BLUE BAND
2DINSDAG 24 JANUARI 1933
Kerknieuws.
NED. HERV. KERK.
jen: Te Doornspijk, H. H. van
groeide te Ouddorp (Z.H.).
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Gouda, A. de Blois te
^irbsland.
PREDIKANTSPLAATSEN,
de Ned. Hervormde Kerk bedroeg het
ital predikantsvacaturen op 1 Januari j.l.
134 (vorig jaar 341).
In 1932 zijn 14 predikanten overleden, 21
meritus gt-worden, 10 tot een anderen verk
ering overgegaan, 15 traden wederom in
lienst, 2 nieuwe predikantsplaatsen werd
jesticht, 61 candidaten werden toegelaten, 2
^ledikanten deden colloquium doctum.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
D s. T. A. B a k k e r, overgekomen van
Jmuiden, deed Zondag j.l. in de morgengods-
lienstoefening zijn intrede by de Chr. Geref.
Jemeente te Assen. Hij bepaalde zijn talrijk
;ehoor by 2 Cor. 5 lSb. Tot thema had ïy
pkozen: „de bediening des Woords, een be
lening der verzoening". Achtereenvolgens
verd stilgestaan bij1. het feit der verzoening:
de bediening der verzoening; en 3. den
ledienaar der verzoening. Na de predi-
fcie richtte Ds Bakker zich tot de Gemeente
beval zich in haar voorbede aan; vervolgens
ot den Kerkeraad, met wien hij in eensgezind-
ïeid het goede voor de Gemeente wenschte te
oeken. Namens Kerkeraad en Gemeente sprak
lerling W. van Deventer den nieuwen
eeraar hartelijk toe. Oud-ouderling J. van
loo] )alen, die Ds. Bakker reeds sedert zijn jeugd
?nt, sprak tenslotte een persoonlijk woord.
Ds. J van den Berg, predikant der
eifeeref. Kerk te C-apelle a. d. IJssel, wien
v rvol emeritaat is verleend, is voornemens
jndag 2 April a.s. van zijn Gemeente afscheid
Mifc nemen.
Ds. H. J. Drost nam, door zijn ver
de Ned. Herv. Gemeente te Holten,
mdag j.l. afscheid van zyn Gemeente van
iolderveen (by Meppel). Tot af scheidstekst
gekozen: Hand. 20 32. Verschillende
ikanten uit den Ring Meppel en Vollen-
love waren aanwezig. In dit afscheid kon met
^fankbaarheid teruggezien worden op een
lid, die God gezegend had. Ds. A. C. van
fchelen, van Meppel, sprak als consulent een
ort afscheidswoord namens de Gemeente.
.Sc2><
5? 5
D s. J. H. F. Engel, overgekomen van
Nes en Wierum, werd Zondagmorgen beves
tigd fils predikant der Ned. Herv. Gemeente
te Alblasserdam door zijn voorganger aldaar,
Dr. G. P. van Itterzon, van Den Haag, die tot
tekst koos Hebr. 13 13 laatste gedeelte:
„Zijne smaadheid dragende". Spr. ontvouwde
een drietal hoofdgedachten, n.l. 1. het klagen,
lettende op de smaadheid; 2. het dragen,
lettende op het dragen der smaadheid; en 3.
het schragen, den nadruk leggende op: Zyne
smaadheid dragen. Des avonds verbond de
nieuwp leeraar zich aan zijn Gemeente met
Psalm 71 16, daarin beantwoordende de
vragen: 1. welke kracht heeft de dienaar des
Woords noodig? en 2. welken inhoud moet de
prediking hebben. Hierna richtte spr. zich tot
bevestiger, Kerkeraad, Kerkvoogden en nota
belen. het Gemeentebestuur en de Gemeente.
In zijn toespraken werd gedacht, dat by deze
intrede voor de eerste maal de emeritus
predikant Ds. F. J. Heineman wegens zyn
hoogen leeftijd niet aanwezig kon zijn. Spr.
maande aan dezen ouden, getrouwen dienst
knecht te eeren en hem te blijven gedenken
in het gebed. Ouderling Verschoor richtte een
woord van welkom tot den leeraar en ver
zocht de Gemeente te zingen de zegenbede
van Psalm 134 3. Het kerkgebouw was tot
in alle hoeken gevuld.
Cand. (M. J- L e k k e rk e r k e r, van
Delft, werd Zondag j.l. als predikant der Ned.
Herv. Gemeente te Kockengen bevestigd door
zyn vader, Ds. T. Lekkerkerker, predikant te
Delft, die daarby sprak over Jes. 62 6 en 7
het ambt en het werk van den dienaar des
Woords. Aan de handoplegging nam naast
den bevestiger deel de consulent Ds. W.
Vroeg in de wejj, van Zegyeld. Des namiddags
hield de jonge leeraar zyn intreerede over
Joh. 1 29, sprekende over „de rijkdom des
Evangelies", uitkomende in: 1. een Christus
als Lam Gods: 2. een wereld als voorwerp
van Gods welbenagen en verkiezing; 8. een
wegnemen der zonde als Christus' groote
werk; en 4. een zien van het Lani als middel
om Christus deelachtig te worden Aanwezig
waren benevens den bevestiger en den consul.,
Ds. C. J. H. Verweys, van Breukelen; Ds. P.
A. A. Klüsener, van Vinkeveen; Ds. P. Bon-
gers, van Kamerik; en de Burgemeester en
Wethouders der gemeente.
Ds. N. Streefkerk, gekomen van
Wormer, deed Zondagmiddag j.L, na des
morgens bevestigd te zyn door zyn zwager
Ds. J. van der Kooy, van Midwolda, met
Jesaja 51 16, zyn intrede als predikant der
Geref. Kerk van Wolvega met een predikatie
over Jes. 62 1. Thema der prediking was:
„Christus' ijver over zijn gemeente": 1.
O doordringen: .Weet wat O eer.
ëvenaard karnprocea. De Blue Band-fabrieken staan steeds *ooe
iedereen ter bezichtiging open. Gil kunt daar met eigen oogen
aanschouwen hoe Blue Band wordt bereid en met welke bulten*
gewone zindelijkheid ahes wordt behandeld. Zegt U dit niets?
(«chermfngvan het Blue Band-meisje! Een verstand fgehuisvrouwheêll
S3U Cbr PW altijd Blue Band In huiat Zij weet immers - bij ondervinding - dat
ïh i. zii n,et* beters ken koopen. In die huishoudingen is Blue Band
P# pondspMja - «nppder» rechterhae<M Koop uitsluitend Blue Band *r niets andersf
■JOiPL.aCUBBD JKI 29 AUUfMTCTt gOOtfBOTCR OBOES SUKSCOKTIOtt
gegrond in Gods heilsplan; 2. stuwkracht van
den dienst des Woords; 3. gericht op öions
volmaking. Na de preek richtte Ds. Streefkerk
enkele woorden tot de Gemeente, den Kerke
raad, de catechisanten, den bevestiger; waarna
hij toegesproken werd door oud. E. Dijk
namens Gemeente en Kerkeraad, die liet toe
zingen Ps. 134 3 en door Ds. D. Middelkoop,
van Mildam, namens de Classis Heerenveen.
D s. W. W e s 6 e 1 d ij k, overgekomen
van Den Ham, werd Zondag j.l. in de Broeder-
kerk te Kampen by de Ned. Herv. Gemeente
aldaar bevestigd door Ds. M. Ottevanger, van
Kampen, met de tekst Jesaja 3 10 en 11. Des
avonds deed Ds. Wesseldyk zijn intrede in de
Broederkerk met de tekst 2 Petr. 1 19.
's Voormiddags werd hem toegezongen na de
bevestiging Ps. 119 9 (gewyzigd). 's Avonds
zong de Gemeente hem toe Ps. 134 3. Was
des voormiddags de kerk vol, 's avonds was
de kerk zÖó vol, dat velen terug moesten gaan,
omdat er geen plaats meer was. Velen uit
naburige plaatsen waren ook aanwezig.
EMERITAAT
Ds A. D. C. Kok, pnedii'kant dier Geref.
Kerk te Idflkenhuizen, heeft bij de Classis
Heerenveen emeritaat aangevraagd. Ds Kok
is thans 62 jaar oud, werd in 1893 predikant
te Nieuw-Helvoet en diiende voorts de Ker
ken te Sdhareuid'ijke, Warffum (19161920)
en Idakenihuizen.
Ds B. R oor da, predikant der Geref.
Kerk te Tijnje (Fr.), heeft eervol emeritaat
aangevraagd. Ds Roartia, die 6 April a.6. 70
jaar wordt, airbeiididie achtereenvolgens te
Strijen (1895), Buirum (1896), Wanewerd c.a,
(1900), Idökenlhuizen (1905), Coevorden (1910)
L^enen-Vreeland (1914), Drieeum (1916),
Oo©terend en Hijdaard (1924) en nu ©in
Mei 1928 te Tijmje.
HERDENKING
Te Rijswijk besloot de Kerkeraad der
Geref. Kerk om in een bijzondere samenkomst
met de gemeente op Donderdag 2 Februari
te gedenken, dat het 40 jaar geleden is, dat
de Geref. Kerk tot openbaring kwam.
PREDIKANTSTRACTEMENTEN.
Te Capelle a, d. IJssl besloot de Ker
keraad der Geref. Kerk by de Classis Rotter
dam een voorstel aanhangig te maken, om de
bestaande bepaling, inzake het minimum-trac-
tement op te heffen.
KERK EN HISTORIE.
De Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk
(president Dr. G. J. Weyland, secretaris Ds.
den Breems) publiceert in het „Weekblad van
de Ned. Herv. Kerk" een oproep aan de Ker
keraden, om „den gedenkdag van de geboorte
van Prins Willem I, 24 April 1933, kerkelyk te
vieren. De aankweeking van liefde voor Ko
ning en Vaderland behoort volgens art. 11 van
het Algemeen Reglement mede tot het hoofd
doel van allen, die in onderscheiden betrekking
met het Kerkelyk Bestuur belast zyn. De na
gedachtenis te eeren van den „vader des vader
lands" is echter vooral voor onze Vaderland-
sche Kerk een plicht der dankbaarheid. Mogen
daarom de Gemeenten onzer Kerk aan dezen
oproep gehoor geven en in bijzondere samen
komsten God danken voor de rijke zegeningen,
die Hy in den Prins van Oranje aan ons volk
heeft geschonken".
EVANGELISATIE.
Wij len Prof. L. Lin d e boo m. Inde
„Amsterdamsche Kerkbode" schrijft Dr. B.
Wielerusa over den persoon van wijlen Prof.
Lindeboom in zijn beteekenis voor de Evan
gelisatie. Daarin lezen we o.m.:
PRESIDENTEN DER VEREEN. STATEN
Onder de presidenten der Vereenigde Staten
zijn eertijds zonderlinge typen geweest, zoo
als bijvoorbeeld President Andrew Jackson,
die tweemaal achtereen, van 18291837, dit
hooge ambt bekleed heeft.
De ouders van Jaokson waren Iersche
emigranten, die zich in den staat Carolina
metterwoon vestigden. Hier stierf de vader
kort voor de geboorte van den jongen, in
1767. Andrew groeide, mede tengevolge
daarvan, onder zeer armoedige omstandig
heden op, en bleef zijn leven lang een „on
behouwen mensch". In de Jarenlange ge
vechten met de roodhuiden bracht de jonge
Jackson het niet alleen tot generaal, maar
tevens verwierf hij zich bij zijn vrienden
den bijnaam van den „Ouden Eikenboom",
waarmede hij zidh, ook tijdens zijn presi
dentschap, het liefst liet aanspreken!
Deze ruwe vechtjas had van maatschappe
lijke omgangsvormen niet de minste notie.
Gewoonlijk at hij met behulp van zijn
howie-mes, ook zijn soep, die hij eerst met
behulp van hompen brood tot een soort van
pap maakte. Op den dag van zijn plechtige
installatie tot president der Vereenigde Sta
ten tracteerde hij ieder, die vrijmoedig-ge
noeg was, om in de feestzalen van het Wit
te Huis door te dringen. Het duurde dan
ook niet lang, of de feestmaaltijd ontaard
de in een waar drinkgelag, waarbij de meu
bels en tapijten er slecht afkwamen. Ook
werden er bij deze gelegenheid niet min
der dan vijftien waardevolle schilderstuk
ken uit het Witte Huis ontvreemd!
Vreemde diplomaten werden door den pre
sident gewoonlijk ontvangen met de pijp in
den mond,, in de keuken, waar hij zich be
zig hield met aardappels te bakken!
Kort voor zijn aftreden gaf deze president
een maaltijd, waarbij ieder der genoodigden
zijn eigen mes moest'mede brengen, om
daarmeee zijn deel te snijden van de reu-
zenkaas, welke het „pièce de résistance"
van het feest vormde. Want behalve brood
werd bij dit „banket" alleen jenever ter
tafel gebracht!
Toch was de regeringstijd van president
Jackson een der merkwaardigste in de ont
wikkelingsgeschiedenis der Staten. In zijn
dagen nam het spoorwegwezen zijn eersten
grooten bloei; stoomscheepvaart, landbouw,
en stedenbouw kwamen tot ontwikkeling;
de moderne dagbladen werden In het leven
geroepen, en ook Chicago verrees, als eer
ste Amerikaansche .grootstad".
Voor dit tijdperk was Jaskson de rechte man
op de rechte plaats, want zijn ruwheid werd
goed gemaakt door veel gezond verstand,
en moeilijke kwesties wist hij tot een op
lossing te brengen. Hij overleed in het jaar
1845.
Een gelijksoortig type was ook president
Johnson, die de opvolger werd vam den ver
moorden Abraham Lincoln. Hij regeerde
van 18651869. Ook Johnson stamde uit Ca
rolina, eveneens uit een arm milieu. Op
tienjarigen leeftijd kwam hij bij een kleer
maker in de leer, van wiens dochter hij le
zen en schrijven leerde. Al vroeg ging hij
,4n de politiek", vermoedelijk omdat hij
een handig spreker was, en zoo wist hij
zich omhoog te werken tot het ambt van
vice-president der Staten.
Voor zijn vijanden was Johnson even on
genaakbaar als omkoopbaar voor zijn vrien
den. Daarbij hield hij van twijfelachtige ge
zelschappen en van een fermen dronk.
Kenschetsend voor president Johnson was
vooral het feit, dat na zijn ambtstijd,
zijn opvolger was de bekende president
Grant het Witte Huis van ongedierte ge
reinigd moest worden. De toenmalige En-
gelsche gezant in Washington stond op zóó
slechten voet met president Johnson, dat hij
bij zijn regeering in Londen om zijn terug
roeping verzocht, aanvankelijk echter zon
der succes. Op zekeren dag echter zond deze
gezant een nieuw verzoek naar Londen. In
een aparte enveloppe voegde hij daarbij een
stukje carton, waarop drie diertjes vast
gekleefd waren. Daaronder stonden de
woorden: „Dit ongedierte is den Gezant van
Uwe Majesteit bij President Johnson op de
jas gekropen".
Koningin Victoria van Engeland moet over
dit ongewoon argument van haar gezant
hartelijk hebben gelachen. Kort daarop werd
hij van zijn post teruggeroepen.
In 1867 werd president Johnson een pro
ces aangedaan wegens zijn gedrag. Het
kwam echter niet tot de meerderheid, die
noodig was om hem uit zijn ambt to ont
zetten. Een enkele stem ln den Senaat ont
brak, en zoo bleef Johnson tot 1869 in func
tie. In 1875 overleed hij aan hartverlam
ming.
HET WOORD VAN EEN „GENTLEMAN"
De bekende Engelsche zendeling en ontdek
kingsreiziger David Livingstone (1813
1873), die zulke groote en gevaarvolle
tochten door het donkere werelddeel onder
nam, teneinde dit voor de prediking van het
Evangelie en voor de Westersche bescha
ving te ontsluiten, heeft in zijn leven me
nig moment medegemaakt, waarin het
spande.
Op den avondi van 14 Januari 1856 schreef
hij in zijn dagboek: „Ik heb mij van bin
nen zeer ontrust gevoeld bij de gedachte,
dat al mijn grootsche plannen en verwach
tingen voor de welvaart van heel dit uit
gestrekte werelddeel morgen verijdeld kun
nen worden door de massa's ruwe inboor
lingen om mij. Maar toen las ik Mattheus
28, waar de Heere Jezus zegt: „Mij is gege
ven alle macht in hemel en op aarde, en
ziet, Ik ben met u al de dagen, tot aan de
voleinding der wereld". Dit is het woord
van een Gentleman. Zijn heilige eer
is daarmede gemoeid, en daarom valt er
verder niets te zeggen. Ik zal niet vannacht
stilletjes wegsluipen, zooals mijn plan was.
Zal een man als ik wegvluchten? Neen, ik
zal doorgaan met mijn onderzoekingsaibeid,
al zou het mijn laatste werk wezen. Gode
zij dank, nu is er kalmte in mijn ziel".
Professor Lindeboom behoorde niet tol het
type arbeiders, die verre wegen gaan om
zielen te winnen en verwaarloozen wat
dichtbij is. Ieder die in zijn huis woonde of
tijdelijk vertoefde, vrouw, kinderen, logé's,
dienstbode, bezoekers, allen werden aange
sproken, vooral Zondags ia verband met de
preek, maar ook naar aanleiding van ern
stige nationale of persoonlijke gebeurtenis
sen. Dit toespreken was evangeliseeren. De
Persoon van den Heere Jezus stond op den
voorgrond
De spoorwegcoupé, het dek van de stoom
boot, de tochtige sjees en de open boeren
wagen, werden terreinen van arbeid. Soms
op den man af. maar ook indirect. Prof.
Lindeboom kon niet lang zwijgen over de
dingen van het Koninkrijk Gods en zeker
kon hij niet lang praten over dingen, die
geen verband houden met het Koninkrijk
Gods.
Zelfs de plaats, die het meest ongeschikt
schijnt te zijn om te evangeliseeren de
restauratiezaal van een hotel! was voor
Lindeboom geen belemmering. Tijdens de
mobilisatie kwam de Professor ia Amers
foort de eetzaal van een hotel binnen, die
ten deele gevufd was met officieren.
..Heeren", zei Lindeboom, „u vindt het
wel goed, dat ik hier doe wat ik thuis ge
woon beci te doen". Toen volgde een gebed,
hardop.
Na afloop van den maaltijd luidde de
vraag: „Zieker willen de heeren wel een
goed woord hooren".
Daarop werd het onafscheidelijk bijbeltje
voor den dag gehaald en een pericoop ge-
lezep.
Niemand durfde spotten of storen.
De persoonlijkheid van Lindeboom, de
rustige, verzekerde manier van optreden,
imponeerden ea legden beslag op de aan
wezigen.
INWENDIGE ZENDING
Voorzitter van den Internationalen Bond
voor Inwendige Zending is de Nederlander
oud-Minister Prof. Dr. J. R. Slotemaker de
Bruïne. De laatste vergadering van dezen
Bond oordeelde het nuttig, dat ook het secre
tariaat in Nederland zou gevestigd worden.
Dit zal thans gebeuren. Per 1 April a.s. neemt
Dr. O. Norel te Amsterdam (Oranje Nassau-
laan 54), thans een der vice-voorzitters, het
secretariaat van Dr. Füllkrug te jBerlijn, over.
Het bestuur van den Internationalen Bond
hoopt begin Maart in Nederland op 't Kasteel
Hemmen te vergaderen.
Schoolnieuws.
Prof. Dr. W. STORM VAN LEEUWEN
Naar wij vernemen, is Prof. Dr W Storm
van Leeuwen, hoogleeraar in de allergische
ziekten aan de Leidsche Universiteit, sedert
eenige dagen vrij ernstig ongesteld.
LEIDSCHE STUDENTEN NAAR OXFORD.
Bij het secretariaat van het Nederlandsch
Comité van de Int. Students-Service is een
brief ingekomen van een Engelschen student,
die aan Leidsche studenten een oponthoud
aanbiedt in Oxford gedurende een week. De
bedoeling ia een uitwisseling van studenten,
met dien verstande, dat zy, die nu gasten zul
len zyn, na hun terugkomst hun Engelsche
gastheeren in Leiden zullen ontvangen. De
Nederlanders worden 13 Februari in Oxford
verwacht en zullen daar gedurende ongeveer
een week verblijven. De reis Nederland-
Oxford v.v. zal door de deelnemers zelf
betaald moeten worden, doch in Oxford zyn
zy de gasten van de Engelschen.
N. C. 8. V.
De heer Joan H. Nachenius zal aan het einde
van het loopende boekjaar zijn ontslag nemen
als penningmeester der N.C.S.V. Als nieuwe
penningmeester werd met den aanvang van het
nieuwe boekjaar in April benoemd Mr. Dr. H.
H. Sillevis Smitt, generaal-agent van de Hol-
landsche Sociëteit voor Levensverzekering te
Amsterdam.
CHR. AMBACHTSSCHOOL TE
ROTTERDAM
Naar wij vernemen, zal het nieuwe ge
bouw der Chr. Ambachtsschool te Rotterdam
Maandag 27 Februari as. des middags te
half 8, officieel door den Minister van On
derwijs, Mr. J. Terpstra, geopend worden.
NATUURKUNDE OP DE H. B. 8.
Les in een 2e klasse H.B.S.:
Leeraar: „Wanneer ontstaat er een lucht
ledige ruimte?"
Winkelierszoon: „Als Ik met royn rijwiel
in een spijker rydt"
LEERAARSBENOEMINGEN
Rotterdam (Cbr. AmbachteeohooQ), ad©
lieereuar Timmeren en Vaikteekenen J. C.
van dén Doel te Sommededajk en ale leeraar
Smeden en Plaatwerken F. Wildschut te
Rij ©oord.
HOOFDBENOEMINGEN
Willemstad, C. P. Koekkoek, and. te
Den Haag.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN
Delft (Kon. Wilheilminaftchoal, Huyter-
tereüraat 7, hoofd W. H. vam der Sluis), J.
W. Gerritsen te Hoorn. Als kw. met aikte.
Makkum (hoofd P. Pruiksma), J. W.
vam Kuiken te Wie rum (Fr.). Mede op drie
tal ©tonden J. H. Bos te Sonidel en W. Groe
ier te Drachten
Radio Nieuws.
WOENSDAG 25 JAM'.«JU.
luizen (296.1 M.) S.008.15 Meditatie. 3.15
9.30 Morgenconcert. 10.0010.30 Zang
N.R.C.V. Dameskoor. 10.3011.00 Morgei
2.00^—2.15 landbouw uurtje. G. J. A- Zwanen
burg: De boomgaard op de boerderij. 3.00
3.30 Lezen Chr. Lectuur. 3.305.00 Concert
Haagi-'che Trio. 5.006.00 Kinderuurtje-
e.006.15 dhr. Gerlsch: Dultechland In 1933.
6.156.30 dhr. J. Schipper. Secr. C-N.V. 6.80
—7.00 Cursus Engelsch. S.0010.45 Concert
Harmonie-orkest. 8 008 20 Liederen-potpour
ri. 8 208-40 Da. Feenstra: De Zondags
school als wereldverschlinsel 8-408-50
Fragmenten uit .Lobgeeang". 8.509.10 J.
den Boc-ft: De Geref. Zondagsschool ais voor
naamste Evangelisatie-middel. 9.10—10.15
Concert. 9.5010.00 Vaz Dlae. 10.45—
11.30 GramofoonplatenconcerL
111 ver s urn: (1875 M.) VJLR.A. 8.01 Grimo-
foon. 10.15 Uitzending Arbeiders Continu
bedrijven. 12.01 De Notenkrakers. 12.30
Gramofoon. 12.40 Orgelspel. 1.00 Gramo-
foon. 1.10 De Notenkrakers. 2.00 Vron-
viren uurtje. 8.00 Voor d eklnderen. 5.30
Orgelspel. 6.00 Joodse li uurtje. 7.00 S.D
A P.-kwartlertJe. 7.20 Muziek v. dezen t(Jd.
8.00 De Vakbeweging. X. 8-20 Orkest.
9.00 Tooneel. 11.00 Vaz Dia*. 11.10 Gra-
mofoonmuziek.
V.P.E.O. 10.00 Morgenwijding.
(Vlaatnsch) (337.8 _M.) 12.30 Con-
pertolre. 10.20 Concert
(Franach) (509.3 M.) 12.20 Gramofoon. L20
Concert 5.20 Concert 6.36 Gramofoon.
6.50 Concert 8.20 Gramofoon.
>a ven try (Nat) (1554.4 M.) 12.20 Orgel-
1.50 Gramofoon. 3-50 Orkest van Bourne
mouth. 5.05 Orgelspel. 6.50 De grondsla
gen der muziek. 8.85 Concert
Kalundborg (1153.8 M.) 11.2012.35 Con-
it 2.50 Concert 4.20 Gramofoon.
0 Hongaarsche Volksmuziek. 8.50 Mo
no Pianomuziek. 9.40 Kamermuziek.
bericht en Gramofoon. 1.20 Gramofoon.
5.15 Strijkkwartet 7.20 Nieuwe composities
8.50 Karl Erb zingt.
8.35 Concert 9-35 VaudevUle.
8.50 Concert
dlo-Parls) (1734.1
1.35 Concert 12.50 Orgelconcert
1.25 Vervolg concert. 7.40 Concert 9.06
Gramofoon. 9.20 Concert
Warschau. (1411.8 M.) 4.20 Gramofoon-
5.30 Populair concert 7.20 Populair con
cert 9.35 Graipofoon.
Volledige programma's in
de Omroepgids Duidelijke
foto's; besl verzorgd Radio
blad: 4 gld. per half jaar of
18 ct per week. Ned. Chr.
Radio Vereeniglng, Voog-
lcnzang, Ede Draagt bij in
de omroepkosteiL
Hulzen, N^H. (Refcctoothschooil, hoofd
C. vam Ommeren), mej. A. Gijzel te Amster
dam. Voor tijdelijk.
Garijp (Ghir Nat School, hoofd B. VÖs-
eer), A. vam der Meuten, thans kweekelamg
aan deze School. Ing. 21 Febr.
WACHTGELDERS.
Het bericht in ons nummer van gisteren
over de wachtgelders behoeft eenige rectifica
tie. Wanneer aan een Bijzondere School een
onderwijzer op wachtgeld gesteld is en daarna
aan diezelfde School wederom een onderwijzer
benoemd moet worden, waarvoor men rechtens
subsidie aanvragen kan, is het bestuur dier
School niet verplicht denzelfden op wachtgeld
gestelden onderwijzer te benoemen, maar wel
een „wachtgelder" (al dan niet den bedoelden
op wachtgeld gestelden onderwijzer), welke
verplichting geldt zoolang de op wachtgeld
gestelde nog niet den 60-jarigen leeftijd heelt
bereikt en nog wachtgeld geniet.
Dr. G. NIJHOFF
Naar we vernemen, is Dr. G. Nyhoff, hoofd
inspecteur van het L. O. te Groningen, te
Alkmaar ernstig ongesteld geworden.
Zyn ambt wordt waargenomen door den
heer Th. Boekhalt, inspecteur der Inspectie
Groningen.
SCHOOUÜBILEUM
Te Vreeswijk hoopt 8 en 9 Maart a-s.
de Vereeniging „Séalthiël", een school met
den Bijbel, haar 50-jarig bestaan te her
denken.
EXAMENS
ACADEMISCHE EXAMENS
W. M. Mende!
GEM._ UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM.
de heeren J. K,
H_ L. GreeneveltL
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT. GeaLt
Rechtswetenschap: cand.ex^ do hoeren J. A»
i A. L. Thlorens.
DE GOD VAN HET GOUD
EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA
Door A. E. SOUTHON
Naar het Engelsch bewerkt door
L J. P. B.-V.
(18
Nu was er onrust ia zijn ziel. De priesters
wantrouwde hij, en bewondering voor de
onbaatzuchtigheid van Noordaa's werk, had
het hare er toe bijgedragen om hem ontvan
kelijk te maken voor wat de zendeling had
gezegd- Zonder zich in het minst er van be
wust te zijn, had Moshala al een heel eind
afgelegd op den weg, die afvoerde van zijn
vaderlijk geloof. Noordaa had niet met zoo
vele woorden het bestaan van zijn goden
ontkead; hij had slechts tegenover hen ge
plaatst de majesteit van zijn eigen God en
Moshala was fijn besnaard genoeg om te
moeten erkennen, dat die God eerbied af
dwong. Omdat zijn liefde voor Denubi en
zijn zoontje iets werkelijks was in zijn leven
en ook omdat de vrees geen leidende factor
in zijn lerven was, kon de jonge prins ern
stig nadenken, waar er bij Kwangu slechts
plaats geweest zou zijn voor spot.
Zin voor zin repeteerde Moshala, wat de
zendeling gezegd had; Inboorlingen hébben
nu eenmaal die wonderlijke gave om ge
sprekken woordelijk te kunnen onthouden.
Middelerwijl begon de zon lange schadu
wen te werpen over het vennetje; hij be-
flacht zich dat weldra de duisternis zich zou
uitspreiden over het woud. Moshala's ziel
had bereids een heel eind afgelegd op den
nieuwen levensweg; hij was tot het besluit
gekomen, dat de God van Noordaa de Eenige
was. dien hij waardig keurde door hem ge
diend te worden; vast was zijn besluit, om
Hem beter te leeren kennen.
Het denkbeeld, dat dit alles hem duur te
staan zou komen, was niet bij hem opge
komen. Wanneer hij eenmaal tot over
tuiging gekomen was, dat hij den nieuwen
God behoorde te volgen, dan zou hij dat ook
met zijn geheele hart doen.
HOOFDSTUK VII
De komst van een toovenaar
Keshona, de fetisch-priester, verliet tevre
den het, paleis van Kwangu. Het bereikte
resultaat was grooter geweest, dan hij had
durven hopeiu De kaning had ten slotte be
sloten krasse maatregelen te nemen tegen
de blanken, die Keshona haatte uit het
diepst van zijn ziel; binnen korten tijd zou
de stroom van zieke menschen weer komen
langs de hut van hem den priester.
Keshona grijnsde bij de gedachte, hoe hij
hen zou laten betalen voor de behandeling.
Ergens diep in het bosch was een verscholen
hutje, omgeven door dichte palimstruiken,
die slechts de priester durfde ter zijde be
wegen. Daarbinnen waren enkele vreemd
soortige refliquieëm, die Keshona daar had
geplat, .jt, en waaromheen de geesten van
walgingwekkende ziekten rondwaarden- Als
de /handel" slecht ging, dat wil zeggen,
wanneer e^nlet veel ziekten in de stad
heerschten was het Keshona's prettigste
bezigheid om naar die hut van hem te gaan
en de goden, die de menschen met ziekten
bezoeken, bij te staan. Als hij slechts ge
dwongen was om op te biechten, kon Kes
hona verteld hebben, hoeveel epidemieën
van waterpokken en dergelijke, welke hon
derden menschen hadden gedood, misvormd
o! met blindheid geslagen, hier het eerst uit
gedacht waren.
Toen hij de markt overstak naar zijn eigen
groote hut, overwoog de priester of het niet
de moeite zou loonen om op een zekeren
donkeren nacht zoo spoedig als Noorda de
stad had verlaten, de hut in te gaan om de
vlektyphus ln Kwangu's stad te doen ver
schijnen. Het liep tegen het einde van het
warme seizoen en deze ramp zou onder de
menschen als een stroovuurtje branden
en hem groote rijkdom bezorgen!
Hij was bijna besloten dit te doen toen hij
de twee, die hij het meest haatte voor zich
uit zag loopen. De Noorda's keerden terug
van hun behandeling van den zoo danig
toegetakelden Moturindo. Keshona's mager
wreed gezicht werd nog wilder van uitdruk
king toen hij naar hen keek, maar de grim
lach maakte plaats voor een bflik vol interes
se, toen hij de in 't wit gekleede figuur van
een Hausa hen aan de andere zijde van het
plein zag tegemoetkomen. Hij zag de Hausa
ter begroeting neerhurken en daarna, toen
de zendelingen hem verdiept in hun gesprok
gepasseerd wanten vervolgde hij sloffend op
de veel te wijde sandalen, zdjn weg-
Keshona was even geinteresseerd in die
eenzame Hausa als Noordaa en wel om ver
schillende redenen; hij had ook veel gehoord
over de volgelingen van den Profeet; hij
wist, hoe ze afgodendienaars verachten en
wist bovendien, dat waar de Hausa zich ves
tigt, zijn geloof doordringt Wanneer deze
bestoven reiziger de vooruitgeschoven pio
nier was van een nieuwe handelsbetrekking
zoekende staim, besefte Keshona, dat heel
spoedig het aantal fetisch-vereerders in de
stad zou minderen wie weet, zelfs Kwan
gu kon een aanhanger worden van de nieu
we leer. Daar waren andere vorsten in het
binnenland, die sinds kort de oude goden
hadden opgegeven voor den Islam. Keshona
herinnerde zich daarvan enkele gevallen.
Daar was bijvoorbeeld Bandora uit Jeduki,
een machtiger vorst dan Kwangu- Hij had de
oude paden verlaten en bijna all zijn opper
hoofden met hem. Hetzelfde was geschied
met Fibamu, te Lellama en Kesgo uit" Jo\Va-
ro en nog een paar anderen.
Tot dusver had hij zich nog nimmer behoe
ven te meten met dezen vijand van het fe-
tischisme. De Noordaa's waren de eersten,
die ooit een vreemden god in Kwangu's stad
hadden gepredikt. Zoo herig als Keshona
hen had tegengewerkt, zou hij ook de Hau-
sa's bevechten en nog intenser die zoo heel
gemakkelijk de harten der menschen vah
hem zouden vervreemden-
Keshona had een fijne neus in het bespeu
ren van de mate, waarin zijn volgelingen
een nieuw geloof zouden toevallen. Hij vrees
de den godsdienst welke Noordaa zoo ernstig
leerde, in het gcheeH niet Keshona had aar
dig goed uitgevonden, hoe die was en hem
met minachting verworpen. Hij wist dat zijn
menschen niet onder den indruk zouden ko
men van een God die goed was en daar zij
geen idee vam zonde hadden in de beteeke
nis waarin de zendeillng dat begrip huldig
de, hadden zij ook geen Verlosser noodig.
Nog veel minder zouden zij de nieuwe ge
woonten, welke Noordaa trachtte ingang te
doen vinden, aannemen- De gedachte, dat
één man tevreden zou moeten zijn met één
vrouw was ideoot Vrouwen toch werden
spoedig oud en leelij'k; en bovendien, dat
beteekende, dat de mannen moesten werken
en geen man met gezond verstand wenschte
dat te doen, zoolang hij een vrouw kon krij
gen, die het voor hem deed. Neen, van die
zijde was geen kwaad te duchten.
Het eenige waarin de blanke man gehoor
kon vinden, was door zijn bespottelijke ma
nier om de menschen spoedig te genezen en
dan nog wel gratis! Sommigen zouden in
staat zijn om uit louter dankbaarheid hot
geloof aan te nemen, en daar de vrouwen
het meeste ziek waren kon Noordaa wefl
eens dwaze gedachten in hun brein opwek
ken. Het was dus uitsluitend omdat Noor
daa Keshona beconcurreerde, dat de pries
ter hem weg wilde werken-
Maar, met deze Hausa en zijn geestver
wanten stond de zaak heel verschillend. Zij
mengden zich niet in zulk soort zaken als
het afschaffen van overtollige vrouwen noch
het zich schuldig voeifen over dingen, die
iedereen deed. Zij geloofden ln djinns-gees-
ten, die heel erg leken op de diegene, welke
de menschen nu al vereerden en zij droegen
amuletten om hun kwade gezindheid af te
weren-
Juist door het gelooven ln één God boven
alle andere en de oude fetischgoden te stel
len op één lijn met zeer actieve dj inns,
tezamen met de gemakkelijke herhaling van
een bloote formule werden de menschen ,vor
leid tot dezen godsdienst, welke de gekleur
de rassen zoo aantrekt.
Keshona wist slechts heel weinig van de
werkelijke godsdienst der Islam, en zoo wis
ten de menschen in het achterland er al
evenmin iets van- Zij hadden het slechts
formeel geaccepteerd. Islam is voldaan met
de herhaling van deze formule: „Er is geen
god dan Allah en Mohammed is zijn pro
feet", en het opzeggen van Arabische gebe
den, waarvan men den inhoud niet begreep»
totdat de Islam later terugkomt om zijn defi
nitieve lessen te beginnen en deze trap van
ontwikkeling was nog niet bereikt door wien
ook van Keshona's kennissen. Zij herhaalden
gedachteloos de frazen, welke ze zich her
innerden en in ruil daarvoor droegen ze de
schitterende kleeding die zoo sterk sprak tot
de zin voor opschik van den Boschjesman-en
ze keken opgewekt uit naar de zaHigheid
van een schoon paradijs in plaats van het
grimmige, door duivelen bewoonde geesten-
land van het fetischisme. Er kwam geen
verandering in hun sociale gewoonten; er
was niet voor iedere man slechts één vrouw;
alleen de maandelijksche vasten voor Ra
madan was de eenige last welke hen be
zorgd werd.
Zijn menschen kennend, vreesde Keshona
den Islam, zoo erg als hij zeker het Christen
dom niet vreesde- Het laatste kon wellicht
spreken tot eenigen der armsten; de Islam
daarentegen trok de machtige opperhoofden
en de menschen, die het meeat in de A'ri-
kaanscho gemeenschap te zeggen hadden, op
buitengewone wijze aan.
(Wordt vervolgd)*