.
DE GOD VAN HET GOUD
DINSDAG 7 FEBRUARI 1933
ECONOMISCHE PROBLEMEN
HITLER RIJKSKANSELIER
HEDEN EN TOEKOMST VAN
DUITSCHLAND
Snelle liquidatie van den wereldoorlog
in aller belang
De beweging der nationaal-socialisten in
Duitschland beoogt, in eenvoudige woorden
gezegd, het terugbrengen van Duitschland
in de rij der groote mogendheden, terwijl
zij tevens wil breken met den invloed van
de geld-aristocratie. Ieder, die werkkracht en
energie bezit moet zijn plaats in de maat
schappij kunnen innemen en hij mag niet
udtgestooten worden door het feit, dat er geen
werk voor hem is. In zekeren zin is zij een
uitvloeisel van den toestand, waarin Duitsch
land, sinds 1914 is komen te verkeeren. Door
den vrede van Versailles werd het land ge
knecht ter wille van de Fransche hegemo
nie-gedachten en van de Fransche veiligheid.
Hiertegen is een groeiend verzet ontstaan,
welk verzet gevoed werd door de idealisti
sche jeugd, die zich niet kon begrijpen,
waarom geslachten, die niet verantwoorde
lijk waren voor het uitbreken van den
wereldoorlog, toch daarvoor hadden te boe
ten. Zij zuchten onder het gemis aan expan
sie-gebied, dus van Koloniën; het tribuut,
dat Duitschland elk jaar had te betalen en
dat zijn levenssappen aftapte, stelden zij
aansprakelijk voor de ellende, welke zij te
ondervinden hadden.
In I-Iitler vonden zij den man, die voor
hun belangen opkwam. In die atmosfeer
groeide de jongeren-beweging en niets zal in
staat zijn om de eenmaal ontketende krach
ten opnieuw in boeien te klinken. Het is de
fout van de ouderen, om dit te probeeren;
men had 'het nieuwe in goede en rustige
banen te leiden, maar men kon en mag het
niet meer onderdrukken. Elke onderdruk
king zou spanning brengen en het is juist
deze spanning, die op een gegeven moment
tot een explosie zou kunnen leiden.
Of Hitier de man was, die hen later, wan
neer eenmaal het ideaal benaderd was, zou
kunnen blijven leiden, was een vraag op den
tweeden rang. Eerst moest men het begin
maken en daarvoor was Hitier ongetwijfeld
het drijvende element. Het is daarom zoo
onlogisch om te zeggen, dat onder Hitiers
leiding het nationaal-socialisme wel zal
gaan doodbloeden. De nieuwe idee z a 1
eerst dan in rustige banen wor
den geleid, wanneer de Duitsche
jongelingsschap zijn plaats in
het productieproces zal hebben
ingenomen. Zoolang deze door gebrek
aan werkgelegenheid rond moet blijven ploe
teren, zoolang zal men krampachtig vast
houden aan elk streven, dat werkverruimen-
den invloed heeft.
Hitiers programma is ontwikkeling en
saneering van den landbouw benevens werk
voor een ieder, die werk verrichten wil. Hij
is niet anti-internationaal; hij haat echter
de uitbuitingspolitiek van het buitenland,
dat eensdeels erop uit is om het land in
knechtschap te houden (Frankrijk) en an-
dersdeels om door hooge rente zich te ver
rijken (alle landen, die tegen hooge rente
geld hebben geleend). Wij kunnen dit stre
ven begrijpen; wij hebben er zelfs sympathie
voor. Is het niet absurd, dat men voor ge
leende gelden 8 pet en meer durft te eischen,
terwijl in eigen land hoogstens 4 a 5 pet
kan worden gemaakt? De geldgevers ge
bruiken zoo dikwijls het groote woord van
risicodit risico moet betaald worden,
eegt men, maar vergeet men niet, dat het
risico juist ontstaat bij hen, die het niet
hebben en buitengewoon hard moeten wer
ken om aan de verplichtingen te kunnen
voldoen? De stoere werkers, die geen geld
hebben, maar meer dan dat bezitten,
n.l. energie, intellect, worden gedwon
gen het grootste gedeelte van hun arbeid af
te staan, omdat de geldgevers een extra
voordeel willen ontvangen voor de kans, dat
het werken, het ploeteren niet het gewensch-
te succes zal opleveren. Het buitenland en
daaronder behoort ongetwijfeld ook Neder
land, heeft Duitschland onsympathiek be
handeld. Men heeft medegedaan om het
Rijk, dat door omstandigheden zieltogend
terneer lag, het weinig overgebleven econo
mische bloed af te tappen. Men mort nog,
wanneer dat land het laatste restje van dit
levensbloed niet vrijwillig wil afstaan!
Het zijn al deze feiten, die de Hitleriaan-
sche beweging zoo krachtig heeft doen wor
den. Wanneer wij daarop smalen, dan die
nen wij de hand, ook in eigen boezem te
steken. Wanneer wij Duitschland gispen,
dan behooren wij eigenlijk hén ter verant
woording te roepen, die den vrede van Ver
sailles gemaakt hebben en die geen weer
stand hebben kunnen bieden aan de over
winningsroes en aan het streven van Parijs.
Had men Duitschland fair behandeld, dan
was er van de huidige schrikkelijke impasse
geen sprake geweest. Dan had men wellicht
niet behoeven te vreezen voor een Duitsch
revanche-idee, die eiken dag grootere vor
men begint aan te nemen.
Op het moment is Hitier rustig.
Men kon den leider der nationaal-socialis
ten niet meer passeeren, vooral niet, wan
neer de geruchten, als zouden de aanhan
gers van Von Schleicher op een staatsgreep
hebben gezonnen, waarheid bevatten. Men
moest ingrijpen; Von Papen werd als tegen
hanger van de komende Putsch opnieuw
met de vorming van een Regeering belast
en kon Hitier niet voorbijgaan. De tijd
drong; men had te kiezen tusschen Hi tier
als mede-regeerder, als rijkskanselier want
in een andere functie zou deze voorman niet
willen optreden of tusschen een contra
revolutie teneinde de monarchie in Duitsch
land weer te herstellen.
Hitier werd gekozen, maar men omringde
hem met een sterk cordon tegenstanders.
Hugenberg werd tegelijk minister
van Landibouw en van Economische
Zaken. Financiën werd niet aan een na-
tionaal-socialist gegeven. Resultaat was, dat
dus menige afdeeling, waarmede men zou
kunnen experimenteeren, buiten directen in
vloed van Hitier werd gehouden.
Hitier accepteerde.
Maar men heeft zeer weinig inzicht in de
huidige Duitsche verhoudingen om te ver
onderstellen. dat de leider der nationaal-
socialisten hiermede tevreden zou zijn. Hit-
Ier moge misschien streven naar roem
hetgeen wij trouwens betwijfelen maar
zijn partij is niet gericht op roam van den
leider; men wil arbeidmen wil een
krachtig en roemrijk Vaderland.
Zij, die aan de spits der nat/ionaal-
socialistische beweging staan, hebben leer
geld betaald. Zij weten, dat zij door revolu
tie niets kunnen bereiken; er zou slechts
bloed vloeien en dit is te kostbaar om het
te wagen zonder het ideaal te kunnen bena
deren. Met handhaving van de grondwet
moeten zij er zien te komen en zoover wij de
siituatie kunnen beoordeelen. komt
H i 11 e r er.
Het was noodzakelijk den Rijksdag eerst te
ontbinden. Het samenkomen van een Rijks
dag, waarin de nazi's geen meerderheid had
den, zou slechts ondergang beteekenen. Het
kabinet Hitier zou een eten kort leven heb
ben gehad als zijn voorgangers. Niemand
weet echter, of Hitler in een nieuwen Rijks
dag de meerderheid zal verkrijgen; vol
gens de kansrekening mag men zelfs aan
nemen, dat dit zeker is. H i 11 e r k r ij g t
geen overwicht bij de nieuwe
verkiezingen. Daarom moet hij een
anderen weg volgen en deze weg is volko
men duidelijk.
Hij heeft huiszoeking laten doen bij ver
schillende vooraanstaande communisten en
in de communistische hoofdkwartieren. De
daarbij verkregen gegevens worden mini-
tieus onderzocht, doch Hitier verbiedt
de communistische part ij niet
Integendeel, deze partij moet zijn S c h u 1-
d i g k e i t bij de verkiezingen doen. Zij moet
stemmen en liefst zooveel mogelijk op com
munisten. Zoodra de verkiezingen tot de ge
schiedenis behooren en de macht verdeeld
wordt tusschen de Hitlerianen en de com
munisten met een behoorlijken aanhang
voor de anderen zal Hitler, steunende op de
gegevens, welke hij tijdens de huiszoekingen
heeft verkregen, de communistische partij
verbieden en dus ontbinden. Alle com
munistische Rijksdagled en heb
ben af te treden en de Hitle-
anen zullen zonder de com-
unisten vermoedelijk wè 1 de
meerderheid hebben.
onze zienswijze juist dan zal Hitier een
goede kans verkrijgen om met een nationaal
socialistische Rijksdag te gaan regeeren, zoo
dat 'hij grondwettelijk alles zal kunnen doen
om die grondwet in zijn richting te wijzigen.
Niemand zal dan kunnen protesteeren Indien
Hitier de communistische partij op het mo
ment verbood, zouden de aanhangers venmoe
delijk op de socialisten stemmen en deze
partij kan hij grondwettelijk niet verbieden
Wij zijn dus de meening toegedaan, dat
Hitier het zal winnen. Dat Duitschland, zoo
lang geen monarchie wordt geforceerd, want
een monarchie heeft Duitschland het liefst...
Hitleriaansch wordt, is voor ons zoo goed
als zeker.
Doch dén zal de economische 6trijd
worden aangebonden met met elk
land, met elke instelling. welke
hebben willen profiteeren van Duitschland's
nood na 1918. Men zal alle gevolgen van dien
na-oorlogstoestand willen liquideeren, mis
schien geleidelijk misschien met kracht De
hooge rente op de particuliere schulden zul
len te niet worden gedaan; men zal koloniën
eischen, terwijl de gelijkgerechtigheid in
zake bewapening tot vergaande concessies
van de andere naties zal moeten leiden.
Frankrijk zal verbazend veel water in zijn
wijn moeten doen, terwijl Engeland en Italië
Berlijn zooveel mogelijk zullen steunen, De
Poolsche corridor zal dienen te worden op
geheven terwijl Duitschland moet worden
toegestaan om zich uit te breiden in de rich
ting van d Donaustaten en van den Balkan
De autarkische idee zal hoogtij blijven
vieren, tot Versailles geheel en al zal zijn ge
liquideerd. want eerst dan kan Duitschland
zijn wieken weer gaan uitslaan en kan het
de buitenlandsche goederen gebruiken om
met winst naar de nieuwe afzetgebieden te
exporteeren. Precies zooals dit voor den oor
log ge weest is. Zoolang het Hi tl er-program-
niet is afgewerkt, zoolang zullen ook
i agrarische producten worden geweerd
en zoolang zullen wij hebben te peinzen op
nieuwe wegen, waarlangs wij onze binnen-
landsche productie zullen kunnen slijten.
Wij hebben daarom belang bij een zeer
vlugge liquidatie van den oorlog; wij heb
ben belang bij een krachtig Duitschland en
bij een bloeiend Britsch Empirium. Wij heb
ben geen belang bij een economisch krachtig
Frankrijk, wél bij een ondergang van het
Fransche chauvinistische drijven, dat de
wereld belaagt. Ouohy is 'n groote gedachte-
fout; geen toenadering tot het Fransche im
perialisme wel toenadering tot die landen,
die logische economie in hun vaan voeren.
Wij hebben alles te winnen van een spoe
dige liquidatie van de waangedachte
1918.
UIT TROPISCH NEDERLAND
Interpellaties in den Volksraad
Salarispolitiek Tijdelijke aan
houding N.I.O.Q.-ers Wilde
scholen Factorij.
Twee kostbare dagen heeft de Volksraad
verspild aan debatten over interpellaties,
de een, van het lid der Indische Sociaal-
Democratische partij, den heer De Dreu,
naar aanleiding van de tijdelijke aanhou
ding der twee sprekers op het congres van
het N.I.O.G., de andere van den r.k heer
Monod de Froideville, over de salarispoli
tiek, die tot uiting kwam in de nieuwe kor
ting van 7 pet. voor de ambtenaren.
Misschien is de aanduiding „verspild"
niet geheel juist. Immers hier werden wel
kome gelegenheden geboden aan de ver
schillende leden om stoom af te blazen,
hetgeen bij de in verschillende opzichten
heerschende spanning wel van beteekenis
is. Maar toch klemt de vraag, of ons semi-
parlement niet beter had gedaan, een en
ander ter sprake te brengen bij de hehan
deling der aanvullende begrootingen, waar
toe deze Westmoesson-zitting van den Raad
in hoofdzaak bijeen is gekomen, welke be
handeling volgende week zal aanvangen.
Immers de salariskorting moet beschouwd
worden in het raam der geheele begroo-
tingspolitiek.
Veel heeft het debat niet opgeleverd* ëri-
kele moties, die nader behandeld worden,
zijn eruit voortgekomen, o.a. één, waarin
de Regeering verzocht wordt de korting
van 17 tot 15 pet terug te brengen. Intus-
schen bleek in den Volksraad veel verschil
van meening te heerschen over de vraag
of de ambtenaren te zwaar belast werden
Maar de hoofdzaak van de grieven der
landsdienaren is het „te hooi en te gras"
bezuinigen (de woorden zijn van den heer
Staargaard, lid van de zgn. Economische
Groep in den Volksraad, het best te verge
lijken met de vroegere liberale partij in
Holland). Bijna telkens zijn de concrete
salariskortingen verrassingen geweest; wél
wist men, dat er iets zou komen, maar
zonder veel voorbereiding of overleg kwam
dan plotseling het besluit van een nieuwe
korting. Wel is intusschen iets verbeterd
door de ingestelde commissie van Overleg,
die deze week op audiëntie is geweest bit
den G.G. maar juist in dergelijke zeer voel
bare maatregelen is deze tot nu toe niet
gekend. De G.G. heeft intusschen toegezegd
en de Regeering heeft dat ook in den Volks
raad gedaan, raadgevingen omtrent ver
zachting van de gevolgen voor de zwaarst
getroffenen in overweging te zullen nemen.
Voor groote gezinnen is er reeds een stelsel
van toelagen toegepast
De noodzakelijkheid van verlaging van
den salarispost op de begrooting wordt door
de meesten wel erkend, maar men acht
billijker regeling mogelijk en heeft ook nog
steeds de grief, dat de Regeering den lijn
van den minsten weerstand zoekt en te
weinig uitziet naar andere bezuinigings. en
belastingobjecten. Indië heeft een dure sa
larisregeling. de zgn. B.B.L, de Bezoidigings
besluiten Burg. Landsdienaren, die veel te
royaal is opgezet Wie nu in de goede tijdou
daarvan heeft geprofiteerd en thans dus
door dienstjaren en niet steeds verant
woorde promoties op een hoog peil is aan
geland, zou veel meer moeten gekort wor
den dan andeiren die werk van minstens
SYNCHROON-KLOKKEN
Sedert de invoering van het uurwerk
met slinger door onzen grooten landsman
Christiaan Huygens, is er geen uitvinding
op het gebied der tijdaanwijzing gedaan,
die van zoo ingrijpenden aard is, en die
zoo vérstrekkende gevolgen zal kunnen
hebben, als de uitvinding van de synchroon
klok.
I>»ewel van vrij recenten datum, is het
toch moeilijk vast te stellen, wie het eerst
op de geniale gedachte is gekomen, het tijd
regelwerk, de slinger of het echappement
het hart van elke klok daaruit te
verwijderen, om dan tienduizenden of zelfs
honderdduizenden van deze klokken te
laten besturen, in precies hetzelfde tempo,
door de machines, die in de electrische
centrales wisselstroom opwekken.
Machines van 10.000 PK en nog meer,
functioneeren thans als moederklok voor
tallooze nevenklokken de synchroonklok-
ken en dat met een nauwkeurigheid, die
vergeleken kan worden met die der beste
praecisie-uurwerken!
Dat is alleen mogelijk, omdat 't rhythme
wordt aangegeven door de wisselingen der
stroomrichting, die bij den wisselstroom 1,00
keer per seconde plaats vinden, en die door
een daarop reageerend synchroonmotbrjtje
in de klokken worden omgezet in de bewe
ging van seconde-, minuten- en uurwijzer.
Zoodat men met goed recht kan beweren,
dat de synchroonklokken eigenlijk geen klok
ken zijn. Men kan ze eerder beschouwen
als huishoudelijke electrische toestellen met
motoraandrijving, en dan munten zij daar
in uit, dat hun verbruik het allergeringste
is, dat wij kennen, nl. 1 2 Watt!
Hierdoor onderscheiden de synchroon
klokken zich principieel van alle klokken,
die weliswaar ook door electriciteit worden
aangedreven, maar die ieder voor zich, een
tijdregeling-inrichting bezitten. Het voor
deel van deze electrische klokken ligt al
leen in het feit, dat men ze nooit hoeft op
te winden.
De synchroonklok daarentegen, uit hoof
de van haar uitersten eenvoud van con
structie, die reparaties vrijwel uitsluit, is
voorbestemd om het betrouwbare tijdaan-
wijsinstrument te worden voor iedereen.
Hoe dikwijls hoort men niet van een be
zoeker de vraag: Gaat deze klok goed? Die
vraag is bij synchroonklok overbodig.
Smelt er een zekering door, dan staat de
synchroonklok natuurlijk ook stil, maar
hiervan afgezien loopt zij steeds en kan zij
niet anders dan den tijd aangeven met een
nauwkeurigheid, die wij tot nu toe slechts
bij zeer goede en dure uurwerken kennen.
Daar Nederland 't eerste land in Europa
is, waar alle electriciteitsbedrijven zich
hebben ingesteld op het leveren van stroom
die voor synchroonklokken geschikt is, kan
men zeggen, dat de electriciteit ons thans
naast licht, kracht en warmte, ook den tijd
levert.
ONDER DE PANTOFFEL
Hij zit onder de pantoffel is een uitdrukking
die meermalen wordt gebezigd, en waarvan
wij de beteekenis allen zeer goed kennen.
Maar hoe deze zegswijze in de wereld kwam
is njet zoo algemeen bekend.
Men verhaalt, dat er in de Middeleeuwen
een geducht ridder leefde, die „Polyphemus
met het ijzeren voorhoofd" werd genaamd.
In zijn tijd hadden Paus en Keizer, na lange
bloedige oorlogen, vrede gesloten, en om
deze heugelijke gebeurtenis te vieren, zou
den er feesten en tournooien plaats hebben,
waarop de bloem der jongelingschap werd
uitgenoodigd. Ieder, die aan het steekspel
deelnam, zoo was bepaald, moest de kleuren
van Jen Paus of van den Keizer dragen.
Polyphemus had echter gezworen, dat hij
nooit de teekenen van dienstbaarheid zou
dragen, noch het roode kruisband van den
Paus, noch de zwarte sjerp met gouden rand
van den Keizer.
Hij zou zich om geen banvloek of rijksban
bekreunen en vreesde niemand in het gan-
sche rijk.
Nu kwam echter Vrouwe Beatrix, zijn gema
lin, en smeekte hem, om harentwil een der
teekenen te aanvaarden. Zij barstte in tra
nen uit, toen de ridder het weigerde, en na
tuurlijk zeide zij, dat hij haar niet liefhad.
De ridder betuigde haar het tegendeel, en
bood aan zijn liefde in een gevecht met
scherpe wapens tegen twaalf ridders te be
wijzen. Vrouwe Beatrix echter wilde daar
van niets hooren. Zij snikte aanhoudend, en
riep uit: „Als ge maar een sprankje liefde
voor mij in uw hart had, zoudt ge mijn
bede inwilligen, en een der teekenen aan
uw helm hangen".
Daarop, zoo gaat het verhaal verder, begaf
zij zich naar haar vertrekken, sloot de deur
achter zioh, en liet den ridder verbluft staan.
Op dat oogenblik hoorde men het trompet
geschal, dat opriep tot het tournooi! Half
onbewust greep de geduchte ridder de kleine
met gouddraad geborduurde pantoffel, welke
zijn vertoornde en bedroefde gemalin in der
haast had verloren, bevestigde die aan zijn
helm, en snelde het strijdperk in.
„Stelt ge u onder den scepter des keizers
of onder den ..erdersstaf van den paus?" zoo
riepen de herauten hem toe.
„Onder ie pantoffel van mijn vrouw!" klonk
het antwoord, en de strijd ontbrandde.
In het steekspel bleef Polyphemus de eenige
overwinnaar.
Toen 's Keizers zuster hem den kampprijs,
een met goud geborduurde sjerp, om de'
breede schouders hing, fluisterde zij hem
toe:
„Heer ridder! Ge stelt u noch onder den
Paus, noch onder den Keizer. U kan nie
mand overwinnen. Maar toch 6taat ge onder
de pantoffel!"
Sedert dien staat zoo menig ander wakker
man zeker ter eere van den geduchten
„Polyphemus met het ijzeren voorhoofd",
onder de pantoffel zijner vrouw
evenveel beteekenis doen, doch het nadeel
hebben, dat zij pas korter in dienst zijn en
niet zoo snel zijn \ooruitgeschoven. Ook de
Inlandsche landsdienaren, voor wie het
levensonderhoud veel goedkooper is ge
worden dan voor de Europeesche, kunnen
meer gekort worden. Er zijn zelfs onder
hen, die „crisiswinst" maken doordat zij
thans veel meer van hun salaris overhou
den, ondanks de korting, dan vroeger. Men
vraagt zich in ambtenaarskringen af, of 't
wegnemen van dergelijke onbillijkheden nu
maar moet wachten tot een nieuwe salaris-
regeling is samengesteld, die eerst dit jaar
ingevoerd zou worden, toen 1 Juni 1933 en
thans naar men zegt 1 October van dit jaar
Er zijn zulke voor de hand liggende bezui
nigingen mogelijk, die uit gewonen ambte
lijken sleur maar blijven wachten, en die
toch gemakkelijk reeds dadelijk kunnen
worden toegepast Het gaat alles te ambte
lijk, de persoonlijke lijn wordt gemist, en
Indië holt intusschen verder achteruit met
dagelijks aangroeiende schuld. Dure reis-
regelingen worden gehandhaafd, die toch
binnen enkele dagen zouden zijn te wijzi
gen, pensioengerechtigden worden gehand
haafd of keei^jn zelfs uit Holland nog terug
soms op grond van onnoozele bepalingen
Eén feit als voorbeeld: Het Nieuws van den
Dag voor Ned.-Indië meldde Maandag, dat
een lid van de Algenieene Rekenkamer de
heer J. Breton de Nijs, volgende maand
terugkomt van verlof uit Europa. De Kamer
is echter van zes tot vier leden ingekrom
pen, eigenlijk is dus voor den terugkeeren-
de geen plaats. Evenwel, de domme „bepa
lingen", onlangs gewijzigd, stellen de leef
tijdsgrens voor leden der Rekenkamer thans
op zestig jaar, zoodat de heer Breton de
Nijs nog vroolijk enkele jaren „vijfde rad
aan den wagen" kan zijn, ofschoon hij
reeds lang aanspraak heeft op zijn maxi
mum-pensioen. Als men nu verder leest,
dat de voorzitter der Kamer zich genood
zaakt ziet, door deze terugkomst, goedkeu
ring voor overschrijding van zijn begroo-
tingscrediet te vragen met f 13 500, zijnde
tien maanden activiteitsbezoldiging voor
den genoemden ambtenaar en als men ver
der bedenkt, dat gedurende enkele jaren
nog ongeveer f 16.000 aan salaris voor hem
noodig zal zijn, dan begrijpt men iets van
den wrevel, welke dergelijke gebeurtenissen
opwekken in den minder fortuinlijken amb
tenaar, die met minder dan f300 per maand
moet zien rond te komen, omdat het Gou
vernement hem niet meer kan betalen! Wie
zou verwachten, dat een ambtenaar in zulk
een geval nu zélf ontslag zou nemen, rekent
buiten denambtenaarsgeest, die van
oordeel is, dat alles, wat men op grond van
„bepalingen", hoe onbillijk ook naar eigen
lijken rechtsmaatstaf gemeten kan binnen-
sleepèn, moet worden binnengehaald. Ook
spreekt in dergelijke gevallen behalve de
zucht naar het geld, wel de lust tot werken
mede en de afkeer van een werkloos be
staan in Holland, maar wie verwacht, dat
men dit offer zal brengen ter wille van de
in grooten nood verkeerende gemeenschap
ziet een utopie. Men merkt immers het
zelfde op bij de, ook door de bepalingen
gesanctionneerde cumulatie van inkomsten,
waarover onlangs in Holland iets te doen
is geweest
Liet eenige is dus een middel om aan de
allesdwingende macht der bepalingen- te
ontkomen, als dat gewenscht is; een be
voegdheid in deze aan den G.G. of den
Raad van Indië, bv. ondier nadere goed
keuring van den Volksraad, dan wel een
beslissing van den minister zou oplossing
kunnen brengen.
De twee N.I.O.G.-ers, over wie i£ de
vorige maal schreef (5 Januari), zijn na
twee weken aanhouding vrijgelaten, doch
thans geschorst in hun betrekking. De in
terpellatie daarover leverde weinig anders
op dan de verklaring der Regeering, dat 't
in het belang van het onderzoek noodig
werd geacht, beide heeren aan te houden.
Een andere actie, welke thans gaande is,
behalve die tegen salarisverlaging is
die tegen de door den Volksraad verleden
jaar aangenomen ordonnantie voor de rege
ling van toelating en toezicht op de wilde
scholen, die de inlandsche gemoederen in
opwinding brengt zonder dat daarvoor veel
reden blijkt te zijn. De bespreking in den
Volksraad, binnenkort, van het voorstel om
deze ordonnantie een jaar buiten werking
te stellen, zal zeker aanleiding geven op
deze kwestie in een volgenden brief terug
te komen.
Een gebeurtenis van belang is de ope
ning van het nieuwe kantoorpaleis der
Nederlandsche Handel Mij., hier kortweg
Factorij genoemd, te oud-Batavia, al ging
zij wegens de crisis zonder feestelijkheid
voorbij, met toespraken van den architect
den heer C. v d Linde,- ook in Gereformeer
den kring te Batavia welbekend in 1928
speciaal voor den bouw hierheen gekomen;
volgende maand keert hij terug den
heer De Bruyn, technisch adviseur, die te
vens de gebrandschilderde ramen van Dr
Van Aalst (ontwerp F. H. Abbing Jrover
droeg, en den directeur, den heer Hagen-
zieker. Er waren veel bloemen (150 stuk
ken). men dronk een split je of limonade
de opening geschiedde Zaterdagmorgen 11
uur, 14 Januari en daarna bezichtigden
de paar, honderd belangstellenden hei
enorme gebouw, dat tegenover het gewel
dige station Batavia staat, beide helaas te
groot voor de zaken en het verkeer die er
Zang NCKV-Dai
8.15 Morgenconeert. -
10.30 M
11.00 concert door het Trie
Horst. 12.15 Yehudl Menuhin, viool. -
Concert. 2.00 Lundbouwuurtje. O. 1
van Chr. lectuur. 3.30 Het
5 00 Kinderuurtje. 6.00 Ma
..Groote en kleine badplaatjjci
6.15 A- Stapelkamp. S«
mofoonplatei
Bespeling N.
platenconcer
Duitschlar
.N.V. 6.30 Engt!:
8.00 Uitzend!
Blinuenbond. 9.00 G,
t. 9.50 Vaz Dlas. 11)
lil vera urn. (1875 M.j V.A.R.A. 8.01 Gram
foon. 10.15 Uitzending voor de arbeiders
de Continubedrijven. 12.01 Kotenkrakers.
2.00 Vrouwenuurtje. 3-00 Voor de kinder1
5.30 Trio Willem Drukker. 6.30 Uitzendi:
voor het N.V.V. 6.45 Gramofoon. 6 50 0
gelspel. 7.00 S.D.
Gramofoon. 9.40 Philha»
nisch orke.-t. 10.20 Vaz Dlas. 10.30
mansliedjes. lu.45 Gramofoon.
r'.IC.O. 10.00 Morgenwijding.
truss el (Vlaamsch) (337.8 M.) 12.20 Conct
1.20 Berichten en Gramofoon. 5.20 Gi
foon. 6.20 Vioolrecitul. 6.35 Protei
sche causerie door Ds. de Haan: „Godsd
onderwijl-. 6.60 Concert. 7.35 Lette
ige causerie. 8.20 Gramofoon. 8.35
rits Sabbe-avond.
(Fransch^ (509.3 M.) 12.20 Gramofoon. 1.
Berichten en concert. 5.20 Concert. 6.
Zang. 7.20 Giamofoon. 8.20 „La Chimèr
muziek. 10.20 Berichten en concert.
a v e n t r y (1554 4 M.) 12.20 Orgelspel 1
Orkest. 1.50 Gramofoon. .3.50 Orkest
5.05 Orgelspel. 6.50 De grondslagen der n
ziek. 8.35 Concert. 9.45 Concert.
(1634.9 M.) 11.
jangenb£rg (472 4 M.) 11.20 Concert
12.20 Concert. 4.20 Concert 5.40 Dr.
von Grolmann: Das Wesen der literarisch!
Krltik. 8.35 Concert
(261.3 M.J 12.20 Orgeleoncer
onden Regional (355.9 M.) 12.30 Cot
irt 1.35 Orgel. 3.50 Orkest. 6.50 Cot
eert 9.20 Concert
eert. 9.20 Concert
9.05 Gramofoon. 9.20 Col
schau (1411.8 M.) 4.20 Gramofoon.
Concert 7.20 Oude. liederen. 8.
nerconcert 9.35 Gramofoon.
VolleiMge programma's
de Omroepgids Duidelijk
foto's, besl verzorgd Radi
blad: 4 gld. per half jaar
18 ct per week Ned. C
Radio Vereeniging, Vo
lenzang, Ede Draagt bij
•ie omroepkosten.
VERDRONKEN.
Te Dockumer Nieuwe Zijlen bij Engwii
rum (Fr.) is de oude visscher F. Loonstr
bij het bakens zetten over boord gevalle
en verdronken.
EEN POLITIE-INVAL.
De politie te Amsterdam heeft 's nacht!
een inval gedaan in een perce§l aan di
Gelderschekade, omdat sinds eenigen tijf
vermoed werd, dat in dit perceel in striji
met de wet drinkgelagen werden gehouden
Daar dit inderdaad het geval bleek te zijn
is tegen den huurder proces-verbaal opge
maakt.
VEE IN VLAMMEN
Te Callantsoog (N.-H.) is de groote boei
derij van H. tot den grond afgebrand. Var
de twintig stuks vee konden er slechts via
worden gered, zoodat zestien koeien in di
vlammen omkwamen. Ook de geheele inboe
del is een prooi der vlammen geworden. I>
oorzaak is onbekend.
BRANDEN
Te Amsterdam brak in een opslag
plaats van een pharmaceutische groothande
aan de Beulingstraat, waarin waren gebor
gen aether, zwavelzuur, colodium en nog
andere chemicaliën, door onbekende oorzaak
brand uit Toen de brandweer begon me
water op de vlammen te werpen begon hei
op het water zelf te branden. Zij heeft tooi
het water geven stop gezet en met schuim-
bluschmiddelen het vuur verstikt, nadat
eerst met zand was gewerkt. Een der brand
weermannen werd gewond en moest naar
het gasthuis worden vervoerd.
Te K o 11 u m (Fr.) brandde door onb©
kende oorzaak de boerderij, bewoond door
den landbouwer J. Wierstra, geheel af. Di
bewoners konden zioh ternauwernood
den. Het vee kon nog worden gered.
EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA
Door A. E. SOUTHON
Naar het Engelsch bewerkt door
I. J. P. B.-V.
Maar wat had Stretton er ook weer van
gezegd? Jansens gedachten verwarden zich
weer, maar hij dwong zich wanhopig tot her
inneren. Wat was het? Blijf bij Kwangu's
paleis vandaanJa, dat was het Blijf
weg, maar waarom? Er was jenever daar,
overvloed er van, de jenever die hij zoo noo
dig ihad. Waarom zei Stretton hem van weg
te blijven? Ah, nu wist hij het Stretton
wilde al het goud voor zich zelfen je
never beteekende goud. Er moest vandaag
een vrouw gedood worden is 't nieten
je had jenever noodig om vrouwen te doo-
denwanneer hij jenever had kon hij
geel goud krijgen in flesschennee daar
zat ergens een foutWhisky zat in fles-
soheningeschonken door leelijke klei
ne goden, die in de hoornen zaten en hun
mond lieten rollen van eene kant naar de
andere... nee, niet hun mond... hun oogen
was 't. Wel het hinderde niet erg. Kwangu
Ibad jenever en hij zou spoedig in t paleis
zijndrinken, drinken totdat die akelige
dorst over was.
Nu geheel Ln de greep van delirium,
6prong de ongelukkige man op zijn voeten.
Het beven was opgehouden met het opkomen
van het delirium, en hij voelde zich buiten
gewoon goed en sterk. Hij dacht aan de mo
gelij kheid, dat Kwangu hem den dienst zou
weigeren, zooals zoovelen dat vóór hein ge
daan hadden. Hij ging naar het hol, waar hij
zijn kleeren verborgen had en haalde daar
uit te voorschijn een klein automatisch pis
tool. dal Stretton hem gegeven had om te ge
bruiken als, bij onverhoopt mislukken van
hun plannen, zijn leven zou bedreigd wor
den door den teleurgestelden Kwangu.
Hij hield het stevig omklemd en rende in
dolle vaart door het bosch in de richting van
de stad.
Het was een weerzinwekkend gezicht. Zijn
slanke lichaam was naakt, behalve dan dat
hij de apenhuid con zijn middel had gesla
gen. De afgeloopen vier dagen had hij ver
zuimd om zijn bijgeverfde huid op te schil
deren. zoodat hier en daar in het felle zon
licht de blanke huid te voorschijn kwam.
Geschoren had hij zioh evenmin, zoodat een
stoppelbaard om zijn kin zichtbaar was;
daarenboven schiterden zijn wilde oogen on
heilspellend.
Deze kant van de stad was verlaten: hij
kwam slechts één manspersoon tegen, toen
hij door de lange, vuile straat rende en
die kreeg een beroerte van de schurk, bij het
zien van wat hij meende den duivel zelf te
zijn. Jansen stapte over dat lichaam heen
en zette zijn draverij voort. Hij bukte door de
lage poort, stak het binnenhof over en ren
de Kwangu los, die met Keshona en een
paar hoofden in zijn vertrek zat
„Laat me drinken, zwijn!"
Jansons doordringende stem, die Engelsch
sprak, sneed door de ijzige stilte, die gevolgd
was op zijn onverwacht binnentreden.
Kwangu zat als aan den grond genageld. Hij
herkende den priester van Owuro. maar hij
kon de beteekenis van dat plotselinge ver
schijnen niet verwerken. De razernij van
Janson vervulde hem met ontzetting. Hij be
greep het bevel niet en zat, in doodsche
stilte, en deed niets.
Voor hot verwarde bewustzijn van Janson
was dat voor slechts een uitlegging vatbaar,
n.l. dat de koning weigerde hem den drank
te verschaffen, waarnaar hij zoo snakte!
Met een ontzettende kreet trok hij de revol
ver en haalde de trekker over. Kwangu viel
met een doffe smak achterover en Janson
wierp zich op de jeneverflesch, die naast heb
op den grond stond.
Het afgaan van het schot brak de stilte,
die op de hoofden gevallen was en in een
panische angst vlogen zij hals over kop de
straat op. Janson schonk daaraan geen aan-
daoht. Hij had de drank, die hij noodig
meende te hebben. Staande aast het bloe
dende lijk van den koning, zette hij de lang-
gdhalsde flesoh aan zijn mond en liet het
brandende vocht met een klokkend geluid in
zijn dorstige keel glijden.
HOOFDSTUK XII.
De moed van een vrouw.
Stretton brak met het ochtendkrieken het
kamp op in een vreeselijk slecht humeur.
Zijn over-vermoeide koelies irriteerden hem
met hun lustelooze, langzame pogingen om
zijn tent op te rollen en de verschillende
lasten op te binden in het schemer. Toen hij
eindelijk op weg was, was hij in staat om
met eijn eigen schaduw te vechten. Onge
duldig als hij was om naar de stad te komen
en de reden te vernemen van Jansen's lang
stilzwijgen, brak hij met zijn oude gewoonte
om aan het eind te loopen van de lange rij
voortstrompelende mannen. Na een krach
tige belofte van wat hij hen doen zou wan
neer ze achter bleven, ging hij zelf voorop
loopen, in een tempo, bijna tweemaal zoo
snel als zijn zwaar beladen dragers. Op het
oogenblik dat Jansen de angstige koning
neerschoot, was Stretton op minder dan één
uur afstands van de stad.
Op hetzielfde oogenblik leunde Jessie Noor
daa tegen de deurpost van het zendelingen
huis en keek angstig naar de leege binnen
plaats. Opnieuw waren er deze morgen g.
patiënten op komen dagen ec ze was ver
vuld met angstige voorgevoelens hier om
trent. Maar het schitterende nieuws vaD
Moshala's bekeering belette haar om moede
loos te worden en de leege voorhof ten spijt
begon ze zachtjes te zingen.
Haar echtgenoot was weggeroepen dien
morgen, toen ze nog aan hun vroege ontbijt
gezeten waren, naar een man, die op zijn
hoeve, een eindje buiten de stad, een onge
luk had gekregen en ze wist niet, wanneer
hij terugkomen zou. Ondertusschen had het
enerveerende getrommel opgehouden. De
stad scheen bijzonder rustig; het was een
heerlijke morgen, niet al te heet, en haar
opgewektheid kwam weer terug. Ze voelde
dat er betere tijden voor de stad aanbraken.
De buitendeur werd opengegooid en de
zang bestierf op haar lippen, toen een
vrouw de zonnige plaats oprende en wild
uitschreeuwde:
„Kwangu is dood! Kwangu Is dood! Een
duivel heeft hem yenmoord en is nu in 't
paleis aan het drinken van de jenever, die
Kwangu zoo graag lustte!"
Jessie Noordaa rende de hut uit en greep
de opgewonden, hevig geschrokken vrouw
stevig bij den arm, en slaagde er na eenige
oogenblikken inderdaad in, haar schijnbaar
te kalmeeren. Het verhaal wat ze vertelde
was bijna ongelooflijk, en de eenzame blan
ke vrouw begreep er eerst niets van. Na
veel over en weer vragen en met behulp van
Gabriël, begreep ze ten laatste, dat een man
wiens huid op sommige plaatsen blank was
maar die gekleed was als een fetish-priester
het paleis was binnengekomen, de kui
vermoord had en nu daar nog aan 't drin
ken was.
Eenige oogenblikken stond ze doodstil en
dacht ernstig na, terwijl haar vlugge in-
tuitie al de gebeurtenissen van de vorige
tien dagen te zamenpaste. Klaarblijkelijk
was deze priester aansprakelijk voor de
plotselinge omkeer in de stad en de oorzaak
van het getrommel. Ze kon niet begrijpen,
waarom deze priester Kwangu te lijf was
gegaan, maar verdeed met het denken hier
over ook geen tijd. Uit de woorden van de
vrouw begreep ze, dat zijn wapen geen
ouderwetsch vuurwapen was geweest, maar
een klein geweertje, dat hij in de hand
hield blijkbaar dus een pistool. Dat zijn
huid op sommige plaatsen blank was, bracht
haar de oplossing van het raadsel: deze
priester was een blanke, die onder de in
vloed van de kust een inboorling geworden
was.
Wat kon ze doen? Wat moest zie doen?
Er was niets wat ze doen kon, want ze was
slechts een vrouw en dan nog wel alleen.
Maax toch .wanneer haar man terugkwam
zou hij wel iets doen. Ze leende hem,
absoluut onbevreesd. Hij zou gaan naar dem
moordenaar en waarschijnlijk dan hetJ
zelfde lot treffen als de koning.
Ze hield bij deze gedachte den adem inj
want ze had hem lief met elke vezel van
haar zelf. Misschien, als de moordenaar
inderdaad een blanke was, kon zij toch iets]
doen. Hij zou zeker geen blanke vrouw
dooden. En, zelfs al deed hij dat, het was
beter dat zij stierf dan Steven. Zijn werk Lm
gon pas in de stad. Zij kon beter dan hij)
gemist worden Hij zou om haar treuren,
maar hij zou doorzetten. En wat had hij
den vorigen avond ook weer gezegd „Wij1
zijn in Gods handen en Hij wil ons be*
hoeden". Ja, ze zou gaan
De dappere, kleine dame zette haar groote]
zonnehoed op en haastte zich naar het|
paleis. De straten waren nu ledig. Troepcu)
opgewonden zwartjes wandelden heen ent
weer maar zorgden er wel voor uit de buurt
van het paleis te blijven. Gabriël had haar
gevolgd, zijn groote oogen rolden angstig'
heen en weer. Dank zij hem vond ze uit, dat
de moordenaar nog steeds in het paleis was
en dat de menschen het pistool verschillen
de malen hadden hooren „krak-krak".
Zonder even te aarzelen satptp ze door dê
buitengebouwen naar het eigenlijke paleis.
Jansen zat op het bordes en vlak bij hem
lag het zware lichaam van Kwangu. Hij
keek op teen de kleine gestalte vlak voor
hem stilhield, de bijna ledige jeneverflesch
in z'n linker-, het pistool nog steeds in de
rechterhand.
JVordt yervolgd