MAANDAG 31 OCTOBER 1932 DE ZEEUWSCHE RAMP VAN 1532 NA VIER EEUWEN BERDACHT DOOR A. M. WESSELS DE RAMP VAN 5 NOVEMBER 1530 OP 2 NOVEMBER 1532 VOLTOOID LUCTOR ET EMERGO Wanneer we een Wik slaan op de Jcaart van Zeeland, dan zien wij aanstonds, dat die provincie een zéé-land is. Zoo is het nu, zoo was het ook vroeger. Uit de wateren opgerezen, door de zee begrensd, draagt het met recht dien naam. Een kaart van Zeeland omstreeks 1530— 1533 ziet er heel anders uit. Zuid-Beveland paalde nagenoeg aan Tholen. Als imen op Noord-Beveland stond, kon men de menschen op liet eiland Schouwen aanroepen. En thans stroomen de wijde Sclieldewateren er tus- schen. Zij stroomen over de voorheen zoo bloeiende landstreken. Maar „Luctor et Emergo" is het bekend devies, dat onder den Leeuw, worstelend tegen de hooggaande golven, Zeelands wa pen,. prijkt. Die eenvoudige teekening geeft zoo treffend juist de worsteling der Zeeuwen tegen het steeds met vernieling dreigende water. De geschiedenis der Zeeuwen is een be stendige kamp tuschen hen en de zee. Maar de leeuw verheft zich krachtig boven de dreigende baren. Hij weet wat worstelen is, hij worstelt steeds en tot nog toe blijft hem de ecre der overwinning al is liet soms ten koste van zware ofifere geweest. Reeds de oudste jaarboeken verhalen van dien stalenden strijd. En nu ihet 2 November a.s. vierhonderd jaren geleden is. dat Zee land zwaar beproefd weird, willen wij aan dien dies ater, die met zwarte letteren in de Zeeuwsche annalen staat vermeld, een herinneringsartikel wijden. Doodsch en eenzaam is de wijde water vlakte, die zich aan de Oostzijde van het eiland Zuid-Beveland uitstrekt en bekend staat onder den naam van het „Verdronken land van Zuid-Beveland". Haar doodschheid en eenzaamheid is een schrille tegenstelling met haar levendigheid van weleer. Hoe schoon lag daar die land streek. die „het land van Reimerswaal" werd genoemd. Hoe mooi lagen, als een gordel, de bloeiende dorpen Couwerve, Stormzand, Bat, Inkeloord. Lodijke, Duivenée, Tolseinde, Nieuwlande, Crecke, Steonvliet, Everswaard, Schoudee, Vinkenisse. Rilland, (het eerste dorp), Broeeke, Maire, Omvaardinge en Val ken isse, om de stad heen. Door de gunstige ligging verkeerde deze landstreek in vollen bloei. Dat Reimerswaal van dien bloei de rijkste vruchten plukte spreekt vanzelf. Als centrum van 18 bloeien de dorpen, waarin vele hofsteden, lusthoven en kasteden, was zij spoedig de derde der stemhebbende steden van Zeeland. Hélaas, deze gansche streek zou van den Zeeuwschen bodem worden weggevaagd. Het p-achtige Reimerswaal, met haar weelde en rijkdom, met haar kloosters en kapellen, het „M aria-pa rad ijs van Zeeland" genoemd, was ten verderve opgeschreven. 't Was de 5de November van het jaar 1530. De storm was in aantocht! Uit de wijde verte kwam een schaduw over de Schelde naderen, geweldig en ontzag wekkend! Bruisend, brullend, met daverend geluid naderde zij. De grond scheen zich te bewegen en de afgronden loeiden. Het gevaar kwam al nader, met de snel heid van een orkaan die het zwerk scheurde. De golven stormden op de dijken aan, die tegen den geweldigen aandrang niet be stand waren. Ten Westen van Reimerswaal lag het prachtige kasteel van Lodijke, waar als een machthebber zetelde de edelman Adriaan van Lodijke. Hij was een strenge ambachts heer, voor wien al zijn onderhoorigen beef den. Hij was gehuwd met een zeer zacht zinnige vrouw en wat haar man te kort schoot in liefde tot zijn naaste, vergoedde de edelvrouwe Johanna door haar zachtmoe digheid en weldoen, zoodat men ter wille van haar veel in den Hear van Lodijke en Reimerswaal verdroeg. Op den gemelden 5den November is er een groot feest op het kasteel, een doop feest tér eere van den pasgeboren zoon. De maaltijd staat aangericht en de gasten schikken aan. Zilveren bekers en kristallen glazen wisselen elkander af. De schotels met de Lodijksche wapens zijn zwaar verguld, zij schitteren en fonkelen in het licht.... voor de laatste maal. Aan het hoofdejnde troonde de kasteelheer. Hij zit. daar in zijn volle heerlijkheid, maar hij heeft het hoogtepunt van zijn glorie be reikt. Er heerscht een opgewekte stemming en een losse, vroolijke toon aan tafel. De gerechten gaan rond en de geur van het heerlijke wildbraad vervult de ridderzaal. Er wordt al drukker gesproken. De edelste wijnen fonkelen in de glazen en men geniet Maar men hoort niet of wil niet hooren den storm, die buiten loeit, men kijkt slechts naar den dans en luistert naar de muziek der minstreelen. Doch terwijl het gediruisch in de feestzaal luidruchtiger wordt, als wilde het het gebrul den storm overstemmenwordt plot seling de deur opengeworpen en stormt, met gescheurde kleeren en beslijkte haren, een onderhoarige de zaal binnen.,... regel recht op den kasteelheer af In een oogwenk verstomt, het rumoer en aller oogen wenden zich plotseling naar de ts waar de ongenoode gast met zijn sombere blik staat. Men gevoelt het, er is iets vreeselijks gebeurd. „Te hulp edele heer!" zoo klinkt het door de zaal. „Te hulp! Er is groote nood! De dijk bij Lodijke is bezweken en het water stroomt door het gat onzen polder binnen! Nog is het niet. te laat, edele heer! Zend spoedig werkvolk naar de plaats des onheils!" Men schrikt op van deze tijding en ont steld verlaten eenige gasten de feestzaal. Woedend is de edelman van Lodijke over deze stoornis. Het groote gevaar dringt niet door tot zijn verhit brein en hoogmoedig klinkt het door de feestzaal: „Geen nood, mijn gasten! Hebt geen vrees op mijn kasteel! Bant gerust alle zorgen weg. Géén werkvolk zal door mij naar het gat van Lodijke gezon den worden! Zal ik de Sohelde tegenhouden en ze in haar werk belemmeren? Immers zij werkt nu voor mij! Zij helpt mij een haven te giraven naar mijn kasteel!" en een bokaal met wijn opheffend„Een heil dronk aan mijn wakkere helpster de Schelde." Ontzet luistert, men naar deze verwaten taal. doch zij stelt de gasten niet gerust Zij verdwijnen één voor één, om zich per soonlijk te overtuigen. Zij verdwijnen bijtijds, want de „wakkere helpster" naderde met rassche schreden, alles voor zich uitstuwen- de, de muren van het kasteel van Lodijke nauwelijks kon de hoogmoedige heer van Lodijke en Reimerswaal met zijn vronw zich op een vlot redden, om in Bergen op Zoom zijn levensdagen te eindigen De woeste Scheldegolven verrichtten hun vernielend werk, overal jammer brengende. Als de andere vluchtelingen, die zich nau welijks konden redden, den anderen morgen den omtrek overzien, weten zij niet of zij waken of droomenSommigen twijfelen hun verstand. Waar is Lodijke? Waar is Tolseinde? Of een der andere zestien dorpen? In vensohillende richtingen rijzen de spitsen der kerktorens op, uit de diep-grauwe wa teren. Ginds schemeren daken. Zij steken Reimerswaal in de 16e eeuw. boven het water uit. Welk een aanblik biedt het strand der nieuwe zee Het eens zoo heerlijke land leverde nu een akelig jammertooneel op. Geheele dorpen werden door den vreeselijken snellen was van het water verrast. Toen de vloed voorbij was, zag men aan alle zijden bouwvallen en de lijken van duizenden menschen en beesten. Vele menschen waren in eikaars armen gestrengeld de eeuwigheid ingegaan. Niets geleerd! De ramp voltooid op 2 November 1532, De sóhrikmare, dat er van Oostelijk Zee land zulk een groot deel verlzwolgen was, zou toch zpker wel in staat geweest zijn om de ambachtsheeren en dijkgraven tot eendrachtige samenwerking op te roepen, ten einde het nog overige gedeelte van Zee land zoo goed mogelijk tegen een herhaling te beschermen? Wie dat. denkt heeft het echter mis! De dure les, het verlies van achttien dorpen en nagenoeg de stad ..eimerswaal, vermocht niet de ruzie op te heffen, die er onderling bestond. Ook Noord-Bevel and was een vruchtbare streek met de .bloeiende dorpen Emelisse. Vliete. Hamerstede, Cats, Catshoek, Soele- kerke, Campensnieuwland, Koningsheim, 'sGravenhoeke, Gerolfsdijk, Welle, St. Ma- chielsdorp. Het eiland Borselen had eveneens ze3 bloeiende dorpen n.l. Monster. Sint Katrijn, Oost kerk, Westkerke, Wolfaertdorp en Te Wijk. Ook deze twee bloeiende landstreken zou den vei-zwolgen worden. De ramp van 1530, vermocht geen blij-venden indruk te maken.; De wateiwolf zou er dan ook maar niet lang mee wachten om zijns welkome prooi op te slokken, 't Was 2 Nov. 1532, dus nu 400 jaar geleden. Een Noord-Westelijken storm stak op, die i weinig goeds voorspelde. Ofschoon met een angstig hart gingen toch velen ter ruste. Maar in het holle van den nacht klonk het angstig gegil der Noord- Bevelandsche en Borselensohe noodklokken uit de verte, tusschen het brullen van den storm. Een waanzinnige angst grijpt de menschen aan. Het zwarte water nadert snel. De donkere onheilspellende vloed heeft de tal rijke dorpen reeds bereikt, losse planken be ginnen te drijven en de vloed lekt de uiterste posten van de huizen. Het water koint reeds naar binnen. Tegen den geweldigen vijand baat slot noch grendel en deze vijand over wint zijn tegenstanders door hen te oveav stelpen. Men loopt de deur uit en snel door het ijskoude water plassend, trachten de bewo ners van deze eilanden de reddende „dijken" te bereiken. Voor zoover zij zich nog konden redden, stroomen aanhoudend vluchtelingen toe uit het dorp naar der richting van den dijk. Angstgegil vervult de lucht. De verschil lende noodklokken kleppen door en de be volking der vele Zeeuwsche dorpen Hoe het oude Reimerswaal er uitzafl. worstelt met den dood. Te Kortgene b.v. werden velen in den slaap door den vloed verrast en vonden mannen en vrouwen en kinderen den dood in de slaapsteden. Te Cats meenden een aantal menschen zich op den dijk te borgen. Maar de honge rige, brullende waterwolf slaat de tanden in den dijk en rukt er stukken af. Een ont zettende angst grijpt de 150 Catsche vluch telingen aan. De dijk brokkelt zienderoogen af. Uit de polders, overal en vooral hier, gilt de doodskreet van een stervend volk. Nog een oogenblik houdt de dijk stand, maar dan brult de waterwolf en Nog altijd stijgt het water. De knotwilgen, de grienden, de woningen verdwijnen. Zij verzinken in het grauwe triumpheerende element. De kerken der dorpen gaan ten onder. Water, niets dan water, niets dan water, niets dan een donkere vloed. De duisternis ligt op de schuimende wateren en wat ellende bergt zij in haar schoot? Als de morgenstond aanbreekt is er De waterwolf had zijn prooi opgeslokt Op Walcheren, dat nog gedeeltelijk gespaard bleef en Zuid-Beveland, staan de toeschou wers bij het gezicht der ontzaglijke ramp als verlamd. Met verslagen harten, met ware ontzetting staren zij op den gruwel der ver woesting. Doch dan ontwaakt de barmhartigheid bij het zien van zooveel leed. Een giroot en machtig medelijden grijpt den geheelen om trek aan. Snel worden schuiten, roeibooten met levensmiddelen en kleederen bevracht, om den overlevenden voedsel en verzorging te brengen. Het is een edele wedstrijd, wie de eerste hulp mag brengen. Het leed wedr zooveel mogelijk verzacht. Een aan Zeelands erfvijand werd wraak gezworen Na vier eeuwen. Vier eeuwen zijn heen gesneld. 66 jaar lang hleef Noord-Beveland als verloren on der het water. Maar langzaam werd het weer teruggewonnen, en al kreeg het min der dorpen terug, het is thans weer een bloeiend eiland. Veel bleef verloren, maar ook werd veel gewonnen. De Zeeuwsche Provinciale Waterstaat ging met de jaren vooruit, en al kan de, nietige mensch de rampen niet weren, die de al machtige God ons mocht willen toezenden het Zeeuwsche dijkwezen kan een stootje verdragen. Moge het in de toekomst blijven wat het. ,in het verleden was: Luctor et Emergo! Gemengd Nieuws. VERDRONKEN Te Almelo werd ontdekt dat de 50-jarige vrouw Kr. in de Loo-lee lag en door den stroom werd medegevoerd. Aan een drietal personen is het gelukt de drenkelinge op het droge te brengen doch zij bleek reeds bewus teloos. Dr. Kats achtte overbrenging naar het ziekenhuis noodzakelijk waar zij 's nachts is overleden. ONTDUIKING VAN DE CRISIS- ZUTVELWET. Door eenige controleurs van de Crisis- Zuivelwet 1932 werd te Roosendaal, in sa- inenjwerking met de politie aldaar, hij ze keren H. een partij) van niet minder dan 3850 KG. vet in beslag genomen, dat niet door geleibiljetten was gedekt VERDRONKEN. In de Nieuwe Vaart van het Merwedeka- naal te Amsterdam is drijvende gevonden het lijk van een man van middelbaren leef tijd. De identiteit kon nog niet worden vast gesteld. AUTO- EN MOTORONGELUKKEN Men meldt ons uit Amsterdam: Op de Weteringschans bij de Vijzelgracht is een 59-jarig man door een auto aange reden. Hij moest in een der ziekenhuizen worden opgenomen. Op de Stadhouderskade bij bet Rijksmu seum is een man door een ziekenauto aan gereden. ITij is in het Wilhelmiua-gasthuis opgenomen. Te Wassenaar reed de 21-jarige J. F. de Rooy uit Rotterdam op den rijksweg met zijn motorfiets op een handkar in. Hij werd tegen den grond geslingerd en werd ernstig gewond naar het academisch ziekenhuis te Leiden vervoerd. Te Venlo reed de 21-jarige L. Bonsels per fiets, waar achterop gezeten was de 11-jarige E. Kusters, van den Stal bergweg Juist op een hoek van den Oostsingel kwam een luxe-auto en reed recht od de jongens in. B. vloog over den radiator van den wa gen. met het hoofd door de voorruit, waar bij hij ernstige wonden aan het hoofd op liep. De 11-jarige K. kwam zoo ongelukkig te vallen, dat hij een bovenbeenbreuk kreeg Beide jongens werden naai' het R.-K. zieken huis vervoerd. HOOG WATER Door den hoogen waterstand van de Maas is de haven te Venlo thans voor een groot gedeelte en die van Blerick geheel over stroomd. Onder de Maasbrug tc Venlo on dervinden de passeerende schenen veel last van den hoogen waterstand. On vele plaatsen in Noord-Limburg zijn de aan de. Maas grenzende weilanden over stroomd. Bij Maastricht staan de uiterwaarden en het stadspark blank. De verbinding met Wijk wordt zeer bemoeilijkt. Te Grave (N.-Br.) heeft de Maas de uiter waarden onder water gezet, benevens de loswallen, zoodat gelost moet worden aan de oude vestingwallen. De veehouders heb ben al hun vee gestald. Te Ouder-Arnstel (N.-H.) heeft de Amstel een geweldig hoogen stand bereikt. Men ondervindt in diverse woningen grooten last van het water, dat op de vloeren staat. Soms moet men uit z'n bed in laarzen stap pen. Dat dit aan de gezondheid schade doet is een feit. vooral nu de hooge stand van het Amstehvater zoo lang aanhoudt. Te Deventer staat de IJssel thans zoo hoog, dat de loswallen ondergeloopen zijn De uiterwaarden staan blank. In de omgeving van Coevorden langs het Loo- en Drostendiep staat het weiland on der water. De boeren hebben zich genood zaakt gezien het vee op stal te zetten, hoe wel de weilanden zelf daartoe in het geheel niet noodzaakten, aangezien er nog vol doende gras is om het vee te weiden. In de Dremtsohe venen zijn de akkers mod derpoelen geworden. De veldgewassen zijn niet, te vervoeren en de. rogge is niet te zaaien. De wegen zijn bijna onbruikbaar en in menige woning is het water binnenge drongen. De onderste lagen van de turf- hoopen staan in het water. DOODELIJK TRAMONGELUK Bij het oversteken van de tramrails is bij de Noorderpoort te Sneek de 73-jarige A. Boersma dfoor die tram die van het station kwam en in de richting Joure ging gegrepen. B. werd over een grooten afstand meege sleurd. De tram moest worden opgevijzeld om het lichaam te bevrijden. In hoogst zorgwekken- den toestand is het slachtoffer naar het St. Anthonius ziekenhuis vervoerd, waar hij na aankomst overleed. HET ONGEVAL TE SPAKENBURG. Men meldt ons uit Spakenburg: Tot onze blijdschap kunnen wij melden, dat wij abusievelijk hebben gemeld dat de persoon die een ongeluk kreeg in Spaken burg met <Le electrische stroom niet over leden is, maar het integendeel naar om standigheden goed maakt. Radio Nieuws. maandag 31 october Symfonie-orkest R. Mllltai. i NCRV. Gramofoonmuziek. s u m. VARA. OrgelBpel. t r y. Trio s u nu VARA Orkest. i i. NCRV. Geestelijke avondzaal sum. VARA. Gramofoonmuzlö i NCRV Gramofoonmuziek. 1 Kerkdiensten, ent. Huizon NCRV: Kerkdienst Ned. Her Kerk Den Haag: Ds j. Poort Lezingen. Cursussen, enz, 18.00 Hilversum VARA: Voordracht Politie- on Persbericht«i 22.00 Huizen. NCRV. Persberichten. Hilversum. VARA. Persberichten. DINSDAG 1 NOVEMBER. n. KRO. Morgenconc* rcum. AVRO. Grarm r s u in. AVRO. Ochtondcom n. KRO. Gramofoonmuziek. num. AVRO. Orgelconcert. I i d b o r g. Strijkorkest, r s u m. AVRO. Orgelconcert. K n. KRO. Gramofoonmuziek. I rsuin. AVRO. Lunchconcert I n. KRO. Sextet ntry. Orgelconcert. :n. KRO. Dameskoor. n R. Studlo-orlcest. i n. KRO. Stafmuziek le Regt. Iaj r s u m. AVRO. Zangvoordracht* i n. KRO. Concert, s n. KRO. Kwartet, chau. Pop. concert. n. KRO. Gramofoonmuziek. I r s u m. AVRO. Graraofooumu2ia en R. Studio orkest. „Moeilijke 15.00 Hilversum. AVRO. Knipcursus. 1D.30 Hilversum. AVRO. Engolsche les. Kerkdiensten, enz, 10.01 Hilversum. AVRO. Morgenwijding. 10.00 Huiz 10.30 H i 1 v 11.20 K a 1 u 1130 H i1v 11.45 Huiz 12.00 H i 1 v 12.15 Huiz 12,20 Dave 14.00 Huiz 14.20 L o li d 15.30 Huiz te Aas 16.00 H i 1 v 16.30 H u,i z Zaterdagmiddag omstreeks 5 uur heeft een ernstig auto-ongeluk plaats gevonden op den onbewaakten overweg op de spoor lijn Den HaagGouda, nabij Veemveg, on der de gemeente Stompwijk. Een personenauto, bestuurd door den chauffeur van B. van V.I.O.S.-maa.tsohappij,' is tegen een, uit de richting Gouda komende trein gereden, met het gevolg, dat de autoi in een sloot werd geworpen. De wagen was totaal vernield. De chauffeur van B. liep slechts onbeteé' kenend letsel op. De passagier, de 40-jarig» van W., bakkersnecht te Lier, was uit dl auto geslingerd. De chauffeur, die zijn pas sagier miste, stelde onmiddellijk een onder, zoek in en vcxnd van W. met een zwart hoofdwond in de sloot liggen. Toegeschoten hulp heeft van W. terstond op het drog» gebracht, maar de levensgeesten waren reedt geweken. Van W was gehuwd en vader van drie kinderen. Hij woonde to 's-Gravenha* ge. Het lijk is naar Leidschendam—Voq w burg overgebracht. BUITENLANDSCHE BANDIETEN, Men meldt ons uit Leerdam: In verband met de inbraak aan de glas fabriek heeft de politie alhier aangehouden den 17-jarigen U., den 16-jarigen V. en den! 14-jarigen R., allien wonende allhier. Deze jeugdige personen hebben bekend in „De Hoop" te hebben ingebroken, doch hadden niet het oogmerk gehad om te stelen, maar, volgens hun verklaring, was nieuwsgierig heid de drijfveer geweest. De daders zijiï J allen buitenlanders. AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET door G.TH. ROTMAN 21. Maar wat klonken daarbuiten op eens voor noodkreten? Het waren Joosje en Pietje, die anet het wagentje nu onderaan den heuvel aangekomen waren. Verschrik kelijk, wat een toestand! Het karretje schoot regelrecht op het huis van het echtpaar Snip aanWat moest daarvan terecht komen! 22. Bom! Daar vloog het wagentje tegen den muur, vlak onder het open raam. Pietje en Joosje vlogen met een boog omhoog en I rolden holderdebolder door het raam naar binnen, de kamer in, tot grooten schrik van meneer en mevrouw Snip. De strooppot en de helft van de pannekoeken kwamen op den grond terecht. -J DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA Wacht even, zei hij eindelijk, en begaf zich naar het altaar waar hij nedericnielde, het hoofd zóó diep gebogen, dat het op de bovenste trede rustte. Zoo gingen eenige minuten voorbij- De afgevaardigden meen den dat hij voor het welslagen bad van de aanstaande processie; zij vermoedden niet dat hij God saneekte om ©eLfbeheersching, ten einde hun een verstandig en waardig antwoord te geven. Toen hij opstond en tot hen terugkeerde kon hij op kalmen toon zéggen: Staat op, Broeders, en gaat in vrede. D^ bewaarder der kerk zal de heilige hamer aan de vrome \rouwen overhandigen. Onder één voorwaar de echter. Indien oen der vrouwen getroffen wordt door een vijandelijken kogel, zult gij mijn getuigen zijn tegenover hen, die u tot mij zenden, dat ik onschuldig ben aan haar bloed. Staat op en gaat heen in vrede. Zij verlieten de kerk zooals zij gekomen waren, en de Keizer zette de godsdienst oefening voort. Den volgenden morgen te tien uur onge veer werd het gevecht bij de poort S. Ro manos een oogenblik gestaakt. Van dien stilstand maakte graaf Corti gebruik cn .verscheen boven op den puinhoop van wat de Bagdadtoren geweest was, een zwart schild aan den arm, zi<n boog in de eene hand, zijn vaandel in de andere- Pas op, pas op! waarschuwden zijn grienden. Zij gaan zoo aanstonds het groote kanon afschièten. Corti scheen hen niet te hooren. Hij plant te zijn vaandel in den grond, blies driemaal op de trompet, en nam een pijl uit den koker op zijn rug. Het kanon werd afge schoten, de kogel kwam in het puin terecht. Zoodra het stof optrok antwoordde hij met zijn trompet. Toen hieven de Turken zonder van plaats te veranderen een luid ge schreeuw aan. De meeste hunner pijlen vielen op korten afstand van hem neer. Daar hij zag dat niemand lust gevoelde om aan zijn oproeping gevolg te geven, zette hij zich op een steén. Niet lang daarna verliet €?n ruiter de Janitzarenschaar en naderde in gestrekten draf links van den zigzagweg. Hij droeg een harnas glinsterend als goud, maar tevens een wijde geelzijden broek, terwijl zijn voeten in gouden stijgbeugels staken. Aan den 'Linkerarm had hij een klein zwart schild, in de rechterhand een boog. Rustig en vol zelfvertrouwen ver minderde de ruiter zijn vaart. Toen hij bin nen schot kwam begon hij terstond te cara coleeren- Achter hem verhief zich een lang gerekt oorlogsgeschreeuw. Van al de Chris tenen was de graaf de eenige, die den groet der Janitzaren herkende: De Padistia! Leve de Padisha! De ruiter was,niemand an ders dan Mohammed. Dc graaf stond op, spande den hoog en riep; voor Christus en Irene... vooruitl Bij het laatste woord vloog de pijl af. Mohammed ving den pijl luchtig op met zijn schild, riep terug: Allah il Allah! en schoot op zijn beurt een pijl af. Dat spel werd een poos voortgezet In waarheid was de graaf niet weinig trotsch op de behen digheid van zijn vijand. Deze tegenstander toch was zijn leerling. Hoe dikwijls hadden zij zich vroeger in scherts met geknotte pijlen hierin geoefend! Eindelijk ketste een pijl tegen het schild van den Sultan, waarop hij van 't paard sprong, den pijl, een zwart- gevederden, opraapte, en zich weder in het zadel wierp- Allah il Allah! riep hij en liet zijn paard langzaam achteruittrippelen. De graaf blies nogmaals op de trompet en ging weer op den puinhoop zitten: maar toen zich geen tegenpartij meer aanbood daalde hij af van dc hoogte. In zijn tent teruggekomen ondenzocht Mohammed den pijl- Het kopje was van loqd, hij sneed het open en1 vond een strook je papier, waarop deze woorden geschreven waren: Heden te twaalf uur zal een pro cessie van vrouwen op de muren verschij nen. Gij zult haar herkennen aan de witte banier, waarop een beeld der Madonna ge schilderd is. Een monnik zaïl ze dragen. Prin ses Irene loopt vlak achter de banier. Mohammed vroeg hoe laat het was. Het was juist half elf. Even daarna hield een gansche schaar bereden officieren voor zijn deur stil, die na een mondelinge opdracht van hem, zich ijlings verwijderde». Daarop werd de strijd hervat. Heviger dan ooit te voren woedde hij. Slingeraars, steen werpers en boogschutters werden tot. aan den buitenrand der gracht voortgestuwd, cu alte denkbare machines werkten over hen heen. In zijn onbekendheid met het wond_er, dat men van de Madonna op de l5a7riPr~vër- waditte, hoopte Mohammed dien zeldzamen ommegang te verhinderen. Niettegenstaande het felle schieten was op het bepaalde uur het kerkgebouw om ringd door nonnen en monniken en weldra traden de koorzangers der S. Sophia onder plechtig gezang naar buiten. De Keizer volg de, als Basileus gekleed, daarna de Panagia- Op het zien van de beeltenis der Heil'jje Madonna die op de borst een afbeelding van liet Kind droeg, knielde de menigte aan biddend neder. Prinses Irene, gesluierd en in het zwart, trad vooruit, kuste de franje der heilige banier en nam de witte linten op, waarna de monnik, die de Panagia dragen zou, zich achter het koor stelde. De nonnen sloten de optocht. Allen weenden en zuchtten, maar niet van vrees. De Moeder Gods zou zich opmaken ter bevrijding van haar geliefd Byzantium. Zooals het den Avaren gegaan was, en later met de Russen onder Askodd en Dir, zoo zou het ook heden geschieden met Mohammed en zijn woeste horden... de hemelsche heirscharen zouden zich wapenen om hem te straffen. Zij zouden niet wagen een tweeden keer naar het beeld te zien, en deden zij het, welnu, mén kan op verschil lende wijzen aan zijn einde komen. Do ge liefde Moeder zal hierin beslissen. Zoo redeneerden de vrouwen. Misschien begre pen zij dat de stad niet langer te houden was en hadden zij een voorgevoel van de ver schrikkingen die haar wachtten, als de vijand haar bij storm innam. Alèen het geloof kan verlichting aanbrengen, als men der wanhoop nabij is- Van de kleine kerk trokken de vromen al zingende naar het zuidoosten en haar getal groeide voortdurend aan. Eerst bereikten zij'een trap, die naar het voetpad langs den muur bij den Gouden Poort leidde. Het schreeuwen en tieren dei- strijders de pijlen en steenen die onophou delijk neervielen, zouden haar gewis op de vlucht hebben doen slaan zoo zij zich niet onder hooge beschercïïing gevoeld hadden. Maar de Madonna ging haar immers voor; bevreesd te zijn zou gelijk staan met het ontkennen van haar reddende macht. Daar enboven, prinses Irene toonde ook geen vrees. Evenals zij (maat woorden overnam van het koor,, zoo ontleenden zij moed en vertrouwen aan haar. Aan den voet van de trappen hielBen de zangers stand om de Pagania te laten vóór gaan. Het oogenblik voor het wonder was gekomen! Welken vorm zou de manifesta tie aannemen? Misschien zouden de vensters des hemels geopend worden om een regen van vuur te laten neerdalen... misschien zouden de strijdbare engelen, clic den troon des Vaders omringen, met vlammende zwaarden ver schijnen, misschien zouden Moeder en Zoon zich vertoonen. Hoe dat ook zij, niemand mocht tusschen de Panagia en den vijand De monnik die de banier droeg was vol geloofsvertrouwen, evenals de vrouwen: hij besteeg de trappen zonder een oogenblik te aarzelen. De prinses volgde. Hooger en hoo- ger stegen zij... Moeder en Zoon. Nu was de. witte banier op den muur, het eerst gezien door de Grieken- die hem verdedigden, en die bij haar verschijnen op hun aangezicht ter aarde vielen, daarna door de vijandelijke horden. En deze, o, een wonder, waarlijk een wonder! zij ook stonden stil. De schutter die zijn boog spande, de steenwerper met zijn slinger, allen stonden stil; een onzichtbare hand hield hen tegen, het was alsof zij in steen veranderd waren, zoo onbeweeglijk stonden zij die witte verschijningen aan te staren. Kyrie Eleison, Christus Eleison, zongen de vrouwen tot driemalen met luide De banier bewoog zich langs den muur, j niet snel alsof angst en vrees haar voort dreven, maar langzaam, het beeld naar buiten gekeerd, de prinses naast haar, de linten in de hand. Achter haar het zingende koor, en tot besluit de lange trein vrouwen in geestverrukking van geloof en over winning; want nog voordat allen boven gekomen waren, trokken de horden zich achter de verschansing terug. En niet alleen daar, maar langs de geheele linie, van de zee tot Blacherne, van Blacherne tot de Acropolis, legde men nog vóór het verschij nen der banier, nog voordat het Kyrie Eleison gehoord werd, de wapenen neder. De blijde mare drong weldra door tot do kelders en rypten cn onderaardsche gangen,' en daar niemand er een verklaring van kon geven werd het wonder geloovig aangeno men cn het, verkeer in de straten begon te herleven. Zelfs de meest vreesachtigen gre pen moed, en dankten God en de Panagia met luider stem- Dc monniken maakten groot vertoon mot dc Grieksche kruisen aan hun rozenkransen, zeggende: Het gevaar is geweken. Wat het geloof toch uitwerkt! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 8