RKWAARDIG HEILIG SflHTi ©Hire© door Dr. M. H. A. VAN DER VALK Er Is geen heilige geweest, die over een groot deel der wereld zoo algemeen is ver eerd geworden, van wie men zooveel weet en van wie men toch eigenlijk niets met zekerheid weet, dan zij, die in ons land eeuwen lang bekend stond onder den naam van Sinte Ontcommer. In de noordelijke en zuidelijke Neder landen werd zij, hoewel zij nooit tot het hoogaltaar is toegelaten en nooit heilig ver klaard is geworden en dus niet in de offi- r.ieele lijst der heiligen opgenomen, bijna overal vereerd, vooral door het plaatsen van haar beeltenis, waar duizenden kwamen om haar voorbede,te vragen. Voor zoover bekend is zij vereerd gewor den niet alleen in het grootste gedeelte van ons werelddeel, maar sporen harer ver eering vinden we ook in Palestina, Japan, Peru en andere wereldstreken, zelfs onder de Eskimo's en Polynesiërs. In ons land vond men eeuwen geleden geen gewest, waar de bevolking haar zelfs niet boven Maria vereerde; en met zeker heid is bekend, dat zij te Steenbergen, waar ze begraven zou geworden zijn, te Waalrc, Alphen (N Br.), Teteringen, Zevenbergen, Wormer, Horst, Markeloo, Doetinchem, Km- men. Kralingen (waar ze bekend wast op do plaats, waar nu het kerkhof is, onder den naam van De Hulpe, Helpe, Sint Helper e.a.), Poortugaal, in het bisdom Utrecht (in het kruiskoor van de Jacobi-kerk te Utrecht had zij een kapel), enz. de meest geliefde heilige was. De meest bekende namen dezer wonder bare heilige zijn: Sinte Ontcommer, Or- kommer, Ontkommer, Oncommera, Pntconi- meria, Wilgeforthis, Kuemmerniss, Kuem- mernuss, Ünkommer, Unkummemiss, Cu- meris, Willifordis, Regenfredis, Regenflegis, Regenfledis, Sant Kymmernuss, Sahator mundi, Liberata, Liberatrix, Gottliche Hilfe, Ohnkummer, Sinte Hulfen, Sunte Hulpe, Hilfe, Helpe, Hilpe, Hulpe, Gehulpe, Virgo- fortis Dignifortis, Komira, Khomerus, Ky- miri Eutropia, Verandering, Aanvechting, Sancs Gehilf, Sinte Guilgefortis, Kumme- rana, die uwige Kummemiss, Gewaehr, enz Gewoonlijk is zij afgebeeld als een jonk vrouw in vorstelijk gewaad, hangend aan een kruis, dat doorgaans den gewonen vorm heeft, maar soms een zg. Gothiscli kruis is, ook wel rozen, of klaverblad kruis genoemd, terwijl zij een schoen nog aan d<- voeten heeft en den ander afgeworpen. Dik wijls ziet men aan haar voeten een viool speler, die geknield een lied voor haai zingt en speelt, maar vastgebonden is aan een ketting, die een beul in de hand houdt. Ook is er nog wel bij afgebeeld een fraaie beker, en drie brandende kaarsen op een voetstuk, vlak bij haar kruis. Op haar hoofd draagt zij een koninklijke kroon, soms een diadeem, die op sommige schilderijen prach tig geornamenteerd is, en waaruit ook wel een kruis steekt Het hoofdhaar hangt meestal gekruld op rug en schouders; haar gelaat heeft, vooral door den baard, iels mannelijks. Slechts zelden is zij afgebeeld of geschilderd zonder baard, of met heel weinig haar om den kin. Soms ziet men fraaie parelsnoeren en gouden kettingen in het hoofdhaar en om den hals. Volgens een in het Latijn geschreven en in het oud-Hollandsch vertaalde legende, op perkament, in een katern, uit het midden der vijftiende eeuw, komt haar geschiede nis op het volgende neer. Zij was een dochter van den koning van Portugal, (ook wel wordt zij de dochter van 'n Hollandsch, Schotsch, enz. vorst geheeten) die toendertijd nog heiden was. Deze vorst werd in een oorlog gewikkeld met den koning van Sicilië, die met een groote leger macht naar Portugal kwam en hem over won. Tal van hooggeplaatste personen wer den benoemd om de vredesvoorwaarden te ontwerpen, welke ten slotte werden aange nomen. De voornaamste bepaling in dit vredesverdrag was, dat de koning van Sici lië met de koningsdochter (Sinte Ontcom mer) in hét huwelijk zou treden. In een plechtige vergadering, waar de beide ko ninklijke families met hun hofhoudingenen rijksgrooten bijeen waren, werd nu aan de Portugeesche prinses de vraag voorge legd, of zij haar hand aan den koning van Sicilië wilde geven. Zij weigerde echter be slist. en zeide. dat zij met den gekruisig den God (Christus) gehuwd was. van wici. zij van een oud man gehoord had. Toornig geworden door dit beslist af wijzend antwoord, beval haar vader, dat zij naar de gevangenis zou geleid worden. Hij Sinte Ontcommer te Beauvais (Fr.). deed zulks in de hoop, dat zij door zware kerkerstraf, dreigementen en ten laatste folteringen, wel op haar genomen beslissing zou terugkomen. In de gevangenis gezeten, bad zij echter vurig tot God, dat zij geheel in een man mocht veranderd worden zoodat ile koning Een oud-Fransche St. Ontcommer-figuur. van Sicilië haar niet meer zou begeeren. En werkelijk kreeg zij dien nacht een langen baard. Toen haar vader het hoorde, liet hij haar voor zich brengen, en verweet haar, dat zij door duivelkunstenarijen dien baard had gekregen. Zij antwoordde evenwel, dat zij dien baard en die lichamelijke verandering op haar ootmoedig gebed van haar gekruid- ten God had ontvangen. Welnu, antwoordde de vader, dan' moet gij aan mijne goden vragen om u weder tot een jonkvrouw le maken Zij weigerde dat echter beslist, cn werd toen veroordeeld om evenals haar God gekruisigd te worden. Hangend aan het kruis werden haar nog vele folteringen aan gedaan. Op sommige schilderijen ziet men hoe haarvader en haar bruidegom haar be spotten. Toen eindelijk haar stervensure naderde, bad zij God, dat allen, die later haar beeltenis zouden aanroepen, wanneer zij in eenigen nood des lichaams of der ziel mochten zijn, door deze hara voorbede uit verlost mochten worden. De oud-Hollandsche legende eindigt dan aldus: „Soe heeft zij een antwoirt ont- fanghen van den hemel, wat sy gheheden had dats hair ghegunt, en soe heeft sy den gheest opghegeven en is ten hemel ghe- varen. In dieselve tyt ende stonde soe syn dair gheschiet grote donreslaghen enn blixemen, alsoe dattet pallaes van haren vader binae al verbrant is enn te niet ghe- gaen van den vier. Ghepassyt enn ghestor- ven is dese heylighe maghet enn martelair ster sinte Ontcommer op ten 20 dagh des maents Julii voir dat gheloif des gekruysten Goods, ons heren Jesu Christi, die dair is ghebenedyt in der ewieheyt Amen." Dit verhaal komt ook rijk gevarieerd in andere landen, in het bijzonder in Duitsch- land, voor. Er staat onder meer in een ge schrift, dat enkele eeuwen geleden zonder jaartal te Mftnohen i3 gedrukt, dat ertwaa'f harer hofdames en driehonderd anderen van het heidendom tot het Christendom zouden overgegaan zijn, nadat zij haar vader haai weigerend antwoord gegeven had, terwijl tijdens haar kruisiging niet minder dan vijf duizend toeschouwers zouden bekeerd zijn. Ook in Duitschland werd Steenbergen als de plaats, waar zij begraven is geworden, genoemd, zooals blijkt uit een rijmpje in de kerk te Weilheim, onder de voorstelling op een schilderij harer kruisiging: den is ingesteld, zes in het geheel die als Sinte Ontcommer-kenners bekend zijn blijkt, dat we allereerst moeten onder scheiden tusschen een echte en een n a- gemaakte Sinte Ontcommer. Feitelijk zijn er twee hoofdverhalen: het eerste loopt van 1000—1500, en het ander van 16-48 tot heden. De gaping tusschen 1500 en 16-18 staat in verband met den invloed dei- Kerkhervorming- Ook zijn er twee Sinte Ontcommer-wan- lingen (loop, die de ver eering dezer heilige van land tot land genomen heeft); één van het zui den naar het noorden, van Italië naar Hol land, met vertakkingen naar Groot-brittanmè, Scandinavië en Dene marken; en één van hei westen naar het oosten, van Spanje naar Polen, en verder; weder met verschillende verlakkin gen, terwijl op beiriw tochten der vereering, allerlei plaatselijke ver halen, voornamelijk ook van heilige jonkvrou wen, in den oorspronke- lijken Sinte Ontcom- merdienst zijn inge vlochten, waardoor het uiterst moeilijk valt om het ware van het val- sche te onderscheiden. Wat ons land aangao», heeft deze dienst groo- ten steun gekregen door de kruisvaarders, Friezen, Hollanders, Vlamingen, Walen enz., die van het heilige land over zee naar huis terugkeerden, en Spanje of Portugal heb "ben aangedaan. Met zekerheid weten we, dat de kruistocht- vloot, onder leiding van Graaf Willem van Holland, in 1217 te Phare binnenliep, waardoor verscheiden devote kruisvaders van de gelegenheid konden gebruik maken om een bedevaart naar St. Jacob di Com post ella te doen. terwijl ook te Lissabon- troepen aan land werden gezet om tegen de In Holand diser lelchnam rast, Zu Stainberg wird verehret fast Ook in Zwitserland was een oorkonde, waarin staat: „Sepulta est in Hollandia in ecclesia quae dicitur Steenberg" (zij is in Holland begraven in een kerk, die genaamd wordt Steenbergen). In 1706 is echter te Steenbergen een onder zoek bij de Roomsche geestelijkheid inge steld, wat er van de legende waar was. Pater Idiers, toen Jesuitencommissaris in Zeeland antwoordde echter, dat noch bij den pries ter aldaar, noch bij do Katholieken iets er van bekend was. Wel was er. en is er nog een Sunte Ontcommerpolder ook wel Sint Guilgefortis-polder geheeten, hoewel het niet meer weten van een Ontcommerdienst te Steenbergen (ook thans niet, naar mij ge bleken is) niet bevreemden kan, daar zij eens een bloeiende handelsstad was, dip in 1303 geheel is afgebrand, en later herhaalde malen door watersnood is geteisterd. Wat hebben we van deze Sinte Ontcom mer te denken? In het algemeen kan ik er alvast dit van zeggen, dat uit het zeer nauwkeurig onder takken van bestaan: landbouw, veeteelt, nijverheid, visscherij, scheepvaart, enz. 1 Het Duitsche woord: Kummerniss en varianten er van, zou daarom eigenlijk moe ten zijn: E n t k u mm e rn i.s.s, terwijl het Latijnsche woord: liberata (die bevrijd is) ook fout is, en zou dienon te luide, liberatrix (die bevrijdt). De beteekenis van: Wilgefortis en varianten staat nog niet vast, hoewel ik meen, dat het een verbaste ring is van: Virgofortis (de machtige, in vloedrijke maagd). Het is dan ook geen wonder, dat in tal van plaatsen, vooral in ons werelddeel, kel ken en kapellen zijn gebouwd, dat groote re en kleinere beelden voor haar zijn opge richt, meestal langs den weg, opdat men haar gemakkelijk overal kon vereeren, schil derijen in kerken en kapellen zijn opgehan gen, dat zg. relequiën van haar werden ten toon gesteld, dat zij beschermheilige is worden van tal van broederschappen, gilden enz., en dat natuurlijk ook aan haar mis offers zijn opgedragen. De vereering werd zelfs op sommige plaatsen zoo buitengewoon als zeker eens te Steenbergen, dat zij die van Jezus en Maria geheel en al verdrong. Zelfs vond men hare afbeelding in Tirol, op grond van DeuL 4 20, 1 Kon. 8 51 Jer 11 4, op kachels, omdat kachels zin beelden zijn van gevangenschap, slavernij en allerlei ellende, waarin de arme zielen hare „koude pijn" ondergaan, zoodat men op Allerzielen de kachels harder stookte dan men anders gewoon was. Er is dan ook een streven, bij name den kant der Roomsche geestelijkheid, haar beeltenis uit de kerken te bannen, als reeds te Dux, Rumburg, en elders gedaan is. Andere'n echter houden haar voor een bekleed Christusbeeld. Men neemt dan aan dat hare afbeeldingen genomen zijn naar het Sacratissimus vultus, het Volto S a n c t o, zooals het kruisbeeld genoemd wordt, dat al eeuwen lang te Lucca in Italië vereerd wordt, en waarvan de legende zegt% dat het lichaam door Nicodemus, het hoofd door God is gebeeldhouwd (arte divina: Goddelijke kunst). Uit een litanie van 1533 in Engeland waarin verschillende Engelsclie heilige vrouwen voorkomen, en ook Sinte Ontconi mer genoemd wordt, en dat in het latijn ge steld is, schrijf ik het begin af: „Wees ge groet, heilige maagd van Christus, Wilge fortis die met uw geheele ziel Christus bemint!" dan volgt in het kort het verhaal Afbeelding van het martyr lum van Sinte Ontcommer. Saracenen te vechten. Allerlei verhalen, le genden, sagen, sprookjes, door hen gretig aangenomen, werden aan hunne betrek kingen in het vaderland medegedeeld, zoo dat het verhaal van den koning van Portu gal en diens dochter, als beloofde bruid aan den koning van Sicilië, vanzelf mede het onderwerp der mededeelingen werd. Uit de velerlei namen, welke in verschil lende landen in den loop der eeuwen aan de heilige gegeven werden, blijkt duidelijk, dat ze doorgaans als een jonkvrouw word voorgesteld. Toch zijn er streken geweekt en zijn er nu vooral, waar ze nog vereerd wordt, als in Midden- en Zuid-Europa, waar de gekruisigde een man genoemd wordt Duidelijk komt dit uit in de namen, waar in het Duitsch het lidwoord „der" (man nelijk lidwoord) staat, als: „der heilige Kummernuss", en uit den naam: Salvator mundi (Heiland der wereld). Het woord, waarmede zij vroeger in onze taal genoemd werdOntcommer, wil zeggen, dat de gekruisigde jonkvrouw van allen kommer verlost; en zoo werden dan ook in vroeger eeuwen allerlei mirakelen aan haar toegeschreven, als het genezen, na haar aangebeden te hebben, van lammen, kreupelen, dooven, blinden, het genezen tn doen ophouden van besmettelijke ziekten, als pest, enz., het wonderbaar verlossen van gekerkerden (waarbij de verhalen herinne ren aan de bevrijding van den apostel Pe trus, Hand. 12), het opwekken van doodeu het voorkomen van watervloeden, maar ook: het verkrijgen van het moederschap, en vele andere dingen, die begeerlijk zijn. in den gewonen weg niet kunnen ver zoek, dat helaas slechts door enkel geleer-1 kregen worden, het beschermen van alle van haar verloving met den koning van Sicilië, waarna de litanie aldus eindigt „o, gelukkige Wilgefortis, wij smeeken U. bid voor ons!" Een ander gebed luidt: „o, Heere wij bidden U, wilt toch goedertieren Uw vo»k aanzien door de verdiensten der Heilig» maagd, martelaarster en dochter des konings, en gelijk Gij door hare gel haar een baard hebt geschonken, alzoo ook de begeerten onzer harten schenken m«t gaven der grootste genade bij Christus, onzen Heere. Amen." Voor zoover de vereering van Sinte Ont commer in ons werelddeel aangetroffen en wordt, schijnt ze mij een vereeniglng te zijn van oud-heidensche (meest Aziati sche, ook Romeinsche, Grieksche, Germaan sche en Noorsche godenleer) en christelijke motieven (de laatste vooral uit de middel eeuwen en vóór dien tijd), alles zeer ver- mengd met allerlei sagen, legenden en halen, volksverhalen, wier oorsprong meest al niet meer na te gaan is. 2). Het hoofdmotief is dan de gebaarde jonk vrouw, die in geheel het oosten oudtijds nauw verband stond met godsdienstige voor stellingen en opvattingen, en dat motief verbonden met de straf der kruisiging. Zoo had men in Rome de dienst van Venus calva (de kaalhoofdige Venus). Toen eens te Rome een besmettelijke huidziekte, die het hoofdhaar der vrouwen aantastte, was uitgebroken, werd de godin Venu- (vaak vereenzelvigd met de godin Aphrodite der Grieken) aangebeden. Toen het hoofd haar weer aangroeide, werd een Venusbecld vervaardigd met een kam in de hand en een baard, terwijl het bovenste lichaams gedeelte een man, het onderste een vrouw voorstelde. Op Cyprus was ook een beeld van de gebaarde Venus, naar lichaam en kleeding een vrouw, doch met scepter en een martiale houding Te Dorf in Bohemen, hingen de meisjes, die haar hoofdhaar ver loren, lokken van het nog overgebleven haar op de armen der Sinte Ontcommrr- beelden. De Grieksche schrijver Herodotus verhaalt dat tot zijn tijd toe, de priesteres der godin Arhene in Pedasus (Klein Azië), tot drie malen toe een baard gekregen had, toen er gevaar voor de stad dreigde. In een der Assyrische omen-texten (waar in de voorteekens behandeld werden), komt lofdicht aan de godin Isthar voor, de godin van Ninive, dat aldus luidt: ..Even als Assur (de koning der goden geheeten) is zij (Isthar) gebaard met een baard, is zij gekleed in een glans van licht" En in een der astrologische lexten, (welke zich bezig houden met de religieuse beteekenis der hemellichamen), staat: „De Venusster (de ster van Isthar) is met een baard voorzien" wat zeggen wilde, dat de als godin vereerde planeet in haar schitterendste pracht en majesteit een stroom van lichtstralen neder- zond om hare groote goedheid aan het menschdom te bewijzen, een voorstelling, die men ook in Egypte vond met betrek king tot de zonnegod Re, hoewel zonder baard. Eigenaardig is dan ook, dat oorspronke lijk, vooral in Mesopotamië, de godheid man-vrouwelijk wordt voorgesteld, hoewel in den eeredienst het tweevoudig karakter nooit op den voorgrond trad, maar steeds of mannelijk of vrouwelijk was. In verband hiermede wijs ik er op, dut dezelfde godheid bij het eene volk van hel mannelijk, en bij het andere juist van het vrouwelijk geslacht was. Zoo werden de mannelijke Semietische godheden met il (meervoud ilani), vrouwelijke met i 1 a t, ook wel met is astar of astart (in het Babylonisch istar) aangeduid. Astart of Astarte was in Assyrië een vrouwelijke godheid, in Zuld- Arabië Atthar geheeten, daarentegen een mannelijke godheid; en omgekeerd was Sams in laatstgenoemd land een vrouwe lijke, bij de Noord-Semieten echter een mannelijke godheid. Bij de Hebreen er Arameërs was het woord zon meest van het mannelijk, b.v. Psalm 19 5, zelden van het vrouwelijk geslacht. Gen. 15 17. Moge lijk staat met dat man-vrouwelijk karakter in verband, dat bij de heidenen de geboorte van een man-vrouwelijk kind als zeer on gunstig voorteeken werd beschouwd, terwijl bij sommige wilde volken nu nog de ge woonte is om een tweeling terstond bij do geboorte te vermoorden, terwijl dan moeder uit den stam wordt uitgebannen om een ellendigen dood te sterven. De oorspronkelijke gedachte van de man- vrouwelijke godheid is in den bijbel te vin den, en het bevreemd mij zeer, dat, voor zoover mij bekend, nooit een geleerde, die het vraagstuk der man-vrouwelijkheid der Semietische godenwereld tot voorwerp van zijn studie gemaakt heeft, naai de H S. heeft gewezen ,als oorsprong der gedachte, welke door de heidensche religies Is be waard, uitgewerkt, maar ook verbasterd. Maar nog meer verbaast het me, dat-onze Schriftuitleggers zelden of nooit eigenlijk op dat tweevoudig karakter, dat God zoowel Moeder als Vader is, hebben gew ezen Gods Woord spreekt immers zeer duidelijk die man-vrouwelijke, of liever, die vader- moederlijke gedachte uit over God in Zijn geheel eenige betrekking tot Israël en do geloovigen. God is Vader, maar ook Moeder. Ik verwijs naar wat Mozcs in zijn zwanenzang tot zijn volksgenooten zegt „Den rotssteen, Die u gegenereerd heeft (vgl. vers 6 „Is Hij niet uw Vader, Die u verkregen, Die u gemaakt en u be vestigd heeft?), hebt gij vergeten, en gij hebt in vergetelheid gesteld den God, die u gebaard heeft". Deut. 32 18, waar in één vers samengekoppeld wordt Gods Va derschap en Moederschap; en t-- vens verwijs ik naar Jacobus 1 18. waar we lezen: „Naar Zijnen wil heeft Hij ons ge baard door het woord der waarheid, op dat wij zouden zijn als eerstelingen Zijr.er schepselen"; en naar Jes. 49 15, waar slaat: „Kan ook een vrouw haren zuigeMng verge- ten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars schoots? Ofschoon deze vergaten, zoo zal Ik toch u niet vergeten." Opmerkelijk is hierbij, dat ook Mozes de gedachte oic-rneemt, als hij tot den Heere zegt: „Heb ik dan al dit volk (in den moe derschoot) ontvangen, heb ik het ge b aard, dat Gij tot mij zoudt zeggen draag het in uwen schoot, gelijk een voed stervader (in voorname families belasilen in het oosten do ouders een vertrouwden knech. mei de opvoeding der kinderen, vgl. Kon. 10 1, 6- .les. 49.23). den zuigeling draagt, tot dat land huwelk Gij hunne: vaderen gezworen hebt? Num. 11.12. Ook bij Paulu9 vinden wede tweeërlei gedachte, /elke liij op zichzelvei; toepast met beti king tot de geloovigen aan wie hij schrijft, als: „want al hudt gij tienduizend leer meesters in Christus, zoo hebt gij toch niet veie vaders, want in Christus Jezus heb Ik u door liet evangelie g c t e e 1 d", 1 Cor. 4 15; en dan weer: „mijne kinderkeiu, dio ik wederom ar beide te baren (het beeld van moedersmart, barensweeën) totdat Christus een gestalte in u krijge", Gal. t 19. vgl. ook I Thess. 2 7. 11. Het spreekt echter wel vanzelf ik moet dit ter afsnijding van misverstand wel even naar voren brengen dat in de Schrift meer het Vaderschap Gods dan Zijn Moederschap op den voorgrond treedt, waar bij men ook in het oog houde, dat de bijbel geschreven is In een oostersch milieu, waar de vader zooveel hooger stond dan de moeder, en dat in alles (Scheppingsordi nantie. Gen. 2 22; 1. Tim. 2 11 v.). Er liggen dus in de Sinte Ontcommer- vereering zeer vele perspectieven, die ten slotte bij alle verbastering heenwijzen naar Gods Vaderschap en Moederschap maar insgelijks naar Christus als den Gekruisigde en als den verhoog den Middelaar, die ook voor ons bidt, Rom. 834, vgl. Hebr. 7 25; 1 Joh. 2ÏL 1) Prof Dr A. W. Byvanck te Leiden, was zoo vriendelijk in het „Oudheidkundig jaarboek, 3e serie van het bulletin van den Nederlandschen oudheidkundigen Bond", p. 119, op mijne onderzoekingen de aan dacht te vestigen. Op verzoek van Prof. Dr. K. Bornhausen, Hoogleeraar in de Theolo gie aan de Universiteit te Breslau, mede namens enkele andere Sinte Ontcommer- kenners, heb ik mij gaarne belast om nog verdere en uitgebreidere onderzoekingen naar hare vereering in te stellen niet alleen in ons land, maar ook in België, Frankrijk en zoo mogelijk in Sjianje en Portugal. Doel van dit artikel is dan ook mede om vrien delijk te verzoeken mij mededeeling te doen van plaatsen en van Roomsche kerken, waar sporen of schilderijen van de Sinte Ontcommer-vereering te vinden zijn, welke ik gaarne naar de waarde der meedeelin- gen zal beloonen. 2) In de legenden over Sinte Ontcommer wordt de vioolspeler soms voorgesteld als een blinde, die hare voorbede inroept om ziende te worden, wat dan vanzelf in het verhaal ook gebeurt. Meestal echter is de voorstelling deze: de vedelaar komt toeval lig langs het kruis loopen, en ontroerd door de smarten die de gekruisigde prinses lijdt, speelt hij, haar ten troost en ter eere een aandoenlijk lied. Als dank er voor laat zij een der gouden muilen vallen, dien de viool speler bij een goudsmid te koop aanbiedt Deze herkent den schoen der prinses en laat den vedelaar arresteeren. Toen hij nu door den beul aan een ketting gebonden, naar de strafplaats werd geleid, verzocht hij nog even naar de prinses te mogen worden ge bracht Als hij bij haar kruis komt vertelt hij haar zijn wedervaren, waarna zij ook den anderen muil hem schenkt; en hem, fn plaats van een ter dood gebrachte tot een rijk man maakt Sneeuwblindheid Wie wel eens een tocht over een gletscher heeft gemaakt, weet er van mee te ^praten, hoe pijnlijk de scherpe weerkaatsing'van de zonnestralen op de blinkende ijs- en sneeuw vlakten voor de oogen is. Reizigers, die daaraan hun oogen te lang bloot stellen, loopen groot gevaar er ernstig door te wor den verblind. In den regel voorziet men zich dan ook van een sneeuwbril, ten einde zich voor deze sneeuwblindheid te beschutten. In een oud rapport van een der leden van het Indian Geological Survey Department vonden wij een ander midd tegen sneeuw blindheid vermeld, da; wij hier onder de aandacht onzer lezers willen brengen. „Toen ik onlangs de sneeuwvelden en de gletschers van Zanskar moest overtrekken" aldus deze geleerde, „wendde ik het middel aan waarvan ik meermalen had gehoord en gelezen. Mijn bediende en de andere inlan ders hadden ejc veel schik vau, toen zij mij een stuk houtskool zagen te voorschijn halen, waarmede ik mijn gezicht zwart maakte. Toch probeerden zij het ook, en zij \onden er veel baat bij. Ik weet niet hoe et middel werkt, maar het had dezelfde uitwerking als die, welke men gewaar wordt, als men van een uitgestrekt sneeuw veld op een plaats komt, waar de rotsen niet met sneeuw bedekt zijn. Het was alsof het zwart maken het terugkaatsen van de lichtstralen belemmerde. De inlanders druk ten hun gewaarwording uit door te zeggen, dat het hun gelaat verkoelde. Ik voor mij kon mijlen achtereen over de sneeuw gaan, zonder gebruik te maken van de vervelende brilleglazen." Vermoedelijk zullen diegenen onder onze lezers, die de wintersport beoefenen toch wel aan een sneeuwbril de voorkeur blijven geven!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10