I
Schoolnieuws.
Radio Nieuws.
DE GOD VAN HET GOUD
IATERDAG 4 FEBRUARI 1933
VRACHTVERDEELING IN DE
BINNENVAART
Bezwaren tegen het wetsontwerp
CONGRES TE DEN HAAG
Vanwege het Comité van Actie inzake het
itwerp van Wet, houdende maategelen
r bevordering van een zooveel mogelijk
enredige vrachtverdeeling in de binnen-
heepvaart is te Den Haag een Congres ge-
>uden, waar een drietal sprekers over het
pihangige wetsontwerp het woord heeft
Het congres werd gepresideerd door dr F
Posthuma, die de vertegenwoordigd s
an de minister van Binnenl. Zaken, de
eeren dr J. A. Nederbragt en mr C. J
Schae.pman, tor vergadering welkom
itte.
Rede Mr. C. C. Gischler
Mr. Cs C. Gischler. oud-hoofdbestuurs-
d van het Centraal Bureau voor de Rijn-
Binnenvaart, begon met er op te wijzen,
it de Minister het wetsontwerp onvoldoen-
heeft voorbereid. De commissie-Warner
imt met een regeling, welke de geheele
ederlandsche binnenvaart bestrijkt en tout
iurt de vrije concurrentie in dit bedrijf
iheft. De Minister haast zich de „voor de
ihatkist goedkoope regeling" over te ne
en. Bij een wetgevende maatregel van zoo
Lgri;pende aard behooren echter andere be
ngen mede te sprekyen dan die, waarvoor
com m iss i e - W a m er representatief kan
orden genoemd.
De Minister wil de weinige vracht meer
ilijkmatig over de vele schepen verdoelen,
och het bevrachten bij toerbeurt is tijdens
oorlog een volslagen fiasco geworden.
Wat verwacht de Minister van de rege-
ng? De binnenvaart is een gezonde be-
■ijfstak. die zijn moeilijkheden heeft. De
erken houden zich staande, de zwakken
irkeeren in nood. De Regeering helpe deze
enschen, maar ten laste van het geheele
ederlandsche volk en niet van enkele groe-
Het apparaat der Bevrachtingscommissie
•engt extra kosten mee. Bovendien wordt
et vervoer stroever. Aansluitende reizen,
tourreizen, contracteeringen. enz. zijn niet
leer mogelijk. De afzonderlijke vervoer-
enst wordt dus duurder. Wellicht zullen
vrachten door onderlinge afspraken ver-
sr worden opgezet. Immers de vrije con-
urentie is uitgeschakeld en de bevrach-
agscommissies zijn onmachtig. De wet kent
echts een laadverbod, geeen vervoer
bod. Nu de Rijnvaart grootendeels stil-
gt, zullen steeds meer Rijnschepen door
vrachten der binnenlandsche beurtrege
og worden aangetrokken. Ook Duitsohe,
elgische, Fransche schepen. Zoo ontstaat
vicieuse cirkel: langere wachttijden, hoo-
ere vrachten. Handel en industrie worden
aardoor geschaad, de binnenvaarder aiet
ebaat.
Waar onder invloed van de conjunctuur
en bron van volkswelvaart verloren dreigt
i gaan, grijpe de Regeering met een steun-
egeling in. De moeilijkheden van de binnen-
aart zijn van anderen aard. De waterwegen
lijven, de schepen blijven op de Neder
rndsche wateren zal de eigen vlag ndet door
e vreemde worden verdrongen. Hier geldt
et dus niet een bedrijf te steunen, maar
echts individuen. De Kamer wijze het
«tsontwerp af.
Rede ir. A. Plate
lr. A. Plate, algemeen voorzitter van de
cheepvaartvereen. „Zuid" vroeg welke de
evaren zijn, die voor de havens uit het in-
ediende wetsontwerp kunnen voortvloeien,
rachtstijging zal op de binnenvaart plaats
inden. Spr. vraagt dan welke gevolgen
it voor de havens zal hebben. Daarbij dacht
pr. in de eerste plaats aan het gevaar van
erplaatsing der graanbevrachting van Rot-
erdam naar Antwerpen. Indien van Ant
werpen af naar het Nederlandsche binnen-
ind de vrachten door de normale markt be-
aald worden, ldgt het voor de ihand, dat er
eiging zal bestaan, om het graan op Ant
werpen be dirigeeren inplaats van op de
totterdamsche haven, vanwaar af het ver-
oer te water naar het binnenland aan een
unstmatig hooger vracht wordt onderwor-
«n. Een nieuwe stoot dus, om het vervoer
an Rotterdam naar Antwerpen te ver-
ilaatsen.
Om bij het graan te blijven, wees spr. op
iet gevaar, dat er groote moeilijkheden zul-
en ontstaan met de z.g. partijen onverkocht,
welke na lossing uit het zeeschip in lichter
ilijven. waarbij de lichter als pakhuis dienst
loet. Indien spr. de wet goed leest, zullen
leze lidhters niet onderworpen zijn aan de
«palingen der wet, d.w.z. zoo lang de lioh-
er stil blijft liggen; maar vanaf het oogen-
)lik, dat heit graan naar het binnenland
verkocht wordt en de importeur er belang
)ij heeft de pakhuislichter als vervoerlioh-
er te gaan gebruiken, om overladingskosten
e voorkomen, ontstaan de moeilijkheden.
Want dan moet de bevrachter zich aan
Hielden bij de Bevraohtingscommissie en
loopt hij het risico, dat hem een ander schip
tvodt aangewezen, waardoor een onecono
mische overlading moet plaats vinden. De
Rotterdamsöhe haven wordt dan weer duur-
Dit betreft slechts enkele sprekende voor
beelden van moeilijkheden, welke men voor
af kan overzien. Maar niemand garandeert,
dat straks in de practijk niet heel andere
moeilijkheden zullen ontstaan, wel'ke men
niet bij voorbaat kan onderkennen. Spreker
dacht hierbij o:a. aan moeilijkheden welke
met den Engelschen kolenirn.port kunnen
ontstaan.
Als spreker nu het lijstje nagaat van het
geen in de laatste jaren tot hulp aan nood
lijdende bedrijven is tot stand gekomen, dan
merkt hij dat men in nog geen twee jaar
tijds tot een lange lijst gekomen is.
De Tarwetwet, de Crisis Zuivelwet en de
Crisis-Varkenswet, om van de contingentee-
ring en invoerrechten niet te spreken, leggen
alleen reeds 'n last van zeker 100.000.000,—
per jaar op de Nederlandsche consumenten.
De Tarwewet alleen heeft Roterdam de
directe schade bezorgd van een totaal ver
lies aan meel- en bloemimport van 116.000
ton sedert 1930. een verlies van 90 pet, voor
het heele land een teruggang van pl. 80 pet
Waar het spreker op het oogenblik echter
om ging was niet om alle steuanmaatrege
len af te keuren. Spreker kan zioh verplaat
sen in de groote moed 1 ijkheden waarvoor de
Regeering op het oogenblik staat. Dit neemt
niet weg, da! het dure plicht is. op het groo
te gevaar van dergelijke maatregelen te wij
zen en wel speciaal als men door met de
eene hand te geven, met de andere hand
weer neemt Want de practijk heeft nu wel
uitgewezen, dat het verhaaltje van grof.
Van Gijn over het bezorgde moedertje,
waarmede de Minister van Economische Za
ken wordt aangeduid, volstrekt geen sprook
je is en dat inderdaad het verzorgen van
de diverse bedrijven in ons land met steun,
op hetzelfde neerkomt als het overhevelen
an melk uit het kopje van het eene zieke
kind in dat van het andere. Als alle kinde
ren ziek zijn krijgt geen een een druppel
meer; integendeel door het geimors nog
minder. Door het steunen van reekspn be
drijven komt geen cent meer welvaart in het
land. Het overhevelen beteekent bovendien
erlies.
Spr. wilde tot slot opmerken, dat het hem
leed doet. zich hier te moeten verzetten tegen
het aanhangige wetsontwerp. Als iedereen
is hij overtuigd, dat in de binnenschipperij
zeer wordt geleden. Is dit op zichzelf reeds
te betreuren, men voelt diit nog meer als het
een groep betreft, waaraan men na verwant
is; schippers- en havenibelangen raken el
kaar nauw.
Wij hebben een wetsvoorstel voor ons lig
gen, dat geen re-kening houdt met de struc
tuurverandering, welke de schipperij nood
zakelijk door moet maken, dat ook niet in
houdt een tijdelijke individueele steunrege
ling ten laste van de heele gemeenschap,
maar een ontwerp, dat een saneering tegen
houdt en andere groote belangen schaadt
Rede H. P. Gelderman C.M.zn.
De heer H. P Geld.ermao C.M.zn.. al
gemeen voorzitter van het Verbond van Ne
derlandsche Werkgevers, zeide. dat men niet
blind mag zijn voor de zware taak der re
geering. Maar zelfs in dat licht bekeken, kan
de critiek uit industrieele kringen op de
thans voorgestelde tijdelijke crisismaatrege
len ter bevordering van een zooveel mbgelijk
evenredige vrachtverdeeling in de binnen
scheepvaart niet mild zijn De nood der
schippers vindt niet alleen zijn oorzaak in
de crisis, maar er zijci permanente factoren,
die het bedrijf ongunstig beïnvloeden. Van
incidenteèle maatregelen kan men de gevol
gen niet overzien zonder ze te bekijken in
het raam van het geheele vervoervraagstuk
Hoe de rapporten der Staatscommissie
voor het Vervoer echter ook mogen luiden,
de eerste hulp voor de binnenscheepvaart
zal moeten bestaan uit: beperking van het
teveel aan scheepsruimte, technische verbe
tering van de uitrusting met daarnaast af
schaffing of althans drastische vermindering
van allerlei drukkende lasten als brug- en
sluisgelden. watertollen en havengelden.
Van het standpunt der industrie is een
der grootste bezwaren tegen het wetsont
werp, dat verhooging van vracht het gevolg
zal zijn. Vele bedrijven zijn op het waterver
voer ingericht en kunnen niet zwaarder
worden belast. Het bedrijfsleven is er even
slecht aan toe als de binnenschipperij. Daar
om vindt spr. een treffen van steunmaatre
gelen, waarvan talrijke andere takken van
bedrijf, groote schade zullen ondervinden,
thans niet te verdedigen.
Al zegt de memorie van toelichting ook,
dat hot systeem van het ontwerp „in zich
zelf" ook waarborgen bevat tegen vracht
opdrijving. zoolang aldus spr. geen
waarborgen aanwezig zijn, dat het vervoer
ook tegen de vastgestelde condities plaats
vindt, kan men van waarborgen ia dezen in
't geheel niet spreken.
Ook wat de internationale concurrentie
betreft, heeft men blijkbaar verzuimd, het
ontwerp hieraan te toetsen.
De industrie heeft nooit principieel geop
poneerd tegen den steun, die de regeering
verleent aan den landbouw. Wat doet de re-
georing voor de industrie? Een zeer beschei
den contingenteering in enkele bedrijfstak
ken. Van andere vormen van steun wil zij
niet weten. Daarom heeft 't Nederlandsche
bedrijfsleven het volste recht te eischen, dat
er althans in deze tijden geen steunmaat
regelen van welken aard dan ook getroffen
orden, waarvan de kosten en lasten op de
industrie worden afgewenteld. Zoodat spr.
zich gerechtigd acht, namens het industriee
le bedrijfsleven aan onze volksvertegenwoor
diging met klem te verzoeken, het aanhan
gige ontwerp niet te aanvaarden.
Het Nederlandsche bedrijfsleven, enz.
overwegende, dat de particuliere bin
nenschipperij evenals vele andere tokken
van bedrijf in moeilijkheden verkeert;
overwegende, dat het huidige ontwerp
van wet de schipperij, tot steun waar
van het bedoeld is, niet zal baten;
overwegende dat daarentegen het ont
werp gewichtige belangen van het ge
heele Nederlandsche bedrijfsleven ernstig
zal schaden;
dringt er bij de leden der Staten-Gcne-
raal met klem op aan, het ontwerp niét
aan te nemen;
beveelt de regeering aan, in dez" de
middelen te overwegen, uiteengezet >n
de brochure, uitgegeven ter voorbereiding
van dit congres"
Aan de gedachtenwisseling werd dooreen
tiental sprekers deelgenomen; oa. door len
heer Van Nieuwkerken, adviseur van Schüt
tevaer, die opmerkte, dat er vervoercondi-
ties moeten komen, die aan redelijke
eischen voldoen.
Eenige vracht verhooging vormt niet een
zoo klemmend bezwaar, als men meent De
schippers worden nu naar het pauperisme
gedrongen en dit gaat in ook tegen het be
lang van andere kringen.
De heer L. A. van Glinsteren van
de Chr. Werkgeversvereniging en hoofd
bestuurslid van het Centraal Bureau betoog
de. dat de technische moeilijkheden die uit
de wet voortvloeien desnoods nog aanvaard
zouden kunnen worden. Vrarhtverhooging
zal echter huitenlandsche schepen trekken
en den toestand verergeren en het ernstig
ste bezwaar is wel, dat de minister ten on
rechte denkt de Rijn bij Lobith te kunnen
afsluiten voor de vreemde vlag Dat zou in
strijd zijn met de Rijnvaartacte. Schenden
wij deze, dan zal Duitschland de Rijn van
Emmerik tot Straatsburg als een Duitsche
rivier beschouwen en ook onze schepen
weren, wat zeer ernstig is.
Dr. Posthuma sloot hierna het congres.
DE OPLEIDING DER ONDERWIJZERS
Volgens de Rijksbegrooting voor 1933 zijn
de kusten der onderwijzersopleiding
Hoolüstuk VI titel A, aid. V begroot op
ruim 4y2 millioen gulden f 4.ÓUU.UUU
Under dit bedrag zijn niet begrepen de toela
gen aan kweekenngen verleend beurzen
en ook niet de kosten, de gemeenten en
vcreenigingeu hebben voor liet oprichten en
onderhouden der gebouwen, terwijl ook niet
erin "begrepen is de marge aan onderwijzers
eener leerschool verleend.
Indien we dit in aanmerking nemen, mo
gen we de kusten gerust schatten op ruim
i 5 millioen.
Bezuiniging heeft de minister volgens de
„Memorie van Toelichting" nog niet kunnen
aanbrengen, behalve dan de vermindering
der uitgaven tengevolge der salariskoningen
van het personeel der Kweekscholen en eer.
vermindering van f 1U per leerling en pei
jaar in de kosten der localiteiten, van f 7.50
per leerling en per jaar van de tegemoet ko
ming in de kusten der leermiddelen. Tegen
over deze vermindering staat eex verhooging
welke voornamelijk noodig is. wegens toene
ming van het aantal leerlingen.
Onder deze kosten zijn natuurlijk niet be
grepen alles, wat het Rijk uitgeeft vooi
Ü.L.O. scholen die meer dan 4 klassen heb
ben en daardoor een opleidingsafdeeling kon
den vormen, evenmin als de kosten, die een
Kweek- of Norrnaalschoolafdeeling van een
Lyceum voor de Staatskas medebrengt.
De oude Normaallessen, die vroeger vrij
wel de eenige opleidingsinrichtingen vorm
den. zijn voor het Rijk verreweg het goed
koopst, Op de Staatsbegrooting is als bij
drage voor deze inrichtingen slechts f 20.000
twintig duizend gulden uitgetrokken.
Rijksnormaallessen zijn er slechts twet-
Deze zullen geleidelijk worden opgeheven.
DE VOORUITGANG VAN HEI
MOTORRIJWIEL
In ongeveer denzelfden tijd dat de ben
zinewagen oen schuchtere poging deed den
strijd tegen het paard aan te binden, ver
toonde zich ook het motorrijwiel en baarde
een niet gering opzien bij zijn min of meei
geslaagde toeristische prestaties» over tra
jecten als AmsterdamHalfweg, Arnhem—
Dieren, Rotterdam—Overschie en dergelijke
afstanden.
Wie de eerste jaren van het motorrijwiel
het apparaat droeg toen den populairer
naam van „stoomfiets" heeft meege
maakt als gebruiker van dit toendertijd
gewaagde middel vap vervoer, kan inder
daad zeggen iets te hebben meegemaakt!
Eindelooze strubbelingen met de ontste
king. niet te omschrijven moeilijkheden
met de carburatie, onzegbare zwarigheden
met snaar-achtige riem-transmissies heb
ben bijgedragen tot de karaktervorming
van een stoer ras, waarbij allerlei deug
den als moed, vastberadenheid, doorzet
tingsvermogen, zelfvertrouwen, helder in
zicht, aanpassingsvermogen en vele gere
nommeerde mannelijke kwaliteiten, die een
geheel padvinderskamp met trots zouden
hebben vervuld, een onuitputtelijkeen
zeer vruchtbare voedselbodem vonden.
In die sfeer van Spartaansche .gehard
heid groeiden motorrijder en stoomfiets
samen op en het kon niet anders of het
enthousiasme van den rijder hield gelijken
tred met de technische vooruitgang van 't
mechaniek zelf.
Zoo ontstonden het „ezeltje" dit was
niet de rijder, maar de machine de Mi
nerva, de Altena en nog anderen
En m 1902 prijkte vol glorie in den cata
logus van de toenmalige R.A.I. in het even
zeer toenmalige Paleis van Volksvlijt een
geïllustreerde advertentie van hei Minerva
motorrijwiel. De afbeelding van de machi
ne vindt de lezer hierbij. Dit motorrijwiel
was de trots van de fabriek! Het was hei
nieuwste, het mooiste! Het was snel, het
was elegant, het was zelfs comfortabel, het
was betrouwbaar het was onverslijtbaar, 't
kon precies en wel omschreven juist wor
den aangeduid met de tallooze adjectieven
in superlatief, die gebruikelijk worden bij
het motorrijwiel 1933. Ja, letterlijk stond er
in de advertentie als aanbeveling: „Het
motorrijwiel, dat de motorsport pouulair ge
maakt heeft".
Uit een en ander blijke, hoezeer betrek
kelijk elk begrip is, ook het begrip popu
lair!
Stel daartegenover het moderne motor
rijwiel! Een nooit falend middel van vei
voer. Aangename stand van zadel en stuur
Laag gebouwd. Een ontstekingsmechanis
me, dat tot geen enkele klacht aanleiding
geven kan Een carburatie zonder fout. t«»n
motor één, twee, of vier cylinders
zóó bedrijfszeker, dat alleen een doorg»
winterde'technicus in staat zou wezen hem
onkTaar te maken Electrisch licht Goede
veering, overbrenging met ketting of car
dan. Groote remmen Hooge snelheid Sou
plesse. Wij zouden geneigd zijn te zeggen,
dat deze machine het motorrijden populair
gemaakt heeft!
Want dit is toch zeker het geval. Do
moderne motorfiets is een bij uitstek :wc-
rukkelijk mididel van toerisme, dat het
mogelijk gemaakt heeft gemakkelijker dan
voorheen naar buiten te gaan. de natuur
tegemoet. Dat de afstanden in ons wereld
deel heeft gereduceerd en den rijder ii
zijn vacantie zonder kommer voert naar
vreemde landen, waar hij genieten kan
van veel, dat onbekend was en waar hij
geheel nieuwe indrukken kan opdoen lie
zijn geest verfrisschen en hem straks van
dienst kunnen wezea
Maar het motorrijwiel is verder ook eei
ideaal vervoermiddel voor dokter en vee
arts, ten plattelande en vele anderen, di-i
vlug even hierheen of daarheen wi'len
gaan, langs de groote wegen, maar ook
over smalle buitenweggetjes en kronkelen
de paadjes.
Voor hen staat het motorrijwiel a'tijd ge
reed als een trouwe, geduldige, betrouw
bare. nooit mopperende knecht, zuinig voor
zich zelf en gemakkelijk voor zijn baas.
Dan biedt het zoo betrouwbare motorrij
wiel nog een aantal prachtige mogelijk
heden bij goederentransport, dat daar wraar-
ne een dankbaar gebruik van maakt.
Toch zullen ze over 1933 aan de Rijkskas
nog ruim f 75.000 kusten.
Het gansuhe bedrag der Rijksbegrooting
wordt dus opgeèischt door de Kweekscholen.
Gaat men de bovenaangegeven cijfers
nauwkeurig na, dan zal nien tot de conclusie
moeien Komen, dat dit groote bedrag voor
onze Staatsbegrooting zéér drukkend la.
vooral, wanneet uien in aanmerking neemt,
dat alle kweekelingen. welke straks de on-
derwijzeisucUs ueiia.eii, gedurende vele jareu
tevergeefs naar een betrekking zullen uil
zien. De bezuiniging bij het lager onderwijs
zet scherp m. Kerst de verhooging van de toe
latiiigsieeitijd der kinderen. Daardoor wordt
automatisch het aantal leerlingen der lagere
.ciioien gedurende de eerstvolgende zeven
jaren met 1/14 deel yerminderd, wat tenge
volge zal hebben, dat het aantal onderwij
zeressen) ook niet 1/14 deel moei vermin
deren. Daardoor komen er zeer veel wacht
gelders.
Duur de nieuwe wijziging, van de Lagei
Onderwijswet is het aantal leerlingen per
onderwijzer aanmerkelijk, verhoogd. Fas over
twee jaar zal deze wijziging vonedig elfeci
sorteeren en dan zeker veel wachtgeldera
maken. Over 1933 en '34 zullen door deze
wijziging de ontstane vacatures met vervuld
uiogen worden.
Hoe men net dus ook wendt of keert, de
eeisie jaren uestaat er voor de junge men-
schen m.i. geen oi hoogstens zeer geringe
Kans, om nog een plaatsje te veroveren.
Regeeren is vooruitzien. Heeft men dat in
ons tand ook in dezen wel voldoende be
tracht? Nog in 1931 de crisis was toen
reeds overai merkbaar heeit de minister
van Onderwijs gueugevuiiden, dat aan meer
dere Kweekscholen z.g. parallelklassen ge
vormd werden. In 1932 werd dat met gecon
tinueerd.
Maar ondertusschen zitten thans enkele
Kweekscholen met tweede klassen van 5U
tot leerlingen.
Nieuw personeel werd aangesteld, dat
straks wederom op wachtgeld komt, de ge
bouwen moesten veigroot worden, om straks
voor een deel leeg te staan. Een waarschu
wing onzeizijds mocht niet baten. In de veel
beid der onderdanen is immers s konings
neorlijkheid.
Had men deze dwaze maatregel in 1931
niet genomen, waarschijnlijk zou thans op
de Rijksbegrouting eenige bezuiniging zijn
aangebracht.
Het geroep In verschillende onderwijs
kringen: „Overal in den lande Kweekscho
lenwas misschien goed in den tijd van
hoogconjunctuur, maar blijkt in dezen moei
lijken ujd niet waar, niet probaat, niet heil
zaam te zijn.
Een bezuiniging onzerzijds voor eenige ja
ren voorgesteld, door alle Kweekscholen tot
driejarige opleidingsscholen voortbouwen
de op de u.l.o.-school te maken kon geen
genade vinden. Het leven der leerlingen ge
durende minstens 4 jaren in de „Kweea-
schoolsfeer" achtte men beslist noodzakelij K.
Thans doet de regeering echter één stap
in die richting, want volgens de bovenge
noemde Memorie van Toelichting wordt de
Rijkskweekschool voor Meisjes te Apeldoorn
thans van een vierjarige ingekrompen tot
een driejarige.
Reeds in 1924 sprak Min. De Geer: „We
leven op een prachtig uitgeruste oceaanstoo-
mer, maar zijn er ons nog niet van bewust,
dat de gevaren aan alle zijden groot zijn,
om straks op de klippen en zandbanken lek
te stooten".
Dat had men ook in dit opzicht meer moe
ten bedenken. De oude Normaalscholen die
weinig aan het Rijk kostten, over het ge
heele land verspreid waren, zoodat bijna
overal gelegenheid bestond om opgeleid te
worden voor onderwijzer, had men niet met
alle geweld moeten dooddrukken. Nu zijn
er Kweeksch >len in de grootere plaatsen
samengetrokken, wat vooral voor het platte
land een groot bezwaar is.
~Ve meenen gerust te mogen zeggen dat
pet, der oudere onderwijzer^ is opgeleid
aan de Normaallessen en als men dan een
uitspraak leest als van een hoofdinspecteur
gelijk wij dit in ons eerste artikel vermeld
den dan rijst toch de vraag: „Was het
goedkoupere van vroeger heusch wel zooveel
slechter dan het duurdere van thans? Heeft
men in z'n grooten ijver voor de verheffing
van den Nederlandschen onderwijzer zijn
doel niet verre voorbijgeschoten, of in elk
geval meer geëischt dan de ..bruine" de
schatkist kon trekken?". Stonden onze
Nederlandsche onderwijzers van vóór 1920
zoover achter bij hun collega's in de andere
landen van West-Eüropa? Was de drang,
om nog hooger omwikkelde onderwijzers
te verkrijgen en men heeft ze niet verkre
ZONDAG 5 I'EIIUI AI1I.
luizen (296 M.) N.C.R.V. 9.30—10.20 Orgelbe
speling door Willem Hubert. X. Sonate VI
(Gebed des Hecien). Mendelssohn Burtholdy.
2. Improvisatie over ..Bonen de starren". Wil
lem Hubert. 3. Sonate ovej; „Zou ik mijnen
God niet zingen?" (Gez. 38). 4. Fantasie on
Fugu Joh. S. Bach.
10.20 Uitzending van den Jeugddienst uit de
Ned. Herv. Kerk (Willemskerk), te Den Haag
Voorganger: Dr. M. M. den Hertog. Organiot:
Willem Hubert l. Oigelspel. 2. Votum 3. Ze
genbede. 4. Solozang: 'k Ben hier een vreem
deling 5. Gemeente: Eere zü den Vader. 6.
Voorg.: De Heere is met U. 7. Gemeente: En
met Uwen Geest 8- Gemeente zingt: Ps. 26
vs 8 en 7 9. Voorganger: Opwekking tot
schuldbelijdenis. 10. Voorg.: Schuldbeljjdeni,.
11. Gem. zingt: Gez. i vs 6. regel 4. 12 Voorg:
Absolutie 13. Gem. zingt: Amen! God'Hjk
Evangelie: 14 Voorg.: Geloofsoeitjdenis. 13
Gem. zingt: Gez. 238 vs. 4. 16. Voorg Schrift
lezing: Hebr. 11 vs. 23—29. llf Voorg.: Zalig
«tfn zij,
de collei
4 vs, 2. 3. 4 en 5. 28.
Tekst: Hebr. 11 vs 23.
ast als ziende den Onzienlö-
24. Koorzang: Als Christus de Heer. 25.
collecte. 21.
22. Gem. zingt: Gi
Voorganger: Predil
.HU hield zich
kmelik. Organlit: H. Hoogenkamp. 1. Orgel
snel. 2. Votum en zegengroet. 3. Zingen. Ps.
39. vs. 4 en 5. 4. Belüclenls des Geloofs. 5.
schriftlezing: a. 1 Korinthe 7 vs. 2931. b. 2
Petrus 3 vs. 1015a. 6. Lezen van den tekst:
I Johannes 2 v- 17. 7. Zuigen: Gebed de? Hee
ren vs 1. 8. Gebed. 9. Zingen: Ps. 102 vs. 14.
15 en 16 lli. Eerste -gedeelte der predikatie.
11. Zingen: Ps. 86 vs. 6. 12. Tweede ged. der
predikatie. 13. Dankgebed. 14. Zingen: Ps.
135 vs. 12. 15. Slotzegen. 16 Orgelspel. Daar
na van 6.3u7.45 Gewude muziek.
a ven try (1554.4 M.^ 4.05 Kinderlterk in St.
John's. Smith Square, o.l.v. Rev. Woodward.
Hymn ..Blest are the pure in he:
M AAA DAG 6 FEBRUARI.
Huizen 1296 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing
en meditatie. 8.15 Morgenconcert. 10.30
Morgendienst door Ds. C. Klomp^ 11.00
scholen. Drs. H. Scnilp:
I II versum (1875 M.j V.A.R.A. 8.00 Gramo-
<>on. 10.15 Carel Rijken draagt voor. 12.00
De Notenkrakers. 2.30 Mevr. Meta v Tioi
Schmldtke zingt met planobegeleiding.
3.00 Janny van Ooyen draagt voor. 3.30
Gramofoon. 4.40 Na Schooltijd. 5.10 VA-
KA-mandoline-ensemble. 5.40 Rollen Nu-
man draagt voor: 6.00 VARA mandol.ne-
-nsemble 6.15 Orgelspel 7.00 Muzikale
oabbeltjea 8.00 Van Piccolo tot Pauk.
4.00 Jbd Lemaire draagt voor. 9.30 ConcerJ,
10.40 Vaz Dl&s. 10.60 Gramofoon.
V.P.R.O. 10.00 MorgenwtJdlng.
lussel (Vlaamsch) (337.8 M.) 12.20 Gramo
foon. 1.30 Concert. 5.20 Concert. C.50
Concert. 8.20 Gramofoon. 8.50 Concert.
10 30 Gramofoon.
(Fransch) i
Gramofoon.
Paul zingt.
,S M.) 12 20 Concert 1.30
b.20 Concert. 6.35 Hulene
6.50 Sonates. 8.20 Concert.
9.20 Concert. 11.00 Gramofoon.
Kalundbofg. (1153.8 M.) 11.30 Strijkorkest.
2.50 Omroep-harmónle-orkest. 7.05 Inlei
ding tot Ha dn's „Jahreszeltcn". 7.25 Cae-
clllaconcert-
Könlgswusterhausen (1635 M.) 1.20
Gramofoon. 3.50 Concert. 7.25 Concert,
8.40 Concert.
Langenberg. (472.4 M.) 11.20 Concert Om
roeporkest. 12.20 Concert. 4.20 Vesper
concert. 7.20 „Collegium muslcum". 9.50
Populaire muziek.
Daventry (1554.4 M.) 12.20 Concert. 1.20
Orgelconcert 2.05 Concert. 2.50 School-
ultzendlng. 3.20 Sonate-recital. 4.06 Con
cert Sehoteche studio-orkest. 4.50 Concert.
6.60 De grondslagen der müileU. 8.20 Con
cert 9.55 Vaudeville,
I onden Regional (366.3 M.7 1.50 Gramo
foon. 1.86 Concert. 4.05 Concert. 4.50
Concert 6.50 Concert 8.20 Gramofoon.
9.05 Concert 10.05 Orgelrecital.
•art)? (Radios (1724 M) 8.05 Gramofoon.
12.20 Concert 12.50 Gramofoon. 1.25 Ro
bert Marino zingt 1-55 Concert 7.40
Concert 8.20 Othello" opera van Verdl.
Varechau (1411.8 M.) 4.20 Kamermuziek.
6.20 Populair concèrt 7.20 Operette-uitzen-
VolletMge programma's In
de Omroepgids Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad: gld. per hal! jaar of
18 ct per week Ned. Chr.
Radio Vereeniging. Voog-
lenznng, Ede Draagt bij in
1e omroepkosten.
gen zelfs door een opleiding aan de uni
versiteit, wel zoo verstandig als het leek?"
De hoofdinspecteur spreekt van de oude
„ervaren" onderwijzers.
I stond in ons nummer van 3 Februari.
EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA
Door A E. SOUTHON
Naar het Engelsch bewerkt door
I J. P. B.-V.
Korte inhoud voor nieuwe lezers
tijd niet erg
e compagnons stonden onder de O
Oburlndo niet ai te best bekend.
Maar dit had toch een heel geldige reden.
Heen kon Stretton telkens onopge-
Oburindo verdwijnen
tal negers van koning Kwangu. die bezig
Thuis gekomen oesprak Stretton uitvoerig
hoe zij zouden trachten Kwangu
Fö was als geen ander op de hoogte ine'
I en gebruiken der inboorlingen, bovendien
hU met eenige goochelstukjes wel indruk
Weten te maken.
Vooral waarschuwde Stretton nog om uit de
buurt van Kwangu's drank te blijven. Ook
moest Janson zich ln acht nemen voor zekere
Zendeling Noordaa,
Deze zendeling en zijn vrouw hadden 't zeer
druk mot de vele Inboorlingen, die zich door
ben lieten behandelen. Langzamerhand begon
nen zij 't vertrouwen der menschen te winnen.
De opperpriester Keshona was zeer verbit
terd op den zendeling, die de zieken voor niets
hielp. Geen poging liet hij dan ook onbenut
hem op te bitse
Zoo was de' toestand, toen koning Kwangu
de ultnoodiging gewerd 's nachts in het bosch
te komen, waar e,.n groot priester hem wensch-
te to spreken
De handige Janson perste hem daan- de ver
klaring af al het goud tn 't bosch te brengen,
anders zou Kwangu door de zwaarste straffen
Hij
zijn
„Dat had gekund maar waarom heb je
daar dan niet eerder aan gedacht, vóór het
te laat was?" antwoordde Madson
„Wiens plan was het?", raasde Stretton.
.•Jij zei, dat ik op moest schieten en je je
gang laten gaan en dwaas die ik was. ik
hob het gedaan. Maar ik waarschuw je dat
wanneer jij deee kans bedorven hebt, ik je
de nek omdraai".
Lafaard die hij was werd Madera's
hlo7end gezicht zoo bleek als oen 'oode nij
deze bedre ging van den grooten vent. Hij
kende zijn compagnon en wist dat, wanneer
deze voldoende nijdig gemaakt was hij niet
zou terugdeinzen voor doodslag of moord.
Hij keek rond in de eenzame, ledige hut en
1 voor dc eerste maal wenschte hij dat de hut
meer in de buurt stond van de andere
handelaren in Oburindo.
In zijn overgroote angst trachtte hij de
groote man milder te stemmen.
•,Laat ons geen ruzie maken, oude jongen.
Ik hoorde er eerder aan te hebben gedacht,
dat stem ik toe, maar ik meende dat je die
vent zoodanig in de knel had zitten dat hij
wel voorzichtig was. Maar er is nog een
week tijd om het sped te trachten te winnen
Waarom ga je nu niet? Jij kan tweemaal
zoo vlug reizen als hij en je kan Koko
ook nog ontmoeten onderweg met een
boodschap."
„In orde", bromde Stretton. „Laadt de
handelswaren maar op en nog een beetje
oude klare voor Kwangu. Ik vertrek tegen
den morgen".
Stretton dreef zijn koelies zonder opont
houd voor zich uit en marcheerde door de
hitte-uren van den dag heen- en deed zoo
twee mijlen.
In den nacht, toen Moshala en Denuhi
zichzelf overgaven aan den God van Noor
daa, kampeerde de handelaar in een klein
dorpje op twintig mijlen afstands van de
stad.
Hij had de eenige weg gevolgd, maar had
noch Koko, noch eenige andere boodschap
per van Jansen ontmoet De overtuiging
zette zich met iedere mijl vaster in zijn
hoofd dat op de een of andere manier de
expeditie .tad gefaald en het roode licht tot
moorden lichtte in de oogen van Stretton.
toen hij buiten zijn tent zat en de afgematte
dragers lusteloos hun avondmaal zag gereed
maken Hij zou de nacht door hebben gegaan
maar zijn mannen konden blijkbaar geen
mijil meer voortgedreven worden, Uur na.
uur ziat de handelaar alleen. Zijn groote
handen vouwde hij langzaam open en d>
terwijl zijn geest bezig was met de vraag
hoe wraak te nemen op den man die ge
taald had.
Maar Jansen had noch het complot ver
raden noch had hij gefaald Kwangu te over
tuigen van de noodzaak zijn geliefd goud af
te staan. Hij had dien nacht ook zijn moei
lijkheden, maar bij hem kwam het van zijn
te groote succe$.
Gedurende de tien dagen, welke sinds
zijn uitvoering aan de angstige opperhoof
den verloopen waren, hadden Kwangu's
slaven onafgebroken iD het oude rivierbed
rondgewaad, om het goud, hetwelk de ver
onderstelde god als het zijne opeischte
lederen nacht, gedekt door he4 vriendelijke
donker, had de koning de re»ultaten van
hun werk gebracht en de glinsterende kor
rels uitgestort voor het monsterlijke popje,
dat hij met zijn heele ziel vreesde. Jansen
had ze opgeborgen In de kleine zakjes, tie
Madson heel attent had verschaft en de
eerste week had hij niets dan voldoening
geveeld.
Het was waar, dat hij geen bericht naar
Stretton gezonden had, maar het was louter
een vergeet, te wijten aan de whisky Toen
hij wakker werd na zijn roes volgende op de
voorstelling in de laan voelde hij zich ellen
dig en ziek De hevige nachtdauw, die op
zijn bijna naak! lichaam gevallen was had
hem koud gemaakt tot in zijn botten, on
danks de spiritui liën, welke hij gebruikt
had en toen de morgen in het bosch aan
brak, ontwaakte hij, rillende van de koorts.
Hij kende maar een middel tegen koorts -
moer whisky. Verdiept in zijn eigen misère,
vergat hij totaal dat Stretton hem geboden
had een boodschap terstond naar Oburindo
te zenden. Whisky en koorts tezamen ver
duwden al Kwangu's gou<t uit z'n gedachten
dien dag, en hij herinnerde zich eerst het
doel van zijn komst toen Kwangu, vergezeld
van zijn lievelings-zoon Twala, en Keshona,
de resultaten brachten van de opgravingen
van den eersten dag.
Maar met al zijn kennis van het heiden-
sche leven, had Jansen toch een flater
geslagen, door zoo uitsluitend op 's konings
angst te spelen. Hij wilde hem beangstigen
maar een blanke blijvende tot in zijn diep
sta zijn, was hij niet in staat geweest precies
na te gaan- hoe zijn houding op Kwangu
zou inwerken. Hij vermoedde dat de koning
wel genoeg beangstigd was om hem het
goud te geven, vooral in de hoop om later
nog meer terug te krijgen van de vermoede
lijke god.
Hij was echter te goed geslaagd Die ge
heele week was Kwangu in een groote angst
geweest voor dier God. die zelfs de lucht
geld kon doen regenen en in een oogwenk
een gebonden, sterke jongen kon wegweren.
Al de angst voor geesten in een lang. ver
keerd geleefd leven, hadden bun vervulling
bereikL De priesters hadden zijn verbeel
ding sinds jaren overbelast en nu had
Jansen hem in werkelijke aanraking en
contact gebracht met een soort god, waar
van hij in zijn nachtmerries gedroomd had
en gehoopt nooit te zien.
Keshona, de hoofd priester van de stad
was evenzoo onder den indruk Nu zijn laffe
vlucht van de laan was hij gekomen tot
een meelijwekkende staat van vrees. Zijn
eenige wensch was, om op de een of andere.
manier aan de goede zijde van dien god
te komen en van den vreemdeling, die het
private oor had van dien god. Inplaats «lus
dat hij trachtte 's konings wensch tegen te
gaan, om te doen wat de god had bevolen,
was hij Jansens waardeerende hulp.
Hoewel hij bijna flauwviel van angst, toen
mi met Kwangu de volgende nacht de laan
betrad, >n opnieuw de leelijke pop tag
gluren vanuit haar houten kist, forceerde
nij zijn bevende beenen om hem verder <e
dragen en itortte een aanzienlij! e gift vai
zijn persoonlijk bezit van het begeerde gujti,
dat hij g.'wonnen han door de vile jaren ir.
tl «nut bij Kwangu. Twala, de valschaaci,
was moegekomen, omdat het hem gezegd
was en hij niet had durven weigeren.
ansen had zichzelf voldoende wakker
gttchud uit ziji, misère, om zijn deel te
siolei en accenteerde de ritfei, formeel in
-t van zijn god en zonk, naaat de drie
verdwenen waren, terug tegen de boom
mei de eenige gedachte, dat binnen een paar
hlJ in staat zou zijn te vertrekken en
- n .it-looning tn ontvangst te nemen. Maar
I wangu was bezeten met de gedachte deze
verbazingwekkende, machtige god gunstig
tt rtenunen en hij kende maar een weg. urn
tui Ie bereiken - de geijkle weg in Afrika
- n.l. door offers.
Hij kwam den volgenden nacht terug met
nog meer goud, terwijl Keshona en Twala
een rij blatende geiten meebrachten Binnen
vijf minuten was de laan veranderd in een
mesthoop, maar Jansen verborg zijn afkeer
en nam de gift aan voor zijn god, het be
schouwende als een meerdere proef van
s konings ernst
.(Wordt vervolgd.^