BINNENLAND.
193;
MAANDAG 19 DECEMBER 19U
TWEEDE BLAD PAG.
JDERWIJS AAN SCHIPPERS
KINDEREN
i
otelijk
voor -
?k deiSMNNERINGEN^AANJEEN VACANTIE-
CURSUS
De manier van zengen
Q pl.n
Het gebeurt niet vaak, dat een verslagger
n een dagblad om zijn geschreven
K>rd geprezen wordt; maar nog veel min-
1.00r, dat zijn gesproken woord in de na-
prairachting van anderen, die aan een con-
js en de discussie deelnamen, betrokken
jrdt.
Dit kan ook niet, omdat minstens 99 van
100 verslaggevers steeds de grootste be-
heidenheid betrachten en zich met geen
lord in de discussie mengen. Dat voegt hun
luwens niet; met roerlooze onbewogenheid
hooren zij de besprekingen te volgen en
jectief weer te geven; óf, als het een ex-
rsie of iets van dien aard betreft, waar-
er ze een critisch oordeel willen geven,
n moet dat in de inleiding aan de lezers
jrden meegedeeld.
benaarstigen ons steeds om ons vol-
ns deze regelen der journalistiek te gedra-
n en wanneer we dus thans even terug
pen op hetgeen één onzer redacteuren
irak bij zekere gelegenheid en wat daar-
er geschreven werd, dan is daar een bij-
ndere aanleiding voor; en omdat er onze
eiaarndacht op gevestigd werd, want het was
a h! ont£aan-
A &n, om die aanleiding maar direct te noe-
;n, opdat de lezer de strekking van het
ues te gemakkelijker kunne vol-
ti: er is, naar wij meenen, ten onrechte
ti tegenstelling gemaakt tusschen hetgeen
q onzer, niet heelemaal qualitate qua
Iw.z. uit naam van perscollega's) sprak
wat door een geestverwant was opge-
ïrkt.
Dnze lezers zullen zich hopelijk iets her
ieren van de korte en onvolledige artike-
1, welke omstreeks half Augustus in ons
ld verschenen over de vacantiecursus aan
ord van de „Prinses Juliana", het instruc-
[•vaartuig van het „Onderwijsfonds" voor
jhipperskinderen (Binnenkant 22 Amster-
p). Een onzer heeft die tocht meegemaakt
daarvan eenige indrukken weergegeven;
heeft in opdracht aan de laatste ge-
llige disch aan boord enkele woorden ge
roken om de bemanning, van kapitein tot
iksmaat, hartelijk te bedanken voor de
iendelijke bejegening, welke de pers mocht
dervinden; doch zich daarbij ook vermeten
H (wijl zijn „verslag" van terzijde in de
scussie betrokken was) iets te zeggen over
t vraagstuk, dat in het midden der bran-
inde belangstelling stond. Leerplicht voor
hipperskin deren.
j-Ju plaatste in de Bode, het orgaan van
m Ned. Bond van Onderwijzers, de heer
leterhuizen, die met ernst en deskundig-
iid aan de discussie had deelgenomen, een
ht artikelen lang verslag over deze cursus
is; een verslag, dat we pas nu onder de
gen kregen en waaraan we gaarne hulde
en gen, wegens de voortreffelijkheid van de
Ijl en de ernstige poging om in de subjec
tieve beschouwing de objectieve waarheid
recht te doen.
En toch zijn wij van meening, dat deze
knappe schrijver een tegenstelling heeft ge
maakt tusschen wat onze redacteur sprak
en wat door een Christelijk onderwijzer, die
zich aan den arbeid voor de Schipperskin
deren geeft, had gezegd.
De heer J. Post (Bondsonderwijzer), groot
ijveraar voor de belangen van Schipperskin
deren, had een beknopt referaat gehouden
over kort gezegd
Leerplicht voor schipperskinderen
De eerste, die in 't debat trad, was de
heer v. d. Tol uit Rotterdam, Christelijk on
derwijzer, doch voorts, precies als de spreker,
groot ijveraar voor debe langen van Schip
perskinderen.
Van hem wordt gezegd in het „verslag" in
de Bode, dat hij met belangstelling had
geluisterd. „Maar zijn verantwoordelijkheid
als staatsburger voor de financiën van het
rijk overwoog bij hem; hoe zouden de gelden
gevonden moeten worden, was zijn onover
komelijk bezwaar".
„We moesten, aldus vervolgt de schrijver,
wel een paar opmerkingen weg slikken;
eerstens over de eigengereidheid van zoo'n
standpuntmaar we deden alleen een
beroep op het onderwijzerschap van onzen
collega. Hij had toch dezelfde kinderen
voor zich als wij, zag toch dezelfde wan
hopige geestelijke ellende". „We deden ook
een beroep op zijn logica; we zaten hier toch
geen wetsvoorstel aan te nemen; we spra
ken slechts over de technische mogelijkheid,
de noodzakelijkheid en de doeltreffendheid"
Nadat er eenigen tijd gediscussieerd was,
gaf de directeur van het O. F., de heer G.
de Jong, zijn meening ten beste; hierop neer
komend, dat hij, (hoewel politiek-christelijk
georiënteerd zijnde) met het oog op de nood,
waarin het schipperskind verkeert, drasti
sche maatregelen noodig acht.
De schrijver vond dat wel wat griezelig
oor zijn Christelijken collega, maar „het
zou nog erger worden". En dan voert hij
onzen redacteur-verslaggever ten tooneele
met woorden, welke dezen doen blozen, doch
die we waarheidsgetrouw moeten citeeren
(och, bloemen groeien schaars in de jour
nalistieke gaarde):
,Het diner, dat de laatste middag besloot,
was ietwat officieel. Er werd gespeecht en
ieder kreeg zijn deel, van tafelpresident tot
den koksmaat toe. En zoo kwam het, dat
ook de journalist van het anti-rev. daghlad
het woord nam om dank te brengen namens
de Pers. Uiteraard had hij gedurende de
tocht natuurlijk gezwegen; d.w.z. we hadden
aan de luach en het diner naast zijn aan
stekelijke eetlust ook zijn bon-mots wel op
gemerkt. Maar dat hadden we toch niet da
delijk achter hem gezocht, dat hij zoo'n' vlot
spreker, zóó'n allergeestigst causeur zou zijn.
We schoten van de eene lach in de andere
en daartusschen door werd het plotseling
ernstig. Hij kreeg het over zijn krant en
zijn Partij, die zoo vaak voor enkel reac
tionair werden uitgekreten. Hij had hier aan
boord veel geleerd, veel gezien, veel gewaar
deerd. En de toekomst zou leeren, dat zijn
Partij de groote, ingrijpende maatregelen
zou weten te treffen, die de nood vereischte.
Dal kon niet anders uitgelegd worden, dan
dat hij zich naast de heer De Jong plaatste,
dat beteekende niet meer of minder, dan dat
we de steun zouden hebben van zijn krant
als „Leerplicht voor het Schipperskind in
de publieke belangstelling zou komen. Want
die het zei, doet meer en ander werk, dan
verslagen schrijven".
Tot zoover de vriendelijke woorden, welke
ten volle voor rekening van den schrijver
blijven. Op ons rust, naar wij meenen, voor
thans slechts de taak, om vast te stellen,
dat onze redacteur niets anders heeft gedaan
dan 'n praktische toepassing te geven op de
van dr. Kuyper geleerde stelling: Voor ab
normale gevallen zijn abnormale middelen
noodig; de ouders moeten voor de voeding
en opvoeding hunner kinderen zorgen, doch
wanneer zij daartoe onwillig of onmachtig
zijn (het laatste desideratum geldt hier)
dan moet de overheid, ter wille van het
kind ingrijpen. Leerplicht is diet in alle ge
vallen verwerpelijk.
Was deze stelling bestreden door den
Christelijken onderwijzer, die zoo heftig be-
critiseerd wordt? In geenen deele.
Zijn ideaal is, dat de binnenschipperij
dermate wordt opgeheven uit de nood, waar
in ze zonk, dat de ouders in staat zullen zijn
om te doen, wat in een hoofdartikel in de
roode pers nog pas als de natuurlijkste taak
der ouders aangeprezen werd in deze woor
den:
„De staat is geen zielszorger. Fatsoenlijke
menschen passen zelf op hun kinderen, en
ieder ander, óók de Staat, moet daar af blij
ven. Dit beginsel is een strijd waard, feller
desnoods dan al het an '.ere, de klassenstrijd
incluis!"
Wijkt dat ideaal terug, dan aarzelt hij niet
om voor Let abnormale te kiezen; maar hij
meende de aanwezigen al vast te moeten
waarschuwen, om niet al te hooge eischen
te stellen: de financieele omstandigheden
van de schatkist zijn niet van die aard, dat
subsidie voor dit doel met handvollen tege
lijk verstrekt zal kunnen worden. Dóérom
dient men bedachtzaamheid te betrachten.
Van principieel verschil was er tusschen
de rechts-georiënteerde sprekers aan boord
naar onze meening geen sprake; alleen de
manier van zeggen en van aanvatten
was onderscheiden.
Wanneer te eeniger tijd het Onderwijs
fonds nadere plannen ontwikkelt, dan zal
zulks wel na^er blijken; want waarlijk, wij
vreezen niet abnormale maatregelen voor
abnormale omstandigheden te bepleiten; ook
niet al kost het geld; immers even goed als
de werkloozen moeten kunnen leven, zul
len de veelmissende schipperskinderen gele
genheid dienen te hebben om te leeren. Op
dat ze later, met Gods hulp, behoorlijk 'kun
nen leven.
Geen Christen, die er Anders over denkt.
En een Christelijk onderwijzer natuur
lijk nog veel minder.
OFFICIEELE BERICHTEN
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
UITINGEN VAN EEN KANTONRECHTER
De heer Chr. van den Heuvel, heeft aan
den minister van Justitie gevraagd of deze
heeft kennis genomen van de vreemde uitin
gen van den kantonrechter te Hilversum
tijdens een openbare zitting jegens een ver
dachte in verband met de grootte van diens
gezin. Gevraagd wordt een onderzoek in te
stellen naar de juistheid van deze geruchten
en de resultaten ter kenmi6 van de Kamer
te brengen.
UITVOERING CRISISVARKENSWET
De heer Chr. van den Heuvel heeft aan
den minister van Economische Zaken ge
vraagd of hem bekend is, dat bij de uitvoe
ring van de beschikking voor vrijstelling
van de heffingen krachtens de Crisisvarkens
wet bij huisslachtingen in sommige 6treken
het belastingjaar 19301931 als maatstaf ge
nomen wordt, ook indien de aanslagen voor
het belastingjaar 19311932 reeds zijn vast
gesteld en uitgereikt.
Hij vraagt of de minister bereid is, te be
vorderen, dat in gevallen, waarin reeds een
latere aanslag bekend is, naar den laatsten
aanslag wordt geoordeeld voor de betreffen
de vrijstelling.
GOEDKOOPE TREINEN
OP TWEEDEN KERSTDAG
Op den Tweeden Kerstdag loopen er goed
koope treinen 2e en 3e klasse van Den Hel
der, Anna Paulowna, Schagen en Alkmaar
naar Amsterdam met aansluiting naar Den
Haag en Rotterdam (van Alkmaar uitslui
tend naar Den Haag en Rotterdam) en terug
Voorts van Nijmegen, Eist, Zutfen, Brom
men. Pieren-Doeshurg, Velp, Terborg, Doe-
tinchem, Wehl, Didam, Zevenaar, Arnhem,
Ede, Bennekom, Wageningen en Utrecht
naar Den Haag.
En van Vlissingen, Middelburg, Goes. Ka-
pelle-B., Viake Kruiningen-IKrabbendijke
Bergen op Zoom, Roosendal. Helmond, E/ind-
hoven. Boxtel, Tilburg en Breda naar Rotr
terdam en Den Haag en terug.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij
naar de strooibiljetten in de stations.
BEROEP OP DE SCHRIFT
IS ZULK GEBRUIK GEOORLOOFD?
Wij zouden aan zeker criticus, met wien
we onlangs noodgedwongen een vriend
schappelijke polemiek voerden over het be
roep op de Schrift als richtsnoer des prak-
tischen levens, wel eens de vraag willen
voorleggen, wat hij denkt van het volgende.
In „Oorlog of Vrede" schrijft een hoofdbe
stuurslid der Chr. Dem. Unie:
„Ik wist, en mijn Christen-Democratische
geestverwanten wisten, dat wij door onzen
strijd in de C.D.U. ons plaatsten buiten de
gemeenschap van Christelijke kringen, om
dat wij weigerden „langer een zoon van
Pharao's dochter genaamd te worden", om
dat wij de „versmaadheid van Christus
meerdere rijkdom achtten dan de schatten
van Egypte" (Hebr. 11)."
(In het citaat is een regel uitgevallen, die
wij, naar ons besta weten, hebben ingelascht)
Voorts schrijft in hetzelfde nummer een
predikant, lid van „Kerk en Vrede" over het
reizen van militairen op Zondag.
„Gewetensbezwaren tegen het reizen op
Zondag! Wij vragen: Houden die gewetens
bezwaren in oorlogstijd dan ineens op?"
„Ik vrees, dat men in oorlogstijd naar
ouder gewoonte den Zondag maar liever zal
ontheiligen terwille van de nationale zaak".
„Hoe lang zal het godslasterlijk bedrijf van
onze Nederlandsche oorlogs-christenen nog
duren?"
En wanneer de „Ned. Krijgsman" hierop
antwoordt, dat hier met twee maten gemeten
wordt, dan heet het:
„Voor oprechte gewetensbezwaren tegen
reizen op Zondag hebben wij allen eerbied,
ofschoon de Zondag geen schriftuurlijke rust
dag is. dat is nog altijd de Snbbath. Maar
wanneer die bezwaren komen van „oorlogs
christenen" dan wordt er gelachen, niet door
ons maar door Satan!
Dan is Jezus' woord op zijn plaats: „Gij
blinde leidslieden, gij die de mug uitzijgt
(uitzeeft) en den kemel doorzwelgt".
Merkwaardig is, dat deze laatste beschou
wing geheel klopt met wat de roode „Politie
bode" schrijft over vergaderen op Zondag:
„Wie aan geboden, bijbelsche geboden,
hangt, behoort den Zaterdag te houden. Als
de Christen van oordeel is, dat een demon
stratie op Zondag goed is, dan doet hij mee.
„Is het geoorloofd op den Sabbath goed te
doen", vraagt Jezus aan de Farizeeërs. Die
vraag is beslissend!
De moderne vakbeweging behoeft dus geen
„bakens" te verzetten, aoch worden door
haar, door het houden van een goede demon-
ROFFELRIJMEN.
Een excuus
Dat bij de schooljeugd een tekort
Van omvang wordt gevonden,
Daarover is al veel gepend,
Bescliouwd en ingezonden
Maar, dat het niet van binnendoch
Van buiten was gezeten
Ik heb Het tot vm groote spijt
IS iet terder kunnen weten
Daar komt een mutsendrayers-pt
Me hejtig appelleeren,
Dat ik met onze schoolbaret
De gek niet heb te scneren;
De niiUomutsendrayers-pa
Heeft nu al sterk ervaren
Hoe snel de wijzer van de jeugd
Begint te evenaren:
De vuilniskettls blijven staan;
De' tramdirecties zwijgen
Omdat ze niet meer elke dag
Dozijnen klachten krijgen;
De ijver stijgt van uur tot uur,
Het Huiswerk, wordt een pretje:
Het gaat nu om de eere van
De melkweg op het petje;
Geen leeraar ivordt er meer geplaagd,
De petjeugd zou zich schamen,
En rolt gewoon, meneertje, rólt
Met vreugd door zijn examen;
En thuis!het is een lieve lust
Den mutsaard te beschouwen:
Hij schept door zijn gehoorzaamheid,
Een sfeer van goed vertrouwen;
Hij bijt z"n nagels niet meer af
Maar borstelt ze bij tijden,
Begint zelfs aan zfn scnoolkleedij
Opmerkzaamheid te wijden
Ik heb, en daarvoor m'n excuus,
De zaak zóó niet doorkeken,
En ik beloof hier met de pet
De gek niet meer te steken.
(Nadruk verboden, f
LEO LENS.
stratie op Zondag, de gewetens op ruwe
wijze gekwetst."
„Voor ons staat het als een paal boven
water, dat het demonstreeren tegen de heil-
looze plannen van Weiter c.s., thans door de
Regeering goeddeels toegepast, of in over
weging genomen, een sociaal belang
"an de eerste orde is!"
En. zoo heet het, vrijzinnigen hebben op
Zondag geen bezwaar tegen dingen, die ook
op andere dagen goed zijn.
Maar „Vrijzinnigen" maken zich niet druk
over Sabbath of Zondag!
Voor de „Stierbron" in Friedrichshain te Berlijn heeft Pe Prins van Wales opent
prof. Leder er de enorme beelden ontworpen. jaarlijksche industrie
congres te Londen
Fresco-schildering in de openluchtschool te Amsterdam, door Jan Gregoire. De afbeel
ding is het sprookje van Sneeuwwitje met de zeven dwergen.
De heftorens van de sluis bij Eefde, gezien van uit het Een nieuwe bestrijdingsmethode van brand: het vuur werd bevroren en was binnen
bemahngsgebouw dat spoedig gereed zal zijn. vijf seconden totaal gebluscht.
Tengevolge van aanhoudende regens is de omgeving van
Beziers geheel overstroomd. Een auto, die in het hoogc
water bleef steken.
Een der acht enorme locomotieven, die te Patricroft voor Chineesche rekening werd
gebouwd, ivordt te Manchester verscheept.
's Lands wijs 's lands eer.
Issel Ugaki, gouverneur
van Korea, stijgt in z'n
schoenen om zich, tijdens
zijn verblijf in Tokio, naar
het keizerlijk paleis te be
geven.