BLUE BAND 2DINSDAG 24 JANUARI 1933 Kerknieuws. NED. HERV. KERK. jen: Te Doornspijk, H. H. van groeide te Ouddorp (Z.H.). GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Gouda, A. de Blois te ^irbsland. PREDIKANTSPLAATSEN, de Ned. Hervormde Kerk bedroeg het ital predikantsvacaturen op 1 Januari j.l. 134 (vorig jaar 341). In 1932 zijn 14 predikanten overleden, 21 meritus gt-worden, 10 tot een anderen verk ering overgegaan, 15 traden wederom in lienst, 2 nieuwe predikantsplaatsen werd jesticht, 61 candidaten werden toegelaten, 2 ^ledikanten deden colloquium doctum. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. D s. T. A. B a k k e r, overgekomen van Jmuiden, deed Zondag j.l. in de morgengods- lienstoefening zijn intrede by de Chr. Geref. Jemeente te Assen. Hij bepaalde zijn talrijk ;ehoor by 2 Cor. 5 lSb. Tot thema had ïy pkozen: „de bediening des Woords, een be lening der verzoening". Achtereenvolgens verd stilgestaan bij1. het feit der verzoening: de bediening der verzoening; en 3. den ledienaar der verzoening. Na de predi- fcie richtte Ds Bakker zich tot de Gemeente beval zich in haar voorbede aan; vervolgens ot den Kerkeraad, met wien hij in eensgezind- ïeid het goede voor de Gemeente wenschte te oeken. Namens Kerkeraad en Gemeente sprak lerling W. van Deventer den nieuwen eeraar hartelijk toe. Oud-ouderling J. van loo] )alen, die Ds. Bakker reeds sedert zijn jeugd ?nt, sprak tenslotte een persoonlijk woord. Ds. J van den Berg, predikant der eifeeref. Kerk te C-apelle a. d. IJssel, wien v rvol emeritaat is verleend, is voornemens jndag 2 April a.s. van zijn Gemeente afscheid Mifc nemen. Ds. H. J. Drost nam, door zijn ver de Ned. Herv. Gemeente te Holten, mdag j.l. afscheid van zyn Gemeente van iolderveen (by Meppel). Tot af scheidstekst gekozen: Hand. 20 32. Verschillende ikanten uit den Ring Meppel en Vollen- love waren aanwezig. In dit afscheid kon met ^fankbaarheid teruggezien worden op een lid, die God gezegend had. Ds. A. C. van fchelen, van Meppel, sprak als consulent een ort afscheidswoord namens de Gemeente. .Sc2>< 5? 5 D s. J. H. F. Engel, overgekomen van Nes en Wierum, werd Zondagmorgen beves tigd fils predikant der Ned. Herv. Gemeente te Alblasserdam door zijn voorganger aldaar, Dr. G. P. van Itterzon, van Den Haag, die tot tekst koos Hebr. 13 13 laatste gedeelte: „Zijne smaadheid dragende". Spr. ontvouwde een drietal hoofdgedachten, n.l. 1. het klagen, lettende op de smaadheid; 2. het dragen, lettende op het dragen der smaadheid; en 3. het schragen, den nadruk leggende op: Zyne smaadheid dragen. Des avonds verbond de nieuwp leeraar zich aan zijn Gemeente met Psalm 71 16, daarin beantwoordende de vragen: 1. welke kracht heeft de dienaar des Woords noodig? en 2. welken inhoud moet de prediking hebben. Hierna richtte spr. zich tot bevestiger, Kerkeraad, Kerkvoogden en nota belen. het Gemeentebestuur en de Gemeente. In zijn toespraken werd gedacht, dat by deze intrede voor de eerste maal de emeritus predikant Ds. F. J. Heineman wegens zyn hoogen leeftijd niet aanwezig kon zijn. Spr. maande aan dezen ouden, getrouwen dienst knecht te eeren en hem te blijven gedenken in het gebed. Ouderling Verschoor richtte een woord van welkom tot den leeraar en ver zocht de Gemeente te zingen de zegenbede van Psalm 134 3. Het kerkgebouw was tot in alle hoeken gevuld. Cand. (M. J- L e k k e rk e r k e r, van Delft, werd Zondag j.l. als predikant der Ned. Herv. Gemeente te Kockengen bevestigd door zyn vader, Ds. T. Lekkerkerker, predikant te Delft, die daarby sprak over Jes. 62 6 en 7 het ambt en het werk van den dienaar des Woords. Aan de handoplegging nam naast den bevestiger deel de consulent Ds. W. Vroeg in de wejj, van Zegyeld. Des namiddags hield de jonge leeraar zyn intreerede over Joh. 1 29, sprekende over „de rijkdom des Evangelies", uitkomende in: 1. een Christus als Lam Gods: 2. een wereld als voorwerp van Gods welbenagen en verkiezing; 8. een wegnemen der zonde als Christus' groote werk; en 4. een zien van het Lani als middel om Christus deelachtig te worden Aanwezig waren benevens den bevestiger en den consul., Ds. C. J. H. Verweys, van Breukelen; Ds. P. A. A. Klüsener, van Vinkeveen; Ds. P. Bon- gers, van Kamerik; en de Burgemeester en Wethouders der gemeente. Ds. N. Streefkerk, gekomen van Wormer, deed Zondagmiddag j.L, na des morgens bevestigd te zyn door zyn zwager Ds. J. van der Kooy, van Midwolda, met Jesaja 51 16, zyn intrede als predikant der Geref. Kerk van Wolvega met een predikatie over Jes. 62 1. Thema der prediking was: „Christus' ijver over zijn gemeente": 1. O doordringen: .Weet wat O eer. ëvenaard karnprocea. De Blue Band-fabrieken staan steeds *ooe iedereen ter bezichtiging open. Gil kunt daar met eigen oogen aanschouwen hoe Blue Band wordt bereid en met welke bulten* gewone zindelijkheid ahes wordt behandeld. Zegt U dit niets? («chermfngvan het Blue Band-meisje! Een verstand fgehuisvrouwheêll S3U Cbr PW altijd Blue Band In huiat Zij weet immers - bij ondervinding - dat ïh i. zii n,et* beters ken koopen. In die huishoudingen is Blue Band P# pondspMja - «nppder» rechterhae<M Koop uitsluitend Blue Band *r niets andersf ■JOiPL.aCUBBD JKI 29 AUUfMTCTt gOOtfBOTCR OBOES SUKSCOKTIOtt gegrond in Gods heilsplan; 2. stuwkracht van den dienst des Woords; 3. gericht op öions volmaking. Na de preek richtte Ds. Streefkerk enkele woorden tot de Gemeente, den Kerke raad, de catechisanten, den bevestiger; waarna hij toegesproken werd door oud. E. Dijk namens Gemeente en Kerkeraad, die liet toe zingen Ps. 134 3 en door Ds. D. Middelkoop, van Mildam, namens de Classis Heerenveen. D s. W. W e s 6 e 1 d ij k, overgekomen van Den Ham, werd Zondag j.l. in de Broeder- kerk te Kampen by de Ned. Herv. Gemeente aldaar bevestigd door Ds. M. Ottevanger, van Kampen, met de tekst Jesaja 3 10 en 11. Des avonds deed Ds. Wesseldyk zijn intrede in de Broederkerk met de tekst 2 Petr. 1 19. 's Voormiddags werd hem toegezongen na de bevestiging Ps. 119 9 (gewyzigd). 's Avonds zong de Gemeente hem toe Ps. 134 3. Was des voormiddags de kerk vol, 's avonds was de kerk zÖó vol, dat velen terug moesten gaan, omdat er geen plaats meer was. Velen uit naburige plaatsen waren ook aanwezig. EMERITAAT Ds A. D. C. Kok, pnedii'kant dier Geref. Kerk te Idflkenhuizen, heeft bij de Classis Heerenveen emeritaat aangevraagd. Ds Kok is thans 62 jaar oud, werd in 1893 predikant te Nieuw-Helvoet en diiende voorts de Ker ken te Sdhareuid'ijke, Warffum (19161920) en Idakenihuizen. Ds B. R oor da, predikant der Geref. Kerk te Tijnje (Fr.), heeft eervol emeritaat aangevraagd. Ds Roartia, die 6 April a.6. 70 jaar wordt, airbeiididie achtereenvolgens te Strijen (1895), Buirum (1896), Wanewerd c.a, (1900), Idökenlhuizen (1905), Coevorden (1910) L^enen-Vreeland (1914), Drieeum (1916), Oo©terend en Hijdaard (1924) en nu ©in Mei 1928 te Tijmje. HERDENKING Te Rijswijk besloot de Kerkeraad der Geref. Kerk om in een bijzondere samenkomst met de gemeente op Donderdag 2 Februari te gedenken, dat het 40 jaar geleden is, dat de Geref. Kerk tot openbaring kwam. PREDIKANTSTRACTEMENTEN. Te Capelle a, d. IJssl besloot de Ker keraad der Geref. Kerk by de Classis Rotter dam een voorstel aanhangig te maken, om de bestaande bepaling, inzake het minimum-trac- tement op te heffen. KERK EN HISTORIE. De Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk (president Dr. G. J. Weyland, secretaris Ds. den Breems) publiceert in het „Weekblad van de Ned. Herv. Kerk" een oproep aan de Ker keraden, om „den gedenkdag van de geboorte van Prins Willem I, 24 April 1933, kerkelyk te vieren. De aankweeking van liefde voor Ko ning en Vaderland behoort volgens art. 11 van het Algemeen Reglement mede tot het hoofd doel van allen, die in onderscheiden betrekking met het Kerkelyk Bestuur belast zyn. De na gedachtenis te eeren van den „vader des vader lands" is echter vooral voor onze Vaderland- sche Kerk een plicht der dankbaarheid. Mogen daarom de Gemeenten onzer Kerk aan dezen oproep gehoor geven en in bijzondere samen komsten God danken voor de rijke zegeningen, die Hy in den Prins van Oranje aan ons volk heeft geschonken". EVANGELISATIE. Wij len Prof. L. Lin d e boo m. Inde „Amsterdamsche Kerkbode" schrijft Dr. B. Wielerusa over den persoon van wijlen Prof. Lindeboom in zijn beteekenis voor de Evan gelisatie. Daarin lezen we o.m.: PRESIDENTEN DER VEREEN. STATEN Onder de presidenten der Vereenigde Staten zijn eertijds zonderlinge typen geweest, zoo als bijvoorbeeld President Andrew Jackson, die tweemaal achtereen, van 18291837, dit hooge ambt bekleed heeft. De ouders van Jaokson waren Iersche emigranten, die zich in den staat Carolina metterwoon vestigden. Hier stierf de vader kort voor de geboorte van den jongen, in 1767. Andrew groeide, mede tengevolge daarvan, onder zeer armoedige omstandig heden op, en bleef zijn leven lang een „on behouwen mensch". In de Jarenlange ge vechten met de roodhuiden bracht de jonge Jackson het niet alleen tot generaal, maar tevens verwierf hij zich bij zijn vrienden den bijnaam van den „Ouden Eikenboom", waarmede hij zidh, ook tijdens zijn presi dentschap, het liefst liet aanspreken! Deze ruwe vechtjas had van maatschappe lijke omgangsvormen niet de minste notie. Gewoonlijk at hij met behulp van zijn howie-mes, ook zijn soep, die hij eerst met behulp van hompen brood tot een soort van pap maakte. Op den dag van zijn plechtige installatie tot president der Vereenigde Sta ten tracteerde hij ieder, die vrijmoedig-ge noeg was, om in de feestzalen van het Wit te Huis door te dringen. Het duurde dan ook niet lang, of de feestmaaltijd ontaard de in een waar drinkgelag, waarbij de meu bels en tapijten er slecht afkwamen. Ook werden er bij deze gelegenheid niet min der dan vijftien waardevolle schilderstuk ken uit het Witte Huis ontvreemd! Vreemde diplomaten werden door den pre sident gewoonlijk ontvangen met de pijp in den mond,, in de keuken, waar hij zich be zig hield met aardappels te bakken! Kort voor zijn aftreden gaf deze president een maaltijd, waarbij ieder der genoodigden zijn eigen mes moest'mede brengen, om daarmeee zijn deel te snijden van de reu- zenkaas, welke het „pièce de résistance" van het feest vormde. Want behalve brood werd bij dit „banket" alleen jenever ter tafel gebracht! Toch was de regeringstijd van president Jackson een der merkwaardigste in de ont wikkelingsgeschiedenis der Staten. In zijn dagen nam het spoorwegwezen zijn eersten grooten bloei; stoomscheepvaart, landbouw, en stedenbouw kwamen tot ontwikkeling; de moderne dagbladen werden In het leven geroepen, en ook Chicago verrees, als eer ste Amerikaansche .grootstad". Voor dit tijdperk was Jaskson de rechte man op de rechte plaats, want zijn ruwheid werd goed gemaakt door veel gezond verstand, en moeilijke kwesties wist hij tot een op lossing te brengen. Hij overleed in het jaar 1845. Een gelijksoortig type was ook president Johnson, die de opvolger werd vam den ver moorden Abraham Lincoln. Hij regeerde van 18651869. Ook Johnson stamde uit Ca rolina, eveneens uit een arm milieu. Op tienjarigen leeftijd kwam hij bij een kleer maker in de leer, van wiens dochter hij le zen en schrijven leerde. Al vroeg ging hij ,4n de politiek", vermoedelijk omdat hij een handig spreker was, en zoo wist hij zich omhoog te werken tot het ambt van vice-president der Staten. Voor zijn vijanden was Johnson even on genaakbaar als omkoopbaar voor zijn vrien den. Daarbij hield hij van twijfelachtige ge zelschappen en van een fermen dronk. Kenschetsend voor president Johnson was vooral het feit, dat na zijn ambtstijd, zijn opvolger was de bekende president Grant het Witte Huis van ongedierte ge reinigd moest worden. De toenmalige En- gelsche gezant in Washington stond op zóó slechten voet met president Johnson, dat hij bij zijn regeering in Londen om zijn terug roeping verzocht, aanvankelijk echter zon der succes. Op zekeren dag echter zond deze gezant een nieuw verzoek naar Londen. In een aparte enveloppe voegde hij daarbij een stukje carton, waarop drie diertjes vast gekleefd waren. Daaronder stonden de woorden: „Dit ongedierte is den Gezant van Uwe Majesteit bij President Johnson op de jas gekropen". Koningin Victoria van Engeland moet over dit ongewoon argument van haar gezant hartelijk hebben gelachen. Kort daarop werd hij van zijn post teruggeroepen. In 1867 werd president Johnson een pro ces aangedaan wegens zijn gedrag. Het kwam echter niet tot de meerderheid, die noodig was om hem uit zijn ambt to ont zetten. Een enkele stem ln den Senaat ont brak, en zoo bleef Johnson tot 1869 in func tie. In 1875 overleed hij aan hartverlam ming. HET WOORD VAN EEN „GENTLEMAN" De bekende Engelsche zendeling en ontdek kingsreiziger David Livingstone (1813 1873), die zulke groote en gevaarvolle tochten door het donkere werelddeel onder nam, teneinde dit voor de prediking van het Evangelie en voor de Westersche bescha ving te ontsluiten, heeft in zijn leven me nig moment medegemaakt, waarin het spande. Op den avondi van 14 Januari 1856 schreef hij in zijn dagboek: „Ik heb mij van bin nen zeer ontrust gevoeld bij de gedachte, dat al mijn grootsche plannen en verwach tingen voor de welvaart van heel dit uit gestrekte werelddeel morgen verijdeld kun nen worden door de massa's ruwe inboor lingen om mij. Maar toen las ik Mattheus 28, waar de Heere Jezus zegt: „Mij is gege ven alle macht in hemel en op aarde, en ziet, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld". Dit is het woord van een Gentleman. Zijn heilige eer is daarmede gemoeid, en daarom valt er verder niets te zeggen. Ik zal niet vannacht stilletjes wegsluipen, zooals mijn plan was. Zal een man als ik wegvluchten? Neen, ik zal doorgaan met mijn onderzoekingsaibeid, al zou het mijn laatste werk wezen. Gode zij dank, nu is er kalmte in mijn ziel". Professor Lindeboom behoorde niet tol het type arbeiders, die verre wegen gaan om zielen te winnen en verwaarloozen wat dichtbij is. Ieder die in zijn huis woonde of tijdelijk vertoefde, vrouw, kinderen, logé's, dienstbode, bezoekers, allen werden aange sproken, vooral Zondags ia verband met de preek, maar ook naar aanleiding van ern stige nationale of persoonlijke gebeurtenis sen. Dit toespreken was evangeliseeren. De Persoon van den Heere Jezus stond op den voorgrond De spoorwegcoupé, het dek van de stoom boot, de tochtige sjees en de open boeren wagen, werden terreinen van arbeid. Soms op den man af. maar ook indirect. Prof. Lindeboom kon niet lang zwijgen over de dingen van het Koninkrijk Gods en zeker kon hij niet lang praten over dingen, die geen verband houden met het Koninkrijk Gods. Zelfs de plaats, die het meest ongeschikt schijnt te zijn om te evangeliseeren de restauratiezaal van een hotel! was voor Lindeboom geen belemmering. Tijdens de mobilisatie kwam de Professor ia Amers foort de eetzaal van een hotel binnen, die ten deele gevufd was met officieren. ..Heeren", zei Lindeboom, „u vindt het wel goed, dat ik hier doe wat ik thuis ge woon beci te doen". Toen volgde een gebed, hardop. Na afloop van den maaltijd luidde de vraag: „Zieker willen de heeren wel een goed woord hooren". Daarop werd het onafscheidelijk bijbeltje voor den dag gehaald en een pericoop ge- lezep. Niemand durfde spotten of storen. De persoonlijkheid van Lindeboom, de rustige, verzekerde manier van optreden, imponeerden ea legden beslag op de aan wezigen. INWENDIGE ZENDING Voorzitter van den Internationalen Bond voor Inwendige Zending is de Nederlander oud-Minister Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruïne. De laatste vergadering van dezen Bond oordeelde het nuttig, dat ook het secre tariaat in Nederland zou gevestigd worden. Dit zal thans gebeuren. Per 1 April a.s. neemt Dr. O. Norel te Amsterdam (Oranje Nassau- laan 54), thans een der vice-voorzitters, het secretariaat van Dr. Füllkrug te jBerlijn, over. Het bestuur van den Internationalen Bond hoopt begin Maart in Nederland op 't Kasteel Hemmen te vergaderen. Schoolnieuws. Prof. Dr. W. STORM VAN LEEUWEN Naar wij vernemen, is Prof. Dr W Storm van Leeuwen, hoogleeraar in de allergische ziekten aan de Leidsche Universiteit, sedert eenige dagen vrij ernstig ongesteld. LEIDSCHE STUDENTEN NAAR OXFORD. Bij het secretariaat van het Nederlandsch Comité van de Int. Students-Service is een brief ingekomen van een Engelschen student, die aan Leidsche studenten een oponthoud aanbiedt in Oxford gedurende een week. De bedoeling ia een uitwisseling van studenten, met dien verstande, dat zy, die nu gasten zul len zyn, na hun terugkomst hun Engelsche gastheeren in Leiden zullen ontvangen. De Nederlanders worden 13 Februari in Oxford verwacht en zullen daar gedurende ongeveer een week verblijven. De reis Nederland- Oxford v.v. zal door de deelnemers zelf betaald moeten worden, doch in Oxford zyn zy de gasten van de Engelschen. N. C. 8. V. De heer Joan H. Nachenius zal aan het einde van het loopende boekjaar zijn ontslag nemen als penningmeester der N.C.S.V. Als nieuwe penningmeester werd met den aanvang van het nieuwe boekjaar in April benoemd Mr. Dr. H. H. Sillevis Smitt, generaal-agent van de Hol- landsche Sociëteit voor Levensverzekering te Amsterdam. CHR. AMBACHTSSCHOOL TE ROTTERDAM Naar wij vernemen, zal het nieuwe ge bouw der Chr. Ambachtsschool te Rotterdam Maandag 27 Februari as. des middags te half 8, officieel door den Minister van On derwijs, Mr. J. Terpstra, geopend worden. NATUURKUNDE OP DE H. B. 8. Les in een 2e klasse H.B.S.: Leeraar: „Wanneer ontstaat er een lucht ledige ruimte?" Winkelierszoon: „Als Ik met royn rijwiel in een spijker rydt" LEERAARSBENOEMINGEN Rotterdam (Cbr. AmbachteeohooQ), ad© lieereuar Timmeren en Vaikteekenen J. C. van dén Doel te Sommededajk en ale leeraar Smeden en Plaatwerken F. Wildschut te Rij ©oord. HOOFDBENOEMINGEN Willemstad, C. P. Koekkoek, and. te Den Haag. ONDERWIJZERSBENOEMINGEN Delft (Kon. Wilheilminaftchoal, Huyter- tereüraat 7, hoofd W. H. vam der Sluis), J. W. Gerritsen te Hoorn. Als kw. met aikte. Makkum (hoofd P. Pruiksma), J. W. vam Kuiken te Wie rum (Fr.). Mede op drie tal ©tonden J. H. Bos te Sonidel en W. Groe ier te Drachten Radio Nieuws. WOENSDAG 25 JAM'.«JU. luizen (296.1 M.) S.008.15 Meditatie. 3.15 9.30 Morgenconcert. 10.0010.30 Zang N.R.C.V. Dameskoor. 10.3011.00 Morgei 2.00^—2.15 landbouw uurtje. G. J. A- Zwanen burg: De boomgaard op de boerderij. 3.00 3.30 Lezen Chr. Lectuur. 3.305.00 Concert Haagi-'che Trio. 5.006.00 Kinderuurtje- e.006.15 dhr. Gerlsch: Dultechland In 1933. 6.156.30 dhr. J. Schipper. Secr. C-N.V. 6.80 —7.00 Cursus Engelsch. S.0010.45 Concert Harmonie-orkest. 8 008 20 Liederen-potpour ri. 8 208-40 Da. Feenstra: De Zondags school als wereldverschlinsel 8-408-50 Fragmenten uit .Lobgeeang". 8.509.10 J. den Boc-ft: De Geref. Zondagsschool ais voor naamste Evangelisatie-middel. 9.10—10.15 Concert. 9.5010.00 Vaz Dlae. 10.45— 11.30 GramofoonplatenconcerL 111 ver s urn: (1875 M.) VJLR.A. 8.01 Grimo- foon. 10.15 Uitzending Arbeiders Continu bedrijven. 12.01 De Notenkrakers. 12.30 Gramofoon. 12.40 Orgelspel. 1.00 Gramo- foon. 1.10 De Notenkrakers. 2.00 Vron- viren uurtje. 8.00 Voor d eklnderen. 5.30 Orgelspel. 6.00 Joodse li uurtje. 7.00 S.D A P.-kwartlertJe. 7.20 Muziek v. dezen t(Jd. 8.00 De Vakbeweging. X. 8-20 Orkest. 9.00 Tooneel. 11.00 Vaz Dia*. 11.10 Gra- mofoonmuziek. V.P.E.O. 10.00 Morgenwijding. (Vlaatnsch) (337.8 _M.) 12.30 Con- pertolre. 10.20 Concert (Franach) (509.3 M.) 12.20 Gramofoon. L20 Concert 5.20 Concert 6.36 Gramofoon. 6.50 Concert 8.20 Gramofoon. >a ven try (Nat) (1554.4 M.) 12.20 Orgel- 1.50 Gramofoon. 3-50 Orkest van Bourne mouth. 5.05 Orgelspel. 6.50 De grondsla gen der muziek. 8.85 Concert Kalundborg (1153.8 M.) 11.2012.35 Con- it 2.50 Concert 4.20 Gramofoon. 0 Hongaarsche Volksmuziek. 8.50 Mo no Pianomuziek. 9.40 Kamermuziek. bericht en Gramofoon. 1.20 Gramofoon. 5.15 Strijkkwartet 7.20 Nieuwe composities 8.50 Karl Erb zingt. 8.35 Concert 9-35 VaudevUle. 8.50 Concert dlo-Parls) (1734.1 1.35 Concert 12.50 Orgelconcert 1.25 Vervolg concert. 7.40 Concert 9.06 Gramofoon. 9.20 Concert Warschau. (1411.8 M.) 4.20 Gramofoon- 5.30 Populair concert 7.20 Populair con cert 9.35 Graipofoon. Volledige programma's in de Omroepgids Duidelijke foto's; besl verzorgd Radio blad: 4 gld. per half jaar of 18 ct per week. Ned. Chr. Radio Vereeniglng, Voog- lcnzang, Ede Draagt bij in de omroepkosteiL Hulzen, N^H. (Refcctoothschooil, hoofd C. vam Ommeren), mej. A. Gijzel te Amster dam. Voor tijdelijk. Garijp (Ghir Nat School, hoofd B. VÖs- eer), A. vam der Meuten, thans kweekelamg aan deze School. Ing. 21 Febr. WACHTGELDERS. Het bericht in ons nummer van gisteren over de wachtgelders behoeft eenige rectifica tie. Wanneer aan een Bijzondere School een onderwijzer op wachtgeld gesteld is en daarna aan diezelfde School wederom een onderwijzer benoemd moet worden, waarvoor men rechtens subsidie aanvragen kan, is het bestuur dier School niet verplicht denzelfden op wachtgeld gestelden onderwijzer te benoemen, maar wel een „wachtgelder" (al dan niet den bedoelden op wachtgeld gestelden onderwijzer), welke verplichting geldt zoolang de op wachtgeld gestelde nog niet den 60-jarigen leeftijd heelt bereikt en nog wachtgeld geniet. Dr. G. NIJHOFF Naar we vernemen, is Dr. G. Nyhoff, hoofd inspecteur van het L. O. te Groningen, te Alkmaar ernstig ongesteld geworden. Zyn ambt wordt waargenomen door den heer Th. Boekhalt, inspecteur der Inspectie Groningen. SCHOOUÜBILEUM Te Vreeswijk hoopt 8 en 9 Maart a-s. de Vereeniging „Séalthiël", een school met den Bijbel, haar 50-jarig bestaan te her denken. EXAMENS ACADEMISCHE EXAMENS W. M. Mende! GEM._ UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM. de heeren J. K, H_ L. GreeneveltL RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT. GeaLt Rechtswetenschap: cand.ex^ do hoeren J. A» i A. L. Thlorens. DE GOD VAN HET GOUD EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA Door A. E. SOUTHON Naar het Engelsch bewerkt door L J. P. B.-V. (18 Nu was er onrust ia zijn ziel. De priesters wantrouwde hij, en bewondering voor de onbaatzuchtigheid van Noordaa's werk, had het hare er toe bijgedragen om hem ontvan kelijk te maken voor wat de zendeling had gezegd- Zonder zich in het minst er van be wust te zijn, had Moshala al een heel eind afgelegd op den weg, die afvoerde van zijn vaderlijk geloof. Noordaa had niet met zoo vele woorden het bestaan van zijn goden ontkead; hij had slechts tegenover hen ge plaatst de majesteit van zijn eigen God en Moshala was fijn besnaard genoeg om te moeten erkennen, dat die God eerbied af dwong. Omdat zijn liefde voor Denubi en zijn zoontje iets werkelijks was in zijn leven en ook omdat de vrees geen leidende factor in zijn lerven was, kon de jonge prins ern stig nadenken, waar er bij Kwangu slechts plaats geweest zou zijn voor spot. Zin voor zin repeteerde Moshala, wat de zendeling gezegd had; Inboorlingen hébben nu eenmaal die wonderlijke gave om ge sprekken woordelijk te kunnen onthouden. Middelerwijl begon de zon lange schadu wen te werpen over het vennetje; hij be- flacht zich dat weldra de duisternis zich zou uitspreiden over het woud. Moshala's ziel had bereids een heel eind afgelegd op den nieuwen levensweg; hij was tot het besluit gekomen, dat de God van Noordaa de Eenige was. dien hij waardig keurde door hem ge diend te worden; vast was zijn besluit, om Hem beter te leeren kennen. Het denkbeeld, dat dit alles hem duur te staan zou komen, was niet bij hem opge komen. Wanneer hij eenmaal tot over tuiging gekomen was, dat hij den nieuwen God behoorde te volgen, dan zou hij dat ook met zijn geheele hart doen. HOOFDSTUK VII De komst van een toovenaar Keshona, de fetisch-priester, verliet tevre den het, paleis van Kwangu. Het bereikte resultaat was grooter geweest, dan hij had durven hopeiu De kaning had ten slotte be sloten krasse maatregelen te nemen tegen de blanken, die Keshona haatte uit het diepst van zijn ziel; binnen korten tijd zou de stroom van zieke menschen weer komen langs de hut van hem den priester. Keshona grijnsde bij de gedachte, hoe hij hen zou laten betalen voor de behandeling. Ergens diep in het bosch was een verscholen hutje, omgeven door dichte palimstruiken, die slechts de priester durfde ter zijde be wegen. Daarbinnen waren enkele vreemd soortige refliquieëm, die Keshona daar had geplat, .jt, en waaromheen de geesten van walgingwekkende ziekten rondwaarden- Als de /handel" slecht ging, dat wil zeggen, wanneer e^nlet veel ziekten in de stad heerschten was het Keshona's prettigste bezigheid om naar die hut van hem te gaan en de goden, die de menschen met ziekten bezoeken, bij te staan. Als hij slechts ge dwongen was om op te biechten, kon Kes hona verteld hebben, hoeveel epidemieën van waterpokken en dergelijke, welke hon derden menschen hadden gedood, misvormd o! met blindheid geslagen, hier het eerst uit gedacht waren. Toen hij de markt overstak naar zijn eigen groote hut, overwoog de priester of het niet de moeite zou loonen om op een zekeren donkeren nacht zoo spoedig als Noorda de stad had verlaten, de hut in te gaan om de vlektyphus ln Kwangu's stad te doen ver schijnen. Het liep tegen het einde van het warme seizoen en deze ramp zou onder de menschen als een stroovuurtje branden en hem groote rijkdom bezorgen! Hij was bijna besloten dit te doen toen hij de twee, die hij het meest haatte voor zich uit zag loopen. De Noorda's keerden terug van hun behandeling van den zoo danig toegetakelden Moturindo. Keshona's mager wreed gezicht werd nog wilder van uitdruk king toen hij naar hen keek, maar de grim lach maakte plaats voor een bflik vol interes se, toen hij de in 't wit gekleede figuur van een Hausa hen aan de andere zijde van het plein zag tegemoetkomen. Hij zag de Hausa ter begroeting neerhurken en daarna, toen de zendelingen hem verdiept in hun gesprok gepasseerd wanten vervolgde hij sloffend op de veel te wijde sandalen, zdjn weg- Keshona was even geinteresseerd in die eenzame Hausa als Noordaa en wel om ver schillende redenen; hij had ook veel gehoord over de volgelingen van den Profeet; hij wist, hoe ze afgodendienaars verachten en wist bovendien, dat waar de Hausa zich ves tigt, zijn geloof doordringt Wanneer deze bestoven reiziger de vooruitgeschoven pio nier was van een nieuwe handelsbetrekking zoekende staim, besefte Keshona, dat heel spoedig het aantal fetisch-vereerders in de stad zou minderen wie weet, zelfs Kwan gu kon een aanhanger worden van de nieu we leer. Daar waren andere vorsten in het binnenland, die sinds kort de oude goden hadden opgegeven voor den Islam. Keshona herinnerde zich daarvan enkele gevallen. Daar was bijvoorbeeld Bandora uit Jeduki, een machtiger vorst dan Kwangu- Hij had de oude paden verlaten en bijna all zijn opper hoofden met hem. Hetzelfde was geschied met Fibamu, te Lellama en Kesgo uit" Jo\Va- ro en nog een paar anderen. Tot dusver had hij zich nog nimmer behoe ven te meten met dezen vijand van het fe- tischisme. De Noordaa's waren de eersten, die ooit een vreemden god in Kwangu's stad hadden gepredikt. Zoo herig als Keshona hen had tegengewerkt, zou hij ook de Hau- sa's bevechten en nog intenser die zoo heel gemakkelijk de harten der menschen vah hem zouden vervreemden- Keshona had een fijne neus in het bespeu ren van de mate, waarin zijn volgelingen een nieuw geloof zouden toevallen. Hij vrees de den godsdienst welke Noordaa zoo ernstig leerde, in het gcheeH niet Keshona had aar dig goed uitgevonden, hoe die was en hem met minachting verworpen. Hij wist dat zijn menschen niet onder den indruk zouden ko men van een God die goed was en daar zij geen idee vam zonde hadden in de beteeke nis waarin de zendeillng dat begrip huldig de, hadden zij ook geen Verlosser noodig. Nog veel minder zouden zij de nieuwe ge woonten, welke Noordaa trachtte ingang te doen vinden, aannemen- De gedachte, dat één man tevreden zou moeten zijn met één vrouw was ideoot Vrouwen toch werden spoedig oud en leelij'k; en bovendien, dat beteekende, dat de mannen moesten werken en geen man met gezond verstand wenschte dat te doen, zoolang hij een vrouw kon krij gen, die het voor hem deed. Neen, van die zijde was geen kwaad te duchten. Het eenige waarin de blanke man gehoor kon vinden, was door zijn bespottelijke ma nier om de menschen spoedig te genezen en dan nog wel gratis! Sommigen zouden in staat zijn om uit louter dankbaarheid hot geloof aan te nemen, en daar de vrouwen het meeste ziek waren kon Noordaa wefl eens dwaze gedachten in hun brein opwek ken. Het was dus uitsluitend omdat Noor daa Keshona beconcurreerde, dat de pries ter hem weg wilde werken- Maar, met deze Hausa en zijn geestver wanten stond de zaak heel verschillend. Zij mengden zich niet in zulk soort zaken als het afschaffen van overtollige vrouwen noch het zich schuldig voeifen over dingen, die iedereen deed. Zij geloofden ln djinns-gees- ten, die heel erg leken op de diegene, welke de menschen nu al vereerden en zij droegen amuletten om hun kwade gezindheid af te weren- Juist door het gelooven ln één God boven alle andere en de oude fetischgoden te stel len op één lijn met zeer actieve dj inns, tezamen met de gemakkelijke herhaling van een bloote formule werden de menschen ,vor leid tot dezen godsdienst, welke de gekleur de rassen zoo aantrekt. Keshona wist slechts heel weinig van de werkelijke godsdienst der Islam, en zoo wis ten de menschen in het achterland er al evenmin iets van- Zij hadden het slechts formeel geaccepteerd. Islam is voldaan met de herhaling van deze formule: „Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn pro feet", en het opzeggen van Arabische gebe den, waarvan men den inhoud niet begreep» totdat de Islam later terugkomt om zijn defi nitieve lessen te beginnen en deze trap van ontwikkeling was nog niet bereikt door wien ook van Keshona's kennissen. Zij herhaalden gedachteloos de frazen, welke ze zich her innerden en in ruil daarvoor droegen ze de schitterende kleeding die zoo sterk sprak tot de zin voor opschik van den Boschjesman-en ze keken opgewekt uit naar de zaHigheid van een schoon paradijs in plaats van het grimmige, door duivelen bewoonde geesten- land van het fetischisme. Er kwam geen verandering in hun sociale gewoonten; er was niet voor iedere man slechts één vrouw; alleen de maandelijksche vasten voor Ra madan was de eenige last welke hen be zorgd werd. Zijn menschen kennend, vreesde Keshona den Islam, zoo erg als hij zeker het Christen dom niet vreesde- Het laatste kon wellicht spreken tot eenigen der armsten; de Islam daarentegen trok de machtige opperhoofden en de menschen, die het meeat in de A'ri- kaanscho gemeenschap te zeggen hadden, op buitengewone wijze aan. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 3