Staatsmijncokes STIKSTOFBINDINGSBEDRIJF STAATSMIJNEN IN LIMBURG Nederlandsch Fabrikaat 3e MIJNENNUMMER 6 OCTOBER 1932 declcn hebben, bmnden vlugger dan anthraciet, doch zijn daarom in verschillende streken zeer gezocht. De nieuwe mijn heeft zich reeds een grooten roep veroverd, ook in Frankrijk en België, welke landen een zeer belangrijk deel der geproduceerde kolen betrekken. Het beladen en ontladen der kooien. De uitvoer naar Duitschland is gering en tegen vroeger achteruit gegaan. Ook de Limburgsche mijnindustrie ondervindt in zeer bedenkelijke mate den terugslag van het verschil in politiek, welke door Duitschland en Nederland wordt gevolgd. Terwijl Nederland, de politiek der open deur huldigend, de Duitsche kolen in onbeperkte hoe veelheden toelaat, terwijl de Nederlandsche Spoor wegen met een beroep op de concurrentie van het vervoer te water, zeer gunstige tarieven voor de Duitsche kolen hebben toegestaan, heeft Duitsch land niet alleen de invoer van Nederlandsche kolen gerantsoeneerd, doch wordt die invoer op al lerlei wijze tegengegaan en de doorvoer naar Zwitserland belemmerd. liet Duitsche syndicaat bedreigt verbruikers van zijn kolen met boete wanneer deze vreemde kolen koopen, terwijl de gedifferentieerde tarieven der Duitsche Spoorwegen de concurrentie tegen de Duitsche kolen per spoor ernstig bemoeilijken. HET LEVERT: Stikstofmeststoffen voor iederen grond en ieder gewas, n.l.: ZWAVELZURE AMMONIAK 20,8 stikstof, AMMONSALPETER S.M. 20.5 stikstof salpeter- y2 ammoniakstikstof AMMONSULFAATSALPETER S.M. 26 stikstof (^4 salpeter-, ammoniakstikstof), NATRONSALPETER S. M. 16 stikstof. Inlichtingen en brochures worden op aanvrage toegezonden door de AFD. PROPAGANDA VAN HET STIKSTOFBINDINGSBEDRIJF, TE LUTTERADE (L.). Kijkt goed uit bij Uw inkoopen Koopt Zeverij Mijn Juliana. N.V. Domaniale Mijn-Maatschappij De Gemeente Kerkrade, in urelke de Domi- nlale Steenkolenmijnen gelegen zijn, kan aanspraak maken op den roem der priori teit van de Steenkolenwinning voor geheel Europa. Geschiedenis en Ontwikkeling Reeds in het jaar 1113, zoo blijkt uit de annalen van de voormalige Abdij „Rolduc" (Kloosterrade), lieten de kloosterlingen in de nabijheid van de te genwoordige plaats Kerkrade, in het Wormdal, binnen het tegenwoordige concessiegebied der Do maniale Mijn Maatschappij steenkolen delven. De Domaniale Mijn is ongetwijfeld de oudste mijn op (het vaste land van Europa, en de gemeente Kerk rade kan daarom aanspraak maken op den roem. der prioriteit van de steenkolenwinning voor ge heel Europa. De kolcnlagen, die in het Wormdal op meerdere plaatsen aan de aardoppervlakte kwamen, werden oorspronkelijk gewonnen door afgravingen. Was aanvankelijk do wijze van koohvinnen uiterst primitief, in het begin der 14de eeuw begon men zich reeds op „diopbouw" toe te leggen en wel door midel van schachtjes met bijbelioorende wateraf- De Abdij van Rolduc liet in dien tijd haar kool groeven exploiteercn door particuliere „koelgre- verc" of „köhlers" genaamd en later door kleine vereenigingen. Steeds meerdere mijnbouwkundige •bekwaamheid wend aan den da~ gelegd en alhoe wel natuurlijk nog geen gebruik werd gemaakt van ontplofbare stoffen en/of machinale werktui gen, werden toch reeds bewonderenswaardige wer ken tot stand gebracht op het gebied van schacht bouw en galerijen drijven. Door midel van een windas, ros- of tredmolen, vlak boven of bij den mond van de ondiepe schachtjes geplaatst, werden de mandjes met kolen aan een touw omhoog getrokken. Het zich in de diep- bouwen verzamelde mijnwater word in het begin der 17de eeuw geloosd door middel van hand pompen, later door zuigpompen, in beweging gé bracht door waterraderen, gedreven door het water der Worm. In 1723 ontving de Abdij van Rolduc van Keizerin Maria Tlieresia het recht van mijnexploitatie, doch hot duurde nog tot het miden dor 18de eeuw al vorens een werkelijke mijn geopend werd. In 1741 besloot de Abdij van liolduc de exploitatie der koolgroeven zelf ter hand te nemen, waardoor het mijnbedrijf, vooral door den arbeid van den tocnmaligen Rolducschen Abt Chaineux, die als een der beste geologen en mijningenieurs van zijn tijd gold, aanmerkelijk werd uitgebreid. Re>e>ds tot op een diepte van 300 Meter werden toen steenkolen ontgonnen, terwijl meer dan 800 kolen- delvers in dienst der Abdij waren. 8 3e MIJNENNUMMMER Q 6 OCTOBER 1932 klomlosch platen (afb. 2 en 3) geheel aan de ver wachtingen hebben beantwoord, zijn ook in den laatsten tijd speciaal de bekleedingen volgens afb. 4 met succes toegepast Bij don gebogen vorm, welks groote beteekenis men thans heeft erkend, werd de laschpiaatver- binding, welke tot nu toe de zwakste plaats was, Afb. 2 door gebruikmaking van de klem-laschplaat (afb. 13) nog dusdanig verbeterd, dat daardoor het vroegere zwakste punt het sterkste wordt. Door deze klemlaschplaat wordt een goede druk-over- brenging van het ecne segment op liet andere mogelijk gemaakt, en daardoor het knikgevaar aan de einden geheel uitgeschakeld. fiU. 1. Aangezien de gevreesde druk- en verdraaiing»- krachten den buitenkant van de bekleeding aan tasten, wordt juist door do verzwaring van het profiel naar de zijde van het gesteente een hoo- ger weerstandsvermogen tegen do binnenwaart» schc doorbuigingen verzekerd. De gedrongen pro- fielvorm garandeert een samenwerking van alle declcn van het profiel cn onverminderde weer standskracht bij verbuigingen in welke richting ook. Men gebruikt Thomasstaai in breukvrije kwa liteit met oen vastheid van 6575 K.G./m.M£. Elastisch aanpassingsvermogen, gelijkmatige ver deel ing van -den weerstand, handig in het ge bruik, economisch en bedrijfszekcr zijn de hoofd kenmerken van het bokaalijzer. Aan de tegenstrijdige wcnschon en do veelzijdige verlangens der diverse bedrijven en toch nog goedkoope levering heeft men daardoor voldaan, dat 2 profielen voor zwaro cn lichte uitvoering worden gewalst, terwijl van ieder profiel een vrij groot aantal gebogen vormen wordt ver vaardigd.' Als beste bcklocding voor mijngangen met op werkende zool is do gesloten ringvorm volgens afb. 2 .gebleken. Daar waar geen druk in de zool voorkomt, is de open boogvorm volgens afb. 3 het best geschikt Teneinde de ontspanningsbewegingen van het gebergte voldoenden tegenstand to kunnen bie den, wordt tussrhen de bekleeding en het gewelf hout aangebracht. Evenals de bekleedingen uit Bokaalijzer met Bokaalijzer,het materiaal voor den mijnbouw In de laatste jaren heeft het ijzer als materiaal voor do mijngangbekleeding een stec-ds grootero plaats ingenomen. Dit is wel in hoofdzaak daar aan toe te schrijven, dat de tot nu toe gebruikte uitbouw-elementen niet meer in alle opzichten aan de eischcn van do steeds voortschrijdende technische ontwikkeling van den mijnbouw vol deden. De roods toegepaste ijzeren profielen wa ren edhter niet vrij van gebreken. Jarenlange beproevingen en waarnemingen, zoo wel boven- als ondcrgrondsch van de meest uit- eenloopcnde soorten kapijzer en I-balken lever den het bewijs, dat deze profiolen wel in den hoogbouw haar doelmatigheid bewezen, maar nog niet als voor den mijnbouw ubsoluut geschikt konden worden 'geacht. De aan de mijnbouwbekleeding te stellen eischen moeten zich echter in de eerste plaats naar de ondergrondsche verschuivingen en den daarmede in verband staanden druk richten. De bekleeding moet dus voornamelijk tegen de ontspanningen cn scheuringen van het gebergte en de daaruit voortvloeiende spanningen van het materiaal (druk, doorbuiging, knikken en verdraaiingen) vol doenden weerstand kunnen bieden. Er moet niet alleen met de optredende dynamische krachten rekening worden gehouden, want ook de speciale eischen, welke de mijnbouw-ingenieur aan het materiaal stelt, zijn van niet minder groot be lang. Men verlangt van de mijngangbekleeding, dat zij even gemakkelijk ingebouwd als voor ver der gebruik teruggewonnen kan worden, m.a.w. zij moet economisch cn dus goedkoop zijn. Rekening houdend met alle voornoemde factoren en als resultaat der jarenlange beproevingen heb ben de Vereinigte Stahlwerke AG. een profiel, bet z.g.n. „F'okaleisen" (Afb. 1) ontworpen, dat zich in zijn vorm op de meest natuurlijke wijze aan de verhoudingen van don mijnbouw aanpast. JL"Ca.6SO cm4 e*t De ideale brandstof voor centrale verwarming.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11