llicattrr £Vihsrtjr <£mrmt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
VERHOOGDE INVOERRECHTEN
De zorgelijke toestand der financien
BINNENLAND.
H00THANDELV.IT UANSCHUNDEL&CO.
ABONNEMENT:
Per kwartaal In leiden en In plaat
ten waar n ag-Mitsrhap gevestigd Is ƒ2.35
Franco per post 2.35 portokosten.
Pet week ƒ0.18
ell. Voor liet Buitenland bij wekelijk*
srhe zending t 50
!I*S Hu dagelijkse he zending 5.50
.Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestnat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 3782 ZATERDAG 8 OCTOBER 1932
1DTSRTEN.EEN
Van 1 tot 6 regels
Elke regel meer
Ir.gez. Mededeellngen
van 1—5 regels
Elke regel meer
um
0.22 Vf
0.15
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan t bureau
wordt berekend 0.10
12e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
waarbij inbegrepen bet Zondagsblad
Andere maatregelen verdienen
de voorkeur
Het verzet tegen sommige voorstellen
der regeering is algemeen.
Echter moet men hierbij nauwkeurig
onderscheiden. Want er is tweeërlei
critiek. By sommige groepen schijnt
stemming maken tegen de regeering het
ioogste doel te zijn en wordt het dus
een opposition quand même.
Bij anderen daarentegen staat de er
kenning voorop, dat de regeering recht
heeft op steun en dat het gevraagde
geld er moet komenmaar men acht het
aangewezen middel niet het meest ge-
enschte; men vindt het allicht zeer
ongewenscht.
Een van die maatregelen is de egale
DE^verhooging van alle invoerrechten ge
durende het jaar 1933 met 30 opcenten;
ze dus in 't algemeen gesproken
van 10 op 13 zouden komen.
Tegen dit plan worden van alle kan
ten bezwaren aangevoerdwelke bezwa
ren sterk geaccentueerd zijn, omdat de
Minister feitelijk de verhooging reeds
in werking deed treden. Om n.l. te ver-
I hinderen, dat van nu tot de datum van
inwerkingtreding der verhooging on
evenredig veel ingevoerd zou worden,
heeft de Minister bepaald, dat de ver
hoogde rechten terugwerkende kracht
zullen hebben tot 29 Sept. 1.1.
Gevolg daarvan is geweest, dat de
,f limporteurs onmiddellijk de verhoogde
_'_jinvoerrechten op de prijs gelegd hebben
>m daarmee het risico van zich te
ihuiven. De handel klaagt dan ook
luide over de ontstane verwarring.
We zullen ons niet verdiepen in de
,g of de Minister op deze wijze niet
min of meer Mussolini-achtig is opge-
lpejtredenhij zou antwoorden, dat het
noodig is om misbruik te voorkomen.
Hier staat echter tegenover, dat deze
methode, voorzoover wij ons herinne
ren, vroeger niet gevolgd isen dat het
een onmogelijke .verwarring geeft, als
j straks de verhooging niet mocht door
gaan.
Gemakkelijk zal de Minister zijn
voorstel niet aangenomen krijgen.
Want de bezwaren stapelen zich op.
We behoeven ze niet breedvoerig toe te
lichten. Echter, de tegenzin, welke we,
direct na de verschijning der Millioenen-
nota bij ons voelden opkomen is niet
verzwakt, maar versterkt.
Het is mis, om thans tot verhooging
over te gaan, waardoor de prijzen der
levensmiddelen ongetwijfeld zullen stij
gen. Het is fout om de tariefmuren te
verhoogen op hetzelfde moment, dat het
verdrag van Ouchy, dat van verlaging
ireekt, in openbare behandeling komt.
Voor België en Luxemburg zouden de
verhoogde opcenten dus in geen geval
geldenmaar voor de andere landen, die
zich daarbij aansluiten ook niet. En
waar de verhooging zuiver fiscale be-
i heeft (het fiscale karakter
van 13 is zeer twijfelachtig!) zal het
de vraag zijn of de opbrengst wel aau
de verwachting zal beantwoorden.
Bedenkt men hierbij nu nog, dat de
laatste verhooging der invoerrechten
goedgekeurd is, omdat het ook werke
lijk de laatste zou zijn; en dat de ver
hooging op alle artikelen egaal drukt;
dan rijzen er aan alle kanten bezwaren
tegen deze maatregel. En, als de Twee
de Kamer in volle vrijheid kan beslis
sen, dan is er geen denken aan, dat deze
verhooging er komt
Nu rijst echter als van zelf de vraag:
weet minister de Geer zulks dan ook
niet? Natuurlijk wel. Zelfs is over
bekend, dat deze minister de invoer
rechten in 't algemeen een kwaad hait
toedraagt. Maar, de begrooting dient
sluitend gemaakt te worden en hij zag
geen andere uitweg. Noodgedwongen
stelde hij dus verhooging der invoer
rechten voor.
Dit feit mag niet buiten rekening ge
laten worden. Het naakte ons dan ook
zeer voorzichtig in de critiek. Dit feit
verklaart wellicht ook de eenigszins
humoristische opmerking van de mi
nister:
„Indien het parlementair overleg
over de ingediende Rijksbegrooting
er toe mocht leiden, dat regeering en
Kamer tot het gezamenlijk inzicht
komen, dat een of andere niet voor
gedragen besparing (of tijdelijke
middelenversterking) evenzeer ot
misschien zelfs nog méér aanne
melijk zou zijn dan een ,vèl voorge-
dragene, dan zal het stellig verva
ging verdienen, de eerstbedoelde te
gebruiken om het resteerende nadee-
lige saldo ad f 22 millioen alsnog
geheel of gedeeltelijk op te vangen."
Hier zitten o. i. twee elementen in.
Eerst, dat het aanbeveling verdient om
naar middelen te speuren, welke het
nog resteerende tekort van f 22 mil
lioen weg kunnen werken. Maar ook de
onuitgesproken verzekering: als de Ka
mer een goed idee aan de hand doet om
een voorgestelde maatregel door eun
ander, minder bezwaarlijk middel te
vervangen; dan is de Regeering tot
overleg bereid.
Zoo behoort het ook. De Regeering
heeft recht op steun bij de uitvoering
van plannen om de begrooting sluitend
te maken; doch het is vooral in deze
tijden noodzakelijk, dat zij tot „gemeen
overleg" met de Staten-Generaal bereid
zij en dat zij zich dus niet van te voren
vastlegt op welke wijze het tekort ge
dekt moet worden.
We vertrouwen dan ook, dat een
eventueel voorstel om met name de ver
hooging der invoerrechten door een
andere maatregel te vervangen, door de
Regeering met sympathie zal worden
bejegend.
Derhalve rijst de vraag: als ge geen
verhooging van invoerrechten wilt, wat
wenscht ge dan?
Naast opcenten op die rechten stelt
le Regeering ook verhooging van de
bieraccijns en een weeldeverterings-
belasting voor.
Dat het publiek deze nieuwe belastin
gen plezierig zal vinden, gelooven we
niet. Maar toch mag geconstateerd, dat
tegen deze maatregelen weinig of geen
bezwaren zijn ingebracht.
Dit'wijst er op, dat het aanbeveling
verdient om in die richting door te
gaan. Vandaar de gedachte om nog een
paar millioen uit de tabak te halen.
Voor ons rookend en smokend volk is
dat niet plezierig; maar het wordt
waarschijnlijk minder tragisch opgeno
men dan verhooging der invoerrechten.
Sommige menschen kunnen, naar hun
zeggen, evenmin buiten tabak als bui
ten etenmaar het is en blijft toch een
genotmiddel. En daaraan worden jaar
lijks millioenen en millioenen besteed.
Echter, met de tabaksbelasting alleen
zou men er niet komen. Daarom is
daarnaast ook een couponbelasting aan
de hand gedaan. Hiermede raken we
weer wat we de vorige week schreven
over de hooge rentestandaard.
Minister de Geer heeft een knappe
verdediging geleverd, waarom de Re
geering z. i. niet meer leeningen conver-
teeren kan dan zij tot heden deed. De
rente kan niet lager.
Dit wordt echter van alle kanten be
streden. Niet alleen in de pers we
denken b.v. aan het orgaan der Chr.
ambtenaren ook in vergaderingen.
Waarom, zoo vraagt men, moet de ar
beid „goedkooper" worden en blijft hel
geld zoo duur, dat nu nog voor Indië
geleend wordt voor 5 en tegen een
koers van 97V2
Moet dat nu werkelijk? En, wanneer
het op dit oogenblik niet anders kan, is
het dan niet mogelijk een equivalent te
treffen door een couponbelasting?
Deze vraag dient ernstig overwogen.
Want er zijn natuurlijk wel bezwaren
aan verbonden. Het zijn niet alleen
grootkapitalisten, die een couponschaar
noodig hebben. Het geldt ook voor
kleine spaarders, die nauwljjks van hun
geld kunnen leven; ook voor vereeni-
gingen en stichtingen, die wegens de
waardedaliitg der effecten het toch al
zwaar hebben.
Er dient dus wel gewikt en gewogen.
In 't algemeen echter zijn wij van
oordeel, dat een couponbelasting minder
schadelijk werkt dan verhooging der
invoerrechten, waaraan nationale, maar
ook groote internationale bezwaren
kleven.
Bovendien zou hier tweeërlei bijkom
stig voordeel mee bereikt worden, waar
op we met een enkel woord willen
wijzen.
Een couponbelasting zou de ophef
fing van het bankgeheim noodzakelijk
maken. We vinden dat volstrekt niet
erg. Te meer niet, omdat daaraan het
groote voordeel vast zit, dat belasting
ontduiking daardoor veel moeilijker zou
worden en de belastingopbrengst in niet
geringe mate zou stijgen. Het is than3
zoo gemakkelijk om de opbrengst van
effecten te verzwijgen en bij een cou
ponbelasting zou dat aan het licht
komen.
In de roode pers werd nog pas de
volgende, zeer juiste opmerking ge
maakt:
„Wij veroordeelen belasting-ontdui
king natuurlijk ten sterkste. Men be-
tale niet meer dan men rechtens betalen
moet, maar ook niet minder.
Het is niet al te gewaagd te zeggen
dat als alle belastingaanslagen juist
zouden zijn, de belasting verlaagd zou
ku-.nen worden om een gelijke op-
b^sn&ït te behouden".
Hoe groot de meerdere opbrengst zou
zijn, weet niemand. Het is vaak geschat
op 20 a 25 Een couponbelasting meti
de daarbij noodzakelijke opheffing van
het bankgeheim zou dus ook nog een
belangrijk indirect voordeel opleveren.
En dat niet alleen voor de belasting
ook voormaatschappelijk hulp
betoon. Het zullen wel uitzonderingen
zijn en we nemen graag aan, dat er
geen hooge bedragen mee gemoeid zijn
maar in de laatste tijden lekt menig
maal uit, dat sommigen o zoo gemakke
lijk om steun aankloppen. Zelfs al staan
er vrij belangrijke sommen op spaar
bank of postkantoor. Ja, een enkele
maal doet nog wel eens een oude kous
dienst.
Wanneer dat uitkomt, volgt er na
tuurlijk inhouding van steun en terug
betaling. En zoo zijn al aardige bedra
gen binnengekomen. Echter, bij ophef
fing van het bankgeheim zou ook hier
fraude voorkomen kunnen worden.
Onze slotconclusie, wat dit onderdeel
betreft, is daarom, dat men ernstig
dient te overwegen of de verhooging
der invoerrechten niet vervangen kan
worden door andere maatregelen, welke
niet zoo hinderlijk zjjn en bovendien
nog extra voordeelen geven.
OFFICIEELE BERICHTEN
RADEN VAN ARBEID
ngang van 1 Oct J.L is aan P._ Keule-
op zijn verzoek
il ontslag verleend
Kaad van Arbeid te Am
sterdam. onder dankbetuiging voor de in die
betrekking bewezen diensten.
DEP. VAN ECON. ZAKEN EN ARBEID
Met ingang van 1 Oct J.L is aan den heer F.
J. K. Heringa op zijn verzoek wegens veran
dering in de Inrichting van het dienstvak, waar
bij hij werkzaam is. eervol ontslag verleend als
administrateur bij het Dept. van Economische
Zaken en Arbeid onder dankbetuiging voor de
vele en belangrijke diensten door hem In ver
schillende functies bewezen: bij ls benoemd tot
tijdelijk raadadviseur bij genoemd departeinexr.
RIJKSVERZEKERINGSBANK
Met ingang van 1 Jan. a^. is aan D. Reekens
op zijn verzoek eervol ontslag verleend als re
ferendaris bij de Rijksverzekeringsbank met
dankbetuiging voor de door hem in die betrek
king bewezen diensten.
CONSULAIRE DIENST
BIJ K.B. ls de heer F. R. Llneweaver erkend
en toegelaten als vice-consul van de Vereenig-
de Staten van Amerika te Amsterdam.
WERKLOOZENSTEUN IN DE VIER
GROOTE GEMEENTEN
MINISTER RUYS ZIET VAN SPECIALE
REGELING AT!
I11 antwoord op desbetreffende schrifte
lijke vragen van den heer Al bard a heeft
de Minister van Binnenlandsche Zaken ge
antwoord:
De ondergeteekende is van zijn aanvanke
lijk in overweging genomen denkbeeld tot
herziening op enkele punten van de steun
regeling voor de vier grootste gemeenten
teruggekomen.
VET-CONTINGENTEERING
OF BASIS VAN >00
Naar wij vernemen is eerstdaags te ver
wachten de afkondiging van een K. B., hou
dende regeling tot contingenteering van den
invoer van ongesmolten dierlijk vet op de
basis van 100 van den gemiddelden in
voer gedurende de jaren 1929, 30 en 31.
Termijn van deze contingenteering is ge
steld van 1 Oct. 1932 tot 1 Oct. 1933.
DE PUBLICATIES VAN DE
NATIONALE UNIE
EN DE GEBEURTENISSEN OP 20 SEPT.
Gelijk men weet heeft de Nationale Unie
het doen voorkomen alsof zij door bepaalde
overheidsautonleiten was uitgenoodigd om
de politij op 20 Sept., zoo noodig, een handje
te helpen.
rii.Teir eester heeft absoluut ontkend,
dat in dien zin ook maar eenige stap ge
daan is.
De zaak was en bleef onhelder. De Resb.
meent echter eenig licht te kunnen ont
dekken. Aan het blad is n.l. meegedeeld, Jat
enkele dagen voor 20 Sept. de hoofdcommis
saris de besturen van een aantal vercenigin-
gen op 't hoofdbureau heeft ontboden en
dezen verzocht heeft hun medewerking te
verleenen dat zooveel mogelijk hun leden op
20 September bij het passeeren van den
Koninklijken Stoet op straat waren. Om,
wanneer van communistische zijde anti-
monarchale kreten werden aangeheven bij
het passeeren van H.M. de Koningin, deze
door nationale uitingen te doen overstem-
Een dergelijke oproep heeft ook de Na
tionale Unie bereikt en ook deze is bij den
hoofdcommissaris geweest. Verschillende
vereenigingen, waaronder ook Katholieke,
hebben gemeend dat het niet op hun weg
lag om hun leden in dezen zin te instrueeren.
Dc Nationale Unie echter wel en deze heeft
zich tot haar leden gewend en deze des
morgens op een bepaald punt en uur bijeen
geroepen, om zich op de straat, waar de
stoet zou passeeren, te verspreiden.
Van een daadwerkelijke hulp van di
politie hij het handhaven der orde we-
natuurlijk geen sp-—o F
EEN ONDERHOUD MET MINISTER
DE GEER
Zorgsloozen, eenzijdigen, bezuinigers
aan den wal
Dankbaar voor critiek.
Dezer dagen hadden wij een onderhoud
met den Minister van Financiën omtrent den
zorgelijken toestand van 's Rijks geldmidde
len en stelden den minister eenige vragen
omtrent den verderen loop van zaken.
Op *it oogenblik zei de Minister kan
ik daarover niet veel nieuws vertellen. Zoo
als U weet, ben ik een groot voorstander
van het gemeen overleg met de Kamer.
In wacht dus met belangstelling af, tot
welke beschouwingen de gevolgde financieele
politiek haar zal aanleiding geven, ten einde
daarna te overwegen, inhoever aan moge
lijke bedenkingen, die mochten rijzen, tege
moet kan worden gekomen.
Wat de Minister van de opmerkingen, bui
ten de Kamer gemaakt, denkt?
Dp algemeene indruk is dat er naast vrij
veel instemming ook vrij veel critiek was,
en dat beide een goeden grond hebben. Voor
al met de critiek. voorzoover die zakelijk
was, v-as ik hét doorgaans eens, zei de
Minister. Want tegen alle maatregelen zijn
groote bezwaren in te brengen. En deze zijn
op zich vaak gerechtvaardigd.
Voorzoover men hieruit onjuiste conclu
sies trekt, moet ik uiteraard een voorbehoud
maken.
Critiek der zorgeloozen
Daar is bijv. in de eerste plaats de cri
tiek der zorgeloozen. Zij meenen, dat veel
pijnlijks zou kunnen achterwege blijven, in
dien de regeering maar wilde besluiten, het
tekort te dekken .uit denkbeeldige reserve*
als waarin onlangs een hooggeleerd schrij
ver zich verlustigde, of ook door „een be
roep te doen op het crediet van den Staat".
Dit laatste denkbeeld is o.a. aan de hand
gedaan door een financieele specialiteit, die
schrijft onder den pseudoniem Dikaios en
die kortgeleden ook ernstig gepleit heeft
voor een loslaten van de waardevastheid
van den gulden. Van dit standpunt is het
leenen voor begrootingstekorten vanzelf
niet zeer bedenkelijk. Ik eerbiedig natuur
lijk dit standüunt zei de Minister
evenals iedere eerlijke meening, al heeft de
schrijver het er eigenlijk niel naar gemaakt,
nu hij bij zijn bestrijding van een der be
lastingvoorstellen spreekt van „Ministers,
die, om scharen van kortzichtigen te paaien,
met noodoffers werken". U ziet, dat het toe
dichten van onedele motieven in dezen tijd
niet uitsluitend komt van een zijde waai
het klassen-strijddogma daartoe voorbestemt.
Doch met dit standpunt is de regeering
het niet eens en zij zal dit °ok nooit wor
den. Depreciatie van den gulden zou de re-
geering een ramp achten en het aanvaai-
den van zulk een depreciatie om uit fiscale
moeilijkheden te "komen, zou haar in bui
tengewone mate verwerpelijk schijnen. Om
tal van redenen. Niet het minst, omdat dit
naar haar inzicht zou beteekenen een op
zettelijke en in zijn omvang onbereken
bare aanslag op de spaarpenningen der
burgerij en op alle geregelde arbeidsinkom-
sten die nog genoten worden.
Eenzijdige belastingheffers,
Daar is in de twoede plaats de critiek der
eenzijdige belastingheffers. Zij willen geen
versobering en in tegenstelling met oud
vaderlandsche wijsheid, de nering naar de
tering zetten en loopen gevaar, daarbij de
spankracht van de nering te overschatten.
Op een oogenblik, waarop het nationaal in
komen sterk gedaald en het nationaal ver
mogen ten deele verdampt is, achten zij het
mogelijk daaraan onbeperkte eischen te
stellen. Gepleit wordt o.a. voor een verhoo
ging der successiebelasting, hoewel bijv. een
financier als dr. Wibaut reeds jaren geleden
de besteding in 't algemeen van successie
rechten voor den gewonen dienst en
daarover gaat het hier een „economische
doodzonde" noemde.
In tegenstelling met deze critici is de re
geering van oordeel dat beperking van be
hoeften, noodzakelijk is. Zij stelt daarom de
eisch van versobering vóórop.
Menigeen schijnt ook nu nog geneigd, deze
crisis te beschouwen als een tunnel waar
wij doorheen rijden en die langer duurj dan
verwacht was, maar waaruit wij ieder
oogenblik weer in het volle daglicht kun
nen komen. Te vreezen is, dat dit op te
leurstelling moet uitloopen.
Er is terecht onderscheid gemaakt, zei de
Minister, tusschen de „structurale" en de
„conjuncturale" verschijnselen in deze ert
sis, waarvan dan de eerstgenoemde die zijn,
welke voortvloeien uit een gewijzigde eco
nomische structuur en mitsdien een blij
vend karakter dragen en de laatstgenoem
de slechts het gevolg zijn van tijdelijke ge
gevens en verhoudingen. Indien ik die on
derscheiding mag vasthouden, dan komt het
MINISTER DE GEER
mij' voor, dat te duchten is, dat de structu
rale verschijnselen tenslotte zullen blijken
een breedere plaats in te nemen dan
een vlot en gemakkelijk herstel te wen-
schen ware.
Daarom mag men het evenwicht niet zoe
ken op een niveau, dat waarschijnlijk, ge
durende langen tijd niet in overeenstem
ming zou zijn met het verzwakte draagver
mogen der natie.
Bezuinigers aan den wal
Of de .Minister nog meer voorbehoud
maakt?
Ongetwijfeld. Daar is in de derde plaats
de critiek van de bezuinigers aan den wal,
die alleen versobering willen. Het zal wel
nauwelijks betoog behoeven, dat deze op
vatting onjuist is. Gewoonlijk zijn het trou
wens deze zelfde bezuinigers, die het
scherpst verzet aanteekenen indien de ver
sobering zich uitstrekt over deelen van
Staatszorg, waaraan zij een bijzondere waar
de hechten. Ook gebeurt het jvel, dat zij de
vlotte behandeling van bezuinigingsmaatre
gelen afwijzen op hetzelfde oogenblik, dat
zij klagen, dat niet vroeger met het bezui
nigen begonnen is
Een sterk voorbeeld van dit laatste of
schoon ditmaal van hoogstaande zijde,
maar dit maakt het te meer opmerkelijk
leverde onlangs het gebeurde met de Lager
Ondecwijs-wetsherziening. Dit ontwerp werd
in September 1931 ingediend en was be
stemd met 1 Juli 1932 in werking te treden,
waarop dan ook in de begrooting voor 1932
gerekend was. Toen het anders liep, werd
verwacht een behandeling in het loopende
najaar en werd in de begrooting voor 1933
hiermee rekening gehouden. Ook dit misluk
te, en uit den kring van hen, die tot die
mislukking meewerkten, kwam kort daar
na in een bijeenkomst de opmerking, dat
de Regeering met haar bezuinigingen veel
te laat kwam en tot dusver blijkbaar meen
de, met de instelling van de commissie-Wel-
ter genoeg gedaan te hebben.
Op zichzelf was dit reeds een zonderlinge
bewering; de daling van het eindcijfer der
Rijksbegrooting was immers in de vorige
Septembermaand nóg grooter dan in Sep
tember van dit jaar; nagenoeg alle hoofd
stukken hadden daartoe toenmaals reeds
bijgedragen; o.a. was Defensie verminderd
met 3 millioen (bij de Memorie van Ant
woord werd dit 5.5 millioen), Waterstaat
met 7 mililoen. Arbeid met 5 millioen.
Voorts was een wetsontwerp tot besparing
op het hoofdstuk Onderwijs ingediend.
De bewering, dat tot dusver niets gedaan
was, klonk dus zonderling. Maar erger was,
dat men nu ook nog de vlugge afdoening
tegenhield. Natuurlijk zal men daarvoor
eenige goede redenen hebben gehad.
Ook voor het Kamerwerk geldt, dat de
beste stuurlui aan den wal staan. Maar een
en ander wijst er toch wel op, dat in on:
land anders dan bijv. in Engeland, waai
het Kabinet rechtstreekschen invloed heeft
op de agenda van het parlement de Re
geering den spoed, waarmee bezuinigingen
zullen intreden, niet steeds in de hand
heeft
Wijziging mogelijk.
Toch moet u niet denken besloot de
Minister dat ik alleen waardeer die cri-
tische opmerkingen, waarvan ik u straks
zeide, dat ik ze in het algemeen onder
schrijven kan. Dankbaar ben ik evenzeer
voor alle beschouwingen, mits van zakelij-
ken aard. waarin overwegende bezwaren
tegen onderdeelen van het dekkingsplan
worden ingebracht. Ook voorzoover de be
zwaren door de Regeering niet worden
gedeeld, zijn ze nuttig, omdat ze dieper in
leiden in de materie en daardoor sterken
voor een verdediging, die straks noodig
mocht worden. Bovendien bestaat natuurlijk
steeds de mogelijkheid, dat nader onderzoek
de bezwaren wèl doet deelen. Ik heb daar
om de gewoonte van ernstige commentaren
zooveel doenlijk kennis te nemen en, voor-
zoover er tijd overblijft, ook uit minder ern
stige den honing te puren, die daar soms
in den alsem verborgen zit.
Het vraaggesprek was hiermede ten ein
de.
duidelijk door den hoofdcommissaris aan
de besturen meegedeeld.
De Nationale Unie schijnt dit echter an
ders opgevat te hebben.
Wat is waarheid?
Het „Handelsblad" is naar den hoofdcom
missaris gegaan om te vragen wat er waar
is van de nipdedcclingen over besprekingen
tusschen den hoofdcommissaris en eenige
vereenigingen vóór den 20en Sept. mber.
De hoofdcommissaris sprak deze mededee-
liugcn tegen met een beslistheid, die geen
ruimte voor twijfel schijnt op*»n te laten.
Er is niets van waar, verklaarde de lieer
Van 't Sant.
ikzelf, noch de waarnemende hoofdcom
missaris en evenmin een van de beide
commissarissen hebben", zoo voegde hij er
aan toe, „ook maar éénig direct of in
direct contact in verband met den twin
tigsten September met vereenigingen of
vertegenwoordigers daarvan gehad."
Echter voegt Vooruit daaraan weer toe:
„Deze tegenspraak schijnt zeer stellig,
maar zij is het niet
Wij hebben aan den voorzitter van
Katholieke Garde gevraagd, wat hij ervan
te zeggen had. De Katholieke Garde is n.l.
een der vereenigingen, waarop de politie
een beroep heeft gedaan.
Hij deelde ons mede, dat hij telefonisch
het verzoek had gekregen om op 14 Sep
tember te halfdrie op het hoofdbureau van
Voornaamste Nieuws*
(Blz. 1)
De zorgelijke toestand van 's Rijks finan
ciën. Een interview met de minister van
Financiën.
Geen herziening van de steunregeling vooc
vier grootste gemeenten.
Contingenteering te wachten van de invoeÉ
van dierlijk ongesmolten vet.
(Blx. 5)
De banderolleering van spijsvetten.
(blz. 6)
Hitier tegen von Papen en Hugenberg.
Besluiten der economische Volkenbonds
commissie.
Norman Davis spreekt met Herriot over do
ontwapeningsvraagstukken.
Naar overeenstemming tusschen Hindoed
en Mohammedanen.
Von Gronau spreekt Duitschland toe uil
Batavia.
Aan de regeering zijn twee wetsontwerpen
voorgelegd inzake de regeling der afbeta
lingen.
De Indische regeering overweegt loonsvet*
lagingen van 25 voor 15000 man inlandsch
personeel.
(Blz. 9)
Een onderhoud met den Regeeringscom-
missaris over de nieuwe regeling der spijs-
Ons ZONDAGSBLAD van heden bevat o.m.l
Overdenking: Aan den dorpel.
Vers van Heiman Dullaert: Aan mijnt
uitbrandende kaarse.
Van Boeken en Schrijvers: Nieuwe no
rellen en schetsen, door P. J. Risseeuw,
Het verhaal van deze week: De Vü-
scher-filosoof, door J. K. Lofvers.
Van Bonte Dingen: De mode in de cart
catuur, door G. K. A. Nonhebel.
Bevrijd wonen, door Cor Alons.
Kinderleven, door H. C. van Arkel.
De gezegende rit. (Vervolgverhaal)
Jeugdrubriek.
Nieuws over de prijsvraag.
Kleuterkrantje.
politie te komen. De uitnoodiging ge
schiedde door inspecteur Van der Marck.
De voorzitter der Katholieke Garde heeft
aan deze uitnoodiging voldaan en heeft op
het afgesproken uur een onderhoud gehad
met genoemden inspecteur, die hem na
mens den hoofdcommissaris verzocht, zijn
medewerking te willen verleenen. De be
doeling was, wat de Katholieke Garde be
treft want de uitgenoodigde vereenigin
gen zijn niet tezamen ontvangen dat
deze het gejuich op straat zou versterken.
Inspecteur Van der Marck deelde mee, dat
andere vereenigingen hun medewerking a(
hadden toegezegd.
De voorzitter van de Katholieke Garde
weigerde zijn medewerking op dezen
grond, dat hij de verantwoordelijkheid
daarvoor niet op zich kon nemen, aange
zien hij voor ieder zijner leden persoonlijk
niet in kon staan. Er zullen hij ons, net-
zoogoed als in andere vereenigingen, ook
wel heethoofden zijn, zeide hij ons."
Mocht dit waar blijken te zijn, dan is da
zaak lang niet in orde. Een ernstig onder
zoek is noodig.
BIJ DE MARECHAUSSEE
HET VONNIS VAN DEN KRIJGSRAAD.
Gelukkig blijkt het bericht in de roodö
pers inzake de straf door den Krijgsraad
aan een wachtmeester bij de Kon. Mare
chaussee opgelegd, niet geheel juist Bij in
formatie, welke ons echter te laat bereikte
om er gisteren gebruik van te maken, ven
namen we dat het vonnis van den Krijgs
raad veel milder is, dan gemeld werd.
Bedoelde wachtmeester werd n.l. veroordeeld
tot 8 dagen gevangenisstraf voorwaar
de 1 ij k, doch niet tot terugzetting in lager
rang.
Van deze belangrijke correctie maken wd
dankbaar melding; echter met volledige
handhaving van hetgeen we overigens
schreven.
Uit dc Antirev. Partij.
A.R.JA. IN DE HOEKSCHEWAARD
In de Hoeksehe Waard zal waarschijnlijk
in de maand November een kringvergade
ring worden gehouden van de clubs, waarop
door één of meer sprekers een actueel onder
werp zal orden ingeleid.
15 November zal een vergadering van de
hulpcentrale „De Hoeksehe Waard" worden
gehouden, die tevens juarvergadering zal
zijn.
HOOFDKANTOOR OPSLAGPLAATSEN:
NASSAUHAVEN B0ERENGAT
ZAGERIJ EN SCHAVERIJ:
OOSTZEEDIJK No. 228, R'DAM