MDERDAG 5 JANUARI 1933
EERSTE BLAD PAG. 3
Kerknieuws.
GEREP. KERKEN
et al: 'ie Harkstede, cand. F. Jonkhof
ningen en cand. C. Veenhof te Doorn.
NED. HERV. KERK
epen: 're Arnhem (vac.-wylen H.
Ier), H. J. hak te Alkmaar. Te
erwoude, cand. J. T. Klamer te Amster-
eld.
3EROEPINGSWERK
ou da heeft de afd. der VcreenigOmg
rijzinniig-Hervorm'.ien den Kerke raad
d Herv. Gemente verzocht in de vac.-
E. iiijl een vrijzinnig predikant te
JUBILEA
Tom Wzn, pred. der Geref. Kerk
s>um, die zijn 4U-jarige anibtöbedie-
lerdacht, werd Zondag jl. na de pre-
door een der ou-dtii'ling'en namens uen
•aad hartelijk toegesproken. Dinsdag-
jl. had in de Toivnlaankerk een her-
ianienkomst plaats, waar tal van
het .woord voordien.
)s VV. van der Waal Jzn, Ned.
predikant te Nieuw-Loosdrecht, is 15
ri as. -10 jaa,r predikant,
mnvaardde 15 Jan. 1893 die Evangelie-
ing te Moercapelle en arbeidde hierna
~k bij lleueden 1895, Overeohie 1897,
wijk 1907 en Nieuw-Loo6drecbt (20
1927).
VACA jTIE-OORDEN VOOR
PREDIKANTEN
Bond ran Ned. Predikanten heeft op
een vacantioburoau, dat zich ten
telt predikanten of hun huisgenoot en,
vie het verblijf in een recreatie- of re-
lescentie-oeird gevvcnscht is, in staat te
eenigen tijd in een binnen- of buitcn-
:h vacantieoord door te brengen. De
door het vaoaortiebureau gesloten
inkicimst op gunstige voorwaarden is
s op 1 Januari .ingegaan. Deze betreft
>rblijf te Lugauo. De duur van het ver-
gesteld op 10 dagen, maar kan voor
ralescentcn tot 20 dagen wioirdén ver-
KERKGEBOUWEN
ïoogeveen zal voor de te bouwen
kerk der Geref. Kerk, die aan de Ben-
an verryzen zal, a.s. Donderdagmiddag
rste steen gelegd worden. Ds. J. Méyer,
tter der bouwcommissie, zal een kort
spreken.
n H a a g zal Zaterdagmiddag a.s. om
op den hoek van de Allard Piersonlaan
ngstraat de eerste steen worden gelegd
et kerkgebouw van de Geref. Kerk van
laag-Zuid. De plechtigheid zal worden
ht door Ds. J. van der Spek, aldaar.
GIFTEN EN LEGATEN
Culemborg werd door de Diaoomrie
fed. Ilorv. Gemeente een tweetail toga-
rut vangen, nl. f 500 van wijlen dien heer
ibmidit en ƒ2500 van wijlen mevr. E.
n RoonVan Asch.
Schooltiieuws.
EGRAFENIS-Prac. L. LINDEBOOM.
begrafenis van wijlen Prof.-L. Linde-
is bepaald op a.s. Maandag, des mid
te 1.30 uur, op de begraafplaats te
Imuiden bij Kampen.
IJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN.
Prins Maurits en de Leidsche
Universiteit,
ralve door de plechtige herdenking van
lerleenen van Octrooi tot stichting der
che Universiteit door Willem den Zwijger
Januari a.s., zal het jaar 1933 voor de
che Hoogeschool ook in andere opzichten
nerkwaardig jaar zijn.
Juist op den verjaardag van Prins Hendrik,
den 19:'en April, zal het 350 jaar geleden zijn
dat Prins Maurits, de jongste zoon van Prins
Willem van Oranje, zich aan de Leidsche
Hoogeschool a's student liet inschrijven. Den
IPden April van het jaar 1583 kwam Prins
Maurits daartoe met zijn Hofmeester, Hendrik
Wittenhorst, heer van Sonsfeld, te Leiden aan.
De inschrijving van Prins Maurits eschiedde
tegelijk met die van zijn neef, Philips van i
Nassau, die te Heidelberg, waar Prins Maurits
eerst had gestudeerd, zijn makker was ge
weest. De inschrijving geschiedde door den I
toenmaligen rector-ma nificus, Prof. Johannes
Ileurnius. Prins Maurits genoot aan de
Leidsche Universiteit van Grotius, Snellius en
Lipsius resp. het onderwijs in de rechten, de
wiskunde en de krijgskunde der Romeinen.
Hoe hoog hij deze leermeesters, vooral Lipsius,
schatte, blijkt uit zijn brief, aan dezen geschre
ven, nadat hij nog geen jaar na zijn komst,
tengevol- e van den moord, op zyn vader
gep'eegd, de Academie vaarwel had moeten
zeggen.
Omtrent het leven van Prins Maurits als
student te Leiden in het jaar 1583 vinden wij
in oude bronnen vermeld, „dat hij op een
grooten voet in het Prinsenhof leefde, ora-
rin;d dcor een stoet van dienaars. Hij ont
haalde curatoren en professoren, zoodat hy
schulden maakte, welke door de Staten van
Holland welwillend wegens zyn armoede vol- j
daan werden. Ook van hunne zijde deden
curatoren en professoren wat zijn verb1 ij f te
loeiden kon veraarv enamen. O.a. werd hij met
zijn neef Philips aan den rectoralen maaltijd
en een plechtige promotie genoodigd. Waar-
schijnlijk had de bekende geschiedenis van het
in het lijntje loopen gedurende zijn verblijf te
Leiden plaats".
De Willem de Zwijger-herdenking
In verband met de Willem de Zwijger-her-
denking te Leiden op Vrijdag a.s. en de verbe-
ning van het Octrooi tot stichting der Leids he
Hoogeschool is het heden verschenen nummer
van het Leidsch Universiteitsblad daaraan ge
heel gewijd.. Het opent met een houtsnede van
O. Wenckebach, voorstellende Prins Willem
van Oranje. Verder bevat het een artikel, geti
teld: 6 Januari, waarin de beteekenis van dezen
dag, waarop het octrooi werd veriaend, wordt
uiteengezet. Prof. Colenbrander geeft een be
schouwing over volk en staat waarvoor ae
noogeschool werd opgericht; Prof. Mr. C. van
Vollenhoven bespreekt den inhoud van het
octrooi van 6 Januari 1575 en Prof. Dr. J.
Huizinga beschrijft, wat de jonge Hoogeschool
te bieden had. De heer P. Plantenga bespreekt
beteekenis van het jaar 1933 voor de Leid
sche Universiteit.
Verder is in het Leidsch Universiteitsblad
opgenomen een afschrift van het octrooL
VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM.
Vrouwe n-C o m i t Nog eens wordt er
de aandacht op gevestigd, dat dit Comité door
sparen een som wil verkrijgen, die op 29 i
October 1937 zal worden aangeboden aan i
Directeuren der Vereenicing voor Hooger
Onderwijs op Gereformeerden grondslag en
deze som mag alleen gebruikt worden ter ver
sterking van de Medische- en de Wis- en
Natuurkundige Faculteit.
Aan dit doel mag al'een door vrouwen
worden mee- ewerkt. Dit doel mag alleen
worden bereikt door het sparen in busjes en
dit alles op een wijze, zooals is aangegeven in
een Leiddraad, die de werkwijze van het
Comité omschrijft.
Deze actie mag de zeer noodige contributie-
erhooging niet in den weg staan. Contributie
verhooging verdient altijd voorkeur.
Het aantal lichtingen heeft op de laatste
Moderamenvergadering een punt van breed
voerige bespreking uitgemaakt. Door een der
Directeuren der Vereeniging voor Hooger
Onderwy s op Gereformeerden -Gronrts! ng - werd
geschat, dat het terugbrengen van 3 o^ 2 lich
tingen een schade van eenigé diiizemicn zou
berokkenen. Het Moderamen durfde dit niet
op zijn verantwoording te némen en heeft
daarom 3 lichtingen per jaar gehandhaafd.
crisisbusje in Amsterdam woi'dt iedere
maand, dus 12 maal per jaar, gelicht en van
iedere busjeshoudster wordt telkenmale een
har.dteekcning verzocht. Er wordt op gerekend
dat in 1933 alle busjes 3 maal zullen worden
gelicht.
Het Secretariaat is gaarne bereid aan de
Commissie-leden en „hoofdèn" alle gewenschte
inlichtingen te verstrekken.
Reeds werd aan de Secretaressen der Pro
vinciale Commissies en aan de kringhoofden
overzicht gezonden van den toestand in de
verschillende kringen.
De eerste lichting (pl.m. 51 '00 busjes) bracht
f 6fi00 op. Reeds werden 23000 busjes geplaatst
Dr. H. Colijn heeft de verwachting uit' e-
sproken, dat vrouwen, werk als dit, zullen
vo'houden, beter dan mannen.
HULP AAN DEN SCHOOLDIENST
IN INDIE.
Naar aanleidin." van den door de economi
sche crisis veroorzaakten nood der Zending,
welke maar n'ct in de laatste plaats den
Schoold'enst drukt, had, onder leiding van Ds.
J. L. Schouten, Woensdag j.l. te Amsterdam
een vergadering p'aats tot het in het leven
roepen van een organisatie, welke zich ten doel
stelt, de Chr. Scholen in Noord-Holland, meer
dan zulks tot hiertoe het geval was, mobiel
te maken voor bteun aan den Schooldienst
op het iZendin sterrein van de Geref. Kerk van
.Amsterdam en de met haar samenwerkende
Kerken in Noord-Holland (Djocjakarta, Mid
den-Java).
Op de vergadering waren met het mode-
ramen van de commissie van advies voor de
zaken der Zending aanwezig uit e:ke Classis
twee hoofden van Chr. Scholen, alsmede
cenige andere vooraanstaande personen.
Na breedvoerige bespreking werd met al e-
meene stemmen besloten zich te constitueeren
lot een vooiloopig comité voor steun aan den
Schooldienst in Indië. Het ligt in de bedoeling
zich met bekwamen spoid zoo mogelijk met
die Christelijke Scholen in Nooid-llol'and,
die daarvoor in aanmerking komen, in ver-
bindin- te stelllen, ten einde deze hoogst
belangrijke zaak meer definitief te regelen,
cn over te gaan tot het met kracht in werking
stellen van de voorgenomen actie.
ONDEKWIJZERSBENOEMINGEN
Bovenkerk, mej. W. M. van Rooijen te
Mijdrecht.
Balkbrug (Geref. School, hoofd G. J.
Eshuis), A. M. van Veen te Dedemsvaart. Voor
tijdelijk.
Zuid wol de, Gr. (Geref. School), J. van
der Laan Ie Marurn. Voor tijdelijk.
Hulshorst (by Nunspeet), J. Beulekamp
te Ermelo.
CHR. KWEEKSCHOOL TE
DQRDRECHT
De nieuwe Christelijke Kweekschool aan
dij Van Godewijcktftraat (bij bet Beverwijcka
plein; is zoowel uit ais inwendig een prach
tig .bouwwerk geworden Do burgeuHCöter
noemde het in zijn nieuwjaarsrede ni^ len
onrechte een aanwinst voor de stad. Het
gebouw kenmerkt zich door rustige voor-
naanihoiid. Van bónnen ie het practiisch in
gericht en bevordert de bouwtrant een in
tieme aangename efeer, waartoe o.i. niet
weinig bijdraagt het feil, dat de muren on-
gepie/isterd zijn gelaten, het mooie glue-i/n-
lood, en de smaakvolle plafondibetimme
ning. die aan miididelee-uwsohe 'stijd doet
denken. Twee vleugels die loodrecht op el
kaar staan, vormen het heele gebouw. Waar
ze samenkomen, is de had ontworpen, die
(linie toegangen Ijeeft, namelijk twee cn tree's
en een toegang vanaf de fraaie ruime bin
nenplaats, diie aan twee zijden door het
gebouw wondt ingesloten. In het plafond ie
oen mooie glas-mozaiek aangebracht. Van
uit de had loopen twee loodrecht op elkaar
geriohte gangen langs de lakaden. Beneden
zijn vier, boven vijf leslokalen. Boneden be
vinden zich verder de directeuiwkamer, de
leeraarekamer (meit bibliiotlheekkasten) en
een bergplaats.
-De inrichting van de lokalen ie evenals
bet hoedé gebouw:
rustig, voornaam, solide.
Voor geschiedenis, oaixlirijtekuinl Ie, teeke
nen, natuurkunde en handwerken zijn tel
kens aparte lokalen ingericht. In de kap 'is
bovendien nog een res erve lokaal, dat dienst
kan .doen wonneer het vak handenarbeid
wordt ingevoerd. Behalve het natuurkunde
lokaal bieden ook het geschiedenis- en aard
rijkskuirui'etokaal gelegenheid vooir projectie
Zo kunnen geheel donker wonden gemaakt,
terwijl achterin op zeer handige wijze ge
legenheid kan worden geboden om de pro
ject! elantaarn op te stellen. In hot gesohie-
deniislokaa.1 heeft een mooi plaatsje gekre
gen een reproductie van de nachtwacht van
Rembrandt, een herinnering uit het oude
gebouw. Bijzonder geslaagd is het teoken-
lokaa.I. Het licht vaiLt b.nnen door het p.a-
fond vfnn «lus-in-lood. De verJeeling van de
wanden voiuioet geheel. Twoe in alle stan
den te plaatsen lampen maken het mogelijk
I'hct te teekenen voorw eip op eike geweroscu-
te wijze te belichten. Rondom zijn een gioot
aantaJ voste boiven aangebraoht, daar in
c'lit lokaal ook het bordechrijven en het bord
I teekehen zal worden onderwezen. Bij het
natuurkundelokual bevindt zich een ruime
,i:strurnentohbergplaate. Een d.r bene-Jon-
Jjcikaóen bevat ren ronde uitbouw voor een
ylouged ten dienste van het zangonderwijs.
Vele gerieflijkheden
Alle lokaOen zijn door huistelefoon ver
bonden. ()ck kunnen ze alle op het radio
distributienet worden aangesloten. De ver
binding met het stadsnet geschiedt in de
directeurskamer. Deze rendioloidiimg kan ook
uitnemende andere diensten bewijzen. Dat
zul bijken bij de opening morgenmiddag.
Deze hreft plaats in bet grootste beneden
lokaal. Door midctol vain een microfoon cn
de raidiiolcikiiiing zal echter het gespiorkene in
alle löka.'cn veistaonbaar zijn Even ge: lof lijk
is dat elk lokaal voorzién is van een olcc-
tuischc klok, diie met haar beweeglijke
e.vcond'c wijzer tot in on de. deelen van een
minuut de roestrr handhaaft.
De opgang vanuit de hal naar de eerste
verdieping is een mooi gedeelte van het «c
bouw. In de ha.l boven is op een vast voet-
stuk van tegelwerk pen aquarium geplaatst.
I Het komt er prachtig uit er siert de omge-
j ving. Aan de wanden van de bovenhal han
gen portretten van Pnins W.i'ilem I en van
het Koninklijk Huis Met 1-css» iettens zijn
op de ongeple,sierde muren daarbij passen
de spreuken geschreven.
Het geheele gebouvv is natuurlijk elec-
fcrisch verlicht. In de gangen hoeft men
daartoe gebruik gemaakt van een fraoi
soort bu islam pen. De centrale verwarming
wordt met olie gestookt.
Onze indruk is. dat door het örohitecton-
hu.reau Bakker en Van llerwijnen een ge
bouw is ontworpen, dat, van welke kamt
men het ook bokijkt. iets moois moet wor
den genoemd. Niet het minst ook wanneer
men het beaiot van de binnenplaats. Hier
is 6UbIiem werk ge'everd. En de uitvoering
van de plannen bleek bij de firma Gebr.
Hubers in betrouwbare handen. Allen die
aan de totstandkoming meemerkten (in het
bijzonder noemen we nog de dagelijksohe
opzichter, de heer D. H o 1), mogen met
rechtmatige bevrediging than6 het product
va.n hun werken beschouwen. En Dordt
mag er zich over verheugen een zeer mooa
gebouw rijker geworden te zijn.
HET FEEST VAN DRIEKONINGEN
Driekoningen, een der oude Roomsch-Katlv
lieke feesten, die tengevolge van de Refo.
malie weiden afgeschaft, en bij een groot
deel van het vclk in vergetelheid geraakten,
viel op 6 Januari, dus juist op lieden.
Vroeger werd deze dag de „derticndach" ge
noemd, omdat hij de dertiende dag in
Kerstmis is, waarmee men toen het nieuwe
jaar begon. Op dien dag werd het Epifaniën
feest gevierd, gewijd aan de herdenking van
het openhaar optreden van J.zus in de we
reld. Tevens werden daarbij de wonderen
herdacht, die Zijn komst en optreden ken
merkten, zooals het neerdalen van den
Geest in den vorm eener duif, bij gelegen
hcid van den doop in den Jordaan. het won
der des wijns op de bruiloft te Kana, en ook
de komst van de Oostcrsche wijzen, die Hem
bij Zijn geboorte hun hulde en geschenken
aanboden Later echter, toen de legende van
de drie koningen in ons land b: kend werd,
(Caspar, Melchior en Balthazar zouden zij
'gehecten hebben). Werd de vereering van
deze legendarische personen dc hoofdzaal
van de feestviering op dezen dag.
Destijds werden in de kerken behalve de
gewone mysterie-spelen ook reeds Drickonm
gen-spelen opgevoerd, en begun men rund te
gaan met een ster op een stok.
Een schrijver uit den ouden tijd geeft daar
van de volgende beschrijving: „In Holland
ziet men het „gemeene" volk cenigcn tijd
voor Kerstmis bijna een volkomen maskera
de aanrichten. De zangers verkiezen drie-
van de welgemaakste van hun bende, om de
drie koningen, op een rij gaande, te verheel
den. De middelste stapt statelijk voort, met
een groote sterre van wit papier, (lie nan
het opperste einde van een stok is vastge
maakt. Binnen de ster branden oen of twe>
kaarsen. Die dezelve draagt doet ze omdraai
en terwijl hij zingt
De drie koningen hebben witte hemden aan
en zijn gekroond met een soort van wind
sel om het hoofd, dat met klatergoud ver
sierd is. Een van de drie heeft zijn gezicht
zwart gemaakt Ook ziet men wel, dat ze
alle drie zwarte gezichten hebben. Dat spel
begint dcorgaans half November en eindigt
op Driekoningen.
Een van de oudste liederen, die bij het rond
gaan met de ster werden gezongen, dagtee-
kent uit de veertiende eeuw en luidt ala
volgt:
„Salichm kint vol heilecheden!
Uwrr conincliker mogentheden
Presentere ic hier van goude
Mine ofjerhande, als die koude
Ziele ende lyf van u te lene;
Want ic qlielove int herte rene
Dal ghi syl God, ende mensche
Ende al die werelt hebt bracht te
wensche.
O ghebenedide dracht
Van onsen menscheliken gheslacht,
Hogheboren inder naturen!
Is -presentere u, te deser uren
Van wieroke mine offerhande
Ende ghelove dat ghi in u lande
Hebt alle dine in mogentheden.
Als God doet in drievuldicheden.
O God ende mensche in één gheboren!
Ende u Maria magel uitvercorenl
Van mirre ic u presentere
Mine offerhande als die gere
In u ghelove te volstane,
Ende nemmermere was dient af te ganei
Want ic ghelove in alder tyt.
Here dat ghi God ende mensche syt!"
MAURITIUS
Mauritus ligt in den Indiscben Oceaan en
liet heeft vooral bij postzegelverzamelaars
een goeden naam. Het gaat voorts groot op
de talrijke hoogbejaarde menschen, die er
rustig en tevreden als in een paradijs leven.
Mauritius heet thans Mauritius, maar het
heeft in den loop van den tijd diverse na
men gehad. In 1598 doopten onze avontuur
lijke en ondernemende voorvaderen hef
Mauritius, naar Maurits van Nassau. Later
doopten agenten van de Fransche Oost-
Indische Compagnie het He de France. Het
kreeg ondershands nog enkele andere na
men, maar toen Engeland het tijdens de
Napoleontische oorlogen in bezit nam nam,
werd de oude naam Mauritius in eere her
steld, wat heel netjes was van de Engel-
schen.
Mauritius was intusschen sterk onder Fran-
schen invloed gekomen. Het was inderdaad
Fransch in gewoonten, manieren en taal en
voorts het schouwtooneel van het befaamde
„Paul en Virginie".
liet is eerst sinds korten tijd, aldus de
„Msb.", dat Mauritus naam verwierf als het
gezondste eiland ter wereld. Voordien leek
het wel de bergplaats van de doos van IJan-
d. ra. Cholera wisselde er met malaria af. In
1892 werd het eiland door een orkaan hall
verwoest, in 1893brak er een geweldige
brand uit en vervolgens pokken en andere
ziekten.
Maar tegenwoordig noteert d e ambtenaar
van den Burgerlijken Stand er talrijke
ouden van dagen, o.a, iemand, die in het
jaar 1887 als oud en invalide op pensioen
werd gesteld en heden ten dage op 107-jaji-
gen leeftijd nog regelmatig zijn pensioengeld
haalt. Bij de volkstelling van 1921 werden
er vier vrouwen geregisteerd, die bekenden,
den aanvalligen leeftijd van meer dan hon
derd twintig jaren te hebben bereikt, een
man werd als 117 jaar oud genoteerd, en
zeven en twintig mannen en zeven en der-
lig vrouwen stonden boven de honderd. Da
totale bevolking, Indiërs niet medegera-
kend, bedroeg in 1921 110.961 en hiervan
waren 2361 bewoners van Mauritius zeventig
jaar of er over
CERKELIJK LEVEN
IN 1932
IV').
ACIFISME EN CHAUVINISME
ige vorig jaar in ons land hier en daar
bverkeer geweest en aangeprezen zijn,
Ifing van Kerkelijke grenzen hebben we
n in het buitenland aanschouwd. De
ihillende Presbyteriaansche en Calvi-
sclie Kerken van Schotland sloten zich
en tot één groote nationale Schotsche
En in Engeland kwam tot stand de
eniging van de drie Methodistische Ker-
welko tot nu toe afgescheiden en naast
nder geleefd hadden,
el heeft de Hersteld Evang. Luth. Kerk
aar Alg. Kerkelijke Vergadering een mo-
angenomen, waarin zij in beginsel zich
irak voor -fusie met de Evang. Luth.
en de Alg. Kerkel. Comm. uitgenoodigd
aartoe voorbereidende stappen te doen
onderzoek van de wederzijdsche regle-
len en zoo mogelijk oplossing van de
mentairé verschillen. Anderzijds heeft
Evang. Luth. Synode besloten tot toe-
ig van niet-Evang. Luth. studenten tot
proponentsexamen, in welk besluit men
pakt" vinden kan een maatregel tot
eiüging met-of toenadering tot de Her-
i Evang. Kerk. Dat ui£n niet ronduit
en de studenten vun deze Kerk tot het
lonentsexamcy toeliet met uitsluiting
die uit andere Kerkformaties, is „mon-
achtig" genoemd en Prof. Dr J. VV
n t oordeelde, dat de Evang. Luth. Kerk
r zulk een weinig loyale houding „Zieh
en haar eer weggooit",
e Vergadering dei Oud-Geref. Gemeenten
It besprekingen gchyuden over het al of
I aansluiten bij de Geref. Gemeenten in
Ierland (waarvan Ds G. H. Kersten
der voormannen is). De conclusie was:
aansluiten. En bepaald werd, dat bij
;clijke wenschen daaromtrent in een der
neenten geenerlei besprekingen met de
ef. Gemeenten zouden mogen worden ge-
rd, alvorens deze zaak in een Classis of
?adering van alle Gemeenten goe»dge-
rd is.
)e Korkongroen wier eenige leeraar Ds.
n de Garde te Opheusden om zijn 80-
gen leeftijd niet meer naar behooren
ral het Woord en de Sacramenten he
nen kan, kwam hierom in moeilijkheden:
hieven ongedoopte kinderen. Reeds trad
der Korkcn tot de gemeenschap der
ref Gemeenten toe. In dezen toestand van
II „Rakkeriaansehe Gemeenten" opdat
?n verkeerde groep worde aangeduid, zijn
wel genrnxlzaakt het spraakgebruik te
lpen: immers zijn er behalve „Bakkeria-
n" nog „Rubeniten", „Frankiancn", „Boo-
III stond in on3 blad van 4 Januari.
nianen", de „Kerk van Izak Kok" te Kam
perland, enz. vcrkceren ook de 22 Ge
meenten, die geheel apart staan cn geeste
lijk verzorgd worden door den meer dan
70jarigen Ds L. Boone te St. Philipsland.
die nu ter verlichting van zijn arbeid zeke
ren W. Blaak, als „lecrcnd ouderling"
naast zich geordend heeft Door de „Bakke-
riaansche Gemeenten" is toenadering ge
zocht tot D s W. B a a y te Tholcn en diens
zelfstandige Gemeente, teneinde door samen
smelting na eventueel verscheiden van Ds.
van de Gardé niet geheel van een voorgan
ger verstoken te zijn.
Daadwerkelijke opheffing van Kerkelijke
grensscheidingen en effectieve verecniging
van Kerkengroepen in ons land heeft in het
verschenen jaar alzoo niet plaats gehad.
Waar deze vroeger geschiedde, is zij dit
jaar herdacht door de Geref. Kerken en de
Geref. Gemeenten.
De Geref. Kerken gedachten 17 Juni het
feit, dat 40 jaar geleden de Synoden der
Chr Geref. Kerk (uit de Afscheiding van
1834) en der Ned. Geref. Kerken (uit de
Doleantie van 1886) tot verecniging beslo
ten. Een besluit waaraan een drietal Ge
meenten der Chr. Geref. Kerk (Noordeloös,
Zierikzee en Teuge) zich niet onderwierp en
op 20 Juli 1892 besliste als zelfstandige
Kerkengroep te blijven voortbestaan, welke
groep simdsdien tot 125 Gemeenten uitge
groeid is.
De Geref. Gemeenten hchben op 9 October
gevierd het feit, dat vóór 25 jaar de Geref.
Gemeenten onder het Kruis en de Gemeen
ten voortgekomen uit de actie van Ds.
Lede boer cn Ds. van D ijk e („Ledoboe-
riancn" en „Dijkianen") samensmolten.
„Het terugzien naar 1892", aldus schreef
Prof. Grosheide in verband met ge
noemde herdenking in zijn „Noord-Hol l.
K e rk b 1 a d", „roept in ons wakker een
vurig verlangen naar de eenheid van heel
de Geref. gezindheid in ons vaderland, naar
de eenheid ook met Confessioricelcn en
Bondsmannen in de Hervormde Kerk, naar
de eenheid mot de Oud-Gereformeerden van
onderscheiden formatie. Zal die ooit ko
men?"
Wat de Geref. Kerken aangaat, haar Sy
noden van 1899 af hebben herhaaldelijk
correspondentie over vcreerwging gevoerd
mët de Chr. Geref. Kerk en de Geref. Ge
meenten. Resultaat heeft dit niet opgeleverd.
Nog is er een besluit van de Synode van
1914. dat de Kerken van Geref. belijdenis
plaatselijk elkander -zouden zoeken. We
meenen, dat hieraan slechts weinig uitvoe
ring gegeven Is, al deelde Prof. J. J. van
der Schuit in de „W e k k e van 26
Augustus nog mee, te weten, dat er plaatse
lijk van de zijde der Geref. Kerken „pogin
gen zijn gedaan cn nog worden gedaan om,
ware het mogelijk, de klove (nl. die haar
van de Chr. Geref. Kerk scheldt) te dem
pen" In dit verhand zij nog herinnerd, dat
de Kerkeraad dor Geref. Kerk vnn Wormer
op 6 April een instructie vaststelde," waain
langs don weg der „meerdere vergaderin
gen" verzocht werd Synodale Deputaten te
benoemen om „pogirgen aan te wenden een
grootere Kerkelijke eenheid der Gerefor
meerden practisch te verwezenlijken door
zich in verbinding te stellen met andere
Kerkformaties, welke daartoe het meest in
aanmerking komen". Als gevolg hiervan
nam dc Classis Zaandam een voorstel aan
om in de richting van eenheid te werken
In de jongste vergadering der Vereen,
van Predikanten in de Geref. Kerken is over
deze zaken gerefereerd en gediscussieerd en
toen is tweeërlei strooming aan den dag ge
komen. De referent Prof. Grosheide
nam het standpunt in: „Eenheid van belij
denis is voldoende voor Kerkelijk samen
leven en daar moet men geen andere cisclicn
naast zetten, want dan houdt men de op
lossing van liet Kerkelijk vraagstuk zeker
tegen". Hij wiide dus geen schuldvraag stel
Ion en schuldbelijdenis eischen, maar van
den feitelijk bestaanden toestand uitgaan.
En later schreef hij: „Als er ooit iets van
verecniging komen zal, zal dat, voorzoover
wij kunnen zien, in de eerste plaats met de
Christelijke Gorofomicerden zijn: maar wij
denken ook aan de Bondsmannen in de
Hervormde Kerk en de leden der Geref. Ge
meenten". En verder: .,De Schrift vraagt
ons kettersche menschen te verwerpen,
maar eischt van ons saanibinding, waar
eenheid is. En in de gehandhaafde Geref.
Belijdenis is eenheid". Ds. J. L. Sc h o u te n.
van Amsterdam, daarentegen wilde en
hij had daarin onderscheiden medestanders
op den voorgrond stellen, dat dc Geref.
Kerken zijn „de meest zuivere openharing
van het lichaam van Christus" en hij oor
deelde, dat daarom anderen moeten worden
opgewekt „tot dót instituut te bcliooren".
„Een Generale Synode kan niet met een
andere op voet van gelijkheid onderhande
len". Hij zou daarom een getuigenis tot de
andere Kerkformaties willen doen uitgaan:
„gij hebt uw Kerkelijk instituut te refor
meeren".
Met name Ds. van Grieken heeft
laatstgenoemd standpunt sterk veroordeeld.
In de „Waarheidsvriend" schreef hij:
„Als men weigert op voet van gelijkheid
samen te spreken, dan is 't heelcmaal ver-
geefsche moeite. Laton we dan „rnaar" Her
vormd zijn, we willen toch liefst niet ais
minderwaardigen behandeld worden, louter
en alleen als objecten van den bekeerings-
ijyer der Geref. Kerken. Als men o(>enlijk
uitspreekt, dat er voor ons maar één weg is
om in de gratie te komen en dat is: om
over te komen naai de Gerei. Kerken,
dan bedanken we beleefd voor de eer". De
voorz tter van don Geref. Bond in de Ned.
Herv. Kerk ziet n.l. in do Geref. Kerken een
geestesgesteldheid, die ongeschikt is om ver
ecniging te bevorderen. Naar aanleiding van
wat een predikant dier Kerken over de leer-
tucht in de Ned. Herv. Kerk schreef, gaf Ds
van Grieken in zijn blad, om de men
taliteit, in de Geref. Kerken schetsen, een
artikel onder het opschrift: „Men voelt zich
zoo gelukkig". En in zijn artikel „Kannll"
banden breken rif stei'kr. ..schreef
„Wee indien een kcrkeiii' g scheiden broe
der bi zuster het krijgt o*jr- de Herv. Kerk.
Dan ordl men rood als een kalkoensche
haan en wat er dan uitgegooid wondt, is
dikwijls niet veel goeds". Uit een en ander
blijkt, dat de schrijver voor samenspreking
over verecniging van Gcreformeerd-Her-
vormden en Geref. Kerken bij lange na niet
den tijd rijp acht, doch integendeel de sfeer
nog verre van gunstig vindt
En als om de Geref. Kerken te waarschu-
wen. dat zij geen „al te hoogen toon aan
slaan" moeten, is haar in den loop van 1932
dan ook hoei wat voorgehouden, dat het
tegendeel van streelcnd is.
I Omtrent de Afscheiding en de Doleantie,
waarin die Kerken daden van gehoorzaam
heid zien, zei D r. P. J. Krom si gt op de
Geref.-Herv. Prcdikantcnvergadering: „Men
verbeeldde zich gehoorzaam te zijn on liep
weg". Een medewerker van do periodiek
„Sic mm on des Tijds" schetste de Af
scheiding als „smaad cn verraad aan de ge
meenschap". D s. C. A. L i n g b e c k, die in
het voorjaar over „Afgescheiden oorblazers"
en „de Dolecrende bullepees" schreef, sprak
later in het Confess, orgaan „De Geref.
Kerk" van wat door de Kerken der Af
scheiding is verricht, als „een ingebeelden
zegen, in werkelijkheid een vloek over ons
I Gcreformeerd-Protcstantsche Ncdcrlandschc
j volk". En van het feit van 1886 zei hij: „De
Doleantie was de uitvoering van een in el-
j kaar gezet plan om de Herv. Kerk te doen
springen" en „dan dc restanten als puin op
don weg te werpen", terwijl hij van eon
I haror leiders schreef: „Dr. Kuyper liet niet
af hen (de Confessioneclen) van buitenaf
te bespuiten met breede stralen van zijn
hoon, en een openlijke beginselstrijd ont
week hij zorgvuldig".
Prof. D r. Th. L. Haitjema veroor
deelde de „individualistische Doleantie-be
ginselen" der Geref. Kerken, die de „geeste
lijke bevoegdheid van theologische chirur
gen in den weg staan".
Naar hij op de jaarvergadering der Con
fess. Verecniging on op die der Frieschc Prc-
dikantenvereeniging opmerkte, zag dezelfde
hoogleeraar in betrekking tot de tuchtoefe-
jning bij het-geVal-Dr. J. G. Ubbink in de
Geref. Kerken „bedenkelijke leerheiligheid
I en dreigende lettervergoding". Prof. Dr. H.
I Th. O b b i n k. die in het „W e e k b 1 a d
voor Christendom en Cultuu r" be
kende Pauius' uitspraak van Galaten 1 8
I „wel wat kras" te vinden, zag in de tucht-
oefening op Dr. Ubbink „ontstellende, alle
recht en orde mot voeten tredende mnatre-
gelen". Eveneens over deze tuchtoefening
door de Chassis Woerden schreef „Woord
en Geest" als van een „kerkelijke arena",
waar „de torcadores erin geslaagd zijn den
stier der kerkelijke vervolgingszucht tot
uiterste woede to prikkelen" en „voor aller
oogen met volkomen vanzelfsprekendheid
oen predikant wordt afgemnnkt". En na de
uitspraak der Pari. Synode kon hetzelfde
blad deze tuchtoefening niet anders boeien
dan als een „kerkelijk kijk- en hoorspel,
keurig in scène gezet" waarbij „men >|pr
.clyjn vr- een rechtsprocedure uiterlijk
tracht te - b yvaren" en „geen schmink in ter
helnt dan \>ome schmink", maar: „reken er
opjdatlieer Satan m?t zijn zeven traws an:
wanhoop, hoovaardij, schijnvroomheid, be
drog. menschenvrces, schijnheiligheid cn
leugen, dien dag gevierd zullen hebben".
Het ethisch „W e e k b 1 a d voor'Chris-
ten dom en Cultuur" schreef over:
„Rome's paus" en „de onfeilbaarheid der
Geref. Kerken". In „Woord en Geest"
schreef H. W.: „Met een „goed"-Geroformcer-
de valt niet te redetwisten: op argumenten
gaat hij niet in; zijn systeem sluit zóó lo
gisch dat er niets tegen in te brengen valL
Stelt ge nog prijs op dien naam. die immers
een bespotting geworden is? Ik voor mij wil
er gaarne afstand van doen en op Christe
lijk erf overstappen'. En in hetzelfde blad
gaf Ds. L. N i e u w p o o r t als zijn inzicht
omtrent de Geref. Kerken, dat daar zijn „een
theologie en een groep theologen die die
Kerk behcerschen cn beide leven uit een
geest die aan dp waarachtige Gereformeerd
heid vreemd is", „een stel menschen, die
hun eigen inzichten onfeilbaar verklaard
hebben".
Op het stuk van verhouding tot andere
Kerkformaties karakteriseerde Ds. van
Grieken „dc voormannen en de geeste
lijke leidslieden" in de Geref Kerken als
„kortzichtig" en „hooggevoelig" En in zijn
artikelenreeks over „het Kerkelijk vraag
stuk" schreef hij: „Men wil de pretentie heb
ben, dat de wegen der Geref. Kerken glanzen
van gerechtigheid".
Omtrent het practische leven zei Dr. P. J.
Kromsigt, „dat in de Geref. Kerken de
uitwendigheid almeer naar voren komt". De
toevoeging „dat het in de Geref. Kerken zoo
dood is als het maar knn", heeft hij InLr
ais „onbillijk generaliscerend en schromeliik
overdreven", willen terugnemen" Een gelijk
oordcel van uitwendigheid had „Woord
en Geest" toen het schreef dat heel velen
in die Kerken misschien wel zeggen: „Ik
dank U, Heerc, dat ik niet ben als die men
schen in Neveldijk en Ouddijk; ik hen in de
leer geweest bij Dr. Kuyper en heb geleerd
wat het verbond der genade lieteekent; ik
ga trouw tweemaal naar de kerk; gebruik
geregeld Avondmaal; ik ben lid van een
Geref. mannenvereeniging waar men de be
lijdenisschriften bestudeert; ik heb mijn
kinderen laten doopen zoodra daartoe gele
genheid was; één is er zelfs gedoopt die
nauwelijks twee uur oud was; ik zorg dat
mijn kinderen naar de Geref. jeucdvore<mi-
ging gaan en geregeld de catechisatie bezoe
ken". En in het dagblad „De Banie r"
waarvan Ds. G. H. Kersten hoofdredac
teur is, dichtte een medewerker o.a.: „Als
je zeer gC2ond beginsel Mee kan naar de
bioscoop, Ais je 't heele Christenmensch-ziin
Vastkmy>pt aan den vroegen DoopEn je
voelt niet dat je leven Kraakt van opper
vlakkigheid,Als je met wat vrorn» woor
den Al dit knoeien nog probeert Goed te
praten. dan eerst hen je Modieus Gerefor
meerd!"
Waar de moderne Ds H. A. Boes er in
„Kerk en W e r e I d" vnn der Oer smeer
den handelingen schreef als: „de geveinsd
heid en de vroomheid der witgepleisterd1
graven", zag de ge stverwant Ds. J. L. Fn-
b e r, het roo 'e Kamerlid, in hen geen ver
heffender kenmerk dan: „de Calvinist heeft
zijn harmonium, waaruit de snotverkouden
stem der menschheid schijnt te jammeren
om erbarming".
Al deze oordeelvellingen over de Geref.
Kerken, baar groei, haar tuchtoefening,
haar houding tegenover andere Kerken, do
lovenspractijk harer leden enz. vormen een
uitgebreid en zwaar requisitoir, dat niet
malsch is. De pers in die Kerken heeft er
maar zelden op geantwoord.
Maar waar zóó over de Geref. Kerken en
haar leden gesproken en geschreven wordt,
zal er bgrijpclijkerwijze meer dan een tijde
lijke opklaring moeten komen voor toenade
ring tot en verecniging met die Kerken.
Prof. van der Schuit schreef voorts
in de „W e k k e r": „De leer der Geref. Ker
ken is voor ons een sta in don weg om aan
vereenigen te denken. De Chr. Geref. Kerk
kan en mag nimmer aan vereenigen den
ken. zal zij zichzelf en haar heilig beginsel
niet hlameeren, zoolang de Geref. Kerken de
besluiten van 1905 als de leer der Geref.
Kerken handhaven".
Deze hoogleeraar nam in zijn blad eerj an
der standpunt in tegenover een andere Ge
reformeerde groep: „De Geref. Bond, die de
Geref. Confessie in haar orgaan „D e W a a r-
he ids vriend" week aan week verdedigt
en die in zijn Kerk onvermoeid een lans
voor deze confessie breekt, handhaaft geen
andere belijdenis dan tot hiertoe de Chr.
Geref. Kerk van 1834 heeft voorgestaan".
Daarentegen schreef Ds. H. Janssen, de
Chr. Geref. veldprediker, in de „Wekker"
dat hij van de actie „langs dc lijnen van den
Gc-ref. Bond' in de Ned. Herv. Kerk niets ver
wacht: „Men wil alleen de Geref. waarheid
propageeren. maar niet handhaven, m.a.w.
men wil niet komen tot de daad".
Als we dan nog mcmorecrcn de in het
verschenen jaar door Dr. P J. Kromsigt
gedane uitspraak: „Dat de Herv. Kerk is de
ware Kerk. staat voor mij als een paal bo
ven water"; voorts in herinnering brengen,
dat de Chr. Geref Kprk in een corresponden
tie van 1922 met de Synode der Geref. Ker
ken schreef dat zij zich bleef beschouwen
als de Kerk des Hoeren, zoodat alle Gerefor
meerden zich behoorden te voegen hij de Chr
Geref. Kerk; en eindelijk nog noemen de
uitspraak van Ds. H. Visser op den ThooL
Schooldag te Apeldoorn van 1930, dat de
heilige, olgemeéne Christelijke Kerk „heil-
chaamd is in de Chr Geref. Kerk", dan
kan men wol eenigermate bevroeden, hoe
dichtbij of hoe veraf het „saamwoncn van
alle Gereformeerden is.
Dc ook in 1932 voortgezette eenheidsbewe
ging moge wel eenig „grensverkeer" ge
bracht hehben, effectieve toenadering tus-
sciicn Kerkengroepen van eenzelfde belijde
nis is er allerminst te constateeren geweest
en valt zeker voorloopig niet te verwach
ten.
De vraag van P r o f. G r o s h e i d e „of dia
eenheid ooit zal komen", werd door hemzelf
terstond beantwoord met: „Het lijkt er niet
op. Maar onze Koning regeert En Hij kan
ons snmenhrengen misschien door den to-
genstand en het woedén der vijanden".