8 millioen Nederlanders hebben 1 1e MUNENNUMMER 21 SEPTEMBER 1932 De Staatsmijnen een Nationaal Belang Het "bezit van onze vier Staatsmijnen zal onze natie behoeden voor een her» haling der misère, welke een ieder in de oorlogsjaren op het gebied der. brandstofvoorziening beleefd heeft. i Volkomen onafhankelijk van het buitenlandsch product briketten en industriebrikettcn) óf tot cokes, waar bij nog talrijke bijproducten worden gewonnen, waarvan de kunstmeststoffen do belangrijkste zijn. Nadat het Stikstofbindingsbedrijf dier Staatsmij nen in Limburg gereed is gekomen, is het ook mogelijk om uit de waterstof der cokcsovengas- sen (dat zijn de gassen, die bij het maken van cokes ontwijken) en de stikstof uit de lucht door synthese ammoniak te maken, dat als grondstof dient voor de kunstmeststoffen, welke door de Staatsmijnen in den handel worden gebracht. Moge dit korte overzicht van het mijnbedrijf U jecnig inzicht geven omtrent do inrichting van het ©ndcrgrondsche bedrijf, waar de kolen worden gedolven en van het bovcngrondsche bedrijf, waar de kolen gereed worden gemaakt voor den ver koop, hetzij als kolen, hetzij als nevenproducten. Koopt plicht Nederlandsch Fabrikaat Door de in de negentiger jaren uitgevoerde borin gen in Zuid-Limburg was aangetoond, dat de ont- ginbarc Steenkoollagen zich veel verder naar het noordwesten uitstrekten dan te voren vermoed werd. Dit feit, gevoegd bij de onbevredigende resul taten met de uitgifte van concessies verkregen, had de vraag doen rijzen, langs welken weg een meen intensieve exploitatie van het Limburgsch kolen bekken kon worden bereikt. Bij de mondelinge beraadslagingen over hoofdstuk' IX der Staatsbegrooting voor het jaar 1S98 had wijlen Dr. Nolens, op 22 December 1897, reeds de aandacht op de onvoldoende ontginning gevestigd. Wegens het belang, dat een behoorlijke exploitatie van de in Limburg gelegen stccnkolenterreinen voor de welvaart van dit gewest en van ons land, voor de nijverheid, den arbeidersstand en vooral voor de economische onafhankelijkheid van ons land had, drong deze afgevaardigdo aan op een wijziging van de Mijnwet 1810, tengevolge waarvan een geregelde en behoorlijke ontginning van in concessie gegeven velden zou worden ge waarborgd. De toenmalige Minister van Water staat, Handel en Nijverheid, ir. C. Le 1 y, antwoord de, dat deze zaak sinds een paar maanden door zijn Departement was ter iiand genomen. In 1899 werd een Coii.missie benoemd, welke zou hebben na te gaan of een gedeelte van het in Lim burg beschikbare steenkolenterrein van Staats wege behoorde te worden ontgonnen, welk gedeel te daarvoor zou zijn.te bestemmen en hoe het over blijvende gedeelte zou moeten worden verdeeld ter ontginning door particulieren. Deze commissie bracht op 23 Augustus 1900 haar rapport uit. Zij was eenstemmig tot de slotsom ge komen, dat het wenschelijk was, een gedeelte van het beschikbare steenkolenterrein, gelegen ten noorden van het mijnveld „Oranje Nassau", ter grootte van 4515 H.A., van Staatswege in ontgin ning te brengen en daarmede spoedig op flinke schaal aan te vangen. In afwijking van het advies der Commissie besloot de Regcering bet gcheelc, toenmaals in Limburg beschikbare steenkolenterrein, voorzoovcr het niet in concessie was gegeven, ter groote van 16112 I-I.A, voor exploitatie van Staatswege te bestemmen. Een daartoe strekkend wetsontwerp werd 24 Jan. 1901 door Minister Lcly bij de Tweede Kamer der Statcn-Gencraal ingediend. In de Memorie van Toelichting werd de wenschelijkihcid van Staats exploitatie van mijnen op de volgende gronden bepleit: le. Alleen door Staatsexploitatie was zekerheid te verkrijgen, dat de in ons land gewonnen steen kolen desvcrcischt in de Nederlandsche behoefte zouden voorzien. 2e. Staatsexploitatie zou het middel zijn om de macht der syndicaten in ons land te verzwakken. 3e. Het verdiende aanbeveling de financieele voor deden, welke uit den mijnbouw voortvloeiden, zooveel mogelijk voor den Staat te behouden. 4e. Staatsexploitatie maakte het mogelijk, de ont ginning geleidelijk, doch tevens krachtig te doen plaats vinden en niet sneller dan voor de normale ontwikkeling der gemeenten, in de nabijheid der ontginningszetels gelegen, wenschelijk was; met name zou een te groote toevloed van buitenland- sohc arbeidskrachten kunnen worden voorkomen, terwijl bovendien van Staatsexploitatie een gun stige invloed op de woningtoestanden en de ar beidsvoorwaarden voor de mijnwerkers werd ver wacht. Principieclen tegenstand ontmoette hot wetsont werp bij de Staten-Gencraal nagenoeg niet. Door den voorzitter der Commissie van Rapporteurs, Dr. Nolens, werd het ontwerp krachtig verdedigd. „Met volledige insteming", zcide deze afgevaar digde in de vergadering van de Tweede Kamer van; 1 Mei 1901, „begroet ik thans dit wetsontwerp, om dat naar mijn meening door deze regeling, indien zij in werking treedt, zonder verder uitstel de ko- lenschatten in de nog niet geconcessioneerde vel- \erlichlc mijnqanq. 4 Stook in keukenfornuizen en vul- haarden WILHELMINA- KOLEN in centrale-verwarmings kachels EMMAKOKES Smeed met EMMA-, HENDRIK- OF MAURITS- KOLEN Probeer in Uw locomotieven WILHELMINA- BRIKETTEN Koop voor Uw fabriek STAATSMIJN- V ETKO LEN Bemest Uw land met AMMONIUM SULFAAT van de ST A ATS M IJ N EN IN LIMBURG TE HEERLEN 1e MIJNENNUMMER 21 SEPTEMBER 1932 Stook in keukenfornuizen en vul- haarden WILHELMINA- KOLEN in centrale-verwarmings kachels EMMAKOKES Smeed met EMMA-, HENDRIK- OF MAURITS- KOLEN Probeer in Uw locomotieven WILHELMINA- BRIKETTEN Koop voor Uw fabriek STAATSMIJN- V ET KO L E N Bemest Uw land met AMMONIUM SULFAAT van de STAATSM IJ NEN IN LIMBURG TE HEERLEN is de wet 21 April 1810 concernant les mines minières et les carrières, een wet uit den tijd van Napoleon, die zelf krachtig heeft deelgenomen aan de beraadslagingen. Wel zijn er wijzigingen en aanvullingen in die wet gebracht, maar ver* .vangen door een andere is zij nooit, wel een bëi wijs voor haar degelijkheid. De wet spreekt van' mines, minières en carrières, een onderscheiding waaraan de soorten van delfstof ten grondslag liggen. Wij zullen ons tot de mines, de wijze, be palen. y, Welnu, om een mijn te mogen ontginnen, moet' men van de Kroon concessie daartoe gekregen hebben, welk Koninklijk Besluit wordt vastge steld na advies van den Raad van State. De con cessie-akte kan verschillende voorwaarden inhou den, maar moet o. a. bevatten de grenzen van de concessie, de bepaling welke delfstof (fen) men ontginnen mag en het bedrag van elke vergod ding aan de(n) eigcnaar(arcn) van den boven grond. Dit laatste niet, omdat die eenig recht op de delfstof heeft, maar omdat deze mogelijk Lauradorp In de gemeente Ubach over Worms (is het geen schoone oude naam?) in het uiterste Zuid-Oosten van Limburg, hoog op een plateau, bouwt de Maatschappij Laura Vcroeniging voor haar mijnwerkers een dorp: achthonderd huizen. Vijf honderd zijn er gereed: alle ééngezinswoningen met een klein tuintje vóór en een flinken tuin ach ter ieder huis. Groot zijn de huizen niet, doch alle hebben 4 i 5 kamertjes. Met groote liefde door den Architect, den heer Drummen te Brunssum ontworpen, door do Vcr- ecniging „Thuis Best" met regeeringssteun uitge- mijnen worden dc kolen door een waterstroom naar die waschmachines gevoerd. In deze machines wordt het water in cene opwaarts stootendc bewe ging gebracht, waardoor de kool, welker soortelijk gewicht minder is dan dat van stecnen, van deze wordt gescheiden en met het water over dien rand der bakken naar een roteerende zeeftrommcl stroomt Uit deze zceftrommel komen de kolen, naar hunne afmetingen ondersölieiden in „Noot jes I, II, III, IV em. V en ffjnkolen" in verschillende bunkers terecht Uit het overgebleven waschwater worden nog de allerfijnste kolendeeltjes gewonnen, die onder den naam „kolenslik" bekend staan. Onder de bunkers staan de spoorwegwagens ge reed om hun last op te nemen en naar de afnemers te vervoeren. Gedurende het laden staan de wa gons op weegbruggen, zoodat het gewicht van de lading nauwkeurig kan worden bepaald. Om een gcregelden gang der uitgebreide werk zaamheden zoowel boven- als ondergronds te ver zekeren, is het noodig over ruime reparatie-werk- plaatscn met goed geschoold personeel te beschik ken. Deze zijn dan ook op alle mijnen aanwezig en uitgerust met de ten tijde van aanschaffing meest moderne machinerieën. Men vi^dt er een metaal draaierij, bankwerkerij, een smederij, een timmor- winkel en een electrotechnische werkplaats, ter wijl op het terrein verspreid nog enkele speciale in riohtingen worden aangetroffen, als daar zijn: de betonblokkenmakcrij, een crcosoteerinrichting voor hout en een rails-zagerij. Een onderwerp van bijzondere zorg maakt ook 6teeds dc watervoorziening uit; zooveel mogelijk is gebruik gemaakt van het uit dc mijn zelf op gepompte water. Buitendien moet worden beschikt over groote kwantiteiten goed drink wat ar en ketel water, ten behoeve van de woningen en centrales. Groote pompstations en rijzige watertorens voor zien in deze noodzakelijke levensbehoefte van mcnsch en bedrijf. Waar water in voldoende mate en onder behoor lijken druk aanwezig is, zou het van een slecht beleid getuigen, indien er geen brandweer was ge organiseerd. Deze is behoorlijk Tooefend en heeft reeds verschilende malen, ook bij branden van par ticuliere gebouwen in de naaste omgeving van de mijnen, bewezen voor haar taak berekend te zijn. Zij beschikt over cenigc motor-brandspuiten en yerder over het noodige klein materiaal. (Voerd, vormt het complex een geheel, blij en zon nig, met veel bloemen, boomen en plantsoen. De kerk, welke de voorloopige kapel zal vervan gen, komt te staan op het hoogste punt, in het midden. Een kleine kerk, door de Gereformeerden met steun der mijn gebouwd, kwam onlangs ge- roe d. Tusschen de huizenblokken zijn in aanleg groote speelplaatsen voor de kinderen, van alle huizen bereikbaar zonder dat de kleinen de straat be hoeven te kruisen. Wanneer het werk zal zijn voltooid (de bouw staat in verband met dc malaise tijdelijk srt.il), zal hier geschapen zijn een gesloten dorp, waar de mijnarbeider na zijn arbeid ondergronds een ge- 2od an prettig tehuis vindt. Zoo wordt hier als op vele andere plaatsen in Limburg gezorgd voor het materieel welzijn van den mijnarbeider, die deze belangstelling in zijn lot ten volle verdient. Enkele kijkjes op de nieuwgebouwde woningen, waartusschen inmiddels boom en plant welig op schiet, zijn bij dit artikeltje gevoegd. De huur dor woningen bedraagt c.a. 17,50 per maand. r De wetgeving op de Mijnen door Mr. N. C. Couvée Het ligt voor de hand, dat, wanneer men de be schouwingen in dit blad gewijd aan de Nederland- sche kolcnproductie leest, deze of gene zich zal afvragen: hoe komt men in Nederland rechtens tot het ontginnen van een mijn, aan welk recht ontleent men de bevoegdheid daartoe. Het is daarom, dat ik op mij genomen heb fn het kort het ontstaan van het recht tot ontginnen van een delfstof uiteen te zetten. Dc wettelijke regelen, die deze stof behcerschcn, vinden hun grondslag in een wet, die nimmer in het Nederlandsche Staatsblad gestaan heeft. Hot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 16