2 ZATERDAG ~2* OCTOBER '1932 TWEEDE BCAD PAG. ECONOMISCHE EMBLEMEN ENGELAND EN DE SCANDINAVISCHE LANDEN WAAR VOOR NEDERLAND HET VRDINALE VERSCHILPUNT ZIT ize relaties met onze Ooster- en onze Westerburen Pe Engelsche Regeering heeft uitnoodigin- (i verzonden aan de Skandinavisohe lan- p en aan Denemarken om in Londen te men praten over de tariefkwesties. Zooals fcend hebben deze landen, door hun affini- l tot Engeland, direct hun munteenheid h het gouden anker losgemaakt, toen beland daarin voorging. Zij zijn op Enge- |d georiënteerd en het was voor hen een burstelling, dat Londen niet direct, ook h belangen in het oog hield. „Eerst Ot- ta" zei de Engelsche Regeering en daarna nen pas de andere, niet Britsche gebieden. i Engelsch standpunt was dit juist ge- de eenheid van het Britsche Emporium .t vóór bij de andere problemen. Trou- ïs de politieke eenheid tusschen Engeland zijn dominions was alreeds verbroken en o had de scherven zooveel mogelijk aan ander gelijmd door het Instituut van stminster. Doch ook de economische een- d dreigde teloor te gaan en daarvoor est men oppassen. De dominions van hun it hadden evenveel belang bij een econo- ich geheel als het moederland en daarom de weg om ertoe te geraken, niet zoo eilijk. Ottowa bracht in deze de oplossing, schien is het resultaat anders, dan vele •hards-' hadden verwacht, maar het is aiiskenbaar, dat er een regeling getroffen welke voor uitbreiding en consolideering baar is. lu Ottowa achter den nig ligt en de voor- eidende maatregelen tot uitvoering der reenkomst worden getroffen, gaat Enge- d met de andere belanghebbenden praten. Skanddnavische Rijken en Denemarken ren ongetwijfeld de eersten, die daarvoor aanmerking komen. lok Argentinië schijnt te zijn uitgenoo- Ïd, maar daarvoor bestaan zeer speciale enen. Immer» Engeland heeft in Zuid- Amerika zeer groote financieele belangen, die in gevaar verkeeren. Ten eerste als ge volg van de uiterst slechte economische toe standen aldaar en ten tweede door de krach tige penetratie van Amerika, dat Engeland er zoo vlug mogelijk „uit" wil werken. Nu tusschen Australië en Canada aan de eer.c zijde en Engeland aan den anderen kant een vleescli-overeenkomst is getroffen, waar bij Engeland invoerrechten zal dienen te gaan heffen (waarbij bevroren Argentijnse!) vleesch vrijgesteld schijnt te zijn) is een ge sprek met Argentinië op z'n plaats. Boven dien zal men de graan kwestie hebben te regelen. Is de aanstaande conferentie met de Oslo collega's een gevaar voor ons? Wij vermee- nen van wel. Want vooral Denemarken is een onzer zwaarste concurrenten op de Engelsohe markt. Dit land is hoofdzakelijk exporteur van agrarische producten, voorna melijk van dierlijken aard, melk, boter, kaas en bacon. Juist de producten, die wij óók gaarne in Engeland zouden willen slijten. Denemarken heeft daarbij een voorsprong, omdat de exporteerende fabrieken een groo- tere saamhorigheid onder elkander tot uiting brengen dan in ons individualistische landje. Onder regeeringscontrole heeft men de kwali teit geperfectionneerd, terwijl door speciale maatregelen vertrouwen in die kwaliteit wordt ingeboezemd. Dit is echter nog niet het voornaamste punt want ook wij kunnen een deugdelijke regee ringscontrole op de uit te voeren goederen laten instellen. Trouwens wij hebben onze warenwet, wij hebben op het moment de varkenscentrale, die in deze richting wil gaan werken. Het voordeel van Denemarken ligt hoofdzakelijk in zijn mentaliteit. Is onze leus op het moment: „Nederlanders, koopt het Nederlandsohe fabrikaat, want daarmede steunt ge dc eigen industrie, de eigen land- genooten", in Denemarken zegt men: „Denen koopt Engelsche goederen, want circa 67 van onzen totalen export gaat naar Enge land en hoe meer Engeland van ons betrekt, hoe meer onze welvaart zal kunnen gaan stijgen." Hier zit het kardinale verschil. Denemar ken exporteert hoofdzakelijk naai* Engeland tegen een staag stijgend percentage van zijn totalen export. In 1931 bedroeg dit percen tage. zooals hierboven gezegd, 67 In 1931 6-1.6 pCt. en in 1929 59.6 pCt. Een belangrijk gedeelte van den import dient om de pro ducten van den export te kweeken. zooals voedergraan, oliekoeken etc. Deze kunnen niet van Engeland worden betrokken, omdat Engeland ze nu eenmaal niet kan leveren. Doch wat voor menschelijk gebruik dient met uitzondering van koloniale waren (rijst, kof fie, thee, suiker etc.) en door Engeland niet wordt voortgebracht (katoen, olie, benzine enz.) wordt, zooveel mogelijk uit het Britsche Rijk betrokken. Wij noemen: textielgoederen steenkool, ijzer, staal, machineriën etc. Enge land importeerde in het eerste halfjaar van 1932 20.6 pCt. van den geheelen import tegen 14.9 pCt. en 14.7 pCt. resp. in 1931 en 1929. Het ligt nu in de bedoeling, dat Denemarken hoe langer hoe meer van Engeland zal gaan afnemen; de onlangs gehouden Britsche tentoonstelling in Kopenhagen, welke door den Engelschen kroonprins geopend werd, had ten doel de Engelsche waren nog meer populair te maken. Het is te begrijpen, dat Engeland gaarne faciliteiten zal willen verleenen, wanneer de Denen méér Engelsche goederen gaan koo- pen. En hierin schuilt het groote gevaar voor ons land, dat identieke producten naar Engeland zendt. Onze handelsbeweging naar de overzijde van het Kanaal is veel en veel grooter dan die van Denemarken of van Zweden, maar wij willen, als de Chineezen van het Oosten, steeds meer naar Engeland leveren, zonder onze import uit Engeland te vergrooten. Willen wij dus niet té ver gaan achterstaan bij onzen Deensche concurrent, dan moeten wij 't principe huldigen van de „cost gaet voor de baet." Wij zullen meer Engelsche goederen moeten nemen om Enge land te bewegen meer van ons te koopen. Op die wijze zou er welicht iets tot stand te brengen zijn. In 1913 bedroeg 't maandelijksch gemid delde van onzen export naar Engeland f325.231.000 gulden. Uit Engeland importeer den wij toen gemiddeld f255.453.000. Dezo cijfers zi jn over Juli j.l. teruggezakt resp. tot fOe'/z millioen en f6S% millioen. Trouwens er is een staag dalende lijn in beide te con- stateeren en wij gelooven niet te boud te spreken door te zeggen, dat wij onzen En gelschen buur schromelijk aan het verwaar- loozen zijn. Duitschland overstroomt ons land met Duitsche waren; het beperkt zijn invoer van Nederlandsche goederen en het dreigt, om, wanneer wij niet van Duitschland blijven koopen. de particuliere schulden onbetaald te laten. Is het dan niet veel logischer om Duitschland te laten betuién, ons op nood weer te beroepen en de hand te reiken aan John Buil! In allen geval mogen wij liem niet ver- waarlöozen, want wij hebben Engeland drin gend noodig. Meer en meer zal Londen zijn leidende positie in het concert der naties te rugwinnen. evenals Duitschland: met bei de landen hebben wij innige banden, die wij nauwer moetep aanhalen, tenminste, wan neer die drang aan beide zijden leeft. Wil Duitschland tijdelijk zich gaan isoleeren, dan moet het zelf van die isolatie-politiek de gevolgen dragen. Wij mogen daarvan in geen geval de dupe worden, tenminste wan neer wij andere kanalen kunnen benutten. Wij hebben daarvoor ons oog op Engeland gericht te houden. BINNENLAND. OFFIC1EELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN j K. B. is toetrekend de bronzen niedsuUe Oranje-N'aifsau "Orde aan H. W. Giljou, let- tter tjij de N.V. Joh. Enschedé en Zoneu, Grafische Inrichting te Haarlem. KANSELIER NED. ORDEN Filiaal ln ROTTERDAM: le Pijnackerstraat 144 Telefoon 43124 HET NIJVERDALSCHE GEVAL Het gemeentebestuur van Hellendoorn ontving namens den minister de mededee- ling, dat de arbeiders, die mochten weige- cle loonsverlaging te aanvaarden, van steunverleening en werkverschaffing moes ten worden uilgesloten. „Hier wierp, schrijft de R.K. Volkskrant, de minister het zwaard van den honger in de weegschaal. Wat hij wenschte is verkregen: voor deze bedreiging, voor de straf van broodeloos- lieid voor zich en de hunnen, zijn de arbei ders gezwicht, moesten zij zwichten. De arbeidersbeweging wij bezigen hiei het verzamelwoord omdat niet denkbaar is dat over dit geval een afwijkende meening kan bestaan kan dezen aanslag op een recht van den vrijen arbeider niet zonder protest laten voorbijgaan. Natuurlijk moet de zaak van Nijverdal in de Kamer komen, al is de Kamer ook met werk overkropt. Komt ze in de Kamer, dan rekenen wij er op dat deze methode van inmenging, met het hongerzwaard, algemeene afkeuring vinden, ook bijvoorbeeld bij dr. Kortenhorst. Maar misschien wil de minister, die reeds meer op onhaudige voornemens is terug gekomen, den storm bezweren door, doch dan onverwijld, zijn misstap in te zien en ongedaan te maken. 1-Iet Nijverdalsche geval zal, indien ge handhaafd, meer dan een misdaad, een fout zijn, waaraan de minister dreigt te bezwij ken." type K. 78. E.G. 85. m- ƒ125. R.R. 185. A.R.J.A. In verband met den aiberd der bestudee- ring onzer a.r. beginselen door de rijpere jeugd, schrijft de heer P. P1 u y t e r, te Gro ningen: C o u r a n t e n - w ij s h e i d. Natuurlijk hebben we allen alle waardee ring voor de wijsheid die we uit couranten kunnen putten. Maar het benauwende van onze tijd is dat velen volstaan met niet verder te gaan dan vluchtig, ja vooral vluchtig, hun courant door te zien en dan meenen dat ze de wijs heid in pacht hebben. Wanneer ooit dan is het vooral nu de tijd om uieper te graven. Om te kunnen onder scheiden. Alle mogelijke en onmogelijke theorieën doen tegenwoordig opgeld. Vooral beschouwingen over staat en maat schappij. Ik zou onze jonge menschen willen toe roepen: Benut toch vooral Uw tijd om wer kelijk studie te maken van'onze schoone Anti-Revolutionaire beginselen. Put uw wijs heid niet enkel uit een te hooi en te g-ras opgevangen courantenartikel of vergadering- verslag, maar sluit U aan bij, of richt op. A.R.J.A. afdeelingen. Dan worden uw meeningen gefundeerd. Dan zult ge in staat zijn uw man te staan. Omdat ge dan weet wat ge zegt. Omdat ge dieper hebt gegraven, omdat ge waart ge zeten bij de bron. En hoe meer men onder zoekt des te meer komt ge dan tot de over tuiging dat onze Anti-Rev. beginselen niet verouderd zijn maar dat ze altijd blijvende waarde hebben, ook dan wanneer staat en maatschappij kreunen op hun grondvesten. Aan het werk dan. De zaak des konings i» dringend. De nieuwe bruggen op den grooten weg Roermond-Maastricht zijn reeds van vlechtwerk voor een beton- Middenmeer, het tweede dorp m den Wieringermeerpolder, is in aanbouw. Deze weck richt' steering voorzien. Het storten van beton zal dus spoedig beginnen. Gisteren echter is het gedeelte op_ woningen een schooltje op. Kinderen op 't „pleintje" tijdens 'i vrijs h wurtier. 1 den voorgrond over een afstand 'Van 12 meter ingestort. De politie van Rome defileerde vo&r Mussolini bij gelegen heid van haar stichtings-jubüé. De nieuwe gepantserde aanhangwagens reden mede De bekende Duitsche schrijver Emil Lud- wig, die thans in ons land vertoeft. Gisteren werden vijf te Charlois gebouwde tanks, elk van. 100.000 litervan Rotterdam naar Venlo gezonden» vorsten-bruüoft te Coburg. Het wisselen der ringen bij de huwelijksplech tigheid van prins Adolf en prinses Sibj/lle van Saksen-Coburg De onafhankelijkheid van Mandsjoerije is door de Japansche jeugd met luidruchtige feestelijkheden gevierd, Tengevolge van de regens der laatste dagen moeten in de Haarlemmer meer vier paarden de bietenwagens door de klei trekken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3