Gemengd Nieuws,
Radio Nieuws.
DE GOD VAN HET GOUD
2 DINSDAG 17 JANUARI 1933
NED. HERVORMDE MANNENVEREENIGINGEN
OP GEREF. GRONDSLAG
L Eerste poging om te komen tot een
Bond van Ned. Herv. Mannenvereen,
A op Geref. grondslag
I j^ue ongeveer 35 Ned. Herv. Mannenvereeni-
<a gingen op Geref. Grondslag waren uitgenoo
igd om in vergadering bijeen te komen Za-
jr lerdag li Jan.. des middags om half drie in
Volei „Terminus" te Utrecht.
Doel was om bij genoegzame deelname de-
e vereen igingcn in een Bondie vereenigen
Velen hadden aan de oproep gehoor gege
yy en, terwijl van velschillende zijden schnfte-
jjK adhaesiebetuigingen waren binnengeko-
nen.
De heer M. Nooteboom van Gouderak
eette de aanwezigen hartelijk welkom,
prak zijn vreugde uit over de goede opkomst
n opende ver\o.gens doar te laten zingen Ps.
5 vs. 2, waarna hij voorgii.g in gebed. Uit
et nu voorgelezen Exodus 14 koos hij vs.
5 b als motto voor zijn openingswoord: „Zeg
en kinderen Israëls, dat zij voorttrekken".
Reeds geruimen tijd geleden, aldus spr., is
vraag geweest naar de mogelijkheid van
he- iet vormen van een Bond van M.V. Een on-
euw, én'gs gehouden enquete bracht aan 't licht
at er tusschen de 30 en 40 zoodanige ver
enigingen in Geref. Herv. kring reeds
nestaan. In de tweede helft van 1932 zijn
jisch erschillende hiervan eerst opgericht.
De zeer bemoedigende opkomst van heden
j. liddag stemt tot vreugde. In 1834 en 1S86
1 te eeft onze Herv. Kerk veel bloed verloren,
ven- och Gode zij dank staat daar in de laatste
f]g vvart eeuw vooral tegenover een zekere
fnif pleviag; een vraag naar de prediking
cbnft en Belijdenis.
Ook op organisatirisch gebied is er een
k pwaken. De J.V.'s zijn voorgegaan en heb-
ten reeds lang hun Bond. In de Mannen-
ereeniging dient te worden bewaard en
erdiept. wat door de J.V. is geschonken aan
ize menschen. Voortgaande beginselstudie.
Laat ons voortvaren. In organisatie is groo-
chte e 'trac'1l gelegen. Laat ons ons oefenen in de
,r eestelijke wapenhandel en ook als M.V. een
aste eenheid vormen waar onder Gods ze
en kracht van uitga.
Hiermede gaat de heer Noteboom over
>t zijn onderwerp, dat volgens de convoca-
luiden:
„Moeten wij achterblijven?"
loor deze vraag te stellen komen wij direct
Dt het hart van de zaak, die ons heden be-
ig houdt. Wat wij heden willen beoogen is
en landelijke organisatie van o.ize M.V.,
s onze M.V. in Geref. Herv. kringen. Het
r geen enghartig kerkisme, dat ons drijft,
iaar een poging om ook langs dezen weg
et goede voor onze gezonken Herv. Kerk te
oeken. Spreker gaat nu na, le. het doet,
e. de noodzakelijkheid en 3e. de mogelijk-
leid van zulk een Bond van Herv. M.V. op
,G.
Wat is een M.V.? Van ouds kennen wij het
'r'm'ventikel, het „gezelschap"; van meer re-
j ente datum zijn de gemeentevergaderingon.
)e MV. heeft echter een geheel ander ka-
IC80 akter. Dat wat op de school, de Knapen- en
mgelingsvereen. geleerd wordt zal worden
ijgehouden en verdiept, opdat het door den
nan zal worden toegepast in gezin, Kerk,
i0-j iiaat en Maatschappij. De speciale werk-
j j saaiheden van vakorganisatie en politieke
iesvereenigingen behoorea niet tot onze
k, Deze is:
NO.
NS
Studie van beginselen;
an de Geref. levensbeschouwing. Hiertoe
0-29 lient onderzoek van de H. Schrift, de Belij-
lenisgeschriften, de liturgische formulieren,
nz. De M.V. hoede zioh ervoor, dat zij aiet
intaarde in 'n inquisitie van kerkeraden en
iredikanten! Wèl moge zij bijdragen tot zelf
tandige oordeelvorming bij haar leden. Zoo
uilen onze mannen, indien zij geroepen
norden tot een kerkelijk ambt ook meer be-
waamd zijn tot de vervulling daarvan.
In onze chaotische tijden vraagt menigeen
iaar den sterken man, een Mussolini of
sen Hitler.
Helaas, ook menigeen, van wien men be-
ere dingen mocht verwachten, spreekt of
lenkt zoo!
En op het kerkelijk erf heerscht maar al
e vaak verwarring en verwording Waar
enheid des geloofs moest zijn, is vaak een
Ikander verbijten en vereten! Zoodoende
aat er zoo weinig kracht uit van de Kerk.
leidt ook niet de profetenklacht: „Mijn volk
aat verloren, omdat het geen kennis heeft?"
iergelijk onze dagen eens met den tijd der
«formatie. Doch na den bloeitijd kwam de
erachtering. Humanisme en rationalisme be
eidden de revolutie voor. Het communis-
isch gevaar dreigt. Is er in onze bange da-
en terugkeer? Een houden van Gods ge
iden? De wereld doet het niet, maar wat
rgcr is: ook menigeen van Gods volk laat
iet na! Doch toch zijn er hoopvolle ver-
chijnselen. Dat n.l. ons Geref. volk gaat be-
effen. dat vertoeven bij den klaagmuur niet
enoeg is. Waar Gods Geest werkt komt nl.
even; en leven is activiteit, harde arbeid.
Ondanks 1834 en 1886 komt er roering en
dijkt alles nog niet verstorven.
1 Onze Geref. Herv. jeugdactie gaf reeds
menige goede vrucht. Gode zij dank. Maar
nu moeten wij M.Vs hebben: onderlinge sa-
menspreking; contact. Onderzoek, opdat slui
merende krachten komen zullen tot rijker
openbaring!
Mogen onze kerkeraden dit beseffen en
contact zoeken met onze vereenigingen. Dat
predikanten lust mogen gevoelen leiding te
geven, hetgeen veel noodelooze wrijving kan
voorkomen.
Maar dan ook een bond van M.V.'s! Onder-
lnig contact en door samenwerking straks
een eigen orgaan met roosters en leiddra
den voor Schriftonderzoek; studie van Ge
loofsleer, Kerkrecht en aanwijzingen voor 't
gezinsleven. Is er een Bond, er zullen ook
meerdere ve.reenigingen komen. Is zulk een
Bond mogelijk? Er zijn voldoende vereeni
gingen om de proef te nemen. Ziet, hoe het
ging in de Geref. Kerken. ïn 1922 telde de
Bond van M.V. aldaar 7 vereenigingen, in
1926 nog slechts 32, in 1932: 125 afd. met plm
3000 leden. Men beschikt daar over een eigen
orgaan. Zeker, door het hechter kerkelijk
besef in dien kring was er meer kans van
slagen, doch ook bij ons is de kans er..Dus:
probeeren!
Niet achterblijven. Verre zij van ons de
geest van Laodicea! En de Heere krone ons
pogen met Zijn zegen!
Onmiddellijk na den heer Noteboom, ver
kreeg Ds. P. A. A. Klüsener van Vinkeveen
het woord om te spreken over
„Onze taak".
Spreker begint met op te merken, dat hij
uit den aard der zaak wel eens hetzelfde zij
het ook met ietwat andere woorden, zal moe
ten zeggen als de vorige spreker. Het zij ter
bevestiging van het woord, dat in den mond
van 2 of 3 getuigen alle woord zal bestaan
Ook hij wil als motto een Schriftwoord
kiezen en leest daarvoor voor Matth. 5 vs.
13—16.
Om onze taak te benaderen, dienen wij na
te gaan, hoe die af te leiden is uit de roe
ping Gods in het algemeen. Daaruit immers
vloeit de taak, die in onzen tijd te vervul
len is, voort. Onze tijd! Op duidelijke en
diepe wijze word die gekarakteriseerd in
het geschrift van Prof. Dr. H. Visscher: „Van
den geest des tijds en zijn genezing". Ach
ter de oeconomische crisis ligt als oorzaak
de geestelijke ontwrichting. En wij zijn. als
wij deze dingen door Gods genade in het
rechte licht leeren zien, geen belangstellen
de toeschouwers of te beklagen slachtoffers,
doch mede schiildenaars. Vergelijk Jesaja
63 vs. 17. Daar staat niet: „Heere. waarom
doel Gij hen van Uwe wegen dwalen, waar
om verstokt Gij hun hart, dat z ij U niet
vreezen?", maar: ons, ons hart, dat wij
U niet vreezen! Zoover moet het komen! Dan
worden wij persoonlijk betrokken bij de
schuld der Kerk, die juist in onzen dag zoo
klaar aan het licht treedt! Als in de wereld
is de ontbinding, dan wordt de benauwende
vraag aan de Kerk gesteld: „is het soms,
omdat het zout smakeloos is geworden?".
Als duisternis gespreid is over de volkeren,
ook over het onze: waar i? het licht op de
kandelaar? De stad op den berg? (Matth. 5)
Neerlands Geref. Kerk ligt uiteengeslagen
Onze Herv. Kerk heeft kostbaar bloed ver
loren. Door de afscheiding van '34; terwijl
de strijd, om Kerkherstel uitliep op de do
leantie van 'S6. "Ongetwijfeld had het toen
anders gekund en gemoeten! Maar de breuk
is geslagen en ook in de Herv. Kerk bleef
een Geref. volk, helaas door reglementaire
banden vereenigd, ja saamgeklonken aan
groepen, waarmede kerkelijk samenleven
niet wel mogelijk is! Door degenen, die heen
gingen. is het oude „doleerende" standpunt
welhaast verlaten en is men soms overge
gaan tot een triumfeeren, waardoor toenade
ring met ons zoo bemoeilijkt wordt. Want
als iedere groep van het onderling zoo ver
deelde Geref. volk zegt: „Kom bij ons", dan
zal er nimmer hereeniging komen!
Wij hebben noodig: reformatie; als
een wonder Gods. Geen menschenwerk;
maar „door Mijnen Geest, zegt de Heere".
Zooals het was in 1517 en volgende jaren.
God moet het doen.
Maar dat stemme ons niet tot lijdelijk
heid in den verkeerden z'.u. In gehoorzaam
heid aan Zijn wil dringe het ons tot een
„wettig strijden". Verbreiding en verdediging
der waarheid. De Heere zegene daartoe ook
den arbeid onzer M.V. En wat' is die drin
gend noodzakelijkl De vorige spreker zeide:
organisatie is kracht. Ook hier zijn de kinde
ren dezer wereld vaak voorzichtiger en ver
standiger dan degenen, die zeggen in het
Licht te willen wandelen.
Overal is organisatie. De wereld ging op
menig terrein de Christenen voor.
Waar men ook organiseert en samenbin-
ding zoekt, op het terrein van het kerkelijk
jn geestelijk leven schijnt voor menigeen
splitsing en verdeeldheid meer aangewezen!
Men zegt vaak medelijden te hebben met
Sions gruis, maar slaat tevens in puin. wat
nog niet geheel vergruizeld wasl
Wat is er ook in onzen kring een droeve
onderlinge verdeeldheid! Denk slechts aan
de kwestie „voonverpelijk" of/en „onder-
werpelijk". Het is te wenschen, dut het uit
nemende geschrift van wijlen Prof. Dr. J. A.
C. van Leeuwen „Voorwerpelijke en onder-
werpelijke prediking" in onze M.V. gelezen,
besproken en herlezen wordtl Het zou veel
misverstand, voortkomend udt onheldere
voorstellingen, wegnemen.
Een M.V.! Wie er een poogt op te richten,
hoort zich tegenwerpen: „ge zult zien. het
loopt op twist en tweedracht uit!" Zijn we
dan zoover heen. dat wij. niet meer samen
spreken kunnen? Dan is alles verloren! Ik
denk aan de verdeeldheid die via de poli
tiek onze gelederen bedreigt! Als de Ned.
Geloofsbelijdenis besproken wordt, komt art
36 aan de orde. Och, dat men voordat men
uit elkander gaat om in felle hartstocht el
kander te bestrijden, eerst eens de belijdenis
van art. 1—35 besprak, biddend, zou er dan
niet veel bitterheid voorkomen kunnen wor
den? De M.V., straks de Bond van Herv.. M.V,
op G.G., geve hier leiding, hopelijk ook door
een eigen orgaan met goede roosters en leid
draden.
Indirect moge het alles er mede toe bij
dragen, dat ons Geref. Herv volk ook politiek
zich bezinne en de plaats ga innemen, die
net hebben m o e t en ...kan.
Zal er Kerkopbouw en Kerkherstel zijn
(Kerk dan genomen in den zin onzer belij
denis). dan moeten de ambten in onze ge
meenten gaan functionneeren zooals 't moet
naar eisch van Schrift Belijdenis en onze
bevestigingsformulieren. Ons officieel kerke
lijk leven (reglementen) houdt veel tegen,
maar er kan veel meer geschieden, dan
meestal gebeurt.
Ook ouderlingen en diakenen hebben op
leiding noodig, evengoed als predikanten.
Zeker, de Heere moet de kennis heiligen,
maar zal kennis geheiligd kunnen worden,
dan zal ze ook aangebracht moeten worden!
Daartoe zegene de Heere onze M.V.
God van den hemel zal het ons doen ge
lukken en wij, zijne knechten, zullen bouwen.
Na een oogenblik pauze, volgde nog een
zeer geanimeerde discussie, waaraan deelge
nomen werd door de heeren Smit (Zwijn-
drecht), Bikker (Noordeloos), de Groot
(Nieuwpoort). Spankeren (Ede), Ds. Fokke-
ma (Amstelveen), van Drenth (Utrecht), v.
Herk (Amsterdam), Kijkuit (Zwijdrecht),
Schoen (Amsterdam), Nieuwenburg (Kee-
ten), van Iperen (Leerdam), die door de
beide sprekers van hedenmiddag beant
woord werden.
Het ging in hoofdzaak over de formuleering
van den naam en den grondslag van den
eventueel op te richten Bond. Dat algemeen
de behoefte aan een dergelijke orrganisatie
gevoeld werd. bleek overduidelijk.
Met eenige weken zal weder een verga
dering van M.V. worden belegd, op een Za
terdagmiddag te Utrecht, Gevraagd zal wor
den of Prof. Dr. H. Visscher daar zal wil
len spreken.
De afgevaardigden zullen intusschen ver
slag uitbrengen aan hun vereenigingen, zoo
dat de beoogde Bond alsdan zal kunnen
worden opgericht en een bestuur verkozen
Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op
Ds. Vreugdenhil van Gorinchem.
Om 5 uur sloot Ds. Klüsener deze uitne
mend geslaagde vergadering met dankzeg
ging en bede om 's Heeren zegen over deze
nieuwe arbeid.
FRANZ JOZEF
Keizer Franz Jozef was een minzaam en
hulpvaardig vorst, die dan ook door zijn
volk. ten zeerste werd bemind en vereerd.
Kon de keizer iemand helpen, hij zou het
zeker niet nalaten. Helpen was zijn liefste
wérk, al was het maar uit een komische
verlegenheid.
Zoo verscheen eens een deputatie uit een
dorp bij den keizer op audiëntie, om hem
een verzoek over te brengen.
De woordvoerder, blijkbaar in de war ge
bracht door de voorname omgeving, bleef
in zijn toespraak steken. De keizer hielp
hem aanstonds door te zeggen: „Gij hebt
zeker uw rede wel/ op papier in de zak;
geef mij die maar; dan zal ik ze straks op
mijn gemak lezen en uw verzoek in over
weging nemen".
HAGENBECKS DIERENPARK
Het was wel een geniale gedachte van den
Hamburgschen vischhandelaar Carl Gott
fried Claas Hagenbeek zijn middelen van
bestaan uit te breiden door te speculeeren
op de nieuwsgierigheid van het publiek
eener- en haar natuurlijke gevoelens voor
het leven der natuur anderzijds.
Zes zeehonden nam Carl Hagenbeek, om
streeks het midden der vorige eeuw en ging
daarmee naar Berlijn.
Op een plein sloeg hij een tent op, met aan
de ingang een bord, vermeldende, dat ach
ter het tentlinnen te zien waren: „De zes
levende zee-nymphen".
Fantastische figuren van slangvormige die
renlijven waren ter aanmoediging nevens
de annonce aangebracht -
Honderden deden in Hagenbeek'® tent hun
oogen te gast aan vórmen en gedragingen
vanzes zeehonden.
Deze zes zeehonden hebben de basis gelegd
van de grootsche en bewonderenswaardige
dierenparken in Stellingen (Altona) bij
Hamburg.
De handel in dieren, welke in 1848 de oude
Hagenbeek begon, slaagde boven alle ver
wachting en breidde zich na 1866. toen zijn
zoon de zaak voortzette tot een wereldon
derneming uit.
In alle deelen der wereld waren Hagen-
becks dieren vangers bezig, brachten dui
zenden exotische dieren naar Stellingen,
waar de interessantste bleven, andere wer
den verkócht, nog andere gedresseerd.
Zeshonderd olifanten zijn op deze wijze door
het Stellinger dierenpark gegaan, honder
den leeuwen, tijgers en beren werden op de
expedities in Liberia reeds de eerste keer
geVangen. eveneens wilde paarden in Azië
en de reuzenpinguins uit de Poolstreken.
Het dierenpark, dat cultureel en economisch
een hoogst merkwaardige en belangrijke
stichting genoemd mag worden, werd ge
vestigd 7 Mei 1907.
In deze parken kan de bezoeker alle won
deren eener vreemde dierenwereld in hun
natuurlijke omgeving bezichtigen. Dit laa.tr
ste is juist het bijzondere.
Dierentuinen zijn er genoeg op de wereld,
óók in Europa. Dierenparken, waarin de
exotische dieren leven ,te midden van een
speciaal aangelegde omgeving, gelijk aan
die. waaruit ze afkomstig zijn, zijn te tellen.
Hagenbecks park was het eerste. De parken
van Detroit, Panjs, Praag Oxford, Rome enz
zijn aangelegd naar het Stellinger voor
Om van de economische beteekenis dezer
inrichting eenig begrip te krijgen, volgen
hier eenige getallen.
De zeshonderd olifanten, bovenvermeld, heb
ben verorberd 10.950.000 pond hooi, 912.500
pond zemelen, 2.281,250 pond haver, 2.737.500
pond knollen.
Jaarlijks moet voor de gezamenlijke dieren
door de directie worden ingekocht: 181.040
pond vleesch; 237.250 pond visch, 731,825
pond hooi; 156,950 pond haver; 133.955 |-on1
brood; 95995 pond zemelen; 83.S55 pond mas
teluin (door elkaar gezaaid koren); 14,600
pond mais, 14.600 pond tarwe; 41.975 pond
aardappelen; 20.000 bananen; 15000 eieren;
20000 pond aardnoten, 7000 sinaasapj»olen,
310.250 pond knollen, 22.265 liter melk enz.
SLECHTE LECTUUR
De drukpers was een reuzenstap ter hei
voor millioenen. Niet van ieder ongeloovige
of afvallige is het bekend, welk aandeel de
slechte lectuur in het verderf zijner ziel
heeft gehad.
Toch zijn er uit alle tijden meerdere geval
len bekend van personen, die hebben ver
klaard, op welke wijze het gif eener bedor
ven drukpere hen heeft ten val gebracht
In 1766 werd er te Abbeville in Picardië twee
jonge vluchtelingen ten vure verwezen, om
dat zij met de godsdienst gespot en schan
delijke liederen gezongen hadden.
Vóór hun dóód bekenden zij. dat slechte
boeken, vooral de „Dictionnaire philosophi-
que" van Voltaire, de voornaamste oorzaak
van hun ondergang waren geworden.
29 December 1843 werd te Sint Gallen
(Zw.) in tegenwoordigheid van een onmete
lijke massa volk het doodvonnis voltrokken
aan Peter Waszer te Gams, wegens familie-
moord.
Het is bekend, wat dezen ongelukkige tot
zijn misdaad leidde. „Strausz heeft mij ten
gronde gericht," bekende hij aan den pries
ter, die hem op de dood voorbereidde. En
Waszer vervolgde: „Vroeger bad ik gaarne
en leefde gelukkig en tevreden; de slechte
boeken echter, welke mij in handen vielen
hebben mijn geloof totaal ondergraven.
Steeds meer, maar vooral sedert een jaar,
werd ik verleid, te gelooven, dat de religie
een middel was om het gewone volk schrik
aan te jagen. De Goddelijke gerechtigheid,
hemel en hel zouden slechts uitvindingen
zijn'van geestelijken."
In 1887 schoot zich te Praag de zeventien
jarige dochter van een ambtenaar dood. De
verschrikte moeder snelde, op het hooren
van het schot, toe, maar te laat Op de
grond lag haar dochter ontzield en naast
haar een roman, die het volle ongeloof
predikte.
Aangrijpend was het voorval, medegedeeld
door een gevangenispredikant Hij bege
leidde eens een reeds bejaard man door do
gangen en cellen van de gevangenis. De
man was schrijver en wilde in deze omge
ving nieuwe stof voor zijn boeken halen.
Toen hij echter bij zijn rondgang door twee
misdadigers herkend werd, riepen zij hem
toe: „Gij verdient de straf, die wij dragen,
meer dan wij zelf. Wij zijn slechts hier, om
dat wy uw leer volgden en omdat wij drie
of viei personen daartoe verleidden. Gij ech
ter hebt duizenden van jonge lieden ver
leid en de besmetting, die gij verspreid hebt
eischt en vindt nog dagelijks nieuwe óffers."
INVAL IN EEN COMMUNISTISCH
HUIS
Twee inspecteurs van de Centrale Re
cherche en de inspecteur van het bureau
Raampoort te Amsterdam hebben gister
avond met eenige rechercheurs en agenten
een inval gedaan in een perceel aan de
Lauriergracht bij de Lijnbaansgracht, het
welk in gebruik Is bij liet Werkloozen
Strijd-Comité en dat als het centrum kan
worden beschouwd van de communistische
cel van de Jordaan. Het benedenlokaal en
de belétage van het huis in kwestie, dat
zeer smal is. worden gebruikt voor het hou
den van vergaderingen; de overige ruimte
wordt niet benut. Het doel van den inval
was, te onderzoeken of in dit perceel din
gen gebeurden of zaken aanwezig waren,
die een ingrijpen der politie noodzakelijk
zouden kunnen maken.
Bij het binnentreden constateerde men,
dat eenige mannen in vergadering bijeen
waren. die. ofschoon zij zich over het onver
wachte bezoek zeer verwonderd toonden,
geen enkele poging deden om zich daarte
gen te verzetten. Ook het verdere onder
zoek. dat in het huis werd ingesteld, lever
de geen enkel bezwarend feit op, zoodat de
politfe weer onverrichterzake kon terug-
keeren.
WOENSDAG 1" JANUARI
Hulzen. NCRV. 296.1 M. 8 00—8.15 Dtn-
Schriftlezing en meditatie. 8.15—9 30 v m.
Morgenconcert. 1U.10.30 v.m. Zang door
het N.C.R.V. Dameskoor. 10.30—11.00 ^.m.
Morgendienst - oor Da. J. A. Schep. Geref.
Predikant. Bussum. 11.00—12.00 v.m. Lie
deren-recital door Annie de Zeeuw-Slieien-
drecht, sopraan Aan den vleugel: Ro van
Hessen. 12.15—2.00 n.m. Concert door oen
kwintet, olv Piet v. d. Hurk. 2.00—2.80
n.m. Concerto No. 4 in G.majeur. Op. 55. L. v.
Beethoven. 2.304.30 n.m. Vioolduetten
door G. Beths en L. de Graaff. P. Halsema. or
gel en piano. 5.00—6.00 n.m. Kinderuurtje
door Mevr. L. M. v. d. Veer—v. Engeland.
6.006.30 n.m. „Vertelhalfuurtje
DE VEILING VAN VALSCHE
FRANSCHE KUNST
Naar wij vernemen is van de zijde der
Justitie een onderzoek gelast inzake het be
kende geval van den verkoop van moderne
Fransche schilderijen bij de firma Mak te
Amsterdam.
Naar een te Parijs wonend en thans Ie
Laren vertoevend kunstschilder ons heeft
medegedeeld, is hij hieromtrent gehoord
door den inspecteur bij de recherche. Om
trent he) onderzoek zal een rapport wor
den uitgebracht, waaruit zal moeten blijken
of er aanleiding bestaat tot het instellen
van een gerechtelijke vervolging tegen be
paalde personen.
ACHTERVOLGING VAN 2 INBREKERS
In den afgeloopen nacht betrapten twee
agenten op de Prinsengracht te Amsterdam,
twee mannen, die een hek. toegang gevende
tot de achteszijde van een perceel in de
Vijzelstraat, hadden verbroken.
Toen zij zich ontdekt zagen, namen de
mannen de vlucht, achtervolgd door de agen
ten. Tijdens deze achtervolging loste een
der verdachten een schot, waarop een der
agenten eveneens een schot loste. De man
die geschoten had, werd op het Amstelveld
door de agenten gegrepen. De andere
dachte wqrd later eveneens aangehouden;
hij had zich onder een auto verborgen.
Beide verdachten waren in het bezit van
een dolkmes; een hunner had bovendien bij
zich een alarmpistool, sleutels en een
fleschje peper. Een winkelier uit de Vijzel(
straat gaf later kennis, dat zijn winkelruit
Is gebroken, vermoedelijk tengevolge van
het schieten hiervoren vermeld.
DE DOODELIJKE DAMP.
Te Gouda werd de 14-jarige S., werk
zaam in de autolak- en spuitinrichting
van de fa. v. d. Weyden aan de Nieuw-
steeg, door 't Inademen van benzine-dam
pen onwei. Vóór de werkplaats zakte hij
ineen. Voorbijgangers namen den knaap op
en brachten hem in het kantoor van de fa.
v. d. Weyden, waar een geneesheer hulp
verleende. Nadat de knaap weer was bij
gekomen, werd hij per auto huiswaarts
vervoerd.
BRANDEN.
Te Amersfoort is door het bijvullen
van benzine in een auto met behulp van
een brandende lamp brand ontstaan in de
garage gehuurd door den heer Kuit, hande
laar in manufacturen in de Teut. De ga
rage, alsmede de geheeie inventaris brand
de totaal uit. De schade, die uiet door ver
zekering gedekt wordt, is aanzienlijk. De
brandweer, die spoedig ter plaatse w.as ver
schenen, bestreed het vuur met twee stra
len op de waterleiding. Men slaagde er ten
slotte in de belendende garages te behou
den.
Te Hengelo (G.) is de boerderij van
Gerritsen, door het omvallen van een petro
leumlamp, afgebrand. Een varken is ver
brand. Alles was verzekerd.
Te Neder weert (L.) is de boerderij
van den landbouwer Marcus afgebrand.
Ken zeug met biggen, enkele andere var
kens en een koe zijn in de vlammen om
gekomen. De inboedel en de oogst gingen
verloren. Verzekering dekt de schade.
he
m. Cu ruis
Ned. Chr.
.00—9.00
Mandoline-Ensemble „Onder Ons", te An.stnr
dam. Directeur: L. A. KUiln. 9 009.20 n.m.
Ds. F. G. Petersen. Onderw. „Voortvaren".
9.209.30 n-m. rnmofoonmuziek. 9.30—
11.00 n.m. „Amsterdamsch Salon-orkest".
10.10 n.m. Vaz Dlas. 11.00—11.30 n.m. Gra-
H I 1 v e r a
muziek.
bedrijven. 12.01 Klein-orkest. 2.00 Vrou
wenuurtje. 3.00 Voor de kinderen, 5.30
De Flierefluiters. 6.00 Veilig verkeer.
6.05 De Flierefluiters. 7.00 Actueele aller
lei uit de arbeidersbeweging. 7.20 Strijk
trio. 8-UU De Vakbeweging IX. 8.20 Or
kest 9 00 Tooneel. 11.00 Vaz Dlas.
11.10 Gramofoonmuzlek
V.P.R.O. 10 00 Morgenwijding.
R.V.U. 6.30—7.00 Prof. Dr. B. G. Escher over
„Aardbevingen, mede In verband r
ste gebeurtenissen in Limburg
Brabant"
(Vlaamsche uitzending) 337.8 M.
12.20 Concert. 1 30 Gramofo<
mofoon. 6 50 Concert 8 20 Concert
9.05 Piet Selens draagt voor. 9.20 Vervolg
Fransche Ullzenc-lng 509.3 M. 12.20 Gramofoon
1.30 concert 5.20 Gramofoon. 6.35
concert. 7.20 Mevr. Teugels zingt. 8.20.
Gramofoon. 9.20 Concert
laven try (Nat.) 1554.4 M. 12.20 Orgelspel.
1.05 Orkest 1.50 Gramofoon. 3.50
Sted. orkeot van Bournemouth. 5.05 Orgel
spel. 8 20 BBC-Theater-orkest. 9.40
„Strange Music". 9.55 ..Holfmann's vertel
lingen" met muziek. 10.55 Plano-recital.
lalundborg 1153.8 M. 11.20 Uitzending
voor de scholen. 12.05 Concert. 2 20 Con
cert 4.20 Gramofoon. 7.21 Moderne Ope
rettemuziek. 8.50 Gramofoon. 9.10 ri&-
nomuziek. 9.5» Russische Opera-muziek
LÖnigswueteitfaueen 1634.9 M 1.ÏB
Gramofoon 2 20 Radlo-tooneel. 5.15 Agnes
SchulzLicht erf eld zingt liedei
angenberg 472.4 M. 6.25 Gramofoonmu-
ziek. 1120 Populair Concert 12.20 Or-
kestconcert. 7.20 Relchsgrllndingsfeier. t
8.20 Concert
ondon Keg. 355.9 M. 12.20 Balla.
1.35 Orgel. 2 353.20 Concert 3.60
Orkest. 6 05 Orgel. 6.50 Concert 8.20
Vaudeville-programma. 9.20 Concert
varsch
Populair
9.05 Gramofoon. 9.20
VollerHge programma's In
de Omroepgids Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad: 4 gld. per half jaar of
18 ct per week Ned. Chr.
Radio Vereeniging, Voog-
lenzang, Ede Draagt bij ia
de omroepkosten.
AUTO-ON GELUKKE N
Te Amsterdam had op den hoek van da
Nicolaas Beetsstraat bij de Jacob van Len-
nepstraat een botsing plaats tusschen twee
personenauto's. De chaffeur van den gekan-
telden wagen is ter onderzoek gebracht naar
het W'ilhelminagasthuis, omdat hij klaagde
over inwendige kneuzingen. De materieels
schade is aanzienlijk.
GEHEIME ZENDER.
Zondagmiddag heeft de politie te Ensche
dé bij vijf personen een inval gedaan ter
opsporing van een geheime zender, die dik
wijls uitzendt en daarbij reclame maant
voor neringdoenden. De pogingen van de
politie hebben tot nog toe geen resultaat
opgeleverd.
ZWIJNEN IN EEN LUXE AUTO
Bij Laybosch (N.-Br.) kwam een Neder-
landsche luBe-auto met groote vaart de
grens over.
In de bocht van den straatweg reed deze
auto in volle vaart tegen een bierwagen op,
bespannen met een paard. Het paard werd
onderst boven tegen den grond gesmakt.
De auto zwenkte door, doch reed daarop
met groote kracht tegen een paal op. De
twee inzittenden sprongen uit den wagen
en liepen er hard vandoor. De Belgische
gendarmen namen den wagen in beslag en
vonden niet minder dan27 varkens
opeen geperst in het luxe-interieur. Ramen
en deuren waren afgesloten. Het vervoeren
van varkens op deze wijze schijnt thans
de nieuwste methode. Het vervoer gaat
sneller en met meer kans op succes kan
men de kommiezen ontgaan.
Tal van personen worden er voorts re
gelmatig aangehouden die met varkens in
zakken en manden op de fiets door de bin
nenpaden over de grens trachten te komen-
EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA
Door A E. SOUTHON
Naar het Engelsch bewerkt door
1. J. P. B.-V.
„Moshala!" Kwangu stootte zijn naam kort
uit „Je bent leelijk gewond. Maar Keshona
is hier wil je toestaan, dat hij met zijn
geneeskrachtige kruiden het beter maakt?"
De vorstenzoon draaide zich om en keek
naar het grijnzend gezicht van den priester.
Hij doorzag de list en ontweek haar welbe
wust, toen hij antwoordde:
„Ik weet niet wat ik liever deed, dan dien
hond toe te staan, aan mijn arm te knoeien!
Keshona is een valsche priester. Hij dient
zijn goden niet oprecht; hij zoekt zijn eigen
Voordeel en speculeert op de bijgeloovigo
fngst van zijn slachtoffers- Ik ga naar een
tnari, dien het ernst is met zijn priesterschap
en, die zijn God oprecht vreest naar den
zendeling".
Hij hield zijn gewonde arm stevig tegen
zijn breede borst geklemd, en zoo liep
Moshala, zonder verder één woord te zeggen
uit de bijeenkomst, kroop door de lage deur
en richtte zijn schrede naar de hut, die zijn
vrouw nauwelijks drie uren tevoren ver
laten had.
Bittere haat tegen zijn halfbroer vervulde
rijn hart en Twala's leven zou ongetwijfe'd
hiH veilig geweest sijn, wanneer hij Moshala
was tegen gekomen op zijn weg naar den
blanken priester. Voor Keshona had hij
slechts verachting zooals een leeuw of een
jakhals de prooi verachten, die hen te
vies is.
Gelooven in den god van den blanken
priester deed hij piet Hij kende hem trou
wens niet Uit woede tegen den eigen pries
ter had hij zich gewend tot den man, die
een anderen God kwam verkondigen. Hij
had de zijde van den zendeling gekozen,
tegen Hen koning en diens aanhang, omdat
hij, zelf een gaaf karakter, kon aanvoelen
de onbaatzuchtigheid van de Noordaa's. De
eersto groote stap op den weg, die voerde
van de lieidensche gewoonten af, had hij
gezet. In de verste verte kon hij niet ver
moeden tot welke gevolgen zijn onberaden
impulsieve daad hem zou brengen.
HOOFDSTUK V.
Twala, de listige.
Het verbaasde stilzwijgen, dat de ver
zamelde opperhoofden bevangen hield, werd
niet eerder opgeileven, dan toen Moshala's
lijzige gestalte het paleis verlaten ha<!
's Konings zoon had openlijk beleedlgemle
woorden gesproken jegens zijn aderen den
priester, op het fronsen van wiens wenk
brauwen alle man in Kwangu's stad vrees
don met groote vrees. Zij begrepen niets
van den jongen man, noch van zijn mo
tieven. Het feit op zichzelf boezemde hen
ontzag in en met angstige spanning zagen
zij tegemoet, boe de koning het zou opnemen.
Kwangu lag languit in zijn kussens, en
minutenlang verroerde hij zich niet. Hij zelf
had ook eonigen tijd noodig om zich te
realiseeren, wat er gebeurd was en hoe zijn
houding zou zijn tegenover een gebeurtenis
als deze, die haar weerga- nog niet gevonden
had. Zijn hooge leeftijd en zijn drankzucht
beletten hem snel te denken. Nooit was hij
tegengesproken geworden, zoo oud als hij
was, en het viel hem niet gemakkelijk het
ongelooflijke te gelooven, dat een man, en
dan nog wel zijn eigen zoon, tegen hem was
opgestaan.
Langzaam echter drong de werkelijkheid
van het gebeurde tot hem door. Maar toen
was Kwangu ook schrikwekkend om aan te
zien. Een opflikkering van vroegere veer
kracht deed hem plots rechtop staan. De
woede, die zich van hem had meester ge
maakt, scheen hem als het ware uit te rek
ken en deed hem wanstaltige vormen aan
nemen- De anderen van zijn dikken kop
zwollen op en zijn zwaargebouwde nek zette
uit Hij deed een poging om te spreken,
maar zijn stem stokte in zijn keel en in een
vlaag van verbijstering greep hij met zijn
zware handen naar zijn keel, terwijl zijn1
oogen woest in de kassen rolden. Zijn woedde
belette hom nog steods te spreken en daar
om bogun hij zich op de breede borst te slaan
riet geluid daarvan dreunde als doffe ha
merslagen door de ruimte.
Niemand durfde een vin te verroeren. Hun
instinct waarschuwde hen er voor op te
passen, dat Kwangu's ongebreidelde harts
tocht niet een hunner tot haar slachtoffers
zou uitkiezen, voordat de aanval van razer
nij was geweken. Zelis Keshona, de priester
stond als aan den grond genageld. Menig
maal had hij al een driftbui van Kwangu
meegemaakt. Voor zijn eigen kwade oog
merken had hij vaak welbewust de woede
van den vorst geprikkeld, om hem razend te
maken op den een of ander, die de priester
wildo wegruimen. Maar zooals hij nu was,
had Keshona hem nog nimmer gezien, en de
wetenschap, dat hij zelf de oorzaak was ge
weest van dit alles, deed hem beven voor
zijn eigen veiligheid.
Kwangu vocht met zichzelf, als worstelde
hij met iets wezenlijks. Zijn logge lichaam
draaide en rukte en strekte hij op angst
wekkende wijze, aJsof hij probeerde iets van
zich af te werpen, dat hem gevangen hield
in een stevigen greep. Vreemdsoortige, on
gearticuleerde klanken stiet hij uit; het leek
op het brullen van een doodelijk gewonden
leeuw; 't was een sonoor gebrom, dat de
holle ruimte vervulde en iedereen uchrik
aanjoeg.
De emotie was te hevig om lang te duren.
Kwangu moest zijn zelfbeheereching terug
winnen, of anders zou hij een beroerte ge
kregen hebbben van woede. Zijn zenuwgos'tel
had geen weerstand genoeg om langen tijd
liet hoofd te bieden aan de meest tegen
strijdige gevoelens, die In hem werkten. Iets
moest hem lucht geven; een ader moest
springen, of zijn mond moest weer geluid
gevon. Er moest iets gebeuren. De spanning
was te groot en als zo langer duurde, dan
zou hij dichter bij het doodenrijk wezen, dan
ooit tevoren in zijn losbandig leven.
Wat hem zijn kalmte deed lyirvinden was,
vreemd genoeg, de jenever, die hij zoo vaak
al had gedronken. Di« had zijn lichaams
kracht ondermijnd, en die was tie oorzaak,
dat hij nu geen kans zag om zijn driften te,
beteugelen. Zijn beenen konden hem niet
langer meer dragen en hij wankelde. Zoo
lang als hij was, viel hij achterover in de
kussens en daar lag hij te hijgen en te snak
ken naar adem. De opwinding had hem
volledig uitgeput Hij voelde zich doodmoe,
niet meer in staat om te denken of zijn ge
dachten te ordenen. Na verloop van gerui
men tijd begonnen zijn oogen echter weer
vaag de verschillende vormen te onder
scheiden, en in tie verte bespeurde hij de
verschrikte gezichten van de onthutste
hoofden. Zijn herinnering kwam geleidelijk
aan weer terug. Met,een vermoeid handge
baar fluisterde hij loom:
„Ga heen!"
De hoofden hadden goen tweede bevel
noodig. Als één man verhieven ze zich van
hun zitplaatsen, bogen zich ijlings ter aarde
en verlieten vliegensvlug de zaai. En elk der
mannen voelde zich geroepen om in zijn
eigen hut aan zijn speciale beschermings
geest een dankoffer te brengen voor de boven
natuurlijke bescherming, die hij genoten
hat' tegen de woede van Kwangu.
De eenige uitzondering op die van paniek
stemming blijk-gevende vlucht uit het paie'-s
maakte Kas. ona. Nauwlettend had de
priester de teekenen van de minder worden
dt razernij rradegeslagen en bespeurd, dit
een onvermijdelijke reactie was ingetreda.i.
Kwangu zou nu, meende hij, kneedbaar ma
teriaal zijn voor heqi, als hij slechts de kans
kroeg een enkel oogenblik mai hem alleen
te zijn. En daarom talmde de priester, toen
de anderen, dankbaar, dat ze er zoo afge
komen w- ren, uit des konings nabijheid
vlu. htten. Kwangu keek op met een bene
velde, matte b' 'c on zag ht m. Maar spreken
deed hij niet en Keshona slenterde langzaam
naar de deur. Juist toen hij de zial verlaten
wilde, riep Kwangu met heesche stem hem
terug.
„Keshona, blijf hier!"
Zijn voldoening verbergend, kwam de
priester vlug terug en op een wenk van
Kwangu, zette hij zich ylak naast deze neer.
Door de deuropening achter den vorst blik
ten twee glanzend zwarte oogen scherp op
hem neer. Medalo, cl i moeder van Twala,
hield de wacht om te zien, of er ook een
kans was om Moshala uit den weg te rui
men. Kwangu's klaarblijkelijke bedoeling oin
met Keshona eenige zaken te bespreken,
deed haar een beslissing nemen. De priester
was de gezworen bondgenoot van haar zoon
en alleen Keshona en Medalo kenden
den prijs, die de vrouw had betaald aan den
omkoopharen priester, om zich van zijn hulp
te verzekeren- Met een snel gefluisterde op
merking tegen Twala, die veilig verstopt was
in de duisternis van het schemerige vor-
trek, duwde zij haar zoon de deur uiL
Twala liep langs zijn vader, die daar op
den grond lag en kwam vlak bij don priester
staan. Hij was doodsbenauwd, maar zya
moeder had hem nauwkeurig voorgehouden,
welke rol hij moest spelen en Twala had
diepen eerbied voor de listen van Medalo.
(Wo'it »ert>oI<7<fJi