llicattrr £Vihsrtjr <£mrmt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. VERHOOGDE INVOERRECHTEN De zorgelijke toestand der financien BINNENLAND. H00THANDELV.IT UANSCHUNDEL&CO. ABONNEMENT: Per kwartaal In leiden en In plaat ten waar n ag-Mitsrhap gevestigd Is ƒ2.35 Franco per post 2.35 portokosten. Pet week ƒ0.18 ell. Voor liet Buitenland bij wekelijk* srhe zending t 50 !I*S Hu dagelijkse he zending 5.50 .Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7Vi cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestnat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 3782 ZATERDAG 8 OCTOBER 1932 1DTSRTEN.EEN Van 1 tot 6 regels Elke regel meer Ir.gez. Mededeellngen van 1—5 regels Elke regel meer um 0.22 Vf 0.15 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan t bureau wordt berekend 0.10 12e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen waarbij inbegrepen bet Zondagsblad Andere maatregelen verdienen de voorkeur Het verzet tegen sommige voorstellen der regeering is algemeen. Echter moet men hierbij nauwkeurig onderscheiden. Want er is tweeërlei critiek. By sommige groepen schijnt stemming maken tegen de regeering het ioogste doel te zijn en wordt het dus een opposition quand même. Bij anderen daarentegen staat de er kenning voorop, dat de regeering recht heeft op steun en dat het gevraagde geld er moet komenmaar men acht het aangewezen middel niet het meest ge- enschte; men vindt het allicht zeer ongewenscht. Een van die maatregelen is de egale DE^verhooging van alle invoerrechten ge durende het jaar 1933 met 30 opcenten; ze dus in 't algemeen gesproken van 10 op 13 zouden komen. Tegen dit plan worden van alle kan ten bezwaren aangevoerdwelke bezwa ren sterk geaccentueerd zijn, omdat de Minister feitelijk de verhooging reeds in werking deed treden. Om n.l. te ver- I hinderen, dat van nu tot de datum van inwerkingtreding der verhooging on evenredig veel ingevoerd zou worden, heeft de Minister bepaald, dat de ver hoogde rechten terugwerkende kracht zullen hebben tot 29 Sept. 1.1. Gevolg daarvan is geweest, dat de ,f limporteurs onmiddellijk de verhoogde _'_jinvoerrechten op de prijs gelegd hebben >m daarmee het risico van zich te ihuiven. De handel klaagt dan ook luide over de ontstane verwarring. We zullen ons niet verdiepen in de ,g of de Minister op deze wijze niet min of meer Mussolini-achtig is opge- lpejtredenhij zou antwoorden, dat het noodig is om misbruik te voorkomen. Hier staat echter tegenover, dat deze methode, voorzoover wij ons herinne ren, vroeger niet gevolgd isen dat het een onmogelijke .verwarring geeft, als j straks de verhooging niet mocht door gaan. Gemakkelijk zal de Minister zijn voorstel niet aangenomen krijgen. Want de bezwaren stapelen zich op. We behoeven ze niet breedvoerig toe te lichten. Echter, de tegenzin, welke we, direct na de verschijning der Millioenen- nota bij ons voelden opkomen is niet verzwakt, maar versterkt. Het is mis, om thans tot verhooging over te gaan, waardoor de prijzen der levensmiddelen ongetwijfeld zullen stij gen. Het is fout om de tariefmuren te verhoogen op hetzelfde moment, dat het verdrag van Ouchy, dat van verlaging ireekt, in openbare behandeling komt. Voor België en Luxemburg zouden de verhoogde opcenten dus in geen geval geldenmaar voor de andere landen, die zich daarbij aansluiten ook niet. En waar de verhooging zuiver fiscale be- i heeft (het fiscale karakter van 13 is zeer twijfelachtig!) zal het de vraag zijn of de opbrengst wel aau de verwachting zal beantwoorden. Bedenkt men hierbij nu nog, dat de laatste verhooging der invoerrechten goedgekeurd is, omdat het ook werke lijk de laatste zou zijn; en dat de ver hooging op alle artikelen egaal drukt; dan rijzen er aan alle kanten bezwaren tegen deze maatregel. En, als de Twee de Kamer in volle vrijheid kan beslis sen, dan is er geen denken aan, dat deze verhooging er komt Nu rijst echter als van zelf de vraag: weet minister de Geer zulks dan ook niet? Natuurlijk wel. Zelfs is over bekend, dat deze minister de invoer rechten in 't algemeen een kwaad hait toedraagt. Maar, de begrooting dient sluitend gemaakt te worden en hij zag geen andere uitweg. Noodgedwongen stelde hij dus verhooging der invoer rechten voor. Dit feit mag niet buiten rekening ge laten worden. Het naakte ons dan ook zeer voorzichtig in de critiek. Dit feit verklaart wellicht ook de eenigszins humoristische opmerking van de mi nister: „Indien het parlementair overleg over de ingediende Rijksbegrooting er toe mocht leiden, dat regeering en Kamer tot het gezamenlijk inzicht komen, dat een of andere niet voor gedragen besparing (of tijdelijke middelenversterking) evenzeer ot misschien zelfs nog méér aanne melijk zou zijn dan een ,vèl voorge- dragene, dan zal het stellig verva ging verdienen, de eerstbedoelde te gebruiken om het resteerende nadee- lige saldo ad f 22 millioen alsnog geheel of gedeeltelijk op te vangen." Hier zitten o. i. twee elementen in. Eerst, dat het aanbeveling verdient om naar middelen te speuren, welke het nog resteerende tekort van f 22 mil lioen weg kunnen werken. Maar ook de onuitgesproken verzekering: als de Ka mer een goed idee aan de hand doet om een voorgestelde maatregel door eun ander, minder bezwaarlijk middel te vervangen; dan is de Regeering tot overleg bereid. Zoo behoort het ook. De Regeering heeft recht op steun bij de uitvoering van plannen om de begrooting sluitend te maken; doch het is vooral in deze tijden noodzakelijk, dat zij tot „gemeen overleg" met de Staten-Generaal bereid zij en dat zij zich dus niet van te voren vastlegt op welke wijze het tekort ge dekt moet worden. We vertrouwen dan ook, dat een eventueel voorstel om met name de ver hooging der invoerrechten door een andere maatregel te vervangen, door de Regeering met sympathie zal worden bejegend. Derhalve rijst de vraag: als ge geen verhooging van invoerrechten wilt, wat wenscht ge dan? Naast opcenten op die rechten stelt le Regeering ook verhooging van de bieraccijns en een weeldeverterings- belasting voor. Dat het publiek deze nieuwe belastin gen plezierig zal vinden, gelooven we niet. Maar toch mag geconstateerd, dat tegen deze maatregelen weinig of geen bezwaren zijn ingebracht. Dit'wijst er op, dat het aanbeveling verdient om in die richting door te gaan. Vandaar de gedachte om nog een paar millioen uit de tabak te halen. Voor ons rookend en smokend volk is dat niet plezierig; maar het wordt waarschijnlijk minder tragisch opgeno men dan verhooging der invoerrechten. Sommige menschen kunnen, naar hun zeggen, evenmin buiten tabak als bui ten etenmaar het is en blijft toch een genotmiddel. En daaraan worden jaar lijks millioenen en millioenen besteed. Echter, met de tabaksbelasting alleen zou men er niet komen. Daarom is daarnaast ook een couponbelasting aan de hand gedaan. Hiermede raken we weer wat we de vorige week schreven over de hooge rentestandaard. Minister de Geer heeft een knappe verdediging geleverd, waarom de Re geering z. i. niet meer leeningen conver- teeren kan dan zij tot heden deed. De rente kan niet lager. Dit wordt echter van alle kanten be streden. Niet alleen in de pers we denken b.v. aan het orgaan der Chr. ambtenaren ook in vergaderingen. Waarom, zoo vraagt men, moet de ar beid „goedkooper" worden en blijft hel geld zoo duur, dat nu nog voor Indië geleend wordt voor 5 en tegen een koers van 97V2 Moet dat nu werkelijk? En, wanneer het op dit oogenblik niet anders kan, is het dan niet mogelijk een equivalent te treffen door een couponbelasting? Deze vraag dient ernstig overwogen. Want er zijn natuurlijk wel bezwaren aan verbonden. Het zijn niet alleen grootkapitalisten, die een couponschaar noodig hebben. Het geldt ook voor kleine spaarders, die nauwljjks van hun geld kunnen leven; ook voor vereeni- gingen en stichtingen, die wegens de waardedaliitg der effecten het toch al zwaar hebben. Er dient dus wel gewikt en gewogen. In 't algemeen echter zijn wij van oordeel, dat een couponbelasting minder schadelijk werkt dan verhooging der invoerrechten, waaraan nationale, maar ook groote internationale bezwaren kleven. Bovendien zou hier tweeërlei bijkom stig voordeel mee bereikt worden, waar op we met een enkel woord willen wijzen. Een couponbelasting zou de ophef fing van het bankgeheim noodzakelijk maken. We vinden dat volstrekt niet erg. Te meer niet, omdat daaraan het groote voordeel vast zit, dat belasting ontduiking daardoor veel moeilijker zou worden en de belastingopbrengst in niet geringe mate zou stijgen. Het is than3 zoo gemakkelijk om de opbrengst van effecten te verzwijgen en bij een cou ponbelasting zou dat aan het licht komen. In de roode pers werd nog pas de volgende, zeer juiste opmerking ge maakt: „Wij veroordeelen belasting-ontdui king natuurlijk ten sterkste. Men be- tale niet meer dan men rechtens betalen moet, maar ook niet minder. Het is niet al te gewaagd te zeggen dat als alle belastingaanslagen juist zouden zijn, de belasting verlaagd zou ku-.nen worden om een gelijke op- b^sn&ït te behouden". Hoe groot de meerdere opbrengst zou zijn, weet niemand. Het is vaak geschat op 20 a 25 Een couponbelasting meti de daarbij noodzakelijke opheffing van het bankgeheim zou dus ook nog een belangrijk indirect voordeel opleveren. En dat niet alleen voor de belasting ook voormaatschappelijk hulp betoon. Het zullen wel uitzonderingen zijn en we nemen graag aan, dat er geen hooge bedragen mee gemoeid zijn maar in de laatste tijden lekt menig maal uit, dat sommigen o zoo gemakke lijk om steun aankloppen. Zelfs al staan er vrij belangrijke sommen op spaar bank of postkantoor. Ja, een enkele maal doet nog wel eens een oude kous dienst. Wanneer dat uitkomt, volgt er na tuurlijk inhouding van steun en terug betaling. En zoo zijn al aardige bedra gen binnengekomen. Echter, bij ophef fing van het bankgeheim zou ook hier fraude voorkomen kunnen worden. Onze slotconclusie, wat dit onderdeel betreft, is daarom, dat men ernstig dient te overwegen of de verhooging der invoerrechten niet vervangen kan worden door andere maatregelen, welke niet zoo hinderlijk zjjn en bovendien nog extra voordeelen geven. OFFICIEELE BERICHTEN RADEN VAN ARBEID ngang van 1 Oct J.L is aan P._ Keule- op zijn verzoek il ontslag verleend Kaad van Arbeid te Am sterdam. onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten. DEP. VAN ECON. ZAKEN EN ARBEID Met ingang van 1 Oct J.L is aan den heer F. J. K. Heringa op zijn verzoek wegens veran dering in de Inrichting van het dienstvak, waar bij hij werkzaam is. eervol ontslag verleend als administrateur bij het Dept. van Economische Zaken en Arbeid onder dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten door hem In ver schillende functies bewezen: bij ls benoemd tot tijdelijk raadadviseur bij genoemd departeinexr. RIJKSVERZEKERINGSBANK Met ingang van 1 Jan. a^. is aan D. Reekens op zijn verzoek eervol ontslag verleend als re ferendaris bij de Rijksverzekeringsbank met dankbetuiging voor de door hem in die betrek king bewezen diensten. CONSULAIRE DIENST BIJ K.B. ls de heer F. R. Llneweaver erkend en toegelaten als vice-consul van de Vereenig- de Staten van Amerika te Amsterdam. WERKLOOZENSTEUN IN DE VIER GROOTE GEMEENTEN MINISTER RUYS ZIET VAN SPECIALE REGELING AT! I11 antwoord op desbetreffende schrifte lijke vragen van den heer Al bard a heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken ge antwoord: De ondergeteekende is van zijn aanvanke lijk in overweging genomen denkbeeld tot herziening op enkele punten van de steun regeling voor de vier grootste gemeenten teruggekomen. VET-CONTINGENTEERING OF BASIS VAN >00 Naar wij vernemen is eerstdaags te ver wachten de afkondiging van een K. B., hou dende regeling tot contingenteering van den invoer van ongesmolten dierlijk vet op de basis van 100 van den gemiddelden in voer gedurende de jaren 1929, 30 en 31. Termijn van deze contingenteering is ge steld van 1 Oct. 1932 tot 1 Oct. 1933. DE PUBLICATIES VAN DE NATIONALE UNIE EN DE GEBEURTENISSEN OP 20 SEPT. Gelijk men weet heeft de Nationale Unie het doen voorkomen alsof zij door bepaalde overheidsautonleiten was uitgenoodigd om de politij op 20 Sept., zoo noodig, een handje te helpen. rii.Teir eester heeft absoluut ontkend, dat in dien zin ook maar eenige stap ge daan is. De zaak was en bleef onhelder. De Resb. meent echter eenig licht te kunnen ont dekken. Aan het blad is n.l. meegedeeld, Jat enkele dagen voor 20 Sept. de hoofdcommis saris de besturen van een aantal vercenigin- gen op 't hoofdbureau heeft ontboden en dezen verzocht heeft hun medewerking te verleenen dat zooveel mogelijk hun leden op 20 September bij het passeeren van den Koninklijken Stoet op straat waren. Om, wanneer van communistische zijde anti- monarchale kreten werden aangeheven bij het passeeren van H.M. de Koningin, deze door nationale uitingen te doen overstem- Een dergelijke oproep heeft ook de Na tionale Unie bereikt en ook deze is bij den hoofdcommissaris geweest. Verschillende vereenigingen, waaronder ook Katholieke, hebben gemeend dat het niet op hun weg lag om hun leden in dezen zin te instrueeren. Dc Nationale Unie echter wel en deze heeft zich tot haar leden gewend en deze des morgens op een bepaald punt en uur bijeen geroepen, om zich op de straat, waar de stoet zou passeeren, te verspreiden. Van een daadwerkelijke hulp van di politie hij het handhaven der orde we- natuurlijk geen sp-—o F EEN ONDERHOUD MET MINISTER DE GEER Zorgsloozen, eenzijdigen, bezuinigers aan den wal Dankbaar voor critiek. Dezer dagen hadden wij een onderhoud met den Minister van Financiën omtrent den zorgelijken toestand van 's Rijks geldmidde len en stelden den minister eenige vragen omtrent den verderen loop van zaken. Op *it oogenblik zei de Minister kan ik daarover niet veel nieuws vertellen. Zoo als U weet, ben ik een groot voorstander van het gemeen overleg met de Kamer. In wacht dus met belangstelling af, tot welke beschouwingen de gevolgde financieele politiek haar zal aanleiding geven, ten einde daarna te overwegen, inhoever aan moge lijke bedenkingen, die mochten rijzen, tege moet kan worden gekomen. Wat de Minister van de opmerkingen, bui ten de Kamer gemaakt, denkt? Dp algemeene indruk is dat er naast vrij veel instemming ook vrij veel critiek was, en dat beide een goeden grond hebben. Voor al met de critiek. voorzoover die zakelijk was, v-as ik hét doorgaans eens, zei de Minister. Want tegen alle maatregelen zijn groote bezwaren in te brengen. En deze zijn op zich vaak gerechtvaardigd. Voorzoover men hieruit onjuiste conclu sies trekt, moet ik uiteraard een voorbehoud maken. Critiek der zorgeloozen Daar is bijv. in de eerste plaats de cri tiek der zorgeloozen. Zij meenen, dat veel pijnlijks zou kunnen achterwege blijven, in dien de regeering maar wilde besluiten, het tekort te dekken .uit denkbeeldige reserve* als waarin onlangs een hooggeleerd schrij ver zich verlustigde, of ook door „een be roep te doen op het crediet van den Staat". Dit laatste denkbeeld is o.a. aan de hand gedaan door een financieele specialiteit, die schrijft onder den pseudoniem Dikaios en die kortgeleden ook ernstig gepleit heeft voor een loslaten van de waardevastheid van den gulden. Van dit standpunt is het leenen voor begrootingstekorten vanzelf niet zeer bedenkelijk. Ik eerbiedig natuur lijk dit standüunt zei de Minister evenals iedere eerlijke meening, al heeft de schrijver het er eigenlijk niel naar gemaakt, nu hij bij zijn bestrijding van een der be lastingvoorstellen spreekt van „Ministers, die, om scharen van kortzichtigen te paaien, met noodoffers werken". U ziet, dat het toe dichten van onedele motieven in dezen tijd niet uitsluitend komt van een zijde waai het klassen-strijddogma daartoe voorbestemt. Doch met dit standpunt is de regeering het niet eens en zij zal dit °ok nooit wor den. Depreciatie van den gulden zou de re- geering een ramp achten en het aanvaai- den van zulk een depreciatie om uit fiscale moeilijkheden te "komen, zou haar in bui tengewone mate verwerpelijk schijnen. Om tal van redenen. Niet het minst, omdat dit naar haar inzicht zou beteekenen een op zettelijke en in zijn omvang onbereken bare aanslag op de spaarpenningen der burgerij en op alle geregelde arbeidsinkom- sten die nog genoten worden. Eenzijdige belastingheffers, Daar is in de twoede plaats de critiek der eenzijdige belastingheffers. Zij willen geen versobering en in tegenstelling met oud vaderlandsche wijsheid, de nering naar de tering zetten en loopen gevaar, daarbij de spankracht van de nering te overschatten. Op een oogenblik, waarop het nationaal in komen sterk gedaald en het nationaal ver mogen ten deele verdampt is, achten zij het mogelijk daaraan onbeperkte eischen te stellen. Gepleit wordt o.a. voor een verhoo ging der successiebelasting, hoewel bijv. een financier als dr. Wibaut reeds jaren geleden de besteding in 't algemeen van successie rechten voor den gewonen dienst en daarover gaat het hier een „economische doodzonde" noemde. In tegenstelling met deze critici is de re geering van oordeel dat beperking van be hoeften, noodzakelijk is. Zij stelt daarom de eisch van versobering vóórop. Menigeen schijnt ook nu nog geneigd, deze crisis te beschouwen als een tunnel waar wij doorheen rijden en die langer duurj dan verwacht was, maar waaruit wij ieder oogenblik weer in het volle daglicht kun nen komen. Te vreezen is, dat dit op te leurstelling moet uitloopen. Er is terecht onderscheid gemaakt, zei de Minister, tusschen de „structurale" en de „conjuncturale" verschijnselen in deze ert sis, waarvan dan de eerstgenoemde die zijn, welke voortvloeien uit een gewijzigde eco nomische structuur en mitsdien een blij vend karakter dragen en de laatstgenoem de slechts het gevolg zijn van tijdelijke ge gevens en verhoudingen. Indien ik die on derscheiding mag vasthouden, dan komt het MINISTER DE GEER mij' voor, dat te duchten is, dat de structu rale verschijnselen tenslotte zullen blijken een breedere plaats in te nemen dan een vlot en gemakkelijk herstel te wen- schen ware. Daarom mag men het evenwicht niet zoe ken op een niveau, dat waarschijnlijk, ge durende langen tijd niet in overeenstem ming zou zijn met het verzwakte draagver mogen der natie. Bezuinigers aan den wal Of de .Minister nog meer voorbehoud maakt? Ongetwijfeld. Daar is in de derde plaats de critiek van de bezuinigers aan den wal, die alleen versobering willen. Het zal wel nauwelijks betoog behoeven, dat deze op vatting onjuist is. Gewoonlijk zijn het trou wens deze zelfde bezuinigers, die het scherpst verzet aanteekenen indien de ver sobering zich uitstrekt over deelen van Staatszorg, waaraan zij een bijzondere waar de hechten. Ook gebeurt het jvel, dat zij de vlotte behandeling van bezuinigingsmaatre gelen afwijzen op hetzelfde oogenblik, dat zij klagen, dat niet vroeger met het bezui nigen begonnen is Een sterk voorbeeld van dit laatste of schoon ditmaal van hoogstaande zijde, maar dit maakt het te meer opmerkelijk leverde onlangs het gebeurde met de Lager Ondecwijs-wetsherziening. Dit ontwerp werd in September 1931 ingediend en was be stemd met 1 Juli 1932 in werking te treden, waarop dan ook in de begrooting voor 1932 gerekend was. Toen het anders liep, werd verwacht een behandeling in het loopende najaar en werd in de begrooting voor 1933 hiermee rekening gehouden. Ook dit misluk te, en uit den kring van hen, die tot die mislukking meewerkten, kwam kort daar na in een bijeenkomst de opmerking, dat de Regeering met haar bezuinigingen veel te laat kwam en tot dusver blijkbaar meen de, met de instelling van de commissie-Wel- ter genoeg gedaan te hebben. Op zichzelf was dit reeds een zonderlinge bewering; de daling van het eindcijfer der Rijksbegrooting was immers in de vorige Septembermaand nóg grooter dan in Sep tember van dit jaar; nagenoeg alle hoofd stukken hadden daartoe toenmaals reeds bijgedragen; o.a. was Defensie verminderd met 3 millioen (bij de Memorie van Ant woord werd dit 5.5 millioen), Waterstaat met 7 mililoen. Arbeid met 5 millioen. Voorts was een wetsontwerp tot besparing op het hoofdstuk Onderwijs ingediend. De bewering, dat tot dusver niets gedaan was, klonk dus zonderling. Maar erger was, dat men nu ook nog de vlugge afdoening tegenhield. Natuurlijk zal men daarvoor eenige goede redenen hebben gehad. Ook voor het Kamerwerk geldt, dat de beste stuurlui aan den wal staan. Maar een en ander wijst er toch wel op, dat in on: land anders dan bijv. in Engeland, waai het Kabinet rechtstreekschen invloed heeft op de agenda van het parlement de Re geering den spoed, waarmee bezuinigingen zullen intreden, niet steeds in de hand heeft Wijziging mogelijk. Toch moet u niet denken besloot de Minister dat ik alleen waardeer die cri- tische opmerkingen, waarvan ik u straks zeide, dat ik ze in het algemeen onder schrijven kan. Dankbaar ben ik evenzeer voor alle beschouwingen, mits van zakelij- ken aard. waarin overwegende bezwaren tegen onderdeelen van het dekkingsplan worden ingebracht. Ook voorzoover de be zwaren door de Regeering niet worden gedeeld, zijn ze nuttig, omdat ze dieper in leiden in de materie en daardoor sterken voor een verdediging, die straks noodig mocht worden. Bovendien bestaat natuurlijk steeds de mogelijkheid, dat nader onderzoek de bezwaren wèl doet deelen. Ik heb daar om de gewoonte van ernstige commentaren zooveel doenlijk kennis te nemen en, voor- zoover er tijd overblijft, ook uit minder ern stige den honing te puren, die daar soms in den alsem verborgen zit. Het vraaggesprek was hiermede ten ein de. duidelijk door den hoofdcommissaris aan de besturen meegedeeld. De Nationale Unie schijnt dit echter an ders opgevat te hebben. Wat is waarheid? Het „Handelsblad" is naar den hoofdcom missaris gegaan om te vragen wat er waar is van de nipdedcclingen over besprekingen tusschen den hoofdcommissaris en eenige vereenigingen vóór den 20en Sept. mber. De hoofdcommissaris sprak deze mededee- liugcn tegen met een beslistheid, die geen ruimte voor twijfel schijnt op*»n te laten. Er is niets van waar, verklaarde de lieer Van 't Sant. ikzelf, noch de waarnemende hoofdcom missaris en evenmin een van de beide commissarissen hebben", zoo voegde hij er aan toe, „ook maar éénig direct of in direct contact in verband met den twin tigsten September met vereenigingen of vertegenwoordigers daarvan gehad." Echter voegt Vooruit daaraan weer toe: „Deze tegenspraak schijnt zeer stellig, maar zij is het niet Wij hebben aan den voorzitter van Katholieke Garde gevraagd, wat hij ervan te zeggen had. De Katholieke Garde is n.l. een der vereenigingen, waarop de politie een beroep heeft gedaan. Hij deelde ons mede, dat hij telefonisch het verzoek had gekregen om op 14 Sep tember te halfdrie op het hoofdbureau van Voornaamste Nieuws* (Blz. 1) De zorgelijke toestand van 's Rijks finan ciën. Een interview met de minister van Financiën. Geen herziening van de steunregeling vooc vier grootste gemeenten. Contingenteering te wachten van de invoeÉ van dierlijk ongesmolten vet. (Blx. 5) De banderolleering van spijsvetten. (blz. 6) Hitier tegen von Papen en Hugenberg. Besluiten der economische Volkenbonds commissie. Norman Davis spreekt met Herriot over do ontwapeningsvraagstukken. Naar overeenstemming tusschen Hindoed en Mohammedanen. Von Gronau spreekt Duitschland toe uil Batavia. Aan de regeering zijn twee wetsontwerpen voorgelegd inzake de regeling der afbeta lingen. De Indische regeering overweegt loonsvet* lagingen van 25 voor 15000 man inlandsch personeel. (Blz. 9) Een onderhoud met den Regeeringscom- missaris over de nieuwe regeling der spijs- Ons ZONDAGSBLAD van heden bevat o.m.l Overdenking: Aan den dorpel. Vers van Heiman Dullaert: Aan mijnt uitbrandende kaarse. Van Boeken en Schrijvers: Nieuwe no rellen en schetsen, door P. J. Risseeuw, Het verhaal van deze week: De Vü- scher-filosoof, door J. K. Lofvers. Van Bonte Dingen: De mode in de cart catuur, door G. K. A. Nonhebel. Bevrijd wonen, door Cor Alons. Kinderleven, door H. C. van Arkel. De gezegende rit. (Vervolgverhaal) Jeugdrubriek. Nieuws over de prijsvraag. Kleuterkrantje. politie te komen. De uitnoodiging ge schiedde door inspecteur Van der Marck. De voorzitter der Katholieke Garde heeft aan deze uitnoodiging voldaan en heeft op het afgesproken uur een onderhoud gehad met genoemden inspecteur, die hem na mens den hoofdcommissaris verzocht, zijn medewerking te willen verleenen. De be doeling was, wat de Katholieke Garde be treft want de uitgenoodigde vereenigin gen zijn niet tezamen ontvangen dat deze het gejuich op straat zou versterken. Inspecteur Van der Marck deelde mee, dat andere vereenigingen hun medewerking a( hadden toegezegd. De voorzitter van de Katholieke Garde weigerde zijn medewerking op dezen grond, dat hij de verantwoordelijkheid daarvoor niet op zich kon nemen, aange zien hij voor ieder zijner leden persoonlijk niet in kon staan. Er zullen hij ons, net- zoogoed als in andere vereenigingen, ook wel heethoofden zijn, zeide hij ons." Mocht dit waar blijken te zijn, dan is da zaak lang niet in orde. Een ernstig onder zoek is noodig. BIJ DE MARECHAUSSEE HET VONNIS VAN DEN KRIJGSRAAD. Gelukkig blijkt het bericht in de roodö pers inzake de straf door den Krijgsraad aan een wachtmeester bij de Kon. Mare chaussee opgelegd, niet geheel juist Bij in formatie, welke ons echter te laat bereikte om er gisteren gebruik van te maken, ven namen we dat het vonnis van den Krijgs raad veel milder is, dan gemeld werd. Bedoelde wachtmeester werd n.l. veroordeeld tot 8 dagen gevangenisstraf voorwaar de 1 ij k, doch niet tot terugzetting in lager rang. Van deze belangrijke correctie maken wd dankbaar melding; echter met volledige handhaving van hetgeen we overigens schreven. Uit dc Antirev. Partij. A.R.JA. IN DE HOEKSCHEWAARD In de Hoeksehe Waard zal waarschijnlijk in de maand November een kringvergade ring worden gehouden van de clubs, waarop door één of meer sprekers een actueel onder werp zal orden ingeleid. 15 November zal een vergadering van de hulpcentrale „De Hoeksehe Waard" worden gehouden, die tevens juarvergadering zal zijn. HOOFDKANTOOR OPSLAGPLAATSEN: NASSAUHAVEN B0ERENGAT ZAGERIJ EN SCHAVERIJ: OOSTZEEDIJK No. 228, R'DAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1