RKWAARDIG HEILIG
SflHTi ©Hire©
door Dr. M. H. A. VAN DER VALK
Er Is geen heilige geweest, die over een
groot deel der wereld zoo algemeen is ver
eerd geworden, van wie men zooveel weet
en van wie men toch eigenlijk niets met
zekerheid weet, dan zij, die in ons land
eeuwen lang bekend stond onder den naam
van Sinte Ontcommer.
In de noordelijke en zuidelijke Neder
landen werd zij, hoewel zij nooit tot het
hoogaltaar is toegelaten en nooit heilig ver
klaard is geworden en dus niet in de offi-
r.ieele lijst der heiligen opgenomen, bijna
overal vereerd, vooral door het plaatsen van
haar beeltenis, waar duizenden kwamen om
haar voorbede,te vragen.
Voor zoover bekend is zij vereerd gewor
den niet alleen in het grootste gedeelte van
ons werelddeel, maar sporen harer ver
eering vinden we ook in Palestina, Japan,
Peru en andere wereldstreken, zelfs onder
de Eskimo's en Polynesiërs.
In ons land vond men eeuwen geleden
geen gewest, waar de bevolking haar zelfs
niet boven Maria vereerde; en met zeker
heid is bekend, dat zij te Steenbergen, waar
ze begraven zou geworden zijn, te Waalrc,
Alphen (N Br.), Teteringen, Zevenbergen,
Wormer, Horst, Markeloo, Doetinchem, Km-
men. Kralingen (waar ze bekend wast op do
plaats, waar nu het kerkhof is, onder den
naam van De Hulpe, Helpe, Sint Helper
e.a.), Poortugaal, in het bisdom Utrecht (in
het kruiskoor van de Jacobi-kerk te Utrecht
had zij een kapel), enz. de meest geliefde
heilige was.
De meest bekende namen dezer wonder
bare heilige zijn: Sinte Ontcommer, Or-
kommer, Ontkommer, Oncommera, Pntconi-
meria, Wilgeforthis, Kuemmerniss, Kuem-
mernuss, Ünkommer, Unkummemiss, Cu-
meris, Willifordis, Regenfredis, Regenflegis,
Regenfledis, Sant Kymmernuss, Sahator
mundi, Liberata, Liberatrix, Gottliche Hilfe,
Ohnkummer, Sinte Hulfen, Sunte Hulpe,
Hilfe, Helpe, Hilpe, Hulpe, Gehulpe, Virgo-
fortis Dignifortis, Komira, Khomerus, Ky-
miri Eutropia, Verandering, Aanvechting,
Sancs Gehilf, Sinte Guilgefortis, Kumme-
rana, die uwige Kummemiss, Gewaehr, enz
Gewoonlijk is zij afgebeeld als een jonk
vrouw in vorstelijk gewaad, hangend aan
een kruis, dat doorgaans den gewonen
vorm heeft, maar soms een zg. Gothiscli
kruis is, ook wel rozen, of klaverblad kruis
genoemd, terwijl zij een schoen nog aan d<-
voeten heeft en den ander afgeworpen. Dik
wijls ziet men aan haar voeten een viool
speler, die geknield een lied voor haai
zingt en speelt, maar vastgebonden is aan
een ketting, die een beul in de hand houdt.
Ook is er nog wel bij afgebeeld een fraaie
beker, en drie brandende kaarsen op een
voetstuk, vlak bij haar kruis. Op haar hoofd
draagt zij een koninklijke kroon, soms een
diadeem, die op sommige schilderijen prach
tig geornamenteerd is, en waaruit ook wel
een kruis steekt Het hoofdhaar hangt
meestal gekruld op rug en schouders; haar
gelaat heeft, vooral door den baard, iels
mannelijks. Slechts zelden is zij afgebeeld
of geschilderd zonder baard, of met heel
weinig haar om den kin. Soms ziet men
fraaie parelsnoeren en gouden kettingen in
het hoofdhaar en om den hals.
Volgens een in het Latijn geschreven en
in het oud-Hollandsch vertaalde legende, op
perkament, in een katern, uit het midden
der vijftiende eeuw, komt haar geschiede
nis op het volgende neer.
Zij was een dochter van den koning van
Portugal, (ook wel wordt zij de dochter van
'n Hollandsch, Schotsch, enz. vorst geheeten)
die toendertijd nog heiden was. Deze vorst
werd in een oorlog gewikkeld met den
koning van Sicilië, die met een groote leger
macht naar Portugal kwam en hem over
won. Tal van hooggeplaatste personen wer
den benoemd om de vredesvoorwaarden te
ontwerpen, welke ten slotte werden aange
nomen. De voornaamste bepaling in dit
vredesverdrag was, dat de koning van Sici
lië met de koningsdochter (Sinte Ontcom
mer) in hét huwelijk zou treden. In een
plechtige vergadering, waar de beide ko
ninklijke families met hun hofhoudingenen
rijksgrooten bijeen waren, werd nu aan
de Portugeesche prinses de vraag voorge
legd, of zij haar hand aan den koning van
Sicilië wilde geven. Zij weigerde echter be
slist. en zeide. dat zij met den gekruisig
den God (Christus) gehuwd was. van wici.
zij van een oud man gehoord had.
Toornig geworden door dit beslist af
wijzend antwoord, beval haar vader, dat zij
naar de gevangenis zou geleid worden. Hij
Sinte Ontcommer te Beauvais (Fr.).
deed zulks in de hoop, dat zij door zware
kerkerstraf, dreigementen en ten laatste
folteringen, wel op haar genomen beslissing
zou terugkomen.
In de gevangenis gezeten, bad zij echter
vurig tot God, dat zij geheel in een man
mocht veranderd worden zoodat ile koning
Een oud-Fransche St. Ontcommer-figuur.
van Sicilië haar niet meer zou begeeren. En
werkelijk kreeg zij dien nacht een langen
baard.
Toen haar vader het hoorde, liet hij haar
voor zich brengen, en verweet haar, dat zij
door duivelkunstenarijen dien baard had
gekregen. Zij antwoordde evenwel, dat zij
dien baard en die lichamelijke verandering
op haar ootmoedig gebed van haar gekruid-
ten God had ontvangen. Welnu, antwoordde
de vader, dan' moet gij aan mijne goden
vragen om u weder tot een jonkvrouw le
maken Zij weigerde dat echter beslist, cn
werd toen veroordeeld om evenals haar God
gekruisigd te worden. Hangend aan het
kruis werden haar nog vele folteringen aan
gedaan. Op sommige schilderijen ziet men
hoe haarvader en haar bruidegom haar be
spotten. Toen eindelijk haar stervensure
naderde, bad zij God, dat allen, die later
haar beeltenis zouden aanroepen, wanneer
zij in eenigen nood des lichaams of der ziel
mochten zijn, door deze hara voorbede
uit verlost mochten worden.
De oud-Hollandsche legende eindigt dan
aldus: „Soe heeft zij een antwoirt ont-
fanghen van den hemel, wat sy gheheden
had dats hair ghegunt, en soe heeft sy
den gheest opghegeven en is ten hemel ghe-
varen. In dieselve tyt ende stonde soe syn
dair gheschiet grote donreslaghen enn
blixemen, alsoe dattet pallaes van haren
vader binae al verbrant is enn te niet ghe-
gaen van den vier. Ghepassyt enn ghestor-
ven is dese heylighe maghet enn martelair
ster sinte Ontcommer op ten 20 dagh des
maents Julii voir dat gheloif des gekruysten
Goods, ons heren Jesu Christi, die dair is
ghebenedyt in der ewieheyt Amen."
Dit verhaal komt ook rijk gevarieerd in
andere landen, in het bijzonder in Duitsch-
land, voor. Er staat onder meer in een ge
schrift, dat enkele eeuwen geleden zonder
jaartal te Mftnohen i3 gedrukt, dat ertwaa'f
harer hofdames en driehonderd anderen van
het heidendom tot het Christendom zouden
overgegaan zijn, nadat zij haar vader haai
weigerend antwoord gegeven had, terwijl
tijdens haar kruisiging niet minder dan vijf
duizend toeschouwers zouden bekeerd zijn.
Ook in Duitschland werd Steenbergen als
de plaats, waar zij begraven is geworden,
genoemd, zooals blijkt uit een rijmpje in de
kerk te Weilheim, onder de voorstelling op
een schilderij harer kruisiging:
den is ingesteld, zes in het geheel die
als Sinte Ontcommer-kenners bekend zijn
blijkt, dat we allereerst moeten onder
scheiden tusschen een echte en een n a-
gemaakte Sinte Ontcommer.
Feitelijk zijn er twee hoofdverhalen: het
eerste loopt van 1000—1500, en het ander
van 16-48 tot heden. De
gaping tusschen 1500 en
16-18 staat in verband
met den invloed dei-
Kerkhervorming-
Ook zijn er twee
Sinte Ontcommer-wan-
lingen (loop, die de ver
eering dezer heilige van
land tot land genomen
heeft); één van het zui
den naar het noorden,
van Italië naar Hol
land, met vertakkingen
naar Groot-brittanmè,
Scandinavië en Dene
marken; en één van hei
westen naar het oosten,
van Spanje naar Polen,
en verder; weder met
verschillende verlakkin
gen, terwijl op beiriw
tochten der vereering,
allerlei plaatselijke ver
halen, voornamelijk ook
van heilige jonkvrou
wen, in den oorspronke-
lijken Sinte Ontcom-
merdienst zijn inge
vlochten, waardoor het
uiterst moeilijk valt om
het ware van het val-
sche te onderscheiden.
Wat ons land aangao»,
heeft deze dienst groo-
ten steun gekregen
door de kruisvaarders,
Friezen, Hollanders,
Vlamingen, Walen enz.,
die van het heilige
land over zee naar
huis terugkeerden, en
Spanje of Portugal heb
"ben aangedaan. Met
zekerheid weten we, dat de kruistocht-
vloot, onder leiding van Graaf Willem
van Holland, in 1217 te Phare binnenliep,
waardoor verscheiden devote kruisvaders
van de gelegenheid konden gebruik maken
om een bedevaart naar St. Jacob di Com
post ella te doen. terwijl ook te Lissabon-
troepen aan land werden gezet om tegen de
In Holand diser lelchnam rast,
Zu Stainberg wird verehret fast
Ook in Zwitserland was een oorkonde,
waarin staat: „Sepulta est in Hollandia in
ecclesia quae dicitur Steenberg" (zij is in
Holland begraven in een kerk, die genaamd
wordt Steenbergen).
In 1706 is echter te Steenbergen een onder
zoek bij de Roomsche geestelijkheid inge
steld, wat er van de legende waar was. Pater
Idiers, toen Jesuitencommissaris in Zeeland
antwoordde echter, dat noch bij den pries
ter aldaar, noch bij do Katholieken iets er
van bekend was. Wel was er. en is er nog
een Sunte Ontcommerpolder ook wel Sint
Guilgefortis-polder geheeten, hoewel het niet
meer weten van een Ontcommerdienst te
Steenbergen (ook thans niet, naar mij ge
bleken is) niet bevreemden kan, daar zij
eens een bloeiende handelsstad was, dip in
1303 geheel is afgebrand, en later herhaalde
malen door watersnood is geteisterd.
Wat hebben we van deze Sinte Ontcom
mer te denken?
In het algemeen kan ik er alvast dit van
zeggen, dat uit het zeer nauwkeurig onder
takken van bestaan: landbouw, veeteelt,
nijverheid, visscherij, scheepvaart, enz. 1
Het Duitsche woord: Kummerniss en
varianten er van, zou daarom eigenlijk moe
ten zijn: E n t k u mm e rn i.s.s, terwijl het
Latijnsche woord: liberata (die bevrijd
is) ook fout is, en zou dienon te luide,
liberatrix (die bevrijdt). De beteekenis
van: Wilgefortis en varianten staat nog niet
vast, hoewel ik meen, dat het een verbaste
ring is van: Virgofortis (de machtige, in
vloedrijke maagd).
Het is dan ook geen wonder, dat in tal
van plaatsen, vooral in ons werelddeel, kel
ken en kapellen zijn gebouwd, dat groote re
en kleinere beelden voor haar zijn opge
richt, meestal langs den weg, opdat men
haar gemakkelijk overal kon vereeren, schil
derijen in kerken en kapellen zijn opgehan
gen, dat zg. relequiën van haar werden ten
toon gesteld, dat zij beschermheilige is
worden van tal van broederschappen, gilden
enz., en dat natuurlijk ook aan haar mis
offers zijn opgedragen. De vereering werd
zelfs op sommige plaatsen zoo buitengewoon
als zeker eens te Steenbergen, dat zij die
van Jezus en Maria geheel en al verdrong.
Zelfs vond men hare afbeelding in Tirol,
op grond van DeuL 4 20, 1 Kon. 8 51
Jer 11 4, op kachels, omdat kachels zin
beelden zijn van gevangenschap, slavernij
en allerlei ellende, waarin de arme zielen
hare „koude pijn" ondergaan, zoodat men
op Allerzielen de kachels harder stookte
dan men anders gewoon was.
Er is dan ook een streven, bij name
den kant der Roomsche geestelijkheid,
haar beeltenis uit de kerken te bannen,
als reeds te Dux, Rumburg, en elders gedaan
is. Andere'n echter houden haar voor een
bekleed Christusbeeld. Men neemt dan aan
dat hare afbeeldingen genomen zijn naar het
Sacratissimus vultus, het Volto
S a n c t o, zooals het kruisbeeld genoemd
wordt, dat al eeuwen lang te Lucca in Italië
vereerd wordt, en waarvan de legende zegt%
dat het lichaam door Nicodemus, het hoofd
door God is gebeeldhouwd (arte divina:
Goddelijke kunst).
Uit een litanie van 1533 in Engeland
waarin verschillende Engelsclie heilige
vrouwen voorkomen, en ook Sinte Ontconi
mer genoemd wordt, en dat in het latijn ge
steld is, schrijf ik het begin af: „Wees ge
groet, heilige maagd van Christus, Wilge
fortis die met uw geheele ziel Christus
bemint!" dan volgt in het kort het verhaal
Afbeelding van het martyr lum van Sinte Ontcommer.
Saracenen te vechten. Allerlei verhalen, le
genden, sagen, sprookjes, door hen gretig
aangenomen, werden aan hunne betrek
kingen in het vaderland medegedeeld, zoo
dat het verhaal van den koning van Portu
gal en diens dochter, als beloofde bruid aan
den koning van Sicilië, vanzelf mede het
onderwerp der mededeelingen werd.
Uit de velerlei namen, welke in verschil
lende landen in den loop der eeuwen aan
de heilige gegeven werden, blijkt duidelijk,
dat ze doorgaans als een jonkvrouw word
voorgesteld. Toch zijn er streken geweekt
en zijn er nu vooral, waar ze nog vereerd
wordt, als in Midden- en Zuid-Europa, waar
de gekruisigde een man genoemd wordt
Duidelijk komt dit uit in de namen, waar
in het Duitsch het lidwoord „der" (man
nelijk lidwoord) staat, als: „der heilige
Kummernuss", en uit den naam: Salvator
mundi (Heiland der wereld).
Het woord, waarmede zij vroeger in onze
taal genoemd werdOntcommer, wil
zeggen, dat de gekruisigde jonkvrouw van
allen kommer verlost; en zoo werden dan
ook in vroeger eeuwen allerlei mirakelen
aan haar toegeschreven, als het genezen, na
haar aangebeden te hebben, van lammen,
kreupelen, dooven, blinden, het genezen tn
doen ophouden van besmettelijke ziekten,
als pest, enz., het wonderbaar verlossen van
gekerkerden (waarbij de verhalen herinne
ren aan de bevrijding van den apostel Pe
trus, Hand. 12), het opwekken van doodeu
het voorkomen van watervloeden, maar
ook: het verkrijgen van het moederschap,
en vele andere dingen, die begeerlijk zijn.
in den gewonen weg niet kunnen ver
zoek, dat helaas slechts door enkel geleer-1 kregen worden, het beschermen van alle
van haar verloving met den koning van
Sicilië, waarna de litanie aldus eindigt
„o, gelukkige Wilgefortis, wij smeeken U.
bid voor ons!"
Een ander gebed luidt: „o, Heere wij
bidden U, wilt toch goedertieren Uw vo»k
aanzien door de verdiensten der Heilig»
maagd, martelaarster en dochter des
konings, en gelijk Gij door hare gel
haar een baard hebt geschonken, alzoo ook
de begeerten onzer harten schenken m«t
gaven der grootste genade bij Christus,
onzen Heere. Amen."
Voor zoover de vereering van Sinte Ont
commer in ons werelddeel aangetroffen
en wordt, schijnt ze mij een vereeniglng
te zijn van oud-heidensche (meest Aziati
sche, ook Romeinsche, Grieksche, Germaan
sche en Noorsche godenleer) en christelijke
motieven (de laatste vooral uit de middel
eeuwen en vóór dien tijd), alles zeer ver-
mengd met allerlei sagen, legenden en
halen, volksverhalen, wier oorsprong meest
al niet meer na te gaan is. 2).
Het hoofdmotief is dan de gebaarde jonk
vrouw, die in geheel het oosten oudtijds
nauw verband stond met godsdienstige voor
stellingen en opvattingen, en dat motief
verbonden met de straf der kruisiging.
Zoo had men in Rome de dienst van
Venus calva (de kaalhoofdige Venus). Toen
eens te Rome een besmettelijke huidziekte,
die het hoofdhaar der vrouwen aantastte,
was uitgebroken, werd de godin Venu-
(vaak vereenzelvigd met de godin Aphrodite
der Grieken) aangebeden. Toen het hoofd
haar weer aangroeide, werd een Venusbecld
vervaardigd met een kam in de hand en
een baard, terwijl het bovenste lichaams
gedeelte een man, het onderste een vrouw
voorstelde. Op Cyprus was ook een beeld
van de gebaarde Venus, naar lichaam en
kleeding een vrouw, doch met scepter en
een martiale houding Te Dorf in Bohemen,
hingen de meisjes, die haar hoofdhaar ver
loren, lokken van het nog overgebleven
haar op de armen der Sinte Ontcommrr-
beelden.
De Grieksche schrijver Herodotus verhaalt
dat tot zijn tijd toe, de priesteres der godin
Arhene in Pedasus (Klein Azië), tot drie
malen toe een baard gekregen had, toen er
gevaar voor de stad dreigde.
In een der Assyrische omen-texten (waar
in de voorteekens behandeld werden), komt
lofdicht aan de godin Isthar voor, de
godin van Ninive, dat aldus luidt: ..Even
als Assur (de koning der goden geheeten)
is zij (Isthar) gebaard met een baard, is zij
gekleed in een glans van licht" En in een
der astrologische lexten, (welke zich bezig
houden met de religieuse beteekenis der
hemellichamen), staat: „De Venusster (de
ster van Isthar) is met een baard voorzien"
wat zeggen wilde, dat de als godin vereerde
planeet in haar schitterendste pracht en
majesteit een stroom van lichtstralen neder-
zond om hare groote goedheid aan het
menschdom te bewijzen, een voorstelling,
die men ook in Egypte vond met betrek
king tot de zonnegod Re, hoewel zonder
baard.
Eigenaardig is dan ook, dat oorspronke
lijk, vooral in Mesopotamië, de godheid
man-vrouwelijk wordt voorgesteld, hoewel
in den eeredienst het tweevoudig karakter
nooit op den voorgrond trad, maar steeds
of mannelijk of vrouwelijk was.
In verband hiermede wijs ik er op, dut
dezelfde godheid bij het eene volk van hel
mannelijk, en bij het andere juist van het
vrouwelijk geslacht was.
Zoo werden de mannelijke Semietische
godheden met il (meervoud ilani),
vrouwelijke met i 1 a t, ook wel met is
astar of astart (in het Babylonisch
istar) aangeduid. Astart of Astarte was in
Assyrië een vrouwelijke godheid, in Zuld-
Arabië Atthar geheeten, daarentegen een
mannelijke godheid; en omgekeerd was
Sams in laatstgenoemd land een vrouwe
lijke, bij de Noord-Semieten echter een
mannelijke godheid. Bij de Hebreen er
Arameërs was het woord zon meest van
het mannelijk, b.v. Psalm 19 5, zelden van
het vrouwelijk geslacht. Gen. 15 17. Moge
lijk staat met dat man-vrouwelijk karakter
in verband, dat bij de heidenen de geboorte
van een man-vrouwelijk kind als zeer on
gunstig voorteeken werd beschouwd, terwijl
bij sommige wilde volken nu nog de ge
woonte is om een tweeling terstond bij do
geboorte te vermoorden, terwijl dan
moeder uit den stam wordt uitgebannen
om een ellendigen dood te sterven.
De oorspronkelijke gedachte van de man-
vrouwelijke godheid is in den bijbel te vin
den, en het bevreemd mij zeer, dat, voor
zoover mij bekend, nooit een geleerde, die
het vraagstuk der man-vrouwelijkheid der
Semietische godenwereld tot voorwerp van
zijn studie gemaakt heeft, naai de H S.
heeft gewezen ,als oorsprong der gedachte,
welke door de heidensche religies Is be
waard, uitgewerkt, maar ook verbasterd.
Maar nog meer verbaast het me, dat-onze
Schriftuitleggers zelden of nooit eigenlijk op
dat tweevoudig karakter, dat God zoowel
Moeder als Vader is, hebben gew ezen
Gods Woord spreekt immers zeer duidelijk
die man-vrouwelijke, of liever, die vader-
moederlijke gedachte uit over God in Zijn
geheel eenige betrekking tot Israël en do
geloovigen. God is Vader, maar ook
Moeder. Ik verwijs naar wat Mozcs in
zijn zwanenzang tot zijn volksgenooten zegt
„Den rotssteen, Die u gegenereerd
heeft (vgl. vers 6 „Is Hij niet uw Vader,
Die u verkregen, Die u gemaakt en u be
vestigd heeft?), hebt gij vergeten, en gij
hebt in vergetelheid gesteld den God, die
u gebaard heeft". Deut. 32 18, waar in
één vers samengekoppeld wordt Gods Va
derschap en Moederschap; en t--
vens verwijs ik naar Jacobus 1 18. waar
we lezen: „Naar Zijnen wil heeft Hij ons ge
baard door het woord der waarheid, op
dat wij zouden zijn als eerstelingen Zijr.er
schepselen"; en naar Jes. 49 15, waar slaat:
„Kan ook een vrouw haren zuigeMng verge-
ten, dat zij zich niet ontferme over den zoon
haars schoots? Ofschoon deze vergaten, zoo
zal Ik toch u niet vergeten."
Opmerkelijk is hierbij, dat ook Mozes de
gedachte oic-rneemt, als hij tot den Heere
zegt: „Heb ik dan al dit volk (in den moe
derschoot) ontvangen, heb ik het ge
b aard, dat Gij tot mij zoudt zeggen
draag het in uwen schoot, gelijk een voed
stervader (in voorname families belasilen
in het oosten do ouders een vertrouwden
knech. mei de opvoeding der kinderen, vgl.
Kon. 10 1, 6- .les. 49.23). den zuigeling
draagt, tot dat land huwelk Gij hunne:
vaderen gezworen hebt? Num. 11.12. Ook
bij Paulu9 vinden wede tweeërlei gedachte,
/elke liij op zichzelvei; toepast met beti
king tot de geloovigen aan wie hij schrijft,
als: „want al hudt gij tienduizend leer
meesters in Christus, zoo hebt gij toch niet
veie vaders, want in Christus Jezus heb Ik
u door liet evangelie g c t e e 1 d", 1 Cor. 4
15; en dan weer: „mijne kinderkeiu, dio ik
wederom ar beide te baren (het beeld
van moedersmart, barensweeën) totdat
Christus een gestalte in u krijge", Gal. t
19. vgl. ook I Thess. 2 7. 11.
Het spreekt echter wel vanzelf ik moet
dit ter afsnijding van misverstand wel
even naar voren brengen dat in de
Schrift meer het Vaderschap Gods dan Zijn
Moederschap op den voorgrond treedt, waar
bij men ook in het oog houde, dat de bijbel
geschreven is In een oostersch milieu,
waar de vader zooveel hooger stond dan de
moeder, en dat in alles (Scheppingsordi
nantie. Gen. 2 22; 1. Tim. 2 11 v.).
Er liggen dus in de Sinte Ontcommer-
vereering zeer vele perspectieven, die ten
slotte bij alle verbastering heenwijzen naar
Gods Vaderschap en Moederschap
maar insgelijks naar Christus als den
Gekruisigde en als den verhoog
den Middelaar, die ook voor ons bidt,
Rom. 834, vgl. Hebr. 7 25; 1 Joh. 2ÏL
1) Prof Dr A. W. Byvanck te Leiden, was
zoo vriendelijk in het „Oudheidkundig
jaarboek, 3e serie van het bulletin van den
Nederlandschen oudheidkundigen Bond",
p. 119, op mijne onderzoekingen de aan
dacht te vestigen. Op verzoek van Prof. Dr.
K. Bornhausen, Hoogleeraar in de Theolo
gie aan de Universiteit te Breslau, mede
namens enkele andere Sinte Ontcommer-
kenners, heb ik mij gaarne belast om nog
verdere en uitgebreidere onderzoekingen
naar hare vereering in te stellen niet alleen
in ons land, maar ook in België, Frankrijk
en zoo mogelijk in Sjianje en Portugal. Doel
van dit artikel is dan ook mede om vrien
delijk te verzoeken mij mededeeling te doen
van plaatsen en van Roomsche kerken,
waar sporen of schilderijen van de Sinte
Ontcommer-vereering te vinden zijn, welke
ik gaarne naar de waarde der meedeelin-
gen zal beloonen.
2) In de legenden over Sinte Ontcommer
wordt de vioolspeler soms voorgesteld als
een blinde, die hare voorbede inroept om
ziende te worden, wat dan vanzelf in het
verhaal ook gebeurt. Meestal echter is de
voorstelling deze: de vedelaar komt toeval
lig langs het kruis loopen, en ontroerd door
de smarten die de gekruisigde prinses lijdt,
speelt hij, haar ten troost en ter eere een
aandoenlijk lied. Als dank er voor laat zij
een der gouden muilen vallen, dien de viool
speler bij een goudsmid te koop aanbiedt
Deze herkent den schoen der prinses en laat
den vedelaar arresteeren. Toen hij nu door
den beul aan een ketting gebonden, naar
de strafplaats werd geleid, verzocht hij nog
even naar de prinses te mogen worden ge
bracht Als hij bij haar kruis komt vertelt
hij haar zijn wedervaren, waarna zij ook
den anderen muil hem schenkt; en hem,
fn plaats van een ter dood gebrachte tot
een rijk man maakt
Sneeuwblindheid
Wie wel eens een tocht over een gletscher
heeft gemaakt, weet er van mee te ^praten,
hoe pijnlijk de scherpe weerkaatsing'van de
zonnestralen op de blinkende ijs- en sneeuw
vlakten voor de oogen is. Reizigers, die
daaraan hun oogen te lang bloot stellen,
loopen groot gevaar er ernstig door te wor
den verblind. In den regel voorziet men zich
dan ook van een sneeuwbril, ten einde zich
voor deze sneeuwblindheid te beschutten.
In een oud rapport van een der leden van
het Indian Geological Survey Department
vonden wij een ander midd tegen sneeuw
blindheid vermeld, da; wij hier onder de
aandacht onzer lezers willen brengen.
„Toen ik onlangs de sneeuwvelden en de
gletschers van Zanskar moest overtrekken"
aldus deze geleerde, „wendde ik het middel
aan waarvan ik meermalen had gehoord en
gelezen. Mijn bediende en de andere inlan
ders hadden ejc veel schik vau, toen zij mij
een stuk houtskool zagen te voorschijn
halen, waarmede ik mijn gezicht zwart
maakte. Toch probeerden zij het ook, en zij
\onden er veel baat bij. Ik weet niet hoe
et middel werkt, maar het had dezelfde
uitwerking als die, welke men gewaar
wordt, als men van een uitgestrekt sneeuw
veld op een plaats komt, waar de rotsen
niet met sneeuw bedekt zijn. Het was alsof
het zwart maken het terugkaatsen van de
lichtstralen belemmerde. De inlanders druk
ten hun gewaarwording uit door te zeggen,
dat het hun gelaat verkoelde. Ik voor mij
kon mijlen achtereen over de sneeuw gaan,
zonder gebruik te maken van de vervelende
brilleglazen."
Vermoedelijk zullen diegenen onder onze
lezers, die de wintersport beoefenen toch
wel aan een sneeuwbril de voorkeur
blijven geven!