I Schoolnieuws. Radio Nieuws. DE GOD VAN HET GOUD IATERDAG 4 FEBRUARI 1933 VRACHTVERDEELING IN DE BINNENVAART Bezwaren tegen het wetsontwerp CONGRES TE DEN HAAG Vanwege het Comité van Actie inzake het itwerp van Wet, houdende maategelen r bevordering van een zooveel mogelijk enredige vrachtverdeeling in de binnen- heepvaart is te Den Haag een Congres ge- >uden, waar een drietal sprekers over het pihangige wetsontwerp het woord heeft Het congres werd gepresideerd door dr F Posthuma, die de vertegenwoordigd s an de minister van Binnenl. Zaken, de eeren dr J. A. Nederbragt en mr C. J Schae.pman, tor vergadering welkom itte. Rede Mr. C. C. Gischler Mr. Cs C. Gischler. oud-hoofdbestuurs- d van het Centraal Bureau voor de Rijn- Binnenvaart, begon met er op te wijzen, it de Minister het wetsontwerp onvoldoen- heeft voorbereid. De commissie-Warner imt met een regeling, welke de geheele ederlandsche binnenvaart bestrijkt en tout iurt de vrije concurrentie in dit bedrijf iheft. De Minister haast zich de „voor de ihatkist goedkoope regeling" over te ne en. Bij een wetgevende maatregel van zoo Lgri;pende aard behooren echter andere be ngen mede te sprekyen dan die, waarvoor com m iss i e - W a m er representatief kan orden genoemd. De Minister wil de weinige vracht meer ilijkmatig over de vele schepen verdoelen, och het bevrachten bij toerbeurt is tijdens oorlog een volslagen fiasco geworden. Wat verwacht de Minister van de rege- ng? De binnenvaart is een gezonde be- ■ijfstak. die zijn moeilijkheden heeft. De erken houden zich staande, de zwakken irkeeren in nood. De Regeering helpe deze enschen, maar ten laste van het geheele ederlandsche volk en niet van enkele groe- Het apparaat der Bevrachtingscommissie •engt extra kosten mee. Bovendien wordt et vervoer stroever. Aansluitende reizen, tourreizen, contracteeringen. enz. zijn niet leer mogelijk. De afzonderlijke vervoer- enst wordt dus duurder. Wellicht zullen vrachten door onderlinge afspraken ver- sr worden opgezet. Immers de vrije con- urentie is uitgeschakeld en de bevrach- agscommissies zijn onmachtig. De wet kent echts een laadverbod, geeen vervoer bod. Nu de Rijnvaart grootendeels stil- gt, zullen steeds meer Rijnschepen door vrachten der binnenlandsche beurtrege og worden aangetrokken. Ook Duitsohe, elgische, Fransche schepen. Zoo ontstaat vicieuse cirkel: langere wachttijden, hoo- ere vrachten. Handel en industrie worden aardoor geschaad, de binnenvaarder aiet ebaat. Waar onder invloed van de conjunctuur en bron van volkswelvaart verloren dreigt i gaan, grijpe de Regeering met een steun- egeling in. De moeilijkheden van de binnen- aart zijn van anderen aard. De waterwegen lijven, de schepen blijven op de Neder rndsche wateren zal de eigen vlag ndet door e vreemde worden verdrongen. Hier geldt et dus niet een bedrijf te steunen, maar echts individuen. De Kamer wijze het «tsontwerp af. Rede ir. A. Plate lr. A. Plate, algemeen voorzitter van de cheepvaartvereen. „Zuid" vroeg welke de evaren zijn, die voor de havens uit het in- ediende wetsontwerp kunnen voortvloeien, rachtstijging zal op de binnenvaart plaats inden. Spr. vraagt dan welke gevolgen it voor de havens zal hebben. Daarbij dacht pr. in de eerste plaats aan het gevaar van erplaatsing der graanbevrachting van Rot- erdam naar Antwerpen. Indien van Ant werpen af naar het Nederlandsche binnen- ind de vrachten door de normale markt be- aald worden, ldgt het voor de ihand, dat er eiging zal bestaan, om het graan op Ant werpen be dirigeeren inplaats van op de totterdamsche haven, vanwaar af het ver- oer te water naar het binnenland aan een unstmatig hooger vracht wordt onderwor- «n. Een nieuwe stoot dus, om het vervoer an Rotterdam naar Antwerpen te ver- ilaatsen. Om bij het graan te blijven, wees spr. op iet gevaar, dat er groote moeilijkheden zul- en ontstaan met de z.g. partijen onverkocht, welke na lossing uit het zeeschip in lichter ilijven. waarbij de lichter als pakhuis dienst loet. Indien spr. de wet goed leest, zullen leze lidhters niet onderworpen zijn aan de «palingen der wet, d.w.z. zoo lang de lioh- er stil blijft liggen; maar vanaf het oogen- )lik, dat heit graan naar het binnenland verkocht wordt en de importeur er belang )ij heeft de pakhuislichter als vervoerlioh- er te gaan gebruiken, om overladingskosten e voorkomen, ontstaan de moeilijkheden. Want dan moet de bevrachter zich aan Hielden bij de Bevraohtingscommissie en loopt hij het risico, dat hem een ander schip tvodt aangewezen, waardoor een onecono mische overlading moet plaats vinden. De Rotterdamsöhe haven wordt dan weer duur- Dit betreft slechts enkele sprekende voor beelden van moeilijkheden, welke men voor af kan overzien. Maar niemand garandeert, dat straks in de practijk niet heel andere moeilijkheden zullen ontstaan, wel'ke men niet bij voorbaat kan onderkennen. Spreker dacht hierbij o:a. aan moeilijkheden welke met den Engelschen kolenirn.port kunnen ontstaan. Als spreker nu het lijstje nagaat van het geen in de laatste jaren tot hulp aan nood lijdende bedrijven is tot stand gekomen, dan merkt hij dat men in nog geen twee jaar tijds tot een lange lijst gekomen is. De Tarwetwet, de Crisis Zuivelwet en de Crisis-Varkenswet, om van de contingentee- ring en invoerrechten niet te spreken, leggen alleen reeds 'n last van zeker 100.000.000,— per jaar op de Nederlandsche consumenten. De Tarwewet alleen heeft Roterdam de directe schade bezorgd van een totaal ver lies aan meel- en bloemimport van 116.000 ton sedert 1930. een verlies van 90 pet, voor het heele land een teruggang van pl. 80 pet Waar het spreker op het oogenblik echter om ging was niet om alle steuanmaatrege len af te keuren. Spreker kan zioh verplaat sen in de groote moed 1 ijkheden waarvoor de Regeering op het oogenblik staat. Dit neemt niet weg, da! het dure plicht is. op het groo te gevaar van dergelijke maatregelen te wij zen en wel speciaal als men door met de eene hand te geven, met de andere hand weer neemt Want de practijk heeft nu wel uitgewezen, dat het verhaaltje van grof. Van Gijn over het bezorgde moedertje, waarmede de Minister van Economische Za ken wordt aangeduid, volstrekt geen sprook je is en dat inderdaad het verzorgen van de diverse bedrijven in ons land met steun, op hetzelfde neerkomt als het overhevelen an melk uit het kopje van het eene zieke kind in dat van het andere. Als alle kinde ren ziek zijn krijgt geen een een druppel meer; integendeel door het geimors nog minder. Door het steunen van reekspn be drijven komt geen cent meer welvaart in het land. Het overhevelen beteekent bovendien erlies. Spr. wilde tot slot opmerken, dat het hem leed doet. zich hier te moeten verzetten tegen het aanhangige wetsontwerp. Als iedereen is hij overtuigd, dat in de binnenschipperij zeer wordt geleden. Is dit op zichzelf reeds te betreuren, men voelt diit nog meer als het een groep betreft, waaraan men na verwant is; schippers- en havenibelangen raken el kaar nauw. Wij hebben een wetsvoorstel voor ons lig gen, dat geen re-kening houdt met de struc tuurverandering, welke de schipperij nood zakelijk door moet maken, dat ook niet in houdt een tijdelijke individueele steunrege ling ten laste van de heele gemeenschap, maar een ontwerp, dat een saneering tegen houdt en andere groote belangen schaadt Rede H. P. Gelderman C.M.zn. De heer H. P Geld.ermao C.M.zn.. al gemeen voorzitter van het Verbond van Ne derlandsche Werkgevers, zeide. dat men niet blind mag zijn voor de zware taak der re geering. Maar zelfs in dat licht bekeken, kan de critiek uit industrieele kringen op de thans voorgestelde tijdelijke crisismaatrege len ter bevordering van een zooveel mbgelijk evenredige vrachtverdeeling in de binnen scheepvaart niet mild zijn De nood der schippers vindt niet alleen zijn oorzaak in de crisis, maar er zijci permanente factoren, die het bedrijf ongunstig beïnvloeden. Van incidenteèle maatregelen kan men de gevol gen niet overzien zonder ze te bekijken in het raam van het geheele vervoervraagstuk Hoe de rapporten der Staatscommissie voor het Vervoer echter ook mogen luiden, de eerste hulp voor de binnenscheepvaart zal moeten bestaan uit: beperking van het teveel aan scheepsruimte, technische verbe tering van de uitrusting met daarnaast af schaffing of althans drastische vermindering van allerlei drukkende lasten als brug- en sluisgelden. watertollen en havengelden. Van het standpunt der industrie is een der grootste bezwaren tegen het wetsont werp, dat verhooging van vracht het gevolg zal zijn. Vele bedrijven zijn op het waterver voer ingericht en kunnen niet zwaarder worden belast. Het bedrijfsleven is er even slecht aan toe als de binnenschipperij. Daar om vindt spr. een treffen van steunmaatre gelen, waarvan talrijke andere takken van bedrijf, groote schade zullen ondervinden, thans niet te verdedigen. Al zegt de memorie van toelichting ook, dat hot systeem van het ontwerp „in zich zelf" ook waarborgen bevat tegen vracht opdrijving. zoolang aldus spr. geen waarborgen aanwezig zijn, dat het vervoer ook tegen de vastgestelde condities plaats vindt, kan men van waarborgen ia dezen in 't geheel niet spreken. Ook wat de internationale concurrentie betreft, heeft men blijkbaar verzuimd, het ontwerp hieraan te toetsen. De industrie heeft nooit principieel geop poneerd tegen den steun, die de regeering verleent aan den landbouw. Wat doet de re- georing voor de industrie? Een zeer beschei den contingenteering in enkele bedrijfstak ken. Van andere vormen van steun wil zij niet weten. Daarom heeft 't Nederlandsche bedrijfsleven het volste recht te eischen, dat er althans in deze tijden geen steunmaat regelen van welken aard dan ook getroffen orden, waarvan de kosten en lasten op de industrie worden afgewenteld. Zoodat spr. zich gerechtigd acht, namens het industriee le bedrijfsleven aan onze volksvertegenwoor diging met klem te verzoeken, het aanhan gige ontwerp niet te aanvaarden. Het Nederlandsche bedrijfsleven, enz. overwegende, dat de particuliere bin nenschipperij evenals vele andere tokken van bedrijf in moeilijkheden verkeert; overwegende, dat het huidige ontwerp van wet de schipperij, tot steun waar van het bedoeld is, niet zal baten; overwegende dat daarentegen het ont werp gewichtige belangen van het ge heele Nederlandsche bedrijfsleven ernstig zal schaden; dringt er bij de leden der Staten-Gcne- raal met klem op aan, het ontwerp niét aan te nemen; beveelt de regeering aan, in dez" de middelen te overwegen, uiteengezet >n de brochure, uitgegeven ter voorbereiding van dit congres" Aan de gedachtenwisseling werd dooreen tiental sprekers deelgenomen; oa. door len heer Van Nieuwkerken, adviseur van Schüt tevaer, die opmerkte, dat er vervoercondi- ties moeten komen, die aan redelijke eischen voldoen. Eenige vracht verhooging vormt niet een zoo klemmend bezwaar, als men meent De schippers worden nu naar het pauperisme gedrongen en dit gaat in ook tegen het be lang van andere kringen. De heer L. A. van Glinsteren van de Chr. Werkgeversvereniging en hoofd bestuurslid van het Centraal Bureau betoog de. dat de technische moeilijkheden die uit de wet voortvloeien desnoods nog aanvaard zouden kunnen worden. Vrarhtverhooging zal echter huitenlandsche schepen trekken en den toestand verergeren en het ernstig ste bezwaar is wel, dat de minister ten on rechte denkt de Rijn bij Lobith te kunnen afsluiten voor de vreemde vlag Dat zou in strijd zijn met de Rijnvaartacte. Schenden wij deze, dan zal Duitschland de Rijn van Emmerik tot Straatsburg als een Duitsche rivier beschouwen en ook onze schepen weren, wat zeer ernstig is. Dr. Posthuma sloot hierna het congres. DE OPLEIDING DER ONDERWIJZERS Volgens de Rijksbegrooting voor 1933 zijn de kusten der onderwijzersopleiding Hoolüstuk VI titel A, aid. V begroot op ruim 4y2 millioen gulden f 4.ÓUU.UUU Under dit bedrag zijn niet begrepen de toela gen aan kweekenngen verleend beurzen en ook niet de kosten, de gemeenten en vcreenigingeu hebben voor liet oprichten en onderhouden der gebouwen, terwijl ook niet erin "begrepen is de marge aan onderwijzers eener leerschool verleend. Indien we dit in aanmerking nemen, mo gen we de kusten gerust schatten op ruim i 5 millioen. Bezuiniging heeft de minister volgens de „Memorie van Toelichting" nog niet kunnen aanbrengen, behalve dan de vermindering der uitgaven tengevolge der salariskoningen van het personeel der Kweekscholen en eer. vermindering van f 1U per leerling en pei jaar in de kosten der localiteiten, van f 7.50 per leerling en per jaar van de tegemoet ko ming in de kusten der leermiddelen. Tegen over deze vermindering staat eex verhooging welke voornamelijk noodig is. wegens toene ming van het aantal leerlingen. Onder deze kosten zijn natuurlijk niet be grepen alles, wat het Rijk uitgeeft vooi Ü.L.O. scholen die meer dan 4 klassen heb ben en daardoor een opleidingsafdeeling kon den vormen, evenmin als de kosten, die een Kweek- of Norrnaalschoolafdeeling van een Lyceum voor de Staatskas medebrengt. De oude Normaallessen, die vroeger vrij wel de eenige opleidingsinrichtingen vorm den. zijn voor het Rijk verreweg het goed koopst, Op de Staatsbegrooting is als bij drage voor deze inrichtingen slechts f 20.000 twintig duizend gulden uitgetrokken. Rijksnormaallessen zijn er slechts twet- Deze zullen geleidelijk worden opgeheven. DE VOORUITGANG VAN HEI MOTORRIJWIEL In ongeveer denzelfden tijd dat de ben zinewagen oen schuchtere poging deed den strijd tegen het paard aan te binden, ver toonde zich ook het motorrijwiel en baarde een niet gering opzien bij zijn min of meei geslaagde toeristische prestaties» over tra jecten als AmsterdamHalfweg, Arnhem— Dieren, Rotterdam—Overschie en dergelijke afstanden. Wie de eerste jaren van het motorrijwiel het apparaat droeg toen den populairer naam van „stoomfiets" heeft meege maakt als gebruiker van dit toendertijd gewaagde middel vap vervoer, kan inder daad zeggen iets te hebben meegemaakt! Eindelooze strubbelingen met de ontste king. niet te omschrijven moeilijkheden met de carburatie, onzegbare zwarigheden met snaar-achtige riem-transmissies heb ben bijgedragen tot de karaktervorming van een stoer ras, waarbij allerlei deug den als moed, vastberadenheid, doorzet tingsvermogen, zelfvertrouwen, helder in zicht, aanpassingsvermogen en vele gere nommeerde mannelijke kwaliteiten, die een geheel padvinderskamp met trots zouden hebben vervuld, een onuitputtelijkeen zeer vruchtbare voedselbodem vonden. In die sfeer van Spartaansche .gehard heid groeiden motorrijder en stoomfiets samen op en het kon niet anders of het enthousiasme van den rijder hield gelijken tred met de technische vooruitgang van 't mechaniek zelf. Zoo ontstonden het „ezeltje" dit was niet de rijder, maar de machine de Mi nerva, de Altena en nog anderen En m 1902 prijkte vol glorie in den cata logus van de toenmalige R.A.I. in het even zeer toenmalige Paleis van Volksvlijt een geïllustreerde advertentie van hei Minerva motorrijwiel. De afbeelding van de machi ne vindt de lezer hierbij. Dit motorrijwiel was de trots van de fabriek! Het was hei nieuwste, het mooiste! Het was snel, het was elegant, het was zelfs comfortabel, het was betrouwbaar het was onverslijtbaar, 't kon precies en wel omschreven juist wor den aangeduid met de tallooze adjectieven in superlatief, die gebruikelijk worden bij het motorrijwiel 1933. Ja, letterlijk stond er in de advertentie als aanbeveling: „Het motorrijwiel, dat de motorsport pouulair ge maakt heeft". Uit een en ander blijke, hoezeer betrek kelijk elk begrip is, ook het begrip popu lair! Stel daartegenover het moderne motor rijwiel! Een nooit falend middel van vei voer. Aangename stand van zadel en stuur Laag gebouwd. Een ontstekingsmechanis me, dat tot geen enkele klacht aanleiding geven kan Een carburatie zonder fout. t«»n motor één, twee, of vier cylinders zóó bedrijfszeker, dat alleen een doorg» winterde'technicus in staat zou wezen hem onkTaar te maken Electrisch licht Goede veering, overbrenging met ketting of car dan. Groote remmen Hooge snelheid Sou plesse. Wij zouden geneigd zijn te zeggen, dat deze machine het motorrijden populair gemaakt heeft! Want dit is toch zeker het geval. Do moderne motorfiets is een bij uitstek :wc- rukkelijk mididel van toerisme, dat het mogelijk gemaakt heeft gemakkelijker dan voorheen naar buiten te gaan. de natuur tegemoet. Dat de afstanden in ons wereld deel heeft gereduceerd en den rijder ii zijn vacantie zonder kommer voert naar vreemde landen, waar hij genieten kan van veel, dat onbekend was en waar hij geheel nieuwe indrukken kan opdoen lie zijn geest verfrisschen en hem straks van dienst kunnen wezea Maar het motorrijwiel is verder ook eei ideaal vervoermiddel voor dokter en vee arts, ten plattelande en vele anderen, di-i vlug even hierheen of daarheen wi'len gaan, langs de groote wegen, maar ook over smalle buitenweggetjes en kronkelen de paadjes. Voor hen staat het motorrijwiel a'tijd ge reed als een trouwe, geduldige, betrouw bare. nooit mopperende knecht, zuinig voor zich zelf en gemakkelijk voor zijn baas. Dan biedt het zoo betrouwbare motorrij wiel nog een aantal prachtige mogelijk heden bij goederentransport, dat daar wraar- ne een dankbaar gebruik van maakt. Toch zullen ze over 1933 aan de Rijkskas nog ruim f 75.000 kusten. Het gansuhe bedrag der Rijksbegrooting wordt dus opgeèischt door de Kweekscholen. Gaat men de bovenaangegeven cijfers nauwkeurig na, dan zal nien tot de conclusie moeien Komen, dat dit groote bedrag voor onze Staatsbegrooting zéér drukkend la. vooral, wanneet uien in aanmerking neemt, dat alle kweekelingen. welke straks de on- derwijzeisucUs ueiia.eii, gedurende vele jareu tevergeefs naar een betrekking zullen uil zien. De bezuiniging bij het lager onderwijs zet scherp m. Kerst de verhooging van de toe latiiigsieeitijd der kinderen. Daardoor wordt automatisch het aantal leerlingen der lagere .ciioien gedurende de eerstvolgende zeven jaren met 1/14 deel yerminderd, wat tenge volge zal hebben, dat het aantal onderwij zeressen) ook niet 1/14 deel moei vermin deren. Daardoor komen er zeer veel wacht gelders. Duur de nieuwe wijziging, van de Lagei Onderwijswet is het aantal leerlingen per onderwijzer aanmerkelijk, verhoogd. Fas over twee jaar zal deze wijziging vonedig elfeci sorteeren en dan zeker veel wachtgeldera maken. Over 1933 en '34 zullen door deze wijziging de ontstane vacatures met vervuld uiogen worden. Hoe men net dus ook wendt of keert, de eeisie jaren uestaat er voor de junge men- schen m.i. geen oi hoogstens zeer geringe Kans, om nog een plaatsje te veroveren. Regeeren is vooruitzien. Heeft men dat in ons tand ook in dezen wel voldoende be tracht? Nog in 1931 de crisis was toen reeds overai merkbaar heeit de minister van Onderwijs gueugevuiiden, dat aan meer dere Kweekscholen z.g. parallelklassen ge vormd werden. In 1932 werd dat met gecon tinueerd. Maar ondertusschen zitten thans enkele Kweekscholen met tweede klassen van 5U tot leerlingen. Nieuw personeel werd aangesteld, dat straks wederom op wachtgeld komt, de ge bouwen moesten veigroot worden, om straks voor een deel leeg te staan. Een waarschu wing onzeizijds mocht niet baten. In de veel beid der onderdanen is immers s konings neorlijkheid. Had men deze dwaze maatregel in 1931 niet genomen, waarschijnlijk zou thans op de Rijksbegrouting eenige bezuiniging zijn aangebracht. Het geroep In verschillende onderwijs kringen: „Overal in den lande Kweekscho lenwas misschien goed in den tijd van hoogconjunctuur, maar blijkt in dezen moei lijken ujd niet waar, niet probaat, niet heil zaam te zijn. Een bezuiniging onzerzijds voor eenige ja ren voorgesteld, door alle Kweekscholen tot driejarige opleidingsscholen voortbouwen de op de u.l.o.-school te maken kon geen genade vinden. Het leven der leerlingen ge durende minstens 4 jaren in de „Kweea- schoolsfeer" achtte men beslist noodzakelij K. Thans doet de regeering echter één stap in die richting, want volgens de bovenge noemde Memorie van Toelichting wordt de Rijkskweekschool voor Meisjes te Apeldoorn thans van een vierjarige ingekrompen tot een driejarige. Reeds in 1924 sprak Min. De Geer: „We leven op een prachtig uitgeruste oceaanstoo- mer, maar zijn er ons nog niet van bewust, dat de gevaren aan alle zijden groot zijn, om straks op de klippen en zandbanken lek te stooten". Dat had men ook in dit opzicht meer moe ten bedenken. De oude Normaalscholen die weinig aan het Rijk kostten, over het ge heele land verspreid waren, zoodat bijna overal gelegenheid bestond om opgeleid te worden voor onderwijzer, had men niet met alle geweld moeten dooddrukken. Nu zijn er Kweeksch >len in de grootere plaatsen samengetrokken, wat vooral voor het platte land een groot bezwaar is. ~Ve meenen gerust te mogen zeggen dat pet, der oudere onderwijzer^ is opgeleid aan de Normaallessen en als men dan een uitspraak leest als van een hoofdinspecteur gelijk wij dit in ons eerste artikel vermeld den dan rijst toch de vraag: „Was het goedkoupere van vroeger heusch wel zooveel slechter dan het duurdere van thans? Heeft men in z'n grooten ijver voor de verheffing van den Nederlandschen onderwijzer zijn doel niet verre voorbijgeschoten, of in elk geval meer geëischt dan de ..bruine" de schatkist kon trekken?". Stonden onze Nederlandsche onderwijzers van vóór 1920 zoover achter bij hun collega's in de andere landen van West-Eüropa? Was de drang, om nog hooger omwikkelde onderwijzers te verkrijgen en men heeft ze niet verkre ZONDAG 5 I'EIIUI AI1I. luizen (296 M.) N.C.R.V. 9.30—10.20 Orgelbe speling door Willem Hubert. X. Sonate VI (Gebed des Hecien). Mendelssohn Burtholdy. 2. Improvisatie over ..Bonen de starren". Wil lem Hubert. 3. Sonate ovej; „Zou ik mijnen God niet zingen?" (Gez. 38). 4. Fantasie on Fugu Joh. S. Bach. 10.20 Uitzending van den Jeugddienst uit de Ned. Herv. Kerk (Willemskerk), te Den Haag Voorganger: Dr. M. M. den Hertog. Organiot: Willem Hubert l. Oigelspel. 2. Votum 3. Ze genbede. 4. Solozang: 'k Ben hier een vreem deling 5. Gemeente: Eere zü den Vader. 6. Voorg.: De Heere is met U. 7. Gemeente: En met Uwen Geest 8- Gemeente zingt: Ps. 26 vs 8 en 7 9. Voorganger: Opwekking tot schuldbelijdenis. 10. Voorg.: Schuldbeljjdeni,. 11. Gem. zingt: Gez. i vs 6. regel 4. 12 Voorg: Absolutie 13. Gem. zingt: Amen! God'Hjk Evangelie: 14 Voorg.: Geloofsoeitjdenis. 13 Gem. zingt: Gez. 238 vs. 4. 16. Voorg Schrift lezing: Hebr. 11 vs. 23—29. llf Voorg.: Zalig «tfn zij, de collei 4 vs, 2. 3. 4 en 5. 28. Tekst: Hebr. 11 vs 23. ast als ziende den Onzienlö- 24. Koorzang: Als Christus de Heer. 25. collecte. 21. 22. Gem. zingt: Gi Voorganger: Predil .HU hield zich kmelik. Organlit: H. Hoogenkamp. 1. Orgel snel. 2. Votum en zegengroet. 3. Zingen. Ps. 39. vs. 4 en 5. 4. Belüclenls des Geloofs. 5. schriftlezing: a. 1 Korinthe 7 vs. 2931. b. 2 Petrus 3 vs. 1015a. 6. Lezen van den tekst: I Johannes 2 v- 17. 7. Zuigen: Gebed de? Hee ren vs 1. 8. Gebed. 9. Zingen: Ps. 102 vs. 14. 15 en 16 lli. Eerste -gedeelte der predikatie. 11. Zingen: Ps. 86 vs. 6. 12. Tweede ged. der predikatie. 13. Dankgebed. 14. Zingen: Ps. 135 vs. 12. 15. Slotzegen. 16 Orgelspel. Daar na van 6.3u7.45 Gewude muziek. a ven try (1554.4 M.^ 4.05 Kinderlterk in St. John's. Smith Square, o.l.v. Rev. Woodward. Hymn ..Blest are the pure in he: M AAA DAG 6 FEBRUARI. Huizen 1296 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Morgenconcert. 10.30 Morgendienst door Ds. C. Klomp^ 11.00 scholen. Drs. H. Scnilp: I II versum (1875 M.j V.A.R.A. 8.00 Gramo- <>on. 10.15 Carel Rijken draagt voor. 12.00 De Notenkrakers. 2.30 Mevr. Meta v Tioi Schmldtke zingt met planobegeleiding. 3.00 Janny van Ooyen draagt voor. 3.30 Gramofoon. 4.40 Na Schooltijd. 5.10 VA- KA-mandoline-ensemble. 5.40 Rollen Nu- man draagt voor: 6.00 VARA mandol.ne- -nsemble 6.15 Orgelspel 7.00 Muzikale oabbeltjea 8.00 Van Piccolo tot Pauk. 4.00 Jbd Lemaire draagt voor. 9.30 ConcerJ, 10.40 Vaz Dl&s. 10.60 Gramofoon. V.P.R.O. 10.00 MorgenwtJdlng. lussel (Vlaamsch) (337.8 M.) 12.20 Gramo foon. 1.30 Concert. 5.20 Concert. C.50 Concert. 8.20 Gramofoon. 8.50 Concert. 10 30 Gramofoon. (Fransch) i Gramofoon. Paul zingt. ,S M.) 12 20 Concert 1.30 b.20 Concert. 6.35 Hulene 6.50 Sonates. 8.20 Concert. 9.20 Concert. 11.00 Gramofoon. Kalundbofg. (1153.8 M.) 11.30 Strijkorkest. 2.50 Omroep-harmónle-orkest. 7.05 Inlei ding tot Ha dn's „Jahreszeltcn". 7.25 Cae- clllaconcert- Könlgswusterhausen (1635 M.) 1.20 Gramofoon. 3.50 Concert. 7.25 Concert, 8.40 Concert. Langenberg. (472.4 M.) 11.20 Concert Om roeporkest. 12.20 Concert. 4.20 Vesper concert. 7.20 „Collegium muslcum". 9.50 Populaire muziek. Daventry (1554.4 M.) 12.20 Concert. 1.20 Orgelconcert 2.05 Concert. 2.50 School- ultzendlng. 3.20 Sonate-recital. 4.06 Con cert Sehoteche studio-orkest. 4.50 Concert. 6.60 De grondslagen der müileU. 8.20 Con cert 9.55 Vaudeville, I onden Regional (366.3 M.7 1.50 Gramo foon. 1.86 Concert. 4.05 Concert. 4.50 Concert 6.50 Concert 8.20 Gramofoon. 9.05 Concert 10.05 Orgelrecital. •art)? (Radios (1724 M) 8.05 Gramofoon. 12.20 Concert 12.50 Gramofoon. 1.25 Ro bert Marino zingt 1-55 Concert 7.40 Concert 8.20 Othello" opera van Verdl. Varechau (1411.8 M.) 4.20 Kamermuziek. 6.20 Populair concèrt 7.20 Operette-uitzen- VolletMge programma's In de Omroepgids Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad: gld. per hal! jaar of 18 ct per week Ned. Chr. Radio Vereeniging. Voog- lenznng, Ede Draagt bij in 1e omroepkosten. gen zelfs door een opleiding aan de uni versiteit, wel zoo verstandig als het leek?" De hoofdinspecteur spreekt van de oude „ervaren" onderwijzers. I stond in ons nummer van 3 Februari. EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA Door A E. SOUTHON Naar het Engelsch bewerkt door I J. P. B.-V. Korte inhoud voor nieuwe lezers tijd niet erg e compagnons stonden onder de O Oburlndo niet ai te best bekend. Maar dit had toch een heel geldige reden. Heen kon Stretton telkens onopge- Oburindo verdwijnen tal negers van koning Kwangu. die bezig Thuis gekomen oesprak Stretton uitvoerig hoe zij zouden trachten Kwangu Fö was als geen ander op de hoogte ine' I en gebruiken der inboorlingen, bovendien hU met eenige goochelstukjes wel indruk Weten te maken. Vooral waarschuwde Stretton nog om uit de buurt van Kwangu's drank te blijven. Ook moest Janson zich ln acht nemen voor zekere Zendeling Noordaa, Deze zendeling en zijn vrouw hadden 't zeer druk mot de vele Inboorlingen, die zich door ben lieten behandelen. Langzamerhand begon nen zij 't vertrouwen der menschen te winnen. De opperpriester Keshona was zeer verbit terd op den zendeling, die de zieken voor niets hielp. Geen poging liet hij dan ook onbenut hem op te bitse Zoo was de' toestand, toen koning Kwangu de ultnoodiging gewerd 's nachts in het bosch te komen, waar e,.n groot priester hem wensch- te to spreken De handige Janson perste hem daan- de ver klaring af al het goud tn 't bosch te brengen, anders zou Kwangu door de zwaarste straffen Hij zijn „Dat had gekund maar waarom heb je daar dan niet eerder aan gedacht, vóór het te laat was?" antwoordde Madson „Wiens plan was het?", raasde Stretton. .•Jij zei, dat ik op moest schieten en je je gang laten gaan en dwaas die ik was. ik hob het gedaan. Maar ik waarschuw je dat wanneer jij deee kans bedorven hebt, ik je de nek omdraai". Lafaard die hij was werd Madera's hlo7end gezicht zoo bleek als oen 'oode nij deze bedre ging van den grooten vent. Hij kende zijn compagnon en wist dat, wanneer deze voldoende nijdig gemaakt was hij niet zou terugdeinzen voor doodslag of moord. Hij keek rond in de eenzame, ledige hut en 1 voor dc eerste maal wenschte hij dat de hut meer in de buurt stond van de andere handelaren in Oburindo. In zijn overgroote angst trachtte hij de groote man milder te stemmen. •,Laat ons geen ruzie maken, oude jongen. Ik hoorde er eerder aan te hebben gedacht, dat stem ik toe, maar ik meende dat je die vent zoodanig in de knel had zitten dat hij wel voorzichtig was. Maar er is nog een week tijd om het sped te trachten te winnen Waarom ga je nu niet? Jij kan tweemaal zoo vlug reizen als hij en je kan Koko ook nog ontmoeten onderweg met een boodschap." „In orde", bromde Stretton. „Laadt de handelswaren maar op en nog een beetje oude klare voor Kwangu. Ik vertrek tegen den morgen". Stretton dreef zijn koelies zonder opont houd voor zich uit en marcheerde door de hitte-uren van den dag heen- en deed zoo twee mijlen. In den nacht, toen Moshala en Denuhi zichzelf overgaven aan den God van Noor daa, kampeerde de handelaar in een klein dorpje op twintig mijlen afstands van de stad. Hij had de eenige weg gevolgd, maar had noch Koko, noch eenige andere boodschap per van Jansen ontmoet De overtuiging zette zich met iedere mijl vaster in zijn hoofd dat op de een of andere manier de expeditie .tad gefaald en het roode licht tot moorden lichtte in de oogen van Stretton. toen hij buiten zijn tent zat en de afgematte dragers lusteloos hun avondmaal zag gereed maken Hij zou de nacht door hebben gegaan maar zijn mannen konden blijkbaar geen mijil meer voortgedreven worden, Uur na. uur ziat de handelaar alleen. Zijn groote handen vouwde hij langzaam open en d> terwijl zijn geest bezig was met de vraag hoe wraak te nemen op den man die ge taald had. Maar Jansen had noch het complot ver raden noch had hij gefaald Kwangu te over tuigen van de noodzaak zijn geliefd goud af te staan. Hij had dien nacht ook zijn moei lijkheden, maar bij hem kwam het van zijn te groote succe$. Gedurende de tien dagen, welke sinds zijn uitvoering aan de angstige opperhoof den verloopen waren, hadden Kwangu's slaven onafgebroken iD het oude rivierbed rondgewaad, om het goud, hetwelk de ver onderstelde god als het zijne opeischte lederen nacht, gedekt door he4 vriendelijke donker, had de koning de re»ultaten van hun werk gebracht en de glinsterende kor rels uitgestort voor het monsterlijke popje, dat hij met zijn heele ziel vreesde. Jansen had ze opgeborgen In de kleine zakjes, tie Madson heel attent had verschaft en de eerste week had hij niets dan voldoening geveeld. Het was waar, dat hij geen bericht naar Stretton gezonden had, maar het was louter een vergeet, te wijten aan de whisky Toen hij wakker werd na zijn roes volgende op de voorstelling in de laan voelde hij zich ellen dig en ziek De hevige nachtdauw, die op zijn bijna naak! lichaam gevallen was had hem koud gemaakt tot in zijn botten, on danks de spiritui liën, welke hij gebruikt had en toen de morgen in het bosch aan brak, ontwaakte hij, rillende van de koorts. Hij kende maar een middel tegen koorts - moer whisky. Verdiept in zijn eigen misère, vergat hij totaal dat Stretton hem geboden had een boodschap terstond naar Oburindo te zenden. Whisky en koorts tezamen ver duwden al Kwangu's gou<t uit z'n gedachten dien dag, en hij herinnerde zich eerst het doel van zijn komst toen Kwangu, vergezeld van zijn lievelings-zoon Twala, en Keshona, de resultaten brachten van de opgravingen van den eersten dag. Maar met al zijn kennis van het heiden- sche leven, had Jansen toch een flater geslagen, door zoo uitsluitend op 's konings angst te spelen. Hij wilde hem beangstigen maar een blanke blijvende tot in zijn diep sta zijn, was hij niet in staat geweest precies na te gaan- hoe zijn houding op Kwangu zou inwerken. Hij vermoedde dat de koning wel genoeg beangstigd was om hem het goud te geven, vooral in de hoop om later nog meer terug te krijgen van de vermoede lijke god. Hij was echter te goed geslaagd Die ge heele week was Kwangu in een groote angst geweest voor dier God. die zelfs de lucht geld kon doen regenen en in een oogwenk een gebonden, sterke jongen kon wegweren. Al de angst voor geesten in een lang. ver keerd geleefd leven, hadden bun vervulling bereikL De priesters hadden zijn verbeel ding sinds jaren overbelast en nu had Jansen hem in werkelijke aanraking en contact gebracht met een soort god, waar van hij in zijn nachtmerries gedroomd had en gehoopt nooit te zien. Keshona, de hoofd priester van de stad was evenzoo onder den indruk Nu zijn laffe vlucht van de laan was hij gekomen tot een meelijwekkende staat van vrees. Zijn eenige wensch was, om op de een of andere. manier aan de goede zijde van dien god te komen en van den vreemdeling, die het private oor had van dien god. Inplaats «lus dat hij trachtte 's konings wensch tegen te gaan, om te doen wat de god had bevolen, was hij Jansens waardeerende hulp. Hoewel hij bijna flauwviel van angst, toen mi met Kwangu de volgende nacht de laan betrad, >n opnieuw de leelijke pop tag gluren vanuit haar houten kist, forceerde nij zijn bevende beenen om hem verder <e dragen en itortte een aanzienlij! e gift vai zijn persoonlijk bezit van het begeerde gujti, dat hij g.'wonnen han door de vile jaren ir. tl «nut bij Kwangu. Twala, de valschaaci, was moegekomen, omdat het hem gezegd was en hij niet had durven weigeren. ansen had zichzelf voldoende wakker gttchud uit ziji, misère, om zijn deel te siolei en accenteerde de ritfei, formeel in -t van zijn god en zonk, naaat de drie verdwenen waren, terug tegen de boom mei de eenige gedachte, dat binnen een paar hlJ in staat zou zijn te vertrekken en - n .it-looning tn ontvangst te nemen. Maar I wangu was bezeten met de gedachte deze verbazingwekkende, machtige god gunstig tt rtenunen en hij kende maar een weg. urn tui Ie bereiken - de geijkle weg in Afrika - n.l. door offers. Hij kwam den volgenden nacht terug met nog meer goud, terwijl Keshona en Twala een rij blatende geiten meebrachten Binnen vijf minuten was de laan veranderd in een mesthoop, maar Jansen verborg zijn afkeer en nam de gift aan voor zijn god, het be schouwende als een meerdere proef van s konings ernst .(Wordt vervolgd.^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 3