ZATERDAG 14 JANUARI 1933 HET ONRUSTIGE IJMUIDEN KOCHT DE CENTRALE BOND EEN KAT IN DE ZAK? GEMENGD VOLK BIJ DE CHB. BOND II*). Federatie en Centrole Bond; dat is voor iemand, die iets van de vakbeweging weet, een vreemde combinatie. Want bij Federatie denkt njen aan de oude syndikalisten; bij Centrale Bond aan de S.D.A-P. Volkomen terecht en wanneer men dan ook van Federatie in Centrale Bond spreekt, gelijk dat in IJmuiden het geval is, dan moet men zeer beslist ook aan beide denken. En, aan den leider van de Federatie te IJmuiden. Die leider heet Brandsteker, een zeer passende naam, want in hem brandt nog het oude, syndikalistische vuur, met dien veistande, dat hij er in de Centrale Bond een haard voor gezocht heeft. Een kleine historische herinnering is vol doende. Het waren de heeren Sneevliet en Brandsteker, die eenige jaren geleden we gens opruierij en gevaarlijke opstandigheid uit Indië uitgewezen werden en dus in 't lie ve vaderland terug kwamen. Doch, met De heer Brandsteker wist zich acht jaar geleden meester te maken van de allesbehal ve sociaal-democratische Federatie van IJmuiden, van de syndikalistische-commu- nistlsche organisatie van zeelieden en trans portarbeiders in de snel-groeiende zeeplaats. Voor de werk- en werfmethoden van dezen leider kunnen we, zacht gezegd, niet veel respekt hebben; maar ieder erkent, dat hij een handig propagandist en geslepen tak- tikus is. Dat is, hoe men er verder over denkt een creditzijde van een organisatie-leider; doch dit voordeel schijnt een tegenwicht te vinden in het feit, dat de leider ook voor eigen menschen vaak een lastig man is, zoo dat het aantal ontevredenen uit persoon lijke overwegingen evengoed groeide als het ledental. Dit schijnt we moeten nu veronderstel- lender wijze spreken om een vreemd geval te verklaren voor Brandsteker motief te zijn geweest om met zijn Federatie aanslui ting te zoeken bij de Centrale Bond. En deze. verheugd over zoodanige ongedachte groei, heette de nieuwe vrienden hartelijk welkom, doch zag blijkbaar over t' hoofd, dat men wel eens een kat in de zak kon koopen. En wij gelooven, dat de kat thans haar scherpe nagels toont en de Cen trale Bond aait op een wijze, welke deze lang niet aangenaam vindt. Immers, begrijpen wij de verhouding goed, dan is het kardinale punt, dat de Federatie geen afdeeling is van de Centrale Bond, doch goeddeels eigen zelfstandigheid behield; en nu met de C.B. een belangengemeenschap heeft aangegaan, zoodat de stakingskas van de C.B. wagenwijd opengezet moet worden voor de Federatie, die daardoor sterker staat dan anders het geval kon zijn. Laten de leiders van de CB.au maar zeg gen, dat ze ook in IJmuiden leiding geven; niemand daar ter plaatse gelooft dat De lei ding is bij Brandsteker èn bij zijn commu nistische vrienden. Nu de voorbeelden, waarop wij doelden. Besloten was, dat de schepen, welke vóór 31 Dec. waren uitgevaren, gelost zouden wor den. En wij nemen aan. dat de C-B. zich aan die afspraak zou willen houden. Maar toen kwam de O.S.P. in actie, stuurde zelfs uit omliggende plaatsen knokploegen en provo cateurs ènde leiding der Federatie ging al gauw mee. Het bloed kruipt immers, waar het niet gaan kan en er smeulde nog genoeg syndikalistisch vUur uit vroeger dagen. Wét? Zou de Federatie minder revolutio nair zijn, dan de O.S.P.? Geen sprake van en men brak zijn woord! Bovendien voegde men er de onmogelijke eisoh aan toe, dat de reeders zouden zorgen een flink aantal sche pen in zee te brengen; alsof zij dit in de hand hadden. Toen men verstandig over die eisch ging nadenken, liet men deze voorwaarde dan ook vervallen; doch om de in uitzicht gestelde staking niet te verspelen en daardoor toe te ge.ven, dat de Chr. Bond de juiste taktiek had gevolgd en het best de belangen der ar- heiders had gediend, stelde men eenvoudig de eisch, dat aan het afgeloopen contract li iets veranderd mocht worden. Het is, zooals de plaat in de roode pers het weergaf doch zeker niet zóó bedoeld - de transportarbeider zegt eenvoudig en ongemotiveerd: N e el en daarmee uit. Ik zeg Ci e e, omdat ik n e e zeg. Waarom? Ja, dat wordt de puzzle, waarop het hoofdbestuur van de Centrale Bond thans zit te broeien en in de onaangename stem ming, dat Brandsteker de organisatie in een wild avontuur heeft gestort, dat geld kost, Veel geld enmet weinig kans op succes. We zijn geen hartenlezers, maar mis schien wordt het later nog wel eens open haar, dat het hoofdbestuur zegt: als we ia Rotterdam konden bereiken, wat de Chr. Bond in IJmuiden verwierf, dan hielden we een overwinningsvergadering. Doch nu moet men wel meedoen en dient er alles op gezet om de Chr. organisatie onder de voet te loopen. I stond in ons blad van 13 Januari En au zeggen we volstrekt niet, dat deze loon naar werken krijgt; maar eenige vrucht der historie is hier toch ook te ontdekken. Het staat voor ingewijden onomstootelijk vast, dat een goed aangesloten groep van Chr. arbeiders in 't begin van dit jaar het revolutionair verzet had kunnen breken, indien men eensgezind en kloek was opge treden. Het terrorisme, zooals het thans ge dreven wordt, openbaarde zich toen nog niet. Knokploegen waren nog niet gekomen. In de hal van het gelxmw der Federatie kon men nog geen opruiende en tot kwaadwillige over last aansporende proklamaties lezen. Een kleine groep eensgezinde moedige mannen, zooals we in 1903 overal en op de meest bedreigde plaatsen vonden, had het cordon kunnen breken en IJmuiden voor veel ellende kunnen behoeden. Zelfs Dinsdagavond 10 Januari ware dat nog mogelijk geweest. Als men maar door gezet had. Indien men maar had gezegd: het hoofdbestuur heeft met onze instemming het lang niet slechte contract geteekend: aan pakken, jongens! Recht gaat voor kamerado rie, met geheel anderdenkenden nog wel. Het ts niet gebeurd: de leden op wie het aankwam, hebben in het beslissende oogen- blik het hoofdbestuur in de steek gelaten. Ze zijn niet met pak en zak naar de vij anden overgeloopen, maar ze hebben toch 'enmin het revolutionaire vuur gebluscht. Hoe kwam dat? Naar onze meening, omdat er zich in de Chr. Bond te veel gemengd volk bevond. In de laatste jaren is er te weinig keur op de toetredende leden geoefend. Zij, die een persoonlijke kwestie met Brandsteker hadden en, hun aantal groei de meldden zich bij de C h r. Bond, doch zonder in te stemmen met de beginselen van die organisatie. Ze zijn aangenomen als lid en de Chr. Bond is meer in de breedte dan in de diepte ge groeid. Maar, dat geeft geen kracht. Dat i9 zwakheid. Want nu het er op aan kwam, zeiden velen van de gemengde hoop: wat. zou ik naast de reeders, onze natuurlijke vijanden gaan staan en mijn medearbeiders in de steek laten, Dót doe ik niet. Ik wil geen strijdbre- ker zijn. Zoo echter werd de eendracht in de Chr. organisatie gebroken en zal het bestuur moe ten komen tot een pijnlijke, maar tevens heilzame operatie. Voorzoover we in deze dingen juist zien, hopen we. dat allen tot bezinning zullen ko men, doch vooral, dat de organisatie, die zoo dicht bij ons staat, de lessen en conclusies zal trekken, welke zich opdringen. Eendracht is meer dan brooze macht Gemengd Nieuws. ERNSTIGE AUTOBOTSING ZES PERSONEN GEWOND Vrijdag is tusschen Rinkerode en Dren- steinfurt (Duitschland) een Nederlandsche auto, afkomstig uit Hengelo, welke met vijf passagiers op den terugweg van de te Dort mund gehouden zesdaagsche wielerwedstrijd was, in botsing gekomen met een uit de rich ting Munster komenden autobus, waarin twintig leerlingen van de landbouwschool uit Epe zaten. De autobus sloeg om. De Ne derlandsche auto sloeg 50 meter verder over den kop. De vijf passagiers van den Nederlandschen auto en een leerling van de landbouwschool werden gewond. De overige leerlingen liepen door glasscher ven lichte verwondingen op. 'Omtrent dit ongeluk vernemen wij aader uit Hengelo (O.) dat het hier betreft een luxe wagen, toebehoorende aan de taxionder neming van G. J. Nieuwland, aldaar. Deze auto zou van achteren Moor de autobus ijn aangereden. De inzittenden waren de heeren Wegink, Schouwink, Ter Welle en Wilmink allen uit Hengelo en een ingezetene van Enschede. Hun verwondingen blijken niet van zulken ernstigen aard te zijn. als aan vankelijk werd gemeld. Zij konden allen, na ter ülaatse te zijn verbonden, naar huis terugkeeren. De auto is geheel vernield. ERNSTIG MOTOR-ONGELUK Op den Nieuwenweg te Poeldijk wilde de wielrijdster mej. v. d. K. toen haar een auto was gepasseerd, den weg oversteken. Achter haar naderde 'n motorrijder en door signalen die gegeven werden ging de wiel rijdster twijfelen, zoodat zij slingerend over den weg reed. Het gevolg was dat de motor rijder in volle vaart tegen de wielrijdster reed. Deze bleek de zuster van den motor rijder te zijn. De heer v. d. K. kwam onder zijn motor te liggen en bekwam een schou derfractuur, benevens een hersenschudding. Nadat een geneesheer een voorloopig ver band had gelegd, is de man naar het zieken huis te Den Haag vervoerd. De wielrijdster bekwam slechts lichte ver wondingen. STAKINGSONLUSTEN IN ZWOLLE'S OMGEVING Stakers van Reinders Oliefabrieken te Zwolle hebben onrust verwekt in Zwolle en omgeving. Niet alleen zijn in de woning van een werkwilligen chauffeur de ruiten inge slagen, maar eenige boerderijen in de buurt schappen Dieze en Spoolde werden door stakers met brandstichting bedreigd, wan neer de bewoners nog langer als onderkrui pers werken. Ernstig is de zaak te Nieuwleusen gewor den. Toen een aantal werkwilligen 's avonds onder geleide van marechaussees daar terug keerde, had zich een vijftigtal stakers en communisten opgesteld, die het uit Zwolle komende gezelschap met steenen ontving. De marechaussees trachtten de menigte uit een te drijven, waarbij het tot een formeelo vechtpartij kwam. De marechaussees moes ten eenige schoten lossen, om de stakers en onruststokers uiteen te drijven. Een per soon werd gearresteerd. Een auto, waarin de stakers naar Nieuw leusen waren gekomen en die zij in den steek moesten laten, is in" beslag genomen Nader wordt ons uit Zwolle gemeld: De politie is op verdere relletjes voorbe reid. Werkwilligen uit Hattem en Wezep zijn ook bedreigd. Bij Hoekman, een der nlet-stakers, wonen de in de v. Rossumstraat te Zwolle, werden de ruiten ingegooid. Vervolgens bombar deerde men de bewoners met een groot aan tal roode kooien. Het is voor de werkwilligen te Zwolle schier onmogelijk de fabriek weer in te gaan. Hun leven wordt bedreigd. De eigenlijke stakers hebben aan deze wandaden geen schuld. Het is echter te venvachten, dat door een en ander hun •strijd wordt benadeeld. In de fabriek der NV. Reinders wordt thans met twee ploegen gewerkt; men denkt spoedig weer met drie ploegen te be ginnen zoodat dan ook des nachts weer gewerkt wordt. DE BRAND OP DE ATLANTIQUE De Burgemeester van Maassluis, de heer Domisse heeft Vrijdagmiddag de drie leden van de bemanning van de „Lauwerszce", die aan boord van de Atlantique waren, ten stad huize ontvangen. Ten stad huize was een schrijven ontvan gen van een welgesteld Amsterdammer, van welks schrijven voorlezing werd gedaan. Er was een flinke gratificatei ingesloten die aan de drie mannen overhandigd werd. Zij verzochten den burgemeester den gever hun dank te willen overbrengen. JONATHAN SWIFT (1667—1745) De Britsche schrijver Jonathan Swift werd te Dublin geboren, en dat wel onder zeer zorgelijke omstandigheden: zijn vader over leed eer hij het eerste levenslicht aan schouwde. Het kostte dan ook veel moeite om hem „op studie" te doen, en misschien nog meer, om hem in den zadel te helpen, toen eenmaal zijn universitaire opleiding was voltooid. Hoewel zijn neiging in de richting van het kerkelijk ambt ging, later is hij eerst predikant in een vrij onbe langrijke gemeente, en tenslotte deken der Engelsche Staatskerk geworden werd hij eerst particulier secretaris van een ver bloed verwant, den ook in ons land wel bekenden Sir William Temple, die eenigen tijd Britsch gezant te 's-Gravenhage geweest is. Ten huize van dezen Sir William kwam Swift in aanraking met Esther Johnson, aan wie hij on<jer het pseudoniem „Stella" o.m. zijn dagboek gewijd heeft. Zijn verhou ding tot deze jonge vrouw heeft veel raadsel ach tig* gehad en later onderzoek van ge schiedkundigen is er niet in geslaagd, dij voldoende op te helderen. Toen zij in later jaren op een huwelijk met Swift aandrong, en daarvoor had zij alleszins geldige mo tieven, geraakte bij in groote opgewonden heid, en stemde ten slotte slechts daarin toe, op voorwaarde dat deze verbintenis een geheim karakter zotl dragen. De huwelijksbevestiging had in 1716 plaats, in Swift's eigen huis, en werd verricht door den Bisschop van Clogher. Onmiddellijk na deze ceremonie gaf Swift blijken van een zeer bijzondere geestesgesteldheid. Hij snel de zijn woning uit en begaf zich in groote haast naar het Paleis van den Aartsbis schop, met wien hij een geheim onderhoud had, hetwelk meer dan een uur duurde. Een van Swift's vrienden trad onverwacht het vertrek binnen, waar beide mannen zich bevonden .waarop Swift geheel buiten zich zei ven de deur uitsnelde. De binnengekomene, die zulk een storing veroorzaakte, vond den Aartsbisschop hevig bewogen en in tranen. Op zijn vraag, wat hiervan de reden was, antwoordde deze hem: Ge hebt zoo juist den meest rampza ligen inensch ter wereld ontmoet, maar vraag mij nimmer, wat die oorzaak van zijn rampspoed is." De aard van het aan den Aartsbisschop toe vertrouwde geheim is nimmer uitgelekt, deze kerkvorst heeft het mee in zijn graf genomen. Wij achten het beter, de veronder stellingen, welke hieromtrent voor en na geopperd zijn, op deze .plaats maar niet naar voren te brengen. Het is dikwijls ge- wenscht, de verborgen zijde van het leven van een bijzonder mensch niet te veel in, het daglicht te trekken. Swift heeft zich zeer druk bewogen op het politiek tooneel zijner dagen. Eerst streed hij aan de zijde der Whigs, en vervolgens koos hij partij voor de Tories, omdat de Whigs zich niet bekommerden om kerke lijke aangelegenheden en hem ook persoon lijk veronachtzaamden. Zijn felle politieke pamfletten bezorgden hem veel vijanden, maar nog meer aanhangers en bewon deraars. Als eenige belooning voor de vele diensten door hem aan de Tories bewezen werd hij benoemd tot „dean" (deken) te Dublin. Welk een scherp en stekelig mensch hij kon zijn, blijkt voldoende uit de wijze waarop hij den jurist Bett es worth bejegende, die voldoening van hem kwam eischen een spotdicht, waarmede Swift hem belache lijk had gemaakt. Hij drong binnen in des sohrijvers woning en stelde hem woedend de vraag: „Bent u de auteur van dit ge schrift?" Swift antwoordde, met zeer veel koelheid* „Meneer Bett es worth, ik heb in mijn jeugd met groote advocaten omgegaan. Zij kenden mijn aanleg voor satire en gaven mij den raad, tegenover eiken schurk of stommeling, dien ik gehekeld had en die mij een zelfde vraag zou stellen als u zooeven, mijn auteurschap te loochenen! Derhalve verklaar ik u dat ik niet de auteur van dit geschrift ben." Toen na den dood van Koningin Anna de partij der Whigs aan de regeering kwam trok Swift zich terug naar Ierland waar hij de rest van zijn leven doorbracht in groote verbittering. Hij stelde veel belang in ler- sche zaken hoewel hij niets met de Ieren op had en zijn verblijf in hun land als een soort ballingschap beschouwde. In zijn po litieke geschriften werden de Ieren door Swift nimmer gevleid; hij schreef de ellen dige toestanden in hun land toe aan hun eigen ondeugden. Toch bleek ook zeer goed hoeveel medelijden hij met hen had. In 1726 verscheen „Gulliver's Travels", zijn meest bekende werk, een satire in vier deelen. Swift verklaarde, dat hij dit boek had ge schreven, „meer om de wereld te kwellen dan om haar te vermaken." In 1727 bezocht hij Engeland voor de laat ste maal. In het jaar daarop overleed „Stel la". Zijn leven versomberde meer en meer. De vrees voor krankzinnigheid, die hem zijn geheele leven had vervolgd, werd 6teeds drukkender. Toen hij, in gezelschap van een vriend, op zekeren dag voorbij een verdor den eik ging, verklaarde hij: Ik ben als die boom, ik zal van boven sterven!" Znij gemelijkheid en misanthropie namen tegen het einde van zijn leven meer en meer toe. Tenslotte werd hij inderdaad krank zinnig en overleed vijf jaren later. Zijn karakter was somber en allerminsi aantrekkelijk. Hij was zeer trotsch en voel de daardoor de armoede van zijn jeugd en zijn afhankelijkheid van anderen des te scherper. Zijn pen was scherp, en hij ontzag zich niet in zijn geschriften tegen politieke tegen standers zeer persoonlijk te zijn. Meer dan eenig ander slaagde hij er in om het volk die zijde te doen kiezen, welke hij in zijn geschriften op meesterlijke manier had ver dedigd. Swift was zeer milddadig en besteedde veel van zijn Inkomen aan liefdadige doeleinden Toen zijn testament werd geopend, bleek dat hij al zijn vermogen had nagelaten aan den staat, om er een inrichting van m het leven te roepen voor idiioten en krankzin nigen. Hij had er deze „pil" aan toege voegd! Hij gaf de wein'ge weeld' die hij bezat, Om voor dé gekken eén tehuis te bouwen. En zoo, satirisch, elk te doen aanschouwen: Dat er geen natie dit zóó noodig had! Eerste Hulp 4" Om in het gezin aan groot en klein, dadelijk hulp te kunnen verleenen hij Brandwonden en Snijwonden en alle andere Huidverwon dingen, is het zoo veilig thuis altijd bij -Ie hand te hebben een doos of tube r PU ROL MOORDAANSLAG TE NIJMEGEN Vrijdagmiddag te omstreeks vier uur heeft zekere H., chauffeur, een moordaanslag ge pleegd op zijn vrouw in de Passage aan de G-oote Markt te Nijmegen. H. stak de vrouw met een knipmes in den rug, waardoor de rechterlong van het slachtoffer, dat bewusteloos ineenzakte, werd getroffen. Zij werd door omstanders opge nomen en is per ziekenauto naar het St. Canisiusziekenhuis vervoerd. Haar toestand was s avonds levensgevaarlijk. De man is onmiddellijk naar het politie bureau geloopen, waar hij alles bekende, Hij verkeerde in zeer opgewonden toestand. Het mes, waarmede hij de vrouw had gestoken, heeft hij weggeworpen. Het echtpaar H. was in een echtscheidings procedure gewikkeld. MOTORRIJDER GEDOOD Vrijdagmiddag te omstreeks half zes heeft op den Utrechtschen weg bij Arnhem een doodelijk verkeersongeval plaats gehad. Ter hoogte van De Brink op het steile gedeelte van den weg, waar deze een bocht maakt, is een motorrijder in botsing gekomen met een hem tegemoetkomende auto, bestuurd door den heer S. uit Oosterbeek. De motorrijder, de 23-jarige rijwielreparateur H. A. Michels uit Renkum, was op slag dood. Het ongeluk schijnt te zijn veroorzaakt, doordat de motor rijder zeer slecht licht op zijn motor had. Ongeveer op het midden van den weg heeft de auto hem van voren gegrepen. Het tramverkeer naar Oosterbeek en dat van den Nederlandschen Buurtspoorweg naar Wageningen ondervond tengevolge van het ongeluk ongeveer een half uur vertra ging. WOESTELINGEN Te Venlo werd met zeer veel moeite een 34-jarige dronkaard gearresteerd, die nog drie vonnissen tegoed heeft. Tegen een werklooze, wien den toegang tot den burgemeester was ontzegd, moest de politie optreden. De man ging een der poli- tie-agenten te lijf, waarop een worsteling ontstond. De woesteling werd overmand en opgesloten. Land- en Tuinbouw. DE 100.000 SPEENVARKENS Men schrijft ons uit Amsterdam: Waar moet men met de jonge biggen heen? Het loont niet ze op te tokken, riet schijnt niet mogelijk ze te verwerken in worst en dergelijke melange's. Nu zijn er wekelijks 4U0Ü stuks, waar mee men geen raad weet, en is ernstig be sproken ze eenvoudig al te maken, zonder dut het vlcesch zal worden geconsumeerd. leder vindi dat verschrikkelijk Maar mand schijnt toch te weten wat men ^.nders niet deze kleine krulsiaarjes moet begin- Er is gevraagd aan Amsterdam, dat nu eenmaal een groote slokop is. zooiets als de schrokkige Gijs uit ons kinderboekje of er plaats was voor dit leger varkentjes. En oppervlakkig zou ieder zeggen, daar is vol doende plaats. Bij een leger van 40.000 werkloozein, die het niet te breed hebben, moet men toch voorzichtig wezen met hei vernietigen van levensmiddelen. 't Scheen bij nader bekijken van het ge val toch minder eenvoudig en bij bereke ning van alle kosten: vervoer, keur en slachtloon. minder goedkoop. Er was dus groote neiging om de varkens niet toe te laten. De besprekingen met de Vakcentrales hebben er echter toe geleid dat in elk ge val een proef zou worden genomen. Men zal aan de besturen gelegenheid geven mei het bereide product kennis te maken, en dan een weg zoeken, om althans een deel van het varkensleger te brengen tot zijn natuurlijke bestemming. Men heeft de hoop, dat als men in Am sterdam slaagt, ook elders een poging zal worden beproefd om vernietiging die geen enkel nut doet, te voorkomen. Een nader bericht luidt: De Nederlandsche varkenscentrale is er in geslaagd, voor een gedeelte der aange kochte 100.000 speenvarkens een bestem ming te inden, waardoor deze beesten niet vernietigd behoeven te worden. De speen- Radio Nieuws. ZONDAG IS JANUARI. Huizen. (296 M.) N.C.R.V. 8.30—9.30 Morgen wijding door Ds. J. Jeronlmua. Mevr. Bergh— van Lunteren. sopraan. 1. Zinge 6. Zingen: Tehuis, wa. (J. d. H. No. 88) toespraak. 8. Zingi 9. Dankzegging. lu i veler woning (J. d. Lak over Joh, 14 2a. n niet verandering ivf 7. Tweede gedeelte Ut ml: Gez. 174 --■■ ZingenDe (J. d. 1. C 5. Gramofoonmuziek. 5.5o. Kerkdiei Keik), Spul oonplaat. tust bil het u Dankgebed. MPHPPH 1 en Fa. 72). 7. Tekat: Matth. 11 16—19. - Eerste gedeelte der prediking. 9. Zing' Gez. 205 1. 2 en 3. 10. Tweede gedee der piedlk'ng. 11. Dankgebed. 12 Zin. gen: Gez. 241 - 2. 13. Zegenbede.- gelapel. Daarna tot 7.45 nm. Gramofi MAANDAG, 16 JANUARI. Huizen. (296 M.) N.C.R.V. 8—8.15 Meditntlt 8 15—9 30 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst Da. Lokhorst. 11.00— Lezen Chr. Lectuur. 11.30—1200 ürami. muziek. 12.1512.30 Gi uniofoonmuziek. - 12 30—2.00 Orgelconcert door Jan Zwart. 2.00—2.35 Uitzending voor scholen. Ds. F. MeUater ..Gregorius van Nazianze» en Grego -2.'46 Grumofoonmu ziek. 2.45—3.15 Wenken 3.15—3.30 Cursus knippen e —3.45 Cursus st..f 1.00—5.00 Bijbelle; en hoedenmal ■MPIDs. P. Nomes. 5.ÖÖ—6.3Ö Het Stichtach kleinorkest. 7.30 Vragenuurtje. 7.45—8.00 Persberichte! rerslu.reah 8.00—10.05 Coiiret door Almelo's Chr. Mannenkoor. 9.009.3 J. Dols. „Pinda's en onze Chineesche Plndm 10.15—11.3 (1875 M.) A.V.R.O. 8.01 Gramo Hilversum foonmuziek. 10.15 Gramo Flink drarg •u.0110.15 Morgenwijding, luziek. 10.30—11 Richt r. 11.0012.00 Orgelcoti ecital door Annie i 1.30—2.16 Pi- zijn orkest. 4.30 Causerie door Max Tak. 5.30 Orkest. 6.30—7 00 Boekenhalfuur d Roel Houwipk. 7.00—7.30 Gramofoonr ziek. 7.30—8.00 Lezing door Prof. A, M Sprenger. 8.059 00 Dajos Bcla kest. 9.00—9 15^ Het IJtreehtscl o.l.v. Karin Kvv ngren. 9.16- MÊ 9 45—10.00 Vrouwenkoor. 1*0.0011.00 Omroepork 11.05—11 30 Omroeporkest. 11.3012.00 Grj mofoonmuziek. Brussel (337.8 M.ï (Vlaamsch,e uitzending 12.20 Concert. 1.30 Gramofoonmuziek. - 5 2D Concert 6.05 Kinderuurtje. 6/ cert 8.20 Concert. 10.30 Gramofi (Fransche uitzending) (509.3 M.) 12.20 Oraiti foonmuziek. 5.20 Concert. 6.50 Gramo foonmuziek. 8 20 Concert. 9.05 Gramo» foorynuziek. 9 20 Concert Kalundberg. (1153.8 M.) 11 20—1.20 Strijk orkest 2.504.50 Omroeporkest. 9.00-« 9.35 Omroeporkest. 9.5010.20 Strijkkwartet Kön Igs wust Gramofoonmu: S.50 Concert - .50 Cello-recital. pulair concert )a ven try (1554.4 M.) 10.35 Godsdlenstoefel ning. 12.20 Concert door Haydn Heard. -J 1.20 Orgelconcert. 2.05 Concert 3.20 So| nate-recltal. 4.06 Concert Schotsche studl orkest. 4.60 Concert. 8.20 „Hear, heai een radio-revue. 9.56 Kamermuziek iRegio al (356.3 M.) 12.20 Concert 1.50 Gramofooi a r s (Eiffel) (1445.8 M.) 7.50—9.20 Solisten en vocaal-concert. 'arös (Radio) (1724 M.) 12.20 Concert 12.50 Gramofoonmuziek 1.25 Concert. 7.- Concert 8.20 „La grande Duchesse de G<i« rolsteln" operette van Offenbach. Varachau. (1411.8 M.\ 4.20 Kamermuziek.- 5.20 Populair concert 6.10 Diversen Volledige programma's la de Omroafigids Duidelijk» foto's; best verzorgd Radio blad: 4 gld. per half jaar 01 18 ct per week Ned. Chr, Radio Vereeniging, Voog lenzang, Ede Draagt bij i de omroepkosten. varkens, welke de volgende week door de varkenscentrale afgenomen zullen worden,1 zijn bestemd voor consumptie in export. Zij zullen worden vervoerd naar eenige fa-I brieken in ons land, die voor den export werken, en op de buitenlandsche markt1 worden gebracht. Het betreft hier eenige. duizenden speen-, varkens. Omtrent een regeling voor de ovel rige dieren is nog nie s bekend; met de plaatselijke crisiscomité's is men nog niet tot overeenstemming gekomen Tot nu toe( is echter nog geen enkel speenvarken vew nietigd. AARDAPPELPRIJZEN Op Goeree-Overflakkee besteedt men voor de Eigenheimers-aardappelen 0.40—0.70 per mud van 70 kilo. Nog nooit heeft men van zulke lage prij zen gehoord in de laatste jaren. Het staat te bezien dat alle groote partijen niet zul len worden opgeruimd. DE GOD VAN HET GOUD EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA Door A E. SOUTHON Naar het Engelsch bewerkt door 1. J. P. B.-V. (11 Korte inhoud voor nleowe lozers 't Ging mei de zaken van de handelt lijd niet erg inden onder de bLan- te best bekend. Ook hun but zoo ver van lilijfplaats der andere blanken was ge- begreep niemand. )en goud Thuis net Ma. hei dit had toch een heel geldige reden, too alleen kou Stretton telkens onopge- ult Oburindo verdwijnen en er weer In was 't ook na weer. HIJ was ln *t oer- verdwaald en bij een klein stroompje «-«komen. Daar bespiedde hij een twaalf koning Kwaingu. die bezig wa- zekere Ji Giles in staat wi oesprak Stretton uitvoerig zij zouden trachten Kwangu fhandlg te maken. ...;n ander op de hoogte met ruiken der Inboorlingen, bovendien eenige goochelstukjes wel Indruk der menechen te winnen. De opperpriester Keshona was zeer verbit terd op den zendeling, die de zieken voor niets hielp. Geen poging liet hij dan ook onbenut om Kwangu tegen hem op te hitsen. HIJ beweerde dat de vele ziekte van 't laat- Jaar een gevolg was van den toorn der go- vroeg de „Kwangu vraagt, wie of de goden vertoornd heeft", zei Keshona, met een wreeden spot lach in zijn stem. „Laat de koning in zijn eigen hart zien, en nagaan, of dat zuiver is! Heeft hij de wil der goden gedaan? Heeft hij zijn macht aangewend om er voor te zorgen, dat ieder hen vreest naar behooren? Vroeger, ja maar nu Kwangu langzamer hand het rijk der geesten nadert en de dood dichterbij komt, fluisterend: Ik kom u spoe dig halen, Kwangu! is hij nu wel, zooals hij moet zijn?" „Ik hob hen trouw gediend; dat kunt gij heter weten, dan wie ook, Keshona" ant woordde de ongelukkige vorst. „Waarom is er dan een blanke man ln de stad op den huidigen dag. die een ande ren God verkondigt, en die zijn hand legt op degenen, die onze goden hebben ver worpen, omdat ze kwaad hebben bedreven? Vroeger, voordat Kwangu het water dronk van den blanken man, dat zoo prikkelt in je aderen en brandt als een vuur, vroeger zou hij niet toegelaten hebben, dat een blanke priester in zijn stad vertoefde Npen, Kwangu is veranderd, maar de goden zijn hetzelfde gebleven. Zij kunnen ook een ko-. ning verwerpen, Kwangu, en als de Dood u in zijn ijzige armen sluit, kan hij de ziel eens konings evengoed naar het geestenrijk verwijzen als de ziel van een slaaf* Kwangu is invloedrijk in de stad maar in het doodenrijk zal hij zoo mak zijn als een lam metje. Wees gewaarschuwd, Kwangu; Je hebt gespot met de goden: en de goden laten niet met zich spotten." Keshona's hooge, welluidende stem, weer klonk meedoogenloos; angst beklemde de gemoederen van de inbooriingen en dat van den vorst Welbewust ging de priester op ejjn doel af en als hij zijn verwenschingen uitte, bezielde hem steeds een soort demo nische razernij, die hem in staat stelde te spreken met een huiveringwekkende over tuiging. Kwangu zat te beven; zijn zwaar lichaam schokte bij elk woord, dat de don derende stem des priesters liet rollen. „Maar wat kon ik er aan doen? Je hebt zelf gehoord, hoe de gezaghebber me ver telde, dat ik eenvoudig had goed te vinden dat de blanke man in ons land kwam. Als Ik hem dood maak zullen zijn soldaten komen en ons opeten* Willen de goden ons dan allemaal ten gronde richten? En zoo ja, wie zal hen dan offeranden brengen? Zeg op, Keshona, wie zal het dan doen? Gij beschikt over veel wijsheid. Vertel ons, wat de goden willen!" „Verdrijf den blanken priester", antwoord de Keshona proinot „Hij zegt, lat hij ons volk heelt van zijn kwalen; maar hij be- toovert ze met de geheimzinnige tooverij Ier blanken: en daarmee heeft hij nun harten verdwaasd. Gisteren heeft hij do ziel van Gundipo, den zoon van Ola, tot zich ge trokken, zoodat Gundipo er zelf niets meer van voelde, als je hem met een mes be werkte. Het is alleen aan mijn kunst te danken, dat de ziel van Gundipo weer in zjjn lichaam is teruggekeerd". Van verdooving hadden de menschen in het land van Kwangu nog nooit gehoord en het verhaal, hoe Noordaa pijnloos een abces uit de elleboog van Gundipo had verwijderd was als een loopend vuurtje door de st gegaan. Keshona was zich er wel degelijk van bewust geweest, dat dit een ernstige inbreuk beteekenen zou op zijn prestige, en daarom had hij listiglijk van deze wijze vai voorstellen gebruik gemaakt, om het verlo ren terrein te herwinnen- Daarom prober hij deze operatie van Noordaa te gebruiken als een wapen tegen den zendoling zelf, en een machtig wapen ook. Kwangu, die al een beetje van streek was door zijn strenge vonnis, datt hij geveld hnd over den ongelukkigen Rulopi, svas juist op het punt om zijn stem te verheffen, toen uil een hoek van de zaal iemand vroeg: „Kwangu, is het geoorloofd, dat ik een woord richt tot Keshona?" De koning knikte, eigenlijk tegen zijn zin. Fluks rees een jorige vorstenzoon overeind en schreed in de richting van Kwangu, voor wien hij zich eerbiedig ter aarde boog. De priester, die zich reeds bij voorbaat had ver heugd op het behaalde succes, voelde opeen - iets van onzekerheid in de lucht hangen Deze jonge man was niemand -u..*1 re dan V. - hala, de ovdste /eon van Kwa'.gu; het w dp eenige man in de stad van Fwangu. dip r.iet bang was voor den vore:. De oude vorst was zwiir eehn *v*d. Maar zijn zoon won het toch nog van hem in lengte- Zijn forsche gestalte vertoonde 6prc-j kende gelijkenis met die van Kwangu, zooals die er in zijn jeugd had uitgezien, voor da ouderdom en drankzucht hun sporen daarop hadden gedrukt Veel kinderen had Kwangu gehad, voordat Moshala hem geboren werd, maar die allen waren gestorven in hun prilste jeugd. Moshala was de zoon, die hij gewonnen had, toen hij reeds op rijperen leeftijd gekomen was. Moshala had de licha melijke kracht van zijn vader geërfd jen bo vendien ook zijn verstandelijke gave'n, die juist in die jaren van Moshala's geboorte het best waren ontwikkeld. Toch bestond er geen goede verstandhou ding tusschen vader en zoon. Kwangu had geprobeerd zijn zoon ontzag in te boezemen. Maar de vorstenzoon had luidkeels hem uit gelachen- Als hij gedurfd had, zou hij ge weld gebruikt hebben tegen Moshala, toen hij nog in zijn vlegeljaren was. Maar «lat durven de vaders in Afrika niet en zeker niet tegen hun oudste. V weg door Ie gevaren van het Doodenrijk kan alleen gebaand wor den, wanneer er getrouwelijk veel offers worden gebracht door de zonen en als er nu een wrok post vat in het hart van de kinde ren, omdat de vader al te streng is geweest, zou dat licht kunnen leiden tot verwaarloo* zen van de offerplicht. En, hoewel Kwangu dus heel vaak lust had gehad om Mosh In te tuchtigen, was hij daarvan toch weer houden door de onbestemde angst voor de geesten uit het Doodenrijk. Dit nam even wel niet weg, dat hij Moshala ook niet te meer daarom lief had. Al zijn liefde had Kwangu overgedragen op zijn tweeden i, Twala; deze was op dat moment neergehurkt teren den muur, vlak bij de openin0, die toegang gaf tot, Kwangu's particuliere vertrekken. Twalï was een slanke jongeling, met een onbe schaafd gezicht en wreede trekken om zijn mond Een trilling was er door zijn leden gegaan, toen Kwangu Kulopj ter dood had veroordeeld, want, er waren meer vrouwer uit s vorsten harem, die zouden kunnen vertellen van geheime ontmoetingen, en ofschoon Kwangu zijn uite.ste best had ge daan om dit geheim te houden, was hij tocï niet geheel en al zeker van zijn zaak, want de vrouwen in Afrika zijn bablielziek; en vooral, wanneer hun minnaar een vorsten zoon is, zijn de verhalen van hun liefde fan tastisch en veel. Schijnbaar onder den indruk van Kwani gu s rechtpleging, leunde hij achterover tegen de deurpost; in werkelijkheid echter luis terde hij gespannen naar wat zijn mnedet hem daar door de kleine opening stond m te fluisteren, vanuit de donkerte der grenzende kamer. Medalo, Twaia's moeder, was de tiende vrouw van Kwangu. Zo was vreeselijk ja- loersch op Moshala, die als oudsie /.oon zeker de aangewezen troonopvolger was Maar er was toch nog altijd een kansje, dat Mosbula iets zou doen, dat den koning derrhatp zou vertoornen, dat hij op de in het binnenland gebruikelijke wijze, zijn zoon zou onterven ten behoeve van een jongeren zoon. Het zou wei niet gemakkelijk gaan, want Moshala was zeer geliefd bij de andere vorsten In tegenstelling met Twala, aan wien ieder het' land had, omdat hij onbetrouwbaar en wreed was. (Wcnlt vervolgdy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8